ISSN 1977-0758 doi:10.3000/19770758.L_2012.066.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 66 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
55e jaargang |
Inhoud |
|
II Niet-wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN |
|
|
* |
||
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
|
||
|
|
BESLUITEN |
|
|
|
2012/139/EU |
|
|
* |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN
6.3.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 66/1 |
Wijziging op de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-overeenkomst, 1975 (1))
Volgens de kennisgeving van de VN-depositaris C.N.659.2011.TREATIES — 3 treden de volgende wijzigingen op de TIR-overeenkomst op 1 januari 2012 in werking voor alle overeenkomstsluitende partijen
|
Bijlage 6, toelichting 9.I.1. a): Schrap de toelichting. |
|
Bijlage 9, deel I, titel: Voeg aan het eind van de titel toe „EN TOT GARANTSTELLING”. |
|
Bijlage 9, deel I, ondertitel: Vervang „Minimumvoorwaarden” door „Voorwaarden”. |
|
Bijlage 9, deel I, lid 1, inleidende zin: Vervang „minimumvoorwaarden” door „voorwaarden”. |
|
Bijlage 9, deel I, lid 1, onder a): Vervang „organisatie die de belangen van de vervoerssector behartigt” door „organisatie die in een overeenkomstsluitende partij is gevestigd waar de machtiging is verstrekt”. |
|
Bijlage 9, deel I, lid 1, onder b): De wijziging geldt niet voor de Nederlandse tekst. |
|
Bijlage 9, deel I, lid 1, onder c): Verwijder punt c). |
|
Bijlage 9, deel I, lid 1, onder d) en e): Hernummer lid 1, onder d) en e), tot lid 1, onder c) en d). |
|
Bijlage 9, deel I, lid 1, nieuw punt d): Lees in plaats van de bestaande tekst:
|
|
Bijlage 9, deel I, lid 1, nieuw punt d): Voeg na het nieuwe punt d) in lid 1 een nieuw lid 2 in, dat als volgt luidt:
|
|
Bijlage 9, deel I, lid 1, onder f): Vervang de bestaande tekst van lid 1, onder f), door de nieuwe leden 3 en 4, die als volgt luiden:
|
|
Bijlage 9, deel I, leden 2, 3 en 4: Hernummer de bestaande leden 2, 3 en 4 tot leden 5, 6 en 7. |
|
Bijlage 9, deel I, nieuw lid 5: Lees in plaats van de bestaande tekst:
|
|
Bijlage 9, deel I, nieuw lid 6: De wijziging heeft geen gevolgen voor de Nederlandse tekst. |
|
Bijlage 9, deel I, nieuw lid 7: Vervang „minimumvoorwaarden” door „voorwaarden”. |
(1) Geconsolideerde versie bekendgemaakt bij Besluit 2009/477/EG van de Raad (PB L 165 van 26.6.2009, blz. 1).
VERORDENINGEN
6.3.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 66/4 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 183/2012 VAN DE COMMISSIE
van 5 maart 2012
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),
Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt. |
(2) |
De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 5 maart 2012.
Voor de Commissie, namens de voorzitter,
José Manuel SILVA RODRÍGUEZ
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
IL |
157,3 |
JO |
78,3 |
|
MA |
72,8 |
|
SN |
207,5 |
|
TN |
94,9 |
|
TR |
115,5 |
|
ZZ |
121,1 |
|
0707 00 05 |
EG |
158,2 |
JO |
115,2 |
|
TR |
170,7 |
|
ZZ |
148,0 |
|
0709 91 00 |
EG |
66,7 |
ZZ |
66,7 |
|
0709 93 10 |
MA |
54,1 |
TR |
137,6 |
|
ZZ |
95,9 |
|
0805 10 20 |
EG |
54,9 |
IL |
68,0 |
|
MA |
52,6 |
|
TN |
52,6 |
|
TR |
72,7 |
|
ZZ |
60,2 |
|
0805 50 10 |
BR |
43,7 |
TR |
56,9 |
|
ZZ |
50,3 |
|
0808 10 80 |
CA |
124,8 |
CL |
96,3 |
|
CN |
109,9 |
|
MK |
31,8 |
|
US |
155,9 |
|
ZZ |
103,7 |
|
0808 30 90 |
AR |
73,6 |
CL |
121,0 |
|
CN |
44,0 |
|
US |
99,0 |
|
ZA |
92,3 |
|
ZZ |
86,0 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.
BESLUITEN
6.3.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 66/6 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 24 januari 2012
waarbij wordt vastgesteld of door Hongarije doeltreffend gevolg is gegeven aan de aanbeveling van de Raad van 7 juli 2009
(2012/139/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 126, lid 8,
Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 126, lid 1, van het Verdrag dienen de lidstaten buitensporige overheidstekorten te vermijden. |
(2) |
Het stabiliteits- en groeipact is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidsschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren. Het stabiliteits- en groeipact omvat onder meer Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (1), die is aangenomen om een snelle correctie van buitensporige overheidstekorten te bevorderen. |
(3) |
Bij Besluit 2004/918/EG (2) van 5 juli 2004 heeft de Raad op aanbeveling van de Commissie en op basis van artikel 104, lid 6, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (VEG) besloten dat er in Hongarije een buitensporig tekort bestond (3). |
(4) |
Op 5 juli 2004 heeft de Raad de Hongaarse autoriteiten, op aanbeveling van de Commissie en op basis van artikel 104, lid 7, aanbevolen om binnen een middellangetermijnkader maatregelen te nemen om het tekort in 2008 tot onder de 3 % van het bbp terug te brengen. Op 18 januari 2005 heeft de Raad bij Besluit 2005/348/EG (4), op basis van artikel 104, lid 8, VEG geoordeeld dat Hongarije geen effectief gevolg had gegeven aan zijn aanbeveling. |
(5) |
Op 8 maart 2005 heeft de Raad op aanbeveling van de Commissie een tweede aanbeveling gedaan op basis van artikel 104, lid 7, VEG waarin werd vastgehouden aan 2008 als jaar waarin het buitensporige tekort uiterlijk gecorrigeerd zou moeten zijn. Na een forse verslechtering van de begrotingsvooruitzichten in Hongarije besloot de Raad bij Besluit 2005/843/EG (5) van 8 november 2005 dat Hongarije voor de tweede maal niet had voldaan aan de aanbevelingen ingevolge artikel 104, lid 7, VEG. |
(6) |
Bijgevolg richtte de Raad op 10 oktober 2006 op aanbeveling van de Commissie een derde aanbeveling op basis van artikel 104, lid 7, VEG aan Hongarije waarin de termijn voor de correctie van het buitensporige tekort werd verlengd tot 2009. Op 7 juli 2009 concludeerde de Raad in zijn aanbeveling op basis van artikel 104, lid 7 VEG dat ervan uit mocht worden gegaan dat de Hongaarse autoriteiten effectief gevolg hadden gegeven aan de aanbevelingen van oktober 2006. Vanwege de ernstige inzinking als gevolg van de economische en financiële crisis gaf de Raad in dezelfde aanbeveling een herziene versie van de derde aanbeveling in het kader van artikel 104, lid 7, VEG. |
(7) |
In de aanbeveling van de Raad van 7 juli 2009 werd de Hongaarse autoriteiten verzocht uiterlijk in 2011 een einde te maken aan het buitensporige tekort. Met name werd Hongarije aanbevolen i) de verslechtering van de begrotingssituatie in 2009 te beperken door de al goedgekeurde en de aangekondigde corrigerende maatregelen strikt ten uitvoer te leggen zodat het streefcijfer van 3,9 % van het bbp zou worden gehaald; ii) de vereiste consolidatiemaatregelen vanaf 2010 onverkort ten uitvoer te leggen teneinde een aanhoudende reductie van het structurele tekort en een hernieuwde afname van het nominale tekort te bewerkstelligen, met een toegenomen inzet van structurele maatregelen om een blijvende verbetering van de overheidsfinanciën te garanderen; iii) tijdig de consolidatiemaatregelen uit te werken en vast te stellen die nodig waren om het buitensporig tekort in 2011 weg te werken, iv) te zorgen voor structurele begrotingsinspanningen van cumulatief ten minste 0,5 % van het bbp over 2010 en 2011; en v) de bruto-overheidsschuldquote op een sterk neerwaarts pad te brengen. |
(8) |
Op 27 januari 2010 is de Commissie met een mededeling aan de Raad (6) gekomen waarin op basis van de op dat moment beschikbare informatie werd geconcludeerd dat Hongarije naar aanleiding van de aanbevelingen van de Raad van 7 juli 2009 doeltreffende actie had ondernomen. De Commissie kwam tot deze conclusie door met name rekening te houden met de consolidatiemaatregelen ter grootte van 1,5 % van het bbp om het tekortdoel van 3,9 % van het bbp voor 2009 te halen, gezien de structurele hervormingen in het pensioenstelsel en het stelsel van sociale voorzieningen om het tekortdoel van 3,8 % van het bbp voor 2010 te halen, en gezien de vorderingen die bij de invoering van het nieuwe begrotingskader waren gemaakt. Wel waarschuwde de Commissie tegelijkertijd voor aanzienlijk risico’s. |
(9) |
Op 15 december 2011 diende Hongarije bij de Raad en de Commissie een verslag in over de maatregelen die genomen waren naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van 7 juli 2009 ingevolge artikel 126, lid 7, van het Verdrag teneinde het buitensporige tekort in 2011 te corrigeren, december 2011 („BTP-voortgangsverslag december 2011”). Onder andere op basis van dat voortangsverslag is een bijgewerkte beoordeling opgesteld van de door Hongarije ondernomen actie om het buitensporig tekort in 2011 te corrigeren in antwoord op de aanbeveling van de Raad van 7 juli 2009; dit verslag leidt tot de volgende conclusies:
|
(10) |
De algehele conclusie luidt dat Hongarije in 2011 formeel voldoet aan de referentiewaarde van 3 % van het bbp, maar dat dit niet berust op een structurele en duurzame correctie. Het begrotingsoverschot van 2011 is namelijk te danken aan substantiële eenmalige ontvangsten van meer dan 10 % van het bbp en gaat gepaard met een cumulatieve structurele verslechtering in 2010 en 2011 met 2,75 % van het bbp, terwijl juist een cumulatieve budgettaire verbetering van 0,5 % van het bbp was aanbevolen. Bovendien wordt de referentiewaarde van 3 % van het bbp ondanks de forse structurele maatregelen van de autoriteiten in 2012 alleen in acht genomen dankzij eenmalige maatregelen ter grootte van bijna 1 % van het bbp. Tot slot overschrijdt het tekort in 2013 (3,25 % van het bbp) weer de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde, zelfs als rekening wordt gehouden met aanvullende maatregelen die na de najaarsprognoses 2011 van de diensten van de Commissie zijn aangekondigd. De stijging van het tekort van 2013 hangt voornamelijk samen met het feit dat tijdelijke eenmalige ontvangsten volgens plan worden uitgefaseerd terwijl niet alle beoogde structurele hervormingen voldoende zijn gespecificeerd. Al met al is de conclusie gewettigd dat de reactie van de Hongaarse autoriteiten op de aanbeveling van de Raad van 7 juli 2009 op basis van artikel 104, lid 7, VEG ontoereikend is geweest, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Hongarije heeft binnen de gestelde termijn geen doeltreffende actie ondernomen naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad van 7 juli 2009 ingevolge artikel 104, lid 7, van het Verdrag.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot Hongarije.
Gedaan te Brussel, 24 januari 2012.
Voor de Raad
De voorzitster
M. VESTAGER
(1) PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6.
(2) PB L 389 van 30.12.2004, blz. 27.
(3) Alle BTP-documenten voor Hongarije zijn te vinden op: http://ec.europa.eu/economy_finance/economic_governance/sgp/deficit/index_en.htm
(4) PB L 110 van 30.4.2005, blz. 42.
(5) PB L 314 van 30.11.2005, blz. 18.
(6) COM/2010/0010 final.