ISSN 1725-2598

doi:10.3000/17252598.L_2009.137.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 137

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

52e jaargang
3 juni 2009


Inhoud

 

I   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

 

Verordening (EG) nr. 454/2009 van de Commissie van 2 juni 2009 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

1

 

 

DOOR HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD GEZAMENLIJK AANGENOMEN BESLUITEN

 

*

Beschikking nr. 455/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad wat betreft de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van dichloormethaan ( 1 )

3

 

 

II   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

 

 

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

 

 

Raad

 

 

2009/421/EG

 

*

Besluit nr. 3/2008 van de Gezamenlijke Raad EU/Mexico van 15 december 2008 tot wijziging van Besluit nr. 2/2001 van de Gezamenlijke Raad, gewijzigd bij Besluit nr. 4/2004

7

 

 

Commissie

 

 

2009/422/EG

 

*

Beschikking van de Commissie van 26 mei 2009 tot wijziging van Beschikking 2003/135/EG wat betreft de uitroeiings- en noodvaccinatieprogramma’s voor klassieke varkenspest bij wilde varkens in bepaalde gebieden van Duitsland (Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 3953)

42

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

VERORDENINGEN

3.6.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 137/1


VERORDENING (EG) Nr. 454/2009 VAN DE COMMISSIE

van 2 juni 2009

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 3 juni 2009.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 juni 2009.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

IL

69,6

MA

79,2

MK

47,9

TR

53,3

ZZ

62,5

0707 00 05

JO

151,2

MK

23,0

TR

105,4

ZZ

93,2

0709 90 70

JO

216,7

TR

117,5

ZZ

167,1

0805 50 10

AR

49,5

TR

53,1

ZA

46,7

ZZ

49,8

0808 10 80

AR

77,3

BR

74,4

CL

79,6

CN

91,5

NZ

106,5

US

103,9

UY

71,7

ZA

84,1

ZZ

86,1

0809 10 00

TR

108,0

ZZ

108,0

0809 20 95

US

272,9

ZZ

272,9


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


DOOR HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD GEZAMENLIJK AANGENOMEN BESLUITEN

3.6.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 137/3


BESCHIKKING Nr. 455/2009/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 6 mei 2009

tot wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad wat betreft de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van dichloormethaan

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,

Gelet op het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De risico’s van dichloormethaan (DCM) in verfafbijtmiddelen voor de volksgezondheid zijn onderzocht in verscheidene studies (3), waarin werd geconcludeerd dat er risicobeperkingsmaatregelen in de gehele Gemeenschap noodzakelijk zijn om de risico’s voor de volksgezondheid bij de toepassing van DCM in de industrie, door beroepsmatige gebruikers en door de consument te verminderen. De resultaten van die studies zijn geëvalueerd door het wetenschappelijk comité inzake toxiciteit, ecotoxiciteit en milieu van de Commissie (WCTEM — naam later gewijzigd in wetenschappelijk comité voor gezondheid en het milieuadvies (WCGM)), dat bevestigd heeft dat de blootstelling aan DCM dat afkomstig is van verfafbijtmiddelen een probleem voor de volksgezondheid vormt.

(2)

Om een hoog niveau van gezondheidsbescherming voor alle gebruikscategorieën (industrieel, beroepsmatig en het grote publiek) te bereiken, moet het in de handel brengen en het gebruik van DCM-houdende verfafbijtmiddelen worden beperkt.

(3)

DCM-houdende verfafbijtmiddelen worden door het grote publiek thuis gebruikt om binnens- en buitenshuis verf, vernis en lak te verwijderen. Een veilig gebruik van DCM door het grote publiek kan niet worden gegarandeerd door opleiding of toezicht. Daarom is een verbod op het in de handel brengen, het leveren en het gebruik van DCM-houdende verfafbijtmiddelen de enige doeltreffende maatregel om de risico’s van dergelijke verfafbijtmiddelen voor het grote publiek weg te nemen.

(4)

Om te zorgen dat de DCM-houdende verfafbijtmiddelen op evenredige wijze geleidelijk langs de leveringsketen uit de markt worden genomen, moeten er verschillende data voor een verbod op het voor het eerst in de handel brengen en op de eindlevering aan het grote publiek en beroepsmatige gebruikers worden vastgelegd.

(5)

Aangezien het grote publiek ondanks het verbod toegang tot DCM-houdende verfafbijtmiddel kan hebben via de voor de industriële en beroepsmatige gebruikers bestemde distributieketen, moet het product van een waarschuwing worden voorzien.

(6)

De tijdens de afgelopen achttien jaar in Europa geregistreerde sterfgevallen bij industrieel en beroepsmatig gebruik zijn hoofdzakelijk toe te schrijven aan ondeugdelijke ventilatie, ongeschikte persoonlijke beschermingsmiddelen, het gebruik van ondeugdelijke baden en te lange blootstelling aan DCM. Daarom moeten er beperkingen worden opgelegd om de risico’s bij industrieel en beroepsmatig gebruik te controleren en te verminderen.

(7)

Beroepsmatige gebruikers vallen doorgaans onder de wetgeving ter bescherming van de werknemers. Zij verrichten hun werkzaamheden echter vaak bij klanten, die niet altijd passende maatregelen kunnen nemen om de risico’s voor de gezondheid te beheren, te controleren en te verminderen. Bovendien vallen zelfstandigen niet onder de communautaire wetgeving voor werknemersbescherming en zouden zij een adequate opleiding moeten volgen voordat zij met DCM-houdende verfafbijtmiddelen verf verwijderen.

(8)

Het in de handel brengen en het gebruik door beroepsmatige gebruikers van DCM-houdende verfafbijtmiddelen moeten daarom worden verboden om hun gezondheid te beschermen en het aantal sterfgevallen en niet-dodelijke ongevallen te verminderen. Wanneer de vervanging van DCM echter bijzonder moeilijk of ongeschikt wordt geacht, moeten de lidstaten het gebruik van DCM door erkende professionele gebruikers kunnen blijven toestaan. In dat geval moeten de lidstaten verantwoordelijk zijn voor het verlenen van en het toezicht op een dergelijke afwijking, die moet worden gebaseerd op een verplichte opleiding met specifieke vereisten. Werkgevers en zelfstandigen kunnen het gebruik van DCM echter beter vermijden en in plaats daarvan een chemische stof of procedé gebruiken dat bij de desbetreffende gebruiksomstandigheden geen of een lager risico voor de gezondheid en veiligheid van de werknemers oplevert.

(9)

Het geregistreerde aantal sterfgevallen en niet-dodelijke ongevallen in de industrie wijst erop dat de arbeidsomstandighedenwetgeving voor werknemers die DCM gebruiken niet goed wordt nageleefd. De blootstelling aan DCM blijft hoog en daarom moeten ten aanzien van werknemers in industriële installaties nadere risicobeperkende maatregelen worden genomen. Preventieve maatregelen om de blootstelling tot een minimum te beperken en voor zover technisch mogelijk de desbetreffende grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling na te leven, zoals een doeltreffende ventilatie van de werkplek, maatregelen om verdamping van DCM uit afbijtbaden tot een minimum te beperken, maatregelen voor een veilige toepassing van DCM in afbijtbaden, deugdelijke persoonlijke beschermingsmiddelen en goede voorlichting en scholing, moeten worden aangenomen.

(10)

De persoonlijke beschermingsmiddelen moeten voldoen aan Richtlijn 89/686/EEG van de Raad van 21 december 1989 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen (4).

(11)

Richtlijn 76/769/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (5) moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(12)

Deze beschikking doet geen afbreuk aan de communautaire wetgeving tot vaststelling van de minimumeisen voor de bescherming van werknemers, zoals Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (6) en daarop gebaseerde bijzondere richtlijnen, met name Richtlijn 2004/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk (zesde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid l, van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad) (gecodificeerde versie) (7) en Richtlijn 98/24/EG van de Raad van 7 april 1998 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers tegen risico’s van chemische agentia op het werk (veertiende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (8),

HEBBEN DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Bijlage I bij Richtlijn 76/769/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Straatsburg, 6 mei 2009.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

H.-G. PÖTTERING

Voor de Raad

De voorzitter

J. KOHOUT


(1)  PB C 77 van 31.3.2009, blz. 29.

(2)  Advies van het Europees Parlement van 14 januari 2009 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 23 april 2009.

(3)  Methylene chloride: Advantages and drawbacks of possible market restrictions in the European Union. TNO-STB-studie voltooid in november 1999. http://ec.europa.eu/enterprise/chemicals/studies_en.htm; Effectiveness of vapour retardants in reducing risks to human health from paint strippers containing dichloromethane door ETVAREAD-deskundigengroep. Eindverslag, gepubliceerd in april 2004, http://ec.europa.eu/enterprise/chemicals/studies_en.htm; Impact assessment of potential restrictions on the marketing and use of dichloromethane in paint stripper. RPA-studie voltooid in april 2007, http://ec.europa.eu/enterprise/chemicals/studies_en.htm

(4)  PB L 399 van 30.12.1989, blz. 18.

(5)  PB L 262 van 27.9.1976, blz. 201.

(6)  PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1.

(7)  PB L 158 van 30.4.2004, blz. 50.

(8)  PB L 131 van 5.5.1998, blz. 11.


BIJLAGE

In bijlage I bij Richtlijn 76/769/EEG wordt volgend punt toegevoegd:

„58.

Dichloormethaan

CAS-nr. 75-09-2

Einecs-nr. 200-838-9

1.

Verfafbijtmiddelen die dichloormethaan bevatten in een concentratie van 0,1 gewichtsprocent of meer mogen niet:

a)

voor het eerst op de markt worden gebracht voor levering aan het algemene publiek of aan beroepsmatige gebruikers na 6 december 2010;

b)

op de markt worden gebracht voor levering aan het algemene publiek of aan beroepsmatige gebruikers na 6 december 2011;

c)

door beroepsmatige gebruikers worden gebruikt na 6 juni 2012.

Voor de toepassing van deze rubriek wordt verstaan onder

i)   „beroepsmatige gebruiker”: iedere natuurlijke of rechtspersoon, met inbegrip van werknemers en zelfstandigen, die in het kader van zijn beroepsactiviteit buiten een industriële installatie verf afbijt;

ii)   „industriële installatie”: een installatie die gebruikt wordt voor het afbijten van verf.

2.

In afwijking van punt 1 mogen de lidstaten het gebruik van dichloormethaanhoudende verfafbijtmiddelen door beroepsmatige gebruikers met een specifieke opleiding voor bepaalde activiteiten op hun grondgebied toestaan en het op de markt brengen van die verfafbijtmiddelen voor levering aan die beroepsmatige gebruikers toestaan.

De lidstaten die van deze afwijking gebruikmaken, formuleren de nodige voorschriften voor de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de beroepsmatige gebruikers van dichloormethaanhoudende verfafbijtmiddelen en stellen de Commissie daarvan in kennis.

Een van deze voorschriften is de vereiste dat de beroepsmatige gebruiker over een door de lidstaat waarin hij werkzaam is erkend certificaat beschikt, dan wel ander desbetreffend bewijsmateriaal kan overleggen, of anderszins door die lidstaat erkend is, waaruit blijkt dat hij de juiste opleiding heeft genoten en over de vakbekwaamheid beschikt om dichloormethaanhoudende verfafbijtmiddelen veilig te gebruiken.

De Commissie stelt een lijst op van de lidstaten die van de afwijking van dit punt hebben gebruikgemaakt, en maakt deze via internet bekend.

3.

Een beroepsmatige gebruiker die van de in punt 2 bedoelde afwijking gebruikmaakt, mag alleen werkzaam zijn in lidstaten die van die afwijking hebben gebruikgemaakt.

De in punt 2 bedoelde opleiding omvat ten minste:

a)

bewustmaking, beoordeling en beheer van de gezondheidsrisico’s, met inbegrip van informatie over bestaande vervangingsmiddelen of procedés die bij de desbetreffende gebruiksomstandigheden minder gevaarlijk voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers zijn;

b)

gebruik van deugdelijke ventilatie;

c)

gebruik van deugdelijke persoonlijke beschermingsmiddelen die aan Richtlijn 89/686/EEG voldoen.

Werkgevers en zelfstandigen gebruiken bij voorkeur in plaats van dichloormethaan een chemische stof of procedé dat bij de desbetreffende gebruiksomstandigheden geen of een lager risico voor de veiligheid en gezondheid van de werknemer oplevert.

De beroepsmatige gebruiker past alle ter zake doende veiligheidsmaatregelen toe, met inbegrip van het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.

4.

Onverminderd andere communautaire wetgeving inzake de bescherming van werknemers, mogen dichloormethaanhoudende verfafbijtmiddelen in een concentratie van 0,1 gewichtsprocent of meer slechts in industriële installaties worden gebruikt als ten minste aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a)

doeltreffende ventilatie in alle werkruimten, met name bij de natte behandeling en het drogen van de behandelde voorwerpen: plaatselijke afvoerventilatie bij afbijtbaden, aangevuld met geforceerde ventilatie in die ruimten teneinde de blootstelling tot een minimum te beperken en voor zover technisch mogelijk de desbetreffende grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling na te leven;

b)

getroffen maatregelen om verdamping uit afbijtbaden tot een minimum te beperken, waaronder: deksels waarmee de afbijtbaden afgedekt zijn, behalve tijdens het inbrengen en uithalen van de voorwerpen; passende voorzorgen voor het inbrengen en uithalen; en spoelbaden met water of pekel om overmaat oplosmiddel na het uithalen te verwijderen;

c)

getroffen maatregelen om veilig met dichloormethaan om te gaan, waaronder: pompen en leidingen om het verfafbijtmiddel in de baden te brengen en te verwijderen; en passende voorzorgen om op een veilige manier de baden schoon te maken en het bezinksel te verwijderen;

d)

persoonlijke beschermingsmiddelen die voldoen aan Richtlijn 89/686/EEG, waaronder: deugdelijke beschermingshandschoenen, veiligheidsbrillen en beschermende kleding; en deugdelijke ademhalingsbeschermingsapparatuur indien de grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling niet op andere wijze kunnen worden nageleefd.

e)

goede informatie, instructie en training voor het gebruik van deze apparatuur voor de gebruikers.

5.

Onverminderd andere communautaire bepalingen betreffende de indeling, de etikettering en de verpakking van stoffen en mengsels moet op de verpakking van verfafbijtmiddelen die dichloormethaan in een concentratie van 0,1 gewichtsprocent of meer bevatten, uiterlijk op 6 december 2011 zichtbaar, duidelijk leesbaar en onuitwisbaar de volgende vermelding worden aangebracht:

„Uitsluitend bestemd voor industrieel gebruik en voor beroepsmatige gebruikers die erkend zijn in bepaalde lidstaten van de Europese Unie — Vergewis u ervan of gebruik toegestaan is.””


II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

Raad

3.6.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 137/7


BESLUIT Nr. 3/2008 VAN DE GEZAMENLIJKE RAAD EU/MEXICO

van 15 december 2008

tot wijziging van Besluit nr. 2/2001 van de Gezamenlijke Raad, gewijzigd bij Besluit nr. 4/2004

(2009/421/EG)

DE GEZAMENLIJKE RAAD,

Gelet op de Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Verenigde Mexicaanse Staten, anderzijds (hierna „de overeenkomst” genoemd) (1), ondertekend te Brussel op 8 december 1997, en met name op artikel 6 juncto artikel 47,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Nadat de Republiek Bulgarije en Roemenië (hierna „de nieuwe lidstaten” genoemd) met ingang van 1 januari 2007 tot de Europese Unie zijn toegetreden, is op 29 november 2006 in Mexico een tweede aanvullend protocol bij de overeenkomst ondertekend, dat op 1 maart 2007 (2) in werking is getreden.

(2)

Onder deze omstandigheden is het nodig met ingang van de datum waarop de nieuwe lidstaten tot de overeenkomst zijn toegetreden, bijlage I bij Besluit nr. 2/2001 van de Gezamenlijke Raad van 27 februari 2001, gewijzigd bij Besluit nr. 4/2004 van de Gezamenlijke Raad van 18 mei 2005, aan te passen teneinde de voor financiële diensten bevoegde autoriteiten in de nieuwe lidstaten, alsmede de maatregelen die onverenigbaar zijn met de artikelen 12 tot en met 16 van Besluit nr. 2/2001 en die de nieuwe lidstaten zullen handhaven tot artikel 17, lid 3, van genoemd besluit ten uitvoer is gelegd, daarin op te nemen. Deze aanpassing biedt de gelegenheid de lijst van de voor financiële diensten bevoegde autoriteiten, die is vastgesteld in bijlage II bij Besluit nr. 2/2001 van de Gezamenlijke Raad van 27 februari 2001, gewijzigd bij Besluit nr. 4/2004 van de Gezamenlijke Raad van 18 mei 2005 bij te werken,

BESLUIT:

Artikel 1

Bijlage I, deel A, bij Besluit nr. 2/2001 van de Gezamenlijke Raad van 27 februari 2001, gewijzigd bij Besluit nr. 4/2004 van de Gezamenlijke Raad van 18 mei 2005, wordt vervangen door de tekst in bijlage I bij dit besluit.

Artikel 2

Bijlage II, deel A en deel B, bij Besluit nr. 2/2001 van de Gezamenlijke Raad, gewijzigd bij Besluit nr. 4/2004, wordt vervangen door de tekst in bijlage II bij dit besluit.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld. Het is van toepassing vanaf de datum waarop de nieuwe lidstaten tot de overeenkomst zijn toegetreden.

Gedaan te Brussel, 15 december 2008.

Voor de Gezamenlijke Raad

De voorzitster

P. ESPINOSA CANTELLANO


(1)  PB L 276 van 28.10.2000, blz. 45.

(2)  Ter verduidelijking: het tweede aanvullend protocol is door partijen op 21 februari 2007 in Brussel ondertekend, na de officiële parafering van de tekst in Mexico-stad op 29 november 2006. Het protocol is van toepassing vanaf 1 maart 2007 en trad in werking op 1 maart 2008 na voltooiing door partijen van de nodige interne procedures.


BIJLAGE I

„BIJLAGE I

DEEL A

DE GEMEENSCHAP EN HAAR LIDSTATEN

1.

Bij de toepassing van hoofdstuk III in de Gemeenschap en haar lidstaten gelden de beperkingen ten aanzien van de markttoegang en de nationale behandeling die de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten in de afdeling „alle sectoren” van hun GATS-tijdschema hebben opgenomen, en die welke betrekking hebben op de hierna genoemde subsectoren.

2.

Voor de lidstaten worden de volgende afkortingen gebruikt:

AT

Oostenrijk

BE

België

BG

Bulgarije

CY

Cyprus

CZ

Tsjechië

DE

Duitsland

DK

Denemarken

ES

Spanje

EE

Estland

FI

Finland

FR

Frankrijk

EL

Griekenland

HU

Hongarije

IE

Ierland

IT

Italië

LV

Letland

LT

Litouwen

LU

Luxemburg

MT

Malta

NL

Nederland

PL

Polen

PT

Portugal

RO

Roemenië

SK

Slowakije

SI

Slovenië

SE

Zweden

UK

Verenigd Koninkrijk

3.

De verplichtingen ten aanzien van de markttoegang voor de wijzen van dienstverlening 1) en 2) zijn enkel van toepassing op:

de transacties die zijn vermeld in de alinea’s B.3 en B.4 van de afdeling markttoegang van het „Memorandum van overeenstemming inzake verplichtingen betreffende financiële diensten” voor alle lidstaten;

de hierna gespecificeerde transacties, met verwijzing naar de in artikel 11 opgenomen definities, voor elke betrokken lidstaat:

BG: A.1, onder a) (levensverzekering), en het overige gedeelte van A.1, onder b) (non-MAT-schadeverzekering (MAT = marine, aviation and other transport; MAT insurance = verzekeringen voor schepen, luchtvaartuigen en vervoersprestaties)), voor de wijzen van dienstverlening 1) en 2);

CY: A.1, onder a) (levensverzekering), en het overige gedeelte van A.1, onder b) (non-MAT-schadeverzekering), voor de wijze van dienstverlening 2), B.6, onder e) (handel in verhandelbare effecten), voor de wijze van dienstverlening 1);

EE: A.1, onder a) (levensverzekering), het overige gedeelte van A.1, onder b) (non-MAT-schadeverzekering), en het overige gedeelte van A.3 (non-MAT-verzekeringsbemiddeling) voor de wijzen van dienstverlening 1) en 2), B.1 tot en met B.10 (aanvaarding van deposito’s, alle soorten leningen, financiële leasing, alle diensten in verband met het betalingsverkeer en de overmaking van geld, garanties en verplichtingen, handel in effecten, deelneming in de uitgifte van alle soorten waardepapieren, financiële bemiddeling, beheer van activa, en betalings- en compensatiediensten in verband met financiële activa) voor de wijze van dienstverlening 1);

LV: A.1, onder a) (levensverzekering), het overige gedeelte van A.1, onder b) (non-MAT-schadeverzekering), en het overige gedeelte van A.3 (non-MAT-verzekeringsbemiddeling) voor de wijze van dienstverlening 2), B.7 (deelneming in de uitgifte van alle soorten waardepapieren) voor de wijze van dienstverlening 1);

LT: A.1, onder a) (levensverzekering), het overige gedeelte van A.1, onder b) (non-MAT-schadeverzekering), en het overige gedeelte van A.3 (non-MAT-verzekeringsbemiddeling) voor de wijze van dienstverlening 2), B.1 tot en met B.10 (aanvaarding van deposito’s, alle soorten leningen, financiële leasing, alle diensten in verband met het betalingsverkeer en de overmaking van geld, garanties en verplichtingen, handel in effecten, deelneming in de uitgifte van alle soorten waardepapieren, financiële bemiddeling, beheer van activa, en betalings- en compensatiediensten in verband met financiële activa) voor de wijze van dienstverlening 1);

MT: A.1, onder a) (levensverzekering), en het overige gedeelte van A.1, onder b) (non-MAT-schadeverzekering), voor de wijze van dienstverlening 2), B.1 en B.2 (aanvaarding van deposito’s en alle soorten leningen) voor de wijze van dienstverlening 1);

RO: B.1 (aanvaarding van deposito’s), B.2 (alle soorten leningen), B.4 (alle diensten in verband met het betalingsverkeer en de overmaking van geld), B.5 (garanties en verplichtingen) en B.8 (financiële bemiddeling) voor de wijze van dienstverlening 1);

SI: B.1 tot en met B.10 (aanvaarding van deposito’s, alle soorten leningen, financiële leasing, alle diensten in verband met het betalingsverkeer en de overmaking van geld, garanties en verplichtingen, handel in effecten, deelneming in de uitgifte van alle soorten waardepapieren, financiële bemiddeling, beheer van activa, en betalings- en compensatiediensten in verband met financiële activa) voor de wijze van dienstverlening 1).

4.

In tegenstelling tot buitenlandse dochterondernemingen zijn rechtstreeks in een lidstaat opgerichte filialen van Mexicaanse financiële instellingen, behoudens een klein aantal uitzonderingen, niet onderworpen aan de op Gemeenschapsniveau geharmoniseerde prudentiële voorschriften op grond waarvan deze dochterondernemingen in aanmerking komen voor verbeterde faciliteiten voor het oprichten van nieuwe vestigingen en grensoverschrijdende dienstverlening in de gehele Gemeenschap. Om die reden wordt aan dergelijke filialen toestemming verleend om op het grondgebied van een lidstaat diensten aan te bieden onder dezelfde voorwaarden als die welke van toepassing zijn op de binnenlandse financiële instellingen van die lidstaat en kunnen zij worden verplicht te voldoen aan bepaalde specifieke prudentiële voorschriften zoals, in het geval van het bankwezen en de effectenhandel, afzonderlijke kapitalisatie- en solvabiliteitsvereisten en vereisten inzake verslaglegging en openbaarmaking van de jaarrekening of, voor het verzekeringswezen, specifieke garantie- en beleggingsvereisten, afzonderlijke kapitalisatie, en lokalisatie in de betrokken lidstaat van de activa die de technische reserves en minstens een derde van de solvabiliteitsmarge vertegenwoordigen. De lidstaten mogen de in deze lijst aangegeven beperkingen alleen toepassen ten aanzien van de directe vestiging van een commerciële aanwezigheid door een ingezetene van Mexico of de grensoverschrijdende dienstverlening vanuit Mexico. Bijgevolg mag een lidstaat deze beperkingen, met inbegrip van die welke betrekking hebben op de vestiging, niet toepassen ten aanzien van Mexicaanse dochterondernemingen die in andere lidstaten van de Gemeenschap zijn gevestigd, tenzij deze beperkingen, overeenkomstig het Gemeenschapsrecht, eveneens ten aanzien van bedrijven en onderdanen van andere lidstaten kunnen worden toegepast.

5.

BG: De toelating van nieuwe financiële diensten of producten tot de markt kan afhankelijk worden gesteld van het bestaan en de inachtneming van een regelgevingskader dat is bedoeld om de in artikel 19 van Besluit nr. 2/2001 van de Gezamenlijke Raad EG-Mexico genoemde doelstellingen te verwezenlijken.

6.

BG: Verzekerings- of bankactiviteiten alsmede handel in effecten en daaraan gerelateerde activiteiten moeten afzonderlijk worden uitgevoerd door ondernemingen die beschikken over een vergunning om dergelijke diensten aan te bieden.

7.

BG: Als algemene regel en op niet-discriminatoire wijze geldt dat naar Bulgaars recht opgerichte financiële instellingen de rechtsvorm van naamloze vennootschap moeten hebben.

8.

CY: De volgende algemene voorwaarden en kwalificaties zijn van toepassing zelfs als er geen beperkingen of voorwaarden in de lijst zijn opgenomen:

i)

inachtneming van doelstellingen op het gebied van de nationale veiligheid en het overheidsbeleid;

ii)

deze lijst heeft geenszins betrekking op diensten die worden verleend in het kader van de uitoefening van regeringsfuncties. Evenmin is de lijst van invloed op maatregelen met betrekking tot de handel in goederen die een input kunnen vormen voor een in de lijst opgenomen dienst of voor andere diensten. Bovendien blijven beperkingen betreffende de markttoegang of beperkingen betreffende de nationale behandeling verder gelden voor diensten die een input kunnen vormen voor of kunnen worden gebruikt voor het verlenen van een in de lijst opgenomen dienst.

9.

CY: De in deze lijst genoemde wet- en regelgeving mag niet worden opgevat als een complete verwijzing naar alle wet- en regelgeving voor de financiële sector. Zo is de overdracht van informatie die persoonlijke gegevens of vertrouwelijke gegevens op het gebied van bankzaken of bedrijven bevat, niet toegestaan. Voor zulke overdrachten gelden nationale wetten inzake bescherming van het vertrouwelijke karakter van gegevens van bankcliënten. Bovendien zij opgemerkt dat niet-discriminerende maatregelen met betrekking tot technische normen, volksgezondheid en milieuaspecten, octrooien, prudentiële overwegingen, beroepskwalificaties en vaardigheidsvereisten niet in de lijst zijn genoemd als voorwaarden of beperkingen met betrekking tot de markttoegang en de nationale behandeling.

10.

CY: Niet-gereglementeerde financiële diensten en producten en de toelating tot de markt van nieuwe financiële diensten of producten kunnen afhankelijk worden gesteld van het bestaan of de invoering van een regelgevingskader dat is bedoeld om de in artikel 19 van Besluit nr. 2/2001 van de Gezamenlijke Raad EG-Mexico genoemde doelstellingen te verwezenlijken.

11.

CY: In verband met deviezencontroles in Cyprus:

mogen ingezetenen, wanneer zij zich in het buitenland bevinden, geen bankdiensten betrekken waarbij een overdracht van fondsen naar het buitenland plaatsvindt;

is voor leningen aan niet-ingezetenen/buitenlanders of aan bedrijven die onder de zeggenschap staan van niet-ingezetenen, toestemming van de Centrale Bank vereist;

is voor de verwerving van effecten door niet-ingezetenen eveneens toestemming van de Centrale Bank vereist;

kunnen verrichtingen in vreemde valuta alleen worden uitgevoerd door banken die van de centrale bank de status „Authorised Dealer” hebben gekregen.

12.

CZ: De toelating tot de markt van nieuwe financiële diensten en instrumenten kan afhankelijk worden gesteld van het bestaan en de inachtneming van een nationaal regelgevingskader dat is bedoeld om de in artikel 19 van Besluit nr. 2/2001 van de Gezamenlijke Raad EG-Mexico genoemde doelstellingen te verwezenlijken.

13.

CZ: Als algemene regel en op niet-discriminatoire wijze geldt dat naar Tsjechisch recht opgerichte financiële instellingen een specifieke rechtsvorm moeten hebben.

14.

CZ: De verplichte WA-verzekering wordt door slechts één enkele maatschappij aangeboden. Als de monopolierechten met betrekking tot de verplichte WA-verzekering worden opgeheven, kan deze dienstverlening, op niet-discriminatoire wijze, worden verzorgd door in Tsjechië gevestigde dienstverleners. De verplichte ziektekostenverzekering wordt uitsluitend door erkende Tsjechische aanbieders aangeboden.

15.

EE: Geen verplichtingen voor de verplichte sociale verzekeringen.

16.

HU: De toelating van nieuwe financiële diensten of producten tot de markt kan afhankelijk worden gesteld van het bestaan en de inachtneming van een regelgevingskader dat is bedoeld om de in artikel 19 van Besluit nr. 2/2001 van de Gezamenlijke Raad EG-Mexico genoemde doelstellingen te verwezenlijken.

17.

HU: Overdracht van informatie die persoonlijke gegevens of vertrouwelijke gegevens op het gebied van bankzaken, effecten en/of bedrijven bevat is niet toegestaan.

18.

HU: Als algemene regel en op niet-discriminatoire wijze geldt dat naar Hongaars recht opgerichte financiële instellingen een specifieke rechtsvorm moeten hebben.

19.

HU: Diensten op het gebied van verzekeringen, bankwezen, effecten en beheer van collectieve investeringen dienen te worden verstrekt door juridisch gescheiden financiële diensten met eigen kapitaal.

20.

MT: Wat betreft de verplichtingen voor de wijze van dienstverlening 3) kunnen niet-ingezetenen die diensten wensen te verlenen via registratie van een plaatselijk bedrijf, dit krachtens de wetgeving deviezencontrole doen met voorafgaande toestemming van de centrale bank van Malta. Bedrijven waarin niet-ingezeten natuurlijke of rechtspersonen participeren, moeten beschikken over een minimumkapitaal van 10 000MTL (Maltese lire) waarvan 50 % moet worden gestort. Het procentuele aandeel van niet-ingezetenen in het eigen vermogen moet worden betaald met middelen uit het buitenland. Bedrijven met niet-ingezetenenparticipatie moeten, volgens de toepasselijke wetgeving, bij het ministerie van Financiën een vergunning aanvragen om bedrijfsruimte te kunnen kopen.

21.

MT: Wat betreft de verplichtingen voor de wijze van dienstverlening 4) blijven de bepalingen van de Maltese wet- en regelgeving betreffende de toegang, het verblijf, het verwerven van onroerend goed, en werk en sociale zekerheid van toepassing, met inbegrip van de voorschriften inzake de verblijfsduur, het minimumloon en collectieve loonovereenkomsten. Het verlenen van visa en van werk- en verblijfsvergunningen is een zaak van de Maltese regering.

22.

MT: Wat betreft de verplichtingen voor de wijzen van dienstverlening 1) en 2) mag een ingezetene krachtens de wetgeving op de deviezencontrole jaarlijks tot 5 000MTL naar het buitenland overmaken voor portefeuille-investeringen. Voor bedragen boven 5 000MTL is toestemming vereist van de autoriteiten voor deviezencontrole.

23.

MT: Ingezetenen mogen in het buitenland een lening opnemen zonder dat daarvoor goedkeuring van de deviezencontrole is vereist als het een lening betreft voor meer dan drie jaar. Deze leningen moeten echter wel worden geregistreerd bij de centrale bank.

24.

PL: In Polen worden prudentiële voorschriften voor de financiële sector ontwikkeld. Het is mogelijk dat naar aanleiding daarvan de bestaande voorschriften moeten worden aangepast en nieuwe wetgeving moet worden vastgesteld.

25.

RO: Voor de oprichting en de activiteiten van verzekerings- en herverzekeringsmaatschappijen is een vergunning van de toezichthoudende instantie voor het verzekerings- en herverzekeringswezen vereist. Voor de oprichting en de activiteiten van bankondernemingen is een vergunning van de Nationale Bank van Roemenië vereist. Voor de oprichting en de activiteiten van aan de effectenmarkt gerelateerde entiteiten (natuurlijke of rechtspersonen, naar gelang van het geval) is een vergunning van de nationale effectencommissie (National Securities Commission, NSC) van Roemenië vereist. Na de vestiging van een commerciële aanwezigheid mogen de financiële instellingen hun transacties met ingezetenen uitsluitend in de nationale munt van Roemenië uitvoeren.

26.

SK: De toelating tot de markt van nieuwe financiële diensten en instrumenten kan afhankelijk worden gesteld van het bestaan en de inachtneming van een nationaal regelgevingskader dat is bedoeld om de in artikel 19 van Besluit nr. 2/2001 van de Gezamenlijke Raad EG-Mexico genoemde doelstellingen te verwezenlijken.

27.

SK: De volgende verzekeringsdiensten worden door exclusieve dienstverleners verstrekt: verplichte WA-verzekering, verplichte verzekering voor luchtvervoer, de wettelijke aansprakelijkheidsverzekering voor de werkgever tegen arbeidsongevallen/beroepsziekten moeten lopen via de Slowaakse Verzekeringsmaatschappij. De basisverzekering ziektekosten loopt uitsluitend via de Slowaakse ziektekostenverzekeraars die houder zijn van een vergunning voor het aanbieden van ziektekostenverzekeringen, welke vergunning is verleend door het ministerie van Gezondheid van Slowakije krachtens wet 273/1994. Verzekeringen pensioenfondsen en ziektekostenverzekeringen lopen uitsluitend via de sociale verzekeringsmaatschappij.

28.

SI: De toelating van nieuwe financiële diensten of producten tot de markt kan afhankelijk worden gesteld van het bestaan en de inachtneming van een regelgevingskader dat is bedoeld om de in artikel 19 van Besluit nr. 2/2001 van de Gezamenlijke Raad EG-Mexico genoemde doelstellingen te verwezenlijken.

29.

SI: Als algemene regel en op niet-discriminatoire wijze geldt dat naar Sloveens recht opgerichte financiële instellingen een specifieke rechtsvorm moeten hebben.

30.

SI: Verzekerings- en bankactiviteiten dienen te worden aangeboden door juridisch gescheiden verstrekkers van financiële diensten.

31.

SI: Beleggingsdiensten kunnen uitsluitend via banken en beleggingsmaatschappijen worden verleend.

A.

Verzekeringen en aanverwante diensten

1)

Grensoverschrijdende dienstverlening

AT: Promotionele activiteiten en bemiddeling namens een niet in de Gemeenschap gevestigde dochteronderneming of een niet in Oostenrijk gevestigd filiaal (behalve voor herverzekering en retrocessie) zijn verboden.

AT: Polissen betreffende verplichte verzekering voor luchtvervoer kunnen alleen worden uitgegeven door een in de Gemeenschap gevestigde dochteronderneming of een in Oostenrijk gevestigd filiaal.

AT: Voor verzekeringscontracten (met uitzondering van herverzekerings- en retrocessiecontracten) die door een niet in de Gemeenschap gevestigde dochteronderneming of een niet in Oostenrijk gevestigd filiaal worden gesloten, is een hogere premiebelasting verschuldigd. Van deze hogere belasting kan ontheffing worden verleend.

BG: Subsector A.1 (directe verzekering). Niet geconsolideerd, behalve voor diensten die op het grondgebied van Bulgarije door buitenlandse aanbieders aan buitenlanders worden aangeboden. Goederenvervoer, voertuigen en aansprakelijkheid ten aanzien van in Bulgarije gelegen risico’s mogen niet rechtstreeks door buitenlandse verzekeringsmaatschappijen worden verzekerd. Een buitenlandse verzekeringsmaatschappij mag alleen via een filiaal verzekeringscontracten afsluiten. Niet geconsolideerd voor depositoverzekeringen en soortgelijke compensatieregelingen, alsmede stelsels van verplichte verzekeringen. Niet geconsolideerd voor de nationale behandeling.

BG: Subsector A.2 (herverzekering en retrocessie).Niet geconsolideerd voor retrocessiediensten.

BG: Subsectoren A.3 en A.4 (verzekeringsbemiddeling en ondersteunende diensten voor verzekeringen): niet geconsolideerd.

CY: Elke buitenlandse herverzekeraar die door de hoofdinspecteur verzekeringen (op basis van prudentiële criteria) is erkend, mag herverzekerings- en retrocessiediensten aanbieden aan verzekeringsmaatschappijen die naar Cypriotisch recht zijn opgericht en op Cyprus over een vergunning beschikken.

CY: Subsectoren A.3 en A.4 (verzekeringsbemiddeling en ondersteunende diensten voor verzekeringen): niet geconsolideerd.

CZ: Geen, tenzij:

Buitenlandse verleners van financiële diensten mogen een verzekeringsmaatschappij met zetel in Tsjechië oprichten in de vorm van een naamloze vennootschap, of via hun filialen met statutaire zetel in Tsjechië verzekeringsactiviteiten verrichten overeenkomstig de wet op het verzekeringsbedrijf.

De verleners van verzekeringsdiensten moeten commercieel aanwezig zijn en over een vergunning beschikken om:

dergelijke diensten, inclusief herverzekering, aan te bieden, en

met een tussenpersoon een bemiddelingscontract te sluiten in het kader waarvan verzekeringscontracten tussen de verlener van verzekeringsdiensten en derden kunnen worden gesloten.

Om voor een filiaal met statutaire zetel in Tsjechië te bemiddelen moet de tussenpersoon over een vergunning beschikken.

DK: Enkel in de Gemeenschap gevestigde ondernemingen mogen de verplichte verzekering voor luchtvervoer aanbieden.

DK: In Denemarken mogen geen personen of ondernemingen (met inbegrip van verzekeringsmaatschappijen) andere dan verzekeringsmaatschappijen die hiervoor vergunning hebben verkregen krachtens de Deense wetgeving of van de bevoegde Deense autoriteiten, bedrijfsmatig deelnemen aan de directe verzekering van personen die ingezetenen van Denemarken zijn, van Deense schepen of van goederen in Denemarken.

DE: Polissen betreffende verplichte verzekering voor luchtvervoer kunnen alleen worden uitgegeven door een in de Gemeenschap gevestigde dochteronderneming of een in Duitsland gevestigd filiaal.

DE: Een buitenlandse verzekeringsmaatschappij met een filiaal in Duitsland kan aldaar uitsluitend via dat filiaal verzekeringscontracten voor internationaal vervoer afsluiten.

FI: Enkel verzekeraars die hun hoofdkantoor in de Europese Economische Ruimte hebben of die over een filiaal in Finland beschikken, mogen de in punt 3, onder a), van het memorandum bedoelde verzekeringsdiensten aanbieden.

FI: De diensten van verzekeringsmakelaar mogen enkel worden aangeboden indien de onderneming een permanente vestiging heeft in de Europese Economische Ruimte.

FR: Risico’s in verband met vervoer over land mogen uitsluitend door in de Gemeenschap gevestigde verzekeringsmaatschappijen worden verzekerd.

HU: Subsector A.1 (directe verzekering): enkel ondernemers die in de deviezenregelgeving omschreven internationale bedrijfsactiviteiten verrichten, mogen diensten betrekken. Enkel risico’s in het buitenland kunnen worden verzekerd.

IT: Niet geconsolideerd voor het beroep van actuaris.

IT: Risico’s in verband met cif-exporttransacties van ingezetenen van Italië mogen uitsluitend door in de Gemeenschap gevestigde verzekeringsmaatschappijen worden verzekerd.

IT: Goederenvervoer, voertuigen en aansprakelijkheid ten aanzien van in Italië gelegen risico’s mogen uitsluitend door in de Gemeenschap gevestigde verzekeringsmaatschappijen worden verzekerd. Dit voorbehoud geldt niet voor het internationaal vervoer bij invoer in Italië.

LV: Niet geconsolideerd voor punt B.3, onder a), van het memorandum.

MT: Subsectoren A.3 en A.4 (verzekeringsbemiddeling en ondersteunende diensten voor verzekeringen): niet geconsolideerd.

PL: Niet geconsolideerd, behalve voor herverzekering, retrocessie en verzekering van goederen in het internationale handelsverkeer.

RO: Niet geconsolideerd voor punt B.3, onder a) en c), van het memorandum. Voor subsector A.2 (herverzekering en retrocessie): herverzekering op de internationale markt is alleen toegestaan als het herverzekerde risico niet op de binnenlandse markt kan worden geplaatst.

PT: Lucht- en zeevervoer (goederen, luchtvaartuigen, schepen en aansprakelijkheid) mogen uitsluitend door in de Europese Gemeenschap gevestigde ondernemingen worden verzekerd. Enkel in de Europese Gemeenschap gevestigde personen of ondernemingen mogen als tussenpersoon voor dit soort verzekeringen in Portugal optreden.

SK: Commerciële aanwezigheid is vereist om de volgende verzekeringsdiensten te mogen aanbieden:

levensverzekeringen voor personen met vaste verblijfplaats in Slowakije;

verzekeringen van op het grondgebied van Slowakije gelegen vastgoed;

aansprakelijkheidsverzekeringen voor verlies of schade die het gevolg is van activiteiten van natuurlijke of rechtspersonen op het grondgebied van Slowakije;

verzekeringen van lucht- en zeevervoer die goederen, luchtvaartuigen, schepen en aansprakelijkheid dekken.

SI: Verzekering voor schepen, luchtvaartuigen en vervoersprestaties: onderlinge verzekeringsmaatschappijen mogen deze verzekeringen enkel aanbieden aan maatschappijen die naar Sloveens recht zijn opgericht en in Slovenië zijn gevestigd.

SI: Subsectoren A.2, A.3 en A.4 (herverzekering en retrocessie, verzekeringsbemiddeling en ondersteunende diensten voor verzekeringen): niet geconsolideerd.

SE: Rechtstreekse verzekeringen mogen enkel worden aangeboden via een verlener van verzekeringsdiensten die in Zweden vergunning heeft verkregen, op voorwaarde dat de buitenlandse dienstverlener en de Zweedse verzekeringsmaatschappij tot dezelfde groep van ondernemingen behoren of een onderlinge samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten.

2)

Consumptie in het buitenland

AT: Promotionele activiteiten en bemiddeling namens een niet in de Gemeenschap gevestigde dochteronderneming of een niet in Oostenrijk gevestigd filiaal (behalve voor herverzekering en retrocessie) zijn verboden.

AT: Enkel in de Gemeenschap gevestigde dochterondernemingen of in Oostenrijk gevestigde filialen mogen verplichte verzekeringen van luchtvervoer aanbieden.

AT: Voor verzekeringscontracten (met uitzondering van herverzekerings- en retrocessiecontracten) die door een niet in de Gemeenschap gevestigde dochteronderneming of een niet in Oostenrijk gevestigd filiaal worden gesloten, is een hogere premiebelasting verschuldigd. Van deze hogere belasting kan ontheffing worden verleend.

BG: Subsector A.1 (directe verzekering): Bulgaarse natuurlijke en rechtspersonen, alsmede buitenlanders die op het grondgebied van Bulgarije bedrijfsactiviteiten verrichten, kunnen met betrekking tot hun activiteiten in Bulgarije alleen verzekeringscontracten afsluiten met aanbieders die over een vergunning beschikken om in Bulgarije verzekeringsactiviteiten te verrichten. Schadeloosstellingen in verband met deze verzekeringscontracten moeten in Bulgarije worden betaald. Niet geconsolideerd voor depositoverzekeringen en soortgelijke compensatieregelingen, alsmede stelsels van verplichte verzekeringen.

BG: Subsectoren A.2, A.3 en A.4 (herverzekering en retrocessie, verzekeringsbemiddeling en ondersteunende diensten voor verzekeringen): niet geconsolideerd.

CY: Subsectoren A.3 en A.4 (verzekeringsbemiddeling en ondersteunende diensten voor verzekeringen): niet geconsolideerd.

CZ: Geen, tenzij:

De volgende verzekeringsdiensten mogen niet in het buitenland worden betrokken:

levensverzekeringen voor personen met vaste verblijfplaats in Tsjechië;

verzekeringen van op het grondgebied van Tsjechië gelegen vastgoed;

aansprakelijkheidsverzekeringen voor verlies of schade die het gevolg is van activiteiten van natuurlijke of rechtspersonen op het grondgebied van Tsjechië.

DK: Enkel in de Gemeenschap gevestigde ondernemingen mogen de verplichte verzekering voor luchtvervoer aanbieden.

DK: In Denemarken mogen geen personen of ondernemingen (met inbegrip van verzekeringsmaatschappijen) andere dan verzekeringsmaatschappijen die hiervoor vergunning hebben verkregen krachtens de Deense wetgeving of van de bevoegde Deense autoriteiten, bedrijfsmatig deelnemen aan de directe verzekering van personen die ingezetenen van Denemarken zijn, van Deense schepen of van goederen in Denemarken.

DE: Polissen betreffende verplichte verzekering voor luchtvervoer kunnen alleen door een in de Gemeenschap gevestigde dochteronderneming of een in Duitsland gevestigd filiaal worden uitgegeven.

DE: Een buitenlandse verzekeringsmaatschappij met een filiaal in Duitsland kan aldaar uitsluitend via dat filiaal verzekeringscontracten voor internationaal vervoer afsluiten.

FR: Risico’s in verband met vervoer over land mogen uitsluitend door in de Gemeenschap gevestigde verzekeringsmaatschappijen worden verzekerd.

HU: Subsector A.1 (directe verzekering): enkel ondernemers die in de deviezenregelgeving omschreven internationale bedrijfsactiviteiten verrichten, mogen diensten betrekken. Enkel risico’s in het buitenland kunnen worden verzekerd.

IT: Risico’s in verband met cif-exporttransacties van ingezetenen van Italië mogen uitsluitend door in de Gemeenschap gevestigde verzekeringsmaatschappijen worden verzekerd.

IT: Goederenvervoer, voertuigen en aansprakelijkheid ten aanzien van in Italië gelegen risico’s mogen uitsluitend door in de Gemeenschap gevestigde verzekeringsmaatschappijen worden verzekerd. Dit voorbehoud geldt niet voor het internationaal vervoer bij invoer in Italië.

MT: Subsectoren A.3 en A.4 (verzekeringsbemiddeling en ondersteunende diensten voor verzekeringen): niet geconsolideerd.

PL: Niet geconsolideerd, behalve voor herverzekering, retrocessie en verzekering van goederen in het internationale handelsverkeer.

PT: Lucht- en zeevervoer (goederen, luchtvaartuigen, schepen en aansprakelijkheid) mogen uitsluitend door in de Europese Gemeenschap gevestigde ondernemingen worden verzekerd. Enkel in de Europese Gemeenschap gevestigde personen of ondernemingen mogen als tussenpersoon voor dit soort verzekeringen in Portugal optreden.

RO: Niet geconsolideerd voor punt B.3, onder a) en c), van het memorandum. Voor subsector A.2 (herverzekering en retrocessie): cessie in herverzekering op de internationale markt is alleen mogelijk als het herverzekerde risico niet op de binnenlandse markt kan worden geplaatst.

SK: Verzekeringsdiensten die volgens wijze 1) worden verleend, met uitzondering van verzekeringen van goederen, luchtvaartuigen, schepen en aansprakelijkheid in het kader van lucht- en zeevervoer, mogen niet in het buitenland worden betrokken.

SI: Verzekering voor schepen, luchtvaartuigen en vervoersprestaties: onderlinge verzekeringsmaatschappijen mogen deze verzekeringen enkel aanbieden aan maatschappijen die naar Sloveens recht zijn opgericht en in Slovenië zijn gevestigd.

SI: Bij het innen van de verzekeringspremies hebben herverzekeringsmaatschappijen in Slovenië voorrang. Als deze maatschappijen niet alle risico’s kunnen egaliseren, kunnen de risico’s in het buitenland worden herverzekerd en geretrocedeerd. (Geen zodra de nieuwe wet inzake verzekeringsmaatschappijen wordt goedgekeurd).

3)

Commerciële aanwezigheid

AT: Vergunningen voor filialen van buitenlandse verzekeringsmaatschappijen moeten worden geweigerd indien de verzekeraar in zijn land van herkomst geen rechtsvorm heeft die overeenstemt met of vergelijkbaar is met die van een naamloze vennootschap of een onderlinge verzekeringsmaatschappij.

BE: Elk openbaar bod tot verwerving van Belgische effecten door of namens een persoon, onderneming of instelling die niet onder de jurisdictie van een lidstaat van de Europese Gemeenschap valt, wordt ter goedkeuring aan de minister van Financiën voorgelegd.

BG: Subsector A.1 (directe verzekering):

Niet geconsolideerd voor depositoverzekeringen en soortgelijke compensatieregelingen, alsmede stelsels van verplichte verzekeringen.

Er kunnen geen maatschappijen worden opgericht die tegelijk levens- en schadeverzekeringsdiensten verlenen. Buitenlanders kunnen alleen verzekeringsdiensten aanbieden via participatie in Bulgaarse verzekeringsmaatschappijen zonder beperking op de aandelenparticipatie, alsmede rechtstreeks, via een filiaal met statutaire zetel in Bulgarije. Voor de oprichting van filialen van buitenlandse verzekeringsmaatschappijen is een vergunning van de Commissie financieel toezicht vereist. Om in Bulgarije een filiaal te kunnen oprichten met het oog op het aanbieden van bepaalde soorten verzekeringen, moet een buitenlandse verzekeringsmaatschappij in haar land van herkomst gedurende minstens vijf jaar over een vergunning voor het aanbieden van dezelfde soorten verzekeringen beschikken. Filialen van buitenlandse verzekeringsmaatschappijen moeten aan de volgende eisen voldoen: specifieke garantie- en beleggingsvereisten, afzonderlijke kapitalisatie, en lokalisatie in Bulgarije van de activa die de technische reserves vertegenwoordigen.

Goederenvervoer, voertuigen en aansprakelijkheid ten aanzien van in Bulgarije gelegen risico’s mogen niet rechtstreeks door buitenlandse verzekeringsmaatschappijen worden verzekerd. Een buitenlandse verzekeringsmaatschappij mag alleen via een filiaal verzekeringscontracten afsluiten.

Verzekeringsfondsen die zijn opgebouwd op grond van verzekeringscontracten en eigen kapitaal moeten in Bulgarije worden belegd en mogen alleen met toestemming van de Commissie financieel toezicht naar het buitenland worden overgebracht.

Buitenlandse dienstverleners kunnen geen verzekeringscontracten met lokale natuurlijke en rechtspersonen afsluiten via makelaars.

BG: Subsector A.2 (herverzekering en retrocessie):

Er kunnen geen maatschappijen worden opgericht die tegelijk levens- en schadeherverzekeringsdiensten verlenen.

Buitenlanders kunnen alleen verzekeringsdiensten aanbieden via participatie in Bulgaarse verzekeringsmaatschappijen zonder beperking op de aandelenparticipatie. Buitenlandse herverzekeringsmaatschappijen kunnen rechtstreeks herverzekeringsdiensten verlenen via een filiaal met statutaire zetel in Bulgarije. Voor de oprichting van filialen van buitenlandse verzekeringsmaatschappijen is een vergunning van de Commissie financieel toezicht vereist.

Herverzekeringsfondsen die zijn opgebouwd op grond van herverzekeringscontracten en eigen kapitaal moeten in Bulgarije worden belegd en mogen alleen met toestemming van de Commissie financieel toezicht naar het buitenland worden overgebracht.

Buitenlandse dienstverleners kunnen geen herverzekeringscontracten met lokale natuurlijke en rechtspersonen afsluiten via makelaars.

Niet geconsolideerd voor retrocessiediensten.

BG: Subsectoren A.3 en A.4 (verzekeringsbemiddeling en ondersteunende diensten voor verzekeringen):

Alleen handelsmaatschappijen die in Bulgarije overeenkomstig de handelswet zijn geregistreerd en over een vergunning van de Commissie financieel toezicht beschikken, mogen bemiddelingsactiviteiten verrichten.

Ondersteunende diensten voor verzekeringen moeten betrekking hebben op verzekeringen.

Niet geconsolideerd voor actuariële diensten.

CY: Subsector A.1 (directe verzekering):

Geen enkele verzekeraar kan op of vanuit Cyprus werkzaam zijn zonder dat hij daartoe overeenkomstig de wetten op de verzekeringsmaatschappijen vergunning van de hoofdinspecteur verzekeringen heeft verkregen.

Buitenlandse verzekeringsmaatschappijen kunnen hun activiteiten op Cyprus verrichten via een op Cyprus gevestigd filiaal of agentschap. Buitenlandse verzekeraars kunnen slechts vergunning verkrijgen om een filiaal of agentschap op te richten als zij beschikken over een vergunning om hun activiteiten uit te oefenen in hun land van herkomst.

Niet-ingezetenen mogen slechts met voorafgaande goedkeuring van de Centrale Bank in naar Cypriotisch recht opgerichte verzekeringsmaatschappijen participeren. De omvang van de buitenlandse participatie wordt naar gelang van de economische noodzaak geval per geval vastgesteld.

CY: Subsector A.2 (herverzekering en retrocessie):

Geen enkele maatschappij mag als herverzekeraar op Cyprus optreden, tenzij zij daarvoor vergunning van de hoofdinspecteur verzekeringen heeft verkregen.

Niet-ingezetenen mogen slechts met voorafgaande goedkeuring van de Centrale Bank in herverzekeringsmaatschappijen investeren. De omvang van de buitenlandse participatie in het kapitaal van plaatselijke herverzekeringsmaatschappijen wordt geval per geval vastgesteld. Momenteel is er geen plaatselijke herverzekeringsmaatschappij.

CY: Subsectoren A.3 en A.4 (verzekeringsbemiddeling en ondersteunende diensten voor verzekeringen): niet geconsolideerd.

CZ: Geen, tenzij:

Buitenlandse verleners van financiële diensten mogen een verzekeringsmaatschappij met zetel in Tsjechië oprichten in de vorm van een naamloze vennootschap, of via hun filialen met statutaire zetel in Tsjechië verzekeringsactiviteiten verrichten overeenkomstig de wet op het verzekeringsbedrijf.

De verleners van verzekeringsdiensten moeten commercieel aanwezig zijn en over een vergunning beschikken om:

dergelijke diensten, inclusief herverzekering, aan te bieden, en

met een tussenpersoon een bemiddelingscontract te sluiten in het kader waarvan verzekeringscontracten tussen de verlener van verzekeringsdiensten en derden kunnen worden gesloten.

Om voor een filiaal met statutaire zetel in Tsjechië te bemiddelen moet de tussenpersoon over een vergunning beschikken.

ES: Voordat een buitenlandse verzekeringsmaatschappij in Spanje een filiaal of agentschap kan oprichten met het oog op de aanbieding van bepaalde soorten verzekeringen, moet zij in haar land van herkomst gedurende minstens vijf jaar over een vergunning voor het aanbieden van dezelfde soorten verzekeringen beschikken.

ES, EL: Het recht van vestiging strekt zich niet uit tot de oprichting van kantoren of andere permanente vertegenwoordigingen van verzekeringsmaatschappijen, behalve wanneer dergelijke kantoren als agentschappen, filialen of hoofdkantoren worden gevestigd.

EE: Subsector A.1 (directe verzekering): geen, behalve de volgende: het bestuursorgaan van een verzekeringsmaatschappij die is opgericht in de vorm van een naamloze vennootschap met buitenlandse kapitaalparticipatie, mag gedeeltelijk bestaan uit burgers van andere landen in verhouding tot de buitenlandse participatie, maar het aantal buitenlandse leden mag niet hoger zijn dan de helft van het aantal leden van de bestuursgroep; het bestuurshoofd van een dochteronderneming of van een zelfstandige maatschappij moet zijn vaste verblijfplaats in Estland hebben.

FI: De directeur, minstens één financieel controleur en minstens de helft van de financiers en leden van de raad van bestuur en de raad van toezicht van een verzekeringsmaatschappij moeten hun verblijfplaats hebben in de Europese Economische Ruimte, tenzij het ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid ontheffing heeft verleend.

FI: Buitenlandse verzekeraars kunnen in Finland geen vergunning krijgen voor de oprichting van filialen die wettelijke sociale verzekeringen aanbieden (wettelijke pensioenverzekering, wettelijke ongevallenverzekering).

FI: De algemeen agent van de buitenlandse verzekeringsmaatschappij moet een ingezetene zijn van Finland, tenzij de onderneming haar hoofdkantoor in de Europese Economische Ruimte heeft.

FR: Voor de oprichting van filialen is een bijzondere vergunning voor de vertegenwoordiger van het filiaal vereist.

HU: Het is de bedoeling de oprichting van rechtstreekse filialen, na consolidering in het kader van de GATS, te consolideren volgens de in die overeenkomst vastgestelde voorwaarden.

HU: Minstens twee leden van de raad van bestuur van een financiële instelling moeten Hongaarse onderdanen zijn, die ingezetenen zijn in de zin van de van toepassing zijnde deviezenregelgeving en sinds ten minste één jaar een vaste verblijfplaats hebben in Hongarije.

IE: Het recht van vestiging strekt zich niet uit tot vertegenwoordigingen.

IT: Alleen natuurlijke personen hebben toegang tot het beroep van actuaris. Beroepsassociatie van natuurlijke personen (geen vennootschappen) toegestaan.

IT: De toestemming tot oprichting van filialen is in laatste instantie aan het oordeel van de toezichthoudende autoriteiten onderworpen.

LV: Subsectoren A.1 en A.2 (directe verzekering, en herverzekering en retrocessie): in de regel moeten buitenlandse verzekeringsinstellingen op niet-discriminatoire wijze een specifieke rechtsvorm aannemen.

LV: Subsector A.3 (verzekeringsbemiddeling): enkel natuurlijke personen kunnen tussenpersoon zijn (geen vereisten inzake nationaliteit) en diensten leveren namens een verzekeringsmaatschappij die een vergunning heeft van de Letse toezichthoudende autoriteit voor het verzekeringswezen.

LT: Verzekeringsmaatschappijen mogen niet tegelijk levens- en schadeverzekeringen aanbieden. Voor beide types a) en b) moeten aparte vennootschappen worden opgericht.

MT: Kan aan een onderzoek naar de economische noodzaak worden onderworpen.

PL: Subsectoren A.1 tot en met A.3 (directe verzekering, herverzekering en retrocessie, en verzekeringsbemiddeling):

Oprichting kan alleen in de vorm van een naamloze vennootschap of een filiaal, en nadat vergunning is verkregen. Ten hoogste 5 % van de verzekeringsfondsen mag in het buitenland worden belegd. Wie aan verzekeringsbemiddeling doet, moet daarvoor een vergunning hebben. Verzekeringstussenpersonen moeten hun activiteiten verrichten via een lokale vennootschap.

PL: Subsector A.4 (ondersteunende diensten voor verzekeringen): niet geconsolideerd.

PT: Buitenlandse ondernemingen mogen in Portugal uitsluitend verzekeringsbemiddeling aanbieden via een onderneming die naar het recht van een lidstaat van de Gemeenschap is opgericht.

PT: Buitenlandse ondernemingen die een filiaal in Portugal wensen op te richten, moeten minstens vijf jaar praktijkervaring kunnen aantonen.

RO: De oprichting van ondernemingen en bemiddelingsagentschappen met buitenlandse participatie is alleen toegestaan in partnerschap met Roemeense natuurlijke of rechtspersonen. De vertegenwoordigers van buitenlandse verzekeringsmaatschappijen en van verenigingen van buitenlandse verzekeraars mogen slechts de volgende soorten verzekeringscontracten afsluiten: 1. verzekerings- en herverzekeringscontracten met buitenlandse natuurlijke en rechtspersonen of voor hun goederen; 2. herverzekeringscontracten met Roemeense verzekeringsmaatschappijen, verzekerings-/herverzekeringsmaatschappijen en herverzekeringsmaatschappijen. Bemiddelingsagentschappen mogen geen verzekeringscontracten voor buitenlandse verzekeringsmaatschappijen afsluiten met Roemeense natuurlijke of rechtspersonen of voor hun goederen.

SK: De meerderheid van de leden van de raad van bestuur van een verzekeringsmaatschappij moet in Slowakije gedomicilieerd zijn.

Om verzekeringsdiensten te kunnen aanbieden is een vergunning vereist. Buitenlanders mogen een verzekeringsmaatschappij met zetel in Slowakije oprichten in de vorm van een naamloze vennootschap, of via hun dochterondernemingen met statutaire zetel in Slowakije verzekeringsactiviteiten verrichten overeenkomstig de algemene voorwaarden van de wet op het verzekeringsbedrijf. Onder verzekeringsactiviteiten worden o.m. makelarij en herverzekeringsactiviteiten verstaan.

Bemiddelingsactiviteiten met het oog op het sluiten van verzekeringscontracten tussen een verzekeringsmaatschappij en derden mogen alleen worden verricht door natuurlijke of rechtspersonen die in Slowakije gedomicilieerd zijn en handelen voor rekening van verzekeringsmaatschappijen die beschikken over een vergunning van de toezichthoudende autoriteit van het verzekeringswezen.

Bemiddelingscontracten met het oog op het sluiten van verzekeringscontracten tussen een verzekeringsmaatschappij en derden mogen slechts door een binnenlandse of een buitenlandse verzekeringsmaatschappij worden gesloten nadat de toezichthoudende autoriteit voor het verzekeringswezen daarvoor vergunning heeft verleend.

De financiële middelen van bepaalde verzekeringsfondsen die zijn opgericht door over een vergunning beschikkende verzekeraars en afkomstig zijn van het verzekeren of herverzekeren van polishouders met verblijfplaats of statutaire zetel in Slowakije, moeten worden gedeponeerd bij een in Slowakije gevestigde bank en mogen niet naar het buitenland worden overgebracht.

SI: Subsector A.1 (directe verzekering):

Voor de vestiging is een vergunning van het ministerie van Financiën nodig. Buitenlanders kunnen een verzekeringsmaatschappij enkel oprichten in de vorm van een joint venture met een Sloveense partner; de buitenlandse participatie mag hoogstens 99 % bedragen.

Met de goedkeuring van de nieuwe wet op het verzekeringsbedrijf wordt deze beperking op de buitenlandse participatie afgeschaft.

Buitenlanders mogen aandelen verwerven in een binnenlandse verzekeringsmaatschappij of hun aandelen daarin verhogen na voorafgaande goedkeuring door het ministerie van Financiën.

Het ministerie van Financiën houdt bij het geven van een vergunning of bij het goedkeuren van de aankoop van aandelen in een binnenlandse verzekeringsmaatschappij rekening met de volgende criteria:

spreiding van de aandeleneigendom en aanwezigheid van aandeelhouders uit verschillende landen;

aanbieding van nieuwe verzekeringsproducten en overdracht van de bijbehorende knowhow, als de buitenlandse investeerder een verzekeringsmaatschappij is.

Niet geconsolideerd voor buitenlandse participaties in verzekeringsmaatschappijen die worden geprivatiseerd.

Enkel in Slovenië opgerichte ondernemingen en natuurlijke personen van Sloveense nationaliteit mogen lid zijn van onderlinge verzekeringsmaatschappijen.

SI: Subsector A.2 (herverzekering en retrocessie): de buitenlandse participatie in herverzekeringsmaatschappijen is beperkt tot een controlebelang. (Geen, behalve voor filialen, zodra de nieuwe wet inzake verzekeringsmaatschappijen wordt goedgekeurd.)

SI: Subsectoren A.3 en A.4 (verzekeringsbemiddeling en ondersteunende diensten voor verzekeringen):

Voor het verlenen van adviesdiensten en diensten in verband met de afwikkeling van claims is oprichting als rechtspersoon met toestemming van het Verzekeringsbureau vereist.

Actuariële diensten en diensten in verband met risicobeoordeling kunnen alleen door beroepsmatige vestigingen worden verleend.

De activiteiten zijn beperkt tot directe verzekering en herverzekering.

Voor eenmanszaken is een verblijfplaats in Slovenië vereist.

SE: Niet in Zweden geregistreerde verzekeringsmakelaars kunnen enkel via een filiaal een commerciële aanwezigheid vestigen.

SE: Niet in Zweden geregistreerde schadeverzekeraars die hun diensten aanbieden in Zweden, worden - in plaats van op hun nettobedrijfsresultaat belast op basis van hun inkomsten uit premies voor directe verzekeringen.

SE: Een oprichter van een verzekeringsmaatschappij moet een in de Europese Economische Ruimte verblijvende natuurlijke persoon of een in de Europese Economische Ruimte opgerichte rechtspersoon zijn.

4)

Aanwezigheid van natuurlijke personen

CY: niet geconsolideerd.

PL: Subsectoren A.1 tot en met A.3 (directe verzekering, herverzekering en retrocessie, en verzekeringsbemiddeling): niet geconsolideerd, behalve zoals aangegeven in het horizontale gedeelte en met de volgende beperking: verplicht ingezetenschap voor verzekeringstussenpersonen.

Subsector A.4 (ondersteunende diensten voor verzekeringen): niet geconsolideerd.

AT, BE, BG, CZ, DE, DK, ES, EE, FR, FI, EL, HU, IT, IE, LU, LT, LV, MT, NL, PT, RO, SE, SI, SK, UK: Niet geconsolideerd, behalve zoals aangegeven in het respectieve horizontale gedeelte en met de volgende specifieke beperkingen:

AT: Het beheer van een filiaal moet in handen zijn van twee natuurlijke personen die ingezetenen van Oostenrijk zijn.

BG: Niet geconsolideerd voor depositoverzekeringen en soortgelijke compensatieregelingen, alsmede stelsels van verplichte verzekeringen. Niet geconsolideerd voor retrocessiediensten. Niet geconsolideerd voor de subsectoren A.3 en A.4 (verzekeringsbemiddeling en ondersteunende diensten voor verzekeringen).

DK: De algemeen agent van een verzekeringsfiliaal die geen onderdaan is van een lidstaat van de Gemeenschap, moet minstens gedurende de voorbije twee jaar in Denemarken hebben verbleven. De minister van Handel en Industrie kan ontheffing verlenen.

DK: Verplicht ingezetenschap voor kaderleden en leden van de raad van bestuur van een onderneming. De minister van Handel en Industrie kan evenwel ontheffing hiervan verlenen. Deze ontheffing wordt op niet-discriminatoire grondslag verleend.

ES, IT: Verplicht ingezetenschap voor actuarissen.

EL: De meerderheid van de leden van de raad van bestuur van een in Griekenland gevestigde onderneming moet ingezetene zijn van een lidstaat van de Gemeenschap.

SI: Voor actuariële diensten en diensten in verband met risicobeoordeling is ingezetenschap vereist, alsmede een bekwaamheidsexamen, lidmaatschap van de Vereniging van actuarissen van de Republiek Slovenië en grondige kennis van de Sloveense taal.

B.

Bancaire en andere financiële diensten (met uitzondering van verzekeringen)

1)

Grensoverschrijdende dienstverlening

BE: Vestiging in België is verplicht voor het verlenen van diensten die verband houden met het verstrekken van beleggingsadvies.

BG: Subsectoren B.11 en B.12 (verstrekken en doorgeven van financiële informatie, en adviesdiensten): voor het grensoverschrijdend verlenen van deze diensten moet gebruik worden gemaakt van het openbare telecommunicatienetwerk of van het netwerk van andere gemachtigde exploitanten. Niet geconsolideerd voor bemiddeling en andere ondersteunende financiële diensten.

CY: Niet geconsolideerd.

CZ: Gelduitgiftediensten, andere dan die van de centrale bank, handel in derivaten, verhandelbare effecten en andere verhandelbare instrumenten en financiële activa, deelneming in de uitgifte van alle soorten waardepapieren, financiële bemiddeling, beheer van activa, betalings- en compensatiediensten in verband met financiële activa, advies- en bemiddelingsdiensten en andere ondersteunende financiële diensten voor deze activiteiten: niet geconsolideerd.

CZ: Geen, tenzij:

Enkel in Tsjechië gevestigde banken of filialen van buitenlandse banken met de vereiste vergunning mogen:

bewaringsdiensten verlenen;

deviezen verhandelen;

niet-liquide grensoverschrijdende betalingen verrichten.

Tsjechische ingezetenen, andere dan banken, hebben een door de nationale bank of het ministerie van Financiën afgegeven deviezenvergunning nodig om:

a)een rekening in het buitenland te openen en daarop geld te storten,b)kapitaalbetalingen in het buitenland te verrichten (behalve BDI),c)financieringskredieten en garanties te verlenen,d)te werken met financiële derivaten,e)buitenlandse effecten te kopen, behalve in de gevallen als beschreven in de deviezenwet,f)buitenlandse effecten uit te geven voor openbare en niet-openbare handel in Tsjechië of die op de binnenlandse markt te introduceren.

EE: Subsector B.1 (aanvaarding van deposito’s): hiervoor is een vergunning van de Eesti Pank nodig, alsmede inschrijving in een register als naamloze vennootschap, dochtermaatschappij of filiaal naar Estisch recht.

EE, LT: Voor het beheer van unit trusts en beleggingsmaatschappijen moet een gespecialiseerde beheermaatschappij worden opgericht en alleen bedrijven met statutaire zetel in de Gemeenschap kunnen als bewaarder van activa van beleggingsfondsen optreden.

HU: Niet geconsolideerd.

IE: Voor het aanbieden van beleggingsdiensten of beleggingsadvies is vereist hetzij 1. een vergunning in Ierland, waarvoor normaliter wordt verlangd dat de entiteit naar Iers recht is opgericht, dan wel een commanditaire vennootschap of een zelfstandige handelaar is, in elk geval met hoofdkantoor of statutaire zetel in Ierland (in bepaalde gevallen is geen vergunning vereist, bv. wanneer een dienstverlener uit een derde land geen commerciële aanwezigheid heeft in Ierland en de dienst niet aan particulieren wordt aangeboden), hetzij 2. een vergunning in een andere lidstaat overeenkomstig de EG-richtlijn betreffende beleggingsdiensten.

IT: Niet geconsolideerd voor „promotori di servizi finanziari” (verkopers van financiële producten).

LT: Beheer van pensioenfondsen: hiervoor is commerciële aanwezigheid vereist.

MT: Subsectoren B.1 en B.2 (aanvaarding van deposito’s en alle soorten leningen): geen.

Subsector B.11 (verstrekken en doorgeven van financiële informatie): niet geconsolideerd, behalve voor wat het verstrekken van financiële gegevens door internationale informatieverstrekkers betreft.

Subsector B.12 (adviesdiensten en andere ondersteunende financiële diensten): niet geconsolideerd.

PL: Subsector B.11 (verstrekken en doorgeven van financiële informatie): voor het grensoverschrijdend verlenen van deze diensten moet gebruik worden gemaakt van het openbare telecommunicatienetwerk of van het netwerk van andere gemachtigde exploitanten.

Subsector B.12 (adviesdiensten en andere ondersteunende financiële diensten): niet geconsolideerd.

RO: Subsector B.4 (alle diensten in verband met het betalingsverkeer en de overmaking van geld): alleen toegestaan via een in Roemenië gevestigde bank.

SK: Handel in derivaten, verhandelbare effecten en andere verhandelbare instrumenten en financiële activa, deelneming in de uitgifte van alle soorten waardepapieren, financiële bemiddeling, beheer van activa, betalings- en compensatiediensten in verband met financiële activa: niet geconsolideerd.

SK:

i)

Bewaringsdiensten mogen alleen worden verleend door binnenlandse banken en filialen van buitenlandse banken in Slowakije.

ii)

Deviezen mogen alleen worden verhandeld door daartoe gemachtigde binnenlandse banken en filialen van buitenlandse banken in Slowakije en door personen die over een deviezenvergunning beschikken. Alleen beursleden mogen op de beurs van Bratislava handel drijven. Ingezetenen mogen onbeperkt handel drijven op het Slowaakse RM-systeem, maar niet-ingezetenen mogen dit enkel via effectenhandelaren.

iii)

Niet-liquide grensoverschrijdende betalingen mogen alleen door daartoe gemachtigde binnenlandse banken of filialen van buitenlandse banken in Slowakije worden verricht.

iv)

Voor de volgende transacties is een door de Nationale Bank van Slowakije afgegeven deviezenvergunning nodig:

a)

het openen van een rekening in het buitenland door Slowaakse ingezetenen, andere dan banken; dit geldt niet voor natuurlijke personen tijdens hun verblijf in het buitenland;

b)

het verrichten van kapitaalbetalingen in het buitenland;

c)

het opnemen van een financieringskrediet bij een niet-ingezetene in de zin van de deviezenwet, behalve als het gaat om een door een ingezetene in het buitenland opgenomen krediet met een terugbetalingsperiode van meer dan drie jaar of om leningen die tussen natuurlijke personen zijn aangegaan voor andere dan bedrijfsactiviteiten.

v)

Voor uitvoer en invoer van de Slowaakse valuta en deviezen in contanten voor een waarde van meer dan 150 000SKK, alsmede van edelmetaal geldt meldingsplicht.

vi)

Om financiële activa in het buitenland in bewaring te geven heeft een ingezetene een door de deviezenautoriteiten afgegeven deviezenvergunning nodig.

vii)

Enkel in Slowakije gevestigde deviezenhandelaren kunnen binnen bepaalde limieten en overeenkomstig de bepalingen van de Nationale Bank van Slowakije garanties geven en krijgen en leningen opnemen en toekennen.

SI: Deelneming in de uitgifte van schatkistcertificaten, beheer van pensioenfondsen en bijbehorende adviesdiensten en andere ondersteunende financiële diensten: niet geconsolideerd.

Subsectoren B.11 en B.12 (verstrekken en doorgeven van financiële informatie, en adviesdiensten en andere ondersteunende financiële diensten, behalve die met betrekking tot de deelneming in de uitgifte van schatkistcertificaten en het beheer van pensioenfondsen):geen.

Alle andere subsectoren:

Niet geconsolideerd, behalve voor het opnemen van kredieten (alle soorten leningen) en het aanvaarden van garanties en verbintenissen van buitenlandse kredietinstellingen door binnenlandse rechtspersonen en eenmanszaken. (Opmerking: zodra de nieuwe deviezenwet wordt goedgekeurd, zullen de consumentenkredieten vrij zijn.)

Alle genoemde kredietregelingen moeten bij de Bank van Slovenië worden geregistreerd. (Opmerking: deze bepaling wordt ingetrokken zodra de nieuwe bankwet wordt goedgekeurd.)

Buitenlanders kunnen buitenlandse effecten enkel aanbieden via binnenlandse banken en effectenhuizen. Leden van de Sloveense beurs moeten in Slovenië geregistreerd zijn.

2)

Consumptie in het buitenland

BG: Subsectoren B.1 tot en met B.10: (aanvaarding van deposito’s, alle soorten leningen, financiële leasing, alle diensten in verband met het betalingsverkeer en de overmaking van geld, garanties en verplichtingen, handel in effecten, deelneming in de uitgifte van alle soorten waardepapieren, financiële bemiddeling, beheer van activa, en betalings- en compensatiediensten in verband met financiële activa): niet geconsolideerd.

Subsectoren B.11 en B.12 (verstrekken en doorgeven van financiële informatie, en adviesdiensten): voor consumptie in het buitenland van deze diensten moet gebruik worden gemaakt van het openbare telecommunicatienetwerk of van het netwerk van andere gemachtigde exploitanten. Niet geconsolideerd voor bemiddeling en andere ondersteunende financiële diensten.

CY: Niet geconsolideerd, behalve voor subsector B.6, onder e), (handel in verhandelbare effecten): geen.

CZ: Gelduitgiftediensten, andere dan die van de centrale bank, handel in derivaten en edelmetaal, financiële bemiddeling, beheer van activa, betalings- en compensatiediensten voor derivaten, advies- en bemiddelingsdiensten en andere ondersteunende financiële diensten voor deze activiteiten: niet geconsolideerd.

CZ: Geen, tenzij:

Enkel in Tsjechië gevestigde banken of filialen van buitenlandse banken met de vereiste vergunning mogen:

bewaringsdiensten verlenen;

deviezen verhandelen;

niet-liquide grensoverschrijdende betalingen verrichten.

Tsjechische ingezetenen, andere dan banken, hebben een door de nationale bank of het ministerie van Financiën afgegeven deviezenvergunning nodig om:

a)een rekening in het buitenland te openen en daarop geld te storten,b)kapitaalbetalingen in het buitenland te verrichten (behalve BDI),c)financieringskredieten en garanties te verlenen,d)te werken met financiële derivaten,e)buitenlandse effecten te kopen, behalve in de gevallen als beschreven in de deviezenwet,f)buitenlandse effecten uit te geven voor openbare en niet-openbare handel in Tsjechië of die op de binnenlandse markt te introduceren.

DE: Uitsluitend in Duitsland gevestigde kredietinstellingen, dochterondernemingen of filialen kunnen bij emissies van in Duitse marken luidende effecten als leidende bank van een emissiesyndicaat optreden.

FI: Betalingen van overheidsinstanties (uitgaven) worden overgemaakt via de Finse postgiro die door de Postipankki Ltd wordt beheerd. Het ministerie van Financiën kan op met redenen omkleed verzoek ontheffing verlenen van deze verplichting.

EL: Vestiging is vereist voor het verlenen van bewaarnemings- en bewaringsdiensten, met inbegrip van de administratie van de betaling van rente en hoofdsom voor in Griekenland uitgegeven effecten.

HU: Niet geconsolideerd.

MT: Subsectoren B.1 en B.2 (aanvaarding van deposito’s en alle soorten leningen): geen.

Subsector B.11 (verstrekken en doorgeven van financiële informatie): niet geconsolideerd, behalve voor wat het verstrekken van financiële gegevens door internationale informatieverstrekkers betreft.

Subsectoren B.3 tot en met B.10 en B.12: niet geconsolideerd.

PL: Subsector B.11 (verstrekken en doorgeven van financiële informatie): voor consumptie in het buitenland van deze diensten moet gebruik worden gemaakt van het openbare telecommunicatienetwerk of van het netwerk van andere gemachtigde exploitanten.

Subsectoren B.1 tot en met B.10 en B.12: niet geconsolideerd.

RO: De opening van rekeningen en het gebruik van deviezen in het buitenland door Roemeense natuurlijke en rechtspersonen zijn alleen met voorafgaande toestemming van de Nationale Bank van Roemenië toegestaan. Niet geconsolideerd voor de subsectoren B.3 (financiële leasing), B.7 (deelneming in de uitgifte van alle soorten waardepapieren), B.9 (beheer van activa) en B.10 (betalings- en compensatiediensten in verband met financiële activa).

SK: Handel in derivaten en edelmetaal, financiële bemiddeling, beheer van activa en bemiddeling: niet geconsolideerd.

SK:

i)

Bewaringsdiensten mogen alleen worden verleend door binnenlandse banken en filialen van buitenlandse banken in Slowakije.

ii)

Deviezen mogen alleen worden verhandeld door daartoe gemachtigde binnenlandse banken en filialen van buitenlandse banken in Slowakije en door personen die over een deviezenvergunning beschikken. Alleen beursleden mogen op de beurs van Bratislava handel drijven. Ingezetenen mogen onbeperkt handel drijven op het Slowaakse RM-systeem, maar niet-ingezetenen mogen dit enkel via effectenhandelaren.

iii)

Niet-liquide grensoverschrijdende betalingen mogen alleen door daartoe gemachtigde binnenlandse banken of filialen van buitenlandse banken in Slowakije worden verricht.

iv)

Voor de volgende transacties is een door de Nationale Bank van Slowakije afgegeven deviezenvergunning nodig:

a)

het openen van een rekening in het buitenland door Slowaakse ingezetenen, andere dan banken; dit geldt niet voor natuurlijke personen tijdens hun verblijf in het buitenland;

b)

het verrichten van kapitaalbetalingen in het buitenland;

c)

het opnemen van een financieringskrediet bij een niet-ingezetene in de zin van de deviezenwet, behalve als het gaat om een door een ingezetene in het buitenland opgenomen krediet met een terugbetalingsperiode van meer dan drie jaar of om leningen die tussen natuurlijke personen zijn aangegaan voor andere dan bedrijfsactiviteiten.

v)

Voor uitvoer en invoer van de Slowaakse valuta en deviezen in contanten voor een waarde van meer dan 150 000SKK, alsmede van edelmetaal geldt meldingsplicht.

vi)

Om financiële activa in het buitenland in bewaring te geven heeft een ingezetene een door de deviezenautoriteiten afgegeven deviezenvergunning nodig.

vii)

Enkel in Slowakije gevestigde deviezenhandelaren kunnen binnen bepaalde limieten en overeenkomstig de bepalingen van de Nationale Bank van Slowakije garanties geven en krijgen en leningen opnemen en toekennen.

SI: Deelneming in de uitgifte van schatkistcertificaten, beheer van pensioenfondsen en bijbehorende adviesdiensten en andere ondersteunende financiële diensten: niet geconsolideerd.

Subsectoren B.11 en B.12 (verstrekken en doorgeven van financiële informatie, en adviesdiensten en andere ondersteunende financiële diensten, behalve die met betrekking tot de deelneming in de uitgifte van schatkistcertificaten en het beheer van pensioenfondsen): geen.

Alle andere subsectoren:

Niet geconsolideerd, behalve voor het opnemen van kredieten (alle soorten leningen) en het aanvaarden van garanties en verbintenissen van buitenlandse kredietinstellingen door binnenlandse rechtspersonen en eenmanszaken. (Opmerking: zodra de nieuwe deviezenwet wordt goedgekeurd, zullen de consumentenkredieten vrij zijn.)

Alle genoemde kredietregelingen moeten bij de Bank van Slovenië worden geregistreerd. (Opmerking: deze bepaling wordt ingetrokken zodra de nieuwe bankwet wordt goedgekeurd.)

In Slovenië gevestigde rechtspersonen kunnen als bewaarder van de activa van beleggingsfondsen optreden.

UK: Emissies van in GBP luidende effecten, particulier geleide emissies daaronder begrepen, kunnen enkel door in de Europese Economische Ruimte gevestigde ondernemingen worden geleid.

3)

Commerciële aanwezigheid

Alle lidstaten:

Voor het beheer van unit trusts en beleggingsmaatschappijen moet een gespecialiseerde beheermaatschappij worden opgericht (artikelen 6 en 13 van de ICBE-richtlijn, 85/611/EEG).

Enkel ondernemingen die hun statutaire zetel in de Gemeenschap hebben, kunnen als bewaarder van de activa van beleggingsfondsen optreden (artikel 8, lid 1, en artikel 15, lid 1, van de ICBE-richtlijn, 85/611/EEG).

AT: Enkel leden van de Oostenrijkse effectenbeurs mogen effecten verhandelen op de effectenbeurs.

AT: Om handel te drijven op de deviezenmarkt en in deviezen is een vergunning van de Nationale Bank van Oostenrijk vereist.

AT: Hypothecaire obligaties en gemeenteobligaties mogen enkel worden uitgegeven door gespecialiseerde banken die over een vergunning beschikken.

AT: Pensioenfondsen mogen enkel worden beheerd door gespecialiseerde ondernemingen die als naamloze vennootschap naar Oostenrijks recht zijn opgericht.

BE: Elk openbaar bod tot verwerving van Belgische effecten door of namens een persoon, onderneming of instelling die niet onder de jurisdictie van een lidstaat van de Europese Gemeenschap valt, wordt ter goedkeuring aan de minister van Financiën voorgelegd.

BG: Subsectoren B.1 tot en met B.5 (aanvaarding van deposito’s, alle soorten leningen, financiële leasing, alle diensten in verband met het betalingsverkeer en de overmaking van geld, garanties en verbintenissen):

Buitenlandse banken die zich in Bulgarije willen vestigen, moeten overeenkomstig hun nationale wetgeving over een vergunning beschikken en er mag hun geen verbod zijn opgelegd van het verrichten van bankactiviteiten in hun land van oorsprong en in de landen waar zij werkzaam zijn. Niet geconsolideerd voor de „caisses populaires”.

Voor de aankoop, direct of indirect, van aandelen die 5 % of meer van de stemrechten van een gevestigde bank vertegenwoordigen, is een vergunning van de Nationale Bank van Bulgarije vereist. Het verlenen van een vergunning geschiedt op basis van prudentiële criteria in overeenstemming met de verplichtingen van de artikelen XVI en XVII van de GATS.

Indien een bank op directe of indirecte wijze in een onderneming die geen bank is een participatie wil verwerven van meer dan 10 % van het kapitaal van die onderneming, moet zij daarvoor een vergunning van de Nationale Bank van Bulgarije verkrijgen.

De status van exclusieve dienstverlener kan worden verleend voor bewaringsdiensten en diensten in verband met de overmaking van geld die aan uit de begroting gefinancierde overheidsinstellingen worden verleend.

Voorwaarde van vaste verblijfplaats voor de leden van het bestuursorgaan die namens en voor rekening van de bank optreden.

Niet geconsolideerd voor schatkistgaranties.

Subsectoren B.6, B.7 en B.9 (handel in effecten, deelneming in de uitgifte van alle soorten waardepapieren, beheer van activa):

Geconsolideerd voor beleggingsbemiddelaars, beleggingsmaatschappijen en effectenbeurzen die zijn opgericht in de vorm van een naamloze vennootschap met een vergunning van de Commissie financieel toezicht (CFT). De verlening van de vergunning in kwestie hangt af van de naleving van voorschriften inzake management, technische aspecten en de bescherming van beleggers.

Effectenbeurs in de vorm van een naamloze vennootschap: voorwaarden inzake minimumkapitaal (BGN 100 000); niet minder dan twee derde van het kapitaal verdeeld over financiële instellingen (verzekeringsmaatschappijen, financiële bedrijven, beleggingsbemiddelaars); maximaal 5 % van het kapitaal van de effectenbeurs voor directe of indirecte participatie door een aandeelhouder.

Beleggingsbemiddelaars: geen voor de activiteiten van beleggingsbemiddelaars die op het grondgebied van Bulgarije worden verricht, behoudens andersluidende toestemming van de CFT.

Voorwaarde van lidmaatschap van de effectenbeurs voor het verhandelen van effecten op een effectenbeurs. Een beleggingsbemiddelaar kan slechts lid zijn van één effectenbeurs in Bulgarije.

Beleggingsmaatschappijen: de activiteiten van een bank, verzekeringsmaatschappij of beleggingsbemiddelaar mogen niet door een beleggingsmaatschappij worden verricht.

Niet geconsolideerd voor het verhandelen, voor eigen rekening of voor rekening van klanten, van andere verhandelbare instrumenten en financiële activa dan verhandelbare effecten. Niet geconsolideerd voor deelneming in de uitgifte van schatkistcertificaten. Niet geconsolideerd voor het beheer van pensioenfondsen.

Subsectoren B.8 en B.10 (financiële bemiddeling, betalings- en compensatiediensten voor financiële activa): niet geconsolideerd.

Subsectoren B.11 en B.12 (verstrekken en doorgeven van financiële informatie, en adviesdiensten): verplichting tot het gebruik van het openbare telecommunicatienetwerk of het netwerk van andere gemachtigde exploitanten. Niet geconsolideerd voor bemiddeling en andere ondersteunende financiële diensten.

CY: Banken die diensten aanbieden op Cyprus, moeten rechtspersonen zijn; dat is een wettelijke verplichting die op niet-discriminatoire wijze wordt toegepast. Rechtspersonen zijn o.m. filialen van buitenlandse banken of financiële instellingen die op Cyprus in een register zijn ingeschreven.

CY: Een persoon mag samen met zijn partners rechtstreeks of middellijk ten hoogste 10 % van het kapitaal of van de stemrechten in een bank bezitten, tenzij de centrale bank vooraf schriftelijke goedkeuring heeft verleend.

CY: Bovendien mogen buitenlanders voor niet meer dan 0,5 % per persoon of vereniging en voor niet meer dan 6,0 % gezamenlijk rechtstreeks of middellijk aandelen bezitten of participeren in het kapitaal van de drie plaatselijke beursgenoteerde banken.

CY: Subsectoren B.1 tot en met B.5 en B.6, onder b) (aanvaarding van deposito’s, alle soorten leningen, financiële leasing, alle diensten in verband met het betalingsverkeer en de overmaking van geld, garanties en verbintenissen, en handel in deviezen):

Voor nieuwe banken geldt het volgende:

a)voor het verrichten van bankactiviteiten is een vergunning van de centrale bank nodig. Voordat de centrale bank deze vergunning verleent, kan zij een onderzoek naar de economische noodzaak laten uitvoeren;b)filialen van buitenlandse banken moeten op Cyprus overeenkomstig de bedrijvenwet in een register zijn ingeschreven en moeten houder zijn van een vergunning overeenkomstig de bankwet.

Subsector B.6, onder e) (handel in verhandelbare effecten):

Alleen leden van de Cypriotische effectenbeurs (makelaars) mogen het effectenbedrijf op Cyprus uitoefenen. Als makelaar optredende bedrijven mogen personen die mogelijk als makelaar zullen optreden, alleen in dienst nemen als die personen daartoe over de nodige vergunningen beschikken. Banken en verzekeringsmaatschappijen mogen het effectenbedrijf niet uitoefenen.

Een makelaarsbedrijf kan alleen als lid van de Cypriotische effectenbeurs worden geregistreerd als het is opgericht en in een register is ingeschreven overeenkomstig de bedrijvenwet van Cyprus.

Subsectoren B.6, onder a), c), d) en f), en B.7 tot en met B.12: niet geconsolideerd.

CZ: Gelduitgiftediensten, andere dan die van de centrale bank, handel in derivaten en edelmetaal, financiële bemiddeling, betalings- en compensatiediensten voor derivaten, advies- en bemiddelingsdiensten en andere ondersteunende financiële diensten voor deze activiteiten: niet geconsolideerd.

CZ: Geen, tenzij:

Bankdiensten mogen alleen worden aangeboden door in Tsjechië gevestigde banken of filialen van buitenlandse banken die beschikken over een vergunning die de Nationale Bank van Tsjechië heeft afgegeven met goedvinden van het ministerie van Financiën.

De vergunning wordt verleend op basis van criteria die overeenkomstig de GATS worden toegepast. Diensten in verband met hypotheekleningen mogen alleen door in Tsjechië gevestigde banken worden verleend.

Banken mogen alleen worden opgericht in de vorm van een naamloze vennootschap. Om aandelen van bestaande banken te kopen is de voorafgaande goedkeuring van de Nationale Bank van Tsjechië nodig.

Effecten mogen alleen openbaar worden verhandeld als de vereiste vergunning is verleend en het prospectus over die effecten is goedgekeurd.

De vergunning mag niet worden verleend als de openbare effectenhandel in strijd is met de belangen van de beleggers, niet strookt met het financieel beleid van de regering of niet in overeenstemming is met de eisen van de financiële markt (1).

Om zich te kunnen vestigen en activiteiten te verrichten moeten effectenhandelaren, makelaars op de effectenbeurs of organisatoren van onderhandse markten, beleggingsmaatschappijen en beleggingsfondsen een vergunning hebben die wordt verleend op basis van kwalificaties en rekening houdend met de persoonlijke integriteit van de betrokkenen en met de mate waarin aan beheerseisen en materiële vereisten wordt voldaan.

De Nationale Bank van Tsjechië houdt toezicht en verricht controles op de betalings- en compensatiediensten voor alle soorten betalingen om het vlotte en economisch verantwoorde verloop ervan te garanderen.

DK: Financiële instellingen mogen enkel via naar Deens recht opgerichte dochterondernemingen effecten verhandelen op de effectenbeurs van Kopenhagen.

FI: Minstens de helft van de oprichters, de leden van de raad van bestuur, de raad van toezicht en de afgevaardigden, de directeur, de procuratiehouder en de persoon die gemachtigd is namens de kredietinstelling te ondertekenen, moeten hun verblijfplaats in de Europese Economische Ruimte hebben, tenzij de minister van Financiën ontheffing verleent. Minstens één financieel controleur moet zijn verblijfplaats in de Europese Economische Ruimte hebben.

FI: De makelaar (natuurlijk persoon) op een beurs voor derivaten moet zijn verblijfplaats in de Europese Economische Ruimte hebben. Van deze verplichting kan ontheffing worden verleend onder voorwaarden die het ministerie van Financiën vaststelt.

FI: Betalingen van overheidsinstanties (uitgaven) worden overgemaakt via de Finse postgiro die door de Postipankki Ltd wordt beheerd. Het ministerie van Financiën kan op met redenen omkleed verzoek ontheffing verlenen van deze verplichting.

FR: Naast Franse kredietinstellingen mogen uitsluitend onder Frans recht vallende Franse dochterondernemingen van niet-Franse banken die hiertoe vergunning hebben verkregen op grond van het feit dat de kandidaat-dochteronderneming van een niet-Franse bank in Parijs over voldoende middelen beschikt en passende verbintenissen is aangegaan, als leidende bank van een emissiesyndicaat in Franse frank luidende waardepapieren uitgeven. Deze voorwaarden zijn van toepassing op leidende banken die de administratie voeren. Een niet-Franse bank kan, zonder beperkingen of vestigingsverplichting, als co-leider van een emissie van eurofrank-obligaties optreden.

EL: Financiële instellingen mogen enkel via naar Grieks recht opgerichte beursfirma’s op de effectenbeurs van Athene genoteerde aandelen verhandelen.

EL: Voor de vestiging en de exploitatie van filialen moet een minimumbedrag aan deviezen worden ingevoerd, dat in drachme wordt omgezet en in Griekenland blijft zolang de buitenlandse bank in Griekenland actief is:

voor ten hoogste vier filialen is dit minimum momenteel gelijk aan de helft van het minimumaandelenkapitaal dat voor een naar Grieks recht op te richten kredietinstelling vereist is;

voor de exploitatie van bijkomende filialen is het minimumkapitaal gelijk aan het minimumaandelenkapitaal dat voor een naar Grieks recht op te richten kredietinstelling vereist is.

HU: Het is de bedoeling de oprichting van rechtstreekse filialen, na consolidering in het kader van de GATS, te consolideren volgens de in die overeenkomst vastgestelde voorwaarden.

HU: Een aandeelhouder die geen kredietinstelling, verzekeringsmaatschappij of beleggingsmaatschappij is, mag rechtstreeks of middellijk ten hoogste 15 % van het kapitaal of van de stemrechten van een kredietinstelling bezitten.

HU: Minstens twee leden van de raad van bestuur van een financiële instelling moeten Hongaarse onderdanen zijn, die ingezetenen zijn in de zin van de van toepassing zijnde deviezenregelgeving en sinds ten minste één jaar een vaste verblijfplaats hebben in Hongarije.

HU: De langetermijnparticipatie van de staat in de Országos Takarékpénztár és Kereskedelmi Bank Rt. blijft behouden op minstens 25 % + 1 stem.

IE: Voor collectieve beleggingsfondsen die als unit trust of vennootschap met variabel kapitaal zijn opgezet (andere dan fondsen voor collectieve beleggingen in effecten, ICBE’s), moeten de trustee/bewaarder en de beheermaatschappij maatschappijen zijn die naar Iers recht of naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap zijn opgericht. In het geval van een commanditaire beleggingsvennootschap moet minstens één algemene partner een naar Iers recht opgerichte onderneming zijn.

IE: Om lid te worden van de Ierse effectenbeurs moet een entiteit hetzij 1. vergunning hebben verkregen in Ierland, hetgeen veronderstelt dat deze entiteit een naar Iers recht opgerichte onderneming of een commanditaire vennootschap is en over een hoofdkantoor/statutaire zetel in Ierland beschikt, of 2. in een andere lidstaat vergunning hebben verkregen overeenkomstig de EG-richtlijn inzake beleggingsdiensten.

IE: Voor het aanbieden van beleggingsdiensten of beleggingsadvies is vereist hetzij 1. een vergunning in Ierland, waarvoor normaliter wordt verlangd dat de entiteit naar Iers recht is opgericht, dan wel een commanditaire vennootschap of een zelfstandige handelaar is, in elk geval met hoofdkantoor of statutaire zetel in Ierland (de toezichthoudende autoriteit kan bovendien vergunning verlenen voor de vestiging van filialen van ondernemingen uit derde landen), hetzij 2. een vergunning in een andere lidstaat overeenkomstig de EG-richtlijn betreffende beleggingsdiensten.

IT: Effecten (als bedoeld in artikel 18 van Wet 216/74), andere dan aandelen, schuldbewijzen (met inbegrip van converteerbare schuldbewijzen) mogen enkel aan het publiek worden aangeboden door Italiaanse naamloze vennootschappen, buitenlandse bedrijven die daartoe vergunning hebben verkregen, openbare instanties of onder de plaatselijke overheden ressorterende bedrijven met een maatschappelijk kapitaal van minstens 2 miljard ITL.

IT: Uitsluitend de Bank van Italië kan voorzien in gecentraliseerde bewarings- en bewaarnemingsdiensten en administratieve diensten voor overheidspapier, en uitsluitend Monte Titoli SpA kan hierin voorzien ten behoeve van aandelen, effecten die een deelnemingsrecht vertegenwoordigen en andere op de gereglementeerde markt verhandelde schuldbewijzen.

IT: Voor collectieve beleggingsfondsen andere dan geharmoniseerde ICBE’s als bedoeld in Richtlijn 85/611/EEG, is het noodzakelijk dat de trustee/bewaarder een naar Italiaans recht of naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap opgerichte onderneming is die via een filiaal in Italië is gevestigd. Enkel banken, verzekeringsmaatschappijen, ondernemingen die in effecten investeren en die hun hoofdkantoor in de Europese Gemeenschap hebben, mogen de middelen van pensioenfondsen beheren. Beheermaatschappijen (beleggingsmaatschappijen met vast kapitaal en vastgoedfondsen) moeten eveneens naar Italiaans recht opgerichte ondernemingen zijn.

IT: Voor huis-aan-huis-verkoop moeten de tussenpersonen gebruikmaken van de diensten van erkende verkopers van financiële producten die ingezetenen zijn van een lidstaat van de Europese Gemeenschap.

IT: Clearing en afrekening van effecten kan alleen via het officiële clearingsysteem. Een door de Bank van Italië in overeenstemming met Consob gemachtigde onderneming zou met de clearing, tot en met de eindafrekening van de effecten, belast kunnen worden.

IT: Vertegenwoordigingen van buitenlandse tussenpersonen mogen geen activiteiten in verband met beleggingsdiensten verrichten.

LV: Subsector B.7 (deelneming in de uitgifte van alle soorten waardepapieren): de Bank van Letland (centrale bank) is financieel agent van de regering op de markt voor schatkistpapier.

Subsector B.9 (beheer van activa): de pensioenfondsen worden uitsluitend beheerd door de staat (staatsmonopolie).

LT: Subsectoren B.1 tot en met B.12: minstens één bestuurder moet een Litouws burger zijn.

Subsector B.3 (financiële leasing): financiële leasing kan worden voorbehouden voor specifieke financiële instellingen (zoals banken en verzekeringsmaatschappijen). Geen met ingang van 1 januari 2001, behalve zoals aangegeven in het horizontale gedeelte, onder „Bancaire en andere financiële diensten”.

Subsector B.9 (beheer van activa): oprichting alleen mogelijk in de vorm van een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap (als alle oorspronkelijk uitgegeven aandelen in handen van de oprichters zijn). Voor het beheer van de activa moet een gespecialiseerde beheermaatschappij worden opgericht. Enkel bedrijven met statutaire zetel in Litouwen kunnen als bewaarder van activa optreden.

MT: Subsectoren B.1 en B.2 (aanvaarding van deposito’s en alle soorten leningen): in buitenlandse handen zijnde kredietinstellingen en andere financiële instellingen kunnen als filiaal of als lokale dochteronderneming optreden. Voor het verlenen van een vergunning kan een onderzoek naar de economische noodzaak worden geëist.

Subsectoren B.3 tot en met B.12: niet geconsolideerd.

PL: Subsectoren B.1, B.2, B.4 en B.5 (met uitzondering van garanties en verbintenissen van de schatkist): banken kunnen alleen worden opgericht in de vorm van een naamloze vennootschap of een filiaal met vergunning. De vergunningen voor de oprichting van de banken worden verleend op basis van prudentiële gronden. Een aantal bankdirecteurs — minstens één — moet de Poolse nationaliteit hebben.

Subsectoren B.6, onder e), B.7 (met uitzondering van deelneming in de uitgifte van schatkistpapier), B.9 (alleen diensten m.b.t. portefeuillebeheer) en B.12 (adviesdiensten en andere ondersteunende financiële diensten, alleen voor de activiteiten waarvoor verbintenissen voor Polen zijn aangegaan): oprichting, na het verkrijgen van een vergunning, kan alleen in de vorm van een naamloze vennootschap of een filiaal van een buitenlandse rechtspersoon die effectendiensten aanbiedt.

Subsector B.11: voor het grensoverschrijdend verlenen en/of het gebruik in het buitenland van deze diensten moet gebruik worden gemaakt van het openbare telecommunicatienetwerk of van het netwerk van andere gemachtigde exploitanten.

Alle andere subsectoren: niet geconsolideerd.

PT: Voor de vestiging van niet-EG-banken is per geval een vergunning van de minister van Financiën vereist. De vestiging moet ertoe bijdragen dat de efficiëntie van het nationale banksysteem wordt verbeterd of dient aanwijsbare voordelen te hebben voor de internationalisering van de Portugese economie.

PT: Diensten in verband met risicokapitaal mogen niet worden verleend door filialen van participatiemaatschappijen die hun hoofdkantoor in een niet-EG-land hebben. Diensten van makelaars-handelaren op de effectenbeurs van Lissabon mogen worden verleend door naar Portugees recht opgerichte bedrijven van makelaars en handelaren of door filialen van beleggingsmaatschappijen die in een ander EG-land vergunning hebben verkregen en in hun land van oorsprong gemachtigd zijn dergelijke diensten te verlenen. Makelaars- en handelaarsdiensten op de derivatenbeurs van Oporto en op de parallelmarkt mogen niet worden verleend door filialen van niet in de Europese Gemeenschap gevestigde makelaars/handelaren.

Pensioenfondsen mogen enkel worden beheerd door naar Portugees recht opgerichte ondernemingen en door in Portugal gevestigde verzekeringsmaatschappijen die gemachtigd zijn levensverzekeringen aan te bieden.

RO: De maatschappij voor effectenhandel (effectenmakelarij) moet een Roemeense rechtspersoon zijn die overeenkomstig de Roemeense wetgeving in de vorm van een naamloze vennootschap is opgericht en als exclusief bedrijfsdoel de bemiddeling in effecten heeft. Voor het openbare aanbod van effecten is, voordat het desbetreffende prospectus wordt gepubliceerd, toestemming van de nationale effectencommissie van Roemenië vereist. Ondernemingen die zich met het beheer van activa bezighouden moeten overeenkomstig de Roemeense wetgeving in de vorm van een naamloze vennootschap zijn opgericht; beleggingsfondsen van het open-end-type moeten overeenkomstig het Roemeense civiele recht worden opgericht. Niet geconsolideerd voor financiële leasing. Niet geconsolideerd voor het verhandelen, voor eigen rekening of voor rekening van klanten, van andere verhandelbare instrumenten en financiële activa dan verhandelbare effecten.

SK: Handel in derivaten en edelmetaal, financiële bemiddeling en bemiddelingsdiensten: niet geconsolideerd.

SK: Bankdiensten mogen alleen worden verleend door binnenlandse banken en filialen van buitenlandse banken die door de Nationale Bank van Slowakije met goedkeuring van het ministerie van Financiën zijn erkend. De erkenning is gebaseerd op de inachtneming van criteria betreffende, in het bijzonder, kapitaal (financiële kracht), beroepskwalificaties, integriteit en de competentie van het management voor de beoogde bankactiviteiten. Banken zijn naar Slowaaks recht opgerichte juridische entiteiten, in Slowakije gevestigd als naamloze vennootschap of als openbare financiële instelling (staatseigendom).

Voor de aankoop van aandelen in het eigen vermogen van bestaande commerciële banken is boven de vastgestelde limiet de voorafgaande goedkeuring van de Nationale Bank van Slowakije vereist. In Slowakije kunnen beleggingsdiensten worden verleend door banken, beleggingsmaatschappijen, beleggingsfondsen en effectenhandelaren met de rechtsvorm van een naamloze vennootschap met eigen vermogen, overeenkomstig de wet. Buitenlandse beleggingsmaatschappijen of beleggingsfondsen moeten vergunning krijgen van het ministerie van Financiën om op Slowaaks grondgebied hun effecten of rechten van deelneming te verkopen, overeenkomstig de wet. Voor de uitgifte van schuldtitels, in binnen- of buitenland, is de toestemming van het ministerie van Financiën vereist.

Waardepapieren kunnen alleen worden uitgegeven en verhandeld als het ministerie van Financiën toestemming heeft gegeven voor openbare verhandeling overeenkomstig de wet op de waardepapieren. Voor het uitoefenen van de werkzaamheden van effectenhandelaar, effectenmakelaar of organisator van een markt van niet-genoteerde fondsen is toestemming vereist van het ministerie van Financiën. Voor clearing en afwikkeling voor alle soorten betalingen gelden voorschriften van de Nationale Bank van Slowakije.

Clearing en afwikkeling met betrekking tot verandering van de eigendom van effecten wordt geregistreerd in het effectencentrum (voor clearing en afwikkeling). Dit centrum kan alleen overdrachten naar de rekeningen van effectenhouders uitvoeren. De clearing en afwikkeling van het gedeelte in contanten loopt via „Banking Clearing and Settlement House” — (waarvan de Nationale Bank van Slowakije hoofdaandeelhouder is) voor de Beurs van Bratislava, aandelenvennootschap, of de „Jumbo account” voor RM-systeem Slowakije.

SI: Deelneming in de uitgifte van schatkistcertificaten, beheer van pensioenfondsen en bijbehorende adviesdiensten en andere ondersteunende financiële diensten: niet geconsolideerd.

Subsectoren B.11 en B.12 (verstrekken en doorgeven van financiële informatie, en adviesdiensten en andere ondersteunende financiële diensten, behalve die met betrekking tot de deelneming in de uitgifte van schatkistcertificaten en het beheer van pensioenfondsen): geen.

Alle andere subsectoren

Voor alle soorten banken geldt dat voor de oprichting ervan een vergunning van de Bank van Slovenië vereist is.

Buitenlanders kunnen alleen met goedkeuring van de Bank van Slovenië aandeelhouder van een bank worden of extra aandelen van banken kopen.

(Opmerking: deze bepaling wordt ingetrokken zodra de nieuwe bankwet wordt goedgekeurd.)

De Bank van Slovenië kan banken, dochterondernemingen en filialen van buitenlandse banken toestaan alle of beperkte bankdiensten te leveren, afhankelijk van het kapitaalbedrag.

Bij haar overwegingen m.b.t. het verlenen van een vergunning voor de oprichting van een bank die geheel of grotendeels eigendom is van buitenlandse investeerders of m.b.t. het verlenen van toestemming voor de aankoop van extra bankaandelen, houdt de Bank van Slovenië rekening met het volgende (2):

de aanwezigheid van investeerders uit verschillende landen;

het advies van de buitenlandse instelling die met banktoezicht is belast.

(Opmerking: deze bepaling wordt ingetrokken na de goedkeuring van de nieuwe wet op het bankwezen.)

Niet geconsolideerd wat betreft de buitenlandse participatie in banken waarvan de privatisering gaande is.

Filialen van buitenlandse banken moeten naar Sloveens recht zijn opgericht en moeten rechtspersoonlijkheid hebben.

(Opmerking: deze bepaling wordt ingetrokken na de goedkeuring van de nieuwe wet op het bankwezen.) Niet geconsolideerd wat betreft alle soorten hypotheekbanken en spaarbanken.

Niet geconsolideerd wat betreft de oprichting van particuliere pensioenfondsen (niet-verplichte pensioenfondsen).

Beheermaatschappijen zijn commerciële bedrijven die uitsluitend met het oog op het beheer van beleggingsfondsen zijn opgericht.

Buitenlanders kunnen direct of indirect maximaal 20 % van de aandelen of van de stemrechten van beheermaatschappijen verwerven; voor een hoger percentage is de goedkeuring van de autoriteit voor de financiële markten vereist.

Erkende beleggingsmaatschappijen (opgericht met het oog op privatisering) zijn beleggingsmaatschappijen die uitsluitend zijn opgericht met het oog op het verzamelen van de eigendomscertificaten (vouchers) en de aankoop van overeenkomstig de voorschriften inzake herschikking van de eigendomssituatie uitgegeven aandelen. Erkende beheermaatschappijen zijn uitsluitend opgericht voor het beheer van erkende beleggingsmaatschappijen.

Buitenlanders kunnen direct of indirect maximaal 10 % van de aandelen of van de stemrechten van erkende beheermaatschappijen (opgericht met het oog op privatisering) verwerven; voor een hoger percentage is de goedkeuring van de autoriteit voor de financiële markten vereist, met de instemming van het ministerie van Economische Betrekkingen en Ontwikkeling.

Beleggingen van beleggingsfondsen in effecten die in het buitenland zijn uitgegeven, zijn beperkt tot 10 % van hun beleggingen. Die effecten worden genoteerd op de van tevoren door de autoriteit voor de financiële markten aangewezen effectenbeurzen.

Buitenlanders kunnen aandeelhouder of partner worden in een effectenkantoor tot 24 % van het kapitaal ervan na voorafgaande goedkeuring van de autoriteit voor de financiële markten. (Opmerking: deze bepaling wordt ingetrokken na de goedkeuring van de nieuwe wet op de effectenmarkt.)

In het buitenland uitgegeven effecten die nog niet op het grondgebied van Slovenië zijn aangeboden, kunnen alleen worden aangeboden door een effectenkantoor of een bank die een vergunning heeft om zulke transacties uit te voeren. Alvorens het aanbod te doen moet het effectenkantoor of de bank toestemming krijgen van de autoriteit voor de financiële markten.

Het verzoek om toestemming voor het aanbieden van in het buitenland uitgegeven effecten in Slovenië moet vergezeld gaan van een ontwerpprospectus en van documenten die aantonen dat de borg van de uitgifte van effecten van een buitenlands emittent een bank of een effectenkantoor is, behalve in het geval van de uitgifte van aandelen van een buitenlands emitent.

SE: Niet naar Zweeds recht opgerichte ondernemingen mogen enkel via een filiaal een commerciële aanwezigheid vestigen en, in het geval van banken, eveneens via een vertegenwoordigingskantoor.

SE: De oprichter van een bank dient een in de Europese Economische Ruimte verblijvende natuurlijke persoon of een buitenlandse bank te zijn. De oprichter van een spaarbank dient een in de Europese Economische Ruimte verblijvende natuurlijke persoon te zijn.

UK: Inter-dealermakelaars, dit zijn financiële instellingen die schatkistpapier verhandelen, moeten in de Europese Economische Ruimte gevestigd zijn en afzonderlijk gekapitaliseerd zijn.

4)

Aanwezigheid van natuurlijke personen

CY: Subsector B.6, onder e) (handel in verhandelbare effecten): Personen die, alleen of in dienst van een makelaarskantoor, als makelaar werkzaam zijn, moeten voldoen aan de vergunningscriteria die in dezen gelden.

Subsectoren B.1 tot en met B.12, behalve B.6, onder e): niet geconsolideerd.

CZ: Gelduitgiftediensten, andere dan die van de centrale bank, handel in derivaten en edelmetaal, financiële bemiddeling, betalings- en compensatiediensten voor derivaten, advies- en bemiddelingsdiensten en andere ondersteunende financiële diensten voor deze activiteiten: niet geconsolideerd.

Alle andere subsectoren: niet geconsolideerd, behalve indien vermeld in het horizontale gedeelte.

MT: Subsectoren B.1, B.2 en B.11 (aanvaarding van deposito’s, alle soorten leningen, en verstrekken en doorgeven van financiële informatie): niet geconsolideerd, behalve indien vermeld in het horizontale gedeelte.

Subsectoren B.3 tot en met B.10 en B.12: niet geconsolideerd.

PL: Subsectoren B.1, B.2, B.4 en B.5 (met uitzondering van garanties en verbintenissen van de schatkist): niet geconsolideerd, behalve indien vermeld in het horizontale gedeelte, en met de volgende beperking: een aantal bankdirecteurs — minstens één — moet de Poolse nationaliteit hebben.

Subsectoren B.6, onder e), B.7 (met uitzondering van deelneming in de uitgifte van schatkistpapier), B.9 (alleen diensten m.b.t. portefeuillebeheer), B.11 en B.12 (adviesdiensten en andere ondersteunende financiële diensten, alleen voor de activiteiten waarvoor verbintenissen voor Polen zijn aangegaan): niet geconsolideerd, behalve indien vermeld in het horizontale gedeelte.

Alle andere subsectoren: niet geconsolideerd.

SK: Handel in derivaten en edelmetaal, financiële bemiddeling en bemiddelingsdiensten: niet geconsolideerd.

Alle andere subsectoren: niet geconsolideerd, behalve indien vermeld in het horizontale gedeelte.

SI: Deelneming in de uitgifte van schatkistcertificaten, beheer van pensioenfondsen en bijbehorende adviesdiensten en andere ondersteunende financiële diensten: niet geconsolideerd.

Alle andere subsectoren: niet geconsolideerd, behalve indien vermeld in het horizontale gedeelte.

AT, BE, BG, DE, DK, ES, EE, FR, FI, EL, HU, IT, IE, LU, LT, LV, NL, PT, RO, SE, UK: Niet geconsolideerd, behalve zoals aangegeven in het respectieve horizontale gedeelte en met de volgende specifieke beperkingen:

BG: Niet geconsolideerd voor schatkistgaranties. Niet geconsolideerd voor het verhandelen, voor eigen rekening of voor rekening van klanten, van andere verhandelbare instrumenten en financiële activa dan verhandelbare effecten. Niet geconsolideerd voor deelneming in de uitgifte van schatkistcertificaten. Niet geconsolideerd voor financiële bemiddeling. Niet geconsolideerd voor het beheer van pensioenfondsen. Niet geconsolideerd voor betalings- en compensatiediensten voor financiële activa. Niet geconsolideerd voor bemiddeling en andere ondersteunende financiële diensten.

FR: Sociétés d’investissement à capital fixe: nationaliteitsvereiste voor de voorzitter van de directie, de directeuren-generaal en minstens twee derde van de administrateurs, alsmede, wanneer de effectenfirma een raad van toezicht heeft, voor de leden van deze raad of de voorzitter daarvan, en minstens twee derde van de leden van de raad van toezicht.

EL: Kredietinstellingen moeten ten minste twee personen aanwijzen die verantwoordelijk zijn voor de activiteiten van die instellingen. Deze personen moeten in Griekenland verblijven.

IT: „Promotori di servizi finanziari” (verkopers van financiële diensten) moeten ingezetene zijn van een lidstaat van de Europese Gemeenschap.

LV: De directeur van een filiaal of dochteronderneming moet belastingplichtig in Letland zijn (ingezetene).

RO: Niet geconsolideerd voor financiële leasing. Niet geconsolideerd voor het verhandelen, voor eigen rekening of voor rekening van klanten, van andere verhandelbare instrumenten en financiële activa dan verhandelbare effecten.”


(1)  CZ: Momenteel overweegt het parlement een wet aan te nemen waarbij het criterium van de eisen van de financiële markt wordt afgeschaft.

(2)  Bij haar overwegingen m.b.t. het verlenen van een onbeperkte of beperkte bankvergunning houdt de Bank van Slovenië niet alleen rekening met het kapitaalbedrag, maar ook met de volgende elementen (zowel voor binnenlandse als voor buitenlandse aanvragers);

de nationaal-economische voorkeuren voor bepaalde bankactiviteiten;

het gebied dat momenteel door de banken van Slovenië wordt bestreken;

de activiteiten die daadwerkelijk door de bank worden verricht in vergelijking met die welke in de bestaande vergunning zijn vermeld.

(Opmerking: deze bepaling wordt ingetrokken zodra de nieuwe bankwet wordt goedgekeurd.)


BIJLAGE II

„BIJLAGE II

VOOR FINANCIËLE DIENSTEN BEVOEGDE AUTORITEITEN

DEEL A

Voor de Gemeenschap en haar lidstaten

Commissie

DG Handel

DG Interne markt

B-1049 Brussel

Oostenrijk

Ministerie van Financiën

Direktion Wirtschaftspolitik und Finanzmärkte

Himmelpfortgasse 4-8

Postfach 2

1015 Wien

België

Ministerie van Economie

Brederodestraat 7

B-1000 Brussel

Ministerie van Financiën

Wetstraat 12

B-1000 Brussel

Bulgarije

Ministerie van Economie en Energie

Slavyanska str. 8

Sofia 1052

Ministerie van Financiën

G.S.Rakovski str.102

Sofia 1000

Nationale Bank van Bulgarije

Al.Batenberg sq.1

Sofia 1000

Commissie financieel toezicht

33, Shar Planina Street

Sofia 1303

Cyprus

Ministerie van Financiën

CY-1439 Nicosia

Tsjechië

Ministerie van Financiën

Letenská 15

CZ-118 10 Praag

Denemarken

Ministerie van Economische Zaken

Ved Stranden 8

DK-1061 Kopenhagen K

Estland

Ministerie van Financiën

Suur-Ameerika 1

EE-15006 Tallinn

Finland

Ministerie van Financiën

PO Box 28

FIN-00023 Helsinki

Frankrijk

Ministerie van Economie, Financiën en Industrie

Ministère de l’Economie, des Finances et de l’Industrie

139, rue de Bercy

F-75572 Paris

Duitsland

Ministerie van Financiën

Bundesanstalt für Finanzdienstleistungsaufsicht

Graurheindorfer Str. 108

D-53117 Bonn

Griekenland

Bank van Griekenland

Panepistimiou Street, 21

GR-10563 Athene

Hongarije

Ministerie van Financiën

Pénzügyminisztérium

Postafiók 481

HU-1369 Budapest

Ierland

Ierse autoriteit voor regelgeving inzake financiële diensten

PO Box 9138

College Green

IRL-Dublin 2

Italië

Ministerie van Financiën

Ministero del Tesoro

Via XX Settembre 97

I-00187 Roma

Letland

Commissie van de financiële markt en de kapitaalmarkt

Kungu Street 1

LV-1050 Riga

Litouwen

Ministerie van Financiën

Vaizganto 8a/2,

LT-01512 Vilnius

Luxemburg

Ministerie van Financiën

Ministère des Finances

3, rue de la Congrégation

L-2931 Luxembourg

Malta

Autoriteit financiële diensten

Notabile Road

MT-Attard

Nederland

Ministerie van Financiën

Directoraat Financieel marktbeleid

Postbus 20201

NL-2500 EE Den Haag

Polen

Ministerie van Financiën

12 Świętokrzyska Street

PL-00-916 Warschau

Portugal

Ministerie van Financiën

Direcção Geral dos Assuntos Europeus e Relações Internacionais

Av. Infante D. Henrique, 1C-1o

P-1100-278 Lisboa

Roemenië

Nationale Bank van Roemenië

25 Lipscani Str, sector 3 Boekarest, code 030031

Roemeense nationale effectencommissie

(2 Foisorului Street, Boekarest, sector 3

Commissie van toezicht op het verzekeringswezen

18th, Amiral Constantin Balescu Street, Sector 1, Boekarest Code 011954

Commissie van toezicht op het particuliere pensioenstelsel

74 Splaiul Unirii, sector 4, Boekarest, code 030128

Slowakije

Ministerie van Financiën

Stefanovicova 5

SK-817 82 Bratislava

Slovenië

Ministerie van Economie

Kotnikova 5

SI-1000 Ljubljana

Spanje

Schatkist

Directora General del Tesoro y Politica Financiera

Paseo del Prado 6-6a Planta

E-28071 Madrid

Zweden

Dienst financieel toezicht

Box 6750

S-113 85 Stockholm

Zweedse centrale bank

Malmskillnadsgatan 7

S-103 37 Stockholm

Zweeds consumentenbureau

Rosenlundsgatan 9

S-118 87 Stockholm

Verenigd Koninkrijk

Schatkist

1 Horse Guards Road

UK-London SW1A 2HQ


DEEL B

Voor Mexico, Secretaría de Hacienda y Crédito Público

Mexico

Unidad de Banca, Valores y Ahorro

Palacio Nacional, edificio 12, 4 piso

Col. Centro, Deleg. Cuauhtemoc, C.P. 06000

México, D.F.

Unidad de Seguros, Pensiones y Seguridad Social

Palacio Nacional, Oficina 4068

Plaza de la Constitucion, Delegacion Cuauhthemoc, C.P.06000

México, D.F.”


Commissie

3.6.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 137/42


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 26 mei 2009

tot wijziging van Beschikking 2003/135/EG wat betreft de uitroeiings- en noodvaccinatieprogramma’s voor klassieke varkenspest bij wilde varkens in bepaalde gebieden van Duitsland

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 3953)

(Slechts de teksten in de Duitse en de Franse taal zijn authentiek)

(2009/422/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2001/89/EG van de Raad van 23 oktober 2001 betreffende maatregelen van de Gemeenschap ter bestrijding van klassieke varkenspest (1), en met name op artikel 16, lid 1, en artikel 20, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Beschikking 2003/135/EG van de Commissie van 27 februari 2003 inzake de goedkeuring van de programma’s voor de uitroeiing van klassieke varkenspest bij wilde varkens en voor het uitvoeren van noodvaccinatie tegen klassieke varkenspest bij wilde varkens in Duitsland, namelijk in de Länder Niedersachsen, Nordrhein-Westfalen, Rheinland-Pfalz en Saarland (2) is vastgesteld als één van de maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest.

(2)

Duitsland heeft de Commissie in kennis gesteld van de recente ontwikkeling van de ziekte bij wilde varkens in bepaalde gebieden van de deelstaten Rheinland-Pfalz en Nordrhein-Westfalen.

(3)

Er zijn nieuwe gevallen van klassieke varkenspest bij wilde varkens in het zuiden van Rheinland-Pfalz gemeld. Daarom moeten de uitroeiings- en noodvaccinatieprogramma’s voor klassieke varkenspest bij wilde varkens in dat gebied worden toegepast.

(4)

Beschikking 2003/135/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De bijlage bij Beschikking 2003/135/EG wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek.

Gedaan te Brussel, 26 mei 2009.

Voor de Commissie

Androulla VASSILIOU

Lid van de Commissie


(1)  PB L 316 van 1.12.2001, blz. 5.

(2)  PB L 53 van 28.2.2003, blz. 47.


BIJLAGE

„BIJLAGE

1.   GEBIEDEN WAARVOOR UITROEIINGSPROGRAMMA’S GELDEN

A.   In de deelstaat Rheinland-Pfalz

a)

in de Kreis Ahrweiler: de gemeenten Adenau en Altenahr;

b)

in de Landkreis Vulkaneifel: in de gemeente Obere Kyll: de deelgemeenten Birgel, Esch, Feusdorf en Jünkerath, in de gemeente Hillesheim: de deelgemeenten Berndorf, Dohm-Lammersdorf, Hillesheim, Kerpen, Nohn, Oberehe-Stroheich, Üxheim, Walsdorf en Wiesbaum, in de gemeente Daun: de deelgemeente Dreis-Brück, in de gemeente Kelberg: de deelgemeenten Beinhausen, Bodenbach, Bongard, Borler, Boxberg, Brücktal, Drees, Gelenberg, Kelberg, Kirsbach, Neichen, Nitz, Reimerath en Welcherath;

c)

de Kreise Altenkirchen en Neuwied;

d)

in de Kreis Westerwald: de gemeenten Bad Marienberg, Hachenburg, Ransbach-Baumbach, Rennerod, Selters, Wallmerod en Westerburg, de gemeente Höhr-Grenzhausen ten noorden van de autosnelweg A48, de gemeente Montabaur ten noorden van de autosnelweg A3 en de gemeente Wirges ten noorden van de autosnelwegen A48 en A3;

e)

in de Landkreis Südwestpfalz: in de gemeente Pirmasens-Land: de deelgemeenten Kröppen ten zuidoosten van de L 483, Vinningen ten zuidoosten van de L 478 en L 484, Schweix, Hilst, Trulben en Eppenbrunn, in de gemeente Dahner Felsenland: de deelgemeenten Bobenthal, Bruchweiler-Bärenbach, Bundenthal, Erlenbach bei Dahn, Fischbach bei Dahn, Hirschthal, Ludwigswinkel, Niederschlettenbach, Nothweiler, Rumbach en Schönau (Pfalz);

f)

in de Landkreis Südwestpfalz: de gemeenten Thaleischweiler-Fröschen, Waldfischbach-Burgalben en Wallhalben;

g)

in de Kreis Kaiserslautern: de gemeenten Bruchmühlbach-Miesau ten zuiden van de autosnelweg A6, Kaiserslautern-Süd en Landstuhl;

h)

de stad Kaiserslautern ten zuiden van de autosnelweg A6.

B.   In de deelstaat Nordrhein-Westfalen

a)

in de Kreis Euskirchen: de stad Bad Münstereifel, in de stad Mechernich: de deelgemeenten Antweiler, Harzheim, Holzheim, Lessenich, Rißdorf, Wachendorf en Weiler am Berge, in de stad Euskirchen: de deelgemeenten Billig, Euenheim, Euskirchen, Flamersheim, Kirchheim, Kuchenheim, Kreuzweingarten, Niederkastenholz, Palmersheim, Rheder, Roitzheim, Schweinheim en Stotzheim, in de gemeente Nettersheim: de deelgemeenten Bouderath, Buir, Engelgau, Frohngau, Holzmühlheim, Pesch, Tondorf en Roderath, in de gemeente Dahlem: de deelgemeente Dahlem en de gemeente Blankenheim, met uitzondering van de plaats Blankenheimer Wald;

b)

in de Rhein-Sieg-Kreis: in de stad Meckenheim: de deelgemeenten Ersdorf en Altendorf, in de stad Rheinbach: de deelgemeenten Oberdrees, Niederdrees, Wormersdorf, Todenfeld, Hilberath, Merzbach, Irlenbusch, Queckenberg, Kleinschlehbach, Großschlehbach, Loch, Berscheidt, Eichen en Kurtenberg, in de gemeente Swisttal: de deelgemeenten Miel en Odendorf, de steden Bad Honnef, Königswinter, Hennef (Sieg), Sankt Augustin, Niederkassel, Troisdorf, Siegburg en Lohmar en de gemeenten Neunkirchen-Seelscheid, Eitorf, Ruppichteroth, Windeck en Much;

c)

in de Kreis Siegen-Wittgenstein: in de gemeente Kreuztal: de deelgemeenten Krombach, Eichen, Fellinghausen, Osthelden, Junkernhees en Mittelhees, in de stad Siegen: de deelgemeenten Sohlbach, Dillnhütten, Geisweid, Birlenbach, Trupbach, Seelbach, Achenbach, Lindenberg, Rosterberg, Rödgen, Obersdorf, Eisern en Eiserfeld, de gemeenten Freudenberg, Neunkirchen en Burbach, in de gemeente Wilnsdorf: de deelgemeenten Rinsdorf en Wilden;

d)

in de Kreis Olpe: in de stad Drolshagen: de deelgemeenten Drolshagen, Lüdespert, Schlade, Hützemert, Feldmannshof, Gipperich, Benolpe, Wormberg, Gelsingen, Husten, Halbhusten, Iseringhausen, Brachtpe, Berlinghausen, Eichen, Heiderhof, Forth en Buchhagen, in de stad Olpe: de deelgemeenten Olpe, Rhode, Saßmicke, Dahl, Friedrichsthal, Thieringhausen, Günsen, Altenkleusheim, Rhonard, Stachelau, Lütringhausen en Rüblinghausen, de gemeente Wenden;

e)

in de Märkischer Kreis: de steden Halver, Kierspe en Meinerzhagen;

f)

in de stad Remscheid: de deelgemeenten Halle, Lusebusch, Hackenberg, Dörper Höhe, Niederlangenbach, Durchsholz, Nagelsberg, Kleebach, Niederfeldbach, Endringhausen, Lennep, Westerholt, Grenzwall, Birgden, Schneppendahl, Oberfeldbach, Hasenberg, Lüdorf, Engelsburg, Forsten, Oberlangenbach, Niederlangenbach, Karlsruhe, Sonnenschein, Buchholzen, Bornefeld en Bergisch Born;

g)

in de steden Keulen en Bonn: de gemeenten aan de rechterkant van de Rijn;

h)

de stad Leverkusen;

i)

de Rheinisch-Bergischer Kreis;

j)

de Oberbergischer Kreis.

2.   GEBIEDEN WAAR NOODVACCINATIE WORDT TOEGEPAST

A.   In de deelstaat Rheinland-Pfalz

a)

in de Kreis Ahrweiler: de gemeenten Adenau en Altenahr;

b)

in de Landkreis Vulkaneifel: in de gemeente Obere Kyll: de deelgemeenten Birgel, Esch, Feusdorf en Jünkerath, in de gemeente Hillesheim: de deelgemeenten Berndorf, Dohm-Lammersdorf, Hillesheim, Kerpen, Nohn, Oberehe-Stroheich, Üxheim, Walsdorf en Wiesbaum, in de gemeente Daun: de deelgemeente Dreis-Brück, in de gemeente Kelberg: de deelgemeenten Beinhausen, Bodenbach, Bongard, Borler, Boxberg, Brücktal, Drees, Gelenberg, Kelberg, Kirsbach, Neichen, Nitz, Reimerath en Welcherath;

c)

de Kreise Altenkirchen en Neuwied;

d)

in de Kreis Westerwald: de gemeenten Bad Marienberg, Hachenburg, Ransbach-Baumbach, Rennerod, Selters, Wallmerod en Westerburg, de gemeente Höhr-Grenzhausen ten noorden van de autosnelweg A48, de gemeente Montabaur ten noorden van de autosnelweg A3 en de gemeente Wirges ten noorden van de autosnelwegen A48 en A3;

e)

in de Landkreis Südwestpfalz: in de gemeente Pirmasens-Land: de deelgemeenten Kröppen ten zuidoosten van de L 483, Vinningen ten zuidoosten van de L 478 en L 484, Schweix, Hilst, Trulben en Eppenbrunn, in de gemeente Dahner Felsenland: de deelgemeenten Bobenthal, Bruchweiler-Bärenbach, Bundenthal, Erlenbach bei Dahn, Fischbach bei Dahn, Hirschthal, Ludwigswinkel, Niederschlettenbach, Nothweiler, Rumbach en Schönau (Pfalz);

f)

in de Landkreis Südwestpfalz: de gemeenten Thaleischweiler-Fröschen, Waldfischbach-Burgalben en Wallhalben;

g)

in de Kreis Kaiserslautern: de gemeenten Bruchmühlbach-Miesau ten zuiden van de autosnelweg A6, Kaiserslautern-Süd en Landstuhl;

h)

de stad Kaiserslautern ten zuiden van de autosnelweg A6.

B.   In de deelstaat Nordrhein-Westfalen

a)

in de Kreis Euskirchen: de stad Bad Münstereifel, in de stad Mechernich: de deelgemeenten Antweiler, Harzheim, Holzheim, Lessenich, Rißdorf, Wachendorf en Weiler am Berge, in de stad Euskirchen: de deelgemeenten Billig, Euenheim, Euskirchen, Flamersheim, Kirchheim, Kuchenheim, Kreuzweingarten, Niederkastenholz, Palmersheim, Rheder, Roitzheim, Schweinheim en Stotzheim, in de gemeente Nettersheim: de deelgemeenten Bouderath, Buir, Engelgau, Frohngau, Holzmühlheim, Pesch, Tondorf en Roderath, in de gemeente Dahlem: de deelgemeente Dahlem en de gemeente Blankenheim, met uitzondering van de plaats Blankenheimer Wald;

b)

in de Rhein-Sieg-Kreis: in de stad Meckenheim: de deelgemeenten Ersdorf en Altendorf, in de stad Rheinbach: de deelgemeenten Oberdrees, Niederdrees, Wormersdorf, Todenfeld, Hilberath, Merzbach, Irlenbusch, Queckenberg, Kleinschlehbach, Großschlehbach, Loch, Berscheidt, Eichen en Kurtenberg, in de gemeente Swisttal: de deelgemeenten Miel en Odendorf, de steden Bad Honnef, Königswinter, Hennef (Sieg), Sankt Augustin, Niederkassel, Troisdorf, Siegburg en Lohmar en de gemeenten Neunkirchen-Seelscheid, Eitorf, Ruppichteroth, Windeck en Much;

c)

in de Kreis Siegen-Wittgenstein: in de gemeente Kreuztal: de deelgemeenten Krombach, Eichen, Fellinghausen, Osthelden, Junkernhees en Mittelhees, in de stad Siegen: de deelgemeenten Sohlbach, Dillnhütten, Geisweid, Birlenbach, Trupbach, Seelbach, Achenbach, Lindenberg, Rosterberg, Rödgen, Obersdorf, Eisern en Eiserfeld, de gemeenten Freudenberg, Neunkirchen en Burbach, in de gemeente Wilnsdorf: de deelgemeenten Rinsdorf en Wilden;

d)

in de Kreis Olpe: in de stad Drolshagen: de deelgemeenten Drolshagen, Lüdespert, Schlade, Hützemert, Feldmannshof, Gipperich, Benolpe, Wormberg, Gelsingen, Husten, Halbhusten, Iseringhausen, Brachtpe, Berlinghausen, Eichen, Heiderhof, Forth en Buchhagen, in de stad Olpe: de deelgemeenten Olpe, Rhode, Saßmicke, Dahl, Friedrichsthal, Thieringhausen, Günsen, Altenkleusheim, Rhonard, Stachelau, Lütringhausen en Rüblinghausen, de gemeente Wenden;

e)

in de Märkischer Kreis: de steden Halver, Kierspe en Meinerzhagen;

f)

in de stad Remscheid: de deelgemeenten Halle, Lusebusch, Hackenberg, Dörper Höhe, Niederlangenbach, Durchsholz, Nagelsberg, Kleebach, Niederfeldbach, Endringhausen, Lennep, Westerholt, Grenzwall, Birgden, Schneppendahl, Oberfeldbach, Hasenberg, Lüdorf, Engelsburg, Forsten, Oberlangenbach, Niederlangenbach, Karlsruhe, Sonnenschein, Buchholzen, Bornefeld en Bergisch Born;

g)

in de steden Keulen en Bonn: de gemeenten aan de rechterkant van de Rijn.;

h)

de stad Leverkusen;

i)

de Rheinisch-Bergischer Kreis;

j)

de Oberbergischer Kreis.”