ISSN 1725-2598

doi:10.3000/17252598.L_2011.199.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 199

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

54e jaargang
2 augustus 2011


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) nr. 753/2011 van de Raad van 1 augustus 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan

1

 

*

Verordening (EU) nr. 754/2011 van de Raad van 1 augustus 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qa’ida-netwerk en de Taliban

23

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 755/2011 van de Raad van 1 augustus 2011 tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 442/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië

33

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 756/2011 van de Commissie van 27 juli 2011 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

35

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 757/2011 van de Commissie van 27 juli 2011 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

37

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 758/2011 van de Commissie van 1 augustus 2011 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1291/2009 betreffende de keuze van de bedrijven met boekhouding voor de constatering van de inkomens van de landbouwbedrijven

40

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 759/2011 van de Commissie van 1 augustus 2011 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

44

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 760/2011 van de Commissie van 1 augustus 2011 tot wijziging van de bij Verordening (EU) nr. 867/2010 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2010/11

46

 

 

RICHTLIJNEN

 

*

Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval

48

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit 2011/486/GBVB van de Raad van 1 augustus 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan

57

 

*

Besluit 2011/487/GBVB van de Raad van 1 augustus 2011 houdende wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Osama bin Laden, de leden van de Al-Qa’ida-organisatie, de Taliban en andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten

73

 

*

Uitvoeringsbesluit 2011/488/GBVB van de Raad van 1 augustus 2011 tot uitvoering van Besluit 2011/273/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië

74

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

2.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 199/1


VERORDENING (EU) Nr. 753/2011 VAN DE RAAD

van 1 augustus 2011

betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215, lid 2,

Gezien Besluit 2011/486/GBVB van de Raad van 1 augustus 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan (1), vastgesteld overeenkomstig titel V, hoofdstuk 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie,

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 17 juni 2011 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (hierna „VN-Veiligheidsraad”) krachtens hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties zijn goedkeuring gehecht aan Resolutie 1988 (2011) betreffende de situatie in Afghanistan, die nog steeds een bedreiging vormt voor de internationale vrede en veiligheid.

(2)

Op 1 augustus 2011 heeft de Raad van de Europese Unie Besluit 2011/486/GBVB vastgesteld, waarin ten aanzien van personen, groepen, ondernemingen en entiteiten die zijn aangewezen door het bij Resolutie 1988 (2011) van de VN-Veiligheidsraad ingestelde comité, dan wel vóór de goedkeuring van die resolutie door het bij de Resoluties 1267 (1999) en 1333 (2000) van de VN-Veiligheidsraad ingestelde comité, wordt voorzien in de bevriezing van tegoeden en economische middelen, beperkingen op de toelating tot de Unie, een verbod op de directe of indirecte levering, verkoop of overdracht van wapens en militaire uitrusting en een verbod op de verstrekking van daarmee verband houdende bijstand en diensten.

(3)

Sommige van deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), en derhalve is regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging ervan, met name om te garanderen dat zij in alle lidstaten uniform door de marktdeelnemers worden toegepast.

(4)

Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend, meer bepaald het recht op een effectief rechtsmiddel en op een eerlijk proces en het recht op de bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening moet worden toegepast overeenkomstig deze rechten.

(5)

Voorts eerbiedigt deze verordening ten volle de verplichtingen van de lidstaten uit hoofde van het Handvest van de Verenigde Naties en het juridisch bindende karakter van de resoluties van de VN-Veiligheidsraad.

(6)

Gezien de specifieke bedreiging voor de internationale vrede en veiligheid die uitgaat van de situatie in Afghanistan, alsmede om de samenhang met de wijzigings- en herzieningsprocedure voor de bijlage bij Besluit 2011/486/GBVB te waarborgen, dient de bevoegdheid om bijlage I bij deze verordening te wijzigen, te worden uitgeoefend door de Raad.

(7)

De procedure voor wijziging van de lijst in bijlage I bij deze verordening dient in te houden dat de aangewezen natuurlijke personen, rechtspersonen, groepen, ondernemingen en entiteiten in kennis worden gesteld van de redenen waarom zij op de lijst zijn geplaatst, zodat zij in de gelegenheid worden gesteld hun opmerkingen kenbaar te maken. Indien er door een aangewezen persoon, groep, onderneming of entiteit opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit daaraan en brengt hij de persoon, de groep, de onderneming of de entiteit in kwestie daarvan op de hoogte.

(8)

Met het oog op de toepassing van deze verordening, en teneinde een maximale rechtszekerheid binnen de Unie te waarborgen, dienen de namen en andere relevante gegevens over de natuurlijke personen, rechtspersonen, groepen, ondernemingen en entiteiten waarvan de tegoeden en economische middelen krachtens deze verordening moeten worden bevroren, openbaar te worden gemaakt. Elke verwerking van persoonsgegevens dient de bepalingen te respecteren van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (2), alsook van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (3).

(9)

Om de effectiviteit van de maatregelen waarin deze verordening voorziet te waarborgen, dient deze verordening op de dag van de bekendmaking ervan in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)   „tegoeden”: financiële activa en economische voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

b)   „bevriezing van tegoeden”: het voorkómen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren en gebruiken van, toegang hebben tot of omgaan met tegoeden, met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of andere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden mogelijk zou worden gemaakt, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille;

c)   „economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

d)   „bevriezing van economische middelen”: het voorkómen van het gebruiken van economische middelen om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet noodzakelijkerwijs beperkt tot het verkopen, verhuren of verhypothekeren ervan;

e)   „technische bijstand”: elke technische steun in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienst; technische bijstand kan de vorm aannemen van bijvoorbeeld instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten, met inbegrip van mondelinge vormen van bijstand;

f)   „Sanctiecomité”: het comité van de VN-Veiligheidsraad dat is ingesteld overeenkomstig punt 30 van Resolutie 1988 (2011) van de VN-Veiligheidsraad;

g)   „comité Resolutie 1267”: het comité van de VN-Veiligheidsraad dat is ingesteld bij de Resoluties 1267 (1999) en 1333 (2000) van de VN-Veiligheidsraad;

h)   „motivering”: het gedeelte van de door het Sanctiecomité verstrekt zaakomschrijving dat openbaar gemaakt mag worden en/of, in voorkomend geval, de door het Sanctiecomité verstrekte samenvatting van de redenen voor plaatsing op de lijst; dan wel de door het comité Resolutie 1267 verstrekte zaakomschrijving en/of samenvatting van de redenen voor plaatsing op de lijst, in geval van een persoon, groep, onderneming of entiteit die in bijlage I bij deze verordening is opgenomen en eerder was opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qa’ida-netwerk en de Taliban (4);

i)   „grondgebied van de Unie”: het grondgebied van alle lidstaten waarop het VWEU van toepassing is, onder de in het VWEU bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim.

Artikel 2

Er wordt een verbod ingesteld op:

a)

het direct of indirect verlenen van technische bijstand in verband met goederen en technologie die op de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de Europese Unie (5) (hierna „gemeenschappelijke lijst van militaire goederen” genoemd) zijn opgenomen, of in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van op de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen opgenomen goederen, aan personen, groepen, ondernemingen of entiteiten die in bijlage I zijn opgenomen;

b)

het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben dat de verbodsbepaling onder a) wordt omzeild.

Artikel 3

1.   Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van een in bijlage I vermelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, groep, onderneming of entiteit, worden bevroren.

2.   Aan of ten behoeve van de in bijlage I vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, groepen, ondernemingen en entiteiten worden geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking gesteld.

3.   Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben dat de in de leden 1 en 2 bedoelde maatregelen direct of indirect worden omzeild.

Artikel 4

1.   Bijlage I bevat een lijst van natuurlijke personen, rechtspersonen, groepen, ondernemingen en entiteiten die:

a)

onmiddellijk vóór de goedkeuring van Resolutie 1988 (2011) van de VN-Veiligheidsraad waren opgenomen op de lijst van de Taliban en andere, met hen verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten, zoals aangegeven in deel A („Individuals associated with the Taliban”) en deel B („Entities and other groups and undertaking associated with the Taliban”) van de geconsolideerde lijst van het comité Resolutie 1267, of

b)

door het Sanctiecomité zijn aangewezen als personen, groepen, ondernemingen of entiteiten die verbonden zijn met de Taliban en een bedreiging vormen voor de vrede, stabiliteit en veiligheid van Afghanistan.

2.   Bijlage I bevat, indien beschikbaar, de door de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité verstrekte informatie die nodig is om de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, groepen, ondernemingen en entiteiten te identificeren.

3.   Bijlage I bevat ook, indien beschikbaar, de door de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité verstrekte informatie die nodig is om de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, groepen, ondernemingen en entiteiten te identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, groepen, ondernemingen en entiteiten kan die informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en plaats van vestiging. Bijlage I vermeldt tevens de datum van aanwijzing door de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité.

Artikel 5

1.   In afwijking van artikel 3 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, aangeduid op de in bijlage II vermelde websites, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, mits zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a)

nodig zijn voor de basisuitgaven van de in bijlage I genoemde personen en de familieleden die van hen afhankelijk zijn, zoals voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare nutsvoorzieningen;

b)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen,

op voorwaarde dat de betrokken lidstaat het Sanctiecomité in kennis heeft gesteld van deze vaststelling en van zijn voornemen deze toestemming te geven, en het Sanctiecomité binnen drie werkdagen na de kennisgeving geen bezwaar daartegen heeft geuit.

2.   In afwijking van artikel 3 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, aangeduid op de in bijlage II vermelde websites, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen nodig zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de betrokken lidstaat het Sanctiecomité van de vaststelling in kennis heeft gesteld en het Sanctiecomité de vaststelling heeft goedgekeurd.

3.   Personen, groepen, ondernemingen of entiteiten die in aanmerking wensen te komen voor de in lid 1 of 2 bedoelde vrijstellingen kunnen een verzoek daartoe indienen bij de in bijlage II vermelde bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij zijn gevestigd.

De bevoegde autoriteit als vermeld in bijlage II deelt de persoon, groep, onderneming of entiteit die het verzoek heeft ingediend en alle andere personen, groepen, ondernemingen en entiteiten waarvan de rechtstreekse betrokkenheid bekend is, onmiddellijk schriftelijk mede of het verzoek is ingewilligd.

De betrokken lidstaat deelt tevens de andere lidstaten en de Commissie mede of toestemming voor de ontheffing is gegeven.

4.   Tegoeden die zijn vrijgegeven en binnen de Unie zijn overgemaakt ter betaling van uitgaven die krachtens dit artikel zijn erkend, worden niet onderworpen aan verdere beperkende maatregelen krachtens artikel 3.

5.   Indien een in bijlage I bij deze verordening opgenomen persoon, groep, onderneming of entiteit reeds was opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002, blijven toestemmingen met betrekking tot de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde afwijkingen die eerder zijn gegeven door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten als aangeduid op de in bijlage II vermelde websites, van toepassing.

Artikel 6

1.   Artikel 3, lid 2, is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

a)

interesten of andere inkomsten op die rekeningen, of

b)

betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop deze verordening op de betrokken rekeningen van toepassing werd, dan wel, in het geval van personen, groepen, ondernemingen of entiteiten die eerder waren opgenomen bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002, vóór de datum waarop Verordening (EG) nr. 337/2000 (6), Verordening (EG) nr. 467/2001 (7) of Verordening (EG) nr. 881/2002 voor het eerst op de rekening van toepassing werd,

mits deze interesten, andere inkomsten en betalingen overeenkomstig artikel 3, lid 1, worden bevroren.

2.   Artikel 3, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen in de Unie die tegoeden ontvangen die naar de rekening van een op de lijst voorkomende natuurlijke persoon, rechtspersoon, groep, onderneming of entiteit zijn overgemaakt, op voorwaarde dat de bijgeboekte bedragen eveneens worden bevroren. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteiten onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.

Artikel 7

1.   De bevriezing van tegoeden of economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming is met deze verordening, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam die die maatregel uitvoeren, of van directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden of economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.

2.   De verbodsbepaling van artikel 3, lid 2, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die financiering of financiële bijstand hebben verstrekt, indien zij niet wisten en geen gegronde reden hadden om te vermoeden dat hun acties een inbreuk zouden zijn op de bedoelde verbodsbepaling.

Artikel 8

1.   Onverminderd de geldende voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:

a)

alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie over rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 3 zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, zoals aangegeven op de in bijlage II vermelde websites, en deze informatie, direct of via de lidstaten, aan de Commissie te doen toekomen, en

b)

samen te werken met deze bevoegde autoriteit bij de verificatie van deze informatie.

2.   Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

Artikel 9

De lidstaten en de Commissie stellen elkaar onverwijld in kennis van de krachtens deze verordening getroffen maatregelen en wisselen onderling alle andere voor deze verordening relevante informatie waarover zij beschikken uit, met name betreffende inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechters.

Artikel 10

De Commissie wordt gemachtigd bijlage II te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.

Artikel 11

1.   Wanneer de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité een natuurlijke persoon, rechtspersoon, groep, onderneming of entiteit op de lijst plaatst, neemt de Raad die natuurlijke persoon, rechtspersoon, groep, onderneming of entiteit op in de lijst in bijlage I.

2.   De Raad stelt de in lid 1 bedoelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, groep, onderneming of entiteit in kennis van zijn besluit, met inbegrip van de redenen voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij door een kennisgeving te publiceren, zodat de betrokken natuurlijke persoon, rechtspersoon, groep, onderneming of entiteit daarover opmerkingen kan indienen.

3.   Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, heroverweegt de Raad zijn besluit en stelt hij de natuurlijke persoon, rechtspersoon, groep, onderneming of entiteit van het resultaat in kennis.

4.   Indien de Verenigde Naties besluiten een natuurlijke persoon, rechtspersoon, groep, onderneming of entiteit van de lijst te schrappen, of de identificatiegegevens van een op de lijst geplaatste natuurlijke persoon, rechtspersoon, groep, onderneming of entiteit te wijzigen, past de Raad bijlage I dienovereenkomstig aan.

5.   De leden 2 en 3 gelden ook voor een natuurlijke persoon, rechtspersoon, groep, onderneming of entiteit, die voorkomt op de lijst in bijlage I bij deze verordening, die voordien voorkwam op de lijst in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002.

Artikel 12

1.   De lidstaten stellen de voorschriften vast betreffende sancties op inbreuken op de bepalingen van deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze voorschriften worden toegepast. De aldus vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

2.   De lidstaten delen deze voorschriften na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld mede aan de Commissie en melden alle latere wijzigingen ervan.

Artikel 13

Waar er in deze verordening sprake is van een meldingsplicht, of anderszins van de verplichting de Commissie te informeren, in kennis te stellen of met haar te communiceren, wordt daartoe gebruikgemaakt van het adres en de andere contactgegevens die vermeld zijn in bijlage II.

Artikel 14

Deze verordening is van toepassing:

a)

op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim;

b)

aan boord van vliegtuigen of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

c)

op alle zich op of buiten het grondgebied van de Unie bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

d)

op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, groepen, ondernemingen en entiteiten;

e)

op alle rechtspersonen, groepen, ondernemingen en entiteiten ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.

Artikel 15

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 augustus 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

M. DOWGIELEWICZ


(1)  Zie bladzijde 57 van dit Publicatieblad.

(2)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

(3)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

(4)  PB L 139 van 29.5.2002, blz. 9.

(5)  PB C 69 van 18.3.2010, blz. 19.

(6)  Verordening (EG) nr. 337/2000 van de Raad van 14 februari 2000 betreffende een verbod op vluchten en een bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen ten aanzien van de Taliban van Afghanistan (PB L 43 van 16.2.2000, blz. 1).

(7)  Verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad van 6 maart 2001 tot instelling van een verbod op de uitvoer van bepaalde goederen en diensten naar Afghanistan, tot versterking van het verbod op vluchten en verlenging van de bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen ten aanzien van de Taliban van Afghanistan (PB L 67 van 9.3.2001, blz. 1).


BIJLAGE I

LIJST VAN NATUURLIJKE PERSONEN, RECHTSPERSONEN, GROEPEN, ONDERNEMINGEN EN ENTITEITEN, BEDOELD IN ARTIKEL 4

(1)

Abdul Baqi.

Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincies Khost en Paktika onder het Taliban-regime; b) vice-minister van Informatie en Cultuur onder het Taliban-regime; c) consulaire afdeling, ministerie van Buitenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1962. Geboorteplaats: Jalalabad, provincie Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(2)

Abdul Qadeer Abdul Baseer.

Titel: a) Generaal; b) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: militair attaché, „ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1964. Geboorteplaats: Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000974 (Afghaans paspoort). Overige informatie: gerepatrieerd naar Afghanistan in februari 2006. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(3)

Amir Abdullah (ook bekend als Amir Abdullah Sahib).

Adres: Karachi, Pakistan. Geboortedatum: rond 1972. Geboorteplaats: provincie Paktika, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:20.7.2010. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b):20.7.2010.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Amir Abdullah was penningmeester van Abdul Ghani Baradar, een hooggeplaatste Talibanleider (TI.B.24.01.), en voormalig adjunct van de Talibangouverneur van de provincie Kandahar in Afghanistan. Reisde voor de Taliban naar Koeweit, Saudi-Arabië, Libië en de Verenigde Arabische Emiraten om fondsen te werven. Vergemakkelijkte de communicatie tussen de Talibanleiders en coördineerde bijeenkomsten van hooggeplaatste figuren in het gastenverblijf van zijn woning in Pakistan. Hielp tal van hooggeplaatste Talibanleden die in 2001 Afghanistan waren ontvlucht om zich in Pakistan te vestigen.

(4)

Abdul Manan.

Titel: a) Mr; b) Mawlawi. Motivering voor plaatsing op de lijst: handelsattaché, Taliban-ambassade, Abu Dhabi. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(5)

Abdul Razaq.

Titel: Maulavi. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) minister van Handel (Taliban-regime); b) gearresteerd in 2003 in de provincie Kandahar in Afghanistan. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

(6)

Abdul Wahab.

Titel: Malawi. Motivering voor plaatsing op de lijst: zaakgelastigde van de Taliban in Riyadh tijdens het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1973. Geboorteplaats: provincie Faryab, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(7)

Abdul Rahman Agha.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: Opperrechter van het Militaire Hof van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(8)

Abdul Wasay Mu’tasim Agha (ook bekend als a) Mutasim Aga Jan; b) Agha Jan; c) Abdul Wasay Agha Jan Motasem).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Financiën van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b):31.1.2001.

(9)

Janan Agha.

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Fariab (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: provincie Centraal-Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(10)

Sayed Mohammad Azim Agha (ook bekend als a) Sayed Mohammad Azim Agha; b) Agha Saheb).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: in dienst van de afdeling paspoorten en visa van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1966. Geboorteplaats: provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(11)

Sayyed Ghiassouddine Agha (ook bekend als a) Sayed Ghiasuddin Sayed Ghousuddin; b) Sayyed Ghayasudin; c) Sayed Ghias).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) minister van Bedevaart en Religieuze Aangelegenheden van het Taliban-regime; b) minister van Onderwijs van het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1958 en 1963. Geboorteplaats: provincie Faryab, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Faryab, Afghanistan sinds mei 2007; b) betrokken bij drugshandel. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

(12)

Mohammad Ahmadi.

Titel: a) Moellah; b) Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: president van de Da Afghanistan Bank onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(13)

Mohammad Shafiq Ahmadi.

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Samangan (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(14)

Ahmadullah (ook bekend als Ahmadulla).

Titel: Qari. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Veiligheid (Inlichtingen) van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1975. Geboorteplaats: district Qarabagh, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: naar verluidt overleden in december 2001. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b):25.1.2001.

(15)

Abdul Bari Akshund (ook bekend als Haji Moellah Sahib).

Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Helmand onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1953. Geboorteplaats: provincie Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) lid van een zevenkoppig leidinggevend comité van de Taliban in Kandahar, Afghanistan, sinds mei 2007; b) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(16)

Ahmed Jan Akhund.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Water en Elektriciteit van het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1953 en 1958. Geboorteplaats: provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(17)

Attiqullah Akhund.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Landbouw van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1953. Geboorteplaats: district Shawali Kott, Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(18)

Hamidullah Akhund.

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: hoofd van Ariana Afghan Airlines onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(19)

Mohammad Hassan Akhund.

Titel: a) Moellah; b) Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) eerste plaatsvervanger, Raad van ministers van het Taliban-regime; b) minister van Buitenlandse Zaken vóór Wakil Ahmad Mutawakil onder het Taliban-regime; c) gouverneur van Kandahar onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) van de partij van Malwhavi Khaalis, één van de zeven partijen van de Jihad tegen de Sovjet-Unie; b) afgestudeerd aan een madrassa in Quetta, Pakistan; c) naaste medewerker van Moellah Omar. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(20)

Mohammad Abbas Akhund.

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Volksgezondheid van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(21)

Mohammad Essa Akhund.

Titel: a) Alhaj; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Watervoorziening, Afvalwaterverwerking en Elektriciteit van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Spinboldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(22)

Ubaidullah Akhund (ook bekend als a) Obaidullah Akhund; b) Obaid Ullah Akhund).

Titel: a) Moellah; b) Hadji; c) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Defensie van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) een van de plaatsvervangers van Moellah Omar; b) lid van de Taliban-top, belast met militaire operaties. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(23)

Ahmad Jan Akhundzada Shukoor Akhundzada (ook bekend als a) Ahmad Jan Akhunzada; b) Ahmad Jan Akhund Zada).

Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Zabol (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboorteplaats: provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: Taliban-lid aan het hoofd van de provincie Uruzgan, Afghanistan, begin 2007. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b):25.1.2001.

(24)

Mohammad Eshaq Akhunzada.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Laghman (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1963 en 1968. Geboorteplaats: district Qarabajh, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(25)

Agha Jan Alizai (ook bekend als a) Haji Agha Jan Alizai; b) Hajji Agha Jan; c) Agha Jan Alazai; d) Haji Loi Lala; e) Loi Agha).

Titel: Hadji. Geboortedatum: a)15.10.1963; b)14.2.1973; c) 1967; d) rond 1957. Geboorteplaats: a) Hitemchai, provincie Helmand, Afghanistan; b) Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:4.11.2010. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b):4.11.2010.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Agha Jan Alizai leidde een van de grootste drugshandelnetwerken in de provincie Helmand, Afghanistan, en betaalde de Taliban om zijn drugshandel te beschermen. In 2008 trof een groep drugshandelaars, onder wie Alizai, een regeling met de Taliban waarbij zij aan de Taliban een grondbelasting betaalden voor hun opiumplantages en de Taliban in ruil daarvoor drugstransporten organiseerden. De Taliban stemden er ook mee in de drugshandelaars en hun opslagplaatsen bescherming te bieden, terwijl de drugshandelaars onderdak en vervoer verschaften aan Talibanstrijders. Alizai was ook betrokken bij de aankoop van wapens voor de Taliban en reisde regelmatig naar Pakistan om er hooggeplaatste Talibanleiders te ontmoeten. Alizai speelde ook een faciliterende rol bij de aanschaf van valse Iraanse paspoorten waarmee Talibanleden naar Iran reisden voor trainingen. In 2009 bezorgde Alizai een Talibanbevelhebber een paspoort en financïële middelen om naar Iran te reizen.

(26)

Allahdad (ook bekend als Akhund).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Woningbouw van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1953. Geboorteplaats: district Spinboldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

(27)

Aminullah Amin.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Saripul (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(28)

Mohammad Sadiq Amir Mohammad.

Titel: a) Alhaj; b) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: hoofd van het Afghaanse handelsagentschap, Peshawar, Pakistan onder het Taliban-regime. Geboortedatum: 1934. Geboorteplaats: Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: SE 011252 (Afghaans paspoort). Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(29)

Muhammad Taher Anwari (ook bekend als a) Mohammad Taher Anwari; b) Hadji Mudir).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) directeur Administratieve Aangelegenheden van het Taliban-regime; b) minister van Financiën van de Taliban. Geboortedatum: rond 1961. Geboorteplaats: district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(30)

Arefullah Aref.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Financiën van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

(31)

Sayed Esmatullah Asem (ook bekend als Esmatullah Asem).Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) vice-minister van Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering van het Taliban-regime; b) secretaris-generaal van de Afghaanse Rode Halve Maan (ARCS) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1967. Geboorteplaats: provincie Ningarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) lid van de Taliban-top sinds mei 2007; b) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan; c) lid van de Taliban-raad van Peshawar. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(32)

Atiqullah.

Titel: a) Hadji; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Openbare Werken van het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

 

Kreeg een functie in Kandahar na de inname van Kabul door de Taliban in 1996. Werd in 1999 of 2000 benoemd tot eerste viceminister van Landbouw, en vervolgens tot viceminister van Openbare Werken onder het Talibanregime.

 

Werd na de val van het Talibanregime operationeel medewerker van de Taliban in het zuiden van Afghanistan. Werd in 2008 adjunct van de Talibangouverneur van de provincie Helmand in Afghanistan.

(33)

Azizirahman.

Titel: Mr. Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, ambassade van de Taliban, Abu Dhabi. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(34)

Abdul Ghani Baradar (ook bekend als Moellah Baradar Akhund).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Defensie van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: Weetmak, district Dehrawood, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) behoort tot de Popalzai-stam; b) hooggeplaatste militaire bevelhebber van de Taliban en lid van de „Quetta-raad” van de Taliban sinds mei 2007; c) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(35)

Shahabuddin Delawar.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: plaatsvervanger in het Hooggerechtshof van het Taliban-regime. Geboortedatum: 1957. Geboorteplaats: provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(36)

Dost Mohammad (ook bekend als Doost Mohammad).

Titel: a) Moellah; b) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: Gouverneur van de provincie Ghazni onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1968 en 1973. Geboorteplaats: district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) een van de militaire leiders van de Taliban in mei 2007; b) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(37)

Mohammad Azam Elmi.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Mijnbouw en Industrie van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: naar verluidt overleden in 2005. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(38)

Faiz.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: hoofd van de afdeling Voorlichting, ministerie van Buitenlandse Zaken van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1969. Geboorteplaats: provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(39)

Rustum Hanafi Habibullah (ook bekend als Rostam Nuristani).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Openbare Werken van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Dara Kolum, district Do Aab, provincie Nuristan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: lid van de Taliban belast met de provincie Nuristan, Afghanistan, sinds mei 2007. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(40)

Gul Ahmad Hakimi.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: handelsattaché, „consulaat-generaal” van de Taliban, Karachi. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(41)

Abdullah Hamad.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: consul-generaal, „consulaat-generaal” van de Taliban, Quetta, Pakistan. Geboortedatum: 1972. Geboorteplaats: Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 00857 (afgegeven op 20.11.1997). Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(42)

Hamdullah.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: repatriëringsattaché, „consulaat-generaal” van de Taliban, Quetta. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(43)

Zabihullah Hamidi.

Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Hoger Onderwijs van het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(44)

Din Mohammad Hanif (ook bekend als Qari Din Mohammad).

Titel: Qari. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) minister van Planning van het Taliban-regime; b) minister van Hoger Onderwijs van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1955. Geboorteplaats: provincie Badakhshan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(45)

Abdul Jalil Haqqani (ook bekend als Nazar Jan).

Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Buitenlandse Zaken van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Arghandaab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan; b) lid van de leidinggevende raad van de Taliban sinds mei 2007; c) lid van de financiële commissie van de Taliban-raad. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(46)

Badruddin Haqqani (ook bekend als Atiqullah).

Adres: Miram Shah, Pakistan. Geboortedatum: omstreeks 1975-1979. Overige informatie: a) operationeel bevelhebber van het Haqqani-netwerk en lid van de Taliban-raad in Miram Shah; b) heeft meegewerkt aan de leiding van aanvallen tegen doelwitten in Zuidoost-Afghanistan; c) zoon van Jalaluddin Haqqani, broer van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani en Nasiruddin Haqqani, neef van Khalil Ahmed Haqqani. Datum van aanwijzing door de VN:11.5.2011. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b):11.5.2011.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

 

Badruddin Haqqani is operationeel commandant van het Haqqani-netwerk, een aan de Taliban gelieerde groep militanten die opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Het Haqqani-netwerk heeft steeds een prominente rol gespeeld onder de opstandelingen in Afghanistan, en is verantwoordelijk voor diverse opvallende aanslagen. De leiding van het Haqqani-netwerk wordt gevormd door de oudste drie zoons van oprichter Jalaluddin Haqqani (TI.H.40.01.), die zich halverwege de jaren negentig achter het Talibanregime van Moellah Mohammed Omar (TI.O.4.01.) schaarde. Badruddin is de zoon van Jalaluddin en de broer van Nasiruddin Haqqani (TI.H.146.10.) en Sirajuddin Haqqani (TI.H.144.07.), en de neef van Khalil Ahmed Haqqani (TI.H.150.11.).

 

Badruddin gidst de met de Taliban samenwerkende opstandelingen en buitenlandse strijders naar doelwitten in Zuid-Oost-Afghanistan. Hij heeft zitting in de Talibanshura van Miram Shah, waaronder de activiteiten van het Haqqani-netwerk ressorteren.

 

Badruddin zou ook de man zijn achter ontvoeringen door het Haqqani-netwerk. Tal van Afghanen en buitenlanders zijn in de Afghaans-Pakistaanse grensstreek onder zijn verantwoordelijkheid ontvoerd.

(47)

Ezatullah Haqqani.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Planning van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1957. Geboorteplaats: provincie Laghman, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(48)

Jalaluddin Haqqani (ook bekend als a) Jalaluddin Haqani; b) Jallalouddin Haqqani; c) Jallalouddine Haqani).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Grensaangelegenheden van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1942. Geboorteplaats: provincie Khost, district Zadan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) vader van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani; b) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan; c) zou in juni 2007 zijn overleden, maar bleek in mei 2008 nog in leven. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b):31.1.2001.

(49)

Khalil Ahmed Haqqani (ook bekend als a) Khalil Al-Rahman Haqqani; b) Khalil ur Rahman Haqqani; c) Khaleel Haqqani).

Titel: Hadji. Adres: a) Peshawar, Pakistan; b) bij de Dergey Manday Madrassa in de Dergey Manday, nabij Miram Shah, Noord-Waziristan, federaal bestuurde stamgebieden, Pakistan; c) Kayla nabij Miram Shah, Noord-Waziristan, federaal bestuurde stamgebieden, Pakistan; d) Sarana Zadran, provincie Paktia, Afghanistan. Geboortedatum: a)1.1.1966; b) tussen 1958 en 1964. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) eminent lid van het Haqqani-netwerk, dat opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan; b) reisde eerder naar Dubai, Verenigde Arabische Emiraten, met het oog op fondsenwerving; c) broer van Jalaluddin Haqqani en oom van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani. Datum van aanwijzing door de VN:9.2.2011. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b):9.2.2011.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

 

Khalil Ahmed Haqqani is een hoge functionaris binnen het Haqqani-netwerk, een aan de Taliban gelieerde groep militanten die opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Het Haqqani-netwerk, dat een prominente rol speelt onder de opstandelingen in Afghanistan, is opgericht door de broer van Khalil Haqqani, Jalaluddin Haqqani (TI.H.40.01.), die zich halverwege de jaren negentig achter het Talibanregime van Moellah Mohammed Omar (TI.0.4.01.) schaarde.

 

Khalil Haqqani houdt zich bezig met fondsenwerving voor de Taliban en het Haqqani-netwerk; hij is vaak in het buitenland om er geldschieters te ontmoeten. In september 2009 was hij al in de Golfregio geweest en had er fondsen geworven, zoals ook uit bronnen in Zuid- en Oost-Azië.

 

Khalil Haqqani verstrekt ook steun aan de Taliban en het Haqqani-netwerk in Afghanistan. Begin 2010 al gaf hij financiële steun aan Talibancellen in de provincie Logar in Afghanistan. In 2009 leverde en controleerde hij ongeveer 160 soldaten in de provincie Logar in Afghanistan; hij was een van de schuldigen aan het vasthouden van tegenstanders die door de Taliban en het Haqqani-netwerk gevangen waren genomen. Voor Talibanoperaties stond Khalil Haqqani onder het bevel van Sirajuddin Haqqani (TI.H.144.07.), zijn neef.

 

Khalil Haqqani heeft voorts gewerkt voor rekening van Al Qaida (QE.A.4.01.), en is met hun militaire operaties in verband gebracht. In 2002 heeft hij troepen van Al Qaida in de provincie Paktia in Pakistan versterking geboden.

(50)

Mohammad Moslim Haqqani (ook bekend als Moslim Haqqani).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) vice-minister voor Bedevaart en Religieuze Aangelegenheden van het Taliban-regime; b) vice-minister van Hoger Onderwijs van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: provincie Baghlan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b):25.1.2001.

(51)

Mohammad Salim Haqqani.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister voor Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1967. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: afkomstig uit de provincie Laghman, Afghanistan. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

(52)

Nasiruddin Haqqani (ook bekend als a) Naseer Haqqani; b) Dr. Naseer Haqqani; c) Nassir Haqqani; d) Nashir Haqqani; e) Naseruddin; f) Dr. Alim Ghair).

Adres: Pakistan. Geboortedatum: rond 1970-1973. Geboorteplaats: Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: verbonden met het Haqqani-netwerk, dat opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:20.7.2010. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b):20.7.2010.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

 

Het Haqqani Netwerk is een aan de Taliban gelieerde groep militanten die opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Het Haqqani-netwerk heeft steeds een prominente rol gespeeld onder de opstandelingen in Afghanistan, en is verantwoordelijk voor diverse opvallende aanslagen. De leiding van het Haqqani-netwerk wordt gevormd door de oudste drie zonen van stichter Jalaluddin Haqqani (TI.H.40.01.); een van hen is Nasiruddin Haqqani.

 

Nasiruddin Haqqani fungeert als afgezant voor het Haqqani-netwerk en doet vooral aan fondsenwerving. In 2004 reisde hij in gezelschap van een Talibanmedestander naar Saudi-Arabië om er geld te verzamelen voor de Taliban. Voorts heeft hij in 2004 geld verstrekt aan militanten in Afghanistan, om er de presidentsverkiezingen te saboteren. Zeker vanaf 2005 en tot 2008 heeft hij diverse reizen ondernomen om geld bijeen te brengen voor het Haqqani-netwerk, met name op geregelde tijdstippen naar de Verenigde Arabische Emiraten in 2007, en eenmaal naar een andere Golfstaat in 2008. Medio 2007 zou Haqqani over drie grote financieringsbronnen hebben beschikt: schenkingen uit de Golfregio, drugshandel, en betalingen door Al Qaida (QE.A.4.01.). Eind 2009 ontving Nasiruddin Haqqani honderdduizenden dollars van medestanders van Al Qaida op het Arabisch schiereiland om er de activiteiten van het Haqqani-netwerk mee te bekostigen.

(53)

Sayyed Mohammed Haqqani (ook bekend als Sayyed Mohammad Haqqani).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) directeur Administratieve Zaken van het Taliban-regime; b) hoofd Voorlichting en Cultuur in de provincie Kandahar tijdens het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1965. Geboorteplaats: provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) afgestudeerd aan Haqqaniya Madrassa in Pakistan; b) heeft vermoedelijk nauwe banden gehad met Taliban-leider Moellah Mohammad Omar; c) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

 

Sayyed Mohammed Haqqani is een bondgenoot van Gulbbudin Hekmatyar (QI.H.88.03.) en een trouwe aanhanger van moellah Mohammed Omar (TI.O.4.01.). Als Directeur administratieve zaken van het Talibanregime verdeelde hij Afghaanse identiteitskaarten onder aan Al Qaida gelieerde buitenlanders die in Afghanistan vochten en zamelde hij grote sommen geld onder hen in.

 

Sayyed Mohammed Haqqani heeft in 2003 en 2004 verschillende ontmoetingen gehad met Aiman Muhammed Rabi al-Zawahiri (QI.A.6.01.) en Farhad, de secretaris van Mohammed Omar. Hij opende een boekenwinkel in de bazaar van Qissa Khwani, Peshawar, Pakistan, die betrokken was bij de financiering van de Taliban. In maart 2009 was hij nog altijd actief als leider van de Taliban-opstand.

(54)

Sirajuddin Jallaloudine Haqqani (ook bekend als a) Siraj Haqqani; b) Serajuddin Haqani; c) Siraj Haqani; d) Saraj Haqani; e) Khalifa).

Motivering voor plaatsing op de lijst: Na’ib Amir (tweede bevelhebber). Adres: a) Kela neighbourhood/Danda neighborhood, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan; b) Manba’ul uloom Madrasa, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan; c) Dergey Manday Madrasa, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan. Geboortedatum: rond 1977/1978. Geboorteplaats: a) Danda, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan; b) Srana, district Garda Saray, provincie Paktia, Afghanistan; c) district Neka, provincie Paktika, Afghanistan; d) provincie Khost, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) sinds 2004 de belangrijkste operationele bevelhebber in de oostelijke en zuidelijke regio’s van Afghanistan; b) zoon van Jallaloudine Haqani; c) hoort tot de sectie Sultan Khel van de Zardan-stam van Garda Saray in de provincie Paktia, Afghanistan; d) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:13.9.2007.

(55)

Abdul Hai Hazem.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: eerste secretaris, „consulaat-generaal” van de Taliban, Quetta, Pakistan. Geboortedatum: 1971. Geboorteplaats: Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 0001203. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(56)

Hidayatullah (ook bekend als Abu Turab).

Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Burgerluchtvaart van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:8.3.2001.

(57)

Abdul Rahman Ahmad Hottak (ook bekend als Hottak Sahib).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister (Cultuur) van Voorlichting en Cultuur van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1957. Geboorteplaats: provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(58)

Najibullah Haqqani Hydayetullah (ook bekend als Najibullah Haqani).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Financiën van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1964. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) afkomstig uit Oost-Afghanistan; b) lid van de Taliban-raad in de provincie Kunar, Afghanistan, sinds mei 2007; c) neef van Moulavi Noor Jalal. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(59)

Gul Agha Ishakzai (ook bekend als a) Moellah Gul Agha; b) Moellah Gul Agha Akhund; c) Hidayatullah; d) Haji Hidayatullah; e) Hayadatullah). Adres: Pakistan. Geboortedatum: rond 1972. Geboorteplaats: Band-e-Timor, Kandahar, Afghanistan. Overige informatie: maakt deel uit van een recent opgerichte Taliban-raad die de inzameling van de zakat (islamitische belasting) in de provincie Baluchistan, Pakistan coördineert. Datum van aanwijzing door de VN:20.7.2010. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b):20.7.2010.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

 

Gul Agha Ishakzai staat aan het hoofd van de financiële commissie van de Taliban en is lid van een onlangs ingestelde Talibanraad die de inzameling van de zakat (Islamitische belasting) in de provincie Baluchistan, Pakistan, coördineert. Hij heeft ook geld ingezameld voor zelfmoordaanslagen in Kandahar, Afghanistan, en was betrokken bij de uitkering van geld aan Talibanstrijders en hun familie.

 

Als jeugdvriend van Talibanleider Moellah Mohammad Omar (TI.O.4.01.) was Gul Agha Ishakzai Omars voornaamste financiële officier en een van zijn naaste adviseurs. Op een gegeven moment besliste hij wie Moellah Omar mocht ontmoeten. Hij woonde tijdens het Talibanregime samen met Omar in het presidentieel paleis.

 

In december 2005 heeft Gul Agha Ishakzai de verhuizing van mensen en goederen naar Talibantrainingskampen gefaciliteerd; eind 2006 reisde hij naar het buitenland voor de aanschaf van wapenonderdelen.

(60)

Noor Jalal (ook bekend als Nur Jalal).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister (Administratie) van Binnenlandse Zaken van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1960. Geboorteplaats: provincie Kunar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(61)

Qudratullah Jamal (ook bekend als Haji Sahib).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Voorlichting van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Gardez, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(62)

Saleh Mohammad Kakar (ook bekend als Saleh Mohammad).

Geboortedatum: rond 1962. Geboorteplaats: Nulgham, district Panjwai, Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: bezat een autohandel in Kandahar, Afghanistan. Datum van aanwijzing door de VN:4.11.2010. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b):4.11.2010.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Saleh Mohammad Kakar is een drugshandelaar die een georganiseerd smokkelnetwerk in de provincies Kandahar en Helmand, Afghanistan, leidde, om aan de logistieke en financiële noden van de Taliban te voldoen. Voor zijn arrestatie door de Afghaanse autoriteiten leidde hij laboratoria voor heroïneverwerking in Band-e-Timor, Kandahar, Afghanistan, die onder bescherming van de Taliban stonden. Kakar stond in contact met hoge Talibanleiders, inde namens hen geld bij drugshandelaars en beheerde en verstopte geld van hoge Talibanleden. Hij was ook verantwoordelijk voor het faciliteren van het betalen van belastingen aan de Taliban namens drugshandelaars. Kakar bezat een autohandel in Kandahar en verschafte voertuigen aan de Taliban voor zelfmoordaanslagen.

(63)

Rahamatullah Kakazada (ook bekend als a) Rehmatullah; b) Kakazada; c) Moellah Nasir).

Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: consul-generaal, „consulaat-generaal” van de Taliban, Karachi, Pakistan. Geboortedatum: 1968. Geboorteplaats: Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000952 (Afghaans paspoort afgegeven op 7.1.1999). Overige informatie: Taliban-gouverneur van de provincie Ghazni, Afghanistan, sinds mei 2007. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(64)

Abdul Rauf Khadem.

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: commandant van het Centraal Korps onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1958 en 1963. Geboorteplaats: Uruzgan/Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(65)

Khairullah Khairkhwah (ook bekend als Mullah Khairullah Khairkhwah).

Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincie Herat (Afghanistan) onder het Taliban-regime; b) woordvoerder van het Taliban-regime; c) gouverneur van de provincie Kabul onder het Taliban-regime; d) minister van Binnenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Arghistan, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: in hechtenis sinds juni 2007. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b):25.1.2001.

(66)

Abdul Razaq Akhund Lala Akhund.

Titel: Mullah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) minister van Binnenlandse Zaken van het Taliban-regime; b) hoofd van de politie van Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Spinboldak, provincie Kandahar, Afghanistan, in het grensgebied met het district Chaman, Quetta, Pakistan. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(67)

Jan Mohmmad Madani.

Titel: Mr. Motivering voor plaatsing op de lijst: zaakgelastigde, ambassade van de Taliban, Abu Dhabi. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(68)

Zia-ur-Rahman Madani (ook bekend als a) Ziaurrahman Madani; b) Zaia u Rahman Madani; c) Madani Saheb).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Logar (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1960. Geboorteplaats: Taliqan, provincie Takhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) betrokken bij drugshandel; b) belast met de militaire aangelegenheden van de Taliban in de provincie Takhar, Afghanistan, sinds mei 2007; c) belast met de provincie Nangarhar. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(69)

Abdul Latif Mansur (ook bekend als Abdul Latif Mansoor).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Landbouw van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: lid van de Miram Shah-raad van de Taliban sinds mei 2007. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

(70)

Mohammadullah Mati.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Openbare Werken van het Taliban-regime. Geboorteplaats: district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(71)

Matiullah.

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: directeur van het douanekantoor Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1973. Geboorteplaats: district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(72)

Akhtar Mohammad Maz-Hari.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: onderwijsattaché, „consulaat-generaal” van de Taliban, Peshawar, Pakistan. Geboortedatum: 1970. Geboorteplaats: Kunduz, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: SE 012820 (Afghaans paspoort afgegeven op 4.11.2000). Overige informatie: naar verluidt overleden in 2007. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(73)

Fazl Mohammad Mazloom (ook bekend als a) Molah Fazl; b) Fazel Mohammad Mazloom).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: plaatsvervangend stafchef van het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1963 en 1968. Geboorteplaats: Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b):23.2.2001. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(74)

Nazar Mohammad.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Kunduz (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(75)

Mohammad Homayoon.

Titel: Eng. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Water en Elektriciteit van het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(76)

Mohammad Shafiq Mohammadi.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Khost (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1948. Geboorteplaats: provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(77)

Abdul Kabir Mohammad Jan (ook bekend als A. Kabir).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) tweede plaatsvervanger, Economische Zaken, Raad van ministers van het Taliban-regime; b) gouverneur van de provincie Nangarhar onder het Taliban-regime; c) hoofd van de Oostelijke Zone onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Zardran-stam, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) actief in terreuroperaties in Oost-Afghanistan; b) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(78)

Mohammad Rasul.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Nimroz (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1958 en 1963. Geboorteplaats: district Spinboldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(79)

Mohammad Wali.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1965. Geboorteplaats: provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Uit hoofde van zijn functie op het ministerie van Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering tijdens het Talibanregime heeft Mohammad Wali geregeld gebruikgemaakt van foltering en andere middelen om de bevolking te intimideren. Mohammad Wali is sinds de val van het Talibanregime nog altijd actief in de provincie Kandahar, Afghanistan.

(80)

Mohammad Yaqoub.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: hoofd van BIA onder het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(81)

Amir Khan Motaqi (ook bekend als Amir Khan Muttaqi).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) minister van Onderwijs van het Taliban-regime; b) vertegenwoordiger van de Taliban bij de gesprekken onder leiding van de VN tijdens het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: provincie Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(82)

Abdulhai Motmaen.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: directeur van de afdeling Voorlichting en Cultuur, Kandahar, Afghanistan tijdens het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1973. Geboorteplaats: provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(83)

Allah Dad Tayeb Wali Muhammad (ook bekend als a) Allah Dad Tayyab; b) Allah Dad Tabeeb).

Titel: a) Moellah; b) Haji. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Communicatie van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Kandahar-stad, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(84)

Najibullah Muhammad Juma (ook bekend als Najib Ullah).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: consul-generaal, „consulaat-generaal” van de Taliban, Peshawar, Pakistan. Geboortedatum: 1954. Geboorteplaats: Farah. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: 00737 (Afghaans paspoort afgegeven op 20.10.1996). Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(85)

Mohammad Naim (ook bekend als Mullah Naeem).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Burgerluchtvaart van het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(86)

Nik Mohammad.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Handel van het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

(87)

Hamdullah Nomani.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: hoge ambtenaar bij het ministerie van Hoger Onderwijs onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(88)

Mohammad Aleem Noorani.

Titel: Moefti. Motivering voor plaatsing op de lijst: eerste secretaris, „consulaat- generaal” van de Taliban, Karachi. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(89)

Nurullah Nuri.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincie Balkh (Afghanistan) onder het Taliban-regime; b) hoofd van de Noordelijke Zone onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Shahjoe, provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(90)

Abdul Manan Nyazi (ook bekend als a) Abdul Manan Nayazi, b) Abdul Manan Niazi, c) Baryaly, d) Baryalai).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: Gouverneur van de provincie Kabul onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Pashtoon Zarghoon, provincie Herat, Afghanistan. Handelsattaché, Taliban-ambassade, Abu Dhabi. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Herat. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b):25.1.2001.

(91)

Mohammed Omar.

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: leider van de gelovigen („Amir ul-Mumineen”), Afghanistan. Geboortedatum: rond 1966. Geboorteplaats: provincie Uruzgan, Adehrawood. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

(92)

Abdul Jabbar Omari.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Baghlan (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(93)

Mohammad Ibrahim Omari.

Titel: Alhaj. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Grensaangelegenheden van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: vallei Zadran, provincie Khost, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(94)

Nooruddin Turabi Muhammad Qasim (ook bekend als Noor ud Din Turabi).

Titel: a) Moellah; b) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Justitie van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: a) Kandahar, Afghanistan; b) district Chora, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b):25.1.2001.

(95)

Abdul Salam Hanafi Ali Mardan Qul (ook bekend als a) Abdussalam Hanifi; b) Hanafi Saheb).

Titel: a) Moellah; b) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Onderwijs van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Darzab, provincie Faryab, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) lid van de Taliban verantwoordelijk voor Noord-Afghanistan sinds mei 2007; b) betrokken bij drugshandel. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(96)

Abdul Ghafar Qurishi (ook bekend als Abdul Ghaffar Qureshi).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: repatriëringsattaché, „ambassade” van de Taliban, Islamabad. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(97)

Yar Mohammad Rahimi.

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Communicatie van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1953. Geboorteplaats: district Panjwaee, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(98)

Mohammad Hasan Rahmani.

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Kandahar (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Panjwae, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(99)

Habibullah Reshad.

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: hoofd van de afdeling onderzoek onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1968 en 1973. Geboorteplaats: provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(100)

Abdulhai Salek.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Uruzgan (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: naar verluidt overleden. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b):23.2.2001.

(101)

Sanani.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: hoofd van Dar-ul-Efta onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1923. Geboorteplaats: provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(102)

Noor Mohammad Saqib.

Motivering voor plaatsing op de lijst: opperrechter van het Hooggerechtshof onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Bagrami, provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(103)

Ehsanullah Sarfida.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Veiligheid (Inlichtingen) van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Qarabagh, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(104)

Saduddin Sayyed (ook bekend als a) Sadudin Sayed; b) Sadruddin).

Titel: a) Maulavi; b) Alhaj; c) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) vice-minister van Arbeid en Sociale Zaken van het Taliban-regime; b) burgemeester van Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Chaman, Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(105)

Qari Abdul Wali Seddiqi.

Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris onder het Taliban-regime. Geboortedatum: 1974. Geboorteplaats: Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000769 (Afghaans paspoort afgegeven op 2.2.1997). Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(106)

Abdul Wahed Shafiq.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-gouverneur van de provincie Kabul (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: provincie Ningarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(107)

Said Ahmed Shahidkhel.

Titel: Maulavi. Geboortedatum: rond 1975. Geboorteplaats: provincie Centraal-Ghazni Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) plaatsvervangend minister van Onderwijs (Taliban-regime); b) was gedetineerd in juli 2003 in Kabul, Afghanistan. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(108)

Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed (ook bekend als a) Akhtar Mohammad Mansour Khan Muhammad; b) Akhtar Muhammad Mansoor; c) Akhtar Mohammad Mansoor).

Titel: a) Maulavi; b) Mullah. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Burgerluchtvaart en Vervoer van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1960. Geboorteplaats: a) Kandahar, Afghanistan; b) Kalanko Joftian, district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) gerepatrieerd naar Afghanistan in september 2006; b) lid van de Taliban-top; c) betrokken bij drugshandel; d) actief in de provincies Khost, Paktia en Paktika, Afghanistan sinds mei 2007; Taliban-gouverneur van Kandahar sinds mei 2007. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(109)

Shamsudin.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Wardak (Maidan) (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Keshim, provincie Badakhshan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(110)

Mohammad Sharif.

Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Binnenlandse Zaken van het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(111)

Shams Ur-Rahman Sher Alam (ook bekend als a) Shamsurrahman; b) Shams-u-Rahman).

Titel: a) Moellah; b) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Landbouw van het Taliban-regime. Geboorteplaats: district Suroobi, provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b):23.2.2001.

(112)

Abdul Ghafar Shinwari.

Titel: Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, „consulaat-generaal” van de Taliban, Karachi, Pakistan. Geboortedatum:29.3.1965. Geboorteplaats: Kandahar, Pakistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000763 (afgegeven op 9.1.1997). Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(113)

Mohammad Sarwar Siddiqmal.

Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, ambassade van de Taliban, Islamabad. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(114)

Sher Mohammad Abbas Stanekzai.

Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Volksgezondheid van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(115)

Taha.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Paktia (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: provincie Ningarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(116)

Tahis.

Titel: Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Burgerluchtvaart van het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

(117)

Abdul Raqib Takhari.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Repatriëring van het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1968 en 1973. Geboorteplaats: provincie Takhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(118)

Walijan.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Jawzjan (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: Quetta, Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(119)

Nazirullah Ahanafi Waliullah (ook bekend als Nazirullah Aanafi Waliullah).

Titel: a) Maulavi; b) Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: handelsattaché, „ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1962. Geboorteplaats: Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000912 (Afghaans paspoort afgegeven op 30.6.1998). Overige informatie: gerepatrieerd naar Afhanistan in oktober 2006. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b):25.1.2001.

(120)

Abdul-Haq Wasiq (ook bekend als Abdul-Haq Wasseq).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Veiligheid (Inlichtingen) van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1975. Geboorteplaats: provincie Centraal-Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b):31.1.2001.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul-Haq Wasiq is een bondgenoot van Gulbuddin Hekmatyar (QI.H.88.03). Tijdens het Talibanregime was hij op verschillende momenten lokaal commandant in de provincies Nimroz en Kandahar. Later rapporteerde hij als adjunct-directeur-generaal inlichtingen aan Qari Ahmadullah (TI.A.81.01). In die functie was hij verantwoordelijk voor de relatie met de buitenlandse strijders die gelieerd waren aan Al Qaida en hun trainingskampen in Afghanistan. Hij stond ook bekend om zijn repressieve aanpak van Talibantegenstanders in Zuid-Afghanistan.

(121)

Mohammad Jawad Waziri.

Motivering voor plaatsing op de lijst: ministerie van Buitenlandse Zaken, departement Verenigde Naties van het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(122)

Abdul Rahman Zahed (ook bekend als Abdul Rehman Zahid).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Buitenlandse Zaken van het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1963 en 1968. Geboorteplaats: provincie Logar, district Kharwar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(123)

Mohammad Zahid.

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, „ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1971. Geboorteplaats: Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 001206 (afgegeven op 17.7.2000). Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.


BIJLAGE II

LIJST VAN BEVOEGDE AUTORITEITEN VAN DE LIDSTATEN EN ADRES VOOR COMMUNICATIE MET DE EUROPESE COMMISSIE

(Aan te vullen door de lidstaten)

A.

Bevoegde autoriteiten van de lidstaten:

 

BELGIË

http://www.diplomatie.be/eusanctions

 

BULGARIJE

http://www.mfa.government.bg

 

TSJECHIË

http://www.mfcr.cz/mezinarodnisankce

 

DENEMARKEN

http://www.um.dk/da/menu/Udenrigspolitik/FredSikkerhedOgInternationalRetsorden/Sanktioner/

 

DUITSLAND

http://www.bmwi.de/BMWi/Navigation/Aussenwirtschaft/Aussenwirtschaftsrecht/embargos.html

 

ESTLAND

http://www.vm.ee/est/kat_622/

 

IERLAND

http://www.dfa.ie/home/index.aspx?id = 28519

 

GRIEKENLAND

http://www.mfa.gr/www.mfa.gr/en-US/Policy/Multilateral + Diplomacy/Global + Issues/International + Sanctions/

 

SPANJE

http://www.maec.es/es/MenuPpal/Asuntos/Sanciones%20Internacionales/Paginas/ Sanciones_%20Internacionales.aspx

 

FRANKRIJK

http://www.diplomatie.gouv.fr/autorites-sanctions/

 

ITALIË

http://www.esteri.it/MAE/IT/Politica_Europea/Deroghe.htm

 

CYPRUS

http://www.mfa.gov.cy/sanctions

 

LETLAND

http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539

 

LITOUWEN

http://www.urm.lt

 

LUXEMBURG

http://www.mae.lu/sanctions

 

HONGARIJE

http://www.kulugyminiszterium.hu/kum/hu/bal/Kulpolitikank/nemzetkozi_szankciok/

 

MALTA

http://www.doi.gov.mt/EN/bodies/boards/sanctions_monitoring.asp

 

NEDERLAND

http://www.minbuza.nl/sancties

 

OOSTENRIJK

http://www.bmeia.gv.at/view.php3?f_id = 12750&LNG = en&version=

 

POLEN

http://www.msz.gov.pl

 

PORTUGAL

http://www.min-nestrangeiros.pt

 

ROEMENIË

http://www.mae.ro/node/1548

 

SLOVENIË

http://www.mzz.gov.si/si/zunanja_politika/mednarodna_varnost/omejevalni_ukrepi/

 

SLOWAKIJE

http://www.foreign.gov.sk

 

FINLAND

http://formin.finland.fi/kvyhteistyo/pakotteet

 

ZWEDEN

http://www.ud.se/sanktioner

 

VERENIGD KONINKRIJK

www.fco.gov.uk/competentauthorities

B.

Adres voor kennisgevingen of andere mededelingen aan de Europese Commissie:

Europese Commissie

Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid

CHAR 12/106

1049 Brussel

BELGIË

E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu

Tel. +32 22955585


2.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 199/23


VERORDENING (EU) Nr. 754/2011 VAN DE RAAD

van 1 augustus 2011

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qa’ida-netwerk en de Taliban

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215, lid 2,

Gezien Besluit 2011/487/GBVB van de Raad van 1 augustus 2011 tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Usama bin Laden, de leden van de Al-Qa’ida-organisatie, de Taliban en andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten (1), vastgesteld overeenkomstig titel V, hoofdstuk 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie,

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 27 mei 2002 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/GBVB (2) en aan Verordening (EG) nr. 881/2002 (3).

(2)

Op 17 juni 2011 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, handelend overeenkomstig hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties, zijn goedkeuring gehecht aan Resolutie 1989 (2011) inzake terroristische daden die een bedreiging vormen voor de internationale vrede en veiligheid.

(3)

Op 1 augustus 2011 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan Besluit 2011/487/GBVB.

(4)

Verordening (EG) nr. 881/2002 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De titel wordt vervangen door:

2)

In artikel 1, lid 5, worden de woorden „en de Taliban” geschrapt.

3)

In artikel 2, lid 3, worden de woorden „Usama bin Laden” en „en de Taliban” geschrapt.

Artikel 2

Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 augustus 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

M. DOWGIELEWICZ


(1)  Zie bladzijde 73 van dit Publicatieblad.

(2)  PB L 139 van 29.5.2002, blz. 4.

(3)  PB L 139 van 29.5.2002, blz. 9.


BIJLAGE

In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 881/2002 worden de volgende vermeldingen geschrapt van de lijst „Natuurlijke personen”:

1.

„Abdul Baqi. Titel: a) Maulavi; b) Mullah. Functie: a) Gouverneur van de provincies Khost en Paktika onder het Taliban-regime; b) Viceminister van Informatie en Cultuur onder het Taliban-regime; c) Consulaire afdeling, ministerie van Buitenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1962. Geboorteplaats: Jalalabad, provincie Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan.”

2.

„Abdul Qadeer Abdul Baseer. Titel: a) Generaal; b) Maulavi. Functie: Militair attaché, „Ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1964. Geboorteplaats: Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000974 (Afghaans paspoort). Overige informatie: gerepatrieerd naar Afghanistan in februari 2006.”

3.

„Abdul Ghafoor. Titel: Maulavi. Functie: Viceminister van Landbouw van het Taliban-regime. Geboorteplaats: provincie Kunar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

4.

„Amir Abdullah (ook bekend als Amir Abdullah Sahib). Adres: Karachi, Pakistan. Geboortedatum: rond 1972. Geboorteplaats: provincie Paktika, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 20.7.2010.”

5.

„Abdul Manan. Titel: a) Mr; b) Mawlawi. Functie: Handelsattaché, Taliban-ambassade, Abu Dhabi. Nationaliteit: Afghaans.”

6.

„Abdul Razaq. Titel: Maulavi. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) minister van Handel (Taliban-regime); b) gearresteerd in 2003 in de provincie Kandhar in Afghanistan.”

7.

„Abdul Wahab. Titel: Malawi. Functie: Zaakgelastigde van de Taliban in Riyadh tijdens het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1973. Geboorteplaats: provincie Faryab, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

8.

„Abdul Rahman Agha. Titel: Maulavi. Functie: Opperrechter van het Militaire Hof van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

9.

„Abdul Wasay Mu’tasim Agha (ook bekend als a) Mutasim Aga Jan; b) Agha Jan; c) Abdul Wasay Agha Jan Motasem). Titel: Mullah. Functie: minister van Financiën van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 31.1.2001.”

10.

„Janan Agha. Titel: Mullah. Functie: Gouverneur van de provincie Fariab (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: provincie Centraal-Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

11.

„Sayed Mohammad Azim Agha (ook bekend als a) Sayed Mohammad Azim Agha; b) Agha Saheb). Titel: Maulavi. Functie: in dienst van de afdeling paspoorten en visa van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1966. Geboorteplaats: provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

12.

„Sayyed Ghiassouddine Agha (ook bekend als a) Sayed Ghiasuddin Sayed Ghousuddin; b) Sayyed Ghayasudin; c) Sayed Ghias). Titel: Maulavi. Functie: a) minister van Bedevaart en Religieuze Aangelegenheden van het Taliban-regime; b) minister van Onderwijs van het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1958 en 1963. Geboorteplaats: provincie Faryab, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Faryab, Afghanistan sinds mei 2007; b) betrokken bij drugssmokkel.”

13.

„Mohammad Ahmadi. Titel: a) Mullah; b) Haji. Functie: president van de Da Afghanistan Bank onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

14.

„Mohammad Shafiq Ahmadi. Titel: Mullah. Functie: Gouverneur van de provincie Samangan (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans.”

15.

Ahmadullah (ook bekend als Ahmadulla) Titel: Qari. Functie: minister van Veiligheid (Inlichtingen) van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1975. Geboorteplaats: district Qarabagh, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: naar verluidt overleden in december 2001. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 25.1.2001.”

16.

„Abdul Bari Akhund (ook bekend als Haji Mullah Sahib). Titel: a) Maulavi; b) Mullah. Functie: Gouverneur van de provincie Helmand onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1953. Geboorteplaats: provincie Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) lid van een zevenkoppig leidinggevend comité van de Taliban in Kandahar, Afghanistan, sinds mei 2007; b) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan.”

17.

„Ahmed Jan Akhund. Titel: Maulavi. Functie: minister van Water en Elektriciteit van het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1953 en 1958. Geboorteplaats: provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

18.

„Attiqullah Akhund. Titel: Maulavi. Functie: Viceminister van Landbouw van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1953. Geboorteplaats: district Shawali Kott, Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

19.

„Hamidullah Akhund. Titel: Mullah. Functie: Hoofd van Ariana Afghan Airlines onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

20.

„Mohammad Hassan Akhund. Titel: a) Mullah; b) Haji. Functie: a) Eerste plaatsvervanger, Raad van ministers van het Taliban-regime; b) minister van Buitenlandse Zaken vóór Wakil Ahmad Mutawakil onder het Taliban-regime; c) Gouverneur van Kandahar onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) van de partij van Malwhavi Khaalis, één van de zeven partijen van de Jihad tegen de Sovjet-Unie; b) afgestudeerd aan een madrassa in Quetta, Pakistan; c) naaste medewerker van Mullah Omar.”

21.

„Mohammad Abbas Akhund. Titel: Mullah. Functie: minister van Volksgezondheid van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

22.

„Mohammad Essa Akhund. Titel: a) Alhaj; b) Mullah. Functie: minister van Watervoorziening, Afvalwaterverwerking en Elektriciteit van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Spinboldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

23.

„Ubaidullah Akhund (ook bekend als a) Obaidullah Akhund; b) Obaid Ullah Akhund). Titel: a) Mullah; b) Hadji; c) Maulavi. Functie: minister van Defensie van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) een van de plaatsvervangers van Mullah Omar; b) lid van de Taliban-top, belast met militaire operaties.”

24.

„Ahmad Jan Akhundzada Shukoor Akhundzada (ook bekend als a) Ahmad Jan Akhunzada; b) Ahmad Jan Akhund Zada). Titel: a) Maulavi; b) Mullah. Functie: Gouverneur van de provincie Zabol (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboorteplaats: provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: Taliban-lid aan het hoofd van de provincie Uruzgan, Afghanistan, begin 2007. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 25.1.2001.”

25.

„Mohammad Sediq Akhundzada. Functie: Viceminister van Martelaars en Repatriëring van het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1953 en 1958. Geboorteplaats: provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

26.

„Mohammad Eshaq Akhunzada. Titel: Maulavi. Functie: Gouverneur van de provincie Laghman (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1963 en 1968. Geboorteplaats: district Qarabajh, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

27.

„Agha Jan Alizai (ook bekend als a) Haji Agha Jan Alizai; b) Hajji Agha Jan; c) Agha Jan Alazai; d) Haji Loi Lala; e) Loi Agha). Titel: Haji. Geboortedatum: a) 15.10.1963; b) 14.2.1973; c) 1967; d) rond 1957. Geboorteplaats: a) gemeente Hitemchai, provincie Helmand, Afghanistan; b) Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 4.11.2010.”

28.

Allahdad (ook bekend als Akhund). Titel: Maulavi. Functie: minister van Woningbouw van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1953. Geboorteplaats: district Spinboldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

29.

„Aminullah Amin. Titel: Maulavi. Functie: Gouverneur van de provincie Saripul (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans.”

30.

„Mohammad Sadiq Amir Mohammad. Titel: a) Alhaj; b) Maulavi. Functie: Hoofd van het Afghaanse handelsagentschap, Peshawar, Pakistan onder het Taliban-regime. Geboortedatum: 1934. Geboorteplaats: Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: SE 011252 (Afghaans paspoort).”

31.

„Muhammad Taher Anwari (ook bekend als a) Mohammad Taher Anwari; b) Haji Mudir). Titel: Mullah. Functie: a) Directeur Administratieve Aangelegenheden van het Taliban-regime; b) minister van Financiën van de Taliban. Geboortedatum: rond 1961. Geboorteplaats: district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

32.

„Arefullah Aref. Titel: Maulavi. Functie: Viceminister van Financiën van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

33.

„Sayed Esmatullah Asem (ook bekend als Esmatullah Asem). Titel: Maulavi. Functie: a) Viceminister van Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering van het Taliban-regime; b) Secretaris-generaal van de Afghaanse Rode Halve Maan (ARCS) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1967. Geboorteplaats: provincie Ningarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) lid van de Taliban-top sinds mei 2007; b) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan; c) lid van de Taliban-raad van Peshawar.”

34.

„Sayed Allamuddin Atheer (ook bekend als Sayed Allamuddin Athear). Functie: Tweede secretaris, „Consulaat-generaal” van de Taliban, Peshawar, Pakistan. Geboortedatum: 15.2.1955. Geboorteplaats: Badakhshan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000994 (Afghaans paspoort). Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 25.1.2001.”

35.

Atiqullah. Titel: a) Hadji; b) Molla. Functie: Viceminister van Openbare Werken van het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans.”

36.

Azizirahman. Titel: Mr. Functie: Derde secretaris, ambassade van de Taliban, Abu Dhabi. Nationaliteit: Afghaans.”

37.

„Abdul Ghani Baradar (ook bekend als Mullah Baradar Akhund). Titel: Mullah. Functie: Viceminister van Defensie van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: gemeente Weetmak, district Dehrawood, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) behoort tot de Popalzai-stam; b) hooggeplaatste militaire bevelhebber van de Taliban en lid van de „Quetta-raad” van de Taliban sinds mei 2007; c) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan.”

38.

„Mohammad Daud. Functie: Administratief attaché, „Ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1956. Geboorteplaats: Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 00732.”

39.

„Arsalan Rahmani Mohammad Daulat (ook bekend als Arsala Rahmani). Titel: Maulavi. Functie: Viceminister van Hoger Onderwijs van het Taliban-regime. Adres: Dehbori district Ward, Kabul, Afghanistan. Geboortedatum: 1941. Geboorteplaats: gemeente Khaleqdad, district Urgon, provincie Paktika, Afghanistan. Nationaal identificatienummer: 106517. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) lid van het Hogerhuis (Mashrano Jerga) van het Afghaanse parlement; b) hoofd van het comité Onderwijs en Godsdienst van het Huis met ingang van mei 2007.”

40.

„Shahabuddin Delawar. Titel: Maulavi. Functie: Plaatsvervanger in het Hooggerechtshof van het Taliban-regime. Geboortedatum: 1957. Geboorteplaats: provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan.”

41.

Dost Mohammad (ook bekend als Doost Mohammad). Titel: a) Mullah; b) Maulavi. Functie: Gouverneur van de provincie Ghazni onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1968 en 1973. Geboorteplaats: district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) één van de militaire leiders van de Taliban in mei 2007; b) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan.”

42.

„Mohammad Azam Elmi. Titel: Maulavi. Functie: Viceminister van Mijnbouw en Industrie van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: naar verluidt overleden in 2005.”

43.

Faiz. Titel: Maulavi. Functie: Hoofd van de afdeling Voorlichting, ministerie van Buitenlandse Zaken van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1969. Geboorteplaats: provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

44.

„Habibullah Fawzi (ook bekend als a) Habibullah Faizi; b) Habibullah Fauzi). Titel: Qazi. Functie: a) Tweede secretaris, „Ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan; b) Eerste secretaris, „Ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan; c) Reizend „ambassadeur”; d) Hoofd van het departement Verenigde Naties van het ministerie van Buitenlandse zaken van het Taliban-regime. Adres: Dehbori district Ward, Kabul, Afghanistan. Geboortedatum: 1961. Geboorteplaats: gemeente Atal, district Ander, Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: a) D 010678 (Afghaans paspoort afgegeven op 19.12.1993); b) OR 733375 (Afghaans paspoort afgegeven op 28.6.2005, geldig tot 2010). Overige informatie: naam van vader: Mohammad Mangal. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 25.1.2001.”

45.

„Rustum Hanafi Habibullah (ook bekend als Rostam Nuristani). Titel: Maulavi. Functie: Viceminister van Openbare Werken van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Dara Kolum, district Do Aab, provincie Nuristan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: lid van de Taliban belast met de provincie Nuristan, Afghanistan, sinds mei 2007.”

46.

„Gul Ahmad Hakimi. Titel: Maulavi. Functie: Handelsattaché, „Consulaat-generaal” van de Taliban, Karachi. Nationaliteit: Afghaans.”

47.

„Abdullah Hamad. Titel: Maulavi. Functie: Consul-generaal, „Consulaat-generaal” van de Taliban, Quetta, Pakistan. Geboortedatum: 1972. Geboorteplaats: Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 00857 (afgegeven op 20.11.1997).”

48.

Hamdullah. Titel: Maulavi. Functie: Repatriëringsattaché, „Consulaat-generaal” van de Taliban, Quetta. Nationaliteit: Afghaans.”

49.

„Zabihullah Hamidi. Functie: Viceminister van Hoger Onderwijs van het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans.”

50.

„Din Mohammad Hanif (ook bekend als Qari Din Mohammad). Titel: Qari. Functie: a) minister van Planning van het Taliban-regime; b) minister van Hoger Onderwijs van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1955. Geboorteplaats: provincie Badakhshan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

51.

„Sayeedur Rahman Haqani (ook bekend als Sayed Urrahman). Titel: Maulavi. Functie: a) Viceminister van Mijnbouw en Industrie van het Taliban-regime; b) Viceminister van Openbare Werken van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1952. Geboorteplaats: provincie Kunar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: afkomstig uit de provincie Laghman, Afghanistan.”

52.

„Abdul Jalil Haqqani (ook bekend als Nazar Jan). Titel: a) Maulavi; b) Mullah. Functie: Viceminister van Buitenlandse Zaken van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Arghandaab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan; b) lid van de leidinggevende raad van de Taliban sinds mei 2007; c) lid van de financiële commissie van de Taliban-raad.”

53.

„Badruddin Haqqani (ook bekend als Atiqullah). Adres: Miram Shah, Pakistan. Geboortedatum: omstreeks 1975-1979. Overige informatie: a) operationeel bevelhebber van het Haqqani-netwerk en lid van de Taliban-raad in Miram Shah; b) heeft meegewerkt aan de leiding van aanvallen tegen doelwitten in Zuidoost-Afghanistan; c) zoon van Jalaluddin Haqqani, broer van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani en Nasiruddin Haqqani, neef van Khalil Ahmed Haqqani. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 11.5.2011.”

54.

„Ezatullah Haqqani. Titel: Maulavi. Functie: Viceminister van Planning van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1957. Geboorteplaats: provincie Laghman, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan.”

55.

„Jalaluddin Haqqani (ook bekend als a) Jalaluddin Haqani; b) Jallalouddin Haqqani; c) Jallalouddine Haqani). Titel: Maulavi. Functie: minister van Grensaangelegenheden van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1942. Geboorteplaats: provincie Khost, district Zadan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) vader van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani; b) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan; c) zou in juni 2007 zijn overleden, maar bleek in mei 2008 nog in leven. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 31.1.2001.”

56.

„Khalil Ahmed Haqqani (ook bekend als a) Khalil Al-Rahman Haqqani; b) Khalil ur Rahman Haqqani; c) Khaleel Haqqani). Titel: Haji. Adres: a) Peshawar, Pakistan; b) bij de Dergey Manday madrasa in de gemeente Dergey Manday, nabij Miram Shah, Noord-Waziristan, federaal bestuurde stamgebieden, Pakistan; c) gemeente Kayla nabij Miram Shah, Noord-Waziristan, federaal bestuurde stamgebieden, Pakistan; d) gemeente Sarana Zadran, provincie Paktia, Afghanistan. Geboortedatum: a) 1.1.1966; b) tussen 1958 en 1964. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) eminent lid van het Haqqani-netwerk, dat opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan; b) ondernam eerder bedelreizen naar Dubai, Verenigde Arabische Emiraten; c) broer van Jalaluddin Haqqani en oom van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 9.2.2011.”

57.

„Mohammad Moslim Haqqani (ook bekend als Moslim Haqqani). Titel: Maulavi. Functie: a) Viceminister voor Bedevaart en Religieuze Aangelegenheden van het Taliban-regime; b) Viceminister van Hoger Onderwijs van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: provincie Baghlan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 25.1.2001.”

58.

„Mohammad Salim Haqqani. Titel: Maulavi. Functie: Viceminister voor Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1967. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: afkomstig uit de provincie Laghman, Afghanistan.”

59.

„Nasiruddin Haqqani (ook bekend als a) Naseer Haqqani; b) Dr. Naseer Haqqani; c) Nassir Haqqani; d) Nashir Haqqani; e) Naseruddin; f) Dr. Alim Ghair). Adres: Pakistan. Geboortedatum: rond 1970-1973. Geboorteplaats: Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: verbonden met het Haqqani-netwerk dat opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 20.7.2010.”

60.

„Sayyed Mohammed Haqqani (ook bekend als Sayyed Mohammad Haqqani). Titel: Mullah. Functie: a) Directeur Administratieve Zaken van het Taliban-regime; b) Hoofd van Voorlichting en Cultuur in de provincie Kandahar tijdens het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1965. Geboorteplaats: provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) afgestudeerd aan Haqqaniya Madrassa in Pakistan; b) heeft vermoedelijk nauwe banden gehad met Taliban-leider Mullah Mohammad Omar; c) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan.”

61.

„Sirajuddin Jallaloudine Haqqani (ook bekend als a) Siraj Haqqani; b) Serajuddin Haqani; c) Siraj Haqani; d) Saraj Haqani; e) Khalifa). Functie: Na’ib Amir (tweede bevelhebber). Adres: a) Kela neighborhood/Danda neighborhood, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan; b) Manba’ul uloom Madrasa, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan; c) Dergey Manday Madrasa, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan. Geboortedatum: rond 1977/1978. Geboorteplaats: a) Danda, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan; b) Srana, district Garda Saray, provincie Paktia, Afghanistan; c) district Neka, provincie Paktika, Afghanistan; d) provincie Khost, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) sinds 2004 de belangrijkste operationele bevelhebber in de oostelijke en zuidelijke regio’s van Afghanistan; b) zoon van Jallaloudine Haqani; c) hoort tot de sectie Sultan Khel van de Zardan-stam van Garda Saray in de provincie Paktia, Afghanistan; d) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan.”

62.

„Abdul Hai Hazem. Titel: Maulavi. Functie: Eerste secretaris, „Consulaat-generaal” van de Taliban, Quetta, Pakistan. Geboortedatum: 1971. Geboorteplaats: Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 0001203.”

63.

Hidayatullah (ook bekend als Abu Turab). Functie: Viceminister van Burgerluchtvaart van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

64.

„Abdul Rahman Ahmad Hottak (ook bekend als Hottak Sahib). Titel: Maulavi. Functie: Viceminister (Cultuur) van Voorlichting en Cultuur van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1957. Geboorteplaats: provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

65.

„Najibullah Haqqani Hydayetullah (ook bekend als Najibullah Haqani). Titel: Maulavi. Functie: Viceminister van Financiën van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1964. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) afkomstig uit Oost-Afghanistan; b) lid van de Taliban-raad in de provincie Kunar, Afghanistan, sinds mei 2007; c) neef van Moulavi Noor Jalal.”

66.

„Gul Agha Ishakzai (ook bekend als a) Mullah Gul Agha; b) Mullah Gul Agha Akhund; c) Hidayatullah; d) Haji Hidayatullah; e) Hayadatullah). Adres: Pakistan. Geboortedatum: rond 1972. Geboorteplaats: Band-e-Timor, Kandahar, Afghanistan. Overige informatie: maakt deel uit van een recent opgerichte Taliban-raad die de inzameling van de zakat (Islamitische belasting) in de provincie Baluchistan, Pakistan coördineert. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 20.7.2010.”

67.

„Noor Jalal (ook bekend als Nur Jalal). Titel: Maulavi. Functie: Viceminister (Administratie) van Binnenlandse Zaken van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1960. Geboorteplaats: provincie Kunar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

68.

„Qudratullah Jamal (ook bekend als Haji Sahib). Titel: Maulavi. Functie: minister van Voorlichting van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Gardez, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan.”

69.

„Saleh Mohammad Kakar (ook bekend als Saleh Mohammad). Geboortedatum: rond 1962. Geboorteplaats: gemeente Nulgham, district Panjwai, Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: bezat een autohandel in Kandahar, Afghanistan. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 4.11.2010.”

70.

„Rahamatullah Kakazada (ook bekend als a) Rehmatullah; b) Kakazada; c) Mullah Nasir). Titel: a) Maulavi; b) Mullah. Functie: Consul-generaal, „Consulaat-generaal” van de Taliban, Karachi, Pakistan. Geboortedatum: 1968. Geboorteplaats: Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000952 (Afghaans paspoort afgegeven op 7.1.1999). Overige informatie: Taliban-gouverneur van de provincie Ghazni, Afghanistan, sinds mei 2007.”

71.

„Abdul Rauf Khadem. Titel: Mullah. Functie: Commandant van het Centraal Korps onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1958 en 1963. Geboorteplaats: Uruzgan/ Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

72.

„Khairullah Khairkhwah (ook bekend als Mullah Khairullah Khairkhwah). Titel: a) Maulavi; b) Mullah. Functie: a) Gouverneur van de provincie Herat (Afghanistan) onder het Taliban-regime; b) Woordvoerder van het Taliban-regime; c) Gouverneur van de provincie Kabul onder het Taliban-regime; d) minister van Binnenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Arghistan, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: in hechtenis sinds juni 2007. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 25.1.2001.”

73.

„Shamsullah Kmalzada (ook bekend als Shamsalah Kmalzada). Geslacht: Man. Functie: Tweede secretaris, ambassade van de Taliban, Abu Dhabi. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 25.1.2001.”

74.

„Abdul Razaq Akhund Lala Akhund. Titel: Mullah. Functie: a) minister van Binnenlandse Zaken van het Taliban-regime; b) Hoofd van de politie van Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Spin Boldak, provincie Kandahar, Afghanistan, in het grensgebied met het district Chaman, Quetta, Pakistan. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan.”

75.

„Jan Mohmmad Madani. Titel: Mr. Functie: Zaakgelastigde, Ambassade van de Taliban, Abu Dhabi. Nationaliteit: Afghaans.”

76.

„Zia-ur-Rahman Madani (ook bekend als a) Ziaurrahman Madani; b) Zaia u Rahman Madani; c) Madani Saheb). Titel: Maulavi. Functie: Gouverneur van de provincie Logar (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1960. Geboorteplaats: Taliqan, provincie Takhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) betrokken bij drugssmokkel; b) belast met de militaire aangelegenheden van de Taliban in de provincie Takhar, Afghanistan, sinds mei 2007; c) belast met de provincie Nangarhar.”

77.

„Abdul Latif Mansur (ook bekend als Abdul Latif Mansoor). Titel: Maulavi. Functie: minister van Landbouw van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: lid van de raad „Miram Shah” van de Taliban sinds mei 2007.”

78.

„Mohammadullah Mati. Titel: Maulavi. Functie: minister van Openbare Werken van het Taliban-regime. Geboorteplaats: district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

79.

Matiullah. Titel: Mullah. Functie: Directeur van het douanekantoor Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1973. Geboorteplaats: district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

80.

„Akhtar Mohammad Maz-Hari. Titel: Maulavi. Functie: Onderwijsattaché, „Consulaat-generaal” van de Taliban, Peshawar, Pakistan. Geboortedatum: 1970. Geboorteplaats: Kunduz, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: SE 012820 (Afghaans paspoort afgegeven op 4.11.2000). Overige informatie: naar verluidt overleden in 2007.”

81.

„Fazl Mohammad Mazloom (ook bekend als a) Molah Fazl; b) Fazel Mohammad Mazloom). Titel: Mullah. Functie: Plaatsvervangend stafchef van het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1963 en 1968. Geboorteplaats: Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 23.2.2001.”

82.

„Nazar Mohammad. Titel: Maulavi. Functie: Gouverneur van de provincie Kunduz (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans.”

83.

„Rahmatullah Wahidyar Faqir Mohammad (ook bekend als Ramatullah Wahidyar). Functie: Viceminister voor Martelaren en Repatriëring van het Taliban-regime. Adres: Dehbori district Ward, Kabul, Afghanistan. Geboortedatum: 1957. Geboorteplaats: gemeente Kotakhel, district Zormat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Nationaal identificatienummer: 110675.”

84.

„Mohammad Homayoon. Titel: Eng. Functie: Viceminister van Water en Elektriciteit van het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans.”

85.

„Mohammad Shafiq Mohammadi. Titel: Maulavi. Functie: Gouverneur van de provincie Khost (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1948. Geboorteplaats: provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

86.

„Abdul Kabir Mohammad Jan (ook bekend als A. Kabir). Titel: Maulavi. Functie: a) Tweede plaatsvervanger, Economische Zaken, Raad van ministers van het Taliban-regime; b) Gouverneur van de provincie Nangarhar onder het Taliban-regime; c) Hoofd van de Oostelijke Zone onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Zardran-stam, provincie Paktja, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) actief in terreuroperaties in Oost-Afghanistan; b) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan.”

87.

„Mohammad Rasul. Titel: Maulavi. Functie: Gouverneur van de provincie Nimroz (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1958 en 1963. Geboorteplaats: district Spinboldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

88.

„Mohammad Wali. Titel: Maulavi. Functie: minister van Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1965. Geboorteplaats: provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

89.

„Mohammad Yaqoub. Titel: Maulavi. Functie: Hoofd van BIA onder het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans.”

90.

„Amir Khan Motaqi (ook bekend als Amir Khan Muttaqi). Titel: Mullah. Functie: a) minister van Onderwijs van het Taliban-regime; b) Vertegenwoordiger van de Taliban bij de gesprekken onder leiding van de VN tijdens het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: provincie Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

91.

„Abdulhai Motmaen. Titel: Maulavi. Functie: Directeur van de afdeling Voorlichting en Cultuur, Kandahar, Afghanistan tijdens het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1973. Geboorteplaats: provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

92.

„Rafiullah Muazen. Titel: Maulavi. Functie: Plaatsvervanger in het Hooggerechtshof van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1943. Geboorteplaats: provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

93.

„Allah Dad Tayeb Wali Muhammad (ook bekend als a) Allah Dad Tayyab; b) Allah Dad Tabeeb). Titel: a) Mullah; b) Haji. Functie: Viceminister van Communicatie van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Kandahar-stad, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

94.

„Najibullah Muhammad Juma (ook bekend als Najib Ullah). Titel: Maulavi. Functie: Consul-generaal, „Consulaat-generaal” van de Taliban, Peshawar, Pakistan. Geboortedatum: 1954. Geboorteplaats: Farah. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: 00737 (Afghaans paspoort afgegeven op 20.10.1996).”

95.

„Mohammad Husayn Mustas’id (ook bekend als a) Mohammad Hassan Mastasaeed; b) Mstasaeed; c) Mostas’eed; d) Mohammad Husayn Mastasaeed). Titel: Mullah. Functie: Hoofd van de Academie voor Wetenschappen onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1964. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 23.2.2001.”

96.

„Mohammad Naim (ook bekend als Mullah Naeem). Titel: Mullah. Functie: Viceminister van Burgerluchtvaart van het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans.”

97.

Nik Mohammad. Titel: Maulavi. Functie: Viceminister van Handel van het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans.”

98.

„Hamdullah Nomani. Titel: Maulavi. Functie: Hooggeplaatst ambtenaar bij het ministerie van Hoger Onderwijs onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

99.

„Mohammad Aleem Noorani. Titel: Mufti. Functie: Eerste secretaris, „Consulaat- generaal” van de Taliban, Karachi. Nationaliteit: Afghaans.”

100.

„Nurullah Nuri. Titel: Maulavi. Functie: a) Gouverneur van de provincie Balkh (Afghanistan) onder het Taliban-regime; b) Hoofd van de Noordelijke Zone onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Shahjoe, provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

101.

„Abdul Manan Nyazi (ook bekend als a) Abdul Manan Nayazi; b) Abdul Manan Niazi, c) Baryaly; d) Baryalai). Titel: Moellah. Functie: Gouverneur van de provincie Kabul onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Pashtoon Zarghoon, provincie Herat, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Herat. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 25.1.2001.”

102.

„Mohammed Omar. Titel: Mullah. Functie: Leider van de gelovigen („Amir ul-Mumineen”), Afghanistan. Geboortedatum: rond 1966. Geboorteplaats: provincie Uruzgan, gemeente Adehrawood. Nationaliteit: Afghaans.”

103.

„Abdul Jabbar Omari. Titel: Maulavi. Functie: Gouverneur van de provincie Baghlan (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

104.

„Mohammad Ibrahim Omari. Titel: Alhaj. Functie: Viceminister van Grensaangelegenheden van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: vallei Zadran, provincie Khost, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

105.

„Nooruddin Turabi Muhammad Qasim (ook bekend als Noor ud Din Turabi). Titel: a) Mullah; b) Maulavi. Functie: minister van Justitie van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: a) Kandahar, Afghanistan; b) district Chora, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 25.1.2001.”

106.

„Abdul Salam Hanafi Ali Mardan Qul (ook bekend als a) Abdussalam Hanifi; b) Hanafi Saheb). Titel: a) Mullah, b) Maulavi. Functie: Viceminister van Onderwijs van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Darzab, provincie Faryab, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) lid van de Taliban verantwoordelijk voor Noord-Afghanistan sinds mei 2007; b) betrokken bij drugssmokkel.”

107.

„Abdul Ghafar Qurishi (ook bekend als Abdul Ghaffar Qureshi). Titel: Maulavi. Functie: Repatriëringsattaché, „Ambassade” van de Taliban, Islamabad. Nationaliteit: Afghaans.”

108.

„Mohammad Rabbani. Titel: Mullah. Geboortedatum: rond 1961. Geboorteplaats: Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) voorzitter van de Regerende Raad (Taliban-regime); b) hoofd van de Raad van ministers (Taliban-regime); c) overleden in april 2001.”

109.

„Yar Mohammad Rahimi. Titel: Mullah. Functie: minister van Communicatie van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1953. Geboorteplaats: district Panjwaee, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

110.

„Mohammad Hasan Rahmani. Titel: Mullah. Functie: Gouverneur van de provincie Kandahar (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Panjwae, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

111.

„Habibullah Reshad. Titel: Mullah. Functie: Hoofd van de afdeling onderzoek onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1968 en 1973. Geboorteplaats: provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

112.

„Abdulhai Salek. Titel: Maulavi. Functie: Gouverneur van de provincie Uruzgan (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: naar verluidt overleden. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 23.2.2001.”

113.

Sanani. Titel: Maulavi. Functie: Hoofd van Dar-ul-Efta onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1923. Geboorteplaats: provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

114.

„Noor Mohammad Saqib. Functie: Opperrechter van het Hooggerechtshof onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Bagrami, provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

115.

„Qalamudin Sar Andaz (ook bekend als Qalamuddin). Titel: Maulavi. Functie: a) Viceminister van Bedevaartzaken van het Taliban-regime; b) Hoofd van het Olympisch Comité onder het Taliban-regime. Adres: district Baraki Barak, provincie Logar, Afghanistan. Geboortedatum: tussen 1958 en 1963. Geboorteplaats: district Baraki Barak, provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: in juli 2003 in hechtenis in Kabul, Afghanistan. Uit de gevangenis ontslagen in 2005.”

116.

„Ehsanullah Sarfida. Titel: Maulavi. Functie: Viceminister van Veiligheid (Inlichtingen) van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Qarabagh, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

117.

„Saduddin Sayyed (ook bekend als a) Sadudin Sayed; b) Sadruddin). Titel: a) Maulavi; b) Alhaj; c) Mullah. Functie: a) Viceminister van Arbeid en Sociale Zaken van het Taliban-regime; b) Burgemeester van Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Chaman, Pakistan.”

118.

„Qari Abdul Wali Seddiqi. Functie: Derde secretaris onder het Taliban-regime. Geboortedatum: 1974. Geboorteplaats: Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000769 (Afghaans paspoort afgegeven op 2.2.1997).”

119.

„Abdul Wahed Shafiq. Titel: Maulavi. Functie: Vicegouverneur van de provincie Kabul (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: provincie Ningarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

120.

„Mohammad Sohail Shaheen. Functie: Tweede secretaris, ambassade van de Taliban, Islamabad. Nationaliteit: Afghaans.”

121.

„Said Ahmed Shahidkhel. Titel: Maulavi. Geboortedatum: rond 1975. Geboorteplaats: provincie Centraal-Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) plaatsvervangend minister van Onderwijs (Taliban-regime); b) was gedetineerd in juli 2003 in Kabul, Afghanistan.”

122.

„Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed (ook bekend als a) Akhtar Mohammad Mansour Khan Muhammad; b) Akhtar Muhammad Mansoor; c) Akhtar Mohammad Mansoor). Titel: a) Maulavi; b) Mullah. Functie: minister van Burgerluchtvaart en Vervoer van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1960. Geboorteplaats: a) Kandahar, Afghanistan; b) Kalanko Joftian, district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) gerepatrieerd naar Afghanistan in september 2006; b) lid van de Taliban-top; c) betrokken bij drugssmokkel; d) actief in de provincies Khost, Paktia en Paktika, Afghanistan sinds mei 2007; Taliban-gouverneur van Kandahar sinds mei 2007.”

123.

Shamsudin. Titel: Maulavi. Functie: Gouverneur van de provincie Wardak (Maidan) (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Keshim, provincie Badakhshan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

124.

„Mohammad Sharif. Functie: Viceminister van Binnenlandse Zaken van het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans.”

125.

„Shams Ur-Rahman Sher Alam (ook bekend als a) Shamsurrahman; b) Shams-u-Rahman). Titel: a) Mullah; b) Maulavi. Functie: Viceminister van Landbouw van het Taliban-regime. Geboorteplaats: district Suroobi, provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 23.2.2001.”

126.

„Abdul Ghafar Shinwari. Titel: Haji. Functie: Derde secretaris, „Consulaat-generaal” van de Taliban, Karachi, Pakistan. Geboortedatum: 29.3.1965. Geboorteplaats: Kandahar, Pakistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000763 (afgegeven op 9.1.1997).”

127.

„Mohammad Sarwar Siddiqmal. Functie: Derde secretaris, ambassade van de Taliban, Islamabad. Nationaliteit: Afghaans.”

128.

„Sher Mohammad Abbas Stanekzai. Functie: Viceminister van Volksgezondheid van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

129.

Taha. Titel: Maulavi. Functie: Gouverneur van de provincie Paktia (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: provincie Ningarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

130.

Tahis. Titel: Hadji. Functie: Viceminister van Burgerluchtvaart van het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans.”

131.

„Abdul Raqib Takhari. Titel: Maulavi. Functie: minister van Repatriëring van het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1968 en 1973. Geboorteplaats: provincie Takhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

132.

Walijan. Titel: Maulavi. Functie: Gouverneur van de provincie Jawzjan (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: Quetta, Pakistan.”

133.

„Nazirullah Ahanafi Waliullah (ook bekend als Nazirullah Aanafi Waliullah). Titel: a) Maulavi; b) Haji. Functie: Handelsattaché, „Ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1962. Geboorteplaats: Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000912 (Afghaans paspoort afgegeven op 30.6.1998). Overige informatie: gerepatrieerd naar Afhanistan in oktober 2006. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 25.1.2001.”

134.

„Abdul-Haq Wasiq (ook bekend als Abdul-Haq Wasseq). Titel: Maulavi. Functie: Viceminister van Veiligheid (Inlichtingen) van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1975. Geboorteplaats: provincie Centraal-Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing bedoeld in artikel 2 bis, lid 4, onder b): 31.1.2001.”

135.

„Mohammad Jawad Waziri. Functie: Ministerie van Buitenlandse Zaken, afdeling VN van het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans.”

136.

„Abdul Rahman Zahed (ook bekend als Abdul Rehman Zahid). Titel: Mullah. Functie: Viceminister van Buitenlandse Zaken van het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1963 en 1968. Geboorteplaats: provincie Logar, district Kharwar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”

137.

„Mohammad Zahid. Titel: Mullah. Functie: Derde secretaris, „Ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1971. Geboorteplaats: Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 001206 (afgegeven op 17.7.2000).”

138.

„Rahimullah Zurmati. Titel: Maulavi. Functie: Viceminister (Publicatie) van Voorlichting en Cultuur van het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1953 en 1958. Geboorteplaats: district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans.”


2.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 199/33


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 755/2011 VAN DE RAAD

van 1 augustus 2011

tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 442/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 442/2011 van de Raad van 9 mei 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (1), en met name artikel 14, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 9 mei 2011 Verordening (EU) nr. 442/2011 vastgesteld.

(2)

Gelet op de ernst van de situatie in Syrië en overeenkomstig Uitvoeringsbesluit 2011/488/GBVB van de Raad van 1 augustus 2011 tot uitvoering van Besluit 2011/273/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (2), moeten personen worden toegevoegd aan de lijst van aan beperkende maatregelen onderworpen natuurlijke en rechtspersonen, entiteiten en lichamen in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 442/2011,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de bijlage bij deze verordening genoemde personen worden op de lijst van natuurlijke en rechtspersonen, entiteiten en lichamen in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 442/2011 geplaatst.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 augustus 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

M. DOWGIELEWICZ


(1)  PB L 121 van 10.5.2011, blz. 1.

(2)  Zie bladzijde 74 van dit Publicatieblad.


BIJLAGE

Personen, bedoeld in artikel 1

A.   Personen

 

Naam

Identificatiegegevens (geboortedatum, geboorteplaats,…)

Redenen

Datum van opneming op de lijst

1.

Mohammad Mufleh

 

Hoofd van de Syrische militaire inlichtingendienst in de stad Hama; betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten.

1.8.2011

2.

Generaal-majoor Tawfiq Younes

 

Hoofd van de afdeling interne veiligheid van het directoraat algemene inlichtingen; betrokken bij gewelddadig optreden tegen de burgerbevolking.

1.8.2011

3.

Mohammed Makhlouf (alias Abu Rami)

Geboren op 19.10.1932 te Latakia, Syrië.

Nauw verbonden met, en oom van moederszijde van Bashar en Mahir al-Assad; zakenpartner en vader van Rami, Ihab en Iyad Makhlouf.

1.8.2011

4.

Ayman Jabir

Geboren te Latakia.

Verbonden met Mahir al-Assad als lid van de Shabiha-militie. Direct betrokken bij het harde en gewelddadige optreden tegen de burgerbevolking en bij de coördinatie van de Shabiha-milities.

1.8.2011

5.

Generaal Ali Habib Mahmoud

Geboren in 1939 te Tartous. Benoemd tot minister van Defensie op 3 juni 2009.

Minister van Defensie. Verantwoordelijk voor (operaties van) de Syrische strijdkrachten die betrokken zijn bij het harde en gewelddadige optreden tegen de burgerbevolking.

1.8.2011


2.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 199/35


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 756/2011 VAN DE COMMISSIE

van 27 juli 2011

tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name artikel 9, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, dienen bepalingen voor de indeling van de in de bijlage bij onderhavige verordening vermelde goederen te worden vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke EU-wetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer.

(3)

Volgens deze algemene regels dienen de in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen te worden ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-code om de in kolom 3 genoemde redenen.

(4)

Er dient te worden bepaald dat een door de douane van een lidstaat afgegeven bindende tariefinlichting inzake de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur die in strijd is met deze verordening, door de houder van die inlichting nog drie maanden mag worden gebruikt op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2).

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code.

Artikel 2

Op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 kan een door de douane van een lidstaat afgegeven bindende tariefinlichting die in strijd is met onderhavige verordening, nog voor een periode van drie maanden worden gebruikt.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 juli 2011.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Algirdas ŠEMETA

Lid van de Commissie


(1)  PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(2)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.


BIJLAGE

Omschrijving

Indeling

(GN-code)

Motivering

(1)

(2)

(3)

Een product bestaande uit (in gewichtspercenten):

rauwe vis (in stukken) van de soort Mullus

64

rauwe garnalen

10

rauwe groenten

26

op een houten stokje.

1604 19 98

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 2 op hoofdstuk 16 en de tekst van de GN-codes 1604, 1604 19 en 1604 19 98.

De toevoeging van de groenten aan de (rauwe) vis/garnalen op een houten stokje wordt aangemerkt als een bereiding. Indeling onder hoofdstuk 3 is dan ook uitgesloten omdat het product bereid is volgens een procedé waarin dat hoofdstuk niet voorziet (zie de toelichting bij het geharmoniseerd systeem op hoofdstuk 3, algemeen, vijfde alinea).

Het product moet daarom worden ingedeeld onder post 1604 als bereiding van vis van GN-code 1604 19 98.


2.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 199/37


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 757/2011 VAN DE COMMISSIE

van 27 juli 2011

tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name artikel 9, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, dienen bepalingen voor de indeling van de in de bijlage bij onderhavige verordening vermelde goederen te worden vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke EU-wetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer.

(3)

Volgens deze algemene regels dienen de in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen te worden ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-code om de in kolom 3 genoemde redenen.

(4)

Er dient te worden bepaald dat een door de douane van een lidstaat afgegeven bindende tariefinlichting inzake de indeling van goederen in de gecombineerde nomenclatuur die in strijd is met deze verordening, door de houder van die inlichting nog drie maanden mag worden gebruikt op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2).

(5)

Het Comité douanewetboek heeft geen advies uitgebracht binnen de door de voorzitter gestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code.

Artikel 2

Op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 kan een door de douane van een lidstaat afgegeven bindende tariefinlichting die in strijd is met onderhavige verordening, nog voor een periode van drie maanden worden gebruikt.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 juli 2011.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Algirdas ŠEMETA

Lid van de Commissie


(1)  PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(2)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.


BIJLAGE

Omschrijving

Indeling

(GN-code)

Motivering

(1)

(2)

(3)

Schoeisel dat de enkel niet bedekt en dat niet onderkend kan worden als heren- of damesschoeisel, met een binnenzool van meer dan 24 cm.

De buitenzool is vervaardigd van rubber en de tussenzool van polymeren met een lage dichtheid.

Het bovendeel bestaat uit stukken textiel, leder en kunststoffen.

De grijze textielstof bedekt het hele oppervlak van het bovendeel met uitzondering van een stuk witte textielstof (vilt) [2 (1)] ter hoogte van de hiel van het schoeisel (zie foto nr. 655 B).

Deze witte textielstof is bekleed met verschillende stukken grijs leder. Hij is grotendeels bekleed met één stuk op de hiel [C (1)] en gedeeltelijk met twee stukken langs beide zijden van de schoen [D (1)] en twee stukken die rond de instap zijn gelegd [B (1)] (zie foto nr. 655 C).

Aan het uiteinde van de hiel wordt deze witte textielstof bedekt met een stuk zwarte waterdichte textielstof en een stuk donkergrijze kunststof [b (1)] die er bovenop is genaaid (zie foto nr. 655 C). De zwarte textielstof is zichtbaar door kleine openingen in het deel kunststof.

Bovengenoemde stukken grijze textielstof zijn aan elkaar genaaid en aan de zool bevestigd. Aan één kant van de schoen zijn twee stukken grijze textielstof aaneengenaaid met een zigzagsteek, aangevuld met een zadelsteek aan beide kanten van de zigzagnaad (zie foto nr. 655 D). Met dezelfde zadelsteek is een textielstrook onder de twee textielstukken bevestigd om het geheel te verstevigen.

Vooraan op de schoen bedekt een stuk grijze kunststof [a (1)] de onderliggende grijze textielstof.

Aan beide zijden van de schoen zijn stukken grijs leder [A (1)] aan de textielstof bevestigd, bovenop het leer/de grijze textielstof en zijn ook vier verticale stroken textiel [1 (1)] bevestigd (zie foto nr. 655 A en nr. 655 D). Voorts is een textielstrook in de vorm van een lus bevestigd aan de textielstof op de hiel van het schoeisel.

(trainingschoen)

(Zie foto's 655 A, 655 B, 655 C en 655 D) (2)

6404 11 00

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 4, onder a en b, op hoofdstuk 64 van de gecombineerde nomenclatuur, aanvullende aantekening 1 (GN) op hoofdstuk 64 en de tekst van de GN-codes 6404 en 6404 11 00.

Bij het identificeren van het samenstellend materiaal van het bovendeel in de zin van aantekening 4 a) op hoofdstuk 64 mag geen rekening worden gehouden met het stuk grijze kunststof dat de voorzijde van de schoen bedekt [a (1)] omdat dit de tenen beschermt door de onderliggende grijze textielstof te versterken.

Evenmin mag rekening worden gehouden met de vier verticale textielstroken [1 (1)] aan beide zijden van het schoeisel omdat deze de zijkanten van het schoeisel verstevigen, noch met de textiellus aan de hiel van het schoeisel omdat dit een hulpmiddel is om de schoen aan te trekken.

En evenmin mag rekening worden gehouden met de stukken grijs leder die op de grijze textielstof aan beide zijden van het schoeisel zijn bevestigd [A (1)] omdat ook die de zijkanten van het schoeisel versterken.

De witte textielstof [2 (1)] mag ook niet als een samenstellend materiaal van het bovendeel worden beschouwd omdat hij zelfs niet gedeeltelijk aan de buitenzijde van het schoeisel zichtbaar is (zie de GN-toelichting op hoofdstuk 64, Algemeen 1 a), eerste zin van de tweede alinea).

De stukken grijs leder [B, C, D (1)] die grotendeels of gedeeltelijk de witte textielstof [2 (1)] bedekken (zie foto's nr. 655 B en 655 C), kunnen daarentegen worden aangemerkt als samenstellende materialen van het bovendeel omdat het oppervlak ervan geheel of gedeeltelijk aan de buitenzijde zichtbaar is en zij noch toebehoren noch versterkingen zijn.

De zwarte waterdichte textielstof onder het donkergrijze kunststofmateriaal op de hiel van het schoeisel [b (1)] kan niet worden aangemerkt als samenstellend materiaal van het bovendeel omdat hij enkel een inzetstuk is dat voorkomt dat water door de openingen van het kunststofstuk dringt. Daarom kan het stuk donkergrijze kunststof op de hiel van het schoeisel ook worden aangemerkt als samenstellend materiaal van het bovendeel in de zin van aantekening 4 a) op hoofdstuk 64.

De grijze textielstoffen kunnen worden aangemerkt als samenstellend materiaal van het bovendeel in de zin van aantekening 4 a) op hoofdstuk 64 omdat ze op duurzame wijze aan elkaar en aan de andere bovengenoemde samenstellende materialen van het bovendeel zijn bevestigd [B, C, D, b (1)] (zie de GN-toelichting op hoofdstuk 64, Algemeen 1 a), laatste zin van de tweede alinea, samen met 1 c), laatste zin van de tweede alinea).

Bovendien hebben bovengenoemde samenstellende materialen van het bovendeel [B, C, D, b (1) en de grijze textielstoffen] (zie foto nr. 655 C) de kenmerken van een bovendeel, te weten: steun verlenen aan de voet om de gebruiker in staat te stellen met het schoeisel te lopen (zie de tweede zin van de eerste alinea van aanvullende aantekening 1 (GN) op hoofdstuk 64).

Na verwijdering van bovengenoemde versterkingen en toebehoren (zie foto nr. 655 C) hebben de grijze textielstoffen een groter buitenoppervlak dan de overige materialen [B, C, D, b (1)] die hierboven zijn aangemerkt als samenstellende materialen van het bovendeel en daarom wordt het schoeisel geacht een bovendeel van textielstof te hebben in de zin van aantekening 4 a) op hoofdstuk 64.

Het deel van de zool dat in aanraking komt met de grond is van rubber in de zin van aantekening 4, onder b op hoofdstuk 64. Het schoeisel heeft een buitenzool van rubber.

Image


(1)  De cijfers/letters verwijzen naar de cijfers/letters in de foto's.

(2)  De foto's zijn louter ter informatie.


2.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 199/40


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 758/2011 VAN DE COMMISSIE

van 1 augustus 2011

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1291/2009 betreffende de keuze van de bedrijven met boekhouding voor de constatering van de inkomens van de landbouwbedrijven

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Gemeenschap (1), en met name artikel 5, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 2 van Verordening (EU) nr. 1291/2009 van de Commissie van 18 december 2009 betreffende de keuze van de bedrijven met boekhouding voor de constatering van de inkomens van de landbouwbedrijven (2) zijn de drempelwaarden van de economische omvang van de landbouwbedrijven voor het boekjaar 2010 en de daaropvolgende boekjaren vastgesteld.

(2)

Door structurele veranderingen in Ierland zijn de kleinste bedrijven afgenomen in aantal en is hun bijdrage aan de totale productiewaarde van de landbouw verminderd, zodat die bedrijven niet langer nodig zijn om een waarnemingsgebied te verkrijgen dat het meest ter zake doende deel van de agrarische bedrijvigheid bestrijkt.

(3)

In het geval van Frankrijk wordt bij de drempelwaarde voor Frankrijk als geheel geen rekening gehouden met de structuur van de landbouwsector in de streken Guadeloupe, Martinique en La Réunion.

(4)

Daarom verdient het in het geval van Ierland aanbeveling de drempelwaarde te verhogen tot 8 000 EUR, en moet in het geval van Frankrijk de drempelwaarde voor de streken Guadeloupe, Martinique en La Réunion worden vastgesteld op 15 000 EUR.

(5)

In de bijlage bij Verordening (EU) nr. 1291/2009 is het totale aantal bedrijven met boekhouding voor Ierland vastgesteld op 1 300. Dit aantal is sinds 1982 niet gewijzigd hoewel het aantal in Ierland bestaande bedrijven is gedaald en de gemiddelde omvang van de bedrijven is gestegen. Daarom kan een toereikende mate van representativiteit worden bereikt met behulp van een kleinere steekproef dan de huidige.

(6)

In het geval van Frankrijk moet rekening worden gehouden met de toevoeging van de nieuwe streken Guadeloupe, Martinique en La Réunion en moet het aantal bedrijven met boekhouding voor elke Franse streek zodanig worden aangepast dat een toereikende mate van representativiteit van de streekproef gewaarborgd is.

(7)

In het geval van Hongarije moet rekening worden gehouden met de vermindering van het aantal streken.

(8)

Bijgevolg moet Verordening (EU) nr. 1291/2009 dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Gemeenschappelijk Comité van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 1291/2009 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

het streepje betreffende Ierland wordt vervangen door:

„—

Ierland: 8 000 EUR”;

b)

het streepje betreffende Frankrijk wordt vervangen door:

„—

Frankrijk (met uitzondering van Guadeloupe, Martinique en La Réunion): 25 000 EUR

Frankrijk (alleen Guadeloupe, Martinique en La Réunion): 15 000 EUR”.

2)

De bijlage wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van het boekjaar 2012.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 augustus 2011.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 328 van 15.12.2009, blz. 27.

(2)  PB L 347 van 24.12.2009, blz. 14.


BIJLAGE

De bijlage bij Verordening (EU) nr. 1291/2009 wordt als volgt gewijzigd:

1)

De rij betreffende Ierland wordt vervangen door:

„380

IERLAND

900”

2)

De rijen betreffende Frankrijk worden vervangen door:

 

„FRANKRIJK

In 2012

Vanaf 2013

121

Île-de-France

200

190

131

Champagne-Ardenne

370

370

132

Picardie

270

270

133

Haute-Normandie

170

170

134

Centre

410

410

135

Basse-Normandie

240

240

136

Bourgogne

350

340

141

Nord-Pas de Calais

280

280

151

Lorraine

230

230

152

Alsace

200

200

153

Franche-Comté

210

210

162

Pays de la Loire

460

460

163

Bretagne

480

480

164

Poitou-Charentes

360

360

182

Aquitaine

550

550

183

Midi-Pyrénées

480

480

184

Limousin

220

220

192

Rhône-Alpes

480

480

193

Auvergne

370

360

201

Languedoc-Roussillon

430

430

203

Provence-Alpes-Côte d'Azur

430

420

204

Corse

170

170

205

Guadeloupe

65

80

206

Martinique

65

80

207

La Réunion

130

160

 

Totaal Frankrijk

7 620

7 640”

3)

De rijen betreffende Hongarije worden vervangen door:

 

„HONGARIJE

 

764

Alföld

1 016

767

Dunántúl

675

768

Észak-Magyarország

209

 

Totaal Hongarije

1 900”


2.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 199/44


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 759/2011 VAN DE COMMISSIE

van 1 augustus 2011

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 2 augustus 2011.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 augustus 2011.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

AR

23,8

ZA

27,3

ZZ

25,6

0707 00 05

TR

100,6

ZZ

100,6

0709 90 70

TR

115,3

ZZ

115,3

0805 50 10

AR

65,7

CL

79,0

TR

60,0

UY

69,6

ZA

76,0

ZZ

70,1

0806 10 10

CL

54,3

EG

166,4

MA

198,0

TN

223,5

TR

164,0

ZA

98,7

ZZ

150,8

0808 10 80

AR

93,3

BR

84,1

CL

89,4

CN

78,9

NZ

110,2

US

131,3

ZA

91,9

ZZ

97,0

0808 20 50

AR

75,9

CL

105,9

CN

51,0

NZ

127,9

ZA

108,5

ZZ

93,8

0809 20 95

CL

267,8

TR

290,0

ZZ

278,9

0809 30

TR

139,7

ZZ

139,7

0809 40 05

BA

51,5

IL

150,1

XS

57,7

ZA

70,8

ZZ

82,5


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


2.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 199/46


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 760/2011 VAN DE COMMISSIE

van 1 augustus 2011

tot wijziging van de bij Verordening (EU) nr. 867/2010 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2010/11

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gezien Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2), en met name artikel 36, lid 2, tweede alinea, tweede zin,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2010/11 zijn vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 867/2010 van de Commissie (3). Deze prijzen en rechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 751/2011 van de Commissie (4).

(2)

Naar aanleiding van de gegevens waarover de Commissie momenteel beschikt, dienen deze bedragen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 951/2006 te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 951/2006 voor het verkoopseizoen 2010/11 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 36 van Verordening (EU) nr. 867/2010 bedoelde producten worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 2 augustus 2011.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 augustus 2011.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

José Manuel SILVA RODRÍGUEZ

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24.

(3)  PB L 259 van 1.10.2010, blz. 3.

(4)  PB L 198 van 30.7.2011, blz. 25.


BIJLAGE

Gewijzigde bedragen van de representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en producten van GN-code 1702 90 95 die gelden met ingang van 2 augustus 2011

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg netto van het betrokken product

Aanvullend recht per 100 kg netto van het betrokken product

1701 11 10 (1)

49,99

0,00

1701 11 90 (1)

49,99

0,00

1701 12 10 (1)

49,99

0,00

1701 12 90 (1)

49,99

0,00

1701 91 00 (2)

54,48

1,13

1701 99 10 (2)

54,48

0,00

1701 99 90 (2)

54,48

0,00

1702 90 95 (3)

0,54

0,20


(1)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt III, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(2)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt II, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(3)  Vaststelling per procent sacharose.


RICHTLIJNEN

2.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 199/48


RICHTLIJN 2011/70/EURATOM VAN DE RAAD

van 19 juli 2011

tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name de artikelen 31 en 32,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie, opgesteld na advies van een door het Wetenschappelijk en Technisch Comité aangewezen groep van deskundigen uit de lidstaten,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 2, onder b), van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie („Euratom-Verdrag”) is bepaald dat er uniforme veiligheidsnormen voor de bescherming van de gezondheid van werknemers en de bevolking moeten worden vastgesteld.

(2)

In artikel 30 van het Euratom-Verdrag is bepaald dat basisnormen moeten worden vastgesteld voor de bescherming van de gezondheid van werknemers en de bevolking tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren.

(3)

Overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag zijn lidstaten ertoe gehouden om aan de Commissie algemene gegevens te verstrekken van elk plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen.

(4)

Bij Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad (3) zijn basisnormen vastgesteld voor de bescherming van de gezondheid van de bevolking en de werknemers tegen de aan ioniserende straling gebonden gevaren. De richtlijn is aangevuld met meer specifieke wetgeving.

(5)

Zoals in de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie wordt erkend, vormen de bepalingen van hoofdstuk 3 van het Euratom-Verdrag, met betrekking tot gezondheid en veiligheid, een samenhangend geheel, waarbij de Commissie vrij ruime bevoegdheden worden toegekend met het oog op de bescherming van de bevolking en het milieu tegen de gevaren van radioactieve besmetting (4).

(6)

Bij Beschikking 87/600/Euratom van de Raad van 14 december 1987 inzake communautaire regelingen voor snelle uitwisseling van informatie in geval van stralingsgevaar (5) is een kader vastgesteld voor de kennisgeving en de verstrekking van informatie die door de lidstaten kan worden gebruikt om de bevolking in geval van noodsituaties met stralingsgevaar te beschermen. Bij Richtlijn 89/618/Euratom van de Raad van 27 november 1989 betreffende de informatie van de bevolking over de bij stralingsgevaar toepasselijke maatregelen ter bescherming van de gezondheid en over de alsdan te volgen gedragslijn (6) zijn aan de lidstaten verplichtingen opgelegd voor informatieverstrekking aan de bevolking bij eventueel stralingsgevaar.

(7)

Richtlijn 2003/122/Euratom van de Raad (7) regelt de controle op hoogactieve ingekapselde radioactieve bronnen en weesbronnen, met inbegrip van afgedankte bronnen. Overeenkomstig het Gezamenlijk Verdrag inzake de veiligheid van het beheer van bestraalde splijtstof en inzake de veiligheid van het beheer van radioactief afval („het Gezamenlijk Verdrag”), en de gedragscode van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) voor de veiligheid en beveiliging van radioactieve bronnen, alsmede bestaande praktijken in de industrie, kunnen afgedankte ingekapselde bronnen hergebruikt, gerecycled of verwijderd worden. In vele gevallen moet hiervoor de bron of de apparatuur die de bron bevat, naar een leverancier of fabrikant worden teruggebracht met het oog op herkwalificatie of verwerking.

(8)

Richtlijn 2006/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 betreffende het beheer van afval van winningsindustrieën (8) heeft betrekking op het beheer van afval van winningsindustrieën dat radioactief kan zijn, maar niet op aspecten die specifiek zijn voor radioactiviteit, aangezien die in het Euratom-Verdrag worden behandeld.

(9)

Bij Richtlijn 2006/117/Euratom van de Raad (9) wordt een systeem voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie („communautair systeem”) ingevoerd voor toezicht en controle op grensoverschrijdende overbrenging van radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtstof. Deze richtlijn werd aangevuld met Aanbeveling 2008/956/Euratom van de Commissie van 4 december 2008 betreffende de criteria voor de uitvoer van radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtstof naar derde landen (10).

(10)

Richtlijn 2009/71/Euratom van de Raad van 25 juni 2009 tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties (11) legt de verplichtingen op aan de lidstaten om een nationaal kader voor nucleaire veiligheid te ontwikkelen en te onderhouden. Hoewel deze richtlijn in hoofdzaak betrekking heeft op de nucleaire veiligheid van kerninstallaties, wordt hierin ook gesteld dat het van belang is om te zorgen voor een veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval, ook in opslag- en bergingsfaciliteiten. Deze faciliteiten, die zowel in Richtlijn 2009/71/Euratom als in onderhavige richtlijn aan bod komen, mogen derhalve niet aan onevenredige of onnodige verplichtingen worden onderworpen, vooral niet wat rapportagebepalingen betreft.

(11)

Richtlijn 2003/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 tot voorziening in inspraak van het publiek in de opstelling van bepaalde plannen en programma’s betreffende het milieu (12) is van toepassing op bepaalde plannen en programma’s die door Richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s (13) worden bestreken.

(12)

Aanbeveling 2006/851/Euratom van de Commissie van 24 oktober 2006 betreffende het beheer van de financiële middelen voor de ontmanteling van nucleaire installaties en de verwerking van verbruikte splijtstof en radioactief afval (14) richt zich op passende financiering, financiële zekerheid en transparantie, om ervoor te zorgen dat de fondsen uitsluitend voor de desbetreffende doeleinden worden aangewend.

(13)

Gelet op de bijzondere voorwaarden voor de toetreding tot de Europese Unie van Litouwen, Slowakije en Bulgarije, waar een aantal kerncentrales vroegtijdig gesloten is, heeft onder andere de Gemeenschap financiële middelen verzameld en heeft zij onder bepaalde voorwaarden financiële steun verstrekt voor verschillende ontmantelingsprojecten, onder meer wat betreft het beheer van radioactief afval en verbruikte splijtstof.

(14)

Het Gezamenlijk Verdrag, dat onder de auspiciën van de IAEA tot stand is gekomen, is een document waarmee ernaar wordt gestreefd om door middel van een verbetering van de nationale maatregelen en de internationale samenwerking wereldwijd een hoog niveau van veiligheid op het gebied van het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval te bereiken en te handhaven.

(15)

Bepaalde lidstaten hebben reeds deelgenomen, en zijn van plan verder deel te nemen, aan het Amerikaans-Russische programma, genaamd het wereldwijde initiatief tot dreigingsvermindering, door verbruikte splijtstof uit onderzoeksreactoren naar de Verenigde Staten van Amerika en naar de Russische Federatie over te brengen.

(16)

In 2006 heeft de IAEA de structuur van de normen gemoderniseerd en de fundamentele veiligheidsbeginselen gepubliceerd die werden onderschreven door de Gemeenschap, OESO/NEA en andere internationale organisaties. De toepassing van de fundamentele veiligheidsbeginselen zal de toepassing van internationale veiligheidsnormen mogelijk maken en moet ertoe leiden dat de maatregelen van de verschillende landen beter op elkaar aansluiten.

(17)

Naar aanleiding van het verzoek van de Raad om in de Europese Unie een groep op hoog niveau op te richten, zoals vervat in zijn conclusies van 8 mei 2007 over nucleaire veiligheid en het veilige beheer van verbruikte nucleaire splijtstof en radioactief afval, is bij Beschikking 2007/530/Euratom van de Commissie van 17 juli 2007 tot instelling van de Europese groep op hoog niveau voor nucleaire veiligheid en afvalbeheer (15) de Groep Europese Regelgevers op het gebied van nucleaire veiligheid (ENSREG) opgericht, teneinde bij te dragen tot de verwezenlijking van de communautaire doelstellingen op het gebied van het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval. De conclusies en aanbevelingen van de ENSREG zijn vervat in de Resolutie van de Raad van 16 december 2008 inzake het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval en in de conclusies van de Raad van 10 november 2009 over het verslag van de ENSREG.

(18)

Het Europees Parlement heeft op 10 mei 2007 een resolutie aangenomen ter evaluatie van 50 jaar Europese kernenergie in het kader van Euratom, waarin het heeft gepleit voor geharmoniseerde normen voor het beheer van radioactief afval en heeft de Commissie verzocht om de desbetreffende ontwerpen van zijn wetgevingsvoorstel te herzien en om een nieuw voorstel voor een richtlijn inzake het beheer van radioactief afval in te dienen.

(19)

Het staat de lidstaten weliswaar vrij om hun eigen energiemix vast te stellen, doch alle lidstaten produceren radioactief afval, door de opwekking van energie, tijdens activiteiten op het gebied van de industrie, landbouw, geneeskunde of onderzoek, bij de ontmanteling van nucleaire installaties of tijdens herstellingen en interventies.

(20)

De werking van kernreactoren brengt verbruikte splijtstof voort. Iedere lidstaat is vrij om zijn eigen beleid inzake de splijtstofcyclus te bepalen. De verbruikte splijtstof kan worden beschouwd hetzij als een waardevolle bron die kan worden opgewerkt, hetzij als radioactief afval dat bestemd is voor directe berging. Ongeacht de gekozen optie moet er worden nagedacht over de berging van het hoogactieve afval dat bij de opwerking vrijkomt, of van de verbruikte splijtstof die als afval wordt beschouwd.

(21)

Radioactief afval, met inbegrip van verbruikte splijtstof die als afval wordt beschouwd, vergt langdurige inkapseling en isolatie van de mens en het levend milieu. De specifieke aard ervan, namelijk dat het radionucliden bevat, vereist dat er maatregelen worden genomen om de gezondheid van mens en milieu te beschermen tegen de gevaren van ioniserende straling, inclusief berging in aangepaste faciliteiten als eindpunt. Opslag van radioactief afval, inclusief opslag op lange termijn, is een tijdelijke oplossing die geen alternatief vormt voor berging.

(22)

Deze regelingen moeten worden ondersteund door een nationaal systeem voor de indeling van radioactieve afvalstoffen, waarbij ten volle rekening wordt gehouden met de specifieke soorten radioactieve afvalstoffen en de kenmerken daarvan.

(23)

Het typische concept voor de berging van laag- en middelactief afval is ondiepe berging. Algemeen wordt in technische zin aanvaard dat diepe geologische berging op dit ogenblik de meest veilige en duurzame keuze is als eindpunt voor het beheer van hoogactief afval en van als afval beschouwde verbruikte splijtstof. De lidstaten blijven verantwoordelijk voor hun eigen beleid inzake het beheer van hun verbruikte splijtstof en laag-, middel- of hoogradioactief afval en moeten in hun nationale beleid het plannen en uitvoeren van opties voor berging opnemen. Aangezien de uitvoering en ontwikkeling van een bergingsfaciliteit zich over verschillende decennia zal afspelen, wordt in vele programma’s onderkend dat flexibiliteit en aanpasbaarheid noodzakelijk zijn, om bijvoorbeeld nieuwe kennis over locatiekenmerken of eventuele ontwikkelingen op het gebied van bergingssystemen te integreren. De werkzaamheden in het kader van het Technologisch platform Implementatie van geologische berging van radioactief afval (IGD-TP) zouden de toegang tot expertise en technologie in dit verband kunnen vergemakkelijken. Daarom kunnen begrippen als omkeerbaarheid en terugneembaarheid als leidraad fungeren bij de technische ontwikkeling van bergingssystemen. Deze criteria voor ontwerp en werking mogen evenwel niet in de plaats komen van degelijk ontworpen bergingsfaciliteiten waarvan de sluiting verdedigbaar is. Aangezien het beheer van radioactief afval en verbruikte splijtsof gebaseerd is op de stand van de wetenschap en de techniek, moet er een compromis worden gevonden.

(24)

Iedere lidstaat heeft de ethische plicht ervoor te zorgen dat toekomstige generaties geen onnodige last ondervinden van de verbruikte splijtstof en het radioactief afval noch van het radioactief afval dat de ontmanteling van bestaande kerninstallaties naar verwachting zal meebrengen. Door deze richtlijn uit te voeren, zullen de lidstaten hebben aangetoond dat zij redelijke stappen hebben gezet om de verwezenlijking van deze doelstelling te garanderen.

(25)

De eindverantwoordelijkheid van de lidstaten voor de veiligheid van het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval is een fundamenteel beginsel dat in het Gezamenlijk Verdrag wordt bevestigd. Het beginsel nationale verantwoordelijkheid, en het beginsel dat de veiligheid van het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval een hoofdverantwoordelijkheid van de vergunninghouder is, onder het toezicht van de nationale bevoegde regelgevende autoriteit, moeten worden versterkt, en de rol en de onafhankelijkheid van de bevoegde regelgevende autoriteit moeten door deze richtlijn aan kracht winnen.

(26)

Er wordt van uitgegaan dat wanneer een bevoegde regelgevende autoriteit radioactieve bronnen gebruikt voor zijn regulerende taken, zulks zijn onafhankelijkheid niet aantast.

(27)

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat er voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval voldoende financiering beschikbaar is.

(28)

De lidstaten moeten een nationaal programma uitwerken om ervoor te zorgen dat de politieke beslissingen worden omgezet in duidelijke bepalingen die borg staan voor de tijdige uitvoering van alle stappen inzake het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval, van productie tot berging. Het nationale programma kan een referentiedocument of reeks van documenten zijn.

(29)

Er wordt van uitgegaan dat de nationale regelingen voor een veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval zullen worden uitgevoerd in een of andere vorm van een juridisch, regelgevend of organisatorisch instrument, waarvan de keuze een bevoegdheid van de lidstaten is.

(30)

De verschillende stappen bij het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval hangen nauw met elkaar samen. Beslissingen die voor één bepaalde stap worden genomen, kunnen invloed hebben op een volgende stap. Met die onderlinge verwevenheid moet bij de ontwikkeling van nationale programma’s rekening worden gehouden.

(31)

Transparantie is belangrijk bij het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval. Daarom moet voor een doeltreffende voorlichting van het publiek worden gezorgd en moeten alle betrokken belanghebbenden, onder meer lokale overheden en het publiek, de kans krijgen om, overeenkomstig nationale en internationale verplichtingen, deel te nemen aan het besluitvormingsproces.

(32)

Samenwerking tussen lidstaten en op internationaal niveau kan zorgen voor toegang tot expertise en technologie waardoor besluitvorming kan worden vergemakkelijkt en versneld.

(33)

Een aantal lidstaten is van mening dat het delen van faciliteiten voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval, met inbegrip van bergingsfaciliteiten, een mogelijk positieve, veilige en kosteneffectieve optie is wanneer die op een akkoord tussen de betrokken lidstaten is gebaseerd.

(34)

De documentatie met betrekking tot het besluitvormingsproces op veiligheidsgebied moet in verhouding staan tot de risiconiveaus (graduele aanpak) en moet de basis vormen voor besluiten in verband met het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval. Zij moet het mogelijk maken om domeinen te identificeren waarover onzekerheid bestaat en waaraan in een veiligheidsbeoordeling bijzondere aandacht moet worden besteed. De besluiten op veiligheidsgebied moeten gebaseerd zijn op het resultaat van een veiligheidsbeoordeling en op informatie over de degelijkheid en betrouwbaarheid van die beoordeling en de veronderstellingen die daarin zijn gemaakt. Daarom moet het besluitvormingsproces gebaseerd zijn op een geheel van argumenten en bewijzen waarmee wordt gepoogd aan te tonen dat voor een faciliteit of activiteit in verband met het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval, aan de vereiste veiligheidsnorm wordt voldaan. In het specifieke geval van een bergingsfaciliteit dient de documentatie een beter inzicht te verschaffen in die aspecten die een invloed hebben op de veiligheid van het bergingssysteem, inclusief natuurlijke (geologische) en kunstmatige barrières, en in de ontwikkeling van dat bergingssysteem op termijn.

(35)

Een lidstaat die geen verbruikte splijtstof bezit, die niet in de onmiddellijke toekomst zal bezitten en thans of in de toekomst geen activiteiten in verband met verbruikte splijtstof zal verrichten, zou onevenredige en onnodige verplichtingen worden opgelegd indien hij de bepalingen met betrekking tot verbruikte splijtsof van deze richtlijn zou moeten omzetten en uitvoeren. Zolang deze lidstaten geen besluit hebben genomen om enige activiteit met betrekking tot nucleaire brandstof te ontwikkelen, moeten deze lidstaten derhalve worden vrijgesteld van de verplichting om de bepalingen van deze richtlijn inzake verbruikte splijtstof om te zetten en uit te voeren.

(36)

Een Verdrag tussen de regering van de Republiek Slovenië en de regering van de Republiek Kroatië inzake de regeling van de status en andere juridische betrekkingen inzake de investering in en het gebruik en de ontmanteling van de kerncentrale van Krško regelt de gezamenlijke eigendom van een kerncentrale. Dat verdrag voorziet in een gedeelde verantwoordelijkheid voor het beheer en de berging van radioactief afval en verbruikte splijtstof. Daarom in een afwijking van een aantal bepalingen van onderhavige richtlijn worden voorzien teneinde de volledige toepassing van dit bilaterale verdrag niet te beletten.

(37)

Hoewel in het nationale kader rekening moet worden gehouden met radiologische en niet-radiologische risico’s die inherent zijn aan verbruikte splijtstof en radioactief afval, slaat deze richtlijn niet op niet-radiologische gevaren; die vallen onder het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

(38)

Bij het onderhouden en het verder ontwikkelen van competenties en vaardigheden op het gebied van het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval, wat een essentieel element is om een hoog veiligheidsniveau te kunnen waarborgen, moet worden uitgegaan van leren uit operationele ervaring.

(39)

Wetenschappelijk onderzoek en technologische ontwikkeling, ondersteund door technische samenwerking tussen alle actoren, kan de weg openen voor een veiliger beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval, en kan bijdragen tot een beperking van het radiotoxiciteitsrisico van hoogradioactief aval.

(40)

Collegiale toetsing kan een uitstekend middel zijn om in de Europese Unie vertrouwen te scheppen in het beheer van radioactief afval en verbruikte splijtstof. Op die manier kan ervaring worden opgedaan en uitgewisseld, en kunnen strikte normen worden gewaarborgd,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

HOOFDSTUK 1

TOEPASSINGSGEBIED, DEFINITIES EN ALGEMENE BEEGINSELEN

Artikel 1

Onderwerp

1.   Bij deze richtlijn wordt een communautair kader vastgesteld om een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval te waarborgen, zodat wordt vermeden dat op toekomstige generaties een onnodige last wordt gelegd.

2.   Deze richtlijn zorgt ervoor dat de lidstaten voorzien in passende nationale regelingen voor een hoog veiligheidsniveau inzake het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval, teneinde werknemers en de bevolking te beschermen tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren.

3.   Zij zorgt ervoor dat aan het publiek de nodige informatie wordt verstrekt en dat het publiek betrokken wordt bij het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval, met inachtneming van de beveiliging en de eigendom van de informatie.

4.   Onverminderd Richtlijn 96/29/Euratom vormt deze richtlijn een aanvulling op de in artikel 30 van het Euratom-Verdrag bedoelde basisnormen betreffende de veiligheid van verbruikte splijtstof en radioactief afval.

Artikel 2

Toepassingsgebied

1.   Deze richtlijn is van toepassing op alle stadia van:

a)

het beheer van verbruikte splijtstof voor zover de verbruikte splijtstof voortkomt uit civiele activiteiten;

b)

het beheer van radioactief afval, van de productie tot de berging ervan, voor zover het radioactief afval voortkomt uit civiele activiteiten.

2.   Deze richtlijn is niet van toepassing op:

a)

mogelijkerwijs radioactief afval van winningsindustrieën dat binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 2006/21/EG valt;

b)

stoffen die zijn vrijgegeven.

3.   Artikel 4, lid 4, is niet van toepassing op:

a)

de terugbrenging van afgedankte ingekapselde bronnen naar een leverancier of fabrikant;

b)

de overbrenging van verbruikte splijtstof uit onderzoeksreactoren naar een land waar splijtstoffen van onderzoeksreactoren worden geleverd of vervaardigd, rekening houdend met de toepasselijke internationale overeenkomsten;

c)

het afval en de verbruikte splijtstof van de bestaande kerncentrale van Krško indien het overbrenging tussen Slovenië en Kroatië betreft.

4.   Deze richtlijn doet geen afbreuk aan het recht van een lidstaat, of van een onderneming in die lidstaat, om het radioactief afval na verwerking terug te zenden naar het land van oorsprong, wanneer

a)

naar die lidstaat of onderneming in die lidstaat radioactief afval voor verwerking moet worden overgebracht, of

b)

naar die lidstaat of onderneming in die lidstaat ander materiaal moet worden overgebracht met als doel het radioactieve afval terug te winnen.

Deze richtlijn doet geen afbreuk aan het recht van een lidstaat of van een onderneming in die lidstaat waarnaar verbruikte splijtstof voor behandeling of opwerking wordt overgebracht, om uit het behandelings- of opwerkingsproces teruggewonnen radioactief afval of een overeengekomen gelijkwaardig product naar het land van oorsprong terug te zenden.

Artikel 3

Definities

Voor de toepassing van deze richtlijn gelden de volgende definities:

1.   „sluiting”: de beëindiging van alle operaties een zekere tijd nadat verbruikte splijtstof of radioactief afval in een bergingsfaciliteit is geplaatst, met inbegrip van de uiteindelijke engineering of andere werkzaamheden die vereist zijn om de faciliteit voor de lange termijn te beveiligen;

2.   „bevoegde regelgevende autoriteit”: een autoriteit of stelsel van autoriteiten als bedoeld in artikel 6, door een lidstaat aangewezen voor de regulering van de veiligheid van het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval;

3.   „berging”: de plaatsing van verbruikte splijtstof of radioactief afval in een faciliteit zonder de bedoeling die splijtstof of dat afval terug te halen;

4.   „bergingsfaciliteit”: elke faciliteit of installatie die de berging van radioactief afval als voornaamste doel heeft;

5.   „vergunning”: elk wettelijk document uitgereikt onder de bevoegdheid van een lidstaat voor het uitvoeren van om het even welke activiteit in verband met het beheer van verbruikte splijtstof of radioactief afval, of om de verantwoordelijkheid te verlenen voor de locatiekeuze, het ontwerp, de bouw, de inwerkingstelling, de bedrijfsvoering, de ontmanteling of de sluiting van een faciliteit voor het beheer van verbruikte splijtstof of een faciliteit voor het beheer van radioactief afval;

6.   „vergunninghouder”: een rechtspersoon of natuurlijke persoon die de in een vergunning gespecificeerde algemene verantwoordelijkheid voor een activiteit of een faciliteit in verband met het beheer van verbruikte splijtstof of radioactief afval draagt;

7.   „radioactief afval”: radioactief materiaal in gasvormige, vloeibare of vaste staat waarvoor de lidstaat of een natuurlijke persoon of rechtspersoon wiens beslissing door de lidstaat is aanvaard, geen verder gebruik meer voorziet of overweegt, en dat door een bevoegde regelgevende autoriteit onder het wet- en regelgevende kader van de lidstaat als radioactief afval wordt beschouwd;

8.   „beheer van radioactief afval”: alle activiteiten die te maken hebben met het hanteren, de voorbehandeling, de behandeling, het conditioneren, de opslag of de berging van radioactief afval, met uitzondering van het vervoer buiten het terrein van de faciliteit;

9.   „faciliteit voor het beheer van radioactief afval”: elke faciliteit of installatie die het beheer van radioactief afval als voornaamste doel heeft;

10.   „opwerking”: een proces of procedé dat tot doel heeft splijtbaar materiaal en kweekstof te onttrekken aan verbruikte splijtstof met het oog op verder gebruik;

11.   „verbruikte splijtstof”: kernsplijtstof die bestraald is en permanent uit een reactorkern is verwijderd; verbruikte splijtstof kan worden beschouwd hetzij als een bruikbare bron die kan worden opgewerkt, hetzij als radioactief afval dat bestemd is voor berging;

12.   „beheer van verbruikte splijtstof”: alle activiteiten die te maken hebben met het hanteren, de opslag, de opwerking of de berging van verbruikte splijtstof, met uitzondering van het vervoer buiten het terrein van de faciliteit;

13.   „faciliteit voor het beheer van verbruikte splijtstof”: elke faciliteit of installatie die het beheer van verbruikte splijtstof als voornaamste doel heeft;

14.   „opslag”: het onderbrengen van verbruikte splijtstof of radioactief afval in een faciliteit met de bedoeling die splijtstof of dat afval terug te halen.

Artikel 4

Algemene beginselen

1.   Er worden door de lidstaten nationale beleidsmaatregelen betreffende het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval opgesteld en in stand gehouden. Onverminderd artikel 2, lid 3, dragen de lidstaten de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor hun beheer van verbruikte splijtstof en het daardoor geproduceerde radioactief afval.

2.   Indien radioactief afval of verbruikte splijtstof wordt overgebracht naar een lidstaat of een derde land, blijft de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de veilige en verantwoorde berging van dit materiaal, ook voor al het als bijproduct gegenereerd afval, berusten bij de lidstaat of het derde land van waaruit het radioactief materiaal is verzonden.

3.   Het nationale beleid wordt gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

a)

de productie van radioactief afval wordt tot het praktisch haalbare minimum beperkt, zowel wat de activiteit als het volume ervan betreft, door middel van aangepaste ontwerpmaatregelen en praktijken inzake bedrijfsvoering en ontmanteling, met inbegrip van recycling en hergebruik van materialen;

b)

er wordt rekening gehouden met de onderlinge afhankelijkheid van alle stappen in de productie en het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval;

c)

verbruikte splijtstof en radioactief afval worden op een veilige manier beheerd, voor de lange termijn onder meer met passieve veiligheidsmaatregelen;

d)

bij de uitvoering van de maatregelen wordt een graduele aanpak gevolgd;

e)

de kosten voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval komen ten laste van degene die deze materialen hebben geproduceerd;

f)

in alle stadia van het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval wordt een empirisch onderbouwd en gedocumenteerd besluitvormingsproces gevolgd.

4.   Radioactief afval wordt geborgen in de lidstaat waar het is geproduceerd, tenzij op het moment van overbrenging, rekening houdend met de door de Commissie overeenkomstig artikel 16, lid 2, van Richtlijn 2006/117/Euratom opstelde criteria, tussen de betrokken lidstaat en een andere lidstaat of een derde land een overeenkomst van kracht is op grond waarvan een bergingsfaciliteit in één van hen zal worden gebruikt.

De lidstaat van waaruit naar een derde land wordt uitgevoerd stelt de Commissie vóór de overbrenging op de hoogte van de inhoud van een dergelijke overeenkomst en neemt redelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat:

a)

het land van bestemming een overeenkomst over bestraalde splijtstof en het beheer van radioactief afval heeft gesloten met de Euratom-Gemeenschap, of partij is bij het Gezamenlijk Verdrag inzake de veiligheid van het beheer van bestraalde splijtstof en inzake de veiligheid van het beheer van radioactief afval („het Gezamenlijk Verdrag”);

b)

het land van bestemming beschikt over programma’s inzake beheer en berging van radioactief afval waarvan de doelstellingen qua hoog veiligheidsniveau gelijkwaardig zijn aan de bij deze richtlijn vastgestelde doelstellingen, en

c)

de bergingsfaciliteit in het land van bestemming gemachtigd is het over te brengen radioactief aval te ontvangen, operationeel is vóór de overbrenging en beheerd wordt overeenkomstig de voorschriften van het programma van het land van bestemming inzake beheer en berging van radioactief afval.

HOOFDSTUK 2

VERPLICHTINGEN

Artikel 5

Nationaal kader

1.   Er wordt door de lidstaten een passend nationaal wettelijk, regelgevend en organisatorisch kader voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval opgesteld en in stand gehouden („het nationale kader”) waarmee verantwoordelijkheden worden toegewezen en wordt voorzien in coördinatie tussen de betrokken bevoegde instanties. Het nationale kader omvat:

a)

een nationaal programma voor de uitvoering van het beleid inzake het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval;

b)

een nationale regeling voor de veiligheid van het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval. De lidstaten bepalen de wijze waarop de regeling wordt aangenomen alsmede met welk instrument de regeling wordt toegepast;

c)

een vergunningstelsel inzake activiteiten en/of faciliteiten voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval, met inbegrip van een verbod op die activiteiten en/of op de bedrijfsvoering van een faciliteit daarvoor zonder vergunning, met in voorkomend geval voorschriften voor het verdere beheer van de activiteit of de faciliteit of van beide;

d)

een regeling met passende controle, een beheerssysteem, regelmatige inspecties, documentatie en rapportage met betrekking tot activiteiten en/of faciliteiten voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval, met inbegrip van passende maatregelen voor de periode na sluiting van bergingsfaciliteiten;

e)

handhavingsmaatregelen, waaronder het schorsen van activiteiten en het wijzigen, verlopen of intrekken van een vergunning met, zo nodig, voorschriften voor alternatieve oplossingen die de veiligheid verhogen;

f)

de toewijzing van verantwoordelijkheden aan de bij de verschillende stadia van het beheer van afgewerkte splijtstof en radioactief afval betrokken instanties. Middels het nationale kader wordt in het bijzonder de hoofdverantwoordelijkheid voor verbruikte splijtstof en radioactief afval bij de producenten ervan gelegd of, in specifieke omstandigheden, bij een vergunninghouder aan wie bevoegde instanties deze verantwoordelijkheid hebben toegewezen;

g)

nationale voorschriften voor de voorlichting en deelname van het publiek;

h)

de in artikel 9 bedoelde financieringsregelingen voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval.

2.   De lidstaten zorgen ervoor dat het nationale kader waar passend wordt verbeterd, waarbij rekening wordt gehouden met tijdens de bedrijfsvoering opgedane ervaring, de inzichten verkregen tijdens het in artikel 4, lid 3, onder f), bedoelde besluitvormingsproces en de ontwikkeling van technologie en onderzoek ter zake.

Artikel 6

Bevoegde regelgevende autoriteit

1.   Er wordt door elke lidstaat een regelgevende autoriteit op het gebied van de veiligheid van het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval ingesteld en in stand gehouden.

2.   De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde regelgevende autoriteit functioneel gescheiden is van andere instanties of organisaties die bij de bevordering of het gebruik van kernenergie of radioactief materiaal betrokken zijn, onder meer op het gebied van elektriciteitsproductie en toepassingen van radio-isotopen, of bij het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval, teneinde te zorgen voor de daadwerkelijke onafhankelijkheid van ongewenste beïnvloeding bij haar regelgevende taken.

3.   De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde regelgevende autoriteit de juridische bevoegdheden en de personele en financiële middelen krijgt om haar verplichtingen in verband met het in artikel 5, lid 1, onder b), c), d) en e), omschreven nationale kader te vervullen.

Artikel 7

Vergunninghouders

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat de hoofdverantwoordelijkheid voor de veiligheid van faciliteiten en activiteiten inzake het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval bij de vergunninghouder berust. Deze verantwoordelijkheid mag niet worden gedelegeerd.

2.   De lidstaten zorgen ervoor dat met het ingestelde nationale kader van vergunninghouders wordt verlangd dat zij, onder officieel toezicht van de bevoegde regelgevende autoriteit, op stelselmatige en verifieerbare wijze en zoveel als redelijkerwijs uitvoerbaar is, regelmatig de veiligheid van faciliteiten en activiteiten inzake het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval evalueren, verifiëren en continu verbeteren. Dit geschiedt door middel van een passende veiligheidsbeoordeling en andere argumenten en bewijzen.

3.   Bij het vergunnen van een faciliteit of activiteit heeft het aantonen van de veiligheid betrekking op de ontwikkeling en bedrijfsvoering van een activiteit en op de ontwikkeling, bedrijfsvoering en ontmanteling van een faciliteit of de sluiting van een bergingsfaciliteit, alsmede op de periode na de sluiting van een bergingsfaciliteit. De mate waarin de veiligheid moet worden aangetoond, is evenredig met de complexiteit van de werkzaamheden en de omvang van de aan het radioactief afval en de verbruikte splijtstof, en de faciliteit of activiteit verbonden risico’s. De vergunningsprocedure draagt bij tot de veiligheid van de faciliteit of de activiteit onder normale bedrijfsomstandigheden, voorzienbare bedrijfsvoorvallen en ongevallen waarop het ontwerp berekend is. Dit resulteert in de vereiste veiligheidsborging van de faciliteit of activiteit. Er moeten maatregelen zijn genomen ter voorkoming van ongevallen en ter beperking van de gevolgen van ongevallen; onder meer moet zijn nagegaan welke fysieke beschermingsmechanismen en administratieve beschermingsprocedures van vergunninghouders zouden moeten falen voordat werknemers en het publiek op significante wijze door ioniserende straling worden getroffen. In deze aanpak worden de onzekerheden vastgesteld en beperkt.

4.   De lidstaten zorgen ervoor dat het nationale kader vergunninghouders ertoe verplicht geïntegreerde beheerssystemen vast te stellen en toe te passen, met inbegrip van kwaliteitsborging, met bij het algemeen beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval gepaste voorrang voor veiligheid, en dat bedoelde systemen regelmatig door de bevoegde regelgevende autoriteit worden gecontroleerd.

5.   De lidstaten zorgen ervoor dat het nationale kader de vergunninghouders ertoe verplicht in adequate financiële en personele middelen te voorzien en die aan te houden, om te voldoen aan de in de leden 1 tot en met 4 genoemde verplichtingen inzake de veiligheid van het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval.

Artikel 8

Deskundigheid en bekwaamheid

De lidstaten zorgen ervoor dat het nationale kader alle partijen ertoe verplicht te voorzien in regelingen voor opleiding en training van hun personeel, alsmede voor onderzoek en ontwikkeling van activiteiten om te voldoen aan het nationale programma voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval, teneinde de nodige deskundigheid en bekwaamheid te verwerven, in stand te houden en verder te ontwikkelen.

Artikel 9

Financiële middelen

De lidstaten zorgen ervoor dat het nationale kader voorschrijft dat voldoende financiële middelen beschikbaar moeten zijn, op het moment dat zulks nodig is voor het uitvoeren van de in artikel 11 bedoelde nationale programma’s, in het bijzonder voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval, en dat daarbij voldoende rekening moet worden gehouden met de verantwoordelijkheid van de producenten van verbruikte splijtstof en radioactief afval.

Artikel 10

Transparantie

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat aan werknemers en het publiek de nodige informatie met betrekking tot het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval ter beschikking wordt gesteld. Deze verplichting houdt in dat de bevoegde regelgevende autoriteit het publiek informeert op de gebieden die onder haar bevoegdheid vallen. De informatie wordt aan het publiek ter beschikking gesteld overeenkomstig de nationale wetgeving en internationale verplichtingen, mits hiermee geen andere, in nationale wetgeving en internationale verplichtingen erkende belangen, onder meer die inzake beveiliging, in gevaar worden gebracht.

2.   De lidstaten zorgen ervoor dat het publiek, overeenkomstig de nationale wetgeving en internationale verplichtingen, de nodige gelegenheid krijgt om daadwerkelijk deel te nemen aan het besluitvormingsproces inzake het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval.

Artikel 11

Nationale programma’s

1.   Elke lidstaat zorgt voor de uitvoering van zijn nationale programma voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval (hierna „nationale programma”), dat alle types verbruikte splijtstof en radioactief afval bestrijkt die onder zijn bevoegdheid vallen en dat van productie tot berging van toepassing is op alle stadia van het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval.

2.   Elke lidstaat beoordeelt regelmatig zijn nationale programma en werkt dit bij, en houdt daarbij indien nodig rekening met de technische en wetenschappelijke vooruitgang en met aanbevelingen, lessen en goede praktijken collegiale toetsingen.

Artikel 12

Inhoud van de nationale programma’s

1.   In de nationale programma’s wordt aangegeven hoe de lidstaten hun nationale beleid als bedoeld in artikel 4 willen uitvoeren, met het oog op een verantwoordelijk en veilig beheer van radioactief afval en verbruikte splijtstof, teneinde de doelstellingen van deze richtlijn met zekerheid te bereiken; de programma’s bevatten tevens:

a)

de globale doelstellingen van het nationale beleid van de lidstaten ten aanzien van het beheer van radioactief afval en verbruikte splijtstof;

b)

de belangrijke mijlpalen en duidelijke tijdsbestekken voor het bereiken van deze mijlpalen in het licht van de globale doelstellingen van de nationale programma’s;

c)

een inventaris van alle verbruikte splijtstof en radioactief afval, en ramingen van toekomstige hoeveelheden, met inbegrip van die welke voortkomen uit ontmanteling. In deze inventaris staan duidelijk de locatie en de hoeveelheid radioactief afval en verbruikte splijtstof vermeld, volgens de juiste indeling van radioactieve afvalstoffen;

d)

concepten, plannen en technische oplossingen voor het beheer van radioactief afval en verbruikte splijtstof, van productie tot berging;

e)

concepten of plannen voor de periode na de sluiting van een bergingsfaciliteit, met nadere bepalingen over de termijn waarin passende controles worden aangehouden en over de in te zetten middelen om de kennis over deze faciliteit op lange termijn te behouden;

f)

onderzoeks-, ontwikkelings- en demonstratieactiviteiten die nodig zijn om oplossingen voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval toe te passen;

g)

de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het nationale programma en de essentiële prestatie-indicatoren voor toezicht op de voortgang van de uitvoering;

h)

een beoordeling van de kosten van het nationale programma en de onderliggende basis en hypothesen voor deze beoordeling, met inbegrip van een tijdsprofiel;

i)

de van kracht zijnde financieringsregeling(en);

j)

het transparantiebeleid of -proces als bedoeld in artikel 10;

k)

in voorkomend geval, met een lidstaat of een derde land gesloten overeenkomst(en) over het beheer van verbruikte splijtstof of radioactief afval, inclusief het gebruik van bergingsfaciliteiten.

2.   Het nationale programma en het nationale beleid mogen vervat zijn in een enkel document ofwel in een aantal documenten.

Artikel 13

Kennisgeving

1.   De lidstaten stellen de Commissie in kennis van hun nationale programma’s en van alle belangrijke verdere wijzigingen.

2.   De Commissie kan binnen zes maanden na die kennisgeving verzoeken om verduidelijking en/of haar standpunt bekendmaken over de vraag of de inhoud van het nationale programma in overeenstemming is met artikel 12.

3.   Binnen zes maanden na ontvangst van de reactie van de Commissie verstrekken de lidstaten de gevraagde verduidelijkingen en/of informeren zij de Commissie over een eventuele herziening van het nationale programma.

4.   Wanneer de Commissie beslissingen neemt over het verstrekken van financiële of technische Euratom-bijstand voor faciliteiten of activiteiten voor het beheer van radioactief afval en verbruikte splijtstof, zal zij rekening houden met de verduidelijkingen over en de voortgang van de nationale programma’s van de lidstaten.

Artikel 14

Rapportering

1.   De lidstaten leggen de Commissie een verslag voor over de uitvoering van deze richtlijn, voor de eerste maal uiterlijk op 23 augustus 2015, en vervolgens om de drie jaar, en maken daarbij gebruik van de toetsing en rapportering uit hoofde van het Gezamenlijk Verdrag.

2.   Op basis van de verslagen van de lidstaten dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad het volgende in:

a)

een voortgangsverslag over de uitvoering van deze richtlijn, en

b)

een inventaris van het radioactief afval en de verbruikte splijtstof aanwezig op het grondgebied van de Gemeenschap, en van de vooruitzichten voor de toekomst.

3.   Op gezette tijden, en ten minste om de tien jaar, organiseren de lidstaten zelfevaluaties van hun nationale kader, de bevoegde regelgevende autoriteit en het nationale programma en de uitvoering daarvan, en verzoeken zij om een internationale collegiale toetsing van hun nationale kader, bevoegde regelgevende autoriteit en/of nationale programma teneinde te waarborgen dat bij het veilige beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval stringente veiligheidnormen worden bereikt. De resultaten van iedere internationale collegiale toetsing worden aan de Commissie en de andere lidstaten bekendgemaakt en kunnen aan het publiek ter beschikking worden gesteld mits dit niet in strijd is met de beveiliging en de eigendom van de informatie.

HOOFDSTUK 3

SLOTBEPALINGEN

Artikel 15

Omzetting

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om vóór 23 augustus 2013 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De verplichtingen inzake omzetting en uitvoering van de bepalingen van deze richtlijn die verband houden met verbruikte splijtstof, zijn niet van toepassing op Cyprus, Denemarken, Estland, Ierland, Letland, Luxemburg en Malta, zolang deze landen beslissen geen activiteiten in verband met splijtstof te ontwikkelen.

3.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen, alsmede van elke latere wijziging van die bepalingen.

4.   De lidstaten stellen de Commissie zo spoedig mogelijk maar uiterlijk op 23 augustus 2015 een eerste keer in kennis van de inhoud van hun nationale programma dat alle in artikel 12 vermelde elementen omvat.

Artikel 16

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 17

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 19 juli 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

M. SAWICKI


(1)  Advies van 4 mei 2011 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Advies van 23 juni 2011 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3)  PB L 159 van 29.6.1996, blz. 1.

(4)  C-187/87 (1988 ECR blz. 5013) en C-29/99 (2002 ECR blz. I-11221).

(5)  PB L 371 van 30.12.1987, blz. 76.

(6)  PB L 357 van 7.12.1989, blz. 31.

(7)  PB L 346 van 31.12.2003, blz. 57.

(8)  PB L 102 van 11.4.2006, blz. 15.

(9)  PB L 337 van 5.12.2006, blz. 21.

(10)  PB L 338 van 17.12.2008, blz. 69.

(11)  PB L 172 van 2.7.2009, blz. 18.

(12)  PB L 156 van 25.6.2003, blz. 17.

(13)  PB L 197 van 21.7.2001, blz. 30.

(14)  PB L 330 van 28.11.2006, blz. 31.

(15)  PB L 195 van 17.7.2007, blz. 44.


BESLUITEN

2.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 199/57


BESLUIT 2011/486/GBVB VAN DE RAAD

van 1 augustus 2011

betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten in verband met de situatie in Afghanistan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 27 mei 2002 Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/GBVB vastgesteld betreffende beperkende maatregelen tegen Osama bin Laden, de leden van de Al-Qa’ida-organisatie, de Taliban en andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten (1).

(2)

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 17 juni 2011 Resolutie („UNSCR”) 1988 (2011) aangenomen waarin wordt geconstateerd dat de veiligheidssituatie in Afghanistan is veranderd en dat sommige leden van de Taliban zich met de regering van Afghanistan hebben verzoend, de terroristische ideologie van Al-Qa’ida en zijn volgers hebben afgezworen, en steun verlenen aan een vreedzame oplossing voor het aanhoudende conflict in Afghanistan.

(3)

In UNSCR 1988 (2011) wordt voorts gesteld dat ondanks de evolutie van de situatie in Afghanistan en niettegenstaande de vorderingen met de verzoening, de situatie bedreigend blijft voor de internationale vrede en veiligheid, en dat die bedreiging bestreden dient te worden.

(4)

Bij UNSCR 1988 (2011) werden ook bepaalde beperkende maatregelen ingesteld ten aanzien van personen en entiteiten die vóór 17 juni 2011 als de Taliban zijn aangemerkt, ten aanzien van andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten, zoals vermeld in rubriek A („Individuals associated with the Taliban”) en in rubriek B („Entities and other groups and undertaking associated with the Taliban”) van de geconsolideerde lijst van het comité dat is ingesteld krachtens UNSCR 1267 (1999) en UNSCR 1333 (2000) vanaf de datum van aanneming van UNSCR 1988 (2011), en ten aanzien van andere personen, groepen, ondernemingen en entiteiten die met de Taliban verbonden zijn in de bedreiging die zij vormen voor de vrede, de stabiliteit en de veiligheid van Afghanistan, zoals aangeduid door het uit hoofde van punt 30 van UNSCR 1988 (2011) ingestelde comité van de Veiligheidsraad (hierna het „Sanctiecomité” genoemd).

(5)

Voor de uitvoering van bepaalde maatregelen zijn verdere maatregelen van de Unie nodig,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Er worden beperkende maatregelen, waarin is voorzien in artikel 2, artikel 3, lid 1, en artikel 4, leden 1 en 2, ingesteld ten aanzien van personen en entiteiten die vóór 17 juni 2011 als de Taliban zijn aangemerkt, ten aanzien van andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten, zoals vermeld in afdeling A („Individuals associated with the Taliban”) en afdeling B („Entities and other groups and undertaking associated with the Taliban”) van de geconsolideerde lijst van het comité dat is ingesteld krachtens UNSCR 1267 (1999) en UNSCR 1333 (2000) vanaf 17 juni 2011, en ten aanzien van andere personen, groepen, ondernemingen en entiteiten die met de Taliban verbonden zijn in de bedreiging die zij vormen voor de vrede, de stabiliteit en de veiligheid van Afghanistan, zoals aangeduid door het Sanctiecomité.

2.   De betrokken personen, groepen, ondernemingen en entiteiten staan vermeld in de bijlage.

Artikel 2

Ten aanzien van de in artikel 1 bedoelde personen, groepen, ondernemingen en entiteiten nemen de lidstaten de nodige maatregelen ter voorkoming van de rechtstreekse en onrechtstreekse levering, verkoop of overdracht aan hen van wapens en alle soorten aanverwant materieel, waaronder wapens en munitie, militaire voertuigen en militaire uitrusting, paramilitaire uitrusting en onderdelen daarvoor, alsmede van technisch advies of technische bijstand of opleiding in verband met militaire activiteiten, vanaf het grondgebied van de lidstaten, door onderdanen van de lidstaten of met gebruik van onder de vlag van een lidstaat varende schepen of tot hun nationale luchtvaartmaatschappij behorende vliegtuigen.

Artikel 3

1.   De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de in artikel 1 bedoelde personen de binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied te beletten.

2.   Lid 1 houdt niet in dat de lidstaten verplicht zijn de binnenkomst op hun grondgebied van hun eigen onderdanen te beletten.

3.   Lid 1 is niet van toepassing wanneer binnenkomst of doorreis noodzakelijk is in verband met een gerechtelijk proces of het Sanctiecomité enkel per geval vaststelt dat binnenkomst of doorreis gerechtvaardigd is, mede wanneer deze rechtstreeks in verband staat met het ondersteunen van de inspanningen van de Afghaanse regering om verzoening dichterbij te brengen.

4.   In de gevallen waarin een lidstaat krachtens lid 3 machtiging verleent tot binnenkomst in of doorreis via zijn grondgebied van door het Sanctiecomité aangewezen personen, geldt deze machtiging alleen voor het doel waarvoor zij is verleend en alleen voor de personen waarop zij betrekking heeft.

Artikel 4

1.   Alle tegoeden en andere financiële activa of economische middelen van personen, groepen, ondernemingen en entiteiten bedoeld in artikel 1, met inbegrip van tegoeden verkregen uit goederen waarvan de eigendom of waarover de zeggenschap rechtstreeks of onrechtstreeks berust bij hen of bij personen die namens hen of op hun aanwijzing handelen, worden bevroren.

2.   Tegoeden, financiële activa of economische middelen worden rechtstreeks noch onrechtstreeks aan of ten behoeve van de in lid 1 bedoelde personen, groepen, ondernemingen of entiteiten ter beschikking gesteld.

3.   Lidstaten mogen ontheffingen van de in de leden 1 en 2 genoemde maatregelen toestaan voor tegoeden en andere financiële activa of economische middelen die:

a)

noodzakelijk zijn ter dekking van basisuitgaven, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of nutsvoorzieningen;

b)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of financiële of economische middelen;

d)

noodzakelijk zijn ter dekking van uitzonderlijke uitgaven, na kennisgeving door de betrokken lidstaat aan het Sanctiecomité en goedkeuring door dit comité.

4.   De in lid 3, onder a), b) en c), bedoelde ontheffingen kunnen worden verleend na kennisgeving aan het Sanctiecomité door de betrokken lidstaat van zijn voornemen om, waar van toepassing, toestemming te verlenen voor de toegang tot dergelijke tegoeden, activa of middelen en bij uitblijven van een negatief besluit van het Sanctiecomité binnen drie werkdagen na deze kennisgeving.

5.   Lid 2 is niet van toepassing op het overmaken op bevroren rekeningen van:

a)

rente of andere inkomsten op bevroren rekeningen; of

b)

verschuldigde betalingen uit hoofde van contracten, overeenkomsten of verbintenissen die ontstaan zijn vóór het tijdstip waarop die rekeningen aan restrictieve maatregelen werden onderworpen,

mits die rente, andere inkomsten en betalingen onder lid 1 blijven vallen.

Artikel 5

De Raad stelt de in de bijlage vervatte lijst op en wijzigt deze overeenkomstig de aanwijzingen van de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité.

Artikel 6

1.   Wanneer de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité een persoon, groep, onderneming of entiteit op de lijst plaatst, neemt de Raad die persoon, groep, onderneming of entiteit op in de bijlage. De Raad stelt de betrokken persoon, groep, onderneming of entiteit in kennis van zijn besluit en van de motivering voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de bekendmaking van een kennisgeving, zodat zij daarover opmerkingen kunnen indienen.

2.   Indien er opmerkingen worden ingediend of materieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, heroverweegt de Raad zijn besluit en brengt hij de persoon, groep, onderneming of entiteit van het resultaat op de hoogte.

Artikel 7

1.   In de bijlage worden de door de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité opgegeven redenen vermeld waarom personen, groepen, ondernemingen of entiteiten op de lijst zijn geplaatst.

2.   De bijlage bevat tevens, wanneer beschikbaar, informatie die door de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité is verstrekt en die nodig is om de betrokken personen, groepen, ondernemingen of entiteiten te kunnen identificeren. Met betrekking tot personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en Motivering voor plaatsing op de lijst of beroep. Met betrekking tot groepen, ondernemingen of entiteiten kan die informatie namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en de plaats van vestiging omvatten. De bijlage vermeldt tevens de datum waarop zij door de Veiligheidsraad of door het Sanctiecomité op de lijst zijn geplaatst.

Artikel 8

Dit besluit wordt zo nodig herzien, gewijzigd of ingetrokken op basis van door de Veiligheidsraad genomen besluiten.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 1 augustus 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

M. DOWGIELEWICZ


(1)  PB L 139 van 29.5.2002, blz. 4.


BIJLAGE

LIJST VAN DE IN ARTIKEL 1 BEDOELDE PERSONEN, GROEPEN, ONDERNEMINGEN EN ENTITEITEN

A.   Met de Taliban verbonden personen

(1)

Abdul Baqi.

Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincies Khost en Paktika onder het Taliban-regime; b) vice-minister van Informatie en Cultuur onder het Taliban-regime; c) consulaire afdeling, ministerie van Buitenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1962. Geboorteplaats: Jalalabad, provincie Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(2)

Abdul Qadeer Abdul Baseer.

Titel: a) Generaal; b) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: militair attaché, „ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1964. Geboorteplaats: Nangarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000974 (Afghaans paspoort). Overige informatie: gerepatrieerd naar Afghanistan in februari 2006. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(3)

Amir Abdullah (ook bekend als Amir Abdullah Sahib).

Adres: Karachi, Pakistan. Geboortedatum: rond 1972. Geboorteplaats: provincie Paktika, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:20.7.2010.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Amir Abdullah was penningmeester van Abdul Ghani Baradar, een hooggeplaatste Talibanleider (TI.B.24.01.), en voormalig adjunct van de Talibangouverneur van de provincie Kandahar in Afghanistan. Reisde voor de Taliban naar Koeweit, Saudi-Arabië, Libië en de Verenigde Arabische Emiraten om fondsen te werven. Vergemakkelijkte de communicatie tussen de Talibanleiders en coördineerde bijeenkomsten van hooggeplaatste figuren in het gastenverblijf van zijn woning in Pakistan. Hielp tal van hooggeplaatste Talibanleden die in 2001 Afghanistan waren ontvlucht om zich in Pakistan te vestigen.

(4)

Abdul Manan.

Titel: a) Mr; b) Mawlawi. Motivering voor plaatsing op de lijst: handelsattaché, Taliban-ambassade, Abu Dhabi. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(5)

Abdul Razaq.

Titel: Maulavi. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) minister van Handel (Taliban-regime); b) gearresteerd in 2003 in de provincie Kandahar in Afghanistan. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

(6)

Abdul Wahab.

Titel: Malawi. Motivering voor plaatsing op de lijst: zaakgelastigde van de Taliban in Riyadh tijdens het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1973. Geboorteplaats: provincie Faryab, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(7)

Abdul Rahman Agha.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: Opperrechter van het Militaire Hof van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(8)

Abdul Wasay Mu’tasim Agha (ook bekend als a) Mutasim Aga Jan; b) Agha Jan; c) Abdul Wasay Agha Jan Motasem).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Financiën van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

(9)

Janan Agha.

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Fariab (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: provincie Centraal-Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(10)

Sayed Mohammad Azim Agha (ook bekend als a) Sayed Mohammad Azim Agha; b) Agha Saheb).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: in dienst van de afdeling paspoorten en visa van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1966. Geboorteplaats: provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(11)

Sayyed Ghiassouddine Agha (ook bekend als a) Sayed Ghiasuddin Sayed Ghousuddin; b) Sayyed Ghayasudin; c) Sayed Ghias).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) minister van Bedevaart en Religieuze Aangelegenheden van het Taliban-regime; b) minister van Onderwijs van het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1958 en 1963. Geboorteplaats: provincie Faryab, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Faryab, Afghanistan sinds mei 2007; b) betrokken bij drugshandel. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

(12)

Mohammad Ahmadi.

Titel: a) Moellah; b) Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: president van de Da Afghanistan Bank onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(13)

Mohammad Shafiq Ahmadi.

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Samangan (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(14)

Ahmadullah (ook bekend als Ahmadulla).

Titel: Qari. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Veiligheid (Inlichtingen) van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1975. Geboorteplaats: district Qarabagh, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: naar verluidt overleden in december 2001. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(15)

Abdul Bari Akshund (ook bekend als Haji Moellah Sahib).

Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Helmand onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1953. Geboorteplaats: provincie Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) lid van een zevenkoppig leidinggevend comité van de Taliban in Kandahar, Afghanistan, sinds mei 2007; b) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(16)

Ahmed Jan Akhund.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Water en Elektriciteit van het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1953 en 1958. Geboorteplaats: provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(17)

Attiqullah Akhund.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Landbouw van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1953. Geboorteplaats: district Shawali Kott, Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(18)

Hamidullah Akhund.

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: hoofd van Ariana Afghan Airlines onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(19)

Mohammad Hassan Akhund.

Titel: a) Moellah; b) Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) eerste plaatsvervanger, Raad van ministers van het Taliban-regime; b) minister van Buitenlandse Zaken vóór Wakil Ahmad Mutawakil onder het Taliban-regime; c) gouverneur van Kandahar onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) van de partij van Malwhavi Khaalis, één van de zeven partijen van de Jihad tegen de Sovjet-Unie; b) afgestudeerd aan een madrassa in Quetta, Pakistan; c) naaste medewerker van Moellah Omar. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(20)

Mohammad Abbas Akhund.

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Volksgezondheid van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(21)

Mohammad Essa Akhund.

Titel: a) Alhaj; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Watervoorziening, Afvalwaterverwerking en Elektriciteit van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Spinboldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(22)

Ubaidullah Akhund (ook bekend als a) Obaidullah Akhund; b) Obaid Ullah Akhund).

Titel: a) Moellah; b) Hadji; c) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Defensie van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) een van de plaatsvervangers van Moellah Omar; b) lid van de Taliban-top, belast met militaire operaties. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(23)

Ahmad Jan Akhundzada Shukoor Akhundzada (ook bekend als a) Ahmad Jan Akhunzada; b) Ahmad Jan Akhund Zada).

Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Zabol (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboorteplaats: provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: Taliban-lid aan het hoofd van de provincie Uruzgan, Afghanistan, begin 2007. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(24)

Mohammad Eshaq Akhunzada.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Laghman (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1963 en 1968. Geboorteplaats: district Qarabajh, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(25)

Agha Jan Alizai (ook bekend als a) Haji Agha Jan Alizai; b) Hajji Agha Jan; c) Agha Jan Alazai; d) Haji Loi Lala; e) Loi Agha).

Titel: Hadji. Geboortedatum: a)15.10.1963; b)14.2.1973; c) 1967; d) rond 1957. Geboorteplaats: a) Hitemchai, provincie Helmand, Afghanistan; b) Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:4.11.2010.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Agha Jan Alizai leidde een van de grootste drugshandelnetwerken in de provincie Helmand, Afghanistan, en betaalde de Taliban om zijn drugshandel te beschermen. In 2008 trof een groep drugshandelaars, onder wie Alizai, een regeling met de Taliban waarbij zij aan de Taliban een grondbelasting betaalden voor hun opiumplantages en de Taliban in ruil daarvoor drugstransporten organiseerden. De Taliban stemden er ook mee in de drugshandelaars en hun opslagplaatsen bescherming te bieden, terwijl de drugshandelaars onderdak en vervoer verschaften aan Talibanstrijders. Alizai was ook betrokken bij de aankoop van wapens voor de Taliban en reisde regelmatig naar Pakistan om er hooggeplaatste Talibanleiders te ontmoeten. Alizai speelde ook een faciliterende rol bij de aanschaf van valse Iraanse paspoorten waarmee Talibanleden naar Iran reisden voor trainingen. In 2009 bezorgde Alizai een Talibanbevelhebber een paspoort en financïële middelen om naar Iran te reizen.

(26)

Allahdad (ook bekend als Akhund).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Woningbouw van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1953. Geboorteplaats: district Spinboldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

(27)

Aminullah Amin.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Saripul (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(28)

Mohammad Sadiq Amir Mohammad.

Titel: a) Alhaj; b) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: hoofd van het Afghaanse handelsagentschap, Peshawar, Pakistan onder het Taliban-regime. Geboortedatum: 1934. Geboorteplaats: Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: SE 011252 (Afghaans paspoort). Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(29)

Muhammad Taher Anwari (ook bekend als a) Mohammad Taher Anwari; b) Hadji Mudir).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) directeur Administratieve Aangelegenheden van het Taliban-regime; b) minister van Financiën van de Taliban. Geboortedatum: rond 1961. Geboorteplaats: district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(30)

Arefullah Aref.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Financiën van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

(31)

Sayed Esmatullah Asem (ook bekend als Esmatullah Asem).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) vice-minister van Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering van het Taliban-regime; b) secretaris-generaal van de Afghaanse Rode Halve Maan (ARCS) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1967. Geboorteplaats: provincie Ningarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) lid van de Taliban-top sinds mei 2007; b) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan; c) lid van de Taliban-raad van Peshawar. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(32)

Atiqullah.

Titel: a) Hadji; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Openbare Werken van het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

 

Kreeg een functie in Kandahar na de inname van Kabul door de Taliban in 1996. Werd in 1999 of 2000 benoemd tot eerste viceminister van Landbouw, en vervolgens tot viceminister van Openbare Werken onder het Talibanregime.

 

Werd na de val van het Talibanregime operationeel medewerker van de Taliban in het zuiden van Afghanistan. Werd in 2008 adjunct van de Talibangouverneur van de provincie Helmand in Afghanistan.

(33)

Azizirahman.

Titel: Mr. Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, ambassade van de Taliban, Abu Dhabi. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(34)

Abdul Ghani Baradar (ook bekend als Moellah Baradar Akhund).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Defensie van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: Weetmak, district Dehrawood, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) behoort tot de Popalzai-stam; b) hooggeplaatste militaire bevelhebber van de Taliban en lid van de „Quetta-raad” van de Taliban sinds mei 2007; c) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(35)

Shahabuddin Delawar.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: plaatsvervanger in het Hooggerechtshof van het Taliban-regime. Geboortedatum: 1957. Geboorteplaats: provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(36)

Dost Mohammad (ook bekend als Doost Mohammad).

Titel: a) Moellah; b) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Ghazni onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1968 en 1973. Geboorteplaats: district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) een van de militaire leiders van de Taliban in mei 2007; b) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(37)

Mohammad Azam Elmi.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Mijnbouw en Industrie van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: naar verluidt overleden in 2005. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(38)

Faiz.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: hoofd van de afdeling Voorlichting, ministerie van Buitenlandse Zaken van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1969. Geboorteplaats: provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(39)

Rustum Hanafi Habibullah (ook bekend als Rostam Nuristani).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Openbare Werken van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Dara Kolum, district Do Aab, provincie Nuristan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: lid van de Taliban belast met de provincie Nuristan, Afghanistan, sinds mei 2007. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(40)

Gul Ahmad Hakimi.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: handelsattaché, „consulaat-generaal” van de Taliban, Karachi. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(41)

Abdullah Hamad.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: consul-generaal, „consulaat-generaal” van de Taliban, Quetta, Pakistan. Geboortedatum: 1972. Geboorteplaats: Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 00857 (afgegeven op 20.11.1997). Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(42)

Hamdullah.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: repatriëringsattaché, „consulaat-generaal” van de Taliban, Quetta. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(43)

Zabihullah Hamidi.

Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Hoger Onderwijs van het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(44)

Din Mohammad Hanif (ook bekend als Qari Din Mohammad).

Titel: Qari. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) minister van Planning van het Taliban-regime; b) minister van Hoger Onderwijs van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1955. Geboorteplaats: provincie Badakhshan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(45)

Abdul Jalil Haqqani (ook bekend als Nazar Jan).

Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Buitenlandse Zaken van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Arghandaab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan; b) lid van de leidinggevende raad van de Taliban sinds mei 2007; c) lid van de financiële commissie van de Taliban-raad. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(46)

Badruddin Haqqani (ook bekend als Atiqullah).

Adres: Miram Shah, Pakistan. Geboortedatum: omstreeks 1975-1979. Overige informatie: a) operationeel bevelhebber van het Haqqani-netwerk en lid van de Taliban-raad in Miram Shah; b) heeft meegewerkt aan de leiding van aanvallen tegen doelwitten in Zuidoost-Afghanistan; c) zoon van Jalaluddin Haqqani, broer van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani en Nasiruddin Haqqani, neef van Khalil Ahmed Haqqani. Datum van aanwijzing door de VN:11.5.2011.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

 

Badruddin Haqqani is operationeel commandant van het Haqqani-netwerk, een aan de Taliban gelieerde groep militanten die opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Het Haqqani-netwerk heeft steeds een prominente rol gespeeld onder de opstandelingen in Afghanistan, en is verantwoordelijk voor diverse opvallende aanslagen. De leiding van het Haqqani-netwerk wordt gevormd door de oudste drie zoons van oprichter Jalaluddin Haqqani (TI.H.40.01.), die zich halverwege de jaren negentig achter het Talibanregime van Moellah Mohammed Omar (TI.0.4.01.) schaarde. Badruddin is de zoon van Jalaluddin en de broer van Nasiruddin Haqqani (TI.H.146.10.) en Sirajuddin Haqqani (TI.H.144.07.), en de neef van Khalil Ahmed Haqqani (TI.H.150.11.).

 

Badruddin gidst de met de Taliban samenwerkende opstandelingen en buitenlandse strijders naar doelwitten in Zuid-Oost-Afghanistan. Hij heeft zitting in de Talibanshura van Miram Shah, waaronder de activiteiten van het Haqqani-netwerk ressorteren.

 

Badruddin zou ook de man zijn achter ontvoeringen door het Haqqani-netwerk. Tal van Afghanen en buitenlanders zijn in de Afghaans-Pakistaanse grensstreek onder zijn verantwoordelijkheid ontvoerd.

(47)

Ezatullah Haqqani.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Planning van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1957. Geboorteplaats: provincie Laghman, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(48)

Jalaluddin Haqqani (ook bekend als a) Jalaluddin Haqani; b) Jallalouddin Haqqani; c) Jallalouddine Haqani).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Grensaangelegenheden van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1942. Geboorteplaats: provincie Khost, district Zadan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) vader van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani; b) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan; c) zou in juni 2007 zijn overleden, maar bleek in mei 2008 nog in leven. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

(49)

Khalil Ahmed Haqqani (ook bekend als a) Khalil Al-Rahman Haqqani; b) Khalil ur Rahman Haqqani; c) Khaleel Haqqani).

Titel: Hadji. Adres: a) Peshawar, Pakistan; b) bij de Dergey Manday Madrassa in de Dergey Manday, nabij Miram Shah, Noord-Waziristan, federaal bestuurde stamgebieden, Pakistan; c) Kayla nabij Miram Shah, Noord-Waziristan, federaal bestuurde stamgebieden, Pakistan; d) Sarana Zadran, provincie Paktia, Afghanistan. Geboortedatum: a)1.1.1966; b) tussen 1958 en 1964. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) eminent lid van het Haqqani-netwerk, dat opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan; b) reisde eerder naar Dubai, Verenigde Arabische Emiraten, met het oog op fondsenwerving; c) broer van Jalaluddin Haqqani en oom van Sirajuddin Jallaloudine Haqqani. Datum van aanwijzing door de VN:9.2.2011.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

 

Khalil Ahmed Haqqani is een hoge functionaris binnen het Haqqani-netwerk, een aan de Taliban gelieerde groep militanten die opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Het Haqqani-netwerk, dat een prominente rol speelt onder de opstandelingen in Afghanistan, is opgericht door de broer van Khalil Haqqani, Jalaluddin Haqqani (TI.H.40.01.), die zich halverwege de jaren negentig achter het Talibanregime van Moellah Mohammed Omar (TI.0.4.01.) schaarde.

 

Khalil Haqqani houdt zich bezig met fondsenwerving voor de Taliban en het Haqqani-netwerk; hij is vaak in het buitenland om er geldschieters te ontmoeten. In september 2009 was hij al in de Golfregio geweest en had er fondsen geworven, zoals ook uit bronnen in Zuid- en Oost-Azië.

 

Khalil Haqqani verstrekt ook steun aan de Taliban en het Haqqani-netwerk in Afghanistan. Begin 2010 al gaf hij financiële steun aan Talibancellen in de provincie Logar in Afghanistan. In 2009 leverde en controleerde hij ongeveer 160 soldaten in de provincie Logar in Afghanistan; hij was een van de schuldigen aan het vasthouden van tegenstanders die door de Taliban en het Haqqani-netwerk gevangen waren genomen. Voor Talibanoperaties stond Khalil Haqqani onder het bevel van Sirajuddin Haqqani (TI.H.144.07.), zijn neef.

 

Khalil Haqqani heeft voorts gewerkt voor rekening van Al Qaida (QE.A.4.01.), en is met hun militaire operaties in verband gebracht. In 2002 heeft hij troepen van Al Qaida in de provincie Paktia in Pakistan versterking geboden.

(50)

Mohammad Moslim Haqqani (ook bekend als Moslim Haqqani).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) vice-minister voor Bedevaart en Religieuze Aangelegenheden van het Taliban-regime; b) vice-minister van Hoger Onderwijs van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: provincie Baghlan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(51)

Mohammad Salim Haqqani.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister voor Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1967. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: afkomstig uit de provincie Laghman, Afghanistan. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

(52)

Nasiruddin Haqqani (ook bekend als a) Naseer Haqqani; b) Dr. Naseer Haqqani; c) Nassir Haqqani; d) Nashir Haqqani; e) Naseruddin; f) Dr. Alim Ghair).

Adres: Pakistan. Geboortedatum: rond 1970-1973. Geboorteplaats: Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: verbonden met het Haqqani-netwerk, dat opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:20.7.2010.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

 

Het Haqqani Netwerk is een aan de Taliban gelieerde groep militanten die opereert vanuit Noord-Waziristan in de federaal bestuurde stamgebieden van Pakistan. Het Haqqani-netwerk heeft steeds een prominente rol gespeeld onder de opstandelingen in Afghanistan, en is verantwoordelijk voor diverse opvallende aanslagen. De leiding van het Haqqani-netwerk wordt gevormd door de oudste drie zonen van stichter Jalaluddin Haqqani (TI.H.40.01.); een van hen is Nasiruddin Haqqani.

 

Nasiruddin Haqqani fungeert als afgezant voor het Haqqani-netwerk en doet vooral aan fondsenwerving. In 2004 reisde hij in gezelschap van een Talibanmedestander naar Saudi-Arabië om er geld te verzamelen voor de Taliban. Voorts heeft hij in 2004 geld verstrekt aan militanten in Afghanistan, om er de presidentsverkiezingen te saboteren. Zeker vanaf 2005 en tot 2008 heeft hij diverse reizen ondernomen om geld bijeen te brengen voor het Haqqani-netwerk, met name op geregelde tijdstippen naar de Verenigde Arabische Emiraten in 2007, en eenmaal naar een andere Golfstaat in 2008. Medio 2007 zou Haqqani over drie grote financieringsbronnen hebben beschikt: schenkingen uit de Golfregio, drugshandel, en betalingen door Al Qaida (QE.A.4.01.). Eind 2009 ontving Nasiruddin Haqqani honderdduizenden dollars van medestanders van Al Qaida op het Arabisch schiereiland om er de activiteiten van het Haqqani-netwerk mee te bekostigen.

(53)

Sayyed Mohammed Haqqani (ook bekend als Sayyed Mohammad Haqqani).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) directeur Administratieve Zaken van het Taliban-regime; b) hoofd Voorlichting en Cultuur in de provincie Kandahar tijdens het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1965. Geboorteplaats: provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) afgestudeerd aan Haqqaniya Madrassa in Pakistan; b) heeft vermoedelijk nauwe banden gehad met Taliban-leider Moellah Mohammad Omar; c) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Sayyed Mohammed Haqqani is een bondgenoot van Gulbbudin Hekmatyar (QI.H.88.03.) en een trouwe aanhanger van moellah Mohammed Omar (TI.0.4.01.). Als Directeur administratieve zaken van het Talibanregime verdeelde hij Afghaanse identiteitskaarten onder aan Al Qaida gelieerde buitenlanders die in Afghanistan vochten en zamelde hij grote sommen geld onder hen in.

Sayyed Mohammed Haqqani heeft in 2003 en 2004 verschillende ontmoetingen gehad met Aiman Muhammed Rabi al-Zawahiri (QI.A.6.01.) en Farhad, de secretaris van Mohammed Omar. Hij opende een boekenwinkel in de bazaar van Qissa Khwani, Peshawar, Pakistan, die betrokken was bij de financiering van de Taliban. In maart 2009 was hij nog altijd actief als leider van de Taliban-opstand.

(54)

Sirajuddin Jallaloudine Haqqani (ook bekend als a) Siraj Haqqani; b) Serajuddin Haqani; c) Siraj Haqani; d) Saraj Haqani; e) Khalifa).

Motivering voor plaatsing op de lijst: Na’ib Amir (tweede bevelhebber). Adres: a) Kela neighbourhood/Danda neighborhood, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan; b) Manba’ul uloom Madrasa, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan; c) Dergey Manday Madrasa, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan. Geboortedatum: rond 1977/1978. Geboorteplaats: a) Danda, Miramshah, Noord-Waziristan, Pakistan; b) Srana, district Garda Saray, provincie Paktia, Afghanistan; c) district Neka, provincie Paktika, Afghanistan; d) provincie Khost, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) sinds 2004 de belangrijkste operationele bevelhebber in de oostelijke en zuidelijke regio’s van Afghanistan; b) zoon van Jallaloudine Haqani; c) hoort tot de sectie Sultan Khel van de Zardan-stam van Garda Saray in de provincie Paktia, Afghanistan; d) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:13.9.2007.

(55)

Abdul Hai Hazem.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: eerste secretaris, „consulaat-generaal” van de Taliban, Quetta, Pakistan. Geboortedatum: 1971. Geboorteplaats: Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 0001203. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(56)

Hidayatullah (ook bekend als Abu Turab).

Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Burgerluchtvaart van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:8.3.2001.

(57)

Abdul Rahman Ahmad Hottak (ook bekend als Hottak Sahib).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister (Cultuur) van Voorlichting en Cultuur van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1957. Geboorteplaats: provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(58)

Najibullah Haqqani Hydayetullah (ook bekend als Najibullah Haqani).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Financiën van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1964. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) afkomstig uit Oost-Afghanistan; b) lid van de Taliban-raad in de provincie Kunar, Afghanistan, sinds mei 2007; c) neef van Moulavi Noor Jalal. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(59)

Gul Agha Ishakzai (ook bekend als a) Moellah Gul Agha; b) Moellah Gul Agha Akhund; c) Hidayatullah; d) Haji Hidayatullah; e) Hayadatullah).

Adres: Pakistan. Geboortedatum: rond 1972. Geboorteplaats: Band-e-Timor, Kandahar, Afghanistan. Overige informatie: maakt deel uit van een recent opgerichte Taliban-raad die de inzameling van de zakat (islamitische belasting) in de provincie Baluchistan, Pakistan coördineert. Datum van aanwijzing door de VN:20.7.2010.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

 

Gul Agha Ishakzai staat aan het hoofd van de financiële commissie van de Taliban en is lid van een onlangs ingestelde Talibanraad die de inzameling van de zakat (Islamitische belasting) in de provincie Baluchistan, Pakistan, coördineert. Hij heeft ook geld ingezameld voor zelfmoordaanslagen in Kandahar, Afghanistan, en was betrokken bij de uitkering van geld aan Talibanstrijders en hun familie.

 

Als jeugdvriend van Talibanleider Moellah Mohammad Omar (TI.O.4.01.) was Gul Agha Ishakzai Omars voornaamste financiële officier en een van zijn naaste adviseurs. Op een gegeven moment besliste hij wie Moellah Omar mocht ontmoeten. Hij woonde tijdens het Talibanregime samen met Omar in het presidentieel paleis.

 

In december 2005 heeft Gul Agha Ishakzai de verhuizing van mensen en goederen naar Talibantrainingskampen gefaciliteerd; eind 2006 reisde hij naar het buitenland voor de aanschaf van wapenonderdelen.

(60)

Noor Jalal (ook bekend als Nur Jalal).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister (Administratie) van Binnenlandse Zaken van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1960. Geboorteplaats: provincie Kunar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(61)

Qudratullah Jamal (ook bekend als Haji Sahib).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Voorlichting van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Gardez, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(62)

Saleh Mohammad Kakar (ook bekend als Saleh Mohammad).

Geboortedatum: rond 1962. Geboorteplaats: Nulgham, district Panjwai, Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: bezat een autohandel in Kandahar, Afghanistan. Datum van aanwijzing door de VN:4.11.2010.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Saleh Mohammad Kakar is een drugshandelaar die een georganiseerd smokkelnetwerk in de provincies Kandahar en Helmand, Afghanistan, leidde, om aan de logistieke en financiële noden van de Taliban te voldoen. Voor zijn arrestatie door de Afghaanse autoriteiten leidde hij laboratoria voor heroïneverwerking in Band-e-Timor, Kandahar, Afghanistan, die onder bescherming van de Taliban stonden. Kakar stond in contact met hoge Talibanleiders, inde namens hen geld bij drugshandelaars en beheerde en verstopte geld van hoge Talibanleden. Hij was ook verantwoordelijk voor het faciliteren van het betalen van belastingen aan de Taliban namens drugshandelaars. Kakar bezat een autohandel in Kandahar en verschafte voertuigen aan de Taliban voor zelfmoordaanslagen.

(63)

Rahamatullah Kakazada (ook bekend als a) Rehmatullah; b) Kakazada; c) Moellah Nasir).

Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: consul-generaal, „consulaat-generaal” van de Taliban, Karachi, Pakistan. Geboortedatum: 1968. Geboorteplaats: Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000952 (Afghaans paspoort afgegeven op 7.1.1999). Overige informatie: Taliban-gouverneur van de provincie Ghazni, Afghanistan, sinds mei 2007. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(64)

Abdul Rauf Khadem.

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: commandant van het Centraal Korps onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1958 en 1963. Geboorteplaats: Uruzgan/Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(65)

Khairullah Khairkhwah (ook bekend als Mullah Khairullah Khairkhwah).

Titel: a) Maulavi; b) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincie Herat (Afghanistan) onder het Taliban-regime; b) woordvoerder van het Taliban-regime; c) gouverneur van de provincie Kabul onder het Taliban-regime; d) minister van Binnenlandse Zaken onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Arghistan, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: in hechtenis sinds juni 2007. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(66)

Abdul Razaq Akhund Lala Akhund.

Titel: Mullah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) minister van Binnenlandse Zaken van het Taliban-regime; b) hoofd van de politie van Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Spinboldak, provincie Kandahar, Afghanistan, in het grensgebied met het district Chaman, Quetta, Pakistan. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(67)

Jan Mohmmad Madani.

Titel: Mr. Motivering voor plaatsing op de lijst: zaakgelastigde, ambassade van de Taliban, Abu Dhabi. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(68)

Zia-ur-Rahman Madani (ook bekend als a) Ziaurrahman Madani; b) Zaia u Rahman Madani; c) Madani Saheb).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Logar (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1960. Geboorteplaats: Taliqan, provincie Takhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) betrokken bij drugshandel; b) belast met de militaire aangelegenheden van de Taliban in de provincie Takhar, Afghanistan, sinds mei 2007; c) belast met de provincie Nangarhar. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(69)

Abdul Latif Mansur (ook bekend als Abdul Latif Mansoor).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Landbouw van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: lid van de Miram Shah-raad van de Taliban sinds mei 2007. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

(70)

Mohammadullah Mati.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Openbare Werken van het Taliban-regime. Geboorteplaats: district Arghandab, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(71)

Matiullah.

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: directeur van het douanekantoor Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1973. Geboorteplaats: district Daman, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(72)

Akhtar Mohammad Maz-Hari.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: onderwijsattaché, „consulaat-generaal” van de Taliban, Peshawar, Pakistan. Geboortedatum: 1970. Geboorteplaats: Kunduz, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: SE 012820 (Afghaans paspoort afgegeven op 4.11.2000). Overige informatie: naar verluidt overleden in 2007. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(73)

Fazl Mohammad Mazloom (ook bekend als a) Molah Fazl; b) Fazel Mohammad Mazloom).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: plaatsvervangend stafchef van het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1963 en 1968. Geboorteplaats: Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(74)

Nazar Mohammad.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Kunduz (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(75)

Mohammad Homayoon.

Titel: Eng. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Water en Elektriciteit van het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(76)

Mohammad Shafiq Mohammadi.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Khost (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1948. Geboorteplaats: provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(77)

Abdul Kabir Mohammad Jan (ook bekend als A. Kabir).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) tweede plaatsvervanger, Economische Zaken, Raad van ministers van het Taliban-regime; b) gouverneur van de provincie Nangarhar onder het Taliban-regime; c) hoofd van de Oostelijke Zone onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Zardran-stam, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) actief in terreuroperaties in Oost-Afghanistan; b) houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(78)

Mohammad Rasul.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Nimroz (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1958 en 1963. Geboorteplaats: district Spinboldak, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(79)

Mohammad Wali.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1965. Geboorteplaats: provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Uit hoofde van zijn functie op het ministerie van Zedeloosheidsbestrijding en Deugdzaamheidsbevordering tijdens het Talibanregime heeft Mohammad Wali geregeld gebruikgemaakt van foltering en andere middelen om de bevolking te intimideren. Mohammad Wali is sinds de val van het Talibanregime nog altijd actief in de provincie Kandahar, Afghanistan.

(80)

Mohammad Yaqoub.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: hoofd van BIA onder het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(81)

Amir Khan Motaqi (ook bekend als Amir Khan Muttaqi).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) minister van Onderwijs van het Taliban-regime; b) vertegenwoordiger van de Taliban bij de gesprekken onder leiding van de VN tijdens het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: provincie Helmand, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(82)

Abdulhai Motmaen.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: directeur van de afdeling Voorlichting en Cultuur, Kandahar, Afghanistan tijdens het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1973. Geboorteplaats: provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(83)

Allah Dad Tayeb Wali Muhammad (ook bekend als a) Allah Dad Tayyab; b) Allah Dad Tabeeb).

Titel: a) Moellah; b) Haji. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Communicatie van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: Kandahar-stad, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(84)

Najibullah Muhammad Juma (ook bekend als Najib Ullah).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: consul-generaal, „consulaat-generaal” van de Taliban, Peshawar, Pakistan. Geboortedatum: 1954. Geboorteplaats: Farah. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: 00737 (Afghaans paspoort afgegeven op 20.10.1996). Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(85)

Mohammad Naim (ook bekend als Mullah Naeem).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Burgerluchtvaart van het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(86)

Nik Mohammad.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Handel van het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

(87)

Hamdullah Nomani.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: hoge ambtenaar bij het ministerie van Hoger Onderwijs onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(88)

Mohammad Aleem Noorani.

Titel: Moefti. Motivering voor plaatsing op de lijst: eerste secretaris, „consulaat- generaal” van de Taliban, Karachi. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(89)

Nurullah Nuri.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) gouverneur van de provincie Balkh (Afghanistan) onder het Taliban-regime; b) hoofd van de Noordelijke Zone onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Shahjoe, provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(90)

Abdul Manan Nyazi (ook bekend als a) Abdul Manan Nayazi, b) Abdul Manan Niazi, c) Baryaly, d) Baryalai).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: Gouverneur van de provincie Kabul onder het Talibanregime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Pashtoon Zarghoon, provincie Herat, Afghanistan. Handelsattaché, Taliban-ambassade, Abu Dhabi. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: lid van de Taliban verantwoordelijk voor de provincie Herat. Houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(91)

Mohammed Omar.

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: leider van de gelovigen („Amir ul-Mumineen”), Afghanistan. Geboortedatum: rond 1966. Geboorteplaats: provincie Uruzgan, Adehrawood. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

(92)

Abdul Jabbar Omari.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Baghlan (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(93)

Mohammad Ibrahim Omari.

Titel: Alhaj. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Grensaangelegenheden van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: vallei Zadran, provincie Khost, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(94)

Nooruddin Turabi Muhammad Qasim (ook bekend als Noor ud Din Turabi).

Titel: a) Moellah; b) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Justitie van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: a) Kandahar, Afghanistan; b) district Chora, provincie Uruzgan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(95)

Abdul Salam Hanafi Ali Mardan Qul (ook bekend als a) Abdussalam Hanifi; b) Hanafi Saheb).

Titel: a) Moellah; b) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Onderwijs van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Darzab, provincie Faryab, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) lid van de Taliban verantwoordelijk voor Noord-Afghanistan sinds mei 2007; b) betrokken bij drugshandel. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(96)

Abdul Ghafar Qurishi (ook bekend als Abdul Ghaffar Qureshi).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: repatriëringsattaché, „ambassade” van de Taliban, Islamabad. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(97)

Yar Mohammad Rahimi.

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Communicatie van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1953. Geboorteplaats: district Panjwaee, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(98)

Mohammad Hasan Rahmani.

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Kandahar (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Panjwae, provincie Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(99)

Habibullah Reshad.

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: hoofd van de afdeling onderzoek onder het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1968 en 1973. Geboorteplaats: provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(100)

Abdulhai Salek.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Uruzgan (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: naar verluidt overleden. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(101)

Sanani.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: hoofd van Dar-ul-Efta onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1923. Geboorteplaats: provincie Zabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(102)

Noor Mohammad Saqib.

Motivering voor plaatsing op de lijst: opperrechter van het Hooggerechtshof onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1958. Geboorteplaats: district Bagrami, provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(103)

Ehsanullah Sarfida.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Veiligheid (Inlichtingen) van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: district Qarabagh, provincie Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(104)

Saduddin Sayyed (ook bekend als a) Sadudin Sayed; b) Sadruddin).

Titel: a) Maulavi; b) Alhaj; c) Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: a) vice-minister van Arbeid en Sociale Zaken van het Taliban-regime; b) burgemeester van Kabul onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Chaman, Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(105)

Qari Abdul Wali Seddiqi.

Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris onder het Taliban-regime. Geboortedatum: 1974. Geboorteplaats: Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000769 (Afghaans paspoort afgegeven op 2.2.1997). Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(106)

Abdul Wahed Shafiq.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-gouverneur van de provincie Kabul (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: provincie Ningarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(107)

Said Ahmed Shahidkhel.

Titel: Maulavi. Geboortedatum: rond 1975. Geboorteplaats: provincie Centraal-Ghazni Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) plaatsvervangend minister van Onderwijs (Taliban-regime); b) was gedetineerd in juli 2003 in Kabul, Afghanistan. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(108)

Akhtar Mohammad Mansour Shah Mohammed (ook bekend als a) Akhtar Mohammad Mansour Khan Muhammad; b) Akhtar Muhammad Mansoor; c) Akhtar Mohammad Mansoor).

Titel: a) Maulavi; b) Mullah. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Burgerluchtvaart en Vervoer van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1960. Geboorteplaats: a) Kandahar, Afghanistan; b) Kalanko Joftian, district Zurmat, provincie Paktia, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: a) gerepatrieerd naar Afghanistan in september 2006; b) lid van de Taliban-top; c) betrokken bij drugshandel; d) actief in de provincies Khost, Paktia en Paktika, Afghanistan sinds mei 2007; Taliban-gouverneur van Kandahar sinds mei 2007. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(109)

Shamsudin.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Wardak (Maidan) (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: district Keshim, provincie Badakhshan, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(110)

Mohammad Sharif.

Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Binnenlandse Zaken van het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(111)

Shams Ur-Rahman Sher Alam (ook bekend als a) Shamsurrahman; b) Shams-u-Rahman).

Titel: a) Moellah; b) Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Landbouw van het Taliban-regime. Geboorteplaats: district Suroobi, provincie Kabul, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Overige informatie: houdt zich vermoedelijk op in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(112)

Abdul Ghafar Shinwari.

Titel: Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, „consulaat-generaal” van de Taliban, Karachi, Pakistan. Geboortedatum:29.3.1965. Geboorteplaats: Kandahar, Pakistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000763 (afgegeven op 9.1.1997). Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(113)

Mohammad Sarwar Siddiqmal.

Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, ambassade van de Taliban, Islamabad. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(114)

Sher Mohammad Abbas Stanekzai.

Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Volksgezondheid van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: provincie Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(115)

Taha.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Paktia (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1963. Geboorteplaats: provincie Ningarhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(116)

Tahis.

Titel: Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Burgerluchtvaart van het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

(117)

Abdul Raqib Takhari.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: minister van Repatriëring van het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1968 en 1973. Geboorteplaats: provincie Takhar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(118)

Walijan.

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: gouverneur van de provincie Jawzjan (Afghanistan) onder het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1968. Geboorteplaats: Quetta, Pakistan. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(119)

Nazirullah Ahanafi Waliullah (ook bekend als Nazirullah Aanafi Waliullah).

Titel: a) Maulavi; b) Hadji. Motivering voor plaatsing op de lijst: handelsattaché, „ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1962. Geboorteplaats: Kandahar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 000912 (Afghaans paspoort afgegeven op 30.6.1998). Overige informatie: gerepatrieerd naar Afhanistan in oktober 2006. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(120)

Abdul-Haq Wasiq (ook bekend als Abdul-Haq Wasseq).

Titel: Maulavi. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Veiligheid (Inlichtingen) van het Taliban-regime. Geboortedatum: rond 1975. Geboorteplaats: provincie Centraal-Ghazni, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:31.1.2001.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul-Haq Wasiq is een bondgenoot van Gulbuddin Hekmatyar (QI.H.88.03.). Tijdens het Talibanregime was hij op verschillende momenten lokaal commandant in de provincies Nimroz en Kandahar. Later rapporteerde hij als adjunct-directeur-generaal inlichtingen aan Qari Ahmadullah (TI.A.81.01.). In die functie was hij verantwoordelijk voor de relatie met de buitenlandse strijders die gelieerd waren aan Al Qaida en hun trainingskampen in Afghanistan. Hij stond ook bekend om zijn repressieve aanpak van Talibantegenstanders in Zuid-Afghanistan.

(121)

Mohammad Jawad Waziri.

Motivering voor plaatsing op de lijst: ministerie van Buitenlandse Zaken, departement Verenigde Naties van het Taliban-regime. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:23.2.2001.

(122)

Abdul Rahman Zahed (ook bekend als Abdul Rehman Zahid).

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: vice-minister van Buitenlandse Zaken van het Taliban-regime. Geboortedatum: tussen 1963 en 1968. Geboorteplaats: provincie Logar, district Kharwar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

(123)

Mohammad Zahid.

Titel: Moellah. Motivering voor plaatsing op de lijst: derde secretaris, „ambassade” van de Taliban, Islamabad, Pakistan. Geboortedatum: 1971. Geboorteplaats: Logar, Afghanistan. Nationaliteit: Afghaans. Paspoortnummer: D 001206 (afgegeven op 17.7.2000). Datum van aanwijzing door de VN:25.1.2001.

B.   Entiteiten en andere groepen en ondernemingen die banden hebben met de Taliban


2.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 199/73


BESLUIT 2011/487/GBVB VAN DE RAAD

van 1 augustus 2011

houdende wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Osama bin Laden, de leden van de Al-Qa’ida-organisatie, de Taliban en andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 27 mei 2002 Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/GBVB (1) vastgesteld.

(2)

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 17 juni 2011 Resolutie 1989 (2011) („UNSCR 1989 (2011)”) aangenomen, waarin met bezorgdheid nota wordt genomen van de niet-aflatende dreiging die Al-Qa’ida en andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten voor de internationale vrede en veiligheid vormen, en wordt bevestigd dat de Veiligheidsraad vastbesloten is om alle aspecten van die dreiging het hoofd te bieden.

(3)

In deze context worden in UNSCR 1989 (2011) de beperkende maatregelen gehandhaafd die eerder in punt 8, onder c), van Resolutie 1333 (2000) en de punten 1 en 2 van Resolutie 1390 (2002) waren opgelegd ten aanzien van Al-Qa’ida en andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten, inclusief degenen die worden vermeld in afdeling C („Met Al-Qa’ida verbonden personen”) en afdeling D („Met Al-Qa’ida verbonden entiteiten en andere groepen en ondernemingen”) van de uit hoofde van de Resoluties 1267 (1999) en 1333 (2000) opgestelde geconsolideerde lijst, en degenen die na de aanneming van UNSCR 1989 (2011) zijn aangewezen.

(4)

Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/GBVB moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De uitvoeringsmaatregelen van de Unie zijn vervat in Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad (2),

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Gemeenschappelijk Standpunt 2002/402/GBVB wordt als volgt gewijzigd:

1.

de titel wordt vervangen door:

2.

artikel 1 wordt vervangen door:

„Artikel 1

Dit gemeenschappelijk standpunt is van toepassing op de leden van de Al-Qa’ida-organisatie en andere daarmee verbonden personen, groepen, ondernemingen en entiteiten die vermeld staan op de uit hoofde van UNSCR 1267 (1999) en UNSCR 1333 (2000) opgestelde lijst, welke door het uit hoofde van UNSCR 1267 (1999) opgerichte comité regelmatig dient te worden bijgewerkt.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 1 augustus 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

M. DOWGIELEWICZ


(1)  PB L 139 van 29.5.2002, blz. 4.

(2)  Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qa’ida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad tot instelling van een verbod op de uitvoer van bepaalde goederen en diensten naar Afghanistan, tot versterking van het verbod op vluchten en verlenging van de bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen ten aanzien van de Taliban van Afghanistan (PB L 139 van 29.5.2002, blz. 9).


2.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 199/74


UITVOERINGSBESLUIT 2011/488/GBVB VAN DE RAAD

van 1 augustus 2011

tot uitvoering van Besluit 2011/273/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 31, lid 2,

Gezien Besluit 2011/273/GBVB van de Raad van 9 mei 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (1), en met name artikel 5, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 9 mei 2011 Besluit 2011/273/GBVB vastgesteld.

(2)

Gelet op de ernst van de situatie in Syrië moeten personen worden toegevoegd aan de in de bijlage bij Besluit 2011/273/GBVB vervatte lijst van personen en entiteiten voor wie beperkende maatregelen gelden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de bijlage bij dit besluit genoemde personen worden toegevoegd aan de lijst van personen en entiteiten in de bijlage bij Besluit 2011/273/GBVB.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 1 augustus 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

M. DOWGIELEWICZ


(1)  PB L 121 van 10.5.2011, blz. 11.


BIJLAGE

Personen, bedoeld in artikel 1

A.   Personen

 

Naam

Identificatiegegevens (geboortedatum, geboorteplaats,...)

Redenen

Datum van opneming op de lijst

1.

Mohammad Mufleh

 

Hoofd van de Syrische militaire inlichtingendienst in de stad Hama; betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten.

1.8.2011

2.

Generaal-majoor Tawfiq Younes

 

Hoofd van de afdeling interne veiligheid van het directoraat algemene inlichtingen; betrokken bij gewelddadig optreden tegen de burgerbevolking.

1.8.2011

3.

Mohammed Makhlouf (alias Abu Rami)

Geboren op 19.10.1932 te Latakia, Syrië.

Nauw verbonden met, en oom van moederszijde van Bashar en Mahir al-Assad; zakenpartner en vader van Rami, Ihab en Iyad Makhlouf.

1.8.2011

4.

Ayman Jabir

Geboren te Latakia.

Verbonden met Mahir al-Assad als lid van de Shabiha-militie. Direct betrokken bij het harde en gewelddadige optreden tegen de burgerbevolking en bij de coördinatie van de Shabiha-milities.

1.8.2011

5.

Generaal Ali Habib Mahmoud

Geboren in 1939 te Tartous. Benoemd tot minister van Defensie op 3 juni 2009.

Minister van Defensie. Verantwoordelijk voor (operaties van) de Syrische strijdkrachten die betrokken zijn bij het harde en gewelddadige optreden tegen de burgerbevolking.

1.8.2011