ISSN 1725-2598

doi:10.3000/17252598.L_2010.233.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 233

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

53e jaargang
3 september 2010


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) nr. 774/2010 van de Commissie van 2 september 2010 betreffende de vaststelling van richtsnoeren met betrekking tot een vergoeding voor elektriciteitsstromen tussen transmissienetbeheerders en een gemeenschappelijke regelgevingsaanpak voor de transmissietarifering ( 1 )

1

 

*

Verordening (EU) nr. 775/2010 van de Commissie van 2 september 2010 houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Los Pedroches (BOB))

7

 

*

Verordening (EU) nr. 776/2010 van de Commissie van 2 september 2010 houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Génisse Fleur d’Aubrac (BGA))

9

 

*

Verordening (EU) nr. 777/2010 van de Commissie van 2 september 2010 tot goedkeuring van niet-minimale wijzigingen van het productdossier voor een benaming die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Prosciutto Toscano (BOB))

11

 

*

Verordening (EU) nr. 778/2010 van de Commissie van 2 september 2010 houdende goedkeuring van niet-minimale wijzigingen van het productdossier van een benaming die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Mela Val di Non (BOB))

13

 

*

Verordening (EU) nr. 779/2010 van de Commissie van 2 september 2010 houdende goedkeuring van minimale wijzigingen van het productdossier van een benaming die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Thüringer Rotwurst (BGA))

15

 

*

Verordening (EU) nr. 780/2010 van de Commissie van 2 september 2010 houdende goedkeuring van minimale wijzigingen van het productdossier van een benaming die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Thüringer Leberwurst (BGA))

19

 

 

Verordening (EU) nr. 781/2010 van de Commissie van 2 september 2010 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

23

 

 

Verordening (EU) nr. 782/2010 van de Commissie van 2 september 2010 tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 877/2009 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2009/10

25

 

 

RICHTLIJNEN

 

*

Richtlijn 2010/61/EU van de Commissie van 2 september 2010 tot eerste aanpassing van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang ( 1 )

27

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2010 van de Raad van 26 juli 2010 houdende uitvoering van artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 423/2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 195 van 27.7.2010)

29

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

3.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 233/1


VERORDENING (EU) Nr. 774/2010 VAN DE COMMISSIE

van 2 september 2010

betreffende de vaststelling van richtsnoeren met betrekking tot een vergoeding voor elektriciteitsstromen tussen transmissienetbeheerders en een gemeenschappelijke regelgevingsaanpak voor de transmissietarifering

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1228/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit (1), en met name artikel 8, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1228/2003 voorziet in de instelling van een vergoedingsmechanisme voor elektriciteitsstromen tussen transmissiesysteembeheerders. Overeenkomstig die verordening dient de Commissie richtsnoeren vast te stellen met nadere regels voor de in verband met het vergoedingsmechanisme voor elektriciteitsstromen tussen transmissiesysteembeheerders te volgen procedure en methode en passende voorschriften die tot een geleidelijke harmonisatie van de tarifering in het kader van de nationale tariefstelsels leiden.

(2)

Sinds de noodzaak tot instelling van een vergoedingsmechanisme voor elektriciteitsstromen tussen transmissiesysteembeheerders voor het eerst is onderkend, is, vooral via vrijwillige mechanismen die door transmissiesysteembeheerders zijn georganiseerd, kostbare ervaring opgedaan. Transmissiesysteembeheerders komen evenwel steeds moeilijker tot overeenstemming over dergelijke vrijwillige mechanismen.

(3)

Door het vaststellen van bindende richtsnoeren waarbij een vergoedingsmechanisme voor elektriciteitsstromen tussen transmissiesysteembeheerders wordt ingesteld, moet een stabiele grondslag worden gelegd voor het beheer van het vergoedingsmechanisme voor elektriciteitsstromen tussen transmissiesysteembeheerders en de eerlijke vergoeding van transmissiesysteembeheerders voor de kosten van op hun net optredende grensoverschrijdende elektriciteitsstromen.

(4)

Transmissiesysteembeheerders uit derde landen of uit grondgebieden die met de Unie overeenkomsten hebben gesloten waarbij zij de wetgeving van de Unie op het gebied van elektriciteit hebben vastgesteld en toepassen, moeten het recht hebben op gelijke voet met transmissiesysteembeheerders uit de lidstaten aan het vergoedingsmechanisme voor elektriciteitsstromen tussen transmissiesysteembeheerders deel te nemen.

(5)

Transmissiesysteembeheerders in derde landen die met de Unie geen overeenkomsten hebben gesloten waarbij zij wetgeving van de Unie op het gebied van elektriciteit hebben vastgesteld en toepassen, moeten tot multilaterale overeenkomsten met de transmissiesysteembeheerders in de lidstaten worden toegelaten op grond waarvan alle partijen op eerlijke en billijke basis voor de kosten van op het net optredende grensoverschrijdende elektriciteitsstromen kunnen worden vergoed.

(6)

Transmissiesysteembeheerders moeten worden vergoed voor energieverliezen die voortvloeien uit het feit dat op hun net grensoverschrijdende elektriciteitsstromen optreden. Een dergelijke vergoeding moet steunen op een raming van de verliezen die zouden zijn geleden indien de doorvoerstromen niet zouden zijn opgetreden.

(7)

Er moet een fonds worden opgericht om transmissiesysteembeheerders te vergoeden voor de kosten van het beschikbaar stellen van infrastructuur voor op hun net optredende grensoverschrijdende elektriciteitsstromen. De waarde van dit fonds moet steunen op een uniewijde beoordeling van de gemiddelde incrementele langetermijnkosten van het beschikbaar stellen van infrastructuur voor op hun net optredende grensoverschrijdende elektriciteitsstromen.

(8)

Voor transmissiesysteembeheerders in derde landen moeten dezelfde kosten voor gebruik van het transmissiesysteem van de Unie gelden als voor transmissiesysteembeheerders in lidstaten.

(9)

De interne markt mag niet worden ondermijnd doordat voor producenten van elektriciteit verschillende tarieven voor de toegang tot het transmissiesysteem gelden. Om die reden moeten de gemiddelde tarieven voor toegang tot het netwerk in de lidstaten binnen een marge worden gehouden die mede waarborgt dat de voordelen van harmonisatie worden verwezenlijkt.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1228/2003 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Transmissiesysteembeheerders worden op basis van de in deel A van de bijlage vastgestelde richtsnoeren vergoed voor door op hun net optredende grensoverschrijdende elektriciteitsstromen veroorzaakte kosten.

Artikel 2

De door netwerkbeheerders toegepaste tarieven voor toegang tot het transmissiesysteem dienen in overeenstemming te zijn met de in deel B van de bijlage gegeven richtsnoeren.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening verstrijkt op 2 maart 2011.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 september 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 176 van 15.7.2003, blz. 1.


BIJLAGE

DEEL A

RICHTSNOEREN BETREFFENDE DE INSTELLING VAN EEN VERGOEDINGSMECHANISME VOOR ELEKTRICITEITSSTROMEN TUSSEN TRANSMISSIESYSTEEMBEHEERDERS

1.   Algemene bepalingen

1.1.

Het mechanisme voor de vergoeding van elektriciteitsstromen tussen transmissiesysteembeheerders (ITC) heeft betrekking op de vergoeding van de kosten van op het net optredende grensoverschrijdende elektriciteitsstromen, waaronder het aanbieden van grensoverschrijdende toegang tot het gekoppelde systeem.

1.2.

De transmissiesysteembeheerders richten een ITC-fonds op om transmissiesysteembeheerders te vergoeden voor de kosten van de op hun net optredende grensoverschrijdende elektriciteitsstromen.

Het ITC-fonds voorziet in vergoeding van:

1)

de kosten van verliezen die op de nationale transmissiesystemen worden veroorzaakt door op het net optredende grensoverschrijdende elektriciteitsstromen, en

2)

de kosten van het beschikbaar stellen van infrastructuur voor op het net optredende grensoverschrijdende elektriciteitsstromen.

1.3.

Bijdragen in het ITC-fonds worden berekend overeenkomstig punt 6.

Betalingen uit het ITC-fonds worden berekend overeenkomstig de punten 4 en 5.

De transmissiesysteembeheerders zijn verantwoordelijk voor het vaststellen van regelingen voor de inning en uitgave van alle betalingen betreffende het ITC-fonds en zijn tevens verantwoordelijk voor het bepalen van het tijdschema voor de betalingen. Alle bijdragen en betalingen gebeuren zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen zes maanden na het einde van de periode waarop zij van toepassing zijn.

1.4.

De bij Besluit 2003/796/EG (1) van de Commissie opgerichte Europese groep van regelgevende instanties voor elektriciteit en gas (ERGEG) brengt elk jaar aan de Commissie verslag uit over de tenuitvoerlegging van het ITC-mechanisme en het beheer van het ITC-fonds.

De transmissiesysteembeheerders werken hierbij met de ERGEG samen en verstrekken de ERGEG en de Commissie alle hiertoe noodzakelijke informatie.

1.5.

De doorvoer van elektriciteit wordt, normaal op uurbasis, berekend aan de hand van de laagste absolute waarde van de elektriciteitsimport en de absolute waarde van de elektriciteitsexport op koppelingen tussen nationale transmissiesystemen.

Voor de berekening van de doorvoer van elektriciteit wordt de waarde van de import en de waarde van de export op elke koppeling tussen nationale transmissiesystemen verminderd in verhouding tot het capaciteitsaandeel dat wordt toegewezen op een wijze die niet verenigbaar is met de richtsnoeren voor congestiebeheer van punt 2 in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1228/2003.

Onverminderd de bepalingen van de tweede alinea van dit punt wordt de import en export van elektriciteit op koppelingen met derde landen waarop de bepalingen van punt 7.1 van toepassing zijn bij de berekening van de doorvoer van elektriciteit meegeteld.

1.6.

Voor de toepassing van dit deel van de bijlage wordt onder nettostroom van elektriciteit verstaan de absolute waarde van het verschil tussen de totale export van elektriciteit uit een bepaald nationaal transmissiesysteem naar landen waar de transmissiesysteembeheerders aan het ITC-mechanisme deelnemen en de totale import van elektriciteit uit landen waar de transmissiesysteembeheerders aan het ITC-mechanisme deelnemen in datzelfde transmissiesysteem.

Voor partijen bij het ITC-mechanisme met een gemeenschappelijke grens met ten minste één derde land waarop de bepalingen van punt 7.1 van toepassing zijn, wordt de berekening van de nettostroom aangepast als volgt:

1)

indien de totale export van elektriciteit naar landen waar de transmissiesysteembeheerders aan het ITC-mechanisme deelnemen groter is dan de totale import van elektriciteit uit landen waar de transmissiesysteembeheerders aan het ITC-mechanisme deelnemen, wordt de waarde van de nettostromen verminderd met de laagste van de volgende waarden:

a)

de nettowaarde van de importstromen uit die derde landen;

b)

de nettowaarde van de exportstromen naar landen waar de transmissiesysteembeheerder aan het ITC-mechanisme deelneemt;

2)

indien de totale import van elektriciteit uit landen waar de transmissiesysteembeheerders aan het ITC-mechanisme deelnemen groter is dan de totale export van elektriciteit naar landen waar de transmissiesysteembeheerders aan het ITC-mechanisme deelnemen, wordt de waarde van de nettostromen verminderd met de laagste van de volgende waarden:

a)

de waarde van de netto-exportstromen naar die derde landen;

b)

de waarde van de netto-importstromen uit landen waar de transmissiesysteembeheerder aan het ITC-mechanisme deelneemt.

1.7.

Voor de toepassing van deze bijlage wordt onder belasting verstaan de totale hoeveelheid elektriciteit die het nationale transmissiesysteem verlaat naar gekoppelde distributiesystemen, aan het transmissiesysteem gekoppelde eindverbruikers en naar elektriciteitsproducenten voor verbruik bij de opwekking van elektriciteit.

2.   Deelname aan het ITC-mechanisme

2.1.

Elke regelgevende instantie draagt er zorg voor dat de transmissiesysteembeheerders binnen haar bevoegdheidsgebied aan het ITC-mechanisme deelnemen en dat de door de transmissiesysteembeheerders voor de toegang tot de netwerken toegepaste tarieven geen tariefverhogingen voor op het net optredende grensoverschrijdende elektriciteitsstromen omvatten.

2.2.

Transmissiesysteembeheerders uit derde landen die met de Unie overeenkomsten hebben gesloten waarbij zij de wetgeving van de Unie op het gebied van elektriciteit hebben vastgesteld en toepassen, hebben het recht aan het ITC-mechanisme deel te nemen.

Met name de transmissiesysteembeheerders die werkzaam zijn op de grondgebieden als bedoeld in artikel 9 van het Verdrag tot oprichting van de energiegemeenschap (2) zijn gerechtigd aan het ITC-mechanisme deel te nemen.

Elke transmissiesysteembeheerder uit een derde land dat aan het ITC-mechanisme deelneemt, wordt op voet van gelijkheid met een transmissiesysteembeheerder uit een lidstaat behandeld.

3.   Multilaterale overeenkomsten

3.1.

De transmissiesysteembeheerders kunnen multilaterale overeenkomsten sluiten betreffende de vergoeding van de kosten van op het net optredende grensoverschrijdende elektriciteitsstromen tussen transmissiesysteembeheerders die aan het ITC-mechanisme deelnemen en transmissiesysteembeheerders uit derde landen die met de Unie geen overeenkomsten hebben gesloten waarbij zij de wetgeving van de Unie op het gebied van elektriciteit hebben vastgesteld en toepassen, en die op 16 december 2009 het convenant tussen de transmissiesysteembeheerders betreffende de vergoeding voor elektriciteitsstromen tussen transmissiesysteembeheerders hebben gesloten.

3.2.

Dergelijke multilaterale overeenkomsten zijn erop gericht te waarborgen dat de transmissiesysteembeheerder uit het derde land op voet van gelijkheid met een transmissiesysteembeheerder in een land dat aan het ITC-mechanisme deelneemt, wordt behandeld.

3.3.

Voor zover nodig kunnen in dergelijke multilaterale overeenkomsten de nodige aanpassingen van de overeenkomstig punt 5 bepaalde totale vergoeding voor het beschikbaar stellen van infrastructuur voor op het net optredende grensoverschrijdende elektriciteitsstromen worden aanbevolen. Dergelijke aanpassingen zijn aan goedkeuring door de Commissie onderworpen.

3.4.

Transmissiesysteembeheerders uit het derde land mogen niet gunstiger worden behandeld dan transmissiesysteembeheerders die aan het ITC-mechanisme deelnemen.

3.5.

Alle dergelijke multilaterale overeenkomsten worden aan de Commissie voorgelegd ter fine van haar advies over de vraag of voortzetting van de multilaterale overeenkomst bevorderlijk is voor de voltooiing en werking van de interne markt voor elektriciteit en de grensoverschrijdende handel. In het advies van de Commissie komen met name aan de orde:

1)

of de overeenkomst uitsluitend betrekking heeft op vergoeding tussen transmissiesysteembeheerders voor de kosten van op hun net optredende grensoverschrijdende elektriciteitsstromen.

2)

of de vereisten van de punten 3.2 en 3.4 in acht worden genomen.

3.6.

Bij de opstelling van het in punt 3.5 bedoelde advies raadpleegt de Commissie alle lidstaten en houdt zij in het bijzonder rekening met de standpunten van de lidstaten die een gemeenschappelijke grens met het betrokken derde land hebben.

4.   Vergoeding voor verliezen

4.1.

De vergoeding voor verliezen die op nationale transmissiesystemen door op het net optredende grensoverschrijdende elektriciteitsstromen worden veroorzaakt, wordt berekend onafhankelijk van de vergoeding van de kosten die veroorzaakt worden in verband met het beschikbaar stellen van infrastructuur voor op het net optredende grensoverschrijdende elektriciteitsstromen.

4.2.

De hoogte van de op een nationaal transmissiesysteem geleden verliezen wordt bepaald door het verschil te berekenen tussen:

1)

de hoogte van de tijdens de betrokken periode op het transmissiesysteem werkelijk geleden verliezen, en

2)

de geraamde verliezen die tijdens de betrokken periode op het transmissiesysteem zouden zijn geleden indien geen doorvoer van elektriciteit zou hebben plaatsgehad.

4.3.

De transmissiesysteembeheerders zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de in punt 4.2 bedoelde berekening en publiceren deze berekening en de berekeningsmethode in een passend formaat. Voor deze berekening kan worden uitgegaan van ramingen voor een aantal tijdstippen gedurende de betrokken periode.

4.4.

De waarde van door een nationaal transmissiesysteem ten gevolge van op het net optredende grensoverschrijdende elektriciteitsstromen geleden verliezen wordt op dezelfde grondslag berekend als die welke door de regelgevende instantie ten aanzien van alle verliezen op de nationale transmissiesystemen is goedgekeurd. De ERGEG verifieert de criteria voor de waardering van verliezen op nationaal niveau, met name rekening ermee houdend dat verliezen eerlijk en niet-discriminerend worden gewaardeerd.

Als de betrokken regelgevende instantie geen grondslag voor de berekening van de verliezen voor een periode waarvoor het ITC-mechanisme geldt, heeft goedgekeurd, wordt de waarde van de verliezen voor de toepassing van het ITC-mechanisme gebaseerd op door alle transmissiesysteembeheerders beoordeelde ramingen.

5.   Vergoeding voor het beschikbaar stellen van infrastructuur voor op het net optredende grensoverschrijdende elektriciteitsstromen

5.1.

Het jaarlijkse bedrag van de vergoeding voor de grensoverschrijdende infrastructuur wordt over de voor de nationale transmissiesystemen verantwoordelijke transmissiesysteembeheerders omgeslagen als vergoeding voor de kosten die zijn opgelopen ten gevolge van het beschikbaar stellen van infrastructuur voor op het net optredende grensoverschrijdende elektriciteitsstromen.

5.2.

Het jaarlijkse bedrag van de vergoeding voor de grensoverschrijdende infrastructuur wordt over de voor de nationale transmissiesystemen verantwoordelijke transmissiesysteembeheerders omgeslagen naar rata van:

1)

de doorvoerfactor, dat wil zeggen de doorvoer op dat nationale transmissiesysteem als percentage van de totale doorvoer op alle nationale transmissiesystemen;

2)

de belastingsfactor, dat wil zeggen het kwadraat van de doorvoer van elektriciteit als percentage van de met de doorvoer vermeerderde belasting op dat nationale transmissiesysteem in verhouding tot het kwadraat van de doorvoer van elektriciteit als percentage van de met de doorvoer vermeerderde belasting voor alle nationale transmissiesystemen.

De doorvoerfactor krijgt een weging van 75 %, de belastingsfactor een weging van 25 %.

5.3.

Het jaarlijkse bedrag van de vergoeding voor de grensoverschrijdende infrastructuur bedraagt 100 000 000 EUR.

6.   Bijdrage in het ITC-fonds

6.1.

De transmissiesysteembeheerders dragen in het ITC-fonds bij naar evenredigheid van de absolute waarde van de nettostromen naar en van hun nationale transmissiesysteem in verhouding tot de totale absolute waarde van de nettostromen naar en van alle nationale transmissiesystemen.

7.   Vergoeding voor het gebruik van het transmissiesysteem voor de import en export van elektriciteit door derde landen

7.1.

Er wordt een vergoeding voor het gebruik van het transmissiesysteem betaald voor alle geplande import en export van elektriciteit door alle derde landen als:

1)

het land met de Unie geen overeenkomst heeft gesloten waarbij het de wetgeving van de Unie op het gebied van elektriciteit heeft vastgesteld en toepast, of

2)

de transmissiesysteembeheerder die verantwoordelijk is voor het systeem waaruit elektriciteit wordt geïmporteerd of waarnaar elektriciteit wordt geëxporteerd geen in punt 3 bedoelde multilaterale overeenkomst heeft gesloten.

Deze vergoeding wordt uitgedrukt in euro per megawattuur.

7.2.

Elke deelnemer aan het ITC-mechanisme heft de vergoeding voor het gebruik van het transmissiesysteem op de geplande import en export van elektriciteit tussen het nationale transmissiesysteem en het transmissiesysteem van het derde land.

7.3.

De jaarlijkse vergoeding voor het gebruik van het transmissiesysteem wordt vooraf door de transmissiesysteembeheerders berekend. Zij wordt vastgesteld op het op basis van de verwachte grensoverschrijdende elektriciteitsstromen voor het betrokken jaar geraamde bedrag per megawattuur dat de transmissiesysteembeheerders uit een deelnemend land in het ITC-fonds zouden bijdragen.

DEEL B

RICHTSNOEREN BETREFFENDE EEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELGEVINGSAANPAK VOOR DE TRANSMISSIETARIFERING

1.

De door de producenten betaalde jaarlijkse gemiddelde transmissietarieven liggen in elke lidstaat binnen de in punt 3 vastgestelde marge.

2.

De waarde van de door de producenten betaalde jaarlijkse gemiddelde transmissietarieven is gelijk aan de waarde van de door de producenten betaalde jaarlijkse totale transmissietarieven gedeeld door de waarde van de totale gemeten energie die jaarlijks door de producenten in het transmissiesysteem van een lidstaat is ingebracht.

Voor de berekening in de zin van punt 3 zijn de transmissietarieven exclusief:

1)

de door de producenten betaalde tarieven voor materiële activa die vereist zijn voor de verbinding met het systeem of de modernisering van de verbinding;

2)

de door de producenten betaalde tarieven in verband met ondersteunende diensten;

3)

de door de producenten betaalde specifieke tarieven voor systeemverliezen.

3.

De waarde van de door de producenten betaalde jaarlijkse gemiddelde transmissietarieven, met uitzondering van de tarieven die in Denemarken, Zweden, Finland, Roemenië, Ierland, Groot-Brittannië en Noord-Ierland van toepassing zijn, ligt binnen een marge van 0 tot 0,5 EUR/MWh.

De waarde van de door de producenten in Denemarken, Zweden en Finland betaalde jaarlijkse gemiddelde transmissietarieven ligt binnen een marge van 0 tot 1,2 EUR/MWh.

De door de producenten in Ierland, Groot-Brittannië en Noord-Ierland betaalde jaarlijkse gemiddelde transmissietarieven liggen binnen een marge van 0 tot 2,5 EUR/MWh, in Roemenië binnen een marge van 0 tot 2,0 EUR/MWh.


(1)  PB L 296 van 14.11.2003, blz. 34.

(2)  PB L 198 van 20.7.2006, blz. 18.


3.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 233/7


VERORDENING (EU) Nr. 775/2010 VAN DE COMMISSIE

van 2 september 2010

houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Los Pedroches (BOB))

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 7, lid 4, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, en artikel 17, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 is de door Spanje ingediende aanvraag tot registratie van de benaming „Los Pedroches” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (2).

(2)

Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006, moet deze benaming worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de bijlage vermelde benaming wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 september 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.

(2)  PB C 3 van 7.1.2010, blz. 7.


BIJLAGE

In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:

Categorie 1.2.   Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt enz.)

SPANJE

Los Pedroches (BOB)


3.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 233/9


VERORDENING (EU) Nr. 776/2010 VAN DE COMMISSIE

van 2 september 2010

houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Génisse Fleur d’Aubrac (BGA))

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 7, lid 4, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, en artikel 17, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 is de door Frankrijk ingediende aanvraag tot registratie van de benaming „Génisse Fleur d’Aubrac” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (2).

(2)

Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006, moet deze benaming worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de bijlage vermelde benaming wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 september 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.

(2)  PB C 322 van 30.12.2009, blz. 39.


BIJLAGE

In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:

Categorie 1.1.   Vers vlees (en verse slachtafvallen)

FRANKRIJK

Génisse Fleur d’Aubrac (BGA)


3.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 233/11


VERORDENING (EU) Nr. 777/2010 VAN DE COMMISSIE

van 2 september 2010

tot goedkeuring van niet-minimale wijzigingen van het productdossier voor een benaming die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Prosciutto Toscano (BOB))

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 7, lid 4, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 9, lid 1, eerste alinea, en artikel 17, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 heeft de Commissie de aanvraag van Italië onderzocht voor de goedkeuring van wijzigingen van het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming „Prosciutto Toscano” die bij Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commissie (2), zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1263/96 (3), is geregistreerd.

(2)

Aangezien de betrokken wijzigingen niet minimaal zijn in de zin van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 510/2006, heeft de Commissie de wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, van die verordening bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (4). Aangezien aan de Commissie geen enkel bezwaar overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 is meegedeeld, moeten de wijzigingen worden goedgekeurd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijzigingen van het productdossier met betrekking tot de in de bijlage bij deze verordening vermelde benaming worden goedgekeurd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 september 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.

(2)  PB L 148 van 21.6.1996, blz. 1.

(3)  PB L 163 van 2.7.1996, blz. 19.

(4)  PB C 322 van 30.12.2009, blz. 33.


BIJLAGE

In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:

Categorie 1.2.   Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt, enz.)

ITALIË

Prosciutto Toscano (BOB)


3.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 233/13


VERORDENING (EU) Nr. 778/2010 VAN DE COMMISSIE

van 2 september 2010

houdende goedkeuring van niet-minimale wijzigingen van het productdossier van een benaming die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Mela Val di Non (BOB))

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 7, lid 4, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 9, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 510/2006 heeft de Commissie de aanvraag van Italië onderzocht voor de goedkeuring van wijzigingen van het productdossier van de beschermde oorsprongsbenaming „Mela Val di Non” die bij Verordening (EG) nr. 2400/96 van de Commissie (2), zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1665/2003 (3), is geregistreerd.

(2)

Omdat de betrokken wijzigingen niet minimaal zijn in de zin van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 510/2006, heeft de Commissie het wijzigingsverzoek overeenkomstig artikel 6, lid 2, eerste alinea, van die verordening bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (4). Aangezien aan de Commissie geen enkel bezwaar overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 is meegedeeld, moeten de wijzigingen worden goedgekeurd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijzigingen van het productdossier met betrekking tot de in de bijlage bij deze verordening vermelde benaming worden goedgekeurd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 september 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.

(2)  PB L 327 van 18.12.1996, blz. 11.

(3)  PB L 235 van 23.9.2003, blz. 6.

(4)  PB C 315 van 23.12.2009, blz. 27.


BIJLAGE

In bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten voor menselijke consumptie:

Categorie 1.6.   Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt

ITALIË

Mela Val di Non (BOB)


3.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 233/15


VERORDENING (EU) Nr. 779/2010 VAN DE COMMISSIE

van 2 september 2010

houdende goedkeuring van minimale wijzigingen van het productdossier van een benaming die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Thüringer Rotwurst (BGA))

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 9, lid 2, tweede zin,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Commissie heeft het overeenkomstig artikel 9, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 510/2006 door Duitsland ingediende verzoek om wijzigingen goed te keuren in het productdossier van de beschermde geografische aanduiding „Thüringer Rotwurst”, die bij Verordening (EG) nr. 2400/96 (2), zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2206/2003 (3), is geregistreerd, aan een onderzoek onderworpen.

(2)

Het verzoek heeft ten doel in het productdossier wijzigingen aan te brengen door op het vlak van de verpakking de mogelijkheden te verruimen en met name het gebruik van plastic potten, maar niet van kunstdarm, toe te staan. Op deze wijze vindt een aanpassing aan de realiteit op de markt plaats, wordt aan de wensen van de consument tegemoetgekomen en kan aanwezig marktpotentieel worden aangeboord.

(3)

De Commissie heeft de vermelde wijzigingen onderzocht en acht ze gerechtvaardigd. Omdat het minimale wijzigingen betreft, kan de Commissie tot goedkeuring overgaan zonder de procedure die is uiteengezet in de artikelen 6 en 7 van vorengenoemde verordening, in te leiden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De wijzigingen in het productdossier van de beschermde geografische aanduiding „Thüringer Rotwurst” die in bijlage I bij deze verordening zijn opgenomen, worden goedgekeurd.

Artikel 2

Het bijgewerkte enig document is opgenomen in bijlage II bij deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 september 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.

(2)  PB L 327 van 18.12.1996, blz. 11.

(3)  PB L 330 van 18.12.2003, blz. 13.


BIJLAGE I

De volgende wijzigingen in het productdossier van de beschermde geografische aanduiding „Thüringer Rotwurst” worden goedgekeurd:

1.

In punt „4.2. Beschrijving” wordt de derde alinea vervangen door:

„ „Thüringer Rotwurst” wordt vers, gevuld in varkensdarm of varkensblaas, of verduurzaamd, in een glazen pot of in een andere verpakking, met uitzondering van kunstdarm, aangeboden.”

2.

In punt „4.5. Productiemethode” wordt de zevende zin vervangen door:

„Het mengsel wordt vervolgens, zonder het al te veel aan te drukken, hetzij in varkensdarm of varkensblaas gevuld en gedurende 80 minuten bij 85 °C of (wanneer het varkensblaas betreft) gedurende 105 minuten bij 85 °C au bain-marie gepasteuriseerd, hetzij met het oog op verduurzaming in een glazen pot of in een andere verpakking, met uitzondering van kunstdarm, gevuld.”.


BIJLAGE II

ENIG DOCUMENT

Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

„THÜRINGER ROTWURST”

EG-nummer: DE-PGI-0105-0224-18.02.2009

BGA ( X ) BOB ( )

1.   Naam

„Thüringer Rotwurst”

2.   Lidstaat of derde land

Duitsland

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.2.

Vleesproducten

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

Deze bloedworstspecialiteit wordt bereid uit selecte kwaliteitsgrondstoffen, hetgeen blijkt uit het gelijkmatige aspect van de plakken, de helderrode kleur en het kruidige aroma. Een karakteristiek kenmerk is dat gebruik wordt gemaakt van brokjes mager vlees (minstens 35 %, een gedeelte mag worden vervangen door brokjes lever, hart of tong) en van grondig ontzwoerd wangvlees (max. 35 %). Naast het bloed/zwoerd bevat de worst ook ongeveer 5 % lever. „Thüringer Rotwurst” wordt vers, gevuld in varkensdarm of varkensblaas, of verduurzaamd, in een glazen pot of in een andere verpakking, met uitzondering van kunstdarm, aangeboden.

Samenstelling:

Voor 100 kg worst zijn nodig: 55 kg voorgekookt varkensvlees zonder pezen met maximaal 5 % zichtbaar vet, 25 kg voorgekookt wangvlees zonder zwoerd, 5 kg rauwe varkenslever, 7,5 kg gepekeld varkensbloed, 7,5 kg gekookt zwoerd; nitrietpekel, kruidenmengeling (met name gemalen zwarte peper, Thüringse marjolein en uien).

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong)

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Het gehele productieproces vindt plaats in het afgebakende geografische gebied.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz.

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

De deelstaat Thüringen

5.   Verband met het geografische gebied

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied

De „Thüringer Rotwurst” gaat op een eeuwenoude traditie terug. Geen slager die deze worst niet in huis heeft en „Thüringer Rotwurst” wordt vaak, in vele gevallen ook sinds mensenheugenis, bereid en verorberd tijdens de in Thüringen zeer geliefde „slachtfeesten”. Vandaag de dag wordt ze overal in Thüringen bereid. De regio telt verschillende belangrijke producenten. De herkomstbenaming van het product werd gehandhaafd want ook in de voormalige DDR werd deze slechts als een echte verwijzing naar de geografische oorsprong van het product gebruikt.

5.2.   Specificiteit van het product

Thüringse worsten, en dus ook „Thüringer Rotwurst”, gaan in Duitsland en in het buitenland al meer dan 200 jaar prat op een uitstekende faam. Thüringer Rotwurst is wegens haar voortreffelijke smaak wijd en zijd bekend en gegeerd en wordt als de „Königin der Blutwürste” (koningin van de bloedworst) beschouwd.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel van een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)

De „Thüringer Rotwurst” ontleent haar faam aan de deskundigheid en ervaring van de Thüringse slagers en wordt bereid volgens recepten die van generatie op generatie overgeleverd worden.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(Artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

Markenblatt Heft 20 van 16.5.2008, deel 7a-bb, blz. 33365

http://register.dpma.de/DPMAregister/geo/detail.pdfdownload/150


3.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 233/19


VERORDENING (EU) Nr. 780/2010 VAN DE COMMISSIE

van 2 september 2010

houdende goedkeuring van minimale wijzigingen van het productdossier van een benaming die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Thüringer Leberwurst (BGA))

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 9, lid 2, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Commissie heeft het overeenkomstig artikel 9, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 510/2006 door Duitsland ingediende verzoek om wijzigingen goed te keuren in het productdossier van de beschermde geografische aanduiding „Thüringer Leberwurst”, die bij Verordening (EG) nr. 2400/96 van de Commissie (2), zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2206/2003 (3), is geregistreerd, aan een onderzoek onderworpen.

(2)

Het verzoek heeft ten doel in het productdossier wijzigingen aan te brengen door het gebruik van natuurdarm verplicht te stellen maar op het vlak van de verpakking de mogelijkheden te verruimen en met name het gebruik van plastic potten, maar niet van kunstdarm, toe te staan. Op deze wijze vindt een aanpassing aan de realiteit op de markt plaats, wordt aan de wensen van de consument tegemoetgekomen en kan aanwezig marktpotentieel worden aangeboord.

(3)

De Commissie heeft de vermelde wijzigingen onderzocht en acht ze gerechtvaardigd. Omdat het minimale wijzigingen betreft, kan de Commissie tot goedkeuring overgaan zonder de procedure die is uiteengezet in de artikelen 6 en 7 van vorengenoemde verordening, in te leiden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De wijzigingen in het productdossier van de beschermde geografische aanduiding „Thüringer Leberwurst” die in bijlage I bij deze verordening zijn opgenomen, worden goedgekeurd.

Artikel 2

Het bijgewerkte enig document is opgenomen in bijlage II bij deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 september 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.

(2)  PB L 327 van 18.12.1996, blz. 11.

(3)  PB L 330 van 18.12.2003, blz. 13.


BIJLAGE I

De volgende wijzigingen in het productdossier van de beschermde geografische aanduiding „Thüringer Leberwurst” worden goedgekeurd:

In punt „4.2. Beschrijving” wordt de laatste zin van de eerste alinea vervangen door:

„De leverworst wordt aangeboden in natuurdarm, bijvoorbeeld varkensdarm, varkensblaas of runderdarm, of verduurzaamd in een glazen pot of in een andere verpakking, met uitzondering van kunstdarm.”.


BIJLAGE II

ENIG DOCUMENT

Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

„THÜRINGER LEBERWURST”

EG-nummer: DE-PGI-0105-0222-02.02.2009

BGA ( X ) BOB ( )

1.   Naam

„Thüringer Leberwurst”

2.   Lidstaat of derde land

Duitsland

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.2.

Vleesproducten

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

Het betreft een leverworst die eerder aan een huisbereid product doet denken, die pikant is van smaak en die vers of verduurzaamd in de handel wordt gebracht. Het belangrijkste ingrediënt is verse lever. Voor het vet in de bereiding wordt gebruikgemaakt van ontzwoerd spek en buikspek. De leverworst wordt in natuurdarm, bijvoorbeeld varkensdarm, varkensblaas of runderdarm, of verduurzaamd, in een glazen pot of in een andere verpakking, met uitzondering van kunstdarm, aangeboden.

Samenstelling:

varkensvlees, varkenslever, nitrietpekel, gesmoorde uien, kruidenmengeling (met name gemalen peper en Thüringse marjolein), rookaroma.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong)

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Het gehele productieproces vindt plaats in het afgebakende geografische gebied.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz.

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Thüringen

5.   Verband met het geografische gebied

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied

De „Thüringer Leberwurst” gaat op een eeuwenoude traditie terug. Waarschijnlijk zag de Leberwurst in Thüringen het licht op hetzelfde ogenblik als het slagersbedrijf. Tot op vandaag de dag wordt de Leberwurst nog bereid tijdens de in de regio zeer populaire „slachtfeesten” en bij deze gelegenheid wordt ze vers uit de kookpot waarin ze werd klaargemaakt, geserveerd. Haast iedere vlees- en worstfabrikant in Thüringen heeft de Leberwurst in zijn assortiment. De herkomstbenaming van het product werd gehandhaafd want ook in de voormalige DDR werd deze slechts als een echte verwijzing naar de geografische oorsprong van het product gebruikt.

5.2.   Specificiteit van het product

Thüringse worsten, die dus sinds mensenheugenis ook „Thüringer Leberwurst” omvatten, gaan in Duitsland en in het buitenland al meer dan 200 jaar prat op een uitstekende faam. „Thüringer Leberwurst” is in Thüringen de meest gewilde worst.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel van een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)

De „Thüringer Leberwurst” ontleent haar faam aan de deskundigheid en de ervaring van de Thüringse slagers en wordt bereid volgens recepten die van generatie op generatie overgeleverd werden.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(Artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

Markenblatt Vol. 20 van16.5.2008, Deel 7a-bb, p. 33363

http://register.dpma.de/DPMAregister/geo/detail.pdfdownload/148


3.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 233/23


VERORDENING (EU) Nr. 781/2010 VAN DE COMMISSIE

van 2 september 2010

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 3 september 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 september 2010.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

MK

36,4

ZZ

36,4

0707 00 05

TR

145,1

ZZ

145,1

0709 90 70

TR

115,2

ZZ

115,2

0805 50 10

AR

113,9

CL

161,7

TR

151,9

UY

143,8

ZA

141,1

ZZ

142,5

0806 10 10

BA

91,2

EG

131,2

IL

123,0

TR

138,7

ZA

147,0

ZZ

126,2

0808 10 80

AR

122,3

BR

68,6

CL

108,7

CN

65,6

NZ

100,2

US

96,1

ZA

89,9

ZZ

93,1

0808 20 50

AR

80,1

CL

91,0

CN

70,5

TR

128,9

ZA

95,7

ZZ

93,2

0809 30

TR

141,8

ZZ

141,8

0809 40 05

BA

52,8

IL

161,0

XS

52,3

ZZ

88,7


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


3.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 233/25


VERORDENING (EU) Nr. 782/2010 VAN DE COMMISSIE

van 2 september 2010

tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 877/2009 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2009/10

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2), en met name op artikel 36, lid 2, tweede alinea, tweede zin,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2009/10 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 877/2009 van de Commissie (3). Deze prijzen en rechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 767/2010 van de Commissie (4).

(2)

Naar aanleiding van de gegevens waarover de Commissie momenteel beschikt, dienen deze bedragen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 951/2006 te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 951/2006 voor het verkoopseizoen 2009/10 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 36 van Verordening (EG) nr. 877/2009 bedoelde producten worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 3 september 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 september 2010.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24.

(3)  PB L 253 van 25.9.2009, blz. 3.

(4)  PB L 226 van 28.8.2010, blz. 40.


BIJLAGE

Gewijzigde bedragen van de representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en producten van GN-code 1702 90 95 die gelden met ingang van 3 september 2010

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg netto van het betrokken product

Aanvullend recht per 100 kg netto van het betrokken product

1701 11 10 (1)

48,01

0,00

1701 11 90 (1)

48,01

0,50

1701 12 10 (1)

48,01

0,00

1701 12 90 (1)

48,01

0,20

1701 91 00 (2)

44,97

3,98

1701 99 10 (2)

44,97

0,85

1701 99 90 (2)

44,97

0,85

1702 90 95 (3)

0,45

0,24


(1)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt III, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(2)  Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt II, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

(3)  Vaststelling per procent sacharose.


RICHTLIJNEN

3.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 233/27


RICHTLIJN 2010/61/EU VAN DE COMMISSIE

van 2 september 2010

tot eerste aanpassing van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (1), en met name artikel 8, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage I, deel I.1, bijlage II, deel II.1, en bijlage III, deel III.1, bij Richtlijn 2008/68/EG verwijzen naar bepalingen in internationale overeenkomsten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor en over de binnenwateren zoals gedefinieerd in artikel 2 van die richtlijn.

(2)

De bepalingen van deze internationale overeenkomsten worden om de twee jaar bijgewerkt. Derhalve zullen op 1 januari 2011 bijgewerkte versies van deze overeenkomsten in werking treden met een overgangstermijn tot en met 30 juni 2011.

(3)

Bijlage I, deel I.1, bijlage II, deel II.1, en bijlage III, deel III.1, bij Richtlijn 2008/68/EG moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming zijn met het advies van het Comité voor het vervoer van gevaarlijke goederen,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Aanpassingen in Richtlijn 2008/68/EG

De bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG worden als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage I, deel I.1, wordt vervangen door:

„I.1.   ADR

Bijlagen A en B bij de ADR, als van toepassing met ingang van 1 januari 2011, met dien verstande dat de woorden „overeenkomstsluitende partij” worden vervangen door het woord „lidstaat”.”.

2)

Bijlage II, deel II.1, wordt vervangen door:

„II.1.   RID

Bijlage bij het RID, dat is opgenomen in aanhangsel C bij het COTIF, als van toepassing met ingang van 1 januari 2011, met dien verstande dat de woorden „overeenkomstsluitende staat bij het RID” worden vervangen door het woord „lidstaat”.”.

3)

Bijlage III, deel III.1, wordt vervangen door:

„III.1.   ADN

De bijlagen bij de ADN, als van toepassing vanaf 1 januari 2011, alsmede artikel 3, onder f) en h), en artikel 8, leden 1 en 3, van de ADN, met dien verstande dat de woorden „overeenkomstsluitende partij” worden vervangen door het woord „lidstaat”.”.

Artikel 2

Omzetting

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30 juni 2011 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie die bepalingen onverwijld mede, alsmede een transponeringstabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 2 september 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 260 van 30.9.2008, blz. 13.


Rectificaties

3.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 233/29


Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2010 van de Raad van 26 juli 2010 houdende uitvoering van artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 423/2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran

( Publicatieblad van de Europese Unie L 195 van 27 juli 2010 )

Bladzijde 25, overweging 3:

in plaats van:

„(3)

De verplichting om de economische middelen van de aangewezen entiteiten van de Islamic Republic of Iran Shipping Lines (IRISL) te bevriezen, houdt niet de inbeslagneming of de vasthouding in van de vaartuigen van deze entiteiten of van de ladingen die deze vervoeren wanneer de vaartuigen toebehoren aan derden, noch de vasthouding van de door die entiteiten aangeworven bemanning,”,

te lezen:

„(3)

De verplichting om de economische middelen van de aangewezen entiteiten van de Islamic Republic of Iran Shipping Lines (IRISL) te bevriezen, houdt niet de inbeslagneming of de vasthouding in van de vaartuigen van deze entiteiten of van de ladingen die deze vervoeren wanneer deze ladingen toebehoren aan derden, noch de vasthouding van de door die entiteiten aangeworven bemanning,”.