ISSN 1725-2598

doi:10.3000/17252598.L_2009.123.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 123

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

52e jaargang
19 mei 2009


Inhoud

 

I   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

 

Verordening (EG) nr. 406/2009 van de Commissie van 18 mei 2009 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

1

 

*

Verordening (EG) nr. 407/2009 van de Commissie van 14 mei 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer

3

 

*

Verordening (EG) nr. 408/2009 van de Commissie van 18 mei 2009 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 793/2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie

62

 

*

Verordening (EG) nr. 409/2009 van de Commissie van 18 mei 2009 tot vaststelling van communautaire omrekeningsfactoren en codes van aanbiedingsvormen voor de omzetting van verwerkt gewicht aan vis in levend gewicht aan vis, en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2807/83 van de Commissie

78

 

 

II   Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

 

 

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

 

 

Raad

 

 

2009/388/EG

 

*

Besluit van de Raad van 11 mei 2009 houdende benoeming en vervanging van leden van de raad van bestuur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding

86

 

 

Commissie

 

 

2009/389/EG

 

*

Beschikking van de Commissie van 16 juli 2008 betreffende steunmaatregel C 25/2000 (ex N 149/99) die Italië voornemens is uit te voeren ten behoeve van het staalbedrijf Lucchini Siderurgica SpA (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 3515)  ( 1 )

87

 

 

RICHTSNOEREN

 

 

Europese Centrale Bank

 

 

2009/390/EG

 

*

Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 7 mei 2009 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/2 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees realtimebruto-vereveningssysteem (TARGET2) (ECB/2009/9)

94

 

 

2009/391/EG

 

*

Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 7 mei 2009 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2000/7 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem (ECB/2009/10)

99

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Verordening (EG) nr. 275/2009 van de Commissie van 2 april 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 872/2004 van de Raad inzake verdere restrictieve maatregelen ten aanzien van Liberia (PB L 91 van 3.4.2009)

100

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is

VERORDENINGEN

19.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 123/1


VERORDENING (EG) Nr. 406/2009 VAN DE COMMISSIE

van 18 mei 2009

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 19 mei 2009.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 mei 2009.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

JO

73,9

MA

44,2

MK

80,5

TN

115,0

TR

95,0

ZZ

81,7

0707 00 05

EG

131,0

JO

155,5

MA

32,7

TR

135,1

ZZ

113,6

0709 90 70

JO

216,7

TR

120,7

ZZ

168,7

0805 10 20

EG

44,0

IL

55,5

MA

48,4

TN

49,2

TR

107,8

US

49,3

ZA

56,7

ZZ

58,7

0805 50 10

AR

50,9

TR

50,7

ZA

51,7

ZZ

51,1

0808 10 80

AR

81,5

BR

77,9

CL

82,4

CN

91,5

MK

42,0

NZ

101,5

US

125,7

UY

71,7

ZA

83,4

ZZ

84,2


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


19.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 123/3


VERORDENING (EG) Nr. 407/2009 VAN DE COMMISSIE

van 14 mei 2009

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (1), en met name op artikel 19, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 338/97 bevat lijsten van dier- en plantensoorten waarvan het verhandelen aan beperkingen of toezicht onderworpen is. Die lijsten omvatten de lijsten die zijn opgenomen in de bijlagen bij de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten, hierna „de CITES-overeenkomst” genoemd.

(2)

De volgende soorten zijn op verzoek van China opgenomen in bijlage III bij de CITES-overeenkomst: Corallium elatius, Corallium japonicum, Corallium konjoi en Corallium secundum.

(3)

De soorten Crax daubentoni, Crax globulosa, Crax rubra, Ortalis vetula, Pauxi pauxi, Penelopina nigra, Arborophila campbelli, Arborophila charltonii, Lophura erythrophthalma, Lophura ignita, Semnornis ramphastinus, Baillonius bailloni, Pteroglossus castanotis, Ramphastos dicolorus en Selenidera maculirostris — die momenteel zijn opgenomen in bijlage B van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 338/97 — maken niet het voorwerp uit van zoveel internationale handel dat hun voortbestaan daardoor in het gedrang zou kunnen worden gebracht, maar zij zijn in bijlage III bij de CITES-overeenkomst opgenomen op verzoek van Colombia, Costa Rica, Guatemala, Honduras, Maleisië en Argentinië en dienen derhalve van bijlage B naar bijlage C van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 338/97 te worden overgeheveld.

(4)

Van de soorten Phyllomedusa sauvagii, Leptodactylus laticeps, Limnonectes macrodon, Rana shqiperica, Ranodon sibiricus, Bolitoglossa dofleini, Cynops ensicauda, Echinotriton andersoni, Pachytriton labiatus, Paramesotriton spp., Salamandra algira en Tylototriton spp. — die momenteel niet in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 338/97 zijn opgenomen — worden zodanig grote aantallen specimens in de Gemeenschap ingevoerd dat monitoring wenselijk is. Deze soorten dienen bijgevolg in bijlage D van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 338/97 te worden opgenomen.

(5)

Op de 14e Conferentie der Partijen bij CITES in juni 2007 zijn nieuwe standaardnomenclatuurwerken voor dieren aangenomen. Er zijn enkele inconsistenties aan het licht gekomen tussen de bijlagen bij de CITES-overeenkomst en deze standaardnomenclatuurwerken wat betreft de wetenschappelijke namen van de soorten Asarcornis scutulata en Pezoporus occidentalis, de families Rheobatrachidae en Phasianidae en de orde SCANDENTIA. Aangezien deze inconsistenties zich ook voordoen in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 338/97, dient die bijlage dienovereenkomstig te worden aangepast.

(6)

Gezien de omvang van de wijzigingen is het met het oog op de duidelijkheid dienstig de bijlage bij Verordening (EG) nr. 338/97 in haar geheel te vervangen.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het krachtens artikel 18 van Verordening (EG) nr. 338/97 ingestelde Comité voor de handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 338/97 wordt vervangen door de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 mei 2009.

Voor de Commissie

Stavros DIMAS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 61 van 3.3.1997, blz. 1.


BIJLAGE

„BIJLAGE

Opmerkingen over de interpretatie van de bijlagen A, B, C en D

1.

De in de bijlagen A, B, C en D opgenomen soorten worden aangeduid:

a)

met de naam van de soort, of

b)

met de verzamelnaam der soorten die behoren tot een hoger taxon of een aangegeven deel daarvan.

2.

De afkorting „spp.” dient ter aanduiding van alle soorten van een hoger taxon.

3.

Andere verwijzingen naar taxa van een hogere categorie dan de soort worden uitsluitend ter informatie of classificatie gegeven.

4.

Vetgedrukte soorten in bijlage A zijn daarin opgenomen overeenkomstig hun bescherming uit hoofde van Richtlijn 79/409/EEG van de Raad (de „Vogelrichtlijn”) of Richtlijn 92/43/EEG van de Raad (de „Habitatrichtlijn”).

5.

De volgende afkortingen worden gebruikt ter aanduiding van subspecifieke plantentaxa:

a)

„ssp.” ter aanduiding van een ondersoort (subspecies);

b)

„var.” ter aanduiding van een variëteit (varietas), en

c)

„fa.” ter aanduiding van een vorm (forma).

6.

De tekens „(I)”, „(II)” en „(III)” achter de naam van een soort of hoger taxon verwijzen naar de bijlagen bij de overeenkomst waarin de betrokken soorten zijn opgenomen, zoals aangegeven in de opmerkingen 7 tot en met 9. Indien geen van deze tekens is aangebracht, zijn de betrokken soorten niet in de bijlagen bij de overeenkomst opgenomen.

7.

(I) achter de naam van een soort of hoger taxon betekent dat die soort of dat hogere taxon is opgenomen in bijlage I bij de overeenkomst.

8.

(II) achter de naam van een soort of hoger taxon betekent dat die soort of dat hogere taxon is opgenomen in bijlage II bij de overeenkomst.

9.

(III) achter de naam van een soort of hoger taxon betekent dat die soort of dat hogere taxon is opgenomen in bijlage III bij de overeenkomst. In dat geval wordt tevens het land aangegeven met betrekking waartoe de soort of het hogere taxon in bijlage III is opgenomen.

10.

Hybriden kunnen uitdrukkelijk in de bijlagen worden opgenomen, doch uitsluitend indien zij in de vrije natuur onderscheidbare, stabiele populaties vormen. Op hybride dieren die in de laatste vier vooroudergeneraties van de lijn één of meer specimens van enige in bijlage A of B opgenomen soort tellen, zijn de bepalingen van deze verordening van toepassing alsof zij tot die soort zelf behoorden, zelfs indien de betrokken hybride niet uitdrukkelijk in de bijlage(n) is opgenomen.

11.

Wanneer een soort in bijlage A, B of C is opgenomen, zijn ook alle delen en producten van die soort in dezelfde bijlage opgenomen, tenzij voor die soort door middel van een annotatie is aangegeven dat alleen specifieke delen en producten daarin zijn opgenomen. Conform artikel 2, onder t), van deze verordening dient het teken „#”, gevolgd door een cijfer, achter de naam van een in bijlage B of C opgenomen soort of hoger taxon om delen of producten te omschrijven die in dit verband ter fine van de verordening zijn vermeld, als volgt:

#1

Ter omschrijving van alle delen en producten, met uitzondering van:

a)

zaden, sporen en pollen (met inbegrip van pollinia);

b)

invitrozaailing- en weefselculturen op een vaste of vloeibare voedingsbodem die in steriele recipiënten worden getransporteerd;

c)

afgesneden bloemen van kunstmatig gekweekte planten, en

d)

vruchten en delen en producten daarvan van kunstmatig gekweekte planten van het genus Vanilla.

#2

Ter omschrijving van alle delen en producten, met uitzondering van:

a)

zaden en pollen, en

b)

verpakte eindproducten die zijn klaargemaakt voor de detailhandel.

#3

Ter omschrijving van complete en versneden wortels en delen van wortels.

#4

Ter omschrijving van alle delen en producten, met uitzondering van:

a)

zaden, behalve die van Mexicaanse cactussen van oorsprong uit Mexico, en pollen;

b)

invitrozaailing- en weefselculturen op een vaste of vloeibare voedingsbodem die in steriele recipiënten worden getransporteerd;

c)

afgesneden bloemen van kunstmatig gekweekte planten;

d)

vruchten en delen en producten daarvan van verwilderde of kunstmatig gekweekte planten, en

e)

losse stengelleden en delen en producten daarvan van verwilderde of kunstmatig gekweekte exemplaren van Opuntia subgenus Opuntia.

#5

Ter omschrijving van stammen of blokken, planken en vellen fineer.

#6

Ter omschrijving van stammen of blokken, planken, vellen fineer en gelaagd/geplakt hout.

#7

Ter omschrijving van stammen of blokken, houtspanen, poeders en extracten.

#8

Ter omschrijving van ondergrondse delen (d.w.z. wortels, wortelstokken): compleet, in stukken of in poedervorm.

#9

Ter omschrijving van alle delen en producten, met uitzondering van die waarop een etiket is aangebracht met de vermelding „Produced from Hoodia spp. material obtained through controlled harvesting and production in collaboration with the CITES Management Authorities of Botswana/Namibia/South Africa under agreement No. BW/NA/ZA xxxxxx”.

#10

Ter omschrijving van stammen of blokken, planken en vellen fineer, met inbegrip van niet-afgewerkte houten artikelen bestemd voor de fabricage van strijkstokken voor muziekinstrumenten.

#11

Ter omschrijving van stammen of blokken, planken, vellen fineer, gelaagd/geplakt hout, poeders en extracten.

12.

Aangezien voor geen van de in bijlage A opgenomen plantensoorten of hogere plantentaxa door middel van een annotatie is aangegeven dat op hybriden daarvan de bepalingen van artikel 4, lid 1, van de verordening van toepassing zijn, betekent dit dat kunstmatig gekweekte hybriden van een of meer van deze soorten of taxa verhandeld mogen worden met een certificaat van kunstmatige kweek, en dat zaden en pollen (met inbegrip van pollinia), afgesneden bloemen en in steriele recipiënten vervoerde invitrozaailing- en weefselculturen op een vaste of vloeibare voedingsbodem van deze hybriden niet onder de bepalingen van de verordening vallen.

13.

Urine, feces en grijze amber die excretieproducten zijn welke werden verkregen zonder dat het dier in kwestie werd gemanipuleerd, vallen niet onder de bepalingen van de verordening.

14.

Wat de in bijlage D opgenomen diersoorten betreft, zijn de bepalingen alleen van toepassing op levende specimens en complete of in essentie complete dode specimens, behalve voor de taxa die als volgt zijn geannoteerd om aan te geven dat die bepalingen ook gelden voor andere delen en producten:

§ 1

Complete of in essentie complete, al dan niet gelooide huiden

§ 2

Veren alsmede nog van veren voorziene huiden of andere delen

15.

Wat de in bijlage D opgenomen plantensoorten betreft, zijn de bepalingen alleen van toepassing op levende specimens, behalve voor de taxa die als volgt zijn geannoteerd om aan te geven dat die bepalingen ook gelden voor andere delen en producten:

§ 3

Gedroogde en verse planten, waar passend met inbegrip van bladeren, wortels/wortelstokken, stengels/stammen, zaden/sporen, schors en vruchten

§ 4

Stammen of blokken, planken en vellen fineer

 

Bijlage A

Bijlage B

Bijlage C

Gewone naam

FAUNA (DIEREN)

CHORDATA (CHORDADIEREN)

MAMMALIA

 

 

 

Zoogdieren

ARTIODACTYLA

 

 

 

Evenhoevigen

Antilocapridae

 

 

 

Gaffelantilopen

Antilocapra americana (I) (Alleen de populatie in Mexico; geen enkele andere populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen.)

 

 

Gaffelantiloop (populatie in Mexico)

Bovidae

 

 

 

Holhoornigen

Addax nasomaculatus (I)

 

 

Addax of Mendes-antiloop

 

Ammotragus lervia (II)

 

Manenschaap

 

 

Antilope cervicapra (III Nepal)

Indische antiloop

 

Bison bison athabascae (II)

 

Bosbison

Bos gaurus (I) (Met uitzondering van de gedomesticeerde vorm die Bos frontalis wordt genoemd, waarop de bepalingen van deze verordening niet van toepassing zijn)

 

 

Gaur

Bos mutus (I) (Met uitzondering van de gedomesticeerde vorm die Bos grunniens wordt genoemd, waarop de bepalingen van deze verordening niet van toepassing zijn)

 

 

Wilde jak

Bos sauveli (I)

 

 

Kouprey

 

 

Bubalus arnee (III Nepal) (Met uitzondering van de gedomesticeerde vorm die Bubalus bubalis wordt genoemd, waarop de bepalingen van deze verordening niet van toepassing zijn)

Aziatische buffel

Bubalus depressicornis (I)

 

 

Laaglandbuffel

Bubalus mindorensis (I)

 

 

Tamarou

Bubalus quarlesi (I)

 

 

Berganoa

 

Budorcas taxicolor (II)

 

Takin

Capra falconeri (I)

 

 

Schroefhoorngeit

Capricornis milneedwardsii (I)

 

 

Chinese bosgems

Capricornis rubidus (I)

 

 

Rode bosgems

Capricornis sumatraensis (I)

 

 

Cambodjaanse bosgems

Capricornis thar (I)

 

 

Himalaya-bosgems

 

Cephalophus brookei (II)

 

Brookes duiker

 

Cephalophus dorsalis (II)

 

Zwartrugduiker

Cephalophus jentinki (I)

 

 

Jentinks duiker

 

Cephalophus ogilbyi (II)

 

Ogilby's duiker

 

Cephalophus silvicultor (II)

 

Geelrugduiker

 

Cephalophus zebra (II)

 

Zebraduiker

 

Damaliscus pygargus pygargus (II)

 

Bontebok

Gazella cuvieri (I)

 

 

Cuviers gazelle

 

 

Gazella dorcas (III Algerije/Tunesië)

Dorcasgazelle

Gazella leptoceros (I)

 

 

Duingazelle

Hippotragus niger variani (I)

 

 

Reuzenpaardantiloop

 

Kobus leche (II)

 

Litschie-waterbok

Naemorhedus baileyi (I)

 

 

Rode goral

Naemorhedus caudatus (I)

 

 

Langstaartgoral

Naemorhedus goral (I)

 

 

Gewone goral

Naemorhedus griseus (I)

 

 

Grijze goral

Nanger dama (I)

 

 

Damagazelle

Oryx dammah (I)

 

 

Algazelle

Oryx leucoryx (I)

 

 

Arabische oryx

 

Ovis ammon (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen subspecies)

 

Argali

Ovis ammon hodgsonii (I)

 

 

Nyan

Ovis ammon nigrimontana (I)

 

 

Argalischaap van de Zwarte Bergen

 

Ovis canadensis (II) (Alleen de populatie in Mexico; geen enkele andere populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen.)

 

Dikhoornschaap (Mexicaanse populatie)

Ovis orientalis ophion (I)

 

 

Cypriotische moeflon

 

Ovis vignei (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen subspecies)

 

Oerial of steppeschaap

Ovis vignei vignei (I)

 

 

Ladakh-oerial

Pantholops hodgsonii (I)

 

 

Tibetaanse antiloop

 

Philantomba monticola (II)

 

Blauwe duiker

Pseudoryx nghetinhensis (I)

 

 

Vietnamese antiloop

Rupicapra pyrenaica ornata (I)

 

 

Apennijnengems

 

Saiga borealis (II)

 

Mongoolse saiga-antiloop

 

Saiga tatarica (II)

 

Saiga-antiloop

 

 

Tetracerus quadricornis (III Nepal)

Vierhoornantiloop

Camelidae

 

 

 

Kameelachtigen

 

Lama glama guanicoe (II)

 

Goeanaco

Vicugna vicugna (I) (Met uitzondering van de populaties in: Argentinië [de populaties in de provincies Jujuy en Catamarca en de halfwilde populaties in de provincies Jujuy, Salta, Catamarca, La Rioja en San Juan]; Bolivia [de hele populatie]; Chili [populatie in de Primera Región]; en Peru [de hele populatie]; deze populaties zijn opgenomen in bijlage B)

Vicugna vicugna (II) (Uitsluitend de populaties in: Argentinië  (1) [de populaties in de provincies Jujuy en Catamarca en de halfwilde populaties in de provincies Jujuy, Salta, Catamarca, La Rioja en San Juan]; Bolivia  (2) [de hele populatie]; Chile  (3) [populatie in de Primera Región]; Peru  (4) [de hele populatie]; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage A.)

 

Vicuña

Cervidae

 

 

 

Herten

Axis calamianensis (I)

 

 

Filipijns zwijnshert

Axis kuhlii (I)

 

 

Bawean-zwijnshert

Axis porcinus annamiticus (I)

 

 

Annam-zwijnshert

Blastocerus dichotomus (I)

 

 

Moerashert

 

Cervus elaphus bactrianus (II)

 

Afghaans edelhert

 

 

Cervus elaphus barbarus (III Algerije/Tunesië)

Noord-Afrikaans edelhert

Cervus elaphus hanglu (I)

 

 

Kasjmir-edelhert

Dama dama mesopotamica (I)

 

 

Iraans damhert

Hippocamelus spp. (I)

 

 

Andesherten

 

 

Mazama temama cerasina (III Guatemala)

Midden-Amerikaans spieshert

Muntiacus crinifrons (I)

 

 

Zwarte muntjak

Muntiacus vuquangensis (I)

 

 

Indochinese muntjak

 

 

Odocoileus virginianus mayensis (III Guatemala)

Guatemalteeks waaierstaarthert

Ozotoceros bezoarticus (I)

 

 

Pampahert

 

Pudu mephistophiles (II)

 

Ecuadoraanse poedoe

Pudu puda (I)

 

 

Chileense poedoe

Rucervus duvaucelii (I)

 

 

Barasingha

Rucervus eldii (I)

 

 

Lierhert

Hippopotamidae

 

 

 

Nijlpaarden

 

Hexaprotodon liberiensis (II)

 

Dwergnijlpaard

 

Hippopotamus amphibius (II)

 

Nijlpaard

Moschidae

 

 

 

Muskusherten

Moschus spp. (I) (Alleen de populaties in Afghanistan, Bhutan, India, Myanmar, Nepal en Pakistan; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.)

Moschus spp. (II) (Met uitzondering van de populaties in Afghanistan, Bhutan, India, Myanmar, Nepal en Pakistan, die in bijlage A zijn opgenomen)

 

Muskusherten

Suidae

 

 

 

Varkens

Babyrousa babyrussa (I)

 

 

Gouden babiroessa of hertzwijn

Babyrousa bolabatuensis (I)

 

 

Bola Batu-babiroessa

Babyrousa celebensis (I)

 

 

Sulawesi-babiroessa

Babyrousa togeanensis (I)

 

 

Malenge- of Togian-babiroessa

Sus salvanius (I)

 

 

Dwergzwijn

Tayassuidae

 

 

 

Pecari′s

 

Tayassuidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en met uitzondering van de populaties van Pecari tajacu in Mexico en de Verenigde Staten, die niet in de bijlagen bij deze verordening zijn opgenomen)

 

Pecari′s

Catagonus wagneri (I)

 

 

Chaco-pecari

CARNIVORA

 

 

 

Roofdieren

Ailuridae

 

Ailurus fulgens (I)

 

 

Kleine panda

Canidae

 

 

 

Hondachtigen

 

 

Canis aureus (III India)

Goudjakhals

Canis lupus (I/II)

(Alle populaties behalve die in Spanje ten noorden van de Duero en die in Griekenland ten noorden van de 39e breedtegraad. De populaties in Bhutan, India, Nepal en Pakistan zijn opgenomen in bijlage I; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage II.)

Canis lupus (II) (Populaties in Spanje ten noorden van de Duero en populaties in Griekenland ten noorden van de 39e breedtegraad)

 

Wolf

Canis simensis

 

 

Ethiopische wolf

 

Cerdocyon thous (II)

 

Krabbenetende vos

 

Chrysocyon brachyurus (II)

 

Manenwolf

 

Cuon alpinus (II)

 

Aziatische boshond of dhole

 

Lycalopex culpaeus (II)

 

Andes-jakhalsvos

 

Lycalopex fulvipes (II)

 

Darwinvos

 

Lycalopex griseus (II)

 

Argentijnse jakhalsvos

 

Lycalopex gymnocercus (II)

 

Pampajakhalsvos

Speothos venaticus (I)

 

 

Zuid-Amerikaanse boshond

 

 

Vulpes bengalensis (III India)

Bengaalse vos

 

Vulpes cana (II)

 

Grijze vos

 

Vulpes zerda (II)

 

Fennek

Eupleridae

 

 

 

Madagaskar-civetkatten

 

 

Cryptoprocta ferox (II)

 

Fretkat of fossa

 

 

Eupleres goudotii (II)

 

Mierencivetkat of kleine falanoek

 

 

Fossa fossana (II)

 

Fanaloka of grote falanoek

Felidae

 

 

 

Katachtigen

 

Felidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species. Op specimens van de gedomesticeerde vorm zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing)

 

Katachtigen

Acinonyx jubatus (I) (De volgende jaarlijkse exportquota voor levende specimens en jachttrofeeën zijn vastgesteld: Botswana: 5; Namibië: 150; Zimbabwe: 50. Voor de handel in deze specimens gelden de bepalingen van artikel 4, lid 1, van deze verordening.)

 

 

Jachtluipaard of cheetah

Caracal caracal (I) (Alleen de populatie in Azië; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.)

 

 

Aziatische caracal

Catopuma temminckii (I)

 

 

Aziatische goudkat

Felis nigripes (I)

 

 

Zwartvoetkat

Felis silvestris (II)

 

 

Wilde kat

Leopardus geoffroyi (I)

 

 

Geoffroys kat

Leopardus jacobitus (I)

 

 

Bergkat

Leopardus pardalis (I)

 

 

Ocelot

Leopardus tigrinus (I)

 

 

Oncilla of Amerikaanse tijgerkat

Leopardus wiedii (I)

 

 

Margay

Lynx lynx (II)

 

 

Euraziatische lynx

Lynx pardinus (I)

 

 

Pardellynx

Neofelis nebulosa (I)

 

 

Nevelpanter

Panthera leo persica (I)

 

 

Aziatische leeuw

Panthera onca (I)

 

 

Jaguar

Panthera pardus (I)

 

 

Luipaard

Panthera tigris (I)

 

 

Tijger

Pardofelis marmorata (I)

 

 

Marmerkat

Prionailurus bengalensis bengalensis (I) (Alleen de populaties in Bangladesh, India en Thailand; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.)

 

 

Bengaalse kat

Prionailurus iriomotensis (II)

 

 

Iriomote-kat

Prionailurus planiceps (I)

 

 

Platkopkat

Prionailurus rubiginosus (I) (Alleen de populatie in India; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.)

 

 

Roestkat

Puma concolor coryi (I)

 

 

Florida-poema

Puma concolor costaricensis (I)

 

 

Costa Ricaanse poema

Puma concolor couguar (I)

 

 

Oostelijke poema

Puma yagouaroundi (I) (Alleen de populaties in Midden- en Noord-Amerika; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.)

 

 

Jaguaroendi

Uncia uncia (I)

 

 

Sneeuwpanter

Herpestidae

 

 

 

Mangoesten

 

 

Herpestes fuscus (III India)

Indische bruine mangoest

 

 

Herpestes edwardsi (III India)

Indische grijze mangoest

 

 

Herpestes javanicus auropunctatus (III India)

Indische mangoest

 

 

Herpestes smithii (III India)

Rode mangoest

 

 

Herpestes urva (III India)

Krabbenmangoest

 

 

Herpestes vitticollis (III India)

Gestreepte mangoest

Hyaenidae

 

 

 

Hyena’s

 

 

Proteles cristata (III Botswana)

Aardwolf

Mephitidae

 

 

 

Stinkdieren

 

Conepatus humboldtii (II)

 

Soerilho

Mustelidae

 

 

 

Marterachtigen

Lutrinae

 

 

 

Otters

 

Lutrinae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Otters

Aonyx capensis microdon (I) (Alleen de populaties in Kameroen en Nigeria; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.)

 

 

Congo-otter

Enhydra lutris nereis (I)

 

 

Zuidelijke zeeotter

Lontra felina (I)

 

 

Chungungo-otter

Lontra longicaudis (I)

 

 

Langstaartotter

Lontra provocax (I)

 

 

Zuidelijke rivierotter

Lutra lutra (I)

 

 

Euraziatische otter

Lutra nippon (I)

 

 

Japanese otter

Pteronura brasiliensis (I)

 

 

Reuzenotter

Mustelinae

 

 

 

Marters en wezels

 

 

Eira barbara (III Honduras)

Tayra

 

 

Galictis vittata (III Costa Rica)

Grison

 

 

Martes flavigula (III India)

Maleise bonte marter

 

 

Martes foina intermedia (III India)

Indiase steenmarter

 

 

Martes gwatkinsii (III India)

Zuid-Indiase marter

 

 

Mellivora capensis (III Botswana)

Honingdas of ratel

Mustela nigripes (I)

 

 

Zwartvoetbunzing

Odobenidae

 

 

 

Walrussen

 

Odobenus rosmarus (III Canada)

 

Walrus

Otariidae

 

 

 

Pelsrobben

 

Arctocephalus spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Pelsrobben

Arctocephalus philippii (II)

 

 

Juan Fernandez-pelsrob

Arctocephalus townsendi (I)

 

 

Guadeloupe-pelsrob

Phocidae

 

 

 

Zeehonden, robben

 

Mirounga leonina (II)

 

Zuidelijke zeeolifant

Monachus spp. (I)

 

 

Monniksrobben

Procyonidae

 

 

 

Wasbeerachtigen

 

 

Bassaricyon gabbii (III Costa Rica)

Gabbi's slankbeer

 

 

Bassariscus sumichrasti (III Costa Rica)

Cacomistle

 

 

Nasua narica (III Honduras)

Neusbeer

 

 

Nasua nasua solitaria (III Uruguay)

Zuid-Braziliaanse neusbeer

 

 

Potos flavus (III Honduras)

Rolstaartbeer

Ursidae

 

 

 

Beren

 

Ursidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Beren

Ailuropoda melanoleuca (I)

 

 

Grote panda

Helarctos malayanus (I)

 

 

Maleise beer

Melursus ursinus (I)

 

 

Lippenbeer

Tremarctos ornatus (I)

 

 

Brilbeer

Ursus arctos (I/II)

(Alleen de populaties in Bhutan, China, Mexico en Mongolië en de ondersoort Ursus arctos isabellinus zijn opgenomen in bijlage I; alle andere populaties en ondersoorten zijn opgenomen in bijlage II.)

 

 

Bruine beer

Ursus thibetanus (I)

 

 

Kraagbeer

Viverridae

 

 

 

Echte civetkatten

 

 

Arctictis binturong (III India)

Binturong

 

 

Civettictis civetta (III Botswana)

Afrikaanse civetkat

 

Cynogale bennettii (II)

 

Ottercivetkat

 

Hemigalus derbyanus (II)

 

Bandcivetkat

 

 

Paguma larvata (III India)

Gemaskerde larvenroller

 

 

Paradoxurus hermaphroditus (III India)

Loeak

 

 

Paradoxurus jerdoni (III India)

Jerdons palmcivetkat

 

Prionodon linsang (II)

 

Gestreepte linsang

Prionodon pardicolor (I)

 

 

Gevlekte linsang

 

 

Viverra civettina (III India)

Grote gevlekte civetkat

 

 

Viverra zibetha (III India)

Aziatische civetkat

 

 

Viverricula indica (III India)

Kleine civetkat

CETACEA

 

 

 

Walvisachtigen

CETACEA spp. (I/II)  (5)

 

 

Walvisachtigen

CHIROPTERA

 

 

 

Vleermuizen

Phyllostomidae

 

 

 

Bladneusvleermuizen

 

 

Platyrrhinus lineatus (III Uruguay)

Witstreepvampier

Pteropodidae

 

 

 

Vliegende honden

 

Acerodon spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Schijnkalongs

Acerodon jubatus (I)

 

 

Filipijnse vliegende hond

 

Pteropus spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Kalongs

Pteropus insularis (I)

 

 

Vliegende hond van Truk

Pteropus livingstonii (II)

 

 

Vliegende hond van de Comoren

Pteropus loochoensis (I)

 

 

Japanse vliegende hond

Pteropus mariannus (I)

 

 

Vliegende hond van de Marianen

Pteropus molossinus (I)

 

 

Vliegende hond van Pohnpei

Pteropus pelewensis (I)

 

 

Vliegende hond van Palau

Pteropus pilosus (I)

 

 

Grote vliegende hond van Palau

Pteropus rodricensis (II)

 

 

Vliegende hond van Rodriguez

Pteropus samoensis (I)

 

 

Vliegende hond van Samoa

Pteropus tonganus (I)

 

 

Pacifische vliegende hond

Pteropus ualanus (I)

 

 

Vliegende hond van Kosrae

Pteropus voeltzkowi (II)

 

 

Vliegende hond van Pemba

Pteropus yapensis (I)

 

 

Vliegende hond van Yap

CINGULATA

 

 

 

Gordeldierachtigen

Dasypodidae

 

 

 

Gordeldieren

 

 

Cabassous centralis (III Costa Rica)

Midden-Amerikaans kaalstaartgordeldier

 

 

Cabassous tatouay (III Uruguay)

Zuid-Amerikaans kaalstaartgordeldier

 

Chaetophractus nationi (II) (Er is een jaarlijks exportquotum van nul exemplaren vastgesteld. Alle specimens worden beschouwd als specimens van een soort van bijlage A en op de handel daarin is de desbetreffende regelgeving van toepassing.)

 

Boliviaans harig gordeldier

Priodontes maximus (I)

 

 

Reuzengordeldier

DASYUROMORPHIA

 

 

 

Roofbuideldieren

Dasyuridae

 

 

 

Echte roofbuideldieren

Sminthopsis longicaudata (I)

 

 

Langstaartsmalvoetbuidelmuis

Sminthopsis psammophila (I)

 

 

Smalvoetbuidelmuis

Thylacinidae

 

 

 

Buidelwolven

Thylacinus cynocephalus (mogelijk uitgestorven) (I)

 

 

Buidelwolf

DIPROTODONTIA

 

 

 

Klimbuideldieren, wombats en kangoeroes

Macropodidae

 

 

 

Kangoeroes en wallaby’s

 

Dendrolagus inustus (II)

 

Bruine boomkangoeroe

 

Dendrolagus ursinus (II)

 

Zwarte boomkangoeroe

Lagorchestes hirsutus (I)

 

 

Westelijke haaskangoeroe

Lagostrophus fasciatus (I)

 

 

Gestreepte haaskangoeroe

Onychogalea fraenata (I)

 

 

Geteugelde spoorstaartkangoeroe

Onychogalea lunata (I)

 

 

Halvemaanspoorstaartkangoeroe

Phalangeridae

 

 

 

Koeskoezen

 

Phalanger intercastellanus (II)

 

Oostelijke koeskoes

 

Phalanger mimicus (II)

 

Zuidelijke koeskoes

 

Phalanger orientalis (II)

 

Grijze koeskoes

 

Spilocuscus kraemeri (II)

 

Krämers koeskoes

 

Spilocuscus maculatus (II)

 

Gevlekte koeskoes

 

Spilocuscus papuensis (II)

 

Papoea-koeskoes

Potoroidae

 

 

 

Ratkangoeroes

Bettongia spp. (I)

 

 

Buidelkonijnen

Caloprymnus campestris (mogelijk uitgestorven) (I)

 

 

Woestijnratkangoeroe

Vombatidae

 

 

 

Wombats

Lasiorhinus krefftii (I)

 

 

Breedkopwombat

LAGOMORPHA

 

 

 

Haasachtigen

Leporidae

 

 

 

Hazen en konijnen

Caprolagus hispidus (I)

 

 

Borstelige haas of Assam-konijn

Romerolagus diazi (I)

 

 

Vulkaankonijn

MONOTREMATA

 

 

 

Eierleggende zoogdieren

Tachyglossidae

 

 

 

Mierenegels

 

Zaglossus spp. (II)

 

Vachtegels

PERAMELEMORPHIA

 

 

 

Buideldassen

Chaeropodidae

 

 

 

Varkenspootbuideldassen

Chaeropus ecaudatus (mogelijk uitgestorven) (I)

 

 

Varkenspootbuideldas

Peramelidae

 

 

 

Echte buideldassen

 

Perameles bougainville (I)

 

 

Gestreepte spitsneusbuideldas

Thylacomyidae

 

 

 

Langoorbuideldassen

 

Macrotis lagotis (I)

 

 

Grote langoorbuideldas

 

Macrotis leucura (I)

 

 

Kleine langoorbuideldas

PERISSODACTYLA

 

 

 

Onevenhoevigen

Equidae

 

 

 

Paardachtigen

Equus africanus (I) (Met uitzondering van de gedomesticeerde vorm die Equus asinus wordt genoemd, waarop de bepalingen van deze verordening niet van toepassing zijn)

 

 

Wilde ezel

Equus grevyi (I)

 

 

Grevyzebra

Equus hemionus (I/II) (De soort is opgenomen in bijlage II maar de ondersoorten Equus hemionus hemionus en Equus hemionus khur zijn opgenomen in bijlage I)

 

 

Koelan

Equus kiang (II)

 

 

Kiang

Equus przewalskii (I)

 

 

Przewalskipaard

 

Equus zebra hartmannae (II)

 

Hartmanns bergzebra

Equus zebra zebra (I)

 

 

Kaapse bergzebra

Rhinocerotidae

 

 

 

Neushoorns

Rhinocerotidae spp. (I) (Met uitzondering van de in bijlage B opgenomen subspecies)

 

 

Neushoorns

 

Ceratotherium simum simum (II) (Alleen de populaties in Zuid-Afrika en Swaziland; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage A. Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationaal verkeer van levende dieren, voor zover daaraan een passende en aanvaardbare bestemming is gegeven, alsook handel in jachttrofeeën. Alle andere specimens worden als specimens van een soort van bijlage A beschouwd en op de handel daarin is de desbetreffende regelgeving van toepassing.)

 

Zuidelijke breedlipneushoorn

Tapiridae

 

 

 

Tapirs

Tapiridae spp. (I) (Met uitzondering van de in bijlage B opgenomen species)

 

 

Tapirs

 

Tapirus terrestris (II)

 

Zuid-Amerikaanse tapir

PHOLIDOTA

 

 

 

Schubdierachtigen

Manidae

 

 

 

Schubdieren

 

Manis spp. (II)

(Voor Manis crassicaudata, Manis culionensis, Manis javanica en Manis pentadactyla is een jaarlijks exportquotum van nul exemplaren vastgesteld voor aan de natuur onttrokken specimens die voor overwegend commerciële doeleinden in de handel worden gebracht)

 

Schubdieren

PILOSA

 

 

 

Luiaarden en miereneters

Bradypodidae

 

 

 

Drievingerluiaards

 

Bradypus variegatus (II)

 

Westelijke drievingerluiaard

Megalonychidae

 

 

 

Tweevingerluiaards

 

 

Choloepus hoffmanni (III Costa Rica)

Costa Ricaanse tweevingerluiaard

Myrmecophagidae

 

 

 

Miereneters

 

Myrmecophaga tridactyla (II)

 

Reuzenmiereneter

 

 

Tamandua mexicana (III Guatemala)

Boommiereneter

PRIMATES

 

 

 

Opperdieren

 

PRIMATES spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Opperdieren

Atelidae

 

 

 

Grijpstaartapen

Alouatta coibensis (I)

 

 

Coiba-brulaap

Alouatta palliata (I)

 

 

Mantelbrulaap

Alouatta pigra (I)

 

 

Guatemalteekse brulaap

Ateles geoffroyi frontatus (I)

 

 

Zwarthandslingeraap

Ateles geoffroyi panamensis (I)

 

 

Roodbuikslingeraap

Brachyteles arachnoides (I)

 

 

Spinaap

Brachyteles hypoxanthus (I)

 

 

Gele spinaap of gele muriqui

Oreonax flavicauda (I)

 

 

Geelstaartwolaap

Cebidae

 

 

 

Klauwaapjes

Callimico goeldii (I)

 

 

Springtamarin

Callithrix aurita (I)

 

 

Witoorpenseelaapje

Callithrix flaviceps (I)

 

 

Geelkoppenseelaapje

Leontopithecus spp. (I)

 

 

Leeuwaapjes

Saguinus bicolor (I)

 

 

Mantelaapje

Saguinus geoffroyi (I)

 

 

Geoffroys tamarin

Saguinus leucopus (I)

 

 

Witvoettamarin

Saguinus martinsi (I)

 

 

 

Saguinus oedipus (I)

 

 

Pinché-aapje

Saimiri oerstedii (I)

 

 

Geel doodshoofdaapje

Cercopithecidae

 

 

 

Smalneusapen excl. mensapen

Cercocebus galeritus (I)

 

 

Kuifmangabey

Cercopithecus diana (I)

 

 

Dianameerkat

Cercopithecus roloway (I)

 

 

Roloway-meerkat

Cercopithecus solatus (II)

 

 

Zonstaartmeerkat

Colobus satanas (II)

 

 

Zwarte franjeaap

Macaca silenus (I)

 

 

Baardaap

Mandrillus leucophaeus (I)

 

 

Dril

Mandrillus sphinx (I)

 

 

Mandril

Nasalis larvatus (I)

 

 

Neusaap

Piliocolobus foai (II)

 

 

Centraal-Afrikaanse rode franjeaap

Piliocolobus gordonorum (II)

 

 

Uzungwa-franjeaap

Piliocolobus kirkii (I)

 

 

Zanzibar-franjeaap

Piliocolobus pennantii (II)

 

 

Pennants franjeaap

Piliocolobus preussi (II)

 

 

Preuss′ franjeaap

Piliocolobus rufomitratus (I)

 

 

Tana-franjeaap

Piliocolobus tephrosceles (II)

 

 

Oegandese rode franjeaap

Piliocolobus tholloni (II)

 

 

Thollons franjeaap

Presbytis potenziani (I)

 

 

Mentawai-langoer

Pygathrix spp. (I)

 

 

Doeklangoeren

Rhinopithecus spp. (I)

 

 

Stompneusapen

Semnopithecus ajax (I)

 

 

Kasjmir-hoelman

Semnopithecus dussumieri (I)

 

 

Dussumiers hoelman

Semnopithecus entellus (I)

 

 

Hoelman

Semnopithecus hector (I)

 

 

Tarai-hoelman

Semnopithecus hypoleucos (I)

 

 

Zwartvoethoelman

Semnopithecus priam (I)

 

 

Ceylon-hoelman

Semnopithecus schistaceus (I)

 

 

Berghoelman

Simias concolor (I)

 

 

Simakobou

Trachypithecus delacouri (II)

 

 

Delacours langoer

Trachypithecus francoisi (II)

 

 

Tonkin-langoer

Trachypithecus geei (I)

 

 

Goudlangoer

Trachypithecus hatinhensis (II)

 

 

Ha tinh-langoer

Trachypithecus johnii (II)

 

 

Nilgiri-langoer

Trachypithecus laotum (II)

 

 

Laos-langoer of witbrauwlangoer

Trachypithecus pileatus (I)

 

 

Kuiflangoer

Trachypithecus poliocephalus (II)

 

 

Witkoplangoer

Trachypithecus shortridgei (I)

 

 

Shortridges langoer

Cheirogaleidae

 

 

 

Dwerg- en katmaki′s

Cheirogaleidae spp. (I)

 

 

Dwergmaki′s, katmaki′s

Daubentoniidae

 

 

 

Vingerdieren

Daubentonia madagascariensis (I)

 

 

Vingerdier

Hominidae

 

 

 

Echte mensapen

Gorilla beringei (I)

 

 

Berggorilla

Gorilla gorilla (I)

 

 

Laaglandgorilla

Pan spp. (I)

 

 

Chimpansee en Bonobo

Pongo abelii (I)

 

 

Sumatraanse orang-oetan

Pongo pygmaeus (I)

 

 

Borneose orang-oetan

Hylobatidae

 

 

 

Gibbons

Hylobatidae spp. (I)

 

 

Gibbons

Indriidae

 

 

 

Indri′s, sifaka′s en wolmaki′s

Indriidae spp. (I)

 

 

Indri′s, sifaka′s en wolmaki′s

Lemuridae

 

 

 

Maki′s

Lemuridae spp. (I)

 

 

Maki′s

Lepilemuridae

 

 

 

Wezelmaki′s

Lepilemuridae spp. (I)

 

 

Wezelmaki′s

Lorisidae

 

 

 

Lori′s

Nycticebus spp. (I)

 

 

Plompe lori′s

Pitheciidae

 

 

 

Sakiachtigen

Cacajao spp. (I)

 

 

Oeakari′s

Callicebus barbarabrownae (II)

 

 

Noord-Bahiaanse blonde springaap

Callicebus melanochir (II)

 

 

 

Callicebus nigrifrons (II)

 

 

 

Callicebus personatus (II)

 

 

Zwartkopspringaap

Chiropotes albinasus (I)

 

 

Witneussaki

Tarsiidae

 

 

 

Spookdiertjes

Tarsius spp. (II)

 

 

Spookdiertjes

PROBOSCIDEA

 

 

 

Slurfdieren

Elephantidae

 

 

 

Olifanten

Elephas maximus (I)

 

 

Aziatische olifant

Loxodonta africana (I) (Met uitzondering van de populaties in Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe, die zijn opgenomen in bijlage B)

Loxodonta africana (II)

(Alleen de populaties in Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe (6); alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage A.)

 

Afrikaanse olifant

RODENTIA

 

 

 

Knaagdieren

Chinchillidae

 

 

 

Chinchilla′s

Chinchilla spp. (I) (Op specimens van de gedomesticeerde vorm zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing.)

 

 

Chinchilla′s

Cuniculidae

 

 

 

Paca′s

 

 

Cuniculus paca (III Honduras)

Laaglandpaca

Dasyproctidae

 

 

 

Agoeti′s

 

 

Dasyprocta punctata (III Honduras)

Midden-Amerikaanse agoeti

Erethizontidae

 

 

 

Boomstekelvarkens

 

 

Sphiggurus mexicanus (III Honduras)

Mexicaans boomstekelvarken

 

 

Sphiggurus spinosus (III Uruguay)

Paraguayaans boomstekelvarken

Hystricidae

 

 

 

Stekelvarkens

Hystrix cristata

 

 

Stekelvarken

Muridae

 

 

 

Muizen en ratten

Leporillus conditor (I)

 

 

Langoorhaasrat

Pseudomys fieldi praeconis (I)

 

 

Vale schijnmuis

Xeromys myoides (I)

 

 

Onechte waterrat

Zyzomys pedunculatus (I)

 

 

Macdonnells rotsrat

Sciuridae

 

 

 

Eekhoorns

Cynomys mexicanus (I)

 

 

Mexicaanse prairiehond

 

 

Marmota caudata (III India)

Langstaartmarmot

 

 

Marmota himalayana (III India)

Himalaya-marmot

 

Ratufa spp. (II)

 

Reuzeneekhoorns

 

 

Sciurus deppei (III Costa Rica)

Deppes eekhoorn

SCANDENTIA

 

 

 

Boomspitsmuizen

 

 

SCANDENTIA spp. (II)

 

Boomspitsmuizen

SIRENIA

 

 

 

Zeekoeien

Dugongidae

 

 

 

Doejongs

Dugong dugon (I)

 

 

Doejong

Trichechidae

 

 

 

Lamantijnen

Trichechidae spp. (I/II) (Trichechus inunguis en Trichechus manatus zijn opgenomen in bijlage I. Trichechus senegalensis is opgenomen in bijlage II.)

 

 

Lamantijnen

AVES

 

 

 

Vogels

ANSERIFORMES

 

 

 

Eendachtigen

Anatidae

 

 

 

Eenden, ganzen en zwanen

Anas aucklandica (I)

 

 

Auckland-taling

 

Anas bernieri (II)

 

Madagaskar-eend

Anas chlorotis (I)

 

 

Nieuw-Zeelandse bruine taling

 

Anas formosa (II)

 

Baikal-taling

Anas laysanensis (I)

 

 

Laysan-taling

Anas nesiotis (I)

 

 

Campbell Island-taling

Anas oustaleti (I)

 

 

Marianen-eend

Anas querquedula

 

 

Zomertaling

Asarcornis scutulata (I)

 

 

Witvleugelboseend

Aythya innotata

 

 

Madagaskar-witoogeend

Aythya nyroca

 

 

Witoogeend

Branta canadensis leucopareia (I)

 

 

Canadese gans (ondersoort van de Aleoeten)

Branta ruficollis (II)

 

 

Roodhalsgans

Branta sandvicensis (I)

 

 

Hawaii-gans

 

 

Cairina moschata (III Honduras)

Muskuseend

 

Coscoroba coscoroba (II)

 

Coscoroba

 

Cygnus melancoryphus (II)

 

Zwarthalszwaan

 

Dendrocygna arborea (II)

 

West-Indische fluiteend

 

 

Dendrocygna autumnalis (III Honduras)

Zwartbuikfluiteend

 

 

Dendrocygna bicolor (III Honduras)

Rosse fluiteend

Mergus octosetaceus

 

 

Braziliaanse zaagbek

 

Oxyura jamaicensis

 

Rosse stekelstaarteend

Oxyura leucocephala (II)

 

 

Witkopeend

Rhodonessa caryophyllacea (mogelijk uitgestorven) (I)

 

 

Rozekopeend

 

Sarkidiornis melanotos (II)

 

Knobbeleend

Tadorna cristata

 

 

Kuifcasarca

APODIFORMES

 

 

 

Salanganen, gierzwaluwen en kolobries

Trochilidae

 

 

 

Kolibries

 

Trochilidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Kolibries

Glaucis dohrnii (I)

 

 

Bronsstaartheremietkolibrie

CHARADRIIFORMES

 

 

 

Steltlopers, meeuwen, sterns en alken

Burhinidae

 

 

 

Grielen

 

 

Burhinus bistriatus (III Guatemala)

Caribische griel

Laridae

 

 

 

Meeuwen en sterns

Larus relictus (I)

 

 

Mongoolse zwartkopmeeuw

Scolopacidae

 

 

 

Snippen, wulpen, ruiters en strandlopers

Numenius borealis (I)

 

 

Arctische wulp

Numenius tenuirostris (I)

 

 

Dunbekwulp

Tringa guttifer (I)

 

 

Gevlekte groenpootruiter

CICONIIFORMES

 

 

 

Reigers, ooievaars, ibissen en flamingo’s

Ardeidae

 

 

 

Reigers

Ardea alba

 

 

Grote zilverreiger

Bubulcus ibis

 

 

Koereiger

Egretta garzetta

 

 

Kleine zilverreiger

Balaenicipitidae

 

 

 

Schoenbekooievaars

 

Balaeniceps rex (II)

 

Schoenbekooievaar

Ciconiidae

 

 

 

Ooievaars

Ciconia boyciana (I)

 

 

Zwartsnavelooievaar

Ciconia nigra (II)

 

 

Zwarte ooievaar

Ciconia stormi

 

 

Storms ooievaar

Jabiru mycteria (I)

 

 

Jabiru

Leptoptilos dubius

 

 

Argala-maraboe of Indische maraboe

Mycteria cinerea (I)

 

 

Maleise nimmerzat

Phoenicopteridae

 

 

 

Flamingo′s

 

Phoenicopteridae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Flamingo′s

Phoenicopterus ruber (II)

 

 

Rode flamingo

Threskiornithidae

 

 

 

Ibissen en lepelaars

 

Eudocimus ruber (II)

 

Rode ibis

Geronticus calvus (II)

 

 

Kaapse ibis

Geronticus eremita (I)

 

 

Kaalkopibis of heremietibis

Nipponia nippon (I)

 

 

Japanse kuifibis

Platalea leucorodia (II)

 

 

Lepelaar

Pseudibis gigantea

 

 

Reuzenibis

COLUMBIFORMES

 

 

 

Duifachtigen

Columbidae

 

 

 

Duiven

Caloenas nicobarica (I)

 

 

Manenduif

Claravis godefrida

 

 

Purperbandgrondduif

Columba livia

 

 

Rotsduif

Ducula mindorensis (I)

 

 

Mindoro-muskaatduif

 

Gallicolumba luzonica (II)

 

Luzon-dolksteekduif

 

Goura spp. (II)

 

Kroonduiven

Leptotila wellsi

 

 

Grenada-loopduif

 

 

Nesoenas mayeri (III Mauritius)

Mauritius-duif

Streptopelia turtur

 

 

Tortel

CORACIIFORMES

 

 

 

Scharrelvogels

Bucerotidae

 

 

 

Neushoornvogels

 

Aceros spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Jaarvogels

Aceros nipalensis (I)

 

 

Himalaya-jaarvogel

 

Anorrhinus spp. (II)

 

Neushoornvogels

 

Anthracoceros spp. (II)

 

Neushoornvogels

 

Berenicornis spp. (II)

 

Neushoornvogels

 

Buceros spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Neushoornvogels

Buceros bicornis (I)

 

 

Dubbelhoornige neushoornvogel

 

Penelopides spp. (II)

 

Neushoornvogels

Rhinoplax vigil (I)

 

 

Gehelmde neushoornvogel

 

Rhyticeros spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species.)

 

Neushoornvogels

Rhyticeros subruficollis (I)

 

 

Kleine jaarvogel

CUCULIFORMES

 

 

 

Koekoekachtigen

Musophagidae

 

 

 

Toerako′s

 

Tauraco spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Helmtoerako′s

Tauraco bannermani (II)

 

 

Bannermans toerako

FALCONIFORMES

 

 

 

Dagroofvogels

 

FALCONIFORMES spp. (II)

(Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en één in bijlage C opgenomen soort van de familie Cathartidae; de overige species van die familie zijn niet in de bijlagen bij deze verordening opgenomen.)

 

Dagroofvogels

Accipitridae

 

 

 

Haviken, arenden en gieren

Accipiter brevipes (II)

 

 

Balkansperwer

Accipiter gentilis (II)

 

 

Havik

Accipiter nisus (II)

 

 

Sperwer

Aegypius monachus (II)

 

 

Monniksgier

Aquila adalberti (I)

 

 

Spaanse keizersarend

Aquila chrysaetos (II)

 

 

Steenarend

Aquila clanga (II)

 

 

Bastaardarend

Aquila heliaca (I)

 

 

Keizersarend

Aquila pomarina (II)

 

 

Schreeuwarend

Buteo buteo (II)

 

 

Buizerd

Buteo lagopus (II)

 

 

Ruigpootbuizerd

Buteo rufinus (II)

 

 

Arendbuizerd

Chondrohierax uncinatus wilsonii (I)

 

 

Cubaanse langsnavelwouw

Circaetus gallicus (II)

 

 

Slangenarend

Circus aeruginosus (II)

 

 

Bruine kiekendief

Circus cyaneus (II)

 

 

Blauwe kiekendief

Circus macrourus (II)

 

 

Steppekiekendief

Circus pygargus (II)

 

 

Grauwe kiekendief

Elanus caeruleus (II)

 

 

Grijze wouw

Eutriorchis astur (II)

 

 

Madagaskar-slangenarend

Gypaetus barbatus (II)

 

 

Lammergier

Gyps fulvus (II)

 

 

Vale gier

Haliaeetus spp. (I/II) (Haliaeetus albicilla is opgenomen in bijlage I; de andere soorten zijn opgenomen in bijlage II)

 

 

Zeearenden

Harpia harpyja (I)

 

 

Harpij

Hieraaetus fasciatus (II)

 

 

Havikarend

Hieraaetus pennatus (II)

 

 

Dwergarend

Leucopternis occidentalis (II)

 

 

Salvins bonte buizerd

Milvus migrans (II)

 

 

Zwarte wouw

Milvus milvus (II)

 

 

Rode wouw

Neophron percnopterus (II)

 

 

Aasgier

Pernis apivorus (II)

 

 

Wespendief

Pithecophaga jefferyi (I)

 

 

Apenarend

Cathartidae

 

 

 

Gieren van de Nieuwe Wereld

Gymnogyps californianus (I)

 

 

Californische condor

 

 

Sarcoramphus papa (III Honduras)

Koningsgier

Vultur gryphus (I)

 

 

Andes-condor

Falconidae

 

 

 

Valken

Falco araeus (I)

 

 

Seychellen-torenvalk

Falco biarmicus (II)

 

 

Lannervalk

Falco cherrug (II)

 

 

Sakervalk

Falco columbarius (II)

 

 

Smelleken

Falco eleonorae (II)

 

 

Eleonora's valk

Falco jugger (I)

 

 

Indische lannervalk

Falco naumanni (II)

 

 

Kleine torenvalk

Falco newtoni (I) (Alleen de populatie op de Seychellen)

 

 

Madagaskar-torenvalk

Falco pelegrinoides (I)

 

 

Barbarijse valk

Falco peregrinus (I)

 

 

Slechtvalk

Falco punctatus (I)

 

 

Mauritius-torenvalk

Falco rusticolus (I)

 

 

Giervalk

Falco subbuteo (II)

 

 

Boomvalk

Falco tinnunculus (II)

 

 

Torenvalk

Falco vespertinus (II)

 

 

Roodpootvalk

Pandionidae

 

 

 

Visarenden

Pandion haliaetus (II)

 

 

Visarend

GALLIFORMES

 

 

 

Hoenderachtigen

Cracidae

 

 

 

Hokko’s en sjakohoenders

 

 

Crax fasciolata

 

Maskerhokko

 

Crax alberti (III Colombia)

 

 

Blauwknobbelhokko

 

Crax blumenbachii (I)

 

 

Roodsnavelhokko

 

 

 

Crax daubentoni (III Colombia)

Geelknobbelhokko

 

 

 

Crax globulosa (III Colombia)

Knobbelhokko

 

 

 

Crax rubra (III Colombia, Costa Rica, Guatemala en Honduras)

Bruine hokko

 

Mitu mitu (I)

 

 

Mesbekpauwies

 

Oreophasis derbianus (I)

 

 

Gehoornde goean

 

 

Ortalis vetula (III Guatemala/Honduras)

 

Bruine chachalaca

 

 

Pauxi pauxi (III Colombia)

 

Helmhokko

 

Penelope albipennis (I)

 

 

Witvleugelgoean

 

 

 

Penelope purpurascens (III Honduras)

Kuifsjakohoen

 

 

 

Penelopina nigra (III Guatemala)

Berggoean

 

Pipile jacutinga (I)

 

 

Spix′ fluitgoean

 

Pipile pipile (I)

 

 

Trinidad-blauwkeelgoean

Megapodiidae

 

 

 

Grootpoothoenders

Macrocephalon maleo (I)

 

 

Hamerhoen

Phasianidae

 

 

 

Fazantachtigen

 

 

Arborophila campbelli (III Maleisië)

Javaanse bospatrijs

 

 

Arborophila charltonii (III Maleisië)

Groenpootbospatrijs

 

Argusianus argus (II)

 

Argusfazant

 

 

Caloperdix oculeus (III Maleisië)

Gevlekte bospatrijs

Catreus wallichii (I)

 

 

Wallichs fazant

Colinus virginianus ridgwayi (I)

 

 

Noordwest-Mexicaanse boomkwartel

Crossoptilon crossoptilon (I)

 

 

Witte oorfazant

Crossoptilon mantchuricum (I)

 

 

Bruine oorfazant

 

Gallus sonneratii (II)

 

Sonnerats hoen

 

Ithaginis cruentus (II)

 

Bloedfazant

Lophophorus impejanus (I)

 

 

Himalaya-glansfazant

Lophophorus lhuysii (I)

 

 

Chinese glansfazant

Lophophorus sclateri (I)

 

 

Sclaters glansfazant

Lophura edwardsi (I)

 

 

Edwards’ fazant

 

 

Lophura erythrophthalma (III Maleisië)

Kuifloze vuurrugfazant

 

Lophura hatinhensis

 

Vietnamese vuurrugfazant

 

 

Lophura ignita (III Maleisië)

Gekuifde vuurrugfazant

Lophura imperialis (I)

 

 

Keizerfazant

Lophura swinhoii (I)

 

 

Swinhoe's fazant

 

 

Melanoperdix niger (III Maleisië)

Zwarte bospatrijs

 

 

Meleagris ocellata (III Guatemala)

Pauwkalkoen

Odontophorus strophium

 

 

Witkeeltandkwartel

Ophrysia superciliosa

 

 

Himalaya-patrijs

 

Pavo muticus (II)

 

Groene pauw

 

Polyplectron bicalcaratum (II)

 

Spiegelpauw

 

Polyplectron germaini (II)

 

Germains spiegelpauw

 

 

Polyplectron inopinatum (III Maleisië)

Rothschilds pauwfazant

 

Polyplectron malacense (II)

 

Maleise spiegelpauw

Polyplectron napoleonis (I)

 

 

Palawan-spiegelpauw

 

Polyplectron schleiermacheri (II)

 

Schleiermachers pauwfazant

Rheinardia ocellata (I)

 

 

Gekuifde argusfazant

 

 

Rhizothera dulitensis (III Maleisië)

Hoses bospatrijs

 

 

Rhizothera longirostris (III Maleisië)

Langsnavelpatrijs

 

 

Rollulus rouloul (III Maleisië)

Roelroel of gekuifde bospatrijs

Syrmaticus ellioti (I)

 

 

Elliots fazant

Syrmaticus humiae (I)

 

 

Humes fazant

Syrmaticus mikado (I)

 

 

Mikadofazant

Tetraogallus caspius (I)

 

 

Kaspisch berghoen

Tetraogallus tibetanus (I)

 

 

Tibetaans berghoen

Tragopan blythii (I)

 

 

Blyths saterhoen

Tragopan caboti (I)

 

 

Cabots saterhoen

Tragopan melanocephalus (I)

 

 

Westelijk saterhoen

 

 

Tragopan satyra (III Nepal)

Rood saterhoen

Tympanuchus cupido attwateri (I)

 

 

Attwaters prairiehoen

GRUIFORMES

 

 

 

Kraanvogels en rallen

Gruidae

 

 

 

Kraanvogels

 

Gruidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Kraanvogels

Grus americana (I)

 

 

Trompetkraanvogel

Grus canadensis (I/II) (De soort is opgenomen in bijlage II, maar de ondersoorten Grus canadensis nesiotes en Grus canadensis pulla zijn opgenomen in bijlage I)

 

 

Canadese kraanvogel

Grus grus (II)

 

 

Kraanvogel

Grus japonensis (I)

 

 

Chinese kraanvogel

Grus leucogeranus (I)

 

 

Siberische witte kraanvogel

Grus monacha (I)

 

 

Monnikskraanvogel

Grus nigricollis (I)

 

 

Zwarthalskraanvogel

Grus vipio (I)

 

 

Withalskraanvogel

Otididae

 

 

 

Trappen

 

Otididae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Trappen

Ardeotis nigriceps (I)

 

 

Indische trap

Chlamydotis macqueenii (I)

 

 

Macqueens kraagtrap

Chlamydotis undulata (I)

 

 

Kraagtrap

Houbaropsis bengalensis (I)

 

 

Baardtrap

Otis tarda (II)

 

 

Grote trap

Sypheotides indicus (II)

 

 

Kleine Indische trap

Tetrax tetrax (II)

 

 

Kleine trap

Rallidae

 

 

 

Rallen

Gallirallus sylvestris (I)

 

 

Lord Howe-ral

Rhynochetidae

 

 

 

Kagoes

Rhynochetos jubatus (I)

 

 

Kagoe

PASSERIFORMES

 

 

 

Zangvogels

Atrichornithidae

 

 

 

Doornkruipers

Atrichornis clamosus (I)

 

 

West-Australische doornkruiper

Cotingidae

 

 

 

Cotinga’s

 

 

Cephalopterus ornatus (III Colombia)

Amazone-parasolvogel

 

 

Cephalopterus penduliger (III Colombia)

Ecuadoraanse parasolvogel

Cotinga maculata (I)

 

 

Halsbandcotinga

 

Rupicola spp. (II)

 

Rotshanen

Xipholena atropurpurea (I)

 

 

Zwartpurperen cotinga

Emberizidae

 

 

 

Gorzen

 

Gubernatrix cristata (II)

 

Groene kardinaal

 

Paroaria capitata (II)

 

Geelsnavelkardinaal

 

Paroaria coronata (II)

 

Roodkuifkardinaal

 

Tangara fastuosa (II)

 

Veelkleurige tangara

Estrildidae

 

 

 

Astrilden

 

Amandava formosa (II)

 

Olijfastrilde

 

Lonchura fuscata

 

Bruine rijstvogel

 

Lonchura oryzivora (II)

 

Rijstvogel

 

Poephila cincta cincta (II)

 

Gordelamadine

Fringillidae

 

 

 

Vinken

Carduelis cucullata (I)

 

 

Kapoetsensijs

 

Carduelis yarrellii (II)

 

Geelwangsijs

Hirundinidae

 

 

 

Zwaluwen

Pseudochelidon sirintarae (I)

 

 

Siantara-zwaluw

Icteridae

 

 

 

Troepialen

Xanthopsar flavus (I)

 

 

Saffraantroepiaal

Meliphagidae

 

 

 

Honingeters

Lichenostomus melanops cassidix (I)

 

 

Helmhoningeter

Muscicapidae

 

 

 

Vliegenvangers

Acrocephalus rodericanus (III Mauritius)

 

 

Rodriguez-struikzanger

 

Cyornis ruckii (II)

 

Ruecks niltava

Dasyornis broadbenti litoralis (mogelijk uitgestorven) (I)

 

 

Borstelvogel

Dasyornis longirostris (I)

 

 

Westelijke borstelvogel

 

Garrulax canorus (II)

 

Witbrauwlijstergaai

 

Leiothrix argentauris (II)

 

Zilveroortimalia

 

Leiothrix lutea (II)

 

Japanse nachtegaal

 

Liocichla omeiensis (II)

 

Omei-timalia

Picathartes gymnocephalus (I)

 

 

Witnekkaalkopkraai

Picathartes oreas (I)

 

 

Grijsnekkaalkopkraai

 

 

Terpsiphone bourbonnensis (III Mauritius)

Mascarenen-paradijsvliegenvanger

Paradisaeidae

 

 

 

Paradijsvogels

 

Paradisaeidae spp. (II)

 

Paradijsvogels

Pittidae

 

 

 

Pitta’s

 

Pitta guajana (II)

 

Blauwstaartpitta

Pitta gurneyi (I)

 

 

Gurneys pitta

Pitta kochi (I)

 

 

Kochs pitta

 

Pitta nympha (II)

 

Chinese pitta

Pycnonotidae

 

 

 

Buulbuuls

 

Pycnonotus zeylanicus (II)

 

Geelkruinbuulbuul

Sturnidae

 

 

 

Spreeuwen

 

Gracula religiosa (II)

 

Beo

Leucopsar rothschildi (I)

 

 

Bali-spreeuw

Zosteropidae

 

 

 

Brilvogels

Zosterops albogularis (I)

 

 

Witkeelbrilvogel

PELECANIFORMES

 

 

 

Pelikaanachtigen

Fregatidae

 

 

 

Fregatvogels

Fregata andrewsi (I)

 

 

Witbuikfregatvogel

Pelecanidae

 

 

 

Pelikanen

Pelecanus crispus (I)

 

 

Kroeskoppelikaan

Sulidae

 

 

 

Jan-van-genten

Papasula abbotti (I)

 

 

Abbotts gent

PICIFORMES

 

 

 

Spechtachtigen

Capitonidae

 

 

 

Baardvogels

 

 

Semnornis ramphastinus (III Colombia)

Toekanbaardvogel

Picidae

 

 

 

Spechten

Campephilus imperialis (I)

 

 

Keizerspecht

Dryocopus javensis richardsi (I)

 

 

Witbuikspecht

Ramphastidae

 

 

 

Toekans

 

 

Baillonius bailloni (III Argentinië)

Goudtoekan

 

Pteroglossus aracari (II)

 

Zwarte toekan

 

 

Pteroglossus castanotis (III Argentinië)

Buinoorarassari

 

Pteroglossus viridis (II)

 

Groene arassari

 

 

Ramphastos dicolorus (III Argentinië)

Roodborsttoekan

 

Ramphastos sulfuratus (II)

 

Zwavelborsttoekan

 

Ramphastos toco (II)

 

Reuzentoekan

 

Ramphastos tucanus (II)

 

Roodsnaveltoekan

 

Ramphastos vitellinus (II)

 

Groefsnaveltoekan

 

 

Selenidera maculirostris (III Argentinië)

Vleksnavelpepervreter

PODICIPEDIFORMES

 

 

 

Futen

Podicipedidae

 

 

 

Futen

Podilymbus gigas (I)

 

 

Atitlan-fuut

PROCELLARIIFORMES

 

 

 

Stormvogelachtigen

Diomedeidae

 

 

 

Albatrossen

Phoebastria albatrus (I)

 

 

Stellers albatros

PSITTACIFORMES

 

 

 

Papegaaiachtigen

 

PSITTACIFORMES spp. (II)

(Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en met uitzondering van Agapornis roseicollis, Melopsittacus undulatus, Nymphicus hollandicus en Psittacula krameri, die niet in de bijlagen bij deze verordening zijn opgenomen)

 

Papegaaiachtigen

Cacatuidae

 

 

 

Kaketoes

Cacatua goffini (I)

 

 

Goffins kaketoe

Cacatua haematuropygia (I)

 

 

Filipijnse kaketoe

Cacatua moluccensis (I)

 

 

Molukken-kaketoe

Cacatua sulphurea (I)

 

 

Kleine geelkuifkaketoe

Probosciger aterrimus (I)

 

 

Palmkaketoe

Loriidae

 

 

 

Lori′s

Eos histrio (I)

 

 

Diadeemlori

Vini spp. (I/II) (Vini ultramarina is opgenomen in bijlage I, de andere soorten zijn opgenomen in bijlage II)

 

 

Vinilori′s

Psittacidae

 

 

 

Papegaaien en parkieten

Amazona arausiaca (I)

 

 

Roodkeelamazone

Amazona auropalliata (I)

 

 

Geelnekamazone

Amazona barbadensis (I)

 

 

Geelvleugelamazone

Amazona brasiliensis (I)

 

 

Roodstaartamazone

Amazona finschi (I)

 

 

Finchs amazone

Amazona guildingii (I)

 

 

Sint Vincent- of koningsamazone

Amazona imperialis (I)

 

 

Keizeramazone

Amazona leucocephala (I)

 

 

Cubaanse amazone

Amazona oratrix (I)

 

 

Geelkopamazone

Amazona pretrei (I)

 

 

Roodbrilamazone

Amazona rhodocorytha (I)

 

 

Roodkruinamazone

Amazona tucumana (I)

 

 

Tucuman-amazone

Amazona versicolor (I)

 

 

Sint Lucia-amazone

Amazona vinacea (I)

 

 

Wijnkleurige amazone

Amazona viridigenalis (I)

 

 

Groenwangamazone

Amazona vittata (I)

 

 

Portoricaanse amazone

Anodorhynchus spp. (I)

 

 

Hyacinthara’s

Ara ambiguus (I)

 

 

Buffons ara

Ara glaucogularis (I)

 

 

Blauwkeelara

Ara macao (I)

 

 

Geelvleugelara

Ara militaris (I)

 

 

Soldatenara

Ara rubrogenys (I)

 

 

Roodwangara

Cyanopsitta spixii (I)

 

 

Spix′ ara

Cyanoramphus cookii (I)

 

 

 

Cyanoramphus forbesi (I)

 

 

Geelvoorhoofdkakariki

Cyanoramphus novaezelandiae (I)

 

 

Roodvoorhoofdkakariki

Cyanoramphus saisseti (I)

 

 

 

Cyclopsitta diophthalma coxeni (I)

 

 

Coxens dubbeloogvijgpapegaai

Eunymphicus cornutus (I)

 

 

Hoornparkiet

Guarouba guarouba (I)

 

 

Goudparkiet

Neophema chrysogaster (I)

 

 

Oranjebuikparkiet

Ognorhynchus icterotis (I)

 

 

Geeloorparkiet

Pezoporus occidentalis (mogelijk uitgestorven) (I)

 

 

Australische nachtpapegaai

Pezoporus wallicus (I)

 

 

Grondpapegaai

Pionopsitta pileata (I)

 

 

Roodkappapegaai

Primolius couloni (I)

 

 

Blauwkopara

Primolius maracana (I)

 

 

Illigers ara

Psephotus chrysopterygius (I)

 

 

Goudschouderparkiet

Psephotus dissimilis (I)

 

 

Kapparkiet

Psephotus pulcherrimus (mogelijk uitgestorven) (I)

 

 

Paradijsparkiet

Psittacula echo (I)

 

 

Mauritius-papegaai

Pyrrhura cruentata (I)

 

 

Blauwkeelconure

Rhynchopsitta spp. (I)

 

 

Dikbekpapegaaien

Strigops habroptilus (I)

 

 

Kakapo of uilpapegaai

RHEIFORMES

 

 

 

Nandoes

Rheidae

 

 

 

Nandoes

Pterocnemia pennata (I) (Met uitzondering van Pterocnemia pennata pennata, die in bijlage B is opgenomen.)

 

 

Darwins nandoe

 

Pterocnemia pennata pennata (II)

 

Darwins nandoe (Patagonische ondersoort)

 

Rhea americana (II)

 

Nandoe

SPHENISCIFORMES

 

 

 

Pinguïns

Spheniscidae

 

 

 

Pinguïns

 

Spheniscus demersus (II)

 

Zwartvoetpinguin

Spheniscus humboldti (I)

 

 

Humboldtpinguin

STRIGIFORMES

 

 

 

Uilen

 

STRIGIFORMES spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Uilen

Strigidae

 

 

 

Echte uilen

Aegolius funereus (II)

 

 

Ruigpootuil

Asio flammeus (II)

 

 

Velduil

Asio otus (II)

 

 

Ransuil

Athene noctua (II)

 

 

Steenuil

Bubo bubo (II)

 

 

Oehoe

Glaucidium passerinum (II)

 

 

Dwerguil

Heteroglaux blewitti (I)

 

 

Bossteenuil

Mimizuku gurneyi (I)

 

 

Grote dwergooruil

Ninox natalis (I)

 

 

Christmas Island-valkuil

Ninox novaeseelandiae undulata (I)

 

 

Boeboek

Nyctea scandiaca (II)

 

 

Sneeuwuil

Otus ireneae (II)

 

 

Sokoke-dwergooruil

Otus scops (II)

 

 

Dwergooruil

Strix aluco (II)

 

 

Bosuil

Strix nebulosa (II)

 

 

Laplanduil

Strix uralensis (II)

 

 

Oeraluil

Surnia ulula (II)

 

 

Sperweruil

Tytonidae

 

 

 

Kerkuilen

Tyto alba (II)

 

 

Kerkuil

Tyto soumagnei (I)

 

 

Madagaskar-grasuil

STRUTHIONIFORMES

 

 

 

Struisvogels

Struthionidae

 

 

 

Struisvogels

Struthio camelus (I) (Alleen de populaties in Algerije, Burkina Faso, Kameroen, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Tsjaad, Mali, Mauritanië, Marokko, Niger, Nigeria, Senegal en Soedan; geen enkele andere populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen.)

 

 

Struisvogel

TINAMIFORMES

 

 

 

Tinamoes of stuithoenders

Tinamidae

 

 

 

Tinamoes of stuithoenders

Tinamus solitarius (I)

 

 

Kluizenaarstuithoen

TROGONIFORMES

 

 

 

Trogons

Trogonidae

 

 

 

Trogons

Pharomachrus mocinno (I)

 

 

Quetzal

REPTILIA

 

 

 

Reptielen

CROCODYLIA

 

 

 

Krokodilachtigen

 

CROCODYLIA spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Krokodilachtigen

Alligatoridae

 

 

 

Alligators en kaaimannen

Alligator sinensis (I)

 

 

Chinese alligator

Caiman crocodilus apaporiensis (I)

 

 

Apaporis-brilkaaiman

Caiman latirostris (I) (Met uitzondering van de populatie in Argentinië, die is opgenomen in bijlage B)

 

 

Breedsnuitkaaiman

Melanosuchus niger (I) (Met uitzondering van de populatie in Brazilië, die is opgenomen in bijlage B, en de populatie in Ecuador, die is opgenomen in bijlage B en waarvoor het jaarlijks exportquotum vastgesteld blijft op nul totdat door het CITES-secretariaat en de Crocodile Specialist Group van IUCN/SSC een jaarlijks exportquotum is goedgekeurd)

 

 

Zwarte kaaiman

Crocodylidae

 

 

 

Krokodillen

Crocodylus acutus (I) (Met uitzondering van de populatie in Cuba, die is opgenomen in bijlage B)

 

 

Spitssnuitkrokodil

Crocodylus cataphractus (I)

 

 

Pantserkrokodil

Crocodylus intermedius (I)

 

 

Orinoco-krokodil

Crocodylus mindorensis (I)

 

 

Filipijnse krokodil

Crocodylus moreletii (I)

 

 

Bultkrokodil

Crocodylus niloticus (I) (Met uitzondering van de populaties in Botswana, Ethiopië, Kenia, Madagaskar, Malawi, Mozambique, Namibië, Zuid-Afrika, Uganda, de Verenigde Republiek Tanzania [waarvoor een jaarlijks exportquotum is vastgesteld van ten hoogste 1600 aan de natuur onttrokken specimens, inclusief jachttrofeeën, naast de van ranching afkomstige specimens], Zambia en Zimbabwe; deze populaties zijn opgenomen in bijlage B.)

 

 

Nijlkrokodil

Crocodylus palustris (I)

 

 

Moeraskrokodil

Crocodylus porosus (I) (Met uitzondering van de populaties in Australië, Indonesië and Papoea-Nieuw-Guinea, die zijn opgenomen in bijlage B)

 

 

Zeekrokodil

Crocodylus rhombifer (I)

 

 

Cubaanse of ruitkrokodil

Crocodylus siamensis (I)

 

 

Siamese krokodil

Osteolaemus tetraspis (I)

 

 

Breedvoorhoofdkrokodil

Tomistoma schlegelii (I)

 

 

Onechte gaviaal

Gavialidae

 

 

 

Gavialen

Gavialis gangeticus (I)

 

 

Ganges-gaviaal

RHYNCHOCEPHALIA

 

 

 

Brughagedisachtigen

Sphenodontidae

 

 

 

Brughagedissen

Sphenodon spp. (I)

 

 

Brughagedissen

SAURIA

 

 

 

Hagedissen

Agamidae

 

 

 

Agamen

 

Uromastyx spp. (II)

 

Doornstaartagamen

Chamaeleonidae

 

 

 

Kameleons

 

Bradypodion spp. (II)

 

Dwergkameleons

 

Brookesia spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Kortstaartdwergkameleons

Brookesia perarmata (I)

 

 

Pantserdwergkameleon

 

Calumma spp. (II)

 

Madagaskar-kameleons

 

Chamaeleo spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Echte kameleons

Chamaeleo chamaeleon (II)

 

 

Gewone kameleon

 

Furcifer spp. (II)

 

Madagaskar-kameleons

Cordylidae

 

 

 

Gordelstaarthagedissen

 

Cordylus spp. (II)

 

Echte gordelstaarthagedissen

Gekkonidae

 

 

 

Gekko’s

 

Cyrtodactylus serpensinsula (II)

 

Slangeneiland-gekko

 

 

Hoplodactylus spp. (III Nieuw-Zeeland)

Nieuw-Zeelandse gekko’s

 

 

Naultinus spp. (III Nieuw-Zeeland)

Nieuw-Zeelandse boomgekko’s

 

Phelsuma spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Daggekko′s

Phelsuma guentheri (II)

 

 

Round Island-daggekko

 

Uroplatus spp. (II)

 

Platstaartgekko’s

Helodermatidae

 

 

 

Korsthagedissen

 

Heloderma spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen subspecies)

 

Gila-monster en Mexicaanse korsthagedis

Heloderma horridum charlesbogerti (I)

 

 

Guatemalteekse korsthagedis

Iguanidae

 

 

 

Leguanen

 

Amblyrhynchus cristatus (II)

 

Galapagos-zeeleguaan

Brachylophus spp. (I)

 

 

Fiji-leguanen

 

Conolophus spp. (II)

 

Galapagos-landleguanen

Cyclura spp. (I)

 

 

Ringstaartleguanen

 

Iguana spp. (II)

 

Leguanen

 

Phrynosoma coronatum (II)

 

Padhagedis

Sauromalus varius (I)

 

 

San Esteban-chuckwalla

Lacertidae

 

 

 

Echte hagedissen

Gallotia simonyi (I)

 

 

Simony's hagedis

Podarcis lilfordi (II)

 

 

Balearen-hagedis

Podarcis pityusensis (II)

 

 

Pityusen-hagedis

Scincidae

 

 

 

Skinks

 

Corucia zebrata (II)

 

Grijpstaartskink

Teiidae

 

 

 

Krokodilstaarthagedissen en teju’s

 

Crocodilurus amazonicus (II)

 

Krokodilstaarthagedis

 

Dracaena spp. (II)

 

Kaaimanteju′s

 

Tupinambis spp. (II)

 

Reuzenteju′s

Varanidae

 

 

 

Varanen

 

Varanus spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Varanen

Varanus bengalensis (I)

 

 

Bengaalse varaan

Varanus flavescens (I)

 

 

Gele varaan

Varanus griseus (I)

 

 

Woestijnvaraan

Varanus komodoensis (I)

 

 

Komodo-varaan

Varanus nebulosus (I)

 

 

Nevelvaraan

Varanus olivaceus (II)

 

 

Grays varaan

Xenosauridae

 

 

 

Knobbelhagedissen

 

Shinisaurus crocodilurus (II)

 

Chinese krokodilstaarthagedis

SERPENTES

 

 

 

Slangen

Boidae

 

 

 

Boa′s

 

Boidae spp. (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Boa′s

Acrantophis spp. (I)

 

 

Madagaskar-boa′s

Boa constrictor occidentalis (I)

 

 

Argentijnse boa constrictor

Epicrates inornatus (I)

 

 

Gewone slanke boa

Epicrates monensis (I)

 

 

Mona-boa

Epicrates subflavus (I)

 

 

Gele slanke boa

Eryx jaculus (II)

 

 

Kleine zandboa

Sanzinia madagascariensis (I)

 

 

Madagaskar-hondskopboa

Bolyeriidae

 

 

 

Round Island-boa’s

 

Bolyeriidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Round Island-boa’s

Bolyeria multocarinata (I)

 

 

Round Island-boa

Casarea dussumieri (I)

 

 

Dussumiers boa

Colubridae

 

 

 

Ringslangen

 

 

Atretium schistosum (III India)

Indiase kielrugslang

 

 

Cerberus rynchops (III India)

Hondskopwaterslang

 

Clelia clelia (II)

 

Mussurana

 

Cyclagras gigas (II)

 

Reuzenwaterslang

 

Elachistodon westermanni (II)

 

Indische eierslang

 

Ptyas mucosus (II)

 

Oosterse rattenslang

 

 

Xenochrophis piscator (III India)

Visslang

Elapidae

 

 

 

Cobra’s en koraalslangen

 

Hoplocephalus bungaroides (II)

 

Breedkopslang

 

 

Micrurus diastema (III Honduras)

Atlantische koraalslang

 

 

Micrurus nigrocinctus (III Honduras)

Midden-Amerikaanse koraalslang

 

Naja atra (II)

 

Chinese brilslang

 

Naja kaouthia (II)

 

Indiase brilslang

 

Naja mandalayensis (II)

 

Burmese brilslang

 

Naja naja (II)

 

Brilslang of cobra

 

Naja oxiana (II)

 

Centraal-Aziatische brilslang

 

Naja philippinensis (II)

 

Filipijnse brilslang

 

Naja sagittifera (II)

 

Andamanen-brilslang

 

Naja samarensis (II)

 

Samar-brilslang

 

Naja siamensis (II)

 

Indochinese brilslang

 

Naja sputatrix (II)

 

Spuwende brilslang

 

Naja sumatrana (II)

 

Sumatraanse brilslang

 

Ophiophagus hannah (II)

 

Koningscobra

Loxocemidae

 

 

 

Spitskoppythons

 

Loxocemidae spp. (II)

 

Spitskoppythons

Pythonidae

 

 

 

Pythons

 

Pythonidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Pythons

Python molurus molurus (I)

 

 

Tijgerpython

Tropidophiidae

 

 

 

Bosslangen

 

Tropidophiidae spp. (II)

 

Bosslangen

Viperidae

 

 

 

Adders

 

 

Crotalus durissus (III Honduras)

Zuid-Amerikaanse ratelslang

 

Crotalus durissus unicolor

 

Aruba-ratelslang

 

 

Daboia russelii (III India)

Russells adder

Vipera latifii

 

 

Latifi's adder

Vipera ursinii (I) (Uitsluitend de populatie in Europa, met uitzondering van het grondgebied van de voormalige USSR; laatstgenoemde populaties zijn niet in de bijlagen bij deze verordening opgenomen.)

 

 

Spitssnuitadder

 

Vipera wagneri (II)

 

Wagners adder

TESTUDINES

 

 

 

Schildpadden

Carettochelyidae

 

 

 

Nieuw-Guinese tweeklauwschildpadden

 

Carettochelys insculpta (II)

 

Nieuw-Guinese tweeklauwschildpad

Chelidae

 

 

 

Slangenhalsschildpadden

 

Chelodina mccordi (II)

 

Slangenhalsschildpad

Pseudemydura umbrina (I)

 

 

Onechte spitskopschildpad

Cheloniidae

 

 

 

Zeeschildpadden

Cheloniidae spp. (I)

 

 

Zeeschildpadden

Chelydridae

 

 

 

Bijtschildpadden

 

 

Macrochelys temminckii (III Verenigde Staten van Amerika)

Alligatorschildpad of gierschildpad

Dermatemydidae

 

 

 

Tabasco-schildpadden

 

Dermatemys mawii (II)

 

Tabasco-schildpad

Dermochelyidae

 

 

 

Lederschildpadden

Dermochelys coriacea (I)

 

 

Lederschildpad

Emydidae

 

 

 

Doos- en moerasschildpadden

 

Chrysemys picta

 

Westelijke sierschildpad

 

Glyptemys insculpta (II)

 

Amerikaanse bosschildpad

Glyptemys muhlenbergii (I)

 

 

Muhlenbergs schildpad

 

 

Graptemys spp. (III Verenigde Staten van Amerika)

Zaagrug- of landkaartschildpadden

 

Terrapene spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Doosschildpadden

Terrapene coahuila (I)

 

 

Mexicaanse doosschildpad

 

Trachemys scripta elegans

 

Roodwangsierschildpad

Geoemydidae

 

 

 

Aardschildpadachtigen

 

Batagur baska (I)

 

 

Batagur of tuntong

 

 

Callagur borneoensis (II)

 

Bonte rivierschildpad

 

 

Cuora spp. (II)

 

Aziatische doosschildpadden

 

Geoclemys hamiltonii (I)

 

 

Driekielstraalschildpad

 

 

 

Geoemyda spengleri (III China)

Spenglers aardschildpad

 

 

Heosemys annandalii (II)

 

Tempelschildpad

 

 

Heosemys depressa (II)

 

Arakan-aardschildpad

 

 

Heosemys grandis (II)

 

Reuzenaardschildpad

 

 

Heosemys spinosa (II)

 

Gestekelde aardschildpad

 

 

Kachuga spp. (II)

 

Dakschildpadden

 

 

Leucocephalon yuwonoi (II)

 

Sulawesi-aardschildpad

 

 

Malayemys macrocephala (II)

 

Maleisische slakkeneter

 

 

Malayemys subtrijuga (II)

 

Rijstveldschildpad

 

 

Mauremys annamensis (II)

 

Annamese schildpad

 

 

 

Mauremys iversoni (III China)

Iversons moerasschildpad

 

 

 

Mauremys megalocephala (III China)

Grootkopdriekielschildpad

 

 

Mauremys mutica (II)

 

Gele moerasschildpad

 

 

 

Mauremys nigricans (III China)

Kwantung-moerasschildpad of Chinese roodkeelschildpad

 

 

 

Mauremys pritchardi (III China)

Pritchards moerasschildpad

 

 

 

Mauremys reevesii (III China)

Chinese driekielschildpad

 

 

 

Mauremys sinensis (III China)

Chinese streepnekschildpad

 

Melanochelys tricarinata (I)

 

 

Driekielaardschildpad

 

Morenia ocellata (I)

 

 

Achterindische pauwoogmoerasschildpad

 

 

Notochelys platynota (II)

 

Maleise platrugschildpad

 

 

 

Ocadia glyphistoma (III China)

Gleufbek-streepnekschildpad

 

 

 

Ocadia philippeni (III China)

Philippens streepnekschildpad

 

 

Orlitia borneensis (II)

 

Borneo-rivierschildpad

 

 

Pangshura spp. (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Dakschildpadden

 

Pangshura tecta (I)

 

 

Indische dakschildpad

 

 

 

Sacalia bealei (III China)

Beales pauwoogschildpad

 

 

 

Sacalia pseudocellata (III China)

Chinese schijnoogschildpad

 

 

 

Sacalia quadriocellata (III China)

Vieroogschildpad

 

 

Siebenrockiella crassicollis (II)

 

Zwarte dikkopschildpad

 

 

Siebenrockiella leytensis (II)

 

Filipijnse aardschildpad

Platysternidae

 

 

 

Grootkopschildpadden

 

Platysternon megacephalum (II)

 

Grootkopschildpad

Podocnemididae

 

 

 

Scheenplaatschildpadden

 

Erymnochelys madagascariensis (II)

 

Madagaskar-scheenplaatschildpad

 

Peltocephalus dumerilianus (II)

 

Zuid-Amerikaanse grootkopschildpad

 

Podocnemis spp. (II)

 

Zuid-Amerikaanse scheenplaatschildpadden

Testudinidae

 

 

 

Landschildpadden

 

Testudinidae spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species; voor Geochelone sulcata is een jaarlijks exportquotum van nul exemplaren vastgesteld voor aan de natuur onttrokken specimens die voor overwegend commerciële doeleinden in de handel worden gebracht.)

 

Landschildpadden

Astrochelys radiata (I)

 

 

Stralenschildpad

Astrochelys yniphora (I)

 

 

Madagaskar-schildpad

Chelonoidis nigra (I)

 

 

Galapagos-landschildpad

Gopherus flavomarginatus (I)

 

 

Mexicaanse reuzengofferschildpad

Malacochersus tornieri (II)

 

 

Pannenkoekschildpad

Psammobates geometricus (I)

 

 

Geometrische landschildpad

Pyxis arachnoides (I)

 

 

Madagaskar-spinschildpad

Pyxis planicauda (I)

 

 

Madagaskar-platstaartschildpad

Testudo graeca (II)

 

 

Moorse landschildpad

Testudo hermanni (II)

 

 

Griekse landschildpad

Testudo kleinmanni (I)

 

 

Kleinmanns landschildpad

Testudo marginata (II)

 

 

Klokschildpad

Trionychidae

 

 

 

Drieklauw- en weekschildpadden

 

Amyda cartilaginea (II)

 

Zuidoost-Aziatische weekschildpad

Apalone spinifera atra (I)

 

 

Zwarte drieklauwschildpad

Aspideretes gangeticus (I)

 

 

Ganges-drieklauwschildpad

Aspideretes hurum (I)

 

 

Pauwoogdrieklauwschildpad

Aspideretes nigricans (I)

 

 

Heilige drieklauwschildpad

 

Chitra spp. (II)

 

Smalkopweekschildpadden

 

Lissemys punctata (II)

 

Indische klepweekschildpad

 

Lissemys scutata (II)

 

Burmese klepweekschildpad

 

 

Palea steindachneri (III China)

Halskwabweekschildpad

 

Pelochelys spp. (II)

 

Reuzenweekschildpadden

 

 

Pelodiscus axenaria (III China)

Hunan-weekschildpad

 

 

Pelodiscus maackii (III China)

Amoer-weekschildpad

 

 

Pelodiscus parviformis (III China)

Chinese weekschildpad

 

 

Rafetus swinhoei (III China)

Yangtze-weekschildpad

AMPHIBIA

 

 

 

Amfibieën

ANURA

 

 

 

Kikkers en padden

Bufonidae

 

 

 

Padden

Altiphrynoides spp. (I)

 

 

Malcolms Ethiopische padden

Atelopus zeteki (I)

 

 

Bonte klompvoetkikker

Bufo periglenes (I)

 

 

Gouden pad

Bufo superciliaris (I)

 

 

Wenkbrauwpad

Nectophrynoides spp. (I)

 

 

Levendbarende padden

Nimbaphrynoides spp. (I)

 

 

Nimba-padden

Spinophrynoides spp. (I)

 

 

Osgoods Ethiopische padden

Dendrobatidae

 

 

 

Gifkikkers

 

Allobates femoralis (II)

 

Dijvlekgifkikker

 

Allobates zaparo (II)

 

Zaparo-gifkikker

 

Cryptophyllobates azureiventris (II)

 

Blauwbuikgifkikker

 

Dendrobates spp. (II)

 

Boomgifkikkers

 

Epipedobates spp. (II)

 

Bodemgifkikkers

 

Phyllobates spp. (II)

 

Pijlgifkikkers

Mantellidae

 

 

 

Gouden prachtkikkers

 

Mantella spp. (II)

 

Gouden prachtkikkers

Microhylidae

 

 

 

Tomaatkikkers

Dyscophus antongilii (I)

 

 

Tomaatkikker

 

Scaphiophryne gottlebei (II)

 

Gottlebes smalbekkikker

Ranidae

 

 

 

Echte kikkers

 

Conraua goliath

 

Goliathkikker

 

Euphlyctis hexadactylus (II)

 

Zesteenkikker

 

Hoplobatrachus tigerinus (II)

 

Tijgerkikker

 

Rana catesbeiana

 

Stierkikker

Rheobatrachidae

 

 

 

Maagbroedende kikkers

 

Rheobatrachus spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Maagbroedende kikkers

Rheobatrachus silus (II)

 

 

Zuidelijke maagbroedende kikker

CAUDATA

 

 

 

Salamanders

Ambystomatidae

 

 

 

Axolotls

 

Ambystoma dumerilii (II)

 

Achaque

 

Ambystoma mexicanum (II)

 

Axolotl

Cryptobranchidae

 

 

 

Reuzensalamanders

Andrias spp. (I)

 

 

Reuzensalamanders

ELASMOBRANCHII

 

 

 

Kraakbeenvissen

LAMNIFORMES

 

 

 

Haringhaaien

Cetorhinidae

 

 

 

Reuzenhaaien

 

Cetorhinus maximus (II)

 

Reuzenhaai

Lamnidae

 

 

 

Makreelhaaien

 

Carcharodon carcharias (II)

 

Mensenhaai

ORECTOLOBIFORMES

 

 

 

Bakerhaaien

Rhincodontidae

 

 

 

Walvishaaien

 

Rhincodon typus (II)

 

Walvishaai

RAJIFORMES

 

 

 

Roggen

Pristidae

 

 

 

Zaagroggen

Pristidae spp. (I) (Met uitzondering van de in bijlage B opgenomen species)

 

 

Zaagroggen

 

Pristis microdon (II) (Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationaal verkeer van levende dieren, hoofdzakelijk voor instandhoudingsdoelstellingen en voor zover deze dieren bestemd zijn voor passende en aanvaardbare aquaria. Alle andere specimens worden als specimens van een soort van bijlage A beschouwd en op de handel daarin is de desbetreffende regelgeving van toepassing.)

 

Zoetwaterzaagrog

ACTINOPTERYGII

 

 

 

Straalvinnige vissen

ACIPENSERIFORMES

 

 

 

Steurachtigen

 

 

ACIPENSERIFORMES spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Steurachtigen

Acipenseridae

 

 

 

Steuren

Acipenser brevirostrum (I)

 

 

Kortsnuitsteur

Acipenser sturio (I)

 

 

Gewone steur

ANGUILLIFORMES

 

 

 

Palingachtigen

Anguillidae

 

 

 

Palingen

 

Anguilla anguilla (II) (Deze opneming wordt van kracht op 13 maart 2009.)

 

Europese paling of aal

CYPRINIFORMES

 

 

 

Karperachtigen

Catostomidae

 

 

 

Zuigkarpers

Chasmistes cujus (I)

 

 

Zuigkarper

Cyprinidae

 

 

 

Echte karpers

 

Caecobarbus geertsi (II)

 

Afrikaanse blinde barbeel

Probarbus jullieni (I)

 

 

Julliens barbeel

OSTEOGLOSSIFORMES

 

 

 

Beentongvissen

Osteoglossidae

 

 

 

Echte beentongvissen

 

Arapaima gigas (II)

 

Arapaima

Scleropages formosus (I)

 

 

Aziatische beentongvis

PERCIFORMES

 

 

 

Baarsachtigen

Labridae

 

 

 

Lipvissen

 

Cheilinus undulatus (II)

 

Napoleonvis

Sciaenidae

 

 

 

Ombervissen

Totoaba macdonaldi (I)

 

 

Macdonalds trommelvis

SILURIFORMES

 

 

 

Meervalachtigen

Pangasiidae

 

 

 

Reuzenmeervallen

Pangasianodon gigas (I)

 

 

Reuzenmeerval

SYNGNATHIFORMES

 

 

 

Zeenaaldachtigen

Syngnathidae

 

 

 

Zeenaalden en zeepaardjes

 

Hippocampus spp. (II)

 

Zeepaardjes

SARCOPTERYGII

 

 

 

Kwastvinnige vissen

CERATODONTIFORMES

 

 

 

Australische longvissen

Ceratodontidae

 

 

 

Australische longvissen

 

Neoceratodus forsteri (II)

 

Australische longvis

COELACANTHIFORMES

 

 

 

Coelacantachtigen

Latimeriidae

 

 

 

Coelacanten

Latimeria spp. (I)

 

 

Coelacanten

ECHINODERMATA (STEKELHUIDIGEN)

HOLOTHUROIDEA

 

 

 

Zeekomkommers

ASPIDOCHIROTIDA

 

 

 

Zeekomkommers

Stichopodidae

 

 

 

Zeekomkommers

 

 

Isostichopus fuscus (III Ecuador)

Bruine zeekomkommer

ARTHROPODA (GELEEDPOTIGEN)

ARACHNIDA

 

 

 

Spinachtigen

ARANEAE

 

 

 

Spinnen

Theraphosidae

 

 

 

Vogelspinnen

 

Aphonopelma albiceps (II)

 

Tarantula

 

Aphonopelma pallidum (II)

 

Mexicaanse grijze tarantula

 

Brachypelma spp. (II)

 

Vogelspinnen

SCORPIONES

 

 

 

Schorpioenen

Scorpionidae

 

 

 

Schorpioenen

 

Pandinus dictator (II)

 

Dictatorschorpioen

 

Pandinus gambiensis (II)

 

Senegalese reuzenschorpioen

 

Pandinus imperator (II)

 

Keizerschorpioen

INSECTA

 

 

 

Insecten

COLEOPTERA

 

 

 

Kevers

Lucanidae

 

 

 

Vliegende herten

 

 

Colophon spp. (III Zuid-Afrika)

Kaapse vliegende herten

LEPIDOPTERA

 

 

 

Vlinders en motten

Papilionidae

 

 

 

Pages en pauwogen

 

Atrophaneura jophon (II)

 

Sri Lanka-roospage

 

Atrophaneura palu

 

Palu-roospage

 

Atrophaneura pandiyana (II)

 

Malabar-roospage

 

Bhutanitis spp. (II)

 

Bhutan-koninginnenpages

 

Graphium sandawanum

 

Apo-koninginnenpage

 

Graphium stresemanni

 

Seram-koninginnenpage

 

Ornithoptera spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

 

Vogelvleugelvlinders

Ornithoptera alexandrae (I)

 

 

Alexandra's vogelvleugelvlinder

 

Papilio benguetanus

 

Filipijnse pauwoog

Papilio chikae (I)

 

 

Luzon-pauwoog

 

Papilio esperanza

 

Oaxacan-pauwoog

Papilio homerus (I)

 

 

Homeruspauwoog

Papilio hospiton (I)

 

 

Corsicaanse pauwoog

 

Papilio morondavana

 

Madagaskar-keizerpauwoog

 

Papilio neumoegeni

 

Sumba-pauwoog

 

Parides ascanius

 

Rio de Janeiro-pauwoog

 

Parides hahneli

 

Hahnels Amazone-pauwoog

Parnassius apollo (II)

 

 

Apollovlinder

 

Teinopalpus spp. (II)

 

Kaiser-i-hindvlinders

 

Trogonoptera spp. (II)

 

Vogelvleugelvlinders

 

Troides spp. (II)

 

Gouden vogelvleugelvlinders

ANNELIDA (GELEDE WORMEN)

HIRUDINOIDEA

 

 

 

Bloedzuigers

ARHYNCHOBDELLIDA

 

 

 

Bloedzuigers

Hirudinidae

 

 

 

Bloedzuigers

 

Hirudo medicinalis (II)

 

Medicinale bloedzuiger

MOLLUSCA (WEEKDIEREN)

BIVALVIA

 

 

 

Tweekleppigen

MYTILOIDA

 

 

 

Zeemossels

Mytilidae

 

 

 

Echte mossels

 

Lithophaga lithophaga (II)

 

Steenboorder

UNIONOIDA

 

 

 

Zoetwatermossels

Unionidae

 

 

 

Echte zoetwatermossels

Conradilla caelata (I)

 

 

Vogelvleugelparelmossel

 

Cyprogenia aberti (II)

 

Westelijke waaierschelp

Dromus dromas (I)

 

 

Dromedarisparelmossel

Epioblasma curtisii (I)

 

 

Curtis’ parelmossel

Epioblasma florentina (I)

 

 

Geelbloesemparelmossel

Epioblasma sampsonii (I)

 

 

Sampsons parelmossel

Epioblasma sulcata perobliqua (I)

 

 

Purperen kattenpootmossel

Epioblasma torulosa gubernaculum (I)

 

 

Groenbloesemparelmossel

 

Epioblasma torulosa rangiana (II)

 

Taanbloesemparelmossel

Epioblasma torulosa torulosa (I)

 

 

Knobbelbloesemparelmossel

Epioblasma turgidula (I)

 

 

Zwelbloesemparelmossel

Epioblasma walkeri (I)

 

 

Bruinbloesemparelmossel

Fusconaia cuneolus (I)

 

 

Fijnstraal-varkensteenparelmossel

Fusconaia edgariana (I)

 

 

Glanzende varkensteenparelmossel

Lampsilis higginsii (I)

 

 

Higgins’ oogparelmossel

Lampsilis orbiculata orbiculata (I)

 

 

Roze slijkmossel

Lampsilis satur (I)

 

 

Gewone boekparelmossel

Lampsilis virescens (I)

 

 

Alabama-lampmossel

Plethobasus cicatricosus (I)

 

 

Witte wrattenrugparelmossel

Plethobasus cooperianus (I)

 

 

Oranjevoetpuistmossel

 

Pleurobema clava (II)

 

Klompschelpparelmossel

Pleurobema plenum (I)

 

 

Ruige varkensteenparelmossel

Potamilus capax (I)

 

 

Dikboekparelmossel

Quadrula intermedia (I)

 

 

Cumberland-apensnoetparelmossel

Quadrula sparsa (I)

 

 

Appalachen-apensnoetparelmossel

Toxolasma cylindrellus (I)

 

 

Bleke lilliputparelmossel

Unio nickliniana (I)

 

 

Nicklins parelmossel

Unio tampicoensis tecomatensis (I)

 

 

Tampico-parelmossel

Villosa trabalis (I)

 

 

Cumberland-boonparelmossel

VENEROIDA

Tridacnidae

 

 

 

Doopvontschelpen

 

Tridacnidae spp. (II)

 

Doopvontschelpen

GASTROPODA

 

 

 

Buikpotigen of slakken

ARCHAEOGASTROPODA

Haliotidae

 

 

 

Zeeoren

 

 

Haliotis midae (III Zuid-Afrika)

Midasoor

MESOGASTROPODA

Strombidae

 

 

 

Kroonslakken

 

Strombus gigas (II)

 

Karko of roze vleugelhoorn

STYLOMMATOPHORA

Achatinellidae

 

 

 

Hawaï-boomslakken

Achatinella spp. (I)

 

 

Kleine agaatslakken

Camaenidae

 

 

 

Groenslakken

 

Papustyla pulcherrima (II)

 

Groenslak

CNIDARIA (HOLTEDIEREN)

ANTHOZOA

 

 

 

Koralen en zeeanemonen

ANTIPATHARIA

 

 

 

Doornkoralen

 

 

ANTIPATHARIA spp. (II)

 

Doornkoralen

GORGONACEAE

 

 

 

Hoornkoralen

Coralliidae

 

 

 

Bloedkoralen

 

 

Corallium elatius (III China)

Momo-bloedkoraal

 

 

Corallium japonicum (III China)

Japans bloedkoraal

 

 

Corallium konjoi (III China)

Konjoi-bloedkoraal

 

 

Corallium secundum (III China)

Engelhuidbloedkoraal

HELIOPORACEA

Helioporidae

 

 

 

Blauwe koralen

 

Helioporidae spp. (II) (Omvat uitsluitend de soort Heliopora coerulea) (7)

 

Blauwe koralen

SCLERACTINIA

 

 

 

Echte koralen

 

 

SCLERACTINIA spp. (II) (7)

 

Echte koralen

STOLONIFERA

 

 

 

Buiskoralen

Tubiporidae

 

 

 

Orgelpijpkoralen

 

Tubiporidae spp. (II) (7)

 

Orgelpijpkoralen

HYDROZOA

 

 

 

Poliepen

MILLEPORINA

Milleporidae

 

 

 

Brandkoralen of vuurkoralen

 

Milleporidae spp. (II) (7)

 

Brandkoralen of vuurkoralen

STYLASTERINA

Stylasteridae

 

 

 

Kantkoralen

 

Stylasteridae spp. (II) (7)

 

Kantkoralen

FLORA (PLANTEN)

AGAVACEAE

 

 

 

Agavefamilie

Agave parviflora (I)

 

 

Santa Cruz-streepagave

 

Agave victoriae-reginae (II) #1

 

Koningin Victoria-agave

 

Nolina interrata (II)

 

San Diego-berengras

AMARYLLIDACEAE

 

 

 

Narcisfamilie

 

Galanthus spp. (II) #1

 

Sneeuwklokjes

 

Sternbergia spp. (II) #1

 

Leliën des velds

APOCYNACEAE

 

 

 

Maagdenpalmfamilie

 

Hoodia spp. (II) #9

 

Hoodia’s

 

Pachypodium spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #1

 

Madagaskar-palmen

Pachypodium ambongense (I)

 

 

Olifantromppalm

Pachypodium baronii (I)

 

 

Sleutelbloempalm

Pachypodium decaryi (I)

 

 

Hanenspoorbloempalm

 

Rauvolfia serpentina (II) #2

 

Slangenwortel-duivelspeper

ARALIACEAE

 

 

 

Klimopfamilie

 

Panax ginseng (II) (Alleen de populatie in de Russische Federatie; geen enkele andere populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen.) #3

 

Ginseng

 

Panax quinquefolius (II) #3

 

Amerikaanse ginseng

ARAUCARIACEAE

 

 

 

Araucariafamilie

Araucaria araucana (I)

 

 

Apenverdriet

BERBERIDACEAE

 

 

 

Berberisfamilie

 

Podophyllum hexandrum (II) #2

 

Indische alruinwortel

BROMELIACEAE

 

 

 

Bromeliafamilie

 

Tillandsia harrisii (II) #1

 

Harris′ tillandsia

 

Tillandsia kammii (II) #1

 

Kamms tillandsia

 

Tillandsia kautskyi (II) #1

 

Kautsky′s tillandsia

 

Tillandsia mauryana (II) #1

 

Maury′s tillandsia

 

Tillandsia sprengeliana (II) #1

 

Sprengels tillandsia

 

Tillandsia sucrei (II) #1

 

Sucre-tillandsia

 

Tillandsia xerographica (II) #1

 

Xerografie-tillandsia

CACTACEAE

 

 

 

Cactusfamilie

 

CACTACEAE spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en Pereskia spp., Pereskiopsis spp. en Quiabentia spp.) (8) #4

 

Cactussen

Ariocarpus spp. (I)

 

 

Levendesteencactussen

Astrophytum asterias (I)

 

 

Stercactus

Aztekium ritteri (I)

 

 

Aztekencactus

Coryphantha werdermannii (I)

 

 

Zwijnspeldenkussen

Discocactus spp. (I)

 

 

Schijfcactussen

Echinocereus ferreirianus ssp. lindsayi (I)

 

 

Lindsays egelcactus

Echinocereus schmollii (I)

 

 

Lamsstaartcactus

Escobaria minima (I)

 

 

Nellie Cory’s cactus

Escobaria sneedii (I)

 

 

Sneeds speldenkussen

Mammillaria pectinifera (I)

 

 

Biggencactus

Mammillaria solisioides (I)

 

 

Pitayta

Melocactus conoideus (I)

 

 

Kegelvormige Turksemutscactus

Melocactus deinacanthus (I)

 

 

Prachtborstelige Turksemutscactus

Melocactus glaucescens (I)

 

 

Wollige wassteel-Turksemutscactus

Melocactus paucispinus (I)

 

 

Geringstekelige Turksemutscactus

Obregonia denegrii (I)

 

 

Artisjokcactus

Pachycereus militaris (I)

 

 

Teddybeercactus

Pediocactus bradyi (I)

 

 

Brady’s speldenkussen

Pediocactus knowltonii (I)

 

 

Knowltons cactus

Pediocactus paradinei (I)

 

 

Paradines cactus

Pediocactus peeblesianus (I)

 

 

Peebles′ navajocactus

Pediocactus sileri (I)

 

 

Silers speldenkussen

Pelecyphora spp. (I)

 

 

Bijltjescactussen

Sclerocactus brevihamatus ssp. tobuschii (I)

 

 

Tobuschs vishaakcactus

Sclerocactus erectocentrus (I)

 

 

Acuña-cactus

Sclerocactus glaucus (I)

 

 

Uinta Basin-cactus

Sclerocactus mariposensis (I)

 

 

Lloyds vlindercactus

Sclerocactus mesae-verdae (I)

 

 

Mesa Verde-cactus

Sclerocactus nyensis (I)

 

 

Tonopah-vishaakcactus

Sclerocactus papyracanthus (I)

 

 

Papierstekelvishaakcactus

Sclerocactus pubispinus (I)

 

 

Great Basin-vishaakcactus

Sclerocactus wrightiae (I)

 

 

Wrights vishaakcactus

Strombocactus spp. (I)

 

 

Tolcactussen

Turbinicarpus spp. (I)

 

 

Turbinecactussen

Uebelmannia spp. (I)

 

 

Uebelmanns cactussen

CARYOCARACEAE

 

 

 

Caryocarfamilie

 

Caryocar costaricense (II) #1

 

Knoflookboom

COMPOSITAE (ASTERACEAE)

 

 

 

Asterfamilie (composieten)

Saussurea costus (I) (Ook S. lappa of Aucklandia costus genoemd.)

 

 

Cost, kutki of kuth

CRASSULACEAE

 

 

 

Vetplantenfamilie

 

Dudleya stolonifera (II)

 

Laguna Beach-liveforever

 

Dudleya traskiae (II)

 

Santa Barbara-liveforever

CUPRESSACEAE

 

 

 

Cipresfamilie

Fitzroya cupressoides (I)

 

 

Alerce

Pilgerodendron uviferum (I)

 

 

Chileense cipres

CYATHEACEAE

 

 

 

Cyatheafamilie

 

Cyathea spp. (II) #1

 

Cyathea’s (boomvarens)

CYCADACEAE

 

 

 

Cycaspalmenfamilie

 

CYCADACEAE spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #1

 

Cycaspalmen

Cycas beddomei (I)

 

 

Beddomes cycaspalm

DICKSONIACEAE

 

 

 

Dicksoniafamilie

 

Cibotium barometz (II) #1

 

Kettingvaren, cibota of gou-ji

 

Dicksonia spp. (II) (Alleen de Amerikaanse populaties; geen enkele andere populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen; omvat Dicksonia berteriana, D. externa, D. sellowiana en D. stuebelii ) #1

 

Dicksonia’s (boomvarens)

DIDIEREACEAE

 

 

 

Didiereafamilie

 

DIDIEREACEAE spp. (II) #1

 

Madagaskar-boomvarens, aluaudia′s

DIOSCOREACEAE

 

 

 

Yamswortelfamilie

 

Dioscorea deltoidea (II) #1

 

Olifantspoot

DROSERACEAE

 

 

 

Zonnedauwfamilie

 

Dionaea muscipula (II) #1

 

Venusvliegenval

EUPHORBIACEAE

 

 

 

Wolfsmelkfamilie

 

Euphorbia spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species; uitsluitend succulente species; op kunstmatig gekweekte specimens van cultivars van Euphorbia trigona, kunstmatig gekweekte kam- of waaiervormige mutanten of kleurmutanten van Euphorbia lactea die op een kunstmatig gekweekte onderstam van Euphorbia neriifolia zijn geënt, alsook op kunstmatig gekweekte specimens van cultivars van EuphorbiaMilii” die in partijen van 100 of meer planten worden verkocht en die gemakkelijk als kunstmatig gekweekte specimens herkenbaar zijn, zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing) #1

 

Euphorbia′s of wolfsmelken

Euphorbia ambovombensis (I)

 

 

Amovombe-wolfsmelk

Euphorbia capsaintemariensis (I)

 

 

Cap Sainte Marie-wolfsmelk

Euphorbia cremersii (I)

 

 

Cremers′ wolfsmelk

Euphorbia cylindrifolia (I)

 

 

Rondbladige wolfsmelk

Euphorbia decaryi (I)

 

 

Decary’s wolfsmelk

Euphorbia francoisii (I)

 

 

François’ wolfsmelk

Euphorbia handiensis (II)

 

 

 

Euphorbia lambii (II)

 

 

Gomera-wolfsmelk

Euphorbia moratii (I)

 

 

 

Euphorbia parvicyathophora (I)

 

 

 

Euphorbia quartziticola (I)

 

 

 

Euphorbia stygiana (II)

 

 

Daphne-vlaswolfsmelk

Euphorbia tulearensis (I)

 

 

 

FOUQUIERIACEAE

 

 

 

Fouquieriafamilie

 

Fouquieria columnaris (II) #1

 

Flesboom, boojumboom of grote waskaars

Fouquieria fasciculata (I)

 

 

Ocotillo

Fouquieria purpusii (I)

 

 

 

GNETACEAE

 

 

 

Gnetumfamilie

 

 

Gnetum montanum (III Nepal) #1

Melindjo, gam nui of sot nui

JUGLANDACEAE

 

 

 

Okkernootfamilie

 

Oreomunnea pterocarpa (II) #1

 

Caribische walnoot

LEGUMINOSAE

(FABACEAE)

 

 

 

Vlinderbloemigen

 

Caesalpinia echinata (II) #10

 

Brazielhout of pernambuk

Dalbergia nigra (I)

 

 

Palissander

 

 

Dalbergia retusa (III populatie in Guatemala) #5

Cocobolo

 

 

Dalbergia stevensonii (III populatie in Guatemala) #5

Honduras-palissander

 

 

Dipteryx panamensis (III Costa Rica/Nicaragua)

Amandelboom

 

Pericopsis elata (II) #5

 

Afrormosia

 

Platymiscium pleiostachyum (II) #1

 

Christobal of ñambar

 

Pterocarpus santalinus (II) #7

 

Rood sandelhout

LILIACEAE

 

 

 

Leliefamilie

 

Aloe spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en Aloe vera, ook genoemd Aloe barbadensis, die niet in de bijlagen bij deze verordening is opgenomen) #1

 

Aloë’s

Aloe albida (I)

 

 

Witte aloë

Aloe albiflora (I)

 

 

Witbloemaloë

Aloe alfredii (I)

 

 

Alfredi’s aloë

Aloe bakeri (I)

 

 

Kaapse aloë

Aloe bellatula (I)

 

 

Prachtaloë

Aloe calcairophila (I)

 

 

 

Aloe compressa (I)

 

 

Korte aloë

Aloe delphinensis (I)

 

 

Dolfijnaloë

Aloe descoingsii (I)

 

 

Dwergaloë

Aloe fragilis (I)

 

 

Fragiele aloë

Aloe haworthioides (I)

 

 

Schijnspinaloë of kanten aloë

Aloe helenae (I)

 

 

Helena’s aloë

Aloe laeta (I)

 

 

Bonte aloë

Aloe parallelifolia (I)

 

 

Evenwijdigbladige aloë

Aloe parvula (I)

 

 

Kleinste aloë

Aloe pillansii (I)

 

 

Pijlkokerboom of Richtervelds aloë

Aloe polyphylla (I)

 

 

Spiraalaloë

Aloe rauhii (I)

 

 

Rauhs aloë

Aloe suzannae (I)

 

 

Suzannes aloë

Aloe versicolor (I)

 

 

Wisselkleurige aloë

Aloe vossii (I)

 

 

Voss’ aloë

MAGNOLIACEAE

 

 

 

Tulpenboomfamilie

 

 

Magnolia liliifera var. obovata (III Nepal) #1

Safan

MELIACEAE

 

 

 

Mahoniefamilie

 

 

Cedrela odorata (III Populatie in Colombia, populatie in Guatemala, populatie in Peru) #5

Spaanse ceder

 

Swietenia humilis (II) #1

 

Mexicaanse mahonieboom

 

Swietenia macrophylla (II) (Neotropische populaties, d.w.z. de populaties in Midden- en Zuid-Amerika en het Caribisch gebied) #6

 

Braziliaanse mahonieboom

 

Swietenia mahagoni (II) #5

 

Cubaanse mahonieboom

NEPENTHACEAE

 

 

 

Bekerplantenfamilie

 

Nepenthes spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #1

 

Bekerplanten

Nepenthes khasiana (I)

 

 

Indiase bekerplant

Nepenthes rajah (I)

 

 

Reuzenbekerplant

ORCHIDACEAE

 

 

 

Orchideeënfamilie

 

ORCHIDACEAE spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) (9) #1

 

Orchideeën

Voor alle volgende soorten van bijlage A zijn op in vitro zaailing- of weefselculturen op een vaste of vloeibare voedingsbodem die in steriele recipiënten worden getransporteerd, de bepalingen van deze verordening niet van toepassing.

 

 

 

Aerangis ellisii (I)

 

 

Madagaskar-orchidee

Cephalanthera cucullata (II)

 

 

Kretenzisch nieskruid

Cypripedium calceolus (II)

 

 

Vrouwenschoentje

Dendrobium cruentum (I)

 

 

Bloedrode orchidee

Goodyera macrophylla (II)

 

 

Madeira-netbladorchidee

Laelia jongheana (I)

 

 

Jonghes lelie

Laelia lobata (I)

 

 

Gaffellelie

Liparis loeselii (II)

 

 

Groenknolorchis

Ophrys argolica (II)

 

 

Geoogde bijenorchis

Ophrys lunulata (II)

 

 

Halvemaanorchidee

Orchis scopulorum (II)

 

 

Madeira-orchis

Paphiopedilum spp. (I)

 

 

Venusschoentjes

Peristeria elata (I)

 

 

Heiligegeestorchidee

Phragmipedium spp. (I)

 

 

Zuid-Amerikaanse pantoffelorchideeën

Renanthera imschootiana (I)

 

 

Rode Vanda-orchidee

Spiranthes aestivalis (II)

 

 

Zomerschroeforchis

OROBANCHACEAE

 

 

 

Bremraapfamilie

 

Cistanche deserticola (II) #1

 

Woestijnbremraap

PALMAE

(ARECACEAE)

 

 

 

Palmenfamilie

 

Beccariophoenix madagascariensis (II) #1

 

Manaranopalm

Chrysalidocarpus decipiens (I)

 

 

Vlinderpalm

 

Lemurophoenix halleuxii (II)

 

Rode makipalm

 

Marojejya darianii (II)

 

Grootbladpalm

 

Neodypsis decaryi (II) #1

 

Triangelpalm

 

Ravenea louvelii (II)

 

Madagaskar-palm

 

Ravenea rivularis (II)

 

Majesteitpalm

 

Satranala decussilvae (II)

 

Satranabepalm

 

Voanioala gerardii (II)

 

Boskokosnoot

PAPAVERACEAE

 

 

 

Papaverfamilie

 

 

Meconopsis regia (III Nepal) #1

Himalaya-klaproos

PINACEAE

 

 

 

Dennenfamilie

Abies guatemalensis (I)

 

 

Guatemala-spar

PODOCARPACEAE

 

 

 

Podocarpusfamilie

 

 

Podocarpus neriifolius (III Nepal) #1

Geelhoutden

Podocarpus parlatorei (I)

 

 

Parlatore's podocarpus

PORTULACACEAE

 

 

 

Posteleinfamilie

 

Anacampseros spp. (II) #1

 

Postelein

 

Avonia spp. #1

 

Marentakcactus

 

Lewisia serrata (II) #1

 

Maguires bitterwortel

PRIMULACEAE

 

 

 

Sleutelbloemfamilie

 

Cyclamen spp. (II) (10) #1

 

Cyclamens

PROTEACEAE

 

 

 

Proteafamilie

 

Orothamnus zeyheri (II) #1

 

Moerasroos

 

Protea odorata (II) #1

 

Swartland-suikerbossie

RANUNCULACEAE

 

 

 

Ranonkelfamilie

 

Adonis vernalis (II) #2

 

Voorjaarsadonis

 

Hydrastis canadensis (II) #8

 

Goudzegel

ROSACEAE

 

 

 

Rozenfamilie

 

Prunus africana (II) #1

 

Afrikaanse kers of roodstinkhout

RUBIACEAE

 

 

 

Walstrofamilie

Balmea stormiae (I)

 

 

Ayugue

SARRACENIACEAE

 

 

 

Trompetbekerplantenfamilie

 

Sarracenia spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #1

 

Trompetbekerplanten

Sarracenia oreophila (I)

 

 

Groene trompetbekerplant

Sarracenia rubra ssp. alabamensis (I)

 

 

Alabama-trompetbekerplant

Sarracenia rubra ssp. jonesii (I)

 

 

Zoete bergtrompetbekerplant

SCROPHULARIACEAE

 

 

 

Helmkruidfamilie

 

Picrorhiza kurrooa (II) (met uitsluiting van Picrorhiza scrophulariiflora) #2

 

Katki

STANGERIACEAE

 

 

 

Stangeriafamilie

 

Bowenia spp. (II) #1

 

Bowenia’s

Stangeria eriopus (I)

 

 

Hottentottenhoofd

TAXACEAE

 

 

 

Taxusfamilie

 

Taxus chinensis (II) #2

 

Chinese taxus

 

Taxus cuspidata (II) (11) #2

 

Japanse taxus

 

Taxus fuana (II) #2

 

Tibetaanse taxus

 

Taxus sumatrana (II) #2

 

Sumatraanse taxus

 

Taxus wallichiana (II) #2

 

Himalaya-taxus

THYMELEACEAE

(AQUILARIACEAE)

 

 

 

Peperboompjesfamilie

 

Aquilaria spp. (II) #1

 

Agarhout

 

Gonystylus spp. (II) #1

 

Ramin

 

Gyrinops spp. (II) #1

 

Agarhout

TROCHODENDRACEAE

(TETRACENTRACEAE)

 

 

 

Tetracentronfamilie

 

 

Tetracentron sinense (III Nepal) #1

Spoorblad

VALERIANACEAE

 

 

 

Valeriaanfamilie

 

Nardostachys grandiflora #2

 

 

WELWITSCHIACEAE

 

 

 

Welwitschiafamilie

 

Welwitschia mirabilis (II) #1

 

Welwitschia

ZAMIACEAE

 

 

 

Zamiafamilie

 

ZAMIACEAE spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #1

 

Zamiafamilie

Ceratozamia spp. (I)

 

 

Hoornkegelpalmen

Chigua spp. (I)

 

 

Chigua’s

Encephalartos spp. (I)

 

 

Broodbomen

Microcycas calocoma (I)

 

 

Kurkpalm

ZINGIBERACEAE

 

 

 

Gemberfamilie

 

Hedychium philippinense (II) #1

 

Filipijnse guirlande of gemberlelie

ZYGOPHYLLACEAE

 

 

 

Pokhoutfamilie

 

Guaiacum spp. (II) #2

 

Pokhout

 

 

Bulnesia sarmientoi (III Argentinië) #11

Gayak


 

Bijlage D

Gewone naam

FAUNA

CHORDATA (CHORDADIEREN)

MAMMALIA

 

Zoogdieren

CARNIVORA

 

Roofdieren

Canidae

 

Hondachtigen

Vulpes vulpes griffithi (III India) §1

Griffiths vos

Vulpes vulpes montana (III India) §1

Indische bergvos

Vulpes vulpes pusilla (III India) §1

Kleine rode vos

Mustelidae

 

Marterachtigen

Mustela altaica (III India) §1

Bergwezel

Mustela erminea ferghanae (III India) §1

Indische bergwezel

Mustela kathiah (III India) §1

Geelbuikwezel

Mustela sibirica (III India) §1

Siberische wezel

DIPROTODONTIA

 

Klimbuideldieren, wombats en kangoeroes

Macropodidae

 

Kangoeroes en wallaby’s

Dendrolagus dorianus

Doria's boomkangoeroe

Dendrolagus goodfellowi

Goodfellows boomkangoeroe

Dendrolagus matschiei

Matschies boomkangoeroe

Dendrolagus pulcherrimus

Goudmantelboomkangoeroe

Dendrolagus stellarum

Seri's boomkangoeroe

AVES

 

Vogels

ANSERIFORMES

 

Eendachtigen

Anatidae

 

Eenden, ganzen en zwanen

Anas melleri

Mellers eend

COLUMBIFORMES

 

Duifachtigen

Columbidae

 

Duiven

Columba oenops

Salvins duif

Didunculus strigirostris

Tandduif

Ducula pickeringii

Pickerings muskaatduif

Gallicolumba crinigera

Bartletts dolksteenduif

Ptilinopus marchei

Marche's jufferduif

Turacoena modesta

Timorese zwarte duif

GALLIFORMES

 

Hoenderachtigen

Cracidae

 

Hokko’s

Crax alector

Gewone of zwarte hokko

Pauxi unicornis

Hoornhokko

Penelope pileata

Witkuifsjakohoen

Megapodiidae

 

Grootpoothoenders

Eulipoa wallacei

Moluks boshoen

Phasianidae

 

Fazantachtigen

Arborophila gingica

Rickets bospatrijs

Lophura bulweri

Bulwers vuurrugfazant

Lophura diardi

Siamese vuurrugfazant

Lophura inornata

Salvadori's vuurrugfazant

Lophura leucomelanos

Kalij-vuurrugfazant

Syrmaticus reevesii §2

Koningsfazant

PASSERIFORMES

 

Zangvogels

Bombycillidae

 

Pestvogels

Bombycilla japonica

Japanse pestvogel

Corvidae

 

Kraaiachtigen

Cyanocorax caeruleus

Azuurblauwe gaai

Cyanocorax dickeyi

Kroongaai

Cotingidae

 

Cotinga’s

Procnias nudicollis

Naaktkeelklokvogel

Emberizidae

 

Gorzen

Dacnis nigripes

Zwartpootpitpit

Sporophila falcirostris

Temmincks dikbekje

Sporophila frontalis

Reuzendikbekje

Sporophila hypochroma

Roodstuitdikbekje

Sporophila palustris

Moerasdikbekje

Estrildidae

 

Astrilden

Amandava amandava

Tijgervink

Cryptospiza reichenovii

Reichenows bergastrilde

Erythrura coloria

Mindanao-papegaaiamadine

Erythrura viridifacies

Manilla-papegaaiamadine

Estrilda quartinia (Vaak verhandeld onder de naam Estrilda melanotis)

Geelsnavelastrilde

Hypargos niveoguttatus

Rode druppelastrilde

Lonchura griseicapilla

Witkruinnon

Lonchura punctulata

Muskaatvink

Lonchura stygia

Zwarte rietvink

Fringillidae

 

Vinken

Carduelis ambigua

Yunnan-groenling

Carduelis atrata

Zwarte sijs

Kozlowia roborowskii

Tibetaanse roodmus

Pyrrhula erythaca

Grijskopgoudvink

Serinus canicollis

Geelkruinkanarie

Serinus citrinelloides hypostictus (Vaak verhandeld onder de naam Serinus citrinelloides)

Oost-Afrikaanse dunbekkanarie

Icteridae

 

Troepialen

Sturnella militaris

Zwartkopsoldatenspreeuw

Muscicapidae

 

Vliegenvangers en lijsters

Cochoa azurea

Javaanse blauwe cochoa

Cochoa purpurea

Purpercochoa

Garrulax formosus

Roodvleugellijstergaai

Garrulax galbanus

Geelbuiklijstergaai

Garrulax milnei

Roodstaartlijstergaai

Niltava davidi

Père Davids niltava

Stachyris whiteheadi

Whiteheads boomtimalia

Swynnertonia swynnertoni (ook Pogonicichla swynnertoni genoemd)

Swynnertons sterrenpaapje

Turdus dissimilis

Zwartborstlijster

Pittidae

 

Pitta’s

Pitta nipalensis

Blauwnekpitta

Pitta steerii

Steeres pitta

Sittidae

 

Boomklevers

Sitta magna

Reuzenboomklever

Sitta yunnanensis

Yunnan-boomklever

Sturnidae

 

Spreeuwen

Cosmopsarus regius

Koningsglansspreeuw

Mino dumontii

Papoea-maina

Sturnus erythropygius

Andamanen-spreeuw

REPTILIA

 

Reptielen

TESTUDINES

 

Schildpadden

Geoemydidae

 

Aardschildpadachtigen

Melanochelys trijuga

Indiase zwarte schildpad

SAURIA

 

Hagedissen

Cordylidae

 

Gordelstaarthagedissen

Zonosaurus karsteni

Karstens gordelhagedis

Zonosaurus quadrilineatus

Vierstreepgordelhagedis

Gekkonidae

 

Gekko’s

Rhacodactylus auriculatus

Ruwe reuzengekko

Rhacodactylus ciliatus

Gestekelde reuzengekko

Rhacodactylus leachianus

Nieuw-Caledonische reuzengekko

Teratoscincus microlepis

Kleinschubbige wondergekko

Teratoscincus scincus

Spookgekko

Scincidae

 

Skinks

Tribolonotus gracilis

Sierlijke helmskink of roodoogkrokodilskink

Tribolonotus novaeguineae

Nieuw-Guinese helmskink

SERPENTES

 

Slangen

Colubridae

 

Ringslangen

Elaphe carinata §1

Taiwanese stinkslang

Elaphe radiata §1

Sterrattenslang

Elaphe taeniura §1

Taiwanese rattenslang

Enhydris bocourti §1

Bocourts waterslang

Homalopsis buccata §1

Mopsneusslang

Langaha nasuta

Madagaskar-bladneusslang

Leioheterodon madagascariensis

Madagaskar-haakneusslang

Ptyas korros §1

Geelbuikrattenslang

Rhabdophis subminiatus §1

Giftige waterslang

Hydrophiidae

 

Zeeslangen

Lapemis curtus (Omvat ook Lapemis hardwickii) §1

Logge zeeslang

Viperidae

 

Adders

Calloselasma rhodostoma §1

Maleise mocassinslang

AMPHIBIA

 

Amfibieën

ANURA

 

Kikkers en padden

Hylidae

 

Boomkikkers

Phyllomedusa sauvagii

Wasmakikikker

Leptodactylidae

 

Fluitkikkers

Leptodactylus laticeps

Santa Fe-fluitkikker

Ranidae

 

Echte kikkers

Limnonectes macrodon

Javaanse reuzenkikker of groottandkikker

Rana shqiperica

Albanese poelkikker

CAUDATA

 

Salamanders

Hynobiidae

 

Aziatische salamanders

Ranodon sibiricus

Siberische kikkertandsalamander of Semirechensk-salamander

Plethodontidae

 

Longloze salamanders

Bolitoglossa dofleini

Reuzenpalmsalamander

Salamandridae

 

Echte salamanders

Cynops ensicauda

Zwaardstaartsalamander

Echinotriton andersoni

Andersons krokodilsalamander

Pachytriton labiatus

Lipsalamander

Paramesotriton spp.

Wrattensalamanders

Salamandra algira

Noord-Afrikaanse vuursalamander

Tylototriton spp.

Krokodilsalamanders

ACTINOPTERYGII

 

Straalvinnige vissen

PERCIFORMES

 

Baarsachtigen

Apogonidae

 

Pterapogon kauderni

Kardinaalbaars

ARTHROPODA (GELEEDPOTIGEN)

INSECTA

 

Insecten

LEPIDOPTERA

 

Vlinders en motten

Papilionidae

 

Pages en pauwogen

Baronia brevicornis

Mexicaanse of kortsprietbaronia

Papilio grosesmithi

Madagaskar-pauwoog

Papilio maraho

Breedstaartpauwoog

FLORA

AGAVACEAE

 

Agavefamilie

Calibanus hookeri

Mexicaanse rolsteenagave of sacamecate

Dasylirion longissimum

Berengras

ARACEAE

 

Aronskelkfamilie

Arisaema dracontium

Groenedraakaronskelk

Arisaema erubescens

Lichtrode aronskelk

Arisaema galeatum

Gehelmde aronskelk

Arisaema nepenthoides

 

Arisaema sikokianum

Japanse cobralelie

Arisaema thunbergii var. urashima

Urashima-aronskelk

Arisaema tortuosum

Zweepkoordcobralelie

Biarum davisii ssp. marmarisense

Davis’ marmeraronskelk

Biarum ditschianum

Arfakaronskelk

COMPOSITAE (ASTERACEAE)

 

Asterfamilie (composieten)

Arnica montana §3

Valkruid

Othonna cacalioides

Cacaliamadeliefje

Othonna clavifolia

Sleutelbladmadeliefje

Othonna hallii

Van Halls madeliefje

Othonna herrei

Herres madeliefje

Othonna lepidocaulis

Schubsteelmadeliefje

Othonna retrorsa

Treurmadeliefje

ERICACEAE

 

Heidefamilie

Arctostaphylos uva-ursi §3

Berendruif

GENTIANACEAE

 

Gentiaanfamilie

Gentiana lutea §3

Gele gentiaan

LEGUMINOSAE (FABACEAE)

 

Vlinderbloemigen

Dalbergia granadillo §4

Cocobolo

Dalbergia retusa (Met uitzondering van de populaties die zijn opgenomen in bijlage C) §4

Cocobolo

Dalbergia stevensonii (Met uitzondering van de populaties die zijn opgenomen in bijlage C) §4

Honduras-palissander

LYCOPODIACEAE

 

Wolfsklauwfamilie

Lycopodium clavatum §3

Grote wolfsklauw

MELIACEAE

 

Mahoniefamilie

Cedrela fissilis §4

 

Cedrela lilloi (C. angustifolia) §4

 

Cedrela montana §4

Bergceder

Cedrela oaxacensis §4

Oaxa-ceder

Cedrela odorata (Met uitzondering van de populaties die zijn opgenomen in bijlage C) §4

Spaanse ceder

Cedrela salvadorensis §4

Salvador-ceder

Cedrela tonduzii §4

 

MENYANTHACEAE

 

Watergentiaanfamilie

Menyanthes trifoliata §3

Waterdrieblad

PARMELIACEAE

 

Parmeliakorstmossen

Cetraria islandica §3

IJslands mos

PASSIFLORACEAE

 

Passiebloemfamilie

Adenia glauca

Blauwgele woestijnroos

Adenia pechuelli

Olifantsvoet

PORTULACACEAE

 

Posteleinfamilie

Ceraria carrissoana

Angolese postelein

Ceraria fruticulosa

Heesterpostelein

LILIACEAE

 

Leliefamilie

Trillium pusillum

Dwergdrieblad

Trillium rugelii

Stinkend drieblad

Trillium sessile

Aronskelkboslelie of paddenschaduw

PEDALIACEAE

 

Sesamfamilie

Harpagophytum spp. §3

Duivelsklauw

SELAGINELLACEAE

 

Selaginellafamilie

Selaginella lepidophylla

Roos van Jericho”


(1)  Populatie in Argentinië (opgenomen in bijlage B):

Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationale handel in wol geschoren van levende vicuña's van de in bijlage B opgenomen populaties, in daarvan vervaardigde weefsels, afgeleide fabricaten en andere handgemaakte artefacten. De achterkant van het weefsel moet zijn voorzien van het logo dat is aangenomen door de staten waar de soort voorkomt en die partij zijn bij de Convenio para la Conservación y Manejo de la Vicuña, en de zelfkant van het opschrift „VICUÑA-ARGENTINA”. Andere producten moeten voorzien zijn van een etiket met het logo en de vermelding „VICUÑA-ARGENTINA-ARTESANÍA”. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden beschouwd en de handel daarin dient in overeenstemming daarmee te worden gereguleerd.

(2)  Populatie in Bolivia (opgenomen in bijlage B):

Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationale handel in wol geschoren van levende vicuña's alsmede in daarvan vervaardigde weefsels en artikelen, met inbegrip van luxehandwerk en gebreide artikelen. De achterkant van het weefsel moet zijn voorzien van het logo dat is aangenomen door de staten waar de soort voorkomt en die partij zijn bij de Convenio para la Conservación y Manejo de la Vicuña, en de zelfkant van het opschrift „VICUÑA-BOLIVIA”. Andere producten moeten voorzien zijn van een etiket met het logo en de vermelding „VICUÑA-BOLIVIA-ARTESANÍA”. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden beschouwd en de handel daarin dient in overeenstemming daarmee te worden gereguleerd.

(3)  Populatie in Chili (opgenomen in bijlage B):

Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationale handel in wol geschoren van levende vicuña's van de in bijlage B opgenomen populaties, alsmede in daarvan vervaardigde weefsels en artikelen, met inbegrip van luxehandwerk en gebreide artikelen. De achterkant van het weefsel moet zijn voorzien van het logo dat is aangenomen door de staten waar de soort voorkomt en die partij zijn bij de Convenio para la Conservación y Manejo de la Vicuña, en de zelfkant van het opschrift „VICUÑA-CHILE”. Andere producten moeten voorzien zijn van een etiket met het logo en de vermelding „VICUÑA-CHILE-ARTESANÍA”. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden beschouwd en de handel daarin dient in overeenstemming daarmee te worden gereguleerd.

(4)  Populatie in Peru (opgenomen in bijlage B):

Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationale handel in wol geschoren van levende vicuña's en in de voorraad van 3 249 kg wol die bestond ten tijde van de negende vergadering van de Conferentie der Partijen (november 1994) alsmede in daarvan vervaardigde weefsels en artikelen, met inbegrip van luxehandwerk en gebreide artikelen. De achterkant van het weefsel moet zijn voorzien van het logo dat is aangenomen door de staten waar de soort voorkomt en die partij zijn bij de Convenio para la Conservación y Manejo de la Vicuña, en de zelfkant van het opschrift „VICUÑA-PERU”. Andere producten moeten voorzien zijn van een etiket met het logo en de vermelding „VICUÑA-PERU-ARTESANÍA”. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden beschouwd en de handel daarin dient in overeenstemming daarmee te worden gereguleerd.

(5)  Alle soorten zijn opgenomen in bijlage II, met uitzondering van Balaena mysticetus, Eubalaena spp., Balaenoptera acutorostrata (met uitzondering van de West-Groenlandse populatie), Balaenoptera bonaerensis, Balaenoptera borealis, Balaenoptera edeni, Balaenoptera musculus, Balaenoptera physalus, Megaptera novaeangliae, Orcaella brevirostris, Sotalia spp., Sousa spp., Eschrichtius robustus, Lipotes vexillifer, Caperea marginata, Neophocaena phocaenoides, Phocoena sinus, Physeter catodon, Platanista spp., Berardius spp. en Hyperoodon spp., die zijn opgenomen in bijlage I. Specimens van de in bijlage II bij de overeenkomst vermelde soorten die door Groenlanders krachtens een door de betrokken bevoegde autoriteit verleende vergunning werden gevangen, met inbegrip van de producten en derivaten daarvan maar met uitzondering van de voor commerciële doeleinden bestemde vleesproducten, worden behandeld als vallend onder bijlage B. Er wordt een jaarlijks exportquotum van nul vastgesteld voor levende specimens van Tursiops truncatus afkomstig van de populatie van de Zwarte Zee die aan de natuur werden onttrokken en voor overwegend commerciële doeleinden in de handel worden gebracht.

(6)  Populaties in Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe (opgenomen in bijlage B):

Uitsluitend met het oog op het toestaan van: a) niet-commercieel verkeer van jachttrofeeën; b) verkeer van levende dieren met een passende en aanvaardbare bestemming als omschreven in Res. Conf. 11.20 voor Botswana en Zimbabwe en ten behoeve van instandhoudingsprogramma’s in situ voor Namibië en Zuid-Afrika; c) handel in huiden; d) handel in haar; e) handel in lederwaren: commercieel en niet-commercieel verkeer in het geval van Botswana, Namibië en Zuid-Afrika en niet-commercieel verkeer in het geval van Zimbabwe; f) niet-commercieel verkeer van individueel gemerkte en gecertificeerde, in afgewerkte sieraden verwerkte ekipa’s voor Namibië en niet-commercieel verkeer van ivoorsnijwerk voor Zimbabwe; g) handel in geregistreerd onbewerkt ivoor (voor Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe: complete slagtanden en stukken), voor zover aan de volgende voorwaarden is voldaan: i) uitsluitend geregistreerde voorraden die eigendom zijn van de overheid en afkomstig zijn uit het betrokken land (met uitsluiting van in beslag genomen ivoor en ivoor van onbekende herkomst); ii) uitsluitend naar handelspartners waarvan door het Secretariaat in overleg met het Permanent Comité is vastgesteld dat zij over adequate nationale wetgeving en adequate interne mechanismen voor controle op de handel beschikken om te garanderen dat het ingevoerde ivoor niet wordt wederuitgevoerd en wordt beheerd conform alle eisen van Res. Conf. 10.10 (als herzien door CdP14) inzake de binnenlandse verwerking en handel; iii) niet alvorens het Secretariaat de toekomstige invoerende landen en de geregistreerde voorraden in overheidsbezit heeft gecontroleerd; iv) onbewerkt ivoor in het kader van de voorwaardelijke verkoop van geregistreerde ivoorvoorraden die eigendom zijn van de overheid, zoals overeengekomen op CdP12, ten belope van 20 000 kg (Botswana), 10 000 kg (Namibië) resp. 30 000 kg (Zuid-Afrika); v) bovenop de op CdP12 overeengekomen hoeveelheden mag ivoor in overheidsbezit van Botswana, Zimbabwe, Namibië en Zuid-Afrika, voor zover het vóór 31 januari 2007 werd geregistreerd en door het Secretariaat is gecontroleerd, samen met het onder g), iv), bedoeld ivoor worden verhandeld en verzonden in het kader van één enkele transactie per bestemming onder streng toezicht van het Secretariaat; vi) de opbrengst van de verkoop wordt uitsluitend gebruikt voor programma’s ter instandhouding van de olifant en voor het behoud en de ontwikkeling van gemeenschappen in of grenzend aan het verspreidingsgebied van de olifant; en vii) de onder g), v), bedoelde extra hoeveelheden worden alleen verhandeld nadat het Permanent Comité heeft bevestigd dat aan bovenvermelde voorwaarden is voldaan; h) er worden aan de Conferentie der Partijen geen verdere voorstellen tot toelating van handel in olifantenivoor afkomstig van reeds in bijlage B opgenomen populaties voorgelegd voor de periode die aanvangt met CdP14 en eindigt negen jaar na het tijdstip van de ene verkoop van ivoor die plaatsvindt overeenkomstig het bepaalde onder g), i), g), ii), g), iii), g), vi) en g), vii). Dergelijke verdere voorstellen worden voorts behandeld overeenkomstig de Besluiten 14.77 en 14.78. Op voorstel van het Secretariaat kan het Permanent Comité besluiten dit handelsverkeer geheel of gedeeltelijk stop te zetten indien de uitvoerende of invoerende landen de regels niet naleven of indien wordt aangetoond dat dit verkeer schadelijke gevolgen heeft voor andere olifantenpopulaties. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden beschouwd en de handel daarin dient in overeenstemming daarmee te worden gereguleerd.

(7)  De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing op:

 

fossielen;

 

koraalzand, dat wil zeggen materiaal dat volledig of gedeeltelijk bestaat uit fijngemalen stukken dood koraal met een doorsnede van maximaal 2 mm, dat onder andere ook de resten van Foraminifera, schelpen van weekdieren, pantsers van schaaldieren en verkalkte wieren kan bevatten;

 

koraalfragmenten (met inbegrip van grind en puin), dat wil zeggen losse stukken gebroken vingervormig dood koraal en ander materiaal met een doorsnede van 2 tot 30 mm.

(8)  Op kunstmatig gekweekte specimens van de volgende hybriden en/of cultivars zijn de bepalingen van de verordening niet van toepassing:

 

Hatiora x graeseri

 

Schlumbergera x buckleyi

 

Schlumbergera russelliana x Schlumbergera truncata

 

Schlumbergera orssichiana x Schlumbergera truncata

 

Schlumbergera opuntioides x Schlumbergera truncata

 

Schlumbergera truncata (cultivars)

 

Cactaceae spp.: de chlorofylloze kleurmutanten die zijn geënt op de volgende onderstammen: Harrisia„Jusbertii”, Hylocereus trigonus of Hylocereus undatus

 

Opuntia microdasys (cultivars).

(9)  Op kunstmatig gekweekte specimens van hybriden van de genera Cymbidium, Dendrobium, Phalaenopsis en Vanda zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing indien aan de onder a) en b) gespecificeerde voorwaarden is voldaan:

a)

zij kunnen gemakkelijk worden herkend als kunstmatig gekweekte specimens en vertonen geen tekenen dat zij aan de wilde natuur zijn onttrokken, zoals mechanische schade of sterke uitdroging als gevolg van het verzamelen, onregelmatige groei en heterogeniteit qua grootte en vorm binnen hetzelfde taxon en dezelfde partij, aan de bladeren klevende algen of andere epifyllen of door insecten of andere organismen veroorzaakte schade; en

b)

i)

indien zij in niet-bloeiende toestand worden verzonden, dienen de specimens te worden verhandeld in zendingen die bestaan uit individuele recipiënten (bijvoorbeeld pakken, dozen, kratten of afzonderlijke laadborden met CC-containers) met telkens 20 of meer exemplaren van dezelfde hybride vorm; de planten in elke recipiënt dienen een hoge mate van uniformiteit te vertonen en in goede gezondheid te verkeren; en de zendingen dienen vergezeld te gaan van documentatie, zoals een factuur, waarin het aantal planten van elke hybride vorm duidelijk is aangegeven; of

ii)

indien zij in bloeiende toestand worden verzonden, met ten minste één volledig geopende bloem per specimen, is geen minimumaantal specimens per zending vereist maar dienen de specimens op professionele wijze te zijn klaargemaakt voor de detailverkoop, bijvoorbeeld door het aanbrengen van gedrukte etiketten of het gebruik van bedrukte verpakkingen waarop de naam van de hybride en die van het land van laatste verwerking zijn vermeld. Deze informatie dient duidelijk zichtbaar te zijn en een vlotte controle mogelijk te maken.

Planten die niet duidelijk voor deze vrijstelling in aanmerking komen, moeten vergezeld gaan van de passende CITES-documenten.

(10)  Op kunstmatig gekweekte specimens van cultivars van Cyclamen persicum zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing. Deze vrijstelling geldt evenwel niet voor als slapende knollen verhandelde specimens.

(11)  Op levende, kunstmatig gekweekte hybriden en cultivars van Taxus cuspidata in potten of andere kleine recipiënten, deel uitmakend van een zending die vergezeld gaat van een etiket of document waarop de naam van het taxon of de taxa en de tekst „artificially propagated/kunstmatig gekweekt” zijn vermeld, zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing.


19.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 123/62


VERORDENING (EG) Nr. 408/2009 VAN DE COMMISSIE

van 18 mei 2009

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 793/2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (1), en met name op artikel 19, lid 4, tweede alinea, artikel 20, lid 2, en artikel 25,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uit de ervaring met de toepassing van Verordening (EG) nr. 793/2006 van de Commissie (2) blijkt dat de bepalingen van die verordening moeten worden aangepast.

(2)

Op grond van artikel 19, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 247/2006 is binnen de grenzen van de behoeften voor lokale consumptie de productie, uitsluitend voor plaatselijk verbruik, van uit melkpoeder van communautaire oorsprong gereconstitueerde UHT-melk op Madeira toegestaan, voor zover deze maatregel garandeert dat de lokaal geproduceerde melk wordt opgehaald en afgezet. Voor de toepassing van die regel moeten uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld.

(3)

Het is dienstig te voorzien in de uitvoeringsbepalingen voor de afzet van op Madeira geproduceerde verse koemelk en te bepalen hoeveel lokaal geproduceerde melk moet worden verwerkt in de voor plaatselijk verbruik bestemde gereconstitueerde UHT-melk. Uit ervaring is gebleken dat een minimumhoeveelheid van 15 % voldoende is om ervoor te zorgen dat de lokaal geproduceerde melk wordt opgehaald en afgezet.

(4)

Teneinde de consument correcte informatie te verschaffen en gelet op het uitzonderlijke karakter van deze afwijking, dient de manier waarop het product is verkregen, op het etiket te worden vermeld.

(5)

De in artikel 19, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 247/2006 bedoelde toestemming geldt uitsluitend voor de vervaardiging van voor plaatselijk verbruik bestemde gereconstitueerde UHT-melk en moet derhalve vergezeld gaan van een uitvoerverbod voor gereconstitueerde melk.

(6)

Op grond van artikel 20, lid 1, van Verordening (EG) nr. 247/2006 mogen de Franse overzeese departementen (DOM) en Madeira runderen van oorsprong uit derde landen, bestemd om te worden gemest en ter plaatse te worden geconsumeerd, invoeren zonder dat douanerechten worden toegepast, totdat het bestand van lokale jonge mannelijke runderen een niveau bereikt dat toereikend is voor de instandhouding en de ontwikkeling van de lokale vleesproductie. Deze voorziening mag alleen gelden voor jonge mannelijke mestrunderen.

(7)

Voor de toepassing van artikel 20, lid 2, van Verordening (EG) nr. 247/2006 zijn doeltreffende controles vereist op de specifieke bestemming van de ingevoerde dieren, en met name op de inachtneming van een minimumduur van de mestperiode. Teneinde te waarborgen dat de dieren gedurende deze periode in de hiervoor aangewezen bedrijven worden gemest, dient derhalve een zekerheid te worden gesteld.

(8)

Gelet op het technische karakter van de uitvoeringsbepalingen van de bovenbedoelde regeling dient te worden voorzien in een overgangsperiode voor de toepassing van deze bepalingen.

(9)

Overeenkomstig artikel 47, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 793/2006 verstrekken de bevoegde autoriteiten de Commissie met betrekking tot de specifieke voorzieningsregelingen uiterlijk op de vijftiende dag van de maand die volgt op het einde van elk kwartaal, de gegevens voor de voorafgaande maanden. In artikel 47, lid 1, tweede alinea, is evenwel gepreciseerd dat de in de eerste alinea bedoelde gegevens worden verstrekt op basis van de gebruikte certificaten. Anderzijds wordt de geldigheidsduur van het certificaat overeenkomstig artikel 10, lid 2, van diezelfde verordening vastgesteld in overeenstemming met de termijn waarbinnen het vervoer plaatsvindt, maar mag, gerekend vanaf de datum van afgifte van het certificaat, niet meer dan twee maanden bedragen. Tot slot moet het steuncertificaat overeenkomstig artikel 7 van diezelfde verordening worden overgelegd binnen dertig dagen na de datum waarop het steuncertificaat is afgeboekt. Aangezien van de marktdeelnemers niet kan worden verwacht dat zij de gebruikte hoeveelheden overdragen binnen een kortere dan de door de regelgeving toegestane termijn van maximaal drie maanden, te rekenen vanaf de datum van afgifte van het certificaat, zijn de maandelijkse gegevens voor het kwartaal, die moeten worden verstrekt op de vijftiende dag van de maand die volgt op dit kwartaal, onvermijdelijk onvolledig. Bijgevolg dient de termijn voor het verstrekken van deze gegevens te worden verschoven naar de laatste dag van de maand die volgt op dat kwartaal en dient te worden bepaald dat de op die datum beschikbare gegevens dienen te worden verstrekt. De voorlopige gegevens zullen via latere mededelingen worden vervangen door definitieve gegevens.

(10)

Met het oog op een homogeen en geharmoniseerd beheer van de gegevens betreffende de specifieke voorzieningsregelingen, die periodiek aan de Commissie moeten worden verstrekt, dienen de bevoegde autoriteiten een standaardformulier te gebruiken, dat in de bijlage bij deze verordening is opgenomen.

(11)

De in artikel 49 van Verordening (EG) nr. 793/2006 vastgestelde bepalingen voor de wijziging van de programma's dienen nauwkeuriger te zijn. De uiterste datum voor het indienen van de jaarlijkse aanvragen tot wijziging van de algemene programma's moet naar voren worden geschoven om te vermijden dat de goedkeuringsbesluiten te laat worden vastgesteld. Als gevolg van de begrotingsregels moeten de goedgekeurde wijzigingen worden toegepast met ingang van 1 januari van het jaar dat volgt op de wijzigingsaanvraag. Bovendien moeten bepaalde voorschriften met betrekking tot geringe wijzigingen die slechts voor kennisgeving aan de Commissie moeten worden gemeld, nader worden gepreciseerd.

(12)

Verordening (EG) nr. 793/2006 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(13)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rechtstreekse betalingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 793/2006 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Aan titel IV wordt het volgende hoofdstuk III toegevoegd:

„HOOFDSTUK III

Dierlijke producten

Artikel 46 bis

Melk

1.   In de in artikel 19, lid 4, van Verordening (EG) nr. 247/2006 bedoelde gereconstitueerde UHT-melk wordt ten minste 15 % lokaal geproduceerde verse koemelk verwerkt.

Op het verkoopetiket wordt duidelijk aangegeven hoe de aldus gereconstitueerde UHT-melk is verkregen.

2.   De in lid 1 bedoelde melk mag niet buiten de archipel van Madeira worden uitgevoerd.

Artikel 46 ter

Veehouderij

1.   Totdat het bestand van lokale jonge mannelijke runderen een niveau bereikt dat toereikend is voor de instandhouding en de ontwikkeling van de lokale vleesproductie, bestaat de mogelijkheid om runderen van oorsprong uit derde landen van GN-code 0102 90 05, 0102 90 29 of 0102 90 49, die bestemd zijn om te worden gemest in de Franse overzeese departementen en op Madeira, in te voeren zonder dat douanerechten worden toegepast.

2.   De in lid 1 bedoelde vrijstelling van douanerechten geldt op voorwaarde dat de ingevoerde dieren gedurende ten minste 120 dagen worden gemest in het ultraperifere gebied dat het invoercertificaat heeft afgegeven.

3.   Vrijstelling van invoerrechten geldt uitsluitend wanneer:

a)

de importeur of de aanvrager bij aankomst van de dieren in de Franse overzeese departementen of op Madeira schriftelijk verklaart dat de runderen ter plaatse zullen worden gemest gedurende een periode van 120 dagen, te rekenen vanaf de dag van effectieve aankomst, en vervolgens aldaar zullen worden geconsumeerd;

b)

de importeur of de aanvrager er zich bij aankomst van de dieren schriftelijk toe verbindt om binnen één maand na de dag van aankomst van de runderen aan de bevoegde autoriteiten te melden op welk bedrijf de runderen zullen worden gemest;

c)

bij de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat een zekerheid is gesteld waarvan het bedrag voor elke in aanmerking komende GN-code in bijlage VIII bis bij de onderhavige verordening is vastgesteld. Het mesten van de ingevoerde dieren in de Franse overzeese departementen en op Madeira gedurende ten minste 120 dagen, te rekenen vanaf de dag waarop de aangifte voor het vrije verkeer wordt aanvaard, geldt als primaire eis in de zin van artikel 20, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie (3).

4.   Behoudens overmacht wordt de in lid 3, onder c), bedoelde zekerheid pas vrijgegeven als aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat het bewijs wordt geleverd dat de jonge runderen:

a)

op de overeenkomstig lid 3, onder b), vermelde bedrijven zijn gemest;

b)

niet binnen 120 dagen na de dag van invoer zijn geslacht, of

c)

binnen die periode om gezondheidsredenen zijn geslacht of als gevolg van een ziekte of een ongeval zijn gestorven.

d)

Nadat dit bewijs is geleverd, wordt de zekerheid onmiddellijk vrijgegeven.

2.

Artikel 47, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

a)

in de eerste alinea wordt de inleidende zin vervangen door:

„Met betrekking tot de specifieke voorzieningsregelingen verstrekken de bevoegde autoriteiten de Commissie uiterlijk op de laatste dag van de maand die volgt op het einde van elk kwartaal, de volgende op dat tijdstip beschikbare gegevens voor de voorafgaande maanden van het referentiekalenderjaar, uitgesplitst naar product en GN-code en, in voorkomend geval, naar bijzondere bestemming:”;

b)

de tweede alinea wordt vervangen door:

„De in de eerste alinea bedoelde gegevens worden verstrekt op basis van de gebruikte certificaten. Zij worden langs elektronische weg aan de Commissie meegedeeld met gebruikmaking van het in bijlage VIII ter opgenomen formulier. Wanneer de op de laatste dag van januari voor het voorgaande kalenderjaar meegedeelde gegevens slechts voorlopig zijn, worden zij vervangen door definitieve gegevens via een latere mededeling die de bevoegde autoriteiten uiterlijk op 31 maart daaropvolgend aan de Commissie doen toekomen.”.

3.

Artikel 49 wordt vervangen door:

„Artikel 49

Wijziging van de programma's

1.   Wijzigingen van de krachtens artikel 24, lid 2, van Verordening (EG) nr. 247/2006 goedgekeurde algemene programma's worden ter goedkeuring aan de Commissie voorgelegd en worden met redenen omkleed, met name aan de hand van de volgende gegevens:

a)

de redenen en eventuele problemen bij de tenuitvoerlegging die de aanpassing van het algemene programma rechtvaardigen;

b)

de verwachte effecten van de wijziging;

c)

de gevolgen voor de financiering en voor de controle op de naleving van de verbintenissen.

Behalve bij overmacht of in uitzonderlijke omstandigheden dienen de lidstaten de aanvragen tot wijziging van de programma's niet vaker dan eens per kalenderjaar en per programma in. Deze wijzigingsaanvragen moeten uiterlijk op 1 augustus van elk jaar in het bezit zijn van de Commissie.

Tenzij de Commissie verzet aantekent tegen de aangevraagde wijzigingen, worden de voorgenomen wijzigingen van toepassing met ingang van 1 januari na het jaar waarin zij zijn gemeld.

Een vervroegde inwerkingtreding van dergelijke wijzigingen is mogelijk indien de Commissie de lidstaat vóór de in de derde alinea bedoelde datum er schriftelijk van in kennis stelt dat de gemelde wijzigingen in overeenstemming zijn met de Gemeenschapswetgeving.

Indien de gemelde wijziging niet in overeenstemming is met de Gemeenschapswetgeving, stelt de Commissie de betrokken lidstaat daarvan in kennis en wordt de wijziging pas van toepassing wanneer de Commissie een wijziging ontvangt die als wel in overeenstemming met deze wetgeving wordt beschouwd.

2.   In afwijking van lid 1 geldt voor de volgende wijzigingen dat de Commissie de voorstellen van de lidstaten binnen een termijn van uiterlijk vier maanden nadat deze zijn ingediend, beoordeelt en al dan niet goedkeurt overeenkomstig de in artikel 26, lid 2, van Verordening (EG) nr. 247/2006 bedoelde procedure:

a)

de opneming van nieuwe maatregelen, acties, producten of steunregelingen in het algemene programma, en

b)

de verhoging van het eenheidsbedrag van de reeds voor elke bestaande maatregel of steunregeling goedgekeurde steun met meer dan 50 % ten opzichte van het bedrag dat gold op het ogenblik van de indiening van de wijzigingsaanvraag.

De aldus goedgekeurde wijzigingen zijn van toepassing met ingang van 1 januari van het jaar dat volgt op dat van de wijzigingsaanvraag.

3.   De lidstaten mogen, zonder gebruik te maken van de in lid 1 vastgestelde procedure, de volgende wijzigingen aanbrengen, op voorwaarde dat deze aan de Commissie worden gemeld:

a)

met betrekking tot de geraamde voorzieningsbalansen, wijzigingen van het individuele steunniveau van ten hoogste 20 % of wijzigingen van de hoeveelheden van de onder de voorzieningsregelingen vallende producten en bijgevolg wijzigingen van het totale steunbedrag dat voor elke categorie producten wordt toegekend;

b)

met betrekking tot de communautaire programma's ter ondersteuning van de lokale productie, wijzigingen van ten hoogste 20 % van de financiële toewijzing voor elke maatregel, en

c)

wijzigingen als gevolg van het wijzigen van codes en omschrijvingen die zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (4) en de producten beschrijven die voor steun in aanmerking komen, op voorwaarde dat deze wijzigingen geen verandering van het product zelf meebrengen.

De in de eerste alinea genoemde wijzigingen worden slechts van toepassing op de dag waarop de Commissie deze ontvangt. Zij moeten naar behoren worden toegelicht en met redenen omkleed, en zij worden slechts eenmaal per jaar ten uitvoer gelegd, behalve in de volgende gevallen:

a)

overmacht of uitzonderlijke omstandigheden,

b)

wijziging van de hoeveelheden van de onder de voorzieningsregeling vallende producten,

c)

wijziging van de statistieknomenclatuur en de codes van het gemeenschappelijk douanetarief, zoals vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 2658/87,

d)

begrotingsoverdrachten binnen de maatregelen inzake productiesteun. Deze laatste wijzigingen moeten evenwel worden gemeld uiterlijk op 30 april van het jaar dat volgt op het kalenderjaar waarop de gewijzigde financiële toewijzing betrekking heeft.

4)

De bijlagen VIII bis en VIII ter, waarvan de tekst is opgenomen in de bijlage bij de onderhavige verordening, worden ingevoegd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 1, punt 1, is evenwel van toepassing met ingang van 1 januari 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 mei 2009.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1.

(2)  PB L 145 van 31.5.2006, blz. 1.

(3)  PB L 205 van 3.8.1985, blz. 5.”.

(4)  PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.”.


BIJLAGE

BIJLAGE VIII bis

ZEKERHEIDSBEDRAGEN

Mannelijke mestrunderen

(GN-code)

Bedrag per dier (in EUR)

0102 90 05

28

0102 90 29

56

0102 90 49

105

BIJLAGE VIII ter

MODULES VOOR DE DRIEMAANDELIJKSE MEDEDELING VAN DE GEGEVENS BETREFFENDE DE SPECIFIEKE VOORZIENINGSREGELING

ARTIKEL 47, lid 1, onder a),

VAN VERORDENING (EG) Nr. 793/2006

Uit derde landen ingevoerde of uit de Gemeenschap geleverde hoeveelheden, uitgesplitst naar herkomst

„GEBIED”

PERIODE VAN „DD/MM/JJJJ TOT EN MET DD/MM/JJJJ”

Naam van het product

GN-code

Januari

Februari

Maart

April

Mei

Juni

Herkomst

Geleverde hoeveelheid

in ton

Herkomst

Geleverde hoeveelheid

in ton

Herkomst

Geleverde hoeveelheid

in ton

Herkomst

Geleverde hoeveelheid

in ton

Herkomst

Geleverde hoeveelheid

in ton

Herkomst

Geleverde hoeveelheid

in ton

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Naam van het product

GN-code

Juli

Augustus

September

Oktober

November

December

Jaartotaal

Herkomst

Geleverde hoeveelheid

in ton

Herkomst

Geleverde hoeveelheid

in ton

Herkomst

Geleverde hoeveelheid

in ton

Herkomst

Geleverde hoeveelheid

in ton

Herkomst

Geleverde hoeveelheid

in ton

Herkomst

Geleverde hoeveelheid

in ton

Herkomst

Geleverde hoeveelheid

in ton

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ARTIKEL 47, lid 1, onder b),

VAN VERORDENING (EG) Nr. 793/2006

Steunbedrag en werkelijk betaalde kosten per product en, in voorkomend geval, per bijzondere bestemming

„GEBIED”

PERIODE VAN „DD/MM/JJJJ TOT EN MET DD/MM/JJJJ”

Naam van het product (1)

GN-code

Steunbedrag

(EUR/ton)

Betaald bedrag

Januari

Februari

Maart

April

Mei

Juni

Juli

Augustus

September

Oktober

November

December

Jaartotaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ARTIKEL 47, lid 1, onder c),

VAN VERORDENING (EG) Nr. 793/2006

Hoeveelheden waarvoor de certificaten niet zijn gebruikt, uitgesplitst naar categorie van certificaten (steuncertificaten of vrijstellingscertificaten)

„GEBIED”

PERIODE VAN „DD/MM/JJJJ TOT EN MET DD/MM/JJJJ”

Naam van het product

GN-code

Soort certificaten

Niet-gebruikte hoeveelheden

Januari

Februari

Maart

April

Mei

Juni

Juli

Augustus

September

Oktober

November

December

Jaartotaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ARTIKEL 47, lid 1, onder d),

VAN VERORDENING (EG) Nr. 793/2006

Eventueel overeenkomstig artikel 16 opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden en eenheids- en totaalbedragen van de ingevorderde steun

„GEBIED”

PERIODE VAN „DD/MM/JJJJ TOT EN MET DD/MM/JJJJ”

Naam van het product

GN-code

Januari

Februari

Maart

April

Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden

(in ton)

Bedrag per eenheid

Ingevorderde bedragen

Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden

(in ton)

Bedrag per eenheid

Ingevorderde bedragen

Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden

(in ton)

Bedrag per eenheid

Ingevorderde bedragen

Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden

(in ton)

Bedrag per eenheid

Ingevorderde bedragen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Naam van het product

GN-code

Mei

Juni

Juli

Augustus

Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden

(in ton)

Bedrag per eenheid

Ingevorderde bedragen

Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden

(in ton)

Bedrag per eenheid

Ingevorderde bedragen

Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden

(in ton)

Bedrag per eenheid

Ingevorderde bedragen

Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden

(in ton)

Bedrag per eenheid

Ingevorderde bedragen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Naam van het product

GN-code

September

Oktober

November

December

Jaartotaal

Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden

(in ton)

Bedrag per eenheid

Ingevorderde bedragen

Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden

(in ton)

Bedrag per eenheid

Ingevorderde bedragen

Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden

(in ton)

Bedrag per eenheid

Ingevorderde bedragen

Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden

(in ton)

Bedrag per eenheid

Ingevorderde bedragen

Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden

(in ton)

Ingevorderde bedragen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ARTIKEL 47, lid 1, onder e),

VAN VERORDENING (EG) Nr. 793/2006

Eventueel overeenkomstig artikel 18 na verwerking opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden

„GEBIED”

PERIODE VAN „DD/MM/JJJJ TOT EN MET DD/MM/JJJJ”

Naam van het product

GN-code

Opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden in ton

Januari

Februari

Maart

April

Mei

Juni

Juli

Augustus

September

Oktober

November

December

Jaartotaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ARTIKEL 47, lid 1, onder f),

VAN VERORDENING (EG) Nr. 793/2006

Overdrachten binnen een totale hoeveelheid voor een categorie producten en tussentijdse wijzigingen van de geraamde voorzieningsbalansen

„GEBIED”

PERIODE VAN „DD/MM/JJJJ TOT EN MET DD/MM/JJJJ”

Naam van het product

GN-code

1e kwartaal

2e kwartaal

3e kwartaal

4e kwartaal

Jaartotaal

Tussentijdse balans

(in ton)

Overgedragen hoeveelheden

Gewijzigde balans

Tussentijdse balans

(in ton)

Overgedragen hoeveelheden

Gewijzigde balans

Tussentijdse balans

(in ton)

Overgedragen hoeveelheden

Gewijzigde balans

Tussentijdse balans

(in ton)

Overgedragen hoeveelheden

Gewijzigde balans

Tussentijdse balans

(in ton)

Overgedragen hoeveelheden

Gewijzigde balans

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ARTIKEL 47, lid 1, onder g),

VAN VERORDENING (EG) Nr. 793/2006

Beschikbaar saldo en benuttingspercentage

„GEBIED”

PERIODE VAN „DD/MM/JJJJ TOT EN MET DD/MM/JJJJ”

Naam van het product

GN-code

Tussentijdse balans (in ton)

Gebruikte hoeveelheden

Januari

Februari

Maart

April

Mei

Juni

Juli

Augustus

September

Oktober

November

December

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ARTIKEL 18

Naam van het product

GN-code

Tussentijdse balans (in ton)

Gebruikte hoeveelheden

Januari

Februari

Maart

April

Mei

Juni

Juli

Augustus

September

Oktober

November

December

Gebruikte hoeveelheden

Saldo

Benuttingspercentage

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


(1)  geef aan of het rechtstreekse dan wel industriële consumptie betreft.


19.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 123/78


VERORDENING (EG) Nr. 409/2009 VAN DE COMMISSIE

van 18 mei 2009

tot vaststelling van communautaire omrekeningsfactoren en codes van aanbiedingsvormen voor de omzetting van verwerkt gewicht aan vis in levend gewicht aan vis, en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2807/83 van de Commissie

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De toepassing van Verordening (EEG) nr. 2807/83 van de Commissie van 22 september 1983 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de registratie van gegevens over de visvangst van de lidstaten (2) heeft bepaalde verschillen aan het licht gebracht die problemen geven bij de toepassing en de handhaving van de communautaire regelgeving en die moeten worden gecorrigeerd, met name door de omrekeningsfactoren voor verse vis in de lidstaten te harmoniseren.

(2)

Er moeten codes van aanbiedingsvormen voor verwerkte vis worden vastgesteld om dubbelzinnigheden bij de interpretatie van geregistreerde gegevens weg te nemen en zo een efficiëntere controle van de door de lidstaten gedane vangsten mogelijk te maken.

(3)

Geharmoniseerde communautaire omrekeningsfactoren zullen leiden tot een geharmoniseerde berekening van het quotumgebruik van alle lidstaten, een efficiënter toezicht op de naleving van de aangifteverplichtingen en een gestandaardiseerde berekening van de tolerantiemarge.

(4)

Met het oog op de correcte toepassing van de omrekeningsfactoren voor vis mogen uitsluitend de alfa-3-codes voor vissoorten worden gebruikt die door de FAO zijn vastgesteld. Verordening (EEG) nr. 2807/83 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Bij deze verordening worden communautaire omrekeningsfactoren en codes van aanbiedingsvormen voor verwerkte vis vastgesteld die het mogelijk maken om, met het oog op de controle van de vangsten, verwerkt gewicht aan vis om te zetten in levend gewicht aan vis.

Artikel 2

Werkingssfeer

Deze verordening geldt voor visserijproducten die aan boord zijn van of worden aangeland of overgeladen door communautaire vissersvaartuigen en vaartuigen van derde landen die in de wateren van de Europese Unie vissen.

Artikel 3

Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a)   „communautair vissersvaartuig”: een vissersvaartuig dat de vlag van een lidstaat voert en in de Gemeenschap is geregistreerd;

b)   „vis”: een marien organisme waarvoor vangstbeperkingen gelden;

c)   „aanbiedingsvorm”: de vorm van de vis na verwerking aan boord van het vissersvaartuig en vóór de aanlanding, als beschreven in bijlage I;

d)   „collectieve aanbiedingsvorm”: een aanbiedingsvorm waarbij twee of meer van dezelfde vis afkomstige delen samen worden aangeboden;

e)   „totaal toegestane vangsten (TAC's)”: de hoeveelheden die elk jaar van elk bestand mogen worden gevangen en aangeland;

f)   „quotum”: een vast aandeel van de aan de Gemeenschap of de lidstaten toegewezen TAC's;

g)   „staat van verwerking”: de wijze waarop de vis wordt bewaard (vers en vers gezouten).

Artikel 4

Algemene beginselen

1.   De communautaire omrekeningsfactoren die in bijlage II en bijlage III worden vastgesteld, zijn van toepassing om verwerkt gewicht aan vis om te zetten in levend gewicht aan vis.

2.   In afwijking van lid 1 zijn, als regionale organisaties voor visserijbeheer waarbij de Europese Gemeenschap overeenkomstsluitende partij of meewerkende niet-overeenkomstsluitende partij is, of regio’s of kustgebieden waarmee de Europese Gemeenschap een overeenkomst heeft gesloten op grond waarvan zij in de wateren van de betrokken derde landen mag vissen, regionale omrekeningsfactoren hebben vastgesteld, die factoren van toepassing.

3.   Als voor een bepaalde soort of aanbiedingsvorm geen communautaire of regionale omrekeningsfactoren bestaan, is de door de vlaggenlidstaat vastgestelde omrekeningsfactor van toepassing.

Artikel 5

Berekeningsmethode

1.   Het levend gewicht aan vis wordt verkregen door het verwerkt gewicht aan vis te vermenigvuldigen met de omrekeningsfactor voor elke soort en aanbiedingsvorm, als bedoeld in artikel 4.

2.   Bij collectieve aanbiedingsvormen wordt slechts gebruikgemaakt van één omrekeningsfactor, die met een van de delen van de collectieve aanbiedingsvorm overeenkomt.

Artikel 6

Toepassing van de omrekeningsfactoren door de kapitein van het vissersvaartuig

1.   De kapitein van een communautair vissersvaartuig past de in artikel 4 bedoelde omrekeningsfactoren toe in het in artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 2847/93 bedoelde logboek om:

a)

het levend gewicht te ramen van de hoeveelheden die zich aan boord van het vissersvaartuig bevinden, en

b)

het levend gewicht te berekenen van de hoeveelheden die worden aangeland.

2.   Als de kapitein van het vissersvaartuig het nodig acht om in de in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 2847/93 bedoelde aanlandingsaangifte of de in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 2807/83 bedoelde aangifte van overlading de code van de aanbiedingsvorm „OTH” (overige) te gebruiken, omschrijft de kapitein precies wat met de aanbiedingsvorm „overige” wordt bedoeld.

Artikel 7

Toepassing van de communautaire omrekeningsfactorendoor de autoriteiten van de lidstaten

De autoriteiten van de lidstaten passen de in artikel 4 bedoelde omrekeningsfactoren toe wanneer zij het levend gewicht van de aanlandingen berekenen met het oog op de controle van het quotumgebruik.

Artikel 8

Wijziging van Verordening (EEG) nr. 2807/83

Artikel 1, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2807/83 wordt vervangen door:

„4.   Voor de vermelding van het gebruikte vistuig en de gevangen soorten in de desbetreffende rubrieken van het logboek worden de in bijlage VI opgenomen codes en de door de FAO voor de vissoorten vastgestelde alfa-3-codes gebruikt.”.

Artikel 9

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 mei 2009.

Voor de Commissie

Joe BORG

Lid van de Commissie


(1)  PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1.

(2)  PB L 276 van 10.10.1983, blz. 1.


BIJLAGE I

ALFA-3-CODES VAN DE AANBIEDINGSVORMEN

Alfa-3-code van de aanbiedingsvorm

Aanbiedingsvorm

Omschrijving

FIL

filets

Ontdaan van kop, ingewanden, graten en vinnen. Elke vis levert twee filets op, die op geen enkele plaats aan elkaar zijn vastgehecht.

FIS

filet zonder huid

Ontdaan van kop, ingewanden, graten, vinnen en huid. Elke vis levert twee filets op, die op geen enkele plaats aan elkaar zijn vastgehecht.

GHT

zonder ingewanden, kop of staart

Ontdaan van ingewanden, kop en staart

GUG

zonder ingewanden en kieuwen

Ontdaan van ingewanden en kieuwen

GUH

zonder ingewanden en kop

Ontdaan van ingewanden en kop

GUL

zonder ingewanden, maar met lever

Ontdaan van de ingewanden, behalve de lever

GUS

zonder ingewanden, kop en huid

Ontdaan van ingewanden, kop en huid

GUT

zonder ingewanden

Ontdaan van alle ingewanden

HEA

zonder kop

Ontdaan van de kop

LVR

lever

Uitsluitend de lever. Bij een collectieve aanbiedingsvorm moet de code LVR-C worden gebruikt.

OTH

overige

Alle andere aanbiedingsvormen

ROE

kuit

Uitsluitend kuit; bij een collectieve aanbiedingsvorm moet de code ROE-C worden gebruikt.

SGT

zonder ingewanden, gezouten

Gezouten en ontdaan van de ingewanden

TAL

staart

Uitsluitend de staart

TNG

tong

Uitsluitend de tong. Bij een collectieve aanbiedingsvorm moet de code TNG-C worden gebruikt.

WHL

het hele dier

Geen enkele vorm van verwerking

WNG

vleugels

Uitsluitend de vleugels


BIJLAGE II

COMMUNAUTAIRE OMREKENINGSFACTOREN VOOR VERSE VIS

Soort: witte tonijn

Thunnus alalunga

ALB

WHL

1,00

GUT

1,11


Soort: beryciden

Beryx spp.

ALF

WHL

1,00


Soort: ansjovis

Engraulis encrasicholus

ANE

WHL

1,00


Soort: zeeduivel

Lophiidae

ANF

WHL

1,00

GUT

1,22

GUH

3,00

TAL

3,00


Soort: ijsvis

Champsocephalus gunnari

ANI

WHL

1,00


Soort: grote zilvervis

Argentina silus

ARU

WHL

1,00


Soort: grootoogtonijn

Thunnus obesus

BET

WHL

1,00

GUT

1,10

GUH

1,29


Soort: blauwe leng

Molva dypterygia

BLI

WHL

1,00

GUT

1,17


Soort: griet

Scophthalmus rhombus

BLL

WHL

1,00

GUT

1,09


Soort: zwarte haarstaartvis

Aphanopus carbo

BSF

WHL

1,00

GUT

1,24

HEA

1,40


Soort: blauwe marlijn

Makaira nigricans

BUM

WHL

1,00


Soort: lodde

Mallotus villosus

CAP

WHL

1,00


Soort: kabeljauw

Gadus morhua

COD

WHL

1,00

GUT

1,17

GUH

1,70

HEA

1,38

FIL

2,60

FIS

2,60


Soort: schar

Limanda limanda

DAB

WHL

1,00

GUT

1,11

GUH

1,39


Soort: doornhaai

Squalus acanthias

DGS

WHL

1,00

GUT

1,35

GUS

2,52


Soort: bot

Platichthys flesus

FLE

WHL

1,00

GUT

1,08

GUS

1,39


Soort: gaffelkabeljauw

Phycis blennoides

GFB

WHL

1,00

GUT

1,11

GUH

1,40


Soort: zwarte heilbot

Reinhardtius hippoglossoides

GHL

WHL

1,00

GUT

1,08


Soort: schelvis

Melanogrammus aeglefinus

HAD

WHL

1,00

GUT

1,17

GUH

1,46


Soort: heilbot

Hippoglossus hippoglossus

HAL

WHL

1,00


Soort: haring

Clupea harengus

HER

WHL

1,00

GUT

1,12

GUH

1,19


Soort: heek

Merluccius merluccius

HKE

WHL

1,00

GUT

1,11

GUH

1,40


Soort: witte heek

Urophycis tenuis

HKW

WHL

1,00


Soort: horsmakreel

Trachurus spp.

JAX

WHL

1,00

GUT

1,08


Soort: Antarctische krillgarnaal

Euphausia superba

KRI

WHL

1,00


Soort: tongschar

Microstomus kitt

LEM

WHL

1,00

GUT

1,05


Soort: schartong

Lepidorhombus spp.

LEZ

WHL

1,00

GUT

1,06

FIL

2,50


Soort: langsnuitijsvis

Channichthys rhinoceratus

LIC

WHL

1,00


Soort: leng

Molva molva

LIN

WHL

1,00

GUT

1,14

GUH

1,32

FIL

2,64


Soort: makreel

Scomber scombrus

MAC

WHL

1,00

GUT

1,09


Soort: langoustine

Nephrops norvegicus

NEP

WHL

1,00

TAL

3,00


Soort: groene zuidpoolkabeljauw

Notothenia gibberifrons

NOG

WHL

1,00


Soort: kever

Trisopterus esmarkii

NOP

WHL

1,00


Soort: gemarmerde ijsvis

Notothenia rossii

NOR

WHL

1,00


Soort: Atlantische slijmkop

Hoplostethus atlanticus

ORY

WHL

1,00


Soort: Pacifische sneeuwkrab

Chionoecetes spp.

PCR

WHL

1,00


Soort: penaeusgarnaal

Penaeus spp.

PEN

WHL

1,00


Soort: schol

Pleuronectes platessa

PLE

WHL

1,00

GUT

1,05

GUH

1,39

FIL

2,40


Soort: koolvis

Pollachius virens

POK

WHL

1,00

GUT

1,19


Soort: pollak

Pollachius pollachius

POL

WHL

1,00

GUT

1,17


Soort: noordse garnaal

Pandalus borealis

PRA

WHL

1,00


Soort: roodbaars

Sebastes spp.

RED

WHL

1,00

GUT

1,19


Soort: noordelijke grenadier

Macrourus berglax

RHG

WHL

1,00


Soort: grenadiervis

Coryphaenoides rupestris

RNG

WHL

1,00

GUT

1,11

GUH

1,92

GHT

3,20


Soort: zandspiering

Ammodytes spp.

SAN

WHL

1,00


Soort: zeebrasem

Pagellus bogaraveo

SBR

WHL

1,00

GUT

1,11


Soort: ruwe langsnuitsnavelhaai

Deania histricosa

SDH

WHL

1,00


Soort: pijlhoofdhondshaai

Deania profundorum

SDU

WHL

1,00


Soort: Georgia-ijsvis

Pseudochaenichthys georgianus

SGI

WHL

1,00


Soort: tong

Solea solea

SOL

WHL

1,00

GUT

1,04


Soort: sprot

Sprattus sprattus

SPR

WHL

1,00


Soort: noordse rode inktvis

Illex illecebrosus

SQI

WHL

1,00


Soort: pijlinktvis

Martialia hyadesi

SQS

WHL

1,00


Soort: rog

Rajidae

SRX

WHL

1,00

GUT

1,13

WNG

2,09


Soort: zwaardvis

Xiphias gladius

SWO

WHL

1,00

GUT

1,11

GUH

1,31


Soort: zwarte Patagonische ijsheek

Dissostichus eleginoides

TOP

WHL

1,00


Soort: tarbot

Psetta maxima

TUR

WHL

1,00

GUT

1,09


Soort: torsk

Brosme brosme

USK

WHL

1,00

GUT

1,14


Soort: blauwe wijting

Micromesistius poutassou

WHB

WHL

1,00

GUT

1,15


Soort: wijting

Merlangius merlangus

WHG

WHL

1,00

GUT

1,18


Soort: witte marlijn

Tetrapturus albidus

WHM

WHL

1,00


Soort: witje

Glyptocephalus cynoglossus

WIT

WHL

1,00

GUT

1,06


Soort: geelstaartschar

Limanda ferruginea

YEL

WHL

1,00


BIJLAGE III

COMMUNAUTAIRE OMREKENINGSFACTOREN VOOR GEZOUTEN VERSE VIS

Soort: leng

Molva molva

LIN

SGT

2,80


II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is

BESLUITEN/BESCHIKKINGEN

Raad

19.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 123/86


BESLUIT VAN DE RAAD

van 11 mei 2009

houdende benoeming en vervanging van leden van de raad van bestuur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding

(2009/388/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 337/75 van de Raad van 10 februari 1975 houdende oprichting van een Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (1), en met name op artikel 4,

Gezien de voordracht van de LETSE regering,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij besluit van 18 september 2006 (2) heeft de Raad de leden van de raad van bestuur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding benoemd voor het tijdvak van 18 september 2006 tot en met 17 september 2009.

(2)

In de categorie regeringsvertegenwoordigers van de raad van bestuur van bovengenoemd centrum is één zetel van lid vrijgekomen door het aftreden van de heer Gunars KRUSTS.

(3)

Het Letse lid van de raad van bestuur van bovengenoemd centrum moet worden benoemd voor de resterende duur van de ambtstermijn, die op 17 september 2009 verstrijkt,

BESLUIT:

Enig artikel

Wordt benoemd tot lid van de raad van bestuur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 17 september 2009:

REGERINGSVERTEGENWOORDIGER

LETLAND

:

de heer Jānis GAIGALS

Gedaan te Brussel, 11 mei 2009.

Voor de Raad

De voorzitster

M. KOPICOVÁ


(1)  PB L 39 van 13.2.1975, blz. 1.

(2)  PB C 240 van 5.10.2006, blz. 1.


Commissie

19.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 123/87


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 16 juli 2008

betreffende steunmaatregel C 25/2000 (ex N 149/99) die Italië voornemens is uit te voeren ten behoeve van het staalbedrijf Lucchini Siderurgica SpA

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 3515)

(Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2009/389/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 88, lid 2, eerste alinea,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name op artikel 62, lid 1, onder a),

Na de belanghebbenden overeenkomstig de genoemde artikelen te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken (1), en gezien deze opmerkingen,

Overwegende hetgeen volgt:

1.   PROCEDURE

(1)

Op 21 december 2000 heeft de Commissie een negatieve eindbeschikking gegeven in zaak C 25/2000 Lucchini (ex N 145/99) betreffende milieusteun die Italië voornemens was te verlenen aan staalbedrijf Lucchini SpA („Lucchini”) (2).

(2)

Tegen deze beschikking is door de begunstigde bij het Gerecht van eerste aanleg beroep ingesteld. In zijn arrest van 19 september 2006 heeft het Gerecht van eerste aanleg de beschikking van de Commissie nietig verklaard waarin zij de steun ten belope van 2,7 miljard ITL (1,369 miljoen EUR), verleend voor de investeringen in de cokesinstallatie, en de steun ten belope van 1,38 miljard ITL (713 550 EUR), verleend voor de investeringen in het water- en rioolsysteem, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt acht. Daarentegen werd de beschikking van de Commissie bekrachtigd wat de staalgieterij, de hoogoven en de rookafzuiginstallatie betreft (3).

(3)

Op 9 augustus 2007 zond de Commissie Italië een verzoek om inlichtingen, dat bij brief van 5 september 2007 werd beantwoord. Nadere gegevens werden vergaard tijdens een eenmalig bezoek (4) aan de productielocatie te Piombino, Toscane, op 10 september 2007. Een verder verzoek om inlichtingen van 3 oktober 2007 werd door Italië bij brief van 7 november 2007 beantwoord.

2.   OMSCHRIJVING

2.1.   De ondernemingen en de installaties in kwestie

(4)

Het staalbedrijf Lucchini is gevestigd in Piombino, Toscane (Italië), aan de Middellandse Zeekust. Aangezien de fabriek in een stedelijk gebied is gevestigd, op slechts een paar honderd meter van zwem- en viswater, is de plaatselijke bevolking slechts bereid de aanwezigheid van de fabriek te aanvaarden indien naar behoren met de gevolgen voor het milieu rekening wordt gehouden.

(5)

In de cokesinstallatie wordt steenkool gedistilleerd bij temperaturen tussen 1 240 °C en 1 250 °C om cokes te verkrijgen, dat vervolgens voor de productie van gietijzer wordt gebruikt. Een batterij cokesovens bestaat uit een reeks smalle, hoge en diepe ovens, die naast elkaar staan opgesteld; de ovens worden gescheiden door een met bakstenen beklede verbrandingskamer waarin gas wordt verbrand om de ovens te verhitten. De steenkolen worden door een vulopening in de bovenkant van de oven geladen. Om een cokesoven te legen worden de zijdeuren aan weerskanten van de oven opengezet en worden de cokes door de duwmachine naar buiten geduwd.

(6)

Het vercooksingsproces duurt ongeveer 24 uur. Een eventuele versnelling van de cokesproductie maakt het niet mogelijk het productieproces als geheel te versnellen of de hoeveelheid cokes die binnen een bepaalde tijdseenheid wordt geproduceerd, te verhogen.

(7)

De ovenbatterij waarop de aangemelde investeringen betrekking hebben, is in 1971 gebouwd. Destijds beschikte Lucchini Piombino over drie batterijen cokesovens, die bestonden uit 27, 43 respectievelijk 45 ovens. In november 1992 werd de cokesproductie onderbroken, in afwachting van een beslissing van de directie over de toekomstige cokesproductie binnen de fabriek. In maart 1993 is besloten de cokesproductie voort te zetten en werden de ovenbatterijen weer in bedrijf genomen.

(8)

Tijdens deze productieonderbreking werden de cokesovens zorgvuldig geleegd en langzaam naar een temperatuur tussen 900 °C en 950 °C afgekoeld. Italië heeft verklaard dat er, ook wanneer tijdens de onderbreking zorgvuldig toezicht wordt gehouden, onvermijdelijk enige schade aan de installaties ontstaat.

(9)

In 1996 werd besloten in verbetering van de cokesinstallatie te investeren. Wat de batterij in kwestie betreft, die van vrij goede kwaliteit was en nog in betrekkelijk goede staat verkeerde, werd besloten dat deze, met een adequate modernisering, nog tien jaar langer in bedrijf zou kunnen blijven. Met de investeringen werd in 1998 een begin gemaakt. De andere twee batterijen werden gesloten om te worden ontmanteld.

(10)

Het systeem in kwestie is een gesloten circuit voor het koelwater van de verschillende installaties van de fabriek. Het water komt niet rechtstreeks in fysiek contact met de installaties en ondergaat derhalve geen enkele verandering wat de chemische samenstelling ervan betreft.

(11)

Het water is afkomstig van een specifieke bron (bijvoorbeeld zeewater of grondwater) en vloeit na gebruik terug naar die bron. Voor de fabriek van Lucchini is de Middellandse Zee een belangrijke bron van koelwater. Het water wordt uit de zee gepompt, wordt gebruikt om de installaties te koelen en vervolgens met een hogere temperatuur naar zee teruggeleid. Dit is een probleem voor de mariene flora en fauna, zelfs al ligt de temperatuur onder het toegestane maximum van 35 °C.

2.2.   Steunmaatregelen

(12)

Het merendeel van de steunmaatregelen waarop deze beoordeling betrekking heeft, betreffen de verschillende productiefasen van de cokesinstallatie. Elk van deze maatregelen wordt in onderstaande beoordeling meer gedetailleerd beschreven. Het totaalbedrag van de investeringen beliep 38,45 miljard ITL (ongeveer 19,2 miljoen EUR).

(13)

Met de investeringen in het water- en rioolsysteem werd beoogd een deel van het zeewater door water uit de gemeentelijke zuiveringsinstallatie te vervangen. Hoewel de investering geen effect had op de stijging van de temperatuur van het water als zodanig, daalde de hoeveelheid verwarmd water die in zee werd geloosd in aanzienlijke mate. De investering in het water- en rioolsysteem beliep 19,7 miljard ITL (ongeveer 9,85 miljoen EUR).

3.   HET ARREST VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG

(14)

In hoofdzaak is het Gerecht van eerste aanleg tot de bevinding gekomen dat de beschikking van de Commissie wat de nietig verklaarde delen betreft niet in toereikende mate gemotiveerd was (5).

(15)

Het Gerecht van eerste aanleg heeft bevestigd dat de specifieke voorwaarden betreffende milieusteun voor de ijzer- en staalindustrie zijn vastgelegd in de bijlage bij de zesde Staalsteuncode (6) en in de communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu (hierna: „de kaderregeling”) (7) die destijds van kracht waren (8). Relevant voor deze zaak waren preciezer gezegd de punten 3.2.1 en 3.2.3.B van de communautaire kaderregeling, zoals deze in het tweede deel van de bijlage bij de Staalsteuncode zijn gepreciseerd en aan de context van de EGKS-staalindustrie zijn aangepast.

(16)

In punt 3.2.1 van de kaderregeling is bepaald: „Wanneer steun ogenschijnlijk bedoeld is voor maatregelen tot bescherming van het milieu die in feite echter neerkomen op algemene investeringen, valt deze niet onder de kaderregeling.”. Dit bekrachtigt het in de bijlage bij de code vastgelegde beginsel, overeenkomstig welk de Commissie ten aanzien van alle gevallen van steunverlening ten behoeve van het milieu, al naargelang het geval, strikte voorwaarden zal opleggen en waarborgen zal eisen om te vermijden dat algemene investeringssteun voor nieuwe fabrieken of installaties op verdoken wijze wordt verleend. In dit soort gevallen wordt in het kader van de beoordeling allereerst nagegaan of de maatregel in kwestie niet „hoe dan ook” zou zijn uitgevoerd. Het Gerecht van eerste aanleg oordeelde dat, indien de lidstaat echter kan aantonen dat de doelstelling van de maatregel in kwestie milieubescherming is, een positief effect op de productie niet betekent dat deze niet subsidiabel is. In dit soort gevallen wordt een eventueel voordeel met betrekking tot de productie eenvoudigweg in mindering gebracht (9).

(17)

Wat de subsidiabiliteit betreft, wordt in de Staalsteuncode bepaald dat de investeringen „hoe dan ook” worden gedaan „op economische gronden of vanwege de ouderdom van de bestaande fabriek of installaties […]. Om in aanmerking te komen voor steun moet de resterende levensduur van de fabriek nog aanzienlijk (dat wil zeggen ten minste 25 %) zijn” (10). In het onderhavige geval heeft het Gerecht verklaard dat de Commissie het besluit om het door Italië overgelegde expertiserapport niet te aanvaarden waarin wordt gesteld dat de resterende levensduur van de installaties in kwestie ten minste 25 % bedroeg, niet voldoende heeft gemotiveerd (11). Anderzijds heeft het Gerecht van eerste aanleg bevestigd dat de investeringen die om technische redenen/productieredenen noodzakelijk waren „hoe dan ook” gedaan zouden zijn (12).

(18)

De Commissie en het Gerecht van eerste aanleg kwamen beide tot de conclusie dat de onderneming Lucchini te Piombino vóór de investeringen aan de verplichte normen voldeed. Punt 3.2.3.B van de kaderregeling heeft betrekking op gevallen van steun „om ondernemingen aan te moedigen verder te gaan dan de verplichte milieunormen”. Het Gerecht van eerste aanleg kwam tot de bevinding dat de investering in de cokesinstallatie verder ging dan „de verplichte milieunormen”: de twee projecten, die afzonderlijk waren aangemeld, hadden als één project moeten worden behandeld (13). De Commissie heeft onvoldoende gemotiveerd waarom zij de door Italië verstrekte uitleg niet heeft aanvaard.

(19)

Een voorwaarde voor de toepassing van deze bepaling is dat de investeerder aantoont „dat er een duidelijk besluit is genomen om voor striktere normen te kiezen die aanvullende investeringen noodzakelijk maken, dat wil zeggen dat een goedkopere oplossing waarbij aan de nieuwe milieunormen zou worden voldaan, voorhanden was” (14). Het Gerecht van eerste aanleg is, in het licht van de door Italië overgelegde documenten en bewijsstukken, tot de bevinding gekomen dat de Commissie niet heeft kunnen aantonen dat de oude milieubeschermingsinstallaties niet meer werkten (15).

4.   BEOORDELING

(20)

De door Italië voorgenomen subsidies om de investeringen ten behoeve van het staalbedrijf te ondersteunen bestaan uit overheidsmiddelen die Lucchini een selectief voordeel verlenen en dreigen de concurrentie te vervalsen en het handelsverkeer tussen lidstaten ongunstig te beïnvloeden. Zij vormen derhalve staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag.

(21)

De Commissie heeft de twee groepen investeringen opnieuw onderzocht en heeft de verschillende maatregelen afzonderlijk geanalyseerd, waarbij zij met name trachtte na te gaan of zij, om economische redenen of wegens de ouderdom van de installaties in kwestie, hoe dan ook zouden zijn gedaan.

4.1.   De cokesinstallatie

4.1.1.   Milieubezwaren ten aanzien van de cokesinstallatie

(22)

Als gids voor de indeling van investeringsmaatregelen ten behoeve van de cokesinstallatie heeft de Commissie haar referentiedocument over de beste beschikbare technieken (Best available techniques, BAT) voor de productie van ijzer en staal van december 2001 gebruikt (16). Volgens dit document vormen emissies in de lucht een bijzonder ernstig probleem voor cokesovens. Veel van deze emissies komen uit verschillende bronnen, bijvoorbeeld uit ovendeksels, oven- en planeerdeuren en klimpijpen. Zij kunnen ook ontstaan bij bepaalde bewerkingen, zoals het vullen van de oven, het naar buiten duwen van de cokes en het blussen van de cokes. Bovendien ontstaan er vluchtige emissies in de reinigingsinstallatie voor cokesovengas. De voornaamste bron van emissie in lucht is het rookgas van het ondervuringsysteem. De meeste technieken die worden beschreven in verband met de bepaling van de beste beschikbare technieken hebben dan ook betrekking op het minimaliseren van de emissies in lucht. Daarbij is de nadruk gelegd op een soepele en ononderbroken werking en op het onderhoud van cokesfabrieken, een aspect dat essentieel blijkt te zijn. Ontzwaveling van cokesovengas om de emissie van SO2 te minimaliseren is een maatregel die een hoge prioriteit heeft, niet alleen bij de cokesfabriek zelf maar ook bij andere installaties waarin het cokesovengas als brandstof wordt gebruikt.

4.1.2.   In aanmerking komende maatregelen

(23)

In haar beoordeling kwam de Commissie tot de conclusie dat Italië heeft aangetoond dat de investeringen ten belope van in totaal 29,93 miljard ITL daadwerkelijk met het oog op milieubescherming zijn gedaan. Voor deze maatregelen is de Commissie van oordeel dat Italië heeft aangetoond dat er duidelijk is besloten voor hogere milieubeschermingsnormen te kiezen. Voor elk van de delen van de installatie waarop de investering betrekking heeft kan ervan worden uitgegaan dat de resterende levensduur niet minder dan 25 % bedroeg. De juistheid van de door Italië gedane verklaring ter zake werd door de beoordeling van de Commissie bevestigd. Daarnaast wordt ervan uitgegaan dat er geen goedkopere oplossing voorhanden was dan voortzetting van het gebruik van de oude faciliteit, aangezien de investeringen die hieronder ter sprake komen uitsluitend milieumaatregelen zijn.

(24)

Deze maatregelen worden in onderstaande punten meer gedetailleerd beschreven.

(25)

Lucchini besloot 3 miljard ITL (circa 1,5 miljoen EUR) in een nieuwe transportband te investeren. De bestaande niet-overdekte transportband voor het vervoer van de steenkolen van de haven naar de cokesinstallatie was een aanzienlijke bron van stofemissie. Lucchini besloot derhalve deze door een nieuwe milieuvriendelijke, in een buisstructuur gemonteerde transportband te vervangen.

(26)

Om de stofemissie nog verder te verminderen installeerde Lucchini een bevochtigingsinstallatie. Het investeringsbedrag beliep 269 miljoen ITL (circa 135 000 EUR).

(27)

Door bevochtiging heeft steenkool de neiging samen te klonteren en een zodanige consistentie aan te nemen dat dit het vullen van de ovens belemmert. Om dit te voorkomen werden in de kolenopslagtorens verluchtingsinstallaties aangebracht. Het bedrag van deze investering beliep 295 miljoen ITL (circa 150 000 EUR).

(28)

De maatregelen hebben geen gevolgen voor de werking van de cokesinstallatie of van het staalbedrijf in het algemeen.

(29)

Lucchini besloot in totaal 14,3 miljard ITL (circa 5,9 miljoen EUR) te investeren ten behoeve van maatregelen ter vermindering van de emissies die zich tijdens het vullen van de ovens voordoen.

(30)

De cokesovens werden gevuld met behulp van laadwagens die langs de bovenkant van de batterij ovens reden. Eerst werd de steenkool van de kolenopslagtoren overgebracht naar de laadwagen, die zich onder de toren bevond. Vervolgens werd het kolenmengsel in de laadwagens op rails boven de batterij vervoerd en via de speciale openingen in de bovenkant van elke oven gelost.

(31)

Vóór de investering werd de steenkool zonder verdere beschermingsmaatregelen in de oven gestort, waarbij aanzienlijke gasemissies ontstonden. Met de investering werd beoogd een perfecte aansluiting te verkrijgen tussen de laadhoppers en de bovenkant van de oven, om een emissievrij laadproces mogelijk te maken. De investering bestaat uit drie componenten: 1. vervanging van de laadwagens, voor een bedrag van 5 miljard ITL (circa 2,5 miljoen EUR); 2. vervanging van de vulopeningen en nivellering van de bovenkant van de ovens (met andere woorden: volledige vernieuwing van dit gedeelte) — 7,7 miljard ITL (circa 3,3 miljoen EUR); 3. vervanging van de rails — 1,5 miljard ITL (circa 750 000 EUR).

(32)

De Commissie heeft met name geverifieerd of de hoge investeringsbedragen voor de eerste twee maatregelen gerechtvaardigd waren. De vervanging van de laadwagens is noodzakelijk gebleken omdat de nieuwe hoppers, die van betere kwaliteit zijn, hoger zijn dan de meer eenvoudige die eerst werden gebruikt. Indien de nieuwe hoppers op de bestaande laadwagens waren bevestigd, hadden zij de wagens te hoog gemaakt en zouden deze niet meer onder de kolenopslagtorens hebben gepast. De hoge kosten voor de vernieuwing van de bovenkant van de ovens vloeien voort uit het gebruik van speciaal vuurvast materiaal.

(33)

De maatregelen hebben geen effect op de productie.

(34)

Om de door de ovendeuren ontsnappende gasemissies tot een minimum te beperken is een aantal maatregelen genomen voor een totaalbedrag van 5 miljard ITL (circa 2,13 miljoen EUR). De oude deuren sloten niet hermetisch, waardoor er gas kon ontsnappen. Een behoorlijke sluiting werd verder belemmerd doordat gedurende het laden steeds teerafzetting op de deuren en de deurlijsten ontstond. Aangezien het niet mogelijk was de bestaande eenvoudige en stugge deuren te verbeteren, moesten alle 54 ovendeuren worden vervangen, wat 2,5 miljard ITL (circa 1,12 miljoen EUR) kostte.

(35)

Ten tweede moeten de deuren en deurlijsten regelmatig worden gereinigd om de teerresten, gemengd met andere gevaarlijke stoffen zoals fosfor en zwavel, te verwijderen. Dit werd oorspronkelijk eenmaal per week met de hand gedaan. Door de automatisering van de reiniging, die 2,1 miljard ITL (circa 1 miljoen EUR) kostte, kon Lucchini de reiniging na iedere lading, dat wil zeggen dagelijks en niet meer wekelijks, uitvoeren. Hierdoor kon de algemene vervuiling nog verder worden verminderd en de sluiting van de ovendeuren worden verbeterd.

(36)

Ten slotte wogen de nieuwe deuren 1,5 t meer dan de oorspronkelijke deuren, waardoor het voor de werknemers van de staalfabriek te gevaarlijk werd de deuren met het oude kettingmechanisme te openen en te sluiten. Om de veiligheid van de werknemers te vergroten werd derhalve een ander mechanisme geïnstalleerd, dat ongeveer 356 miljoen ITL (circa 175 000 EUR) kostte. De maatregel op zich had geen milieubeschermingsdoeleinden, maar aangezien deze door de installatie van de nieuwe deuren noodzakelijk werd, is de Commissie van mening dat het een aanvullende investering betreft die noodzakelijk is voor de toepassing van een milieubeschermingsmaatregel en aanvaardt zij derhalve dat de beide maatregelen als één pakket worden beschouwd.

(37)

De maatregelen hebben geen gevolgen voor het productieproces als geheel.

(38)

Lucchini investeerde 1 miljard ITL (circa 500 000 EUR) in de modernisering van de installatie voor het afzuigen van gas uit de ovens. Met de nieuwe installatie werd beoogd de snelheid van het gasafzuigmechanisme te regelen. De druk binnen de buizen varieert en wanneer deze te groot wordt, gaan de speciale kleppen open en kan de nodige hoeveelheid gas ontsnappen. Met de investering werd beoogd de gasstroom te reguleren zodat de kleppen minder vaak opengaan.

(39)

Daarnaast zijn de hoofdverzamelleiding, de klimpijpen en de verbindingsbuizen naar het afzuigsysteem volledig vervangen in het kader van een investeringsplan ten belope van 1,5 miljard ITL (circa 750 000) EUR). Het oude systeem werkte met stoom, er waren lekken in de verbindingspijpen waardoor er gas ontsnapte en de klimpijpen waren niet met hydraulische kleppen uitgerust. Bij het nieuwe systeem wordt het gas met behulp van ammoniak onder hoge druk gekoeld, waardoor, samen met het koelen, de milieuvervuilende stoffen in het gas verminderen.

(40)

In het kader van een andere investering werd de installatie voor de behandeling van het gas vernieuwd. In hoofdzaak werden de aanvoerlijnen vervangen en werden een nieuw systeem voor de verwijdering van naftaleen en een computergestuurd systeem voor de gaszuiveringsinstallatie toegevoegd. De investering beliep 1,5 miljard ITL (circa 750 000 EUR).

(41)

Het systeem van elektrostatische filters voor het verwijderen van de vluchtige bestanddelen van het gas werd aan een grondige revisie onderworpen om de capaciteit voor het filteren van teer te verhogen. De voorziene investering beliep 1,5 miljard ITL (circa 750 000 EUR).

(42)

De teer die tijdens het vercooksingsproces wordt uitgestoten, wordt op een temperatuur van 70 °C bewaard. Warme teer stoot kankerverwekkende gassen uit. Lucchini besloot 1,427 miljard ITL (circa 0,7 miljoen EUR) te investeren in een installatie voor het opvangen en de verbranding van kankerverwekkende gasemissies. De investering heeft geen effect op de productie.

(43)

Door de investeringen in het gaszuiveringssysteem zijn de hoeveelheid en de waarde van de chemische stoffen die worden gewonnen en verkocht licht gestegen. Anderzijds zijn aan de voortdurende controle die de nieuwe installatie vereist veel hogere kosten verbonden. Er is derhalve geen globale productiewinst die moet worden afgetrokken.

(44)

Om de SO2-emissies in de atmosfeer te controleren moest een metingssysteem worden geïnstalleerd. De investering werd uitsluitend om milieutechnische redenen gedaan en beliep 138 miljoen ITL (circa 70 000 EUR). De maatregel heeft geen effect op de productie.

4.1.3.   Maatregelen die hoe dan ook zouden zijn uitgevoerd

(45)

De Commissie is ten aanzien van de maatregelen die hieronder worden beschreven tot de conclusie gekomen dat deze hoe dan ook zouden zijn uitgevoerd en dat zij derhalve niet voor milieusteun in aanmerking komen. De betrokken investeringen, die in totaal 8,52 miljard ITL belopen, kunnen derhalve niet als milieusteun worden aangemerkt aangezien zij geen enkele stimulerende werking hebben gehad.

(46)

Lucchini besloot 4,241 miljard ITL (circa 2,1 miljoen EUR) te investeren in de reparatie van de ovenkamers, door deze opnieuw te voegen of de bakstenen gedeeltelijk of geheel te vervangen. De Commissie is van oordeel dat de investering is uitgevoerd om redenen in verband met de productie. In de eerste plaats wijst de Commissie erop dat de batterij ovens geen deel uitmaakt van de „milieubeschermende installatie”, maar de kern van de cokesfabriek vormt.

(47)

Ten tweede valt reparatie door het opnieuw voegen van de bakstenen onder het normale onderhoud van een batterij cokesovens.

(48)

Daarnaast heeft Italië de Commissie meegedeeld dat de onderbreking van de activiteiten van de batterij in 1992-1993 het verval van de installatie heeft versneld en de levensduur aldus verminderd. Toen het bedrijf in 1999 besloot de batterij te renoveren, werd daarmee beoogd de werking van de installatie gedurende minstens nog eens tien jaar te garanderen. Het feit dat het nodig bleek de bakstenen te vervangen in plaats van deze opnieuw te voegen leidt tot de veronderstelling dat de wanden al in een gevorderde staat van verval waren. Als de ovenwanden in een slechte staat zijn, bestaat het risico dat deze naar binnen buigen waardoor de duwmachine de cokes niet meer uit de ovenkamer kan duwen. In dat geval zou de kamer onbruikbaar zijn geworden. Door deze vervorming zou ook de stabiliteit van de bovenkant van de ovens in gevaar komen.

(49)

Italië hield staande dat de maatregelen ten aanzien van de bakstenen om redenen van milieutechnische aard waren genomen. Indien gas tussen de ovenkamer en de verbrandingskamer had kunnen circuleren, zou de samenstelling van het verbrandingsgas veranderd zijn en zou er zwarte rook uit de schoorstenen zijn gekomen.

(50)

De Commissie aanvaardt de verklaring van Italië over de noodzaak van een hermetische afdichting tussen de ovenkamers en de verbrandingskamer maar is van oordeel dat deze verduidelijkingen niet aantonen dat de investeerder een duidelijk besluit heeft genomen om voor striktere normen te kiezen. De Commissie is, om de hierboven genoemde redenen, veeleer van mening dat de investeringen hoe dan ook zouden zijn gedaan. Bij brief van 3 oktober 2007 gaf de Commissie Italië de gelegenheid om haar opmerkingen te weerleggen, maar Italië heeft van deze mogelijkheid geen gebruikgemaakt. De Commissie is daarom van oordeel dat de maatregelen ten aanzien van de bakstenen van de ovenwanden hoe dan ook om economische redenen zouden zijn uitgevoerd, om de voortzetting van de productie van cokes in de fabriek mogelijk te maken.

(51)

Hoewel stroomonderbrekingen een negatief effect op het milieu hebben, is de Commissie van oordeel dat de installatie van een reservegenerator voornamelijk is uitgevoerd om redenen in verband met de productie. Stroomonderbrekingen hebben aanzienlijke negatieve gevolgen voor de productie en de reservegenerator zou hoe dan ook zijn geïnstalleerd. De investering beliep 1,8 miljard ITL (circa 0,9 miljoen EUR).

(52)

Lucchini heeft 220 miljoen ITL (circa 110 000 EUR) uitgegeven aan de aankoop van nieuwe filters voor het filteren van de stoom die vrijkomt bij het blussen van de cokes die uit de oven komen. Volgens de Commissie zouden de filters hoe dan ook zijn vervangen, omdat zij het eind van hun levensduur (20 jaar) hadden bereikt, zoals Italië tijdens het bezoek in situ heeft bevestigd.

(53)

Het planeren van de steenkool in de cokesoven heeft als zodanig een positief effect op het milieu. De investering in kwestie bestond echter gewoon uit de automatisering van een handeling die voorheen met de hand werd verricht. Deze automatisering heeft nauwelijks enig effect op de emissies. De maatregel zou op economische gronden hoe dan ook zijn uitgevoerd. Het aangemelde bedrag van de investering was 1,5 miljard ITL (circa 750 000 EUR).

(54)

De pijp waar het gas doorheen wordt geleid naar de verbrandingskamers voor de verhitting van de oven lekte, waardoor er gas ontsnapte. Die had hoe dan ook vervangen moeten worden omdat het gas in hoge mate explosief is en de lekken een ernstig gevaar voor de werknemers vormden. Het investeringsbedrag beliep 761 miljoen ITL (circa 380 000 EUR).

4.2.   Het water- en rioolsysteem

(55)

Vóór de investering voldeed het water- en rioolsysteem van de fabriek aan de verplichte drempelwaarden.

(56)

Vóór de geplande investering werd 36 800 000 m3 water uit zee gehaald en vervolgens weer in zee geloosd en thans is dit nog slechts 26 000 000 m3. De investering diende voornamelijk voor de aanleg van een verbindingsleiding met de gemeentelijke zuiveringsinstallatie en om het buizensysteem te veranderen om de benodigde hoeveelheid water te verminderen. De Commissie is van oordeel dat de maatregel werkelijk milieubescherming tot doel had.

(57)

Door de investering konden de pompkosten jaarlijks met 206 712 euro worden verminderd. Het water uit de zuiveringsinstallatie wordt echter niet kosteloos geleverd, maar kost 0,15 euro per m3, wat tot extrakosten van 226 200 euro leidt. Het nieuwe systeem kost Lucchini derhalve 19 448 euro meer dan het oude. Er is derhalve geen productiewinst die moet worden afgetrokken.

5.   CONCLUSIES

(58)

Gelet op het voorgaande is de Commissie tot de slotsom gekomen dat, wat de cokesinstallatie betreft, 29,93 miljard ITL aan investeringen (wat 72 % is van het totale in de cokesinstallatie geïnvesteerde bedrag) werkelijk milieubescherming tot doel hebben en dus, uit hoofde van de destijds geldende kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu uit 1994, subsidiabel zijn (zie punt (15)) (17). Er is geen productiewinst. Italië heeft een steunintensiteit van 7 % aangemeld. Het dienovereenkomstige steunbedrag, te weten 2,095 miljard ITL (wat gelijkstaat aan 1 081 977,2 EUR), kan derhalve als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt worden beschouwd.

(59)

Wat de overige investeringen in de cokesinstallatie betreft, voor een bedrag van 8,52 miljard ITL (circa 4,3 miljoen EUR), heeft de Commissie geconcludeerd dat deze hoe dan ook zouden zijn uitgevoerd, om economische redenen of om redenen in verband met de levensduur van de installatie. Aangezien regionale investeringssteun in de ijzer- en staalindustrie niet is toegestaan, is de betrokken steun, te weten 0,596 miljard ITL (wat gelijkstaat aan 307 808,31 EUR) niet verenigbaar met de gemeenschappelijke markt.

(60)

Ten aanzien van het water- en rioolsysteem kan de gehele maatregel worden aangemerkt als een maatregel die werkelijk milieubescherming tot doel heeft. Aangezien er geen productiewinst is, kan het gehele steunbedrag, te weten 1,379 miljard ITL (712 184,06 EUR), worden goedgekeurd (steunintensiteit van 7 %),

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De staatssteun die Italië voornemens is aan het staalbedrijf Lucchini Siderurgica S.p.A te verlenen ten belope van 1 081 977,2 EUR (2,095 miljard ITL) voor investeringen met milieubeschermingsdoeleinden in de cokesinstallatie, respectievelijk 712 184,06 EUR (1,379 miljard ITL) voor investeringen met milieubeschermingsdoeleinden in het water- en rioolsysteem is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt.

Artikel 2

De steun die Italië voornemens is aan het staalbedrijf Lucchini Siderurgica S.p.A te verlenen ten belope van 307 808,31 EUR (0,569 miljard ITL) voor andere investeringen in de cokesinstallatie dan die welke in artikel 1 worden genoemd, is onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt.

Deze steun mag derhalve niet worden verleend.

Artikel 3

De onderhavige beschikking is gericht tot de Italiaanse Republiek.

Gedaan te Brussel, 16 juli 2008.

Voor de Commissie

Neelie KROES

Lid van de Commissie


(1)  PB C 248 van 23.10.2007, blz. 25.

(2)  PB L 163 van 20.6.2001, blz. 24.

(3)  Zaak T-166/01, Lucchini/Commissie, Jurispr. 2006, blz. II-2875.

(4)  Het bezoek in situ werd verricht door twee ambtenaren van DG Concurrentie en een staaldeskundige van DG Ondernemingen en industrie.

(5)  Arrest van het Gerecht van eerste aanleg, punten 112 e.v.

(6)  Beschikking nr. 2496/96/EGKS van de Commissie van 18 december 1996 houdende communautaire regels voor steun aan de ijzer- en staalindustrie (PB L 338 van 28.12.1996, blz. 42).

(7)  PB C 72 van 10.3.1994, blz. 3.

(8)  Arrest van het Gerecht van eerste aanleg, punten 59 e.v.

(9)  Arrest van het Gerecht van eerste aanleg, punt 92.

(10)  Idem.

(11)  Arrest van het Gerecht van eerste aanleg, punt 103.

(12)  Zo bekrachtigt het Gerecht van eerste aanleg bijvoorbeeld de beschikking van de Commissie wat de investeringen in de hoogoven betreft. De Commissie was tot de conclusie gekomen dat de modernisering van de hoogoven de oorspronkelijke milieubeschermingsinstallaties overbodig had gemaakt, zodat deze in ieder geval om redenen van productie vervangen hadden moeten worden.

(13)  Arrest van het Gerecht van eerste aanleg, punten 107 e.v.

(14)  Bijlage bij de Staalsteuncode, tweede deel, onder a): „In het geval van ondernemingen die besluiten aanzienlijk verder te gaan dan de wettelijk verplichte normen, dient de investeerder, in aanvulling op het bepaalde onder b), ii), aan te tonen dat er een duidelijk besluit is genomen om voor striktere normen te kiezen die aanvullende investeringen noodzakelijk maken, dat wil zeggen dat een goedkopere oplossing waarbij aan de nieuwe milieunormen zou worden voldaan, voorhanden was. Het hogere steunbedrag [30 %, tegenover 15 % dat destijds kon worden verleend om aan de verplichte normen te voldoen] kan hoe dan ook slechts van toepassing zijn op de aanvullende milieubescherming die wordt gerealiseerd.”.

(15)  Arrest van het Gerecht van eerste aanleg, punten 104 e.v.

(16)  http://www.envir.ee/ippc/docs/iron%20and%20steel.doc

(17)  Dit staat los van de vraag of zij de beste beschikbare technieken verbeteren, zoals wordt bepaald in de huidige kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu (PB C 82 van 1.4.2008, blz. 1).


RICHTSNOEREN

Europese Centrale Bank

19.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 123/94


RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 7 mei 2009

tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/2 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees realtimebruto-vereveningssysteem (TARGET2)

(ECB/2009/9)

(2009/390/EG)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op het eerste streepje en het vierde streepje van artikel 105, lid 2,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op artikel 3.1 en de artikelen 17, 18 en 22,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) heeft Richtsnoer ECB/2007/2 van 26 april 2007 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees realtimebruto-vereveningssysteem (TARGET2) (1), aangaande TARGET2, gekenmerkt door één technisch platform, het Single Shared Platform (SSP) genaamd, aangenomen.

(2)

Richtsnoer ECB/2007/2 dient te worden gewijzigd: a) gezien de invoering van de nieuwe versie van het SSP en gezien de noodzaak de nieuw ingevoerde systeemoverschrijdende afwikkeling te definiëren, en b) om toegang tot TARGET2 te geven aan kredietinstellingen die in handen zijn van de overheid en die gezien hun specifiek institutionele aard krachtens Gemeenschapsrecht onderworpen zijn aan toezicht dat vergelijkbaar is met de standaarden voor toezicht door bevoegde nationale autoriteiten,

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlagen II, III en IV, bij Richtsnoer ECB/2007/2 worden overeenkomstig de bijlage bij dit richtsnoer gewijzigd.

Artikel 2

Inwerkingtreding

1.   Dit richtsnoer treedt in werking op 8 mei 2009.

2.   Artikel 1 is met ingang van 11 mei 2009 van toepassing.

Artikel 3

Geadresseerden en uitvoeringsmaatregelen

1.   Dit richtsnoer geldt voor alle centrale banken van het Eurosysteem.

2.   De nationale centrale banken van de lidstaten die de euro aangenomen hebben stellen de ECB tegen 11 mei 2009 in kennis van de maatregelen waarmee zij voornemens zijn te voldoen aan dit richtsnoer.

Gedaan te Frankfurt am Main, 7 mei 2009.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  PB L 237 van 8.9.2007, blz. 1.


BIJLAGE

1.

Bijlage II bij Richtsnoer ECB/2007/2 wordt als volgt gewijzigd:

De definitie van „kredietinstelling” in artikel 1 wordt als volgt vervangen:

„—

„kredietinstelling” betekent ofwel: a) een kredietinstelling in de zin van [voeg nationale nationale wetgeving in ter uitvoering van artikel 4, lid 1, onder a), en, indien van toepassing, artikel 2 van de Bankenrichtlijn] die onderworpen is aan toezicht door een bevoegde autoriteit, of b) een andere kredietinstelling in de zin van artikel 101, lid 2, van het Verdrag die onderworpen is aan toezicht dat vergelijkbaar is met de standaarden voor toezicht door een bevoegde autoriteit.”.

2.

Bijlage III bij Richtsnoer ECB/2007/2 wordt als volgt gewijzigd:

De definitie van „kredietinstelling” in de lijst van definities van deze bijlage wordt als volgt vervangen:

„—

„kredietinstelling” betekent ofwel: a) een kredietinstelling in de zin van artikel 2 en artikel 4, lid 1, onder a) van de Bankenrichtlijn, zoals uitgevoerd in nationale wetgeving die onderworpen is aan toezicht door een bevoegde autoriteit; of b) een andere kredietinstelling in de zin van artikel 101, lid 2, van het Verdrag die onderworpen is aan toezicht dat vergelijkbaar is met de standaarden voor toezicht door een bevoegde autoriteit.”.

3.

Bijlage IV bij Richtsnoer ECB/2007/2 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In paragraaf 1 worden de volgende definities toegevoegd:

„—

„systeemoverschrijdende afwikkeling”: de realtimeafwikkeling van debiteringsopdrachten onder welke betalingen uitgevoerd worden van een afwikkelingsbank van een AS die afwikkelingsprocedure 6 toepast naar een afwikkelingsbank van een ander AS die afwikkelingsprocedure 6 toepast;

„Static Data (Management) Module”: de SSP-module waarin statische gegevens verzameld en opgeslagen worden.”.

2)

In paragraaf 3 wordt punt 7 toegevoegd:

„(7)

De ASCB waarborgt dat een AS waarmee zij een bilaterale regeling heeft afgesloten, de naam en de BIC van het AS levert waarmee zij voornemens is de systeemoverschrijdende afwikkeling uit te voeren en de datum vanaf welke een systeemoverschrijdende afwikkeling met een bepaalde AS dient te beginnen of op te houden. Deze informatie wordt opgeslagen in de Static Data (Management) Module.”.

3)

Paragraaf 4, punt 3, wordt als volgt vervangen:

„(3)

Een betalingsinstructie wordt als aanvaard beschouwd, indien:

a)

de betalingsinstructie voldoet aan de door de netwerkdienstverlener vastgestelde regels;

b)

de betalingsinstructie voldoet aan de formateringsregels en -voorwaarden van het ASCB TARGET2-deelsysteem;

c)

de afwikkelingsbank is opgenomen in de lijst van de in paragraaf 3, punt 1, opgenomen afwikkelingsbanken;

d)

het desbetreffende AS bij een systeemoverschrijdende verevening op de lijst staat van AS’s waarmee een systeemoverschrijdende afwikkeling mag worden uitgevoerd;

e)

indien de deelneming van een afwikkelingsbank aan TARGET2 is opgeschort, de expliciete instemming van de SCB van de geschorste afwikkelingsbank werd verkregen.”.

4)

Paragraaf 6, punt 1 onder f), wordt als volgt vervangen:

„f)

afwikkelingsprocedure 6 (geoormerkte liquiditeiten en systeemoverschrijdende afwikkeling).”.

5)

Paragraaf 8, punt 5, wordt als volgt vervangen:

„(5)

Wanneer een ASCB de afwikkelingsprocedure 6 aanbiedt voor gekoppelde modellen, openen de SCB’s in hun TARGET2-deelsystemen voor afwikkelingsbanken één of meerdere subrekeningen voor de oormerking van liquiditeiten en, indien relevant, systeemoverschrijdende afwikkeling. Subrekeningen worden geïdentificeerd met de BIC van de ermee verbonden PM-rekening in combinatie met een voor de betrokken subrekening specifiek rekeningnummer. Het rekeningnummer bestaat uit de landencode plus maximaal 32 karakters (volgens de desbetreffende nationale bankrekeningstructuur).”.

6)

Paragraaf 14 wordt als volgt vervangen:

„14.   Afwikkelingsprocedure 6 — Geoormerkte liquiditeiten en systeemoverschrijdende afwikkeling

(1)

Afwikkelingsprocedure 6 kan zowel voor het gekoppelde als het geïntegreerde model worden toegepast, zoals hierna bepaald onder de subparagrafen 4 tot en met 13 en 14 tot en met 18 respectievelijk. Bij het geïntegreerde model gebruikt het desbetreffende AS een kopierekening om de nodige door haar afwikkelingsbank gereserveerde liquiditeit te innen. Bij het gekoppelde model opent de afwikkelingsbank minstens één subrekening die verband houdt met een specifiek AS.

(2)

Op hun verzoek worden de afwikkelingsbanken middels een SWIFT MT 900 of een MT-910 bericht op de hoogte gebracht van de creditering en de debitering van hun PM-rekeningen en, indien toepasselijk, hun subrekeningen.

(3)

Wanneer zij systeemoverschrijdende afwikkeling krachtens afwikkelingsprocedure 6 aanbieden, ondersteunen de ASCB’s en SCB’s de systeemoverschrijdende afwikkelingsbetalingen, indien zij door de desbetreffende AS’s geïnitieerd werden. Een AS kan uitsluitend tot een systeemoverschrijdende afwikkeling overgaan gedurende haar verwerkingscyclus, en afwikkelingsprocedure 6 dient te lopen in het AS dat de betalingsopdracht ontvangt. Systeemoverschrijdende afwikkeling staat open voor verwerking overdag en nachtelijke verwerking krachtens afwikkelingsprocedure 6. De mogelijkheid systeemoverschrijdende afwikkeling uit te voeren tussen twee individuele AS’s wordt opgeslagen in de Static Data (Management) Module.

A)   Gekoppeld model

(4)

Wanneer zij afwikkelingsprocedure 6 aanbieden, ondersteunen de ASCB’s en SCB’s de afwikkeling van bilaterale en/of multilaterale cashsaldi van AS-transacties door:

a)

een afwikkelingsbank de mogelijkheid te geven haar toekomstige afwikkelingsverplichtingen te prefinancieren middels aan de AS-verwerking voorafgaande liquiditeitsovermakingen van haar PM-rekening naar haar subrekening (verder „geoormerkte liquiditeit”), en

b)

de AS-betalingsinstructies af te wikkelen na de voltooiing van de AS-verwerking: met betrekking tot afwikkelingsbanken die geld verschuldigd zijn (short) door de debitering van hun subrekeningen (ten belope van de gelden op deze rekening) en de AS-technische rekening te crediteren en met betrekking tot afwikkelingsbanken met een vordering (long) door de creditering van hun subrekeningen en de debitering van de AS’s technische rekening.

(5)

Wanneer zij afwikkelingsprocedure 6 aanbieden:

a)

openen de SCB’s ten minste één subrekening met betrekking tot één AS voor elke afwikkelingsbank, en

b)

opent de ASCB een technische rekening voor het AS voor: i) de creditering van gelden die vanaf de specifieke subrekeningen van de afwikkelingsbanken die geld verschuldigd zijn (short) geïnd werden, en ii) de debitering van gelden bij creditering van de specifieke subrekeningen van de afwikkelingsbanken met een vordering (long).

(6)

Afwikkelingsprocedure 6 staat open voor verwerking overdag en nachtelijke transacties van AS’s. In dat laatste geval start de nieuwe werkdag onmiddellijk nadat aan vereisten inzake minimumreserves is voldaan; een daarop volgende creditering of een debitering op de betrokken rekeningen wordt gevaluteerd op de nieuwe werkdag.

(7)

Onder afwikkelingsprocedure 6 en betreffende de oormerking van liquiditeiten, bieden ASCB’s en SCB’s de volgende types liquiditeitsovermakingsdiensten naar en van een subrekening aan:

a)

permanente opdrachten die de afwikkelingsbanken gedurende een werkdag op elk ogenblik middels de ICM (indien beschikbaar) kunnen aanleveren of wijzigen. Permanente opdrachten die na het versturen van het „start-procedure-bericht” op een bepaalde werkdag zijn aangeleverd, gelden pas voor de volgende werkdag. Indien er meerdere permanente opdrachten zijn voor het crediteren van meerdere subrekeningen, worden zij afgewikkeld in de bedragenvolgorde, te beginnen met het hoogste bedrag. Bij nachtelijke AS-operaties, indien voor meerdere permanente opdrachten op de PM-rekening onvoldoende gelden staan, worden deze opdrachten volgens een pro-rata reductie van alle opdrachten afgewikkeld;

b)

Lopende opdrachten die alleen tijdens de afwikkelingsprocedure 6 (dat wil zeggen, de tijdspanne vanaf het „start-procedure-bericht” tot het „einde-procedure-bericht”) ofwel door een afwikkelingsbank (via de ICM), ofwel door het desbetreffende AS middels een XML-bericht mogen worden aangeleverd en die alleen afgewikkeld worden zolang de AS-verwerkingscyclus nog niet is gestart. Indien voor een door het AS aangeleverde lopende opdracht op de PM-rekening onvoldoende gelden staan, wordt die opdracht gedeeltelijk afgewikkeld;

c)

SWIFT-opdrachten die via een MT-202-bericht verlopen, mogen alleen worden aangeleverd terwijl procedure 6 loopt en alleen gedurende verwerking overdag. Dergelijke opdrachten worden onmiddellijk afgewikkeld. Als een cyclus gestart is, gebeurt dit zonder kennisgeving aan het AS.

(8)

Afwikkelingsprocedure 6 start met een „start-procedure-bericht” en eindigt met een „einde-procedure-bericht”, beide door het AS te versturen. Bij nachtelijke AS-operaties verstuurt evenwel de ASCB het „start-procedure-bericht”. „Start-procedure-berichten” doen de afwikkeling van permanente opdrachten voor de liquiditeitovermaking naar de subrekeningen van start gaan. Het „einde-procedure-bericht” zorgt voor een automatische terugboeking van liquiditeiten van de subrekening naar de PM-rekening.

(9)

Binnen afwikkelingsprocedure 6 worden geoormerkte liquiditeiten op de subrekeningen bevroren zolang de AS-verwerkingscyclus loopt (beginnend met een „start-cyclus-bericht” en eindigend met een „einde-cyclus-bericht”, beide door het AS te versturen) en daarna vrijgegeven. Het geblokkeerde saldo kan gedurende de verwerkingscyclus gewijzigd worden ten gevolge van systeemoverschrijdende afwikkelingsbetalingen.

(10)

Binnen alle AS-procescycli worden de betalingsinstructies met geoormerkte liquiditeiten afgewikkeld, in de regel door toepassing van algoritme 5 (zoals bedoeld in appendix 1 van bijlage II).

(11)

Binnen elke AS-verwerkingscyclus kan de geoormerkte liquiditeit van een afwikkelingsbank verhoogd worden door haar subrekeningen direct te crediteren met binnenkomende betalingen, bijvoorbeeld coupons en aflossingsbetalingen). In dat geval moet de technische rekening eerst met de liquiditeiten gecrediteerd worden en daarna moet een dergelijke rekening gedebiteerd worden vooraleer de subrekening (of de PM-rekening) met die liquiditeiten gecrediteerd wordt.

(12)

Systeemoverschrijdende afwikkeling tussen twee gekoppelde AS’s kan alleen geïnitieerd worden door een AS (of zijn ASCB in zijn naam) waarvan de subrekening van de deelnemer gedebiteerd werd. De betalingsinstructie wordt afgewikkeld door de debitering van het in de betalingsinstructie vermelde bedrag van de subrekening van een deelnemer van een de betalingsinstructie initiërend AS en door de creditering van de subrekening van een deelnemer van een ander AS.

Het AS dat de betalingsinstructie initieert en het andere AS worden op de hoogte gebracht van de voltooide afwikkeling.

(13)

De systeemoverschrijdende afwikkeling van een AS die het gekoppelde model gebruikt kan geïnitieerd worden door het AS (of zijn ASCB in zijn naam) dat van het gekoppelde model gebruikmaakt. De betalingsinstructie wordt afgewikkeld door de debitering van het in de betalingsinstructie vermelde bedrag van de subrekening van een deelnemer van een AS die van het gekoppelde model gebruikmaakt en de creditering van de kopierekening van het AS dat van het geïntegreerde model gebruikmaakt. De betaling kan niet worden geïnitieerd door het AS dat van het geïntegreerde model gebruik maakt en wiens kopierekening zal worden gecrediteerd.

Het AS dat de betalingsinstructie initieert en het andere AS worden op de hoogte gebracht van de voltooide afwikkeling.

B)   Geïntegreerde model

(14)

Wanner zij afwikkelingsprocedure 6 voor geïntegreerde modellen aanbieden, ondersteunen de ASCB’s en de SCB’s die afwikkeling. Als de afwikkelingsprocedure 6 wordt gebruikt voor het geïntegreerde model gedurende de verwerking overdag, wordt slechts een beperkte functionaliteit aangeboden.

(15)

Onder afwikkelingsprocedure 6 en betreffende het geïntegreerde model, bieden de ASCB’s en de SCB’s de volgende types liquiditeitsovermakingsdiensten naar een kopierekening aan:

a)

permanente opdrachten (voor verwerking overdag en nachtelijke AS-operaties) die de afwikkelingsbanken gedurende een werkdag op elk ogenblik middels de ICM (indien beschikbaar) kunnen aanleveren of wijzigen. Permanente opdrachten die na het versturen van het „start-procedure-bericht” op een bepaalde werkdag zijn aangeleverd, zijn pas geldig voor de volgende werkdag. Indien er meerdere permanente opdrachten zijn, worden zij afgewikkeld in de bedragenvolgorde, te beginnen met het hoogste bedrag. Een niet-gedekte permanente opdracht voor verwerking overdag wordt geweigerd. Bij nachtelijke AS-operaties, indien voor meerdere permanente opdrachten op de PM-rekening onvoldoende gelden staan, worden deze opdrachten volgens een pro-ratareductie van alle opdrachten afgewikkeld;

b)

lopende opdrachten die alleen tijdens de afwikkelingsprocedure 6 (dat wil zeggen, de tijdspanne vanaf het „start-procedure-bericht” tot het „einde-procedure-bericht”) ofwel door een afwikkelingsbank (via de ICM), ofwel door het desbetreffende AS middels een XML-bericht mogen worden aangeleverd en die alleen afgewikkeld worden zolang de AS-verwerkingscyclus nog niet is gestart. Indien voor een lopende opdracht op de PM-rekening onvoldoende gelden staan, wordt die opdracht gedeeltelijk afgewikkeld;

c)

SWIFT-opdrachten die via een MT 202 lopen, mogen alleen aangeleverd worden gedurende de verwerking overdag. Dergelijke opdrachten worden onmiddellijk afgewikkeld.

(16)

De regels betreffende de „start-procedure-” en „einde-procedure-berichten”, en betreffende het begin en het einde van een cyclus voor het gekoppelde model gelden dienovereenkomstig.

(17)

Systeemoverschrijdende afwikkeling tussen twee AS’s die van het geïntegreerde model gebruikmaken kan alleen geïnitieerd worden door een AS (of zijn ASCB in zijn naam) waarvan de kopierekening gedebiteerd werd. De betalingsinstructie wordt afgewikkeld door de debitering van het in de betalingsinstructie vermelde bedrag van de kopierekening die wordt gebruikt door het de betalingsinstructie initiërende AS en creditering van de kopierekening die een ander AS gebruikt. De betalingsinstructie kan niet worden geïnitieerd door het AS wiens kopierekening zal worden gecrediteerd.

Het AS dat de betalingsinstructie initieert en het andere AS worden op de hoogte gebracht van de voltooide afwikkeling.

(18)

De systeemoverschrijdende afwikkeling van een AS die het geïntegreerde model gebruikt naar een AS die het gekoppelde model gebruikt kan worden geïnitieerd door het AS (of zijn ASCB in zijn naam) dat van het geïntegreerde model gebruikmaakt. De betalingsinstructie wordt afgewikkeld door de debitering van het in de betalingsinstructie vermelde bedrag van de kopierekening van een AS die van het geïntegreerde model gebruikmaakt en door de creditering van de subrekening van een deelnemer van een ander AS. De betalingsinstructie kan niet worden geïnitieerd door het AS dat van het gekoppelde model gebruikmaakt, en waarvan de subrekening van de AS-deelnemer zal worden gecrediteerd.

Het AS dat de betalingsinstructie initieert en het andere AS worden op de hoogte gebracht van de voltooide afwikkeling.”.


19.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 123/99


RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 7 mei 2009

tot wijziging van Richtsnoer ECB/2000/7 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem

(ECB/2009/10)

(2009/391/EG)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op het eerste streepje van artikel 105, lid 2,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op artikel 12.1 en artikel 14.3 junctis het eerste streepje van artikel 3.1, artikel 18 en artikel 20, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het verwezenlijken van een gemeenschappelijk monetair beleid vereist de definitie van de instrumenten en procedures voor gebruik door het Eurosysteem bestaande uit de nationale centrale banken (NCB’s) van de lidstaten die de euro hebben aangenomen (hierna de „deelnemende lidstaten”), en de Europese Centrale Bank (ECB), ter uniforme uitvoering van een dergelijk beleid in het eurogebied.

(2)

Richtsnoer ECB/2000/7 van 31 augustus 2000 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem (1) dient te worden gewijzigd om toegang tot openmarkttransacties en permanente faciliteiten van het Eurosysteem te geven aan kredietinstellingen in handen van de overheid en die gezien hun specifiek institutionele aard krachtens Gemeenschapsrecht onderworpen zijn aan toezicht dat vergelijkbaar is met de standaarden voor toezicht door bevoegde nationale autoriteiten,

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2000/7

In de eerste paragraaf van hoofdstuk 2.1 wordt de derde zin van het tweede gedachtenstreepje als volgt vervangen:

„Gezien hun specifieke institutionele aard krachtens Gemeenschapsrecht kunnen financieel gezonde instellingen in de zin van artikel 101, lid 2 van het Verdrag die onderworpen zijn aan toezicht dat vergelijkbaar is met de standaarden voor toezicht door bevoegde nationale autoriteiten, aanvaard worden als tegenpartijen. Financieel gezonde instellingen die onderworpen zijn aan niet-geharmoniseerd toezicht door nationale autoriteiten dat aan vergelijkbare normen voldoet als het geharmoniseerde Europese Unie/EER-toezicht kunnen ook als tegenpartijen worden aanvaard, bv. bijkantoren in het eurogebied van instellingen waarvan het hoofdkantoor zich buiten de EER bevindt.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit richtsnoer treedt op 11 mei 2009 in werking.

Artikel 3

Geadresseerden en uitvoeringsmaatregelen

1.   Dit richtsnoer is gericht tot de NCB’s van de deelnemende lidstaten.

2.   De deelnemende NCB’s waarnaar wordt verwezen in lid 1 stellen de ECB tegen 11 mei 2009 in kennis van de maatregelen waarmee zij voornemens zijn te voldoen aan dit richtsnoer.

Gedaan te Frankfurt am Main, 7 mei 2009.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  PB L 310 van 11.12.2000, blz. 1.


Rectificaties

19.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 123/100


Rectificatie van Verordening (EG) nr. 275/2009 van de Commissie van 2 april 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 872/2004 van de Raad inzake verdere restrictieve maatregelen ten aanzien van Liberia

( Publicatieblad van de Europese Unie L 91 van 3 april 2009 )

Bladzijde 19, punt 2 van de bijlage, onder c):

in plaats van:

„Ali Ramadan Kleilat Al-Delby”,

te lezen:

„Ali Ramadhan Kleilat Al-Delbi”.