ISSN 1725-2598 doi:10.3000/17252598.L_2009.137.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 137 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
52e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
|
||
|
|
DOOR HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD GEZAMENLIJK AANGENOMEN BESLUITEN |
|
|
* |
Beschikking nr. 455/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad wat betreft de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van dichloormethaan ( 1 ) |
|
|
II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is |
|
|
|
BESLUITEN/BESCHIKKINGEN |
|
|
|
Raad |
|
|
|
2009/421/EG |
|
|
* |
||
|
|
Commissie |
|
|
|
2009/422/EG |
|
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is
VERORDENINGEN
3.6.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 137/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 454/2009 VAN DE COMMISSIE
van 2 juni 2009
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 3 juni 2009.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 2 juni 2009.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
IL |
69,6 |
MA |
79,2 |
|
MK |
47,9 |
|
TR |
53,3 |
|
ZZ |
62,5 |
|
0707 00 05 |
JO |
151,2 |
MK |
23,0 |
|
TR |
105,4 |
|
ZZ |
93,2 |
|
0709 90 70 |
JO |
216,7 |
TR |
117,5 |
|
ZZ |
167,1 |
|
0805 50 10 |
AR |
49,5 |
TR |
53,1 |
|
ZA |
46,7 |
|
ZZ |
49,8 |
|
0808 10 80 |
AR |
77,3 |
BR |
74,4 |
|
CL |
79,6 |
|
CN |
91,5 |
|
NZ |
106,5 |
|
US |
103,9 |
|
UY |
71,7 |
|
ZA |
84,1 |
|
ZZ |
86,1 |
|
0809 10 00 |
TR |
108,0 |
ZZ |
108,0 |
|
0809 20 95 |
US |
272,9 |
ZZ |
272,9 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.
DOOR HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD GEZAMENLIJK AANGENOMEN BESLUITEN
3.6.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 137/3 |
BESCHIKKING Nr. 455/2009/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 6 mei 2009
tot wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad wat betreft de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van dichloormethaan
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,
Gelet op het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De risico’s van dichloormethaan (DCM) in verfafbijtmiddelen voor de volksgezondheid zijn onderzocht in verscheidene studies (3), waarin werd geconcludeerd dat er risicobeperkingsmaatregelen in de gehele Gemeenschap noodzakelijk zijn om de risico’s voor de volksgezondheid bij de toepassing van DCM in de industrie, door beroepsmatige gebruikers en door de consument te verminderen. De resultaten van die studies zijn geëvalueerd door het wetenschappelijk comité inzake toxiciteit, ecotoxiciteit en milieu van de Commissie (WCTEM — naam later gewijzigd in wetenschappelijk comité voor gezondheid en het milieuadvies (WCGM)), dat bevestigd heeft dat de blootstelling aan DCM dat afkomstig is van verfafbijtmiddelen een probleem voor de volksgezondheid vormt. |
(2) |
Om een hoog niveau van gezondheidsbescherming voor alle gebruikscategorieën (industrieel, beroepsmatig en het grote publiek) te bereiken, moet het in de handel brengen en het gebruik van DCM-houdende verfafbijtmiddelen worden beperkt. |
(3) |
DCM-houdende verfafbijtmiddelen worden door het grote publiek thuis gebruikt om binnens- en buitenshuis verf, vernis en lak te verwijderen. Een veilig gebruik van DCM door het grote publiek kan niet worden gegarandeerd door opleiding of toezicht. Daarom is een verbod op het in de handel brengen, het leveren en het gebruik van DCM-houdende verfafbijtmiddelen de enige doeltreffende maatregel om de risico’s van dergelijke verfafbijtmiddelen voor het grote publiek weg te nemen. |
(4) |
Om te zorgen dat de DCM-houdende verfafbijtmiddelen op evenredige wijze geleidelijk langs de leveringsketen uit de markt worden genomen, moeten er verschillende data voor een verbod op het voor het eerst in de handel brengen en op de eindlevering aan het grote publiek en beroepsmatige gebruikers worden vastgelegd. |
(5) |
Aangezien het grote publiek ondanks het verbod toegang tot DCM-houdende verfafbijtmiddel kan hebben via de voor de industriële en beroepsmatige gebruikers bestemde distributieketen, moet het product van een waarschuwing worden voorzien. |
(6) |
De tijdens de afgelopen achttien jaar in Europa geregistreerde sterfgevallen bij industrieel en beroepsmatig gebruik zijn hoofdzakelijk toe te schrijven aan ondeugdelijke ventilatie, ongeschikte persoonlijke beschermingsmiddelen, het gebruik van ondeugdelijke baden en te lange blootstelling aan DCM. Daarom moeten er beperkingen worden opgelegd om de risico’s bij industrieel en beroepsmatig gebruik te controleren en te verminderen. |
(7) |
Beroepsmatige gebruikers vallen doorgaans onder de wetgeving ter bescherming van de werknemers. Zij verrichten hun werkzaamheden echter vaak bij klanten, die niet altijd passende maatregelen kunnen nemen om de risico’s voor de gezondheid te beheren, te controleren en te verminderen. Bovendien vallen zelfstandigen niet onder de communautaire wetgeving voor werknemersbescherming en zouden zij een adequate opleiding moeten volgen voordat zij met DCM-houdende verfafbijtmiddelen verf verwijderen. |
(8) |
Het in de handel brengen en het gebruik door beroepsmatige gebruikers van DCM-houdende verfafbijtmiddelen moeten daarom worden verboden om hun gezondheid te beschermen en het aantal sterfgevallen en niet-dodelijke ongevallen te verminderen. Wanneer de vervanging van DCM echter bijzonder moeilijk of ongeschikt wordt geacht, moeten de lidstaten het gebruik van DCM door erkende professionele gebruikers kunnen blijven toestaan. In dat geval moeten de lidstaten verantwoordelijk zijn voor het verlenen van en het toezicht op een dergelijke afwijking, die moet worden gebaseerd op een verplichte opleiding met specifieke vereisten. Werkgevers en zelfstandigen kunnen het gebruik van DCM echter beter vermijden en in plaats daarvan een chemische stof of procedé gebruiken dat bij de desbetreffende gebruiksomstandigheden geen of een lager risico voor de gezondheid en veiligheid van de werknemers oplevert. |
(9) |
Het geregistreerde aantal sterfgevallen en niet-dodelijke ongevallen in de industrie wijst erop dat de arbeidsomstandighedenwetgeving voor werknemers die DCM gebruiken niet goed wordt nageleefd. De blootstelling aan DCM blijft hoog en daarom moeten ten aanzien van werknemers in industriële installaties nadere risicobeperkende maatregelen worden genomen. Preventieve maatregelen om de blootstelling tot een minimum te beperken en voor zover technisch mogelijk de desbetreffende grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling na te leven, zoals een doeltreffende ventilatie van de werkplek, maatregelen om verdamping van DCM uit afbijtbaden tot een minimum te beperken, maatregelen voor een veilige toepassing van DCM in afbijtbaden, deugdelijke persoonlijke beschermingsmiddelen en goede voorlichting en scholing, moeten worden aangenomen. |
(10) |
De persoonlijke beschermingsmiddelen moeten voldoen aan Richtlijn 89/686/EEG van de Raad van 21 december 1989 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen (4). |
(11) |
Richtlijn 76/769/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (5) moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(12) |
Deze beschikking doet geen afbreuk aan de communautaire wetgeving tot vaststelling van de minimumeisen voor de bescherming van werknemers, zoals Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (6) en daarop gebaseerde bijzondere richtlijnen, met name Richtlijn 2004/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk (zesde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid l, van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad) (gecodificeerde versie) (7) en Richtlijn 98/24/EG van de Raad van 7 april 1998 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers tegen risico’s van chemische agentia op het werk (veertiende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (8), |
HEBBEN DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Bijlage I bij Richtlijn 76/769/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze beschikking.
Artikel 2
Deze beschikking treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Straatsburg, 6 mei 2009.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
H.-G. PÖTTERING
Voor de Raad
De voorzitter
J. KOHOUT
(1) PB C 77 van 31.3.2009, blz. 29.
(2) Advies van het Europees Parlement van 14 januari 2009 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 23 april 2009.
(3) Methylene chloride: Advantages and drawbacks of possible market restrictions in the European Union. TNO-STB-studie voltooid in november 1999. http://ec.europa.eu/enterprise/chemicals/studies_en.htm; Effectiveness of vapour retardants in reducing risks to human health from paint strippers containing dichloromethane door ETVAREAD-deskundigengroep. Eindverslag, gepubliceerd in april 2004, http://ec.europa.eu/enterprise/chemicals/studies_en.htm; Impact assessment of potential restrictions on the marketing and use of dichloromethane in paint stripper. RPA-studie voltooid in april 2007, http://ec.europa.eu/enterprise/chemicals/studies_en.htm
(4) PB L 399 van 30.12.1989, blz. 18.
(5) PB L 262 van 27.9.1976, blz. 201.
(6) PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1.
(7) PB L 158 van 30.4.2004, blz. 50.
(8) PB L 131 van 5.5.1998, blz. 11.
BIJLAGE
In bijlage I bij Richtlijn 76/769/EEG wordt volgend punt toegevoegd:
„58. Dichloormethaan CAS-nr. 75-09-2 Einecs-nr. 200-838-9 |
|
II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is
BESLUITEN/BESCHIKKINGEN
Raad
3.6.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 137/7 |
BESLUIT Nr. 3/2008 VAN DE GEZAMENLIJKE RAAD EU/MEXICO
van 15 december 2008
tot wijziging van Besluit nr. 2/2001 van de Gezamenlijke Raad, gewijzigd bij Besluit nr. 4/2004
(2009/421/EG)
DE GEZAMENLIJKE RAAD,
Gelet op de Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Verenigde Mexicaanse Staten, anderzijds (hierna „de overeenkomst” genoemd) (1), ondertekend te Brussel op 8 december 1997, en met name op artikel 6 juncto artikel 47,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Nadat de Republiek Bulgarije en Roemenië (hierna „de nieuwe lidstaten” genoemd) met ingang van 1 januari 2007 tot de Europese Unie zijn toegetreden, is op 29 november 2006 in Mexico een tweede aanvullend protocol bij de overeenkomst ondertekend, dat op 1 maart 2007 (2) in werking is getreden. |
(2) |
Onder deze omstandigheden is het nodig met ingang van de datum waarop de nieuwe lidstaten tot de overeenkomst zijn toegetreden, bijlage I bij Besluit nr. 2/2001 van de Gezamenlijke Raad van 27 februari 2001, gewijzigd bij Besluit nr. 4/2004 van de Gezamenlijke Raad van 18 mei 2005, aan te passen teneinde de voor financiële diensten bevoegde autoriteiten in de nieuwe lidstaten, alsmede de maatregelen die onverenigbaar zijn met de artikelen 12 tot en met 16 van Besluit nr. 2/2001 en die de nieuwe lidstaten zullen handhaven tot artikel 17, lid 3, van genoemd besluit ten uitvoer is gelegd, daarin op te nemen. Deze aanpassing biedt de gelegenheid de lijst van de voor financiële diensten bevoegde autoriteiten, die is vastgesteld in bijlage II bij Besluit nr. 2/2001 van de Gezamenlijke Raad van 27 februari 2001, gewijzigd bij Besluit nr. 4/2004 van de Gezamenlijke Raad van 18 mei 2005 bij te werken, |
BESLUIT:
Artikel 1
Bijlage I, deel A, bij Besluit nr. 2/2001 van de Gezamenlijke Raad van 27 februari 2001, gewijzigd bij Besluit nr. 4/2004 van de Gezamenlijke Raad van 18 mei 2005, wordt vervangen door de tekst in bijlage I bij dit besluit.
Artikel 2
Bijlage II, deel A en deel B, bij Besluit nr. 2/2001 van de Gezamenlijke Raad, gewijzigd bij Besluit nr. 4/2004, wordt vervangen door de tekst in bijlage II bij dit besluit.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld. Het is van toepassing vanaf de datum waarop de nieuwe lidstaten tot de overeenkomst zijn toegetreden.
Gedaan te Brussel, 15 december 2008.
Voor de Gezamenlijke Raad
De voorzitster
P. ESPINOSA CANTELLANO
(1) PB L 276 van 28.10.2000, blz. 45.
(2) Ter verduidelijking: het tweede aanvullend protocol is door partijen op 21 februari 2007 in Brussel ondertekend, na de officiële parafering van de tekst in Mexico-stad op 29 november 2006. Het protocol is van toepassing vanaf 1 maart 2007 en trad in werking op 1 maart 2008 na voltooiing door partijen van de nodige interne procedures.
BIJLAGE I
„BIJLAGE I
DEEL A
DE GEMEENSCHAP EN HAAR LIDSTATEN
1. |
Bij de toepassing van hoofdstuk III in de Gemeenschap en haar lidstaten gelden de beperkingen ten aanzien van de markttoegang en de nationale behandeling die de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten in de afdeling „alle sectoren” van hun GATS-tijdschema hebben opgenomen, en die welke betrekking hebben op de hierna genoemde subsectoren. |
2. |
Voor de lidstaten worden de volgende afkortingen gebruikt:
|
3. |
De verplichtingen ten aanzien van de markttoegang voor de wijzen van dienstverlening 1) en 2) zijn enkel van toepassing op:
|
4. |
In tegenstelling tot buitenlandse dochterondernemingen zijn rechtstreeks in een lidstaat opgerichte filialen van Mexicaanse financiële instellingen, behoudens een klein aantal uitzonderingen, niet onderworpen aan de op Gemeenschapsniveau geharmoniseerde prudentiële voorschriften op grond waarvan deze dochterondernemingen in aanmerking komen voor verbeterde faciliteiten voor het oprichten van nieuwe vestigingen en grensoverschrijdende dienstverlening in de gehele Gemeenschap. Om die reden wordt aan dergelijke filialen toestemming verleend om op het grondgebied van een lidstaat diensten aan te bieden onder dezelfde voorwaarden als die welke van toepassing zijn op de binnenlandse financiële instellingen van die lidstaat en kunnen zij worden verplicht te voldoen aan bepaalde specifieke prudentiële voorschriften zoals, in het geval van het bankwezen en de effectenhandel, afzonderlijke kapitalisatie- en solvabiliteitsvereisten en vereisten inzake verslaglegging en openbaarmaking van de jaarrekening of, voor het verzekeringswezen, specifieke garantie- en beleggingsvereisten, afzonderlijke kapitalisatie, en lokalisatie in de betrokken lidstaat van de activa die de technische reserves en minstens een derde van de solvabiliteitsmarge vertegenwoordigen. De lidstaten mogen de in deze lijst aangegeven beperkingen alleen toepassen ten aanzien van de directe vestiging van een commerciële aanwezigheid door een ingezetene van Mexico of de grensoverschrijdende dienstverlening vanuit Mexico. Bijgevolg mag een lidstaat deze beperkingen, met inbegrip van die welke betrekking hebben op de vestiging, niet toepassen ten aanzien van Mexicaanse dochterondernemingen die in andere lidstaten van de Gemeenschap zijn gevestigd, tenzij deze beperkingen, overeenkomstig het Gemeenschapsrecht, eveneens ten aanzien van bedrijven en onderdanen van andere lidstaten kunnen worden toegepast. |
5. |
BG: De toelating van nieuwe financiële diensten of producten tot de markt kan afhankelijk worden gesteld van het bestaan en de inachtneming van een regelgevingskader dat is bedoeld om de in artikel 19 van Besluit nr. 2/2001 van de Gezamenlijke Raad EG-Mexico genoemde doelstellingen te verwezenlijken. |
6. |
BG: Verzekerings- of bankactiviteiten alsmede handel in effecten en daaraan gerelateerde activiteiten moeten afzonderlijk worden uitgevoerd door ondernemingen die beschikken over een vergunning om dergelijke diensten aan te bieden. |
7. |
BG: Als algemene regel en op niet-discriminatoire wijze geldt dat naar Bulgaars recht opgerichte financiële instellingen de rechtsvorm van naamloze vennootschap moeten hebben. |
8. |
CY: De volgende algemene voorwaarden en kwalificaties zijn van toepassing zelfs als er geen beperkingen of voorwaarden in de lijst zijn opgenomen:
|
9. |
CY: De in deze lijst genoemde wet- en regelgeving mag niet worden opgevat als een complete verwijzing naar alle wet- en regelgeving voor de financiële sector. Zo is de overdracht van informatie die persoonlijke gegevens of vertrouwelijke gegevens op het gebied van bankzaken of bedrijven bevat, niet toegestaan. Voor zulke overdrachten gelden nationale wetten inzake bescherming van het vertrouwelijke karakter van gegevens van bankcliënten. Bovendien zij opgemerkt dat niet-discriminerende maatregelen met betrekking tot technische normen, volksgezondheid en milieuaspecten, octrooien, prudentiële overwegingen, beroepskwalificaties en vaardigheidsvereisten niet in de lijst zijn genoemd als voorwaarden of beperkingen met betrekking tot de markttoegang en de nationale behandeling. |
10. |
CY: Niet-gereglementeerde financiële diensten en producten en de toelating tot de markt van nieuwe financiële diensten of producten kunnen afhankelijk worden gesteld van het bestaan of de invoering van een regelgevingskader dat is bedoeld om de in artikel 19 van Besluit nr. 2/2001 van de Gezamenlijke Raad EG-Mexico genoemde doelstellingen te verwezenlijken. |
11. |
CY: In verband met deviezencontroles in Cyprus:
|
12. |
CZ: De toelating tot de markt van nieuwe financiële diensten en instrumenten kan afhankelijk worden gesteld van het bestaan en de inachtneming van een nationaal regelgevingskader dat is bedoeld om de in artikel 19 van Besluit nr. 2/2001 van de Gezamenlijke Raad EG-Mexico genoemde doelstellingen te verwezenlijken. |
13. |
CZ: Als algemene regel en op niet-discriminatoire wijze geldt dat naar Tsjechisch recht opgerichte financiële instellingen een specifieke rechtsvorm moeten hebben. |
14. |
CZ: De verplichte WA-verzekering wordt door slechts één enkele maatschappij aangeboden. Als de monopolierechten met betrekking tot de verplichte WA-verzekering worden opgeheven, kan deze dienstverlening, op niet-discriminatoire wijze, worden verzorgd door in Tsjechië gevestigde dienstverleners. De verplichte ziektekostenverzekering wordt uitsluitend door erkende Tsjechische aanbieders aangeboden. |
15. |
EE: Geen verplichtingen voor de verplichte sociale verzekeringen. |
16. |
HU: De toelating van nieuwe financiële diensten of producten tot de markt kan afhankelijk worden gesteld van het bestaan en de inachtneming van een regelgevingskader dat is bedoeld om de in artikel 19 van Besluit nr. 2/2001 van de Gezamenlijke Raad EG-Mexico genoemde doelstellingen te verwezenlijken. |
17. |
HU: Overdracht van informatie die persoonlijke gegevens of vertrouwelijke gegevens op het gebied van bankzaken, effecten en/of bedrijven bevat is niet toegestaan. |
18. |
HU: Als algemene regel en op niet-discriminatoire wijze geldt dat naar Hongaars recht opgerichte financiële instellingen een specifieke rechtsvorm moeten hebben. |
19. |
HU: Diensten op het gebied van verzekeringen, bankwezen, effecten en beheer van collectieve investeringen dienen te worden verstrekt door juridisch gescheiden financiële diensten met eigen kapitaal. |
20. |
MT: Wat betreft de verplichtingen voor de wijze van dienstverlening 3) kunnen niet-ingezetenen die diensten wensen te verlenen via registratie van een plaatselijk bedrijf, dit krachtens de wetgeving deviezencontrole doen met voorafgaande toestemming van de centrale bank van Malta. Bedrijven waarin niet-ingezeten natuurlijke of rechtspersonen participeren, moeten beschikken over een minimumkapitaal van 10 000MTL (Maltese lire) waarvan 50 % moet worden gestort. Het procentuele aandeel van niet-ingezetenen in het eigen vermogen moet worden betaald met middelen uit het buitenland. Bedrijven met niet-ingezetenenparticipatie moeten, volgens de toepasselijke wetgeving, bij het ministerie van Financiën een vergunning aanvragen om bedrijfsruimte te kunnen kopen. |
21. |
MT: Wat betreft de verplichtingen voor de wijze van dienstverlening 4) blijven de bepalingen van de Maltese wet- en regelgeving betreffende de toegang, het verblijf, het verwerven van onroerend goed, en werk en sociale zekerheid van toepassing, met inbegrip van de voorschriften inzake de verblijfsduur, het minimumloon en collectieve loonovereenkomsten. Het verlenen van visa en van werk- en verblijfsvergunningen is een zaak van de Maltese regering. |
22. |
MT: Wat betreft de verplichtingen voor de wijzen van dienstverlening 1) en 2) mag een ingezetene krachtens de wetgeving op de deviezencontrole jaarlijks tot 5 000MTL naar het buitenland overmaken voor portefeuille-investeringen. Voor bedragen boven 5 000MTL is toestemming vereist van de autoriteiten voor deviezencontrole. |
23. |
MT: Ingezetenen mogen in het buitenland een lening opnemen zonder dat daarvoor goedkeuring van de deviezencontrole is vereist als het een lening betreft voor meer dan drie jaar. Deze leningen moeten echter wel worden geregistreerd bij de centrale bank. |
24. |
PL: In Polen worden prudentiële voorschriften voor de financiële sector ontwikkeld. Het is mogelijk dat naar aanleiding daarvan de bestaande voorschriften moeten worden aangepast en nieuwe wetgeving moet worden vastgesteld. |
25. |
RO: Voor de oprichting en de activiteiten van verzekerings- en herverzekeringsmaatschappijen is een vergunning van de toezichthoudende instantie voor het verzekerings- en herverzekeringswezen vereist. Voor de oprichting en de activiteiten van bankondernemingen is een vergunning van de Nationale Bank van Roemenië vereist. Voor de oprichting en de activiteiten van aan de effectenmarkt gerelateerde entiteiten (natuurlijke of rechtspersonen, naar gelang van het geval) is een vergunning van de nationale effectencommissie (National Securities Commission, NSC) van Roemenië vereist. Na de vestiging van een commerciële aanwezigheid mogen de financiële instellingen hun transacties met ingezetenen uitsluitend in de nationale munt van Roemenië uitvoeren. |
26. |
SK: De toelating tot de markt van nieuwe financiële diensten en instrumenten kan afhankelijk worden gesteld van het bestaan en de inachtneming van een nationaal regelgevingskader dat is bedoeld om de in artikel 19 van Besluit nr. 2/2001 van de Gezamenlijke Raad EG-Mexico genoemde doelstellingen te verwezenlijken. |
27. |
SK: De volgende verzekeringsdiensten worden door exclusieve dienstverleners verstrekt: verplichte WA-verzekering, verplichte verzekering voor luchtvervoer, de wettelijke aansprakelijkheidsverzekering voor de werkgever tegen arbeidsongevallen/beroepsziekten moeten lopen via de Slowaakse Verzekeringsmaatschappij. De basisverzekering ziektekosten loopt uitsluitend via de Slowaakse ziektekostenverzekeraars die houder zijn van een vergunning voor het aanbieden van ziektekostenverzekeringen, welke vergunning is verleend door het ministerie van Gezondheid van Slowakije krachtens wet 273/1994. Verzekeringen pensioenfondsen en ziektekostenverzekeringen lopen uitsluitend via de sociale verzekeringsmaatschappij. |
28. |
SI: De toelating van nieuwe financiële diensten of producten tot de markt kan afhankelijk worden gesteld van het bestaan en de inachtneming van een regelgevingskader dat is bedoeld om de in artikel 19 van Besluit nr. 2/2001 van de Gezamenlijke Raad EG-Mexico genoemde doelstellingen te verwezenlijken. |
29. |
SI: Als algemene regel en op niet-discriminatoire wijze geldt dat naar Sloveens recht opgerichte financiële instellingen een specifieke rechtsvorm moeten hebben. |
30. |
SI: Verzekerings- en bankactiviteiten dienen te worden aangeboden door juridisch gescheiden verstrekkers van financiële diensten. |
31. |
SI: Beleggingsdiensten kunnen uitsluitend via banken en beleggingsmaatschappijen worden verleend.
|
(1) CZ: Momenteel overweegt het parlement een wet aan te nemen waarbij het criterium van de eisen van de financiële markt wordt afgeschaft.
(2) Bij haar overwegingen m.b.t. het verlenen van een onbeperkte of beperkte bankvergunning houdt de Bank van Slovenië niet alleen rekening met het kapitaalbedrag, maar ook met de volgende elementen (zowel voor binnenlandse als voor buitenlandse aanvragers);
— |
de nationaal-economische voorkeuren voor bepaalde bankactiviteiten; |
— |
het gebied dat momenteel door de banken van Slovenië wordt bestreken; |
— |
de activiteiten die daadwerkelijk door de bank worden verricht in vergelijking met die welke in de bestaande vergunning zijn vermeld. |
(Opmerking: deze bepaling wordt ingetrokken zodra de nieuwe bankwet wordt goedgekeurd.)
BIJLAGE II
„BIJLAGE II
VOOR FINANCIËLE DIENSTEN BEVOEGDE AUTORITEITEN
DEEL A
Voor de Gemeenschap en haar lidstaten
Commissie |
DG Handel DG Interne markt |
B-1049 Brussel |
||||
Oostenrijk |
Ministerie van Financiën |
|
||||
België |
Ministerie van Economie |
|
||||
Ministerie van Financiën |
|
|||||
Bulgarije |
Ministerie van Economie en Energie |
|
||||
Ministerie van Financiën |
|
|||||
Nationale Bank van Bulgarije |
|
|||||
Commissie financieel toezicht |
|
|||||
Cyprus |
Ministerie van Financiën |
CY-1439 Nicosia |
||||
Tsjechië |
Ministerie van Financiën |
|
||||
Denemarken |
Ministerie van Economische Zaken |
|
||||
Estland |
Ministerie van Financiën |
|
||||
Finland |
Ministerie van Financiën |
|
||||
Frankrijk |
Ministerie van Economie, Financiën en Industrie |
|
||||
Duitsland |
Ministerie van Financiën |
|
||||
Griekenland |
Bank van Griekenland |
|
||||
Hongarije |
Ministerie van Financiën |
|
||||
Ierland |
Ierse autoriteit voor regelgeving inzake financiële diensten |
|
||||
Italië |
Ministerie van Financiën |
|
||||
Letland |
Commissie van de financiële markt en de kapitaalmarkt |
|
||||
Litouwen |
Ministerie van Financiën |
|
||||
Luxemburg |
Ministerie van Financiën |
|
||||
Malta |
Autoriteit financiële diensten |
|
||||
Nederland |
Ministerie van Financiën |
|
||||
Polen |
Ministerie van Financiën |
|
||||
Portugal |
Ministerie van Financiën |
|
||||
Roemenië |
Nationale Bank van Roemenië |
25 Lipscani Str, sector 3 Boekarest, code 030031 |
||||
Roemeense nationale effectencommissie |
(2 Foisorului Street, Boekarest, sector 3 |
|||||
Commissie van toezicht op het verzekeringswezen |
18th, Amiral Constantin Balescu Street, Sector 1, Boekarest Code 011954 |
|||||
Commissie van toezicht op het particuliere pensioenstelsel |
74 Splaiul Unirii, sector 4, Boekarest, code 030128 |
|||||
Slowakije |
Ministerie van Financiën |
|
||||
Slovenië |
Ministerie van Economie |
|
||||
Spanje |
Schatkist |
|
||||
Zweden |
Dienst financieel toezicht |
|
||||
Zweedse centrale bank |
|
|||||
Zweeds consumentenbureau |
|
|||||
Verenigd Koninkrijk |
Schatkist |
|
DEEL B
Voor Mexico, Secretaría de Hacienda y Crédito Público
Mexico |
Unidad de Banca, Valores y Ahorro |
|
|||
Unidad de Seguros, Pensiones y Seguridad Social |
|
Commissie
3.6.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 137/42 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 26 mei 2009
tot wijziging van Beschikking 2003/135/EG wat betreft de uitroeiings- en noodvaccinatieprogramma’s voor klassieke varkenspest bij wilde varkens in bepaalde gebieden van Duitsland
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 3953)
(Slechts de teksten in de Duitse en de Franse taal zijn authentiek)
(2009/422/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 2001/89/EG van de Raad van 23 oktober 2001 betreffende maatregelen van de Gemeenschap ter bestrijding van klassieke varkenspest (1), en met name op artikel 16, lid 1, en artikel 20, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Beschikking 2003/135/EG van de Commissie van 27 februari 2003 inzake de goedkeuring van de programma’s voor de uitroeiing van klassieke varkenspest bij wilde varkens en voor het uitvoeren van noodvaccinatie tegen klassieke varkenspest bij wilde varkens in Duitsland, namelijk in de Länder Niedersachsen, Nordrhein-Westfalen, Rheinland-Pfalz en Saarland (2) is vastgesteld als één van de maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest. |
(2) |
Duitsland heeft de Commissie in kennis gesteld van de recente ontwikkeling van de ziekte bij wilde varkens in bepaalde gebieden van de deelstaten Rheinland-Pfalz en Nordrhein-Westfalen. |
(3) |
Er zijn nieuwe gevallen van klassieke varkenspest bij wilde varkens in het zuiden van Rheinland-Pfalz gemeld. Daarom moeten de uitroeiings- en noodvaccinatieprogramma’s voor klassieke varkenspest bij wilde varkens in dat gebied worden toegepast. |
(4) |
Beschikking 2003/135/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De bijlage bij Beschikking 2003/135/EG wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze beschikking.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek.
Gedaan te Brussel, 26 mei 2009.
Voor de Commissie
Androulla VASSILIOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 316 van 1.12.2001, blz. 5.
(2) PB L 53 van 28.2.2003, blz. 47.
BIJLAGE
„BIJLAGE
1. GEBIEDEN WAARVOOR UITROEIINGSPROGRAMMA’S GELDEN
A. In de deelstaat Rheinland-Pfalz
a) |
in de Kreis Ahrweiler: de gemeenten Adenau en Altenahr; |
b) |
in de Landkreis Vulkaneifel: in de gemeente Obere Kyll: de deelgemeenten Birgel, Esch, Feusdorf en Jünkerath, in de gemeente Hillesheim: de deelgemeenten Berndorf, Dohm-Lammersdorf, Hillesheim, Kerpen, Nohn, Oberehe-Stroheich, Üxheim, Walsdorf en Wiesbaum, in de gemeente Daun: de deelgemeente Dreis-Brück, in de gemeente Kelberg: de deelgemeenten Beinhausen, Bodenbach, Bongard, Borler, Boxberg, Brücktal, Drees, Gelenberg, Kelberg, Kirsbach, Neichen, Nitz, Reimerath en Welcherath; |
c) |
de Kreise Altenkirchen en Neuwied; |
d) |
in de Kreis Westerwald: de gemeenten Bad Marienberg, Hachenburg, Ransbach-Baumbach, Rennerod, Selters, Wallmerod en Westerburg, de gemeente Höhr-Grenzhausen ten noorden van de autosnelweg A48, de gemeente Montabaur ten noorden van de autosnelweg A3 en de gemeente Wirges ten noorden van de autosnelwegen A48 en A3; |
e) |
in de Landkreis Südwestpfalz: in de gemeente Pirmasens-Land: de deelgemeenten Kröppen ten zuidoosten van de L 483, Vinningen ten zuidoosten van de L 478 en L 484, Schweix, Hilst, Trulben en Eppenbrunn, in de gemeente Dahner Felsenland: de deelgemeenten Bobenthal, Bruchweiler-Bärenbach, Bundenthal, Erlenbach bei Dahn, Fischbach bei Dahn, Hirschthal, Ludwigswinkel, Niederschlettenbach, Nothweiler, Rumbach en Schönau (Pfalz); |
f) |
in de Landkreis Südwestpfalz: de gemeenten Thaleischweiler-Fröschen, Waldfischbach-Burgalben en Wallhalben; |
g) |
in de Kreis Kaiserslautern: de gemeenten Bruchmühlbach-Miesau ten zuiden van de autosnelweg A6, Kaiserslautern-Süd en Landstuhl; |
h) |
de stad Kaiserslautern ten zuiden van de autosnelweg A6. |
B. In de deelstaat Nordrhein-Westfalen
a) |
in de Kreis Euskirchen: de stad Bad Münstereifel, in de stad Mechernich: de deelgemeenten Antweiler, Harzheim, Holzheim, Lessenich, Rißdorf, Wachendorf en Weiler am Berge, in de stad Euskirchen: de deelgemeenten Billig, Euenheim, Euskirchen, Flamersheim, Kirchheim, Kuchenheim, Kreuzweingarten, Niederkastenholz, Palmersheim, Rheder, Roitzheim, Schweinheim en Stotzheim, in de gemeente Nettersheim: de deelgemeenten Bouderath, Buir, Engelgau, Frohngau, Holzmühlheim, Pesch, Tondorf en Roderath, in de gemeente Dahlem: de deelgemeente Dahlem en de gemeente Blankenheim, met uitzondering van de plaats Blankenheimer Wald; |
b) |
in de Rhein-Sieg-Kreis: in de stad Meckenheim: de deelgemeenten Ersdorf en Altendorf, in de stad Rheinbach: de deelgemeenten Oberdrees, Niederdrees, Wormersdorf, Todenfeld, Hilberath, Merzbach, Irlenbusch, Queckenberg, Kleinschlehbach, Großschlehbach, Loch, Berscheidt, Eichen en Kurtenberg, in de gemeente Swisttal: de deelgemeenten Miel en Odendorf, de steden Bad Honnef, Königswinter, Hennef (Sieg), Sankt Augustin, Niederkassel, Troisdorf, Siegburg en Lohmar en de gemeenten Neunkirchen-Seelscheid, Eitorf, Ruppichteroth, Windeck en Much; |
c) |
in de Kreis Siegen-Wittgenstein: in de gemeente Kreuztal: de deelgemeenten Krombach, Eichen, Fellinghausen, Osthelden, Junkernhees en Mittelhees, in de stad Siegen: de deelgemeenten Sohlbach, Dillnhütten, Geisweid, Birlenbach, Trupbach, Seelbach, Achenbach, Lindenberg, Rosterberg, Rödgen, Obersdorf, Eisern en Eiserfeld, de gemeenten Freudenberg, Neunkirchen en Burbach, in de gemeente Wilnsdorf: de deelgemeenten Rinsdorf en Wilden; |
d) |
in de Kreis Olpe: in de stad Drolshagen: de deelgemeenten Drolshagen, Lüdespert, Schlade, Hützemert, Feldmannshof, Gipperich, Benolpe, Wormberg, Gelsingen, Husten, Halbhusten, Iseringhausen, Brachtpe, Berlinghausen, Eichen, Heiderhof, Forth en Buchhagen, in de stad Olpe: de deelgemeenten Olpe, Rhode, Saßmicke, Dahl, Friedrichsthal, Thieringhausen, Günsen, Altenkleusheim, Rhonard, Stachelau, Lütringhausen en Rüblinghausen, de gemeente Wenden; |
e) |
in de Märkischer Kreis: de steden Halver, Kierspe en Meinerzhagen; |
f) |
in de stad Remscheid: de deelgemeenten Halle, Lusebusch, Hackenberg, Dörper Höhe, Niederlangenbach, Durchsholz, Nagelsberg, Kleebach, Niederfeldbach, Endringhausen, Lennep, Westerholt, Grenzwall, Birgden, Schneppendahl, Oberfeldbach, Hasenberg, Lüdorf, Engelsburg, Forsten, Oberlangenbach, Niederlangenbach, Karlsruhe, Sonnenschein, Buchholzen, Bornefeld en Bergisch Born; |
g) |
in de steden Keulen en Bonn: de gemeenten aan de rechterkant van de Rijn; |
h) |
de stad Leverkusen; |
i) |
de Rheinisch-Bergischer Kreis; |
j) |
de Oberbergischer Kreis. |
2. GEBIEDEN WAAR NOODVACCINATIE WORDT TOEGEPAST
A. In de deelstaat Rheinland-Pfalz
a) |
in de Kreis Ahrweiler: de gemeenten Adenau en Altenahr; |
b) |
in de Landkreis Vulkaneifel: in de gemeente Obere Kyll: de deelgemeenten Birgel, Esch, Feusdorf en Jünkerath, in de gemeente Hillesheim: de deelgemeenten Berndorf, Dohm-Lammersdorf, Hillesheim, Kerpen, Nohn, Oberehe-Stroheich, Üxheim, Walsdorf en Wiesbaum, in de gemeente Daun: de deelgemeente Dreis-Brück, in de gemeente Kelberg: de deelgemeenten Beinhausen, Bodenbach, Bongard, Borler, Boxberg, Brücktal, Drees, Gelenberg, Kelberg, Kirsbach, Neichen, Nitz, Reimerath en Welcherath; |
c) |
de Kreise Altenkirchen en Neuwied; |
d) |
in de Kreis Westerwald: de gemeenten Bad Marienberg, Hachenburg, Ransbach-Baumbach, Rennerod, Selters, Wallmerod en Westerburg, de gemeente Höhr-Grenzhausen ten noorden van de autosnelweg A48, de gemeente Montabaur ten noorden van de autosnelweg A3 en de gemeente Wirges ten noorden van de autosnelwegen A48 en A3; |
e) |
in de Landkreis Südwestpfalz: in de gemeente Pirmasens-Land: de deelgemeenten Kröppen ten zuidoosten van de L 483, Vinningen ten zuidoosten van de L 478 en L 484, Schweix, Hilst, Trulben en Eppenbrunn, in de gemeente Dahner Felsenland: de deelgemeenten Bobenthal, Bruchweiler-Bärenbach, Bundenthal, Erlenbach bei Dahn, Fischbach bei Dahn, Hirschthal, Ludwigswinkel, Niederschlettenbach, Nothweiler, Rumbach en Schönau (Pfalz); |
f) |
in de Landkreis Südwestpfalz: de gemeenten Thaleischweiler-Fröschen, Waldfischbach-Burgalben en Wallhalben; |
g) |
in de Kreis Kaiserslautern: de gemeenten Bruchmühlbach-Miesau ten zuiden van de autosnelweg A6, Kaiserslautern-Süd en Landstuhl; |
h) |
de stad Kaiserslautern ten zuiden van de autosnelweg A6. |
B. In de deelstaat Nordrhein-Westfalen
a) |
in de Kreis Euskirchen: de stad Bad Münstereifel, in de stad Mechernich: de deelgemeenten Antweiler, Harzheim, Holzheim, Lessenich, Rißdorf, Wachendorf en Weiler am Berge, in de stad Euskirchen: de deelgemeenten Billig, Euenheim, Euskirchen, Flamersheim, Kirchheim, Kuchenheim, Kreuzweingarten, Niederkastenholz, Palmersheim, Rheder, Roitzheim, Schweinheim en Stotzheim, in de gemeente Nettersheim: de deelgemeenten Bouderath, Buir, Engelgau, Frohngau, Holzmühlheim, Pesch, Tondorf en Roderath, in de gemeente Dahlem: de deelgemeente Dahlem en de gemeente Blankenheim, met uitzondering van de plaats Blankenheimer Wald; |
b) |
in de Rhein-Sieg-Kreis: in de stad Meckenheim: de deelgemeenten Ersdorf en Altendorf, in de stad Rheinbach: de deelgemeenten Oberdrees, Niederdrees, Wormersdorf, Todenfeld, Hilberath, Merzbach, Irlenbusch, Queckenberg, Kleinschlehbach, Großschlehbach, Loch, Berscheidt, Eichen en Kurtenberg, in de gemeente Swisttal: de deelgemeenten Miel en Odendorf, de steden Bad Honnef, Königswinter, Hennef (Sieg), Sankt Augustin, Niederkassel, Troisdorf, Siegburg en Lohmar en de gemeenten Neunkirchen-Seelscheid, Eitorf, Ruppichteroth, Windeck en Much; |
c) |
in de Kreis Siegen-Wittgenstein: in de gemeente Kreuztal: de deelgemeenten Krombach, Eichen, Fellinghausen, Osthelden, Junkernhees en Mittelhees, in de stad Siegen: de deelgemeenten Sohlbach, Dillnhütten, Geisweid, Birlenbach, Trupbach, Seelbach, Achenbach, Lindenberg, Rosterberg, Rödgen, Obersdorf, Eisern en Eiserfeld, de gemeenten Freudenberg, Neunkirchen en Burbach, in de gemeente Wilnsdorf: de deelgemeenten Rinsdorf en Wilden; |
d) |
in de Kreis Olpe: in de stad Drolshagen: de deelgemeenten Drolshagen, Lüdespert, Schlade, Hützemert, Feldmannshof, Gipperich, Benolpe, Wormberg, Gelsingen, Husten, Halbhusten, Iseringhausen, Brachtpe, Berlinghausen, Eichen, Heiderhof, Forth en Buchhagen, in de stad Olpe: de deelgemeenten Olpe, Rhode, Saßmicke, Dahl, Friedrichsthal, Thieringhausen, Günsen, Altenkleusheim, Rhonard, Stachelau, Lütringhausen en Rüblinghausen, de gemeente Wenden; |
e) |
in de Märkischer Kreis: de steden Halver, Kierspe en Meinerzhagen; |
f) |
in de stad Remscheid: de deelgemeenten Halle, Lusebusch, Hackenberg, Dörper Höhe, Niederlangenbach, Durchsholz, Nagelsberg, Kleebach, Niederfeldbach, Endringhausen, Lennep, Westerholt, Grenzwall, Birgden, Schneppendahl, Oberfeldbach, Hasenberg, Lüdorf, Engelsburg, Forsten, Oberlangenbach, Niederlangenbach, Karlsruhe, Sonnenschein, Buchholzen, Bornefeld en Bergisch Born; |
g) |
in de steden Keulen en Bonn: de gemeenten aan de rechterkant van de Rijn.; |
h) |
de stad Leverkusen; |
i) |
de Rheinisch-Bergischer Kreis; |
j) |
de Oberbergischer Kreis.” |