ISSN 1977-0758

doi:10.3000/19770758.L_2012.311.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 311

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

55e jaargang
10 november 2012


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1052/2012 van de Commissie van 9 november 2012 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

1

 

 

BESLUITEN

 

 

2012/696/EU

 

*

Besluit van de Commissie van 6 november 2012 tot wijziging van Besluit 2012/88/EU betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van de subsystemen besturing en seingeving van het trans-Europese spoorwegsysteem (Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 7325)  ( 1 )

3

 

 

2012/697/EU

 

*

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 8 november 2012 wat betreft maatregelen het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van het geslacht Pomacea (Perry) te voorkomen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 7803)

14

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Uitvoeringsbesluit 2012/115/EU van de Commissie van 10 februari 2012 houdende vaststelling van de in Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake industriële emissies bedoelde nationale plannen voor de overgangsfase (PB L 52 van 24.2.2012)

18

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

10.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1052/2012 VAN DE COMMISSIE

van 9 november 2012

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 november 2012.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

AL

43,1

MA

41,1

MK

30,8

TR

65,0

ZZ

45,0

0707 00 05

AL

37,9

EG

140,2

TR

129,4

ZZ

102,5

0709 93 10

TR

118,9

ZZ

118,9

0805 20 10

PE

72,2

ZA

162,0

ZZ

117,1

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

AR

96,7

HR

44,2

PE

42,6

TR

64,9

UY

101,2

ZA

170,7

ZZ

86,7

0805 50 10

AR

60,7

TR

86,0

ZA

91,4

ZZ

79,4

0806 10 10

BR

273,9

LB

256,9

PE

287,4

TR

154,1

US

313,6

ZZ

257,2

0808 10 80

CA

157,0

CL

151,5

CN

89,5

MK

34,4

NZ

150,1

ZA

138,0

ZZ

120,1

0808 30 90

CN

50,5

TR

122,7

ZZ

86,6


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

10.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/3


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 6 november 2012

tot wijziging van Besluit 2012/88/EU betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van de subsystemen besturing en seingeving van het trans-Europese spoorwegsysteem

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 7325)

(Voor de EER relevante tekst)

(2012/696/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap (1), en met name de tweede alinea van artikel 6, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 16 april 2012 heeft het Europees Spoorwegbureau aanbeveling ERA/REC/03-2012/ERTMS vastgesteld. Dit besluit is op die aanbeveling gebaseerd.

(2)

De extra functies voor het European Rail Traffic Management System/European Train Control System (ERTMS/ETCS) met het oog op de vlotte invoering van ETCS op bestaande conventionele lijnen, zijn ontwikkeld op verzoek van de sector die hierop heeft aangedrongen in het in juli 2008 door de Europese Commissie en de brancheorganisaties ondertekende memorandum van overeenstemming. Bij dit besluit moeten die extra functies worden opgenomen in een nieuwe versie van de specificaties, „baseline 3” genoemd, die de aanvragers volledig mogen toepassen in plaats van de ERTMS/ETCS-specificaties als vastgesteld in Besluit 2012/88/EU van de Commissie van 25 januari 2012 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van de subsystemen besturing en seingeving van het trans-Europese spoorwegsysteem (2) (laatste uitgave van baseline 2, ook bekend als versie 2.3.0d). Een essentieel vereiste voor baseline 3 is dat treinen die met ERTMS/ETCS baseline 3 zijn uitgerust, zonder extra door ERTMS/ETCS veroorzaakte technische of operationele beperkingen moeten kunnen rijden op lijnen die met ERTMS/ETCS baseline 2 zijn uitgerust. Het moet eveneens mogelijk zijn baseline 3 op lijnen te configureren om de compatibiliteit te waarborgen met treinen die met ERTMS/ETCS baseline 2 (uitsluitend gebruik van versie 2.3.0d-functies) zijn uitgerust. Baseline 3 regelt ook de open punten van ERTMS/ETCS zoals remcurves en de ergonomische aspecten van de DMI.

(3)

Men is het erover eens dat de specificaties van baseline 2 stabiel zijn sinds de vaststelling van Beschikking 2008/386/EG van de Commissie van 23 april 2008 tot wijziging van bijlage A bij Beschikking 2006/679/EG betreffende de technische specificaties van het subsysteem besturing en seingeving van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem en bijlage A bij Beschikking 2006/860/EG betreffende de technische specificaties inzake interoperabiliteit van het subsysteem besturing en seingeving van het trans-Europees hogesnelheidsspoorwegsysteem (3). Derhalve moet de mogelijkheid worden geboden om deze specificaties te blijven gebruiken. Voor de ERTMS/ETCS-boordapparatuur moeten evenwel de gewijzigd testspecificaties (als bedoeld in de indexnummers 37b en 37c van tabel A 2 in bijlage A) worden toegepast. Aangezien in baseline 3 een aantal open punten worden weggewerkt moet baseline 2 voor die punten worden toegepast overeenkomstig de in bijlage A genoemde relevante specificaties van baseline 3.

(4)

Het Europees Spoorwegbureau heeft de ERTMS-specificaties gewijzigd voor het GSM-R (Global System for Mobile Communications Railway) (als bedoeld in de rubrieken 32, 33, 34 en 65 van tabel A 2 in bijlage A). De gewijzigde specificaties laten de eisen onverlet, maar bevatten een duidelijke en eenduidige classificatie van de bestaande bindende eisen in de documenten van het European Integrated Radio Enhanced Network (EIRENE) en faciliteren op die manier de certificerings-, conformiteits- en keuringsprocessen.

(5)

Voor de specificaties die in tabel A 2 van bijlage A als „gereserveerd” zijn aangemerkt, voorziet het op 16 april 2012 ondertekende memorandum van overeenstemming tussen de Europese Commissie, het Europees Spoorwegbureau en de brancheorganisaties van de Europese spoorwegsector over een nauwere samenwerking voor het beheer van ERTMS in bepalingen, waaronder de vaststelling van een planning door het Europees spoorwegbureau, om te waarborgen dat de testspecificaties worden gevalideerd en dat de „gereserveerde” specificaties tijdig beschikbaar zijn.

(6)

Besluit 2012/88/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Richtlijn 2008/57/EG ingestelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2012/88/EU wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 6 wordt geschrapt.

2)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 6 bis

Bij de tenuitvoerlegging van de in bijlage III bij dit besluit uiteengezette TSI moet een van de twee in tabel A 2 van bijlage A vermelde groepen van specificaties worden toegepast. De baseline 3-specificaties blijven gelden om te waarborgen dat met ERTMS/ETCS overeenkomstig baseline 3 uitgeruste treinen zonder extra technische of operationele beperkingen op overeenkomstig ERTMS/ETCS baseline 2 uitgeruste lijnen kunnen rijden.”.

3)

Bijlage A wordt vervangen door bijlage I bij dit besluit.

4)

Bijlage G wordt vervangen door bijlage II bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 januari 2013.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 6 november 2012.

Voor de Commissie

Siim KALLAS

Vicevoorzitter


(1)  PB L 191 van 18.7.2008, blz. 1.

(2)  PB L 51 van 23.2.2012, blz. 1.

(3)  PB L 136 van 24.5.2008, blz. 11.


BIJLAGE I

„BIJLAGE A

Referenties

Onderstaande tabel vermeldt voor elke referentie in de fundamentele parameters (hoofdstuk 4 van deze TSI) de overeenkomstige verplichte specificaties aan de hand van de indexnummers uit tabel A 2.

Tabel A 1

Referentie in hoofdstuk 4

Indexnummer (zie tabel A 2)

4.1

4.1a

1, 4

4.1b

32

4.1c

3

 

 

4.2.1

4.2.1 a

27, 78

4.2.1 b

28

 

 

4.2.2

4.2.2.a

14

4.2.2.b

1, 4, 13, 15, 60

4.2.2.c

31, 37b, c, d

4.2.2.d

18, 20

4.2.2.e

6

4.2.2.f

7

 

 

4.2.3

4.2.3 a

14

4.2.3 b

1, 4, 13, 15, 60

4.2.3 c

31, 37 b, c, d

4.2.3 d

18, 21

 

 

4.2.4

4.2.4 a

64, 65

4.2.4 b

66

4.2.4 c

67

4.2.4 d

68

4.2.4 e

73, 74

4.2.4 f

32, 33

4.2.4 g

48

4.2.4 h

69, 70

4.2.4 j

71, 72

4.2.4 k

75, 76

 

 

4.2.5

4.2.5 a

64, 65

4.2.5 b

10, 39, 40

4.2.5c

19, 20

4.2.5 d

9, 43

4.2.5 e

16, 50

 

 

4.2.6

4.2.6 a

8, 25, 26, 36 c, 49, 52

4.2.6 b

29, 45

4.2.6 c

46

4.2.6 d

34

4.2.6 e

20

4.2.6 f

44

 

 

4.2.7

4.2.7 a

12

4.2.7 b

62, 63

4.2.7 c

34

4.2.7 d

9

4.2.7 e

16

 

 

4.2.8

4.2.8 a

11, 79

 

 

4.2.9

4.2.9 a

23

 

 

4.2.10

4.2.10 a

77 (punt 3.1)

 

 

4.2.11

4.2.11 a

77 (punt 3.2)

 

 

4.2.12

4.2.12 a

6, 51

 

 

4.2.13

4.2.13 a

32, 33, 51, 80

 

 

4.2.14

4.2.14 a

5

 

 

4.2.15

4.2.15 a

38

Specificaties

Eén van de twee in tabel A 2 van deze bijlage vermelde reeksen specificaties moet worden toegepast.

De documenten waarnaar in een specificatie in tabel A 2 wordt verwezen, dienen louter ter informatie, tenzij anders vermeld in tabel A 2.

Opmerking:

Specificaties die in tabel A 2 als „gereserveerd” zijn aangemerkt, worden eveneens vermeld als open punten in bijlage G wanneer nationale voorschriften moeten worden aangemeld om de overeenkomstige open punten te sluiten. Gereserveerde documenten die niet als open punten zijn genoemd, zijn bedoeld om het systeem te verbeteren.

Tabel A 2

Lijst van verplichte specificaties

Indexnummer

Reeks specificaties # 1

(ETCS baseline 2 en GSM-R baseline 0)

Reeks specificaties # 2

(ETCS baseline 3 en GSM-R baseline 0)

Referentie

Titel specificatie

Versie

Aantekeningen

Referentie

Titel specificatie

Versie

Aantekeningen

1

ERA/ERTMS/003204

ERTMS/ETCS Functional requirement specification

5.0

 

Geschrapt

 

 

 

2

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

3

UNISIG SUBSET-023

Lijst van termen en afkortingen

2.0.0

 

UNISIG SUBSET-023

Lijst van termen en afkortingen

3.0.0

 

4

UNISIG SUBSET-026

System Requirements Specification

2.3.0

 

UNISIG SUBSET-026

System Requirements Specification

3.3.0

 

5

UNISIG SUBSET-027

FFFIS Juridical recorder-downloading tool

2.3.0

Noot 1

UNISIG SUBSET-027

FIS Juridical Recording

3.0.0

 

6

UNISIG SUBSET-033

FIS for man-machine interface

2.0.0

 

ERA_ERTMS_015560

ETCS Driver Machine interface

3.3.0

 

7

UNISIG SUBSET-034

FIS for the train interface

2.0.0

 

UNISIG SUBSET-034

Train Interface FIS

3.0.0

 

8

UNISIG SUBSET-035

Specific Transmission Module FFFIS

2.1.1

 

UNISIG SUBSET-035

Specific Transmission Module FFFIS

3.0.0

 

9

UNISIG SUBSET-036

FFFIS for Eurobalise

2.4.1

 

UNISIG SUBSET-036

FFFIS for Eurobalise

3.0.0

 

10

UNISIG SUBSET-037

EuroRadio FIS

2.3.0

 

UNISIG SUBSET-037

EuroRadio FIS

3.0.0

 

11

UNISIG SUBSET-038

Offline key management FIS

2.3.0

 

UNISIG SUBSET-038

Offline key management FIS

3.0.0

 

12

UNISIG SUBSET-039

FIS for the RBC/RBC handover

2.3.0

 

Gereserveerd

UNISIG SUBSET-039

FIS for the RBC/RBC handover

 

 

13

UNISIG SUBSET-040

Dimensioning and Engineering rules

2.3.0

 

UNISIG SUBSET-040

Dimensioning and Engineering rules

3.2.0

 

14

UNISIG SUBSET-041

Performance Requirements for Interoperability

2.1.0

 

UNISIG SUBSET-041

Performance Requirements for Interoperability

3.1.0

 

15

ERA SUBSET-108

Interoperability related consolidation on TSI Annex A documents

1.2.0

 

Geschrapt

 

 

 

16

UNISIG SUBSET-044

FFFIS for Euroloop

2.3.0

 

UNISIG SUBSET-044

FFFIS for Euroloop

2.4.0

 

17

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

18

UNISIG SUBSET-046

Radio infill FFFS

2.0.0

 

Geschrapt

 

 

 

19

UNISIG SUBSET-047

Trackside-Trainborne FIS for Radio infill

2.0.0

 

UNISIG SUBSET-047

Trackside-Trainborne FIS for Radio infill

3.0.0

 

20

UNISIG SUBSET-048

Trainborne FFFIS for Radio infill

2.0.0

 

UNISIG SUBSET-048

Trainborne FFFIS for Radio infill

3.0.0

 

21

UNISIG SUBSET-049

Radio infill FIS with LEU/interlocking

2.0.0

 

Geschrapt

 

 

 

22

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

23

UNISIG SUBSET-054

Responsibilities and rules for the assignment of values to ETCS variables

2.1.0

 

UNISIG SUBSET-054

Responsibilities and rules for the assignment of values to ETCS variables

3.0.0

 

24

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

25

UNISIG SUBSET-056

STM FFFIS Safe time layer

2.2.0

 

UNISIG SUBSET-056

STM FFFIS Safe time layer

3.0.0

 

26

UNISIG SUBSET-057

STM FFFIS Safe link layer

2.2.0

 

UNISIG SUBSET-057

STM FFFIS Safe link layer

3.0.0

 

27

UNISIG SUBSET-091

Safety Requirements for the Technical Interoperability of ETCS in Levels 1 and 2

2.5.0

 

UNISIG SUBSET-091

Safety Requirements for the Technical Interoperability of ETCS in Levels 1 and 2

3.2.0

 

28

Gereserveerd

Reliability — availability requirements

 

 

Gereserveerd

Reliability — availability requirements

 

 

29

UNISIG SUBSET-102

Test specification for interface „K”

1.0.0

 

UNISIG SUBSET-102

Test specification for interface „K”

2.0.0

 

30

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

31

UNISIG SUBSET-094

Functional requirements for an on-board reference test facility

2.0.2

 

Gereserveerd

UNISIG SUBSET-094

Functional requirements for an on-board reference test facility

 

 

32

EIRENE FRS

GSM-R Functional requirements specification

7.3.0

 

EIRENE FRS

GSM-R Functional requirements specification

7.3.0

 

33

EIRENE SRS

GSM-R System requirements specification

15.3.0

 

EIRENE SRS

GSM-R System requirements specification

15.3.0

 

34

A11T6001

(MORANE) Radio Transmission FFFIS for EuroRadio

12.4

 

A11T6001

(MORANE) Radio Transmission FFFIS for EuroRadio

12.4

 

35

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

36 a

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

36 b

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

36 c

UNISIG SUBSET-074-2

FFFIS STM Test cases document

1.0.0

 

Gereserveerd

UNISIG SUBSET-074-2

FFFIS STM Test cases document

 

 

37 a

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

37 b

UNISIG SUBSET-076-5-2

Test cases related to features

2.3.3

 

Reserved

UNISIG SUBSET-076-5-2

Test cases related to features

 

 

37 c

UNISIG SUBSET-076-6-3

Test sequences

2.3.3

 

Gereserveerd

UNISIG SUBSET-076-6-3

Test sequences

 

 

37 d

UNISIG SUBSET-076-7

Scope of the test specifications

1.0.2

 

Gereserveerd

NISIG SUBSET-076-7

Scope of the test specifications

 

 

37 e

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

38

06E068

ETCS Marker-board definition

2.0

 

06E068

ETCS Marker-board definition

2.0

 

39

UNISIG SUBSET-092-1

ERTMS EuroRadio Conformance Requirements

2.3.0

 

UNISIG SUBSET-092-1

ERTMS EuroRadio Conformance Requirements

3.0.0

 

40

UNISIG SUBSET-092-2

ERTMS EuroRadio test cases safety layer

2.3.0

 

UNISIG SUBSET-092-2

ERTMS EuroRadio test cases safety layer

3.0.0

 

41

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

42

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

43

UNISIG SUBSET 085

Test specification for Eurobalise FFFIS

2.2.2

 

UNISIG SUBSET 085

Test specification for Eurobalise FFFIS

3.0.0

 

44

Gereserveerd

Odometry FIS

 

 

Gereserveerd

Odometry FIS

 

 

45

UNISIG SUBSET-101

Interface „K” Specification

1.0.0

 

UNISIG SUBSET-101

Interface „K” Specification

2.0.0

 

46

UNISIG SUBSET-100

Interface „G” Specification

1.0.1

 

UNISIG SUBSET-100

Interface „G” Specification

2.0.0

 

47

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

48

Gereserveerd

Test specification for mobile equipment GSM-R

 

 

Gereserveerd

Test specification for mobile equipment GSM-R

 

 

49

UNISIG SUBSET-059

Performance requirements for STM

2.1.1

 

UNISIG SUBSET-059

Performance requirements for STM

3.0.0.

 

50

UNISIG SUBSET-103

Test specification for Euroloop

1.0.0

 

UNISIG SUBSET-103

Test specification for Euroloop

1.1.0

 

51

Gereserveerd

Ergonomic aspects of the DMI

 

 

Geschrapt

 

 

 

52

UNISIG SUBSET-058

FFFIS STM Application layer

2.1.1

 

UNISIG SUBSET-058

FFFIS STM Application layer

3.0.0

 

53

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

54

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

55

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

56

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

57

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

58

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

59

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

60

Geschrapt

 

 

 

UNISIG SUBSET-104

ETCS System Version Management

3.1.0

 

61

Geschrapt

 

 

 

Geschrapt

 

 

 

62

Gereserveerd

RBC-RBC Test specification for safe communication interface

 

 

Geschrapt

 

 

 

63

UNISIG SUBSET-098

RBC-RBC Safe Communication Interface

1.0.0

 

UNISIG SUBSET-098

RBC-RBC Safe Communication Interface

3.0.0

 

64

EN 301 515

Global System for Mobile Communication (GSM);

Requirements for GSM operation on railways

2.3.0

Note 2

EN 301 515

Global System for Mobile Communication (GSM);

Requirements for GSM operation on railways

2.3.0

Note 2

65

TS 102 281

Detailed requirements for GSM operation on railways

2.2.0

Note 3

TS 102 281

Detailed requirements for GSM operation on railways

2.2.0

Note 3

66

(MORANE) A 01 T 0004 1

ASCI Options for Interoperability

1

 

(MORANE) A 01 T 0004 1

ASCI Options for Interoperability

1

 

67

(MORANE) P 38 T 9001

FFFIS for GSM-R SIM Cards

4.1

 

(MORANE) P 38 T 9001

FFFIS for GSM-R SIM Cards

4.1

 

68

ETSI TS 102 610

Railway Telecommunication; GSM;

Usage of the UUIE for GSM operation on railways

1.1.0

 

ETSI TS 102 610

Railway Telecommunication; GSM;

Usage of the UUIE for GSM operation on railways

1.1.0

 

69

(MORANE) F 10 T 6002

FFFS for Confirmation of High Priority Calls’

4

 

(MORANE) F 10 T 6002

FFFS for Confirmation of High Priority Calls’

4

 

70

(MORANE) F 12 T 6002

FIS for Confirmation of High Priority Calls

4

 

(MORANE) F 12 T 6002

FIS for Confirmation of High Priority Calls

4

 

71

(MORANE) E 10 T 6001

FFFS for Functional Addressing

4

 

(MORANE) E 10 T 6001

FFFS for Functional Addressing

4

 

72

(MORANE) E 12 T 6001

FIS for Functional Addressing

5.1

 

(MORANE) E 12 T 6001

FIS for Functional Addressing

5.1

 

73

(MORANE) F 10 T6001

FFFS for Location Dependent Addressing

4

 

(MORANE) F 10 T6001

FFFS for Location Dependent Addressing

4

 

74

(MORANE) F 12 T6001

FIS for Location Dependent Addressing

3

 

(MORANE) F 12 T6001

FIS for Location Dependent Addressing

3

 

75

(MORANE) F 10 T 6003

FFFS for Presentation of Functional Numbers to Called and Calling Parties

4

 

(MORANE) F 10 T 6003

FFFS for Presentation of Functional Numbers to Called and Calling Parties

4

 

76

(MORANE) F 12 T 6003

FIS for Presentation of Functional Numbers to Called and Calling Parties

4

 

(MORANE) F 12 T 6003

FIS for Presentation of Functional Numbers to Called and Calling Parties

4

 

77

ERA/ERTMS/033281

Interfaces between CCS track-side and other subsystems

1.0

 

ERA/ERTMS/033281

Interfaces between CCS track-side and other subsystems

1.0

 

78

Gereserveerd

Safety requirements for ETCS DMI functions

 

 

Gereserveerd

Safety requirements for ETCS DMI functions

 

 

79

Niet van toepassing.

Niet van toepassing.

 

 

UNISIG SUBSET-114

KMC-ETCS Entity Off-line KM FIS

1.0.0

 

80

Niet van toepassing.

Niet van toepassing.

 

 

Gereserveerd

GSM-R Driver Machine Interface

 

 

Aantekening 1:

enkel de functionele omschrijving van de te noteren informatie is bindend, niet de technische eigenschappen van de interface.

Aantekening 2:

de specificaties als vermeld in punt 2.1 van EN 301 515 zijn bindend.

Aantekening 3:

de wijzigingsverzoeken (CR’s) als vermeld in tabel 1 en 2 van TR 102 281 zijn bindend.

Tabel A 3

Lijst van bindende normen

Onverminderd de bepalingen in de hoofdstukken 4 en 6 van deze TSI moeten de in deze tabel vermelde normen bij het certificeringsproces worden toegepast.

Nr.

Referentie

Documentnaam en opmerkingen

Versie

A1

EN 50126

Spoorwegtoepassingen — De specificatie en het bewijs van de bruikbaarheid, beschikbaarheid, onderhoudbaarheid en veiligheid (RAMS)

1999

A2

EN 50128

Spoorwegtoepassingen — Telecommunicatie, seinwezen en verkeersleiding — Programmatuur voor besturings- en beveiligingssystemen

2001

A3

EN 50129

Spoorwegtoepassingen — Communicatiesystemen, seinwezen en procesleiding — Veiligheidgerelateerde elektronische systemen voor het seinwezen

2003

A4

EN 50159-1

Spoorwegtoepassingen — Communicatiesystemen, seinwezen en procesleiding — Deel 1: Veiligheidsgerelateerde communicatie in gesloten transmissiesystemen

2001

A5

EN 50159-2

Spoorwegtoepassingen — Communicatiesystemen, seinwezen en procesleiding — Deel 2: Veiligheidgerelateerde communicatie in open transmissiesystemen

2001”


BIJLAGE II

„BIJLAGE G

OPENSTAANDE PUNTEN

Openstaand punt

Toelichting

Remaspecten

Slechts van toepassing op ERTMS/ETCS Baseline 2 (zie bijlage A, tabel A 2, indexnummer 15).

Opgelost voor ERTMS/ETCS Baseline 3 (zie bijlage A, tabel A 2, indexnummers 4 en 13).

Indexnummer 28 — Eisen voor betrouwbaarheid en beschikbaarheid

Vaak voorkomende situaties van storingsbedrijf door defecten van de besturings- en seingevingsapparatuur verminderen de veiligheid van het systeem.

Minimumwieldiameter voor snelheden boven 350 km/u

Zie bijlage A, tabel A 2, indexnummer 77.

Minimumasafstand voor snelheden boven 350 km/u

Zie bijlage A, tabel A 2, indexnummer 77.

Ruimte tussen wielen zonder metaal- en inductieve onderdelen

Zie bijlage A, tabel A 2, indexnummer 77.

Dit is geen openstaand punt voor goederenwagons.

Eigenschappen van strooizand voor sporen

Zie bijlage A, tabel A 2, indexnummer 77.

Metaalmassa van het voertuig

Zie bijlage A, tabel A 2, indexnummer 77.

Combinatie van kenmerken van het rollend materieel die de impedantie van het rangeren beïnvloeden

Zie bijlage A, tabel A 2, indexnummer 77.

Elektromagnetische storing (tractiestroom)

Zie bijlage A, tabel A 2, indexnummer 77.

Elektromagnetische storing (elektromagnetische velden)

Zie bijlage A, tabel A 2, indexnummer 77.

Dit is geen openstaand punt voor andere stroomsystemen dan DC.

Voertuigimpedantie

Zie bijlage A, tabel A 2, indexnummer 77.

DC en onderdelen met een lage frequentie van tractiestroom

Zie bijlage A, tabel A 2, indexnummer 77.

Gebruik van magneet-/wervelstroomremmen

Zie bijlage A, tabel A 2, indexnummer 77.

Indexnummer 78 veiligheidseisen voor ETCS DMI-functies

Dit openstaande punt houdt verband met de interface tussen ETCS op de trein en de bestuurder, m.a.w. fouten bij de weergave van informatie en bij de invoer van gegevens en opdrachten.”


10.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/14


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 8 november 2012

wat betreft maatregelen het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van het geslacht Pomacea (Perry) te voorkomen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 7803)

(2012/697/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name artikel 16, lid 3, derde zin,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Spanje heeft de Commissie meegedeeld dat Pomacea insularum aanwezig is in een regio van die lidstaat.

(2)

Uit een beoordeling die de Commissie op basis van een ziekterisicoanalyse van Spanje en van een wetenschappelijk advies (2) heeft uitgevoerd, en uit een verklaring (3) van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid blijkt dat het geslacht Pomacea (Perry) schadelijke effecten bij waterplanten veroorzaakt. Gezien de moeilijkheden bij de taxonomische identificatie van de verschillende soorten en het feit dat niet kan worden uitgesloten dat alle soorten schadelijk zijn, is het noodzakelijk het geslacht Pomacea (Perry) te reguleren. Dat geslacht is in bijlage I noch in bijlage II bij Richtlijn 2000/29/EG opgenomen.

(3)

Gezien het risico van verspreiding van het nader omschreven organisme naar percelen en waterlopen en het ontbreken van minder beperkende maatregelen waarmee het door dit organisme veroorzaakte gevaar efficiënt kan worden bestreden, is het noodzakelijk het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van dat geslacht te verbieden.

(4)

Ook moet worden voorzien in maatregelen betreffende het binnenbrengen en in het verkeer brengen binnen de Unie van voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden, die alleen groeien in water of in grond die permanent is verzadigd met water.

(5)

Er moet onderzoek worden uitgevoerd naar de aanwezigheid van het geslacht Pomacea (Perry) in gebieden waar het nader omschreven organisme waarschijnlijk wordt aangetroffen, en de resultaten daarvan moeten worden meegedeeld.

(6)

De lidstaten moeten afgebakende gebieden instellen in gevallen waarin de aanwezigheid van het geslacht Pomacea (Perry) in percelen en waterlopen wordt vastgesteld, om de betrokken organismen uit te roeien en de aanwezigheid ervan intensief te monitoren.

(7)

De lidstaten moeten zo nodig hun wetgeving aanpassen om aan dit besluit te voldoen.

(8)

Dit besluit wordt vóór 28 februari 2015 opnieuw bezien.

(9)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Verbodsbepalingen betreffende het geslacht Pomacea (Perry)

Het geslacht Pomacea (Perry), hierna „het nader omschreven organisme” genoemd, mag niet worden binnengebracht of verspreid in de Unie.

Artikel 2

Binnenbrengen van voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden, die alleen groeien in water of in grond die permanent is verzadigd met water

Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden, die alleen groeien in water of in grond die permanent is verzadigd met water, hierna „de nader omschreven planten” genoemd, van oorsprong uit derde landen mogen in de Unie worden binnengebracht als zij voldoen aan de voorschriften van punt 1 van sectie 1 van bijlage I.

Bij binnenkomst in de Unie worden de nader omschreven planten door de verantwoordelijke officiële instantie geïnspecteerd overeenkomstig punt 2 van sectie 1 van bijlage I.

Artikel 3

In het verkeer brengen van de nader omschreven planten binnen de Unie

Nader omschreven planten van oorsprong uit overeenkomstig artikel 5 vastgestelde afgebakende gebieden mogen alleen binnen de Unie in het verkeer worden gebracht als zij voldoen aan de voorwaarden van sectie 2 van bijlage I.

Artikel 4

Onderzoeken en kennisgevingen van het nader omschreven organisme

1.   De lidstaten voeren jaarlijkse onderzoeken uit naar de aanwezigheid van het nader omschreven organisme op rijstplanten en, indien van toepassing, op andere nader omschreven planten in percelen en waterlopen.

De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten uiterlijk op 31 december van elk jaar in kennis van de resultaten van die onderzoeken.

2.   Indien het nader omschreven organisme daadwerkelijk of vermoedelijk in percelen of waterlopen aanwezig is, wordt hiervan onmiddellijk kennisgeving gedaan bij de verantwoordelijke officiële instanties.

Artikel 5

Afgebakende gebieden, in dergelijke gebieden te nemen maatregelen, bewustmakingscampagnes en kennisgeving

1.   Wanneer een lidstaat op basis van de resultaten van de in artikel 4, lid 1, bedoelde onderzoeken of ander bewijsmateriaal vaststelt dat het nader omschreven organisme voorkomt in percelen of waterlopen op zijn grondgebied waar het niet al eerder voorkwam, stelt die lidstaat onverwijld een afgebakend gebied in, dan wel wijzigt een dergelijk gebied, bestaande uit een besmette zone en een bufferzone, als vastgesteld in sectie 1 van bijlage II.

In het afgebakende gebied neemt hij alle nodige maatregelen voor de uitroeiing van het nader omschreven organisme. Deze maatregelen omvatten de maatregelen die zijn omschreven in sectie 2 van bijlage II.

2.   Wanneer overeenkomstig lid 1 een afgebakend gebied moet worden ingesteld of gewijzigd, organiseert of wijzigt de betrokken lidstaat, indien nodig, een bewustmakingsprogramma.

3.   Wanneer de aanwezigheid van het nader omschreven organisme bij de in artikel 4, lid 1, bedoelde onderzoeken vier jaar achtereen niet in een afgebakend gebied is vastgesteld, moet de betrokken lidstaat bevestigen dat dat organisme niet langer in dat gebied voorkomt en dat het gebied niet langer afgebakend is.

4.   Wanneer een lidstaat maatregelen neemt overeenkomstig de leden 1, 2 en 3, doet hij de lijst van afgebakende gebieden, informatie over de grenzen daarvan, waaronder kaarten met hun ligging, en een beschrijving van de maatregelen die in die afgebakende gebieden gelden, onmiddellijk aan de Commissie en de andere lidstaten toekomen.

Artikel 6

Naleving

De lidstaten stellen de Commissie onverwijld in kennis van de maatregelen die zij hebben genomen om aan dit besluit te voldoen.

Artikel 7

Herziening

Dit besluit wordt vóór 28 februari 2015 opnieuw bezien.

Artikel 8

Addressaten

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 8 november 2012.

Voor de Commissie

Maroš ŠEFČOVIČ

Vicevoorzitter


(1)  PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.

(2)  EFSA Journal 2012;10(1):2552.

(3)  EFSA Journal 2012;10(4):2645.


BIJLAGE I

HET BINNENBRENGEN EN IN HET VERKEER BRENGEN VAN DE NADER OMSCHREVEN PLANTEN

Sectie 1

Specifieke voorschriften voor het binnenbrengen in de Unie

1.

Onverminderd de bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG gaan nader omschreven planten van oorsprong uit derde landen vergezeld van een fytosanitair certificaat, als bedoeld in artikel 13, lid 1, punt ii), eerste alinea, van die richtlijn („het certificaat”), dat onder de rubriek „Aanvullende verklaring” de informatie bevat dat de nader omschreven planten onmiddellijk voor vertrek uit het betrokken derde land vrij zijn bevonden van het nader omschreven organisme.

2.

De nader omschreven planten die overeenkomstig punt 1 in de Unie worden binnengebracht, worden geïnspecteerd op de plaats van binnenkomst of de plaats van bestemming, vastgesteld overeenkomstig Richtlijn 2004/103/EG van de Commissie (1), om te bevestigen dat zij voldoen aan de voorschriften van punt 1.

Sectie 2

Voorwaarden voor in het verkeer brengen

Nader omschreven planten van oorsprong uit afgebakende gebieden in de Unie mogen vanuit die gebieden worden vervoerd naar niet-afgebakende zones binnen de Unie als zij vergezeld gaan van een plantenpaspoort dat is opgesteld en afgegeven overeenkomstig Richtlijn 92/105/EEG van de Commissie (2).


(1)  PB L 313 van 12.10.2004, blz. 16.

(2)  PB L 4 van 8.1.1993, blz. 22.


BIJLAGE II

AFGEBAKENDE GEBIEDEN EN MAATREGELEN, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 5

Sectie 1

Instelling en wijziging van de afgebakende gebieden

1.

Afgebakende gebieden als bedoeld in artikel 5 voldoen aan de punten 2 en 3.

2.

De besmette zone omvat de plaatsen waar de aanwezigheid van het nader omschreven organisme is vastgesteld.

Als een deel van een bebouwd perceel in de besmette zone ligt, maakt de rest van dat perceel deel uit van de besmette zone.

3.

Rond de besmette zone wordt een bufferzone van ten minste 500 m breed ingesteld. Die bufferzone omvat echter uitsluitend waterlopen en gebieden die verzadigd zijn met zoet water.

Als het besmette gebied een deel van een waterloop omvat, omvat de bufferzone die waterloop voor een lengte van ten minste 1 000 m stroomafwaarts en 500 m stroomopwaarts van de plaats waar de aanwezigheid van het nader omschreven organisme is vastgesteld.

4.

In gevallen waarin verscheidende bufferzones elkaar overlappen, wordt een afgebakend gebied ingesteld bestaande uit de desbetreffende afgebakende gebieden en de daartussen gelegen gebieden. In voorkomend geval mogen de lidstaten een afgebakend gebied instellen waarbij verschillende afgebakende gebieden en tussenliggende gebieden worden samengevoegd.

5.

Bij de instelling van de besmette zone en de bufferzone moeten de lidstaten, op basis van deugdelijke wetenschappelijke beginselen, rekening houden met de volgende elementen: de biologie van het nader omschreven organisme, het besmettingsniveau, de verspreiding van de nader omschreven planten, het bewijsmateriaal over de aanwezigheid van het nader omschreven organisme en het vermogen van het nader omschreven organisme om zich op natuurlijke wijze te verspreiden.

6.

Indien de aanwezigheid van het nader omschreven organisme wordt vastgesteld in de bufferzone, worden de grenzen van de besmette zone en van de bufferzone dienovereenkomstig aangepast.

Sectie 2

Maatregelen in afgebakende gebieden, als bedoeld in artikel 5, lid 1, tweede alinea

De uitroeiingsmaatregelen van de lidstaten in de afgebakende gebieden omvatten onder meer het volgende:

a)

de verwijdering en vernietiging van het nader omschreven organisme;

b)

intensieve monitoring op de aanwezigheid van het nader omschreven organisme door inspecties tweemaal per jaar met speciale nadruk op de bufferzone;

c)

een door de lidstaten verstrekt hygiëneprotocol voor alle gebruikte landbouw- en aquacultuurmachines die in contact kunnen komen met het nader omschreven organisme en dit kunnen verspreiden.


Rectificaties

10.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/18


Rectificatie van Uitvoeringsbesluit 2012/115/EU van de Commissie van 10 februari 2012 houdende vaststelling van de in Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake industriële emissies bedoelde nationale plannen voor de overgangsfase

( Publicatieblad van de Europese Unie L 52 van 24 februari 2012 )

Bladzijde 14, bijlage, punt 2, onder 7:

in plaats van:

„eventuele verontreinigende stoffen”,

te lezen:

„verontreinigende stoffen”.

Bladzijde 17, voetnoot 1:

in plaats van:

„Dit is geen exhaustief overzicht.”,

te lezen:

„Dit is geen limitatief overzicht.”.

Bladzijde 22, aanhangsel C, tabel C.1:

in plaats van:

„EGW (in Nm3)”,

te lezen:

„EGW (mg/Nm3)”.

Bladzijde 22, aanhangsel C, opmerking 6:

in plaats van:

„gasvormige brandstoffen in het algemeen”,

te lezen:

„vaste brandstoffen in het algemeen”.

Bladzijde 24, aanhangsel D, tabel D.1:

in plaats van:

„EGW (in Nm3)”,

te lezen:

„EGW (mg/Nm3)”.