ISSN 1725-2598 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 309 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
51e jaargang |
Inhoud |
|
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is |
Bladzijde |
|
|
VERORDENINGEN |
|
|
|
||
|
|
||
|
* |
|
|
II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is |
|
|
|
BESLUITEN/BESCHIKKINGEN |
|
|
|
Europese Centrale Bank |
|
|
|
2008/874/EG |
|
|
* |
|
|
IV Andere besluiten |
|
|
|
EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE |
|
|
|
Gemengd Comité van de EER |
|
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
|
|
Rectificaties |
|
|
* |
||
|
* |
|
|
||
|
* |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is
VERORDENINGEN
20.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 309/1 |
VERORDENING (EG) Nr. 1148/2008 VAN DE COMMISSIE
van 19 november 2008
tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (2), en met name op artikel 138, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
Bij Verordening (EG) nr. 1580/2007 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XV, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 20 november 2008.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 november 2008.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 350 van 31.12.2007, blz. 1.
BIJLAGE
Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit
(EUR/100 kg) |
||
GN-code |
Code derde landen (1) |
Forfaitaire invoerwaarde |
0702 00 00 |
AL |
25,7 |
MA |
60,9 |
|
TR |
73,4 |
|
ZZ |
53,3 |
|
0707 00 05 |
JO |
167,2 |
MA |
46,2 |
|
TR |
85,9 |
|
ZZ |
99,8 |
|
0709 90 70 |
MA |
60,6 |
TR |
121,2 |
|
ZZ |
90,9 |
|
0805 20 10 |
MA |
65,6 |
ZZ |
65,6 |
|
0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90 |
CN |
57,6 |
HR |
50,0 |
|
IL |
69,8 |
|
MA |
82,1 |
|
TR |
66,3 |
|
ZZ |
65,2 |
|
0805 50 10 |
MA |
65,5 |
TR |
71,0 |
|
ZA |
60,1 |
|
ZZ |
65,5 |
|
0806 10 10 |
BR |
212,8 |
TR |
128,6 |
|
US |
272,9 |
|
ZA |
108,3 |
|
ZZ |
180,7 |
|
0808 10 80 |
CA |
87,1 |
CL |
67,1 |
|
CN |
55,8 |
|
MK |
33,4 |
|
US |
102,5 |
|
ZA |
90,5 |
|
ZZ |
72,7 |
|
0808 20 50 |
CL |
58,0 |
CN |
46,9 |
|
KR |
112,1 |
|
TR |
103,0 |
|
ZZ |
80,0 |
(1) Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1833/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 19). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.
20.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 309/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 1149/2008 VAN DE COMMISSIE
van 19 november 2008
tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 945/2008 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten uit de sector suiker voor het verkoopseizoen 2008/2009
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2), en met name op artikel 36, lid 2, tweede alinea, tweede zin,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2008/2009 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 945/2008 van de Commissie (3). Deze prijzen en rechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1133/2008 van de Commissie (4). |
(2) |
Naar aanleiding van de gegevens waarover de Commissie momenteel beschikt, dienen deze bedragen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 951/2006 te worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bij Verordening (EG) nr. 951/2006 voor het verkoopseizoen 2008/2009 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 36 van Verordening (EG) nr. 945/2008 bedoelde producten worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 20 november 2008.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 november 2008.
Voor de Commissie
Jean-Luc DEMARTY
Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24.
(3) PB L 258 van 26.9.2008, blz. 56.
(4) PB L 306 van 15.11.2008, blz. 61.
BIJLAGE
Gewijzigde bedragen van de representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en producten van GN-code 1702 90 95 die gelden met ingang van 20 november 2008
(EUR) |
||
GN-code |
Representatieve prijs per 100 kg netto van het betrokken product |
Aanvullend recht per 100 kg netto van het betrokken product |
1701 11 10 (1) |
24,58 |
4,01 |
1701 11 90 (1) |
24,58 |
9,24 |
1701 12 10 (1) |
24,58 |
3,82 |
1701 12 90 (1) |
24,58 |
8,81 |
1701 91 00 (2) |
25,79 |
12,35 |
1701 99 10 (2) |
25,79 |
7,82 |
1701 99 90 (2) |
25,79 |
7,82 |
1702 90 95 (3) |
0,26 |
0,39 |
(1) Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt III, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.
(2) Vaststelling voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage IV, punt II, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.
(3) Vaststelling per procent sacharose.
20.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 309/5 |
VERORDENING (EG) Nr. 1150/2008 VAN DE COMMISSIE
van 19 november 2008
houdende opening van communautaire tariefcontingenten voor schapen, geiten, schapenvlees en geitenvlees voor 2009
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (1), en met name op artikel 144, lid 1, en artikel 148 juncto artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Voor 2009 moeten communautaire tariefcontingenten voor schapen- en geitenvlees worden geopend. De rechten en hoeveelheden moeten worden vastgesteld overeenkomstig de betrokken in 2009 geldende internationale overeenkomsten. |
(2) |
In Verordening (EG) nr. 312/2003 van de Raad van 18 februari 2003 houdende tenuitvoerlegging door de Gemeenschap van de tariefbepalingen vastgelegd in de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Chili, anderzijds (2) is bepaald dat vanaf 1 februari 2003 voor productcode 0204 een extra bilateraal tariefcontingent van 2 000 t moet worden geopend, dat elk jaar met 10 % van de oorspronkelijke hoeveelheid wordt verhoogd. Derhalve moet een extra hoeveelheid van 200 t worden toegevoegd aan het GATT/WTO-contingent voor Chili en moeten beide contingenten in 2009 verder op dezelfde wijze worden beheerd. |
(3) |
Bepaalde contingenten zijn vastgesteld voor de periode van 1 juli van een bepaald jaar tot en met 30 juni van het daaropvolgende jaar. Aangezien de invoer in het kader van de onderhavige verordening moet worden beheerd op basis van een kalenderjaar, moet de contingenthoeveelheid voor het kalenderjaar 2009 worden vastgesteld door de helft van de hoeveelheid voor de periode 1 juli 2008-30 juni 2009 op te tellen bij de helft van de hoeveelheid voor de periode 1 juli 2009-30 juni 2010. |
(4) |
Met het oog op het behoorlijk functioneren van de communautaire tariefcontingenten moet een „equivalent geslacht gewicht” worden vastgesteld. |
(5) |
In afwijking van Verordening (EG) nr. 1439/95 van de Commissie van 26 juni 1995 tot vaststelling van bepalingen van Verordening (EEG) nr. 3013/89 van de Raad inzake de invoer en de uitvoer van producten van de sector schapen- en geitenvlees (3) dienen de contingenten voor producten van de sector schapen- en geitenvlees te worden beheerd overeenkomstig artikel 144, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1234/2007. Dit dient te gebeuren overeenkomstig de artikelen 308 bis, 308 ter en artikel 308 quater, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (4). |
(6) |
De onder deze verordening vallende tariefcontingenten dienen aanvankelijk als niet-kritiek in de zin van artikel 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93 te worden beschouwd indien zij worden beheerd volgens het systeem „wie het eerst komt, het eerst maalt”. Daarom dienen de douaneautoriteiten toestemming te krijgen om voor de aanvankelijk in het kader van die contingenten ingevoerde goederen overeenkomstig artikel 308 quater, lid 1, en artikel 248, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 af te zien van het eisen van een zekerheid. Wegens de bijzondere kenmerken van de overgang van het ene naar het andere beheerssysteem moet worden bepaald dat artikel 308 quater, leden 2 en 3, van die verordening niet van toepassing is. |
(7) |
Verduidelijkt dient te worden welk soort bewijs van de oorsprong van de producten de betrokken marktdeelnemer moet leveren om volgens het systeem „wie het eerst komt, het eerst maalt” gebruik te kunnen maken van de tariefcontingenten. |
(8) |
Wanneer schapenvleesproducten voor invoer bij de douaneautoriteiten worden aangeboden, is het voor die autoriteiten moeilijk om uit te maken of die producten afkomstig zijn van huisdieren dan wel van andere schapen, hetgeen bepalend is voor de toepassing van verschillende rechten. Daarom dient te worden vastgesteld dat in dat geval het bewijs van oorsprong een desbetreffende vermelding moet bevatten. |
(9) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bij deze verordening worden communautaire tariefcontingenten voor de invoer van schapen, geiten, schapenvlees en geitenvlees geopend voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2009.
Artikel 2
De douanerechten die gelden bij de invoer van producten in het kader van de in artikel 1 bedoelde contingenten, de GN-codes, de landen van oorsprong (per landengroep) en de volgnummers worden vastgesteld in de bijlage.
Artikel 3
1. Voor de invoer van producten in het kader van de in artikel 1 bedoelde contingenten worden de hoeveelheden, uitgedrukt in equivalent geslacht gewicht, vastgesteld in de bijlage.
2. Voor de berekening van de in „equivalent geslacht gewicht” uitgedrukte hoeveelheden als bedoeld in lid 1 wordt het nettogewicht van de producten van de sector schapen- en geitenvlees vermenigvuldigd met de volgende coëfficiënten:
a) |
voor levende dieren: 0,47; |
b) |
voor vlees zonder been van schapenlammeren en vlees zonder been van geitenlammeren: 1,67; |
c) |
voor vlees zonder been van andere schapen dan schapenlammeren en vlees zonder been van andere geiten dan geitenlammeren en mengsels daarvan: 1,81; |
d) |
voor producten met been: 1,00. |
Onder „geitenlammeren” wordt verstaan geiten tot de leeftijd van één jaar.
Artikel 4
In afwijking van titel II, punten A en B, van Verordening (EG) nr. 1439/95 worden de tariefcontingenten die in de bijlage bij de onderhavige verordening zijn vermeld, van 1 januari tot en met 31 december 2009 beheerd op basis van „wie het eerst komt, het eerst maalt” overeenkomstig artikel 308 bis, artikel 308 ter en artikel 308 quater, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2454/93. Het bepaalde in artikel 308 quater, leden 2 en 3, van die verordening is niet van toepassing. Er zijn geen invoercertificaten vereist.
Artikel 5
1. Met het oog op het gebruik van de in de bijlage vermelde tariefcontingenten wordt voor de betrokken goederen aan de douaneautoriteiten van de Gemeenschap een door de bevoegde autoriteiten van het betrokken derde land afgegeven geldig bewijs van oorsprong overgelegd samen met een douaneaangifte voor het vrije verkeer.
De oorsprong van de producten die vallen onder andere dan uit preferentiële tariefovereenkomsten voortvloeiende tariefcontingenten, wordt bepaald overeenkomstig de in de Gemeenschap geldende voorschriften.
2. Het in lid 1 bedoelde bewijs van oorsprong is:
a) |
voor een tariefcontingent dat deel uitmaakt van een preferentiële tariefovereenkomst, het in die overeenkomst vastgestelde bewijs van oorsprong; |
b) |
voor andere tariefcontingenten, het overeenkomstig artikel 47 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 opgestelde bewijs, en, naast de in dat artikel genoemde elementen, ook de volgende gegevens:
|
c) |
met betrekking tot een land met onder a) en b) vallende contingenten die zijn samengevoegd, het onder a) bedoelde bewijs. |
Als het onder b) bedoelde bewijs van oorsprong als stavend document voor slechts één aangifte voor het vrije verkeer wordt overgelegd, mag het verscheidene volgnummers bevatten. In alle andere gevallen mag het slechts één volgnummer bevatten.
Artikel 6
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2009.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 november 2008.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.
(2) PB L 46 van 20.2.2003, blz. 1.
(3) PB L 143 van 27.6.1995, blz. 7.
(4) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.
BIJLAGE
SCHAPENVLEES EN GEITENVLEES (in tonnen (t) equivalent geslacht gewicht) COMMUNAUTAIRE TARIEFCONTINGENTEN VOOR 2009
Nr. van de landengroep |
GN-code |
„Ad-valorem” recht % |
Specifiek recht EUR/100 kg |
Volgnummer volgens „wie het eerst komt, het eerst maalt” |
Oorsprong |
Jaarlijks volume in ton equivalent geslacht gewicht |
|||
Levende dieren (coëfficiënt = 0,47) |
Lamsvlees zonder been (1) (coëfficiënt = 1,67) |
Schapenvlees (excl. lamsvlees) zonder been (2) (coëfficiënt = 1,81) |
Vlees met been en karkassen (coëfficiënt = 1,00) |
||||||
1 |
0204 |
Nul |
Nul |
— |
09.2101 |
09.2102 |
09.2011 |
Argentinië |
23 000 |
— |
09.2105 |
09.2106 |
09.2012 |
Australië |
18 786 |
||||
— |
09.2109 |
09.2110 |
09.2013 |
Nieuw-Zeeland |
227 854 |
||||
— |
09.2111 |
09.2112 |
09.2014 |
Uruguay |
5 800 |
||||
— |
09.2115 |
09.2116 |
09.1922 |
Chili |
6 200 |
||||
— |
09.2121 |
09.2122 |
09.0781 |
Noorwegen |
300 |
||||
— |
09.2125 |
09.2126 |
09.0693 |
Groenland |
100 |
||||
— |
09.2129 |
09.2130 |
09.0690 |
Faeröer |
20 |
||||
— |
09.2131 |
09.2132 |
09.0227 |
Turkije |
200 |
||||
— |
09.2171 |
09.2175 |
09.2015 |
Andere (3) |
200 |
||||
2 |
0204, 0210 99 21, 0210 99 29, 0210 99 60 |
Nul |
Nul |
— |
09.2119 |
09.2120 |
09.0790 |
IJsland |
1 850 |
3 |
0104 10 30 0104 10 80 0104 20 90 |
10 % |
Nul |
09.2181 |
— |
— |
09.2019 |
Erga omnes (4) |
92 |
(1) Inclusief vlees van geitenlammeren.
(2) Inclusief vlees van andere geiten dan geitenlammeren.
(3) Onder „Overige” wordt hier verstaan alle landen van oorsprong met uitzondering van de in deze tabel genoemde landen.
(4) Onder „Erga omnes” wordt hier verstaan alle landen van oorsprong inclusief de in deze tabel genoemde landen.
II Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie niet verplicht is
BESLUITEN/BESCHIKKINGEN
Europese Centrale Bank
20.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 309/8 |
BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 14 november 2008
betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening ECB/2008/11 van 23 oktober 2008 betreffende tijdelijke wijzigingen van de regels betreffende de beleenbaarheid van onderpand
(ECB/2008/15)
(2008/874/EG)
DE DIRECTIE VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op het eerste streepje van artikel 105, lid 2 en artikel 110,
Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op het tweede streepje van artikel 34.1, in samenhang met het eerste streepje van artikel 3.1 en artikel 18.2,
Gelet op artikel 8 van Verordening ECB/2008/11 van 23 oktober 2008 betreffende tijdelijke wijzigingen van de regels betreffende de beleenbaarheid van onderpand,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 15 oktober 2008 besliste de Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) tijdelijk kredietvorderingen die deel uitmaken van syndicaatsleningen die beheerst worden door het recht van Engeland en Wales als beleenbaar onderpand toe te laten voor de monetaire-beleidstransacties van het Eurosysteem. Op 23 oktober 2008 gaf de Raad van bestuur uitvoering aan dit besluit door Verordening ECB/2008/11 (1) aan te nemen. |
(2) |
Volgens artikel 3(2) van de Verordening ECB/2008/11 mag hat aantal toepasselijke rechtssystemen geldend voor de mobilisatie van syndicaatsleningen die beheerst worden door het recht van Engeland en Wales, niet meer dan drie bedragen. Aangezien de mobilisatie van syndicaatsleningen juridisch complex is als tot drie verschillende rechtssystemen kunnen gelden, moeten de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro aangenomen hebben (hierna „de NCB’s”) juridische beoordelingen en risicobeoordelingen uitvoeren wanneer zij liquiditeiten verstrekken tegen dergelijk onderpand. |
(3) |
De juridische complexiteit van de mobilisatie van bovenvermelde leningen vereist de vaststelling van tenuitvoerleggingscriteria verband houdend met de aanvaarding als beleenbaar onderpand van syndicaatsleningen die beheerst worden door het recht van Engeland en Wales, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Definities
In dit besluit wordt bedoeld met:
— |
„Algemene Documentatie”: Bijlage I bij Richtsnoer ECB/2000/7 van 31 augustus 2000 betreffende monetaire beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem (2); |
— |
„Syndicaatsleningen”: kredietvorderingen zijnde aandelen in een syndicaatslening van instellingen die lid zijn van een syndicaat, zoals omschreven in hoofdstuk 6.2.2 van de Algemene Documentatie en die beheerst worden door het recht van Engeland en Wales. |
Artikel 2
Mobilisatietechnieken voor syndicaatsleningen
1. Een NCB mobiliseert syndicaatsleningen direct van haar desbetreffende tegenpartij overeenkomstig de respectievelijke nationale procedures voor kredietvorderingen. De mobilisatieovereenkomst wordt beheerst door het recht van een lidstaat die behoort tot het eurogebied.
2. Hoofdstuk 6.6 van de Algemene Documentatie is niet van toepassing op de mobilisatie van syndicaatsleningen.
Artikel 3
Overdraagbaarheid van leningen
Alleen volledig overdraagbare syndicaatsleningen zijn beleenbaar. Voor de doelstellingen van het vierde streepje van Appendix 7 van Bijlage I bij de Algemene Documentatie, worden syndicaatsleningen niet geacht volledig overdraagbaar te zijn en niet onbeperkt mobiliseerbaar als onderpand voor krediettransacties van het Eurosysteem, tenzij de leningsovereenkomst onvoorwaardelijk:
i) |
de geldgever toestaat door bezwaring, cessie of anderzins een zekerheidsrecht te vestigen op haar rechten om op de verplichtingen van die geldgever ten aanzien van NCB zekerheid te vestigen; en |
ii) |
de desbetreffende NCB toestaat haar zekerheidsrecht op een dergelijke lening uit te winnen door krachtens de lening direct of indirect bij de onderliggende debiteur betalingen te innen, en door cessie of overdracht van de lening aan een bank of een financiële instelling, of aan een trustfonds of aan een andere entiteit die gewoonlijk betrokken is bij of opgericht werd voor het verstrekken van, kopen van of beleggen in leningen, effecten of andere financiële activa. |
Artikel 4
Kennisgeving van de debiteur
1. De tegenpartij stelt vóór of onmiddellijk na de mobilisatie van een dergelijke lening als onderpand de debiteur van een syndicaatsleningsovereenkomst daarvan in kennis. Deze kennisgeving gebeurt overeenkomstig de toepasselijke in de syndicaatsleningsovereenkomst vastgelegde procedures.
2. Lid 1 doet geen afbreuk aan het recht van de desbetreffende NCB om de debiteur op de hoogte te brengen.
Artikel 5
Registratiecertificaat
De tegenpartijen verstrekken de desbetreffende NCB een van de Registrar of Companies of England and Wales ontvangen kopie van de bevestiging dat de mobilisatie van de syndicaatslening geregistreerd werd bij Companies House.
Artikel 6
Voorlegging door de tegenpartij van een „diligence letter” (adviesbrief betreffende feitelijke vragen) van een externe juridische adviseur
Voor de mobilisatie van syndicaatsleningen verstrekken de tegenpartijen aan de desbetreffende NCB een „diligence letter” van een externe juridische adviseur naar genoegen van het Eurosysteem, die een aantal feitelijke aangelegenheden behandelt, zoals die regelmatig door de ECB vastgesteld en op haar website gepubliceerd worden.
Artikel 7
„Speciaal-opgerichte–ondernemingen” („SPV”-) debiteuren
1. Een speciaal opgerichte onderneming (special purpose vehicle (SPV)) is uitsluitend een in aanmerking komende debiteur voor een syndicaatslening indien i) de SPV de begunstigde is van een garantie die werd uitgegeven door een niet-financiële vennootschap die in aanmerking komt als garantiegever in de zin van hoofdstuk 6.2.2 van de Algemene Documentatie; ii) de garantie voldoet aan de vereisten van hoofdstuk 6.3.3 van de Algemene Documentatie; en iii) de desbetreffende NCB wettelijk het recht heeft de garantie uit te winnen na de mobilisatie van de syndicaatslening.
2. Kredietvorderingen die deel uitmaken van syndicaatsleningen met SPV’s als debiteur, zijn slechts beleenbaar onderpand voor krediettransacties van het Eurosysteem als de SPV en de garantieverlener in het eurogebied gevestigd zijn.
3. Het vereiste een juridische bevestiging te verstrekken, zoals bepaald in hoofdstuk 6.3.3 van de Algemene Documentatie, geldt ook als de debiteur een SPV is die de begunstigde is van een garantie overeenkomstig lid 1.
Artikel 8
Valutadenominatie
Voor de doeleinden van hoofdstuk 6.2.2 van de Algemene Documentatie, worden syndicaatsleningen slechts geacht te luiden in euro, voor zover de desbetreffende leningsovereenkomst het de debiteur of de agent van de debiteur, in zijn naam, niet toestaat de denominatie waarin de lening luidt of betaalbaar is, vóór de vervaldag van de desbetreffende krediettransactie van het Eurosysteem te wijzigen.
Artikel 9
Geen verrekening of tegenvordering
Syndicaatsleningen zijn slechts beleenbaar onderpand voor krediettransacties van het Eurosysteem als de desbetreffende syndicaatsleningsovereenkomst uitdrukkelijk bepaalt dat alle door de debiteur uit te voeren betalingen gebeuren zonder aftrek uit hoofde van verrekening of een tegenvordering.
Artikel 10
Beperkingen op de uitwinning van het onderpand
1. Syndicaatsleningen die bepalen dat besluiten van het syndicaat jegens de debiteur genomen worden bij meerderheid van geldgevers, zijn beleenbaar onderpand voor krediettransacties van het Eurosysteem.
2. Syndicaatsleningen die bepalen dat bepaalde voorwaarden van de desbetreffende syndicaatsleningsovereenkomst mogen gewijzigd worden, of dat van die voorwaarden afstand mag worden gedaan mits toestemming van de meerderheid van de geldgevers, zijn beleenbaar onderpand voor krediettransacties van het Eurosysteem; op voorwaarde, echter, dat de leningsovereenkomst niet bepaalt dat meerderheidsbesluiten mogen genomen worden aangaande: i) het uitstellen van de betalingsdatum van een krachtens de overeenkomst verschuldigd bedrag; of ii) een verlaging van de marge of van het bedrag van een betaling van de hoofdsom of rente; of iii) een wijziging van het beginsel dat de verbintenissen van de geldgever krachtens de overeenkomst hoofdelijke verbintenissen zijn.
3. Syndicaatsleningen waarvoor een facilitair agent betalingen int en distribueert, zijn slechts beleenbaar onderpand voor krediettransacties van het Eurosysteem als de facilitair agent een kredietinstelling is met een minimale lange-termijn rating van „A–” door Fitch of Standard & Poor’s, of „A3” door Moody’s, of „AL” door DBRS.
Artikel 11
Clausules ter vervanging van de geldgevers
Een syndicaatslening die bepaalt dat de debiteur de geldgever mag laten aflossen in ruil voor een uitstaande lening, is slechts beleenbaar onderpand voor krediettransacties van het Eurosysteem, op voorwaarde dat de tegenpartij vóór de mobilisatie de desbetreffende NCB een afdwingbaar zekerheidsrecht verleent op het recht van de tegenpartij om baar geld te ontvangen voor deze aflossing.
Artikel 12
Openbaren van vertrouwelijke informatie
Een syndicaatslening is slechts beleenbaar onderpand voor krediettransacties van het Eurosysteem als de syndicaatsleningsovereenkomst het de geldgever toestaat vertrouwelijke informatie mee te delen aan een centrale bank van het Eurosysteem in verband met een bezwaring, cessie of zekerheidsrecht zijdens de geldgever van zijn rechten om krachtens de overeenkomst op verplichtingen van die geldgever ten aanzien van een centrale bank van het Eurosysteem zekerheid te vestigen.
Artikel 13
Belastingen en schadeloosstelling
1. Een syndicaatslening is slechts beleenbaar onderpand voor krediettransacties van het Eurosysteem als de tegenpartij voldoet aan de voorwaarden van dit artikel.
2. De tegenpartij krijgt een bevestiging van een belastingsadviseur uit het VK inhoudende dat, ofwel: a) de debiteur geen Britse bronbelasting zal moeten inhouden ten gevolge van de overdracht, krachtens Engels of ander recht, van de „beneficial ownership” (economische eigendom) van het actief dat de lening uitmaakt aan de NCB; of b) de debiteur „UK Withholding Tax” (Britse bronbelasting) zal moeten inhouden ten gevolge van een dergelijke overdracht van de „beneficial ownership” aan de NCB, maar dat de NCB moet kunnen genieten van het belastingsverdrag tussen het VK en de jurisdictie van de NCB, zodat na aanwijzing door Her Majesty’s Revenue & Customs (HMRC) krachtens het relevante verdrag, de debiteur het recht heeft rentebetalingen te doen aan de NCB zonder inhouding van de UK Withholding Tax, en de NCB het recht heeft de eerder ingehouden belastingen in te vorderen; of c) de debiteur UK Withholding Taxes zal moeten inhouden ten gevolge van een dergelijke overdracht van „beneficial ownership” en de NCB niet in aanmerking komt om te genieten van een belastingsverdrag tussen het VK en de jurisdictie van de NCB of van een andere ontheffing.
3. Als een belastingsadviseur van het VK bevestigt dat de overdracht van de „beneficial ownership” van het actief dat de lening uitmaakt aan de NCB onder categorie b) of c) van bovenvermeld lid 2 valt, moet de tegenpartij er mee in te stemmen de NCB schadeloos te stellen voor door de debiteur ingehouden UK Withholding Tax (die niet krachtens de syndicaatsleningsovereenkomst gebruteerd werd), en voor alle ongunstige cash-flow gevolgen van initieel ten aanzien van de NCB ingehouden en daarna aan de NCB gerestitueerde UK Withholding Tax.
4. De tegenpartij moet alle verantwoordelijkheid dragen voor de kennisgeving aan de debiteur van de overdracht van „beneficial ownership” van het actief dat de lening uitmaakt aan de NCB op grond waarvan de debiteur UK Withholding Tax in dient te houden (of belastingen van het VK aan een ander tarief).
5. De tegenpartij draagt alle kosten van een „UK Stamp Duty” (Britse zegelbelasting) (alsook boetes en rentes daarop) die betaald moeten worden ten gevolge van enige overdracht, krachtens Engels recht of enig ander recht, van de „beneficial ownership” van een actief dat de lening uitmaakt, en waarvan de NCB redelijkerwijze meent dat deze betaald moet worden opdat de NCB het actief dat de lening uitmaakt kan aanvoeren als bewijs voor een Engels gerecht of het actief dat de lening uitmaakt voor andere doeleinden kan gebruiken in het VK. De tegenpartij draagt ook alle kosten ten gevolge van een dergelijke overdracht verschuldigde „UK stamp duty reserve tax” (Britse aanvullende zegelbelasting) die betaald moet worden, indien van toepassing.
6. De tegenpartij moet de bevestiging overleggen van een belastingadviseur in de door de tegenpartij toepasselijk geachte rechtsgebieden, inhoudende dat de debiteur geen niet-UK Withholding Tax zal moeten inhouden ten gevolge van een overdracht, krachtens Engels of enig andere recht, van de „beneficial ownership” van het actief dat de lening uitmaakt aan de NCB, en dat een dergelijke overdracht geen aansprakelijkheid voor zegel-of overdrachtsrechten doet ontstaan.
7. De tegenpartij zal de desbetreffende NCB volledig schadeloos stellen betreffende aan de faciliteit of het betaalkantoor verschuldigde honoraria, of andere honoraria of kosten betreffende het beheer van de lening.
Artikel 14
Slotbepalingen
1. Dit besluit treedt op 17 november 2008 in werking.
2. Dit besluit is van toepassing tot 30 november 2008.
Gedaan te Frankfurt am Main, 14 november 2008.
De President van de ECB
Jean-Claude TRICHET
(1) PB L 282 van 25.10.2008, blz. 17.
(2) PB L 310 van 11.12.2000, blz. 1.
IV Andere besluiten
EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE
Gemengd Comité van de EER
20.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 309/12 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 95/2008
van 26 september 2008
tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage I bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 42/2008 van het Gemengd Comité van de EER van 25 april 2008 (1). |
(2) |
Verordening (EG) nr. 688/2006 van de Commissie van 4 mei 2006 tot wijziging van de bijlagen III en XI bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het toezicht op overdraagbare spongiforme encefalopathieën en gespecificeerd risicomateriaal van runderen in Zweden (2), dient in de Overeenkomst te worden opgenomen. |
(3) |
Verordening (EG) nr. 722/2007 van de Commissie van 25 juni 2007 tot wijziging van de bijlagen II, V, VI, VIII, IX en XI bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (3), dient in de Overeenkomst te worden opgenomen. |
(4) |
Verordening (EG) nr. 727/2007 van de Commissie van 26 juni 2007 tot wijziging van de bijlagen I, III, VII en X bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (4), dient in de Overeenkomst te worden opgenomen. |
(5) |
Verordening (EG) nr. 1275/2007 van de Commissie van 29 oktober 2007 tot wijziging van bijlage IX bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (5), dient in de Overeenkomst te worden opgenomen. |
(6) |
Beschikking 2007/667/EG van de Commissie van 15 oktober 2007 houdende toestemming tot het gebruik, in Duitsland, van risicorunderen tot het eind van hun productieve leven na officiële bevestiging van de aanwezigheid van BSE (6), dient in de Overeenkomst te worden opgenomen. |
(7) |
Dit besluit is van toepassing op IJsland met de in lid 2 van de inleiding van hoofdstuk I van bijlage I vermelde overgangsperiode. |
(8) |
Dit besluit is niet van toepassing op Liechtenstein, |
BESLUIT:
Artikel 1
Hoofdstuk I van bijlage I bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1. |
In deel 7.1 worden in punt 12 (Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad) de volgende streepjes toegevoegd:
|
2. |
In deel 7.1 wordt de tekst van de aanpassing A van punt 12 (Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad) vervangen door het volgende: „In bijlage III, hoofdstuk A, deel I, wordt het volgende punt toegevoegd:
|
3. |
In deel 7.1 wordt de tekst van de aanpassing C van punt 12 (Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad) geschrapt. |
4. |
Onder „BESLUITEN WAARMEE DE EVA-LANDEN EN DE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT VAN DE EVA REKENING DIENEN TE HOUDEN” wordt in deel 7.2 na punt 41 (Beschikking 2007/411/EG van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:
|
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Verordeningen (EG) nr. 688/2006, (EG) nr. 722/2007, (EG) nr. 727/2007, (EG) nr. 1275/2007 en van Beschikking 2007/667/EG zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 27 september 2008, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (7).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 26 september 2008.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Z.D.H. Prins Nikolaus von LIECHTENSTEIN
(1) PB L 223 van 21.8.2008, blz. 33.
(2) PB L 120 van 5.5.2006, blz. 10.
(3) PB L 164 van 26.6.2007, blz. 7.
(4) PB L 165 van 27.6.2007, blz. 8.
(5) PB L 284 van 30.10.2007, blz. 8.
(6) PB L 271 van 16.10.2007, blz. 16.
(7) Grondwettelijke vereisten aangegeven.
20.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 309/15 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 96/2008
van 26 september 2008
tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage II bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 4/2008 van het Gemengd Comité van de EER van 1 februari 2008 (1). |
(2) |
Interpretatieve mededeling van de Commissie 2007/C 68/04 over de procedures voor de registratie van uit een andere lidstaat afkomstige motorvoertuigen (2), dient in de Overeenkomst te worden opgenomen. |
(3) |
Resolutie van de Raad van 29 juni 1977 (3) en Mededeling van de Commissie C/281/88/blz. 9 (4) zijn achterhaald en dienen bijgevolg uit de Overeenkomst te worden geschrapt, |
BESLUIT:
Artikel 1
Hoofdstuk I van bijlage II bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1. |
De tekst van de punten 46 (Resolutie van de Raad van 29 juni 1977) en 47 (Mededeling van de Commissie C/281/88/blz. 9) wordt geschrapt. |
2. |
Het volgende punt wordt na punt 47 ingevoegd:
|
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en Noorse taal van Interpretatieve mededeling van de Commissie 2007/C 68/04 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 27 september 2008, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (5).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 26 september 2008.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Z.D.H. Prins Nikolaus von LIECHTENSTEIN
(1) PB L 154 van 12.6.2008, blz. 7.
(2) PB C 68 van 24.3.2007, blz. 15.
(3) PB C 177 van 26.7.1977, blz. 1.
(4) PB C 281 van 4.11.1988, blz. 9.
(5) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
20.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 309/17 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 97/2008
van 26 september 2008
tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage II bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 132/2007 van het Gemengd Comité van de EER van 26 oktober 2007 (1). |
(2) |
Richtlijn 2008/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende het zichtveld en de ruitenwissers van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (2), dient in de Overeenkomst te worden opgenomen. |
(3) |
De in de Overeenkomst opgenomen Richtlijn 74/347/EEG van de Raad (3) wordt bij Richtlijn 2008/2/EG ingetrokken en dient derhalve uit de Overeenkomst te worden geschrapt, |
BESLUIT:
Artikel 1
Hoofdstuk II van bijlage II bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1. |
De tekst van punt 5 (Richtlijn 74/347/EEG van de Raad) wordt geschrapt. |
2. |
Na punt 29 (Richtlijn 2000/25/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende punt ingevoegd:
|
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en Noorse taal van Richtlijn 2008/2/EG zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 27 september 2008, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (4).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 26 september 2008.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Z.D.H. Prins Nikolaus von LIECHTENSTEIN
(1) PB L 100 van 10.4.2008, blz. 1.
(2) PB L 24 van 29.1.2008, blz. 30.
(3) PB L 191 van 15.7.1974, blz. 5.
(4) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
20.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 309/19 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 98/2008
van 26 september 2008
tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage II bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 62/2008 van het Gemengd Comité van de EER van 6 juni 2008 (1). |
(2) |
Verordening (EG) nr. 109/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (2), dient in de Overeenkomst te worden opgenomen. |
(3) |
Richtlijn 2008/17/EG van de Commissie van 19 februari 2008 tot wijziging van bepaalde bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad wat betreft maximumgehalten aan residuen van acefaat, acetamiprid, acibenzolar-S-methyl, aldrin, benalaxyl, benomyl, carbendazim, chloormequat, chloorthalonil, chloorpyrifos, clofentezin, cyfluthrin, cypermethrin, cyromazin, dieldrin, dimethoaat, dithiocarbamaten, esfenvaleraat, famoxadone, fenhexamide, fenitrothion, fenvaleraat, glyfosaat, indoxacarb, lambda-cyhalothrin, mepanipyrim, metalaxyl-M, methidathion, methoxyfenozide, pymetrozine, pyraclostrobin, pyrimethanil, spiroxamine, thiacloprid, thiofanaat-methyl en trifloxystrobin (3), dient in de Overeenkomst te worden opgenomen. |
(4) |
Dit besluit is niet van toepassing op Liechtenstein, |
BESLUIT:
Artikel 1
Hoofdstuk XII van bijlage II bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1. |
In de punten 38 (Richtlijn 86/362/EEG van de Raad), 39 (Richtlijn 86/363/EEG van de Raad) en 54 (Richtlijn 90/642/EEG van de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:
|
2. |
In punt 54zzzt (Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende toegevoegd: „ , gewijzigd bij:
|
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EG) nr. 109/2008 en Richtlijn 2008/17/EG zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 27 september 2008, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (4).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 26 september 2008.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Z.D.H. Prins Nikolaus von LIECHTENSTEIN
(1) PB L 257 van 25.9.2008, blz. 23.
(2) PB L 39 van 13.2.2008, blz. 14.
(3) PB L 50 van 23.2.2008, blz. 17.
(4) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
20.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 309/21 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 99/2008
van 26 september 2008
tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage II bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 63/2008 van het Gemengd Comité van de EER van 6 juni 2008 (1). |
(2) |
Verordening (EG) nr. 61/2008 van de Commissie van 24 januari 2008 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, wat dinoprostone betreft (2), dient in de Overeenkomst te worden opgenomen, |
BESLUIT:
Artikel 1
In hoofdstuk XIII van bijlage II bij de Overeenkomst wordt in punt 14 (Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad) het volgende streepje toegevoegd:
„— |
32008 R 0061: Verordening (EG) nr. 61/2008 van de Commissie van 24 januari 2008 (PB L 22 van 25.1.2008, blz. 8).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EG) nr. 61/2008 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 27 september 2008, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (3).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 26 september 2008.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Z.D.H. Prins Nikolaus von LIECHTENSTEIN
(1) PB L 257 van 25.9.2008, blz. 25.
(2) PB L 22 van 25.1.2008, blz. 8.
(3) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
20.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 309/22 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 100/2008
van 26 september 2008
tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage II bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 48/2008 van het Gemengd Comité van de EER van 25 april 2008 (1). |
(2) |
Verordening (EG) nr. 1238/2007 van de Commissie van 23 oktober 2007 tot vaststelling van regels voor de kwalificaties van de leden van de kamer van beroep van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Verordening (EG) nr. 1354/2007 van de Raad van 15 november 2007 tot aanpassing van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) in verband met de toetreding van Bulgarije en Roemenië (3) moet in de Overeenkomst worden opgenomen, |
BESLUIT:
Artikel 1
Hoofdstuk XV van bijlage II bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1. |
Na punt 12zc (Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende toegevoegd: „ , gewijzigd bij:
|
2. |
Na punt 12zc (Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende punt ingevoegd:
|
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Verordeningen (EG) nr. 1238/2007 en (EG) nr. 1354/2007 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 27 september 2008, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (4).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 26 september 2008.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Z.D.H. Prins Nikolaus von LIECHTENSTEIN
(1) PB L 223 van 21.8.2008, blz. 43.
(2) PB L 280 van 24.10.2007, blz. 10.
(3) PB L 304 van 22.11.2007, blz. 1.
(4) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
20.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 309/24 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 101/2008
van 26 september 2008
tot wijziging van bijlage IV (Energie) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage IV bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 28/2008 van het Gemengd Comité van de EER van 14 maart 2008 (1). |
(2) |
Verordening (EG) nr. 1775/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 betreffende de voorwaarden voor toegang tot aardgastransmissienetten (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen, |
BESLUIT:
Artikel 1
In bijlage IV bij de Overeenkomst wordt na punt 26 (Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad) het volgende punt ingevoegd:
„27. |
32005 R 1775: Verordening (EG) nr. 1775/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 betreffende de voorwaarden voor toegang tot aardgastransmissienetten (PB L 289 van 3.11.2005, blz. 1). De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van de Overeenkomst als volgt aangepast:
|
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EG) nr. 1775/2005 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 27 september 2008, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (3).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 26 september 2008.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Z.D.H. Prins Nikolaus von LIECHTENSTEIN
(1) PB L 182 van 10.7.2008, blz. 19.
(2) PB L 289 van 3.11.2005, blz. 1.
(3) Grondwettelijke vereisten aangegeven.
Gemeenschappelijke verklaring van de overeenkomstsluitende partijen over Besluit nr. 101/2008 betreffende de tenuitvoerlegging in de EER-overeenkomst van Verordening (EG) nr. 1775/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 betreffende de voorwaarden voor toegang tot aardgastransmissienetwerken
Op grond van de tweepijlerstructuur van de EER-overeenkomst (Artikel 93, lid 2), dient nieuwe Gemeenschapswetgeving door een beschikking van het Gemengd Comité te worden goedgekeurd. De richtsnoeren uit hoofde van de verordening inzake de voorwaarden voor toegang tot aardgastransmissienetten zijn voor alle lidstaten wettelijk verbindend. Nieuwe richtsnoeren of wijzigingen op bestaande richtsnoeren zijn daarom aan te merken als nieuwe Gemeenschapswetgeving waarvoor in overeenstemming met artikel 98 van de EER-overeenkomst goedkeuring door het Gemengd Comité van de EER noodzakelijk is.
20.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 309/26 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 102/2008
van 26 september 2008
tot wijziging van bijlage VI (Sociale zekerheid) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage VI bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 159/2007 van het Gemengd Comité van de EER van 7 december 2007 (1). |
(2) |
Verordening (EG) nr. 647/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2005 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, en van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Verordening (EG) nr. 629/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, en van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 (3) moet in de Overeenkomst worden opgenomen. |
(4) |
Er moet rekening worden gehouden met het arrest van het Europese Hof van Justitie in zaak C-299/05, waarbij sommige punten van Verordening (EG) nr. 647/2005 van de Raad nietig worden verklaard en met het arrest van het EVA-Hof in zaak E-5/06, |
BESLUIT:
Artikel 1
Bijlage VI bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1. |
In punt 1 (Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad) worden de volgende streepjes toegevoegd:
|
2. |
Aanpassing m) in punt 1 (Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad) wordt vervangen door:
|
3. |
Aanpassing n) in punt 1 (Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad) wordt vervangen door: „De volgende tekst wordt toegevoegd aan bijlage III, punt A): 36. IJSLAND–DENEMARKEN Artikel 10 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992 betreffende dekking van extra reiskosten in het geval van ziekte tijdens een verblijf in een ander Noords land waardoor de terugreis naar het land van de woonplaats duurder wordt. 37. IJSLAND–FINLAND Artikel 10 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992 betreffende dekking van extra reiskosten in het geval van ziekte tijdens een verblijf in een ander Noords land waardoor de terugreis naar het land van de woonplaats duurder wordt. 38. IJSLAND–ZWEDEN Artikel 10 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992 betreffende dekking van extra reiskosten in het geval van ziekte tijdens een verblijf in een ander Noords land waardoor de terugreis naar het land van de woonplaats duurder wordt. 39. IJSLAND–NOORWEGEN Artikel 10 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992 betreffende dekking van extra reiskosten in het geval van ziekte tijdens een verblijf in een ander Noords land waardoor de terugreis naar het land van de woonplaats duurder wordt. 40. NOORWEGEN–DENEMARKEN Artikel 10 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992 betreffende dekking van extra reiskosten in het geval van ziekte tijdens een verblijf in een ander Noords land waardoor de terugreis naar het land van de woonplaats duurder wordt. 41. NOORWEGEN–FINLAND Artikel 10 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992– 42. NOORWEGEN–ZWEDEN Artikel 10 van het Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992 betreffende dekking van extra reiskosten in het geval van ziekte tijdens een verblijf in een ander Noords land waardoor de terugreis naar het land van de woonplaats duurder wordt.”. |
4. |
Aanpassing o) in punt 1 (Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad) wordt geschrapt. |
5. |
De tekst van lid 1 onder „ZB. LIECHTENSTEIN” in aanpassing t) van punt 1 (Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad) wordt geschrapt. |
6. |
In punt 2 (Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad) worden de volgende streepjes toegevoegd:
|
7. |
Aanpassing n) in punt 2 (Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad) wordt geschrapt. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Verordeningen (EG) nr. 647/2005 en (EG) nr. 629/2006 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 27 september 2008, mits alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (4).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 26 september 2008.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Z.D.H. Prins Nikolaus von LIECHTENSTEIN
(1) PB L 124 van 8.5.2008, blz. 24.
(2) PB L 117 van 4.5.2005, blz. 1.
(3) PB L 114 van 27.4.2006, blz. 1.
(4) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
20.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 309/29 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 103/2008
van 26 september 2008
tot wijziging van bijlage VI (Sociale zekerheid) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, aangepast bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage VI bij de Overeenkomst is gewijzigd bij Besluit nr. 159/2007 van het Gemengd Comité van de EER van 7 december 2007 (1). |
(2) |
Besluit nr. 207 van de Administratieve Commissie voor de sociale zekerheid van migrerende werknemers van 7 april 2006 betreffende de interpretatie van artikel 76 en artikel 79, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1408/71, alsmede van artikel 10, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 574/72 inzake de samenloop van gezins- of kinderbijslagen (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen, |
BESLUIT:
Artikel 1
In bijlage VI bij de Overeenkomst wordt na punt 3.81 (Besluit nr. 205) het volgende punt ingevoegd:
„3.82. |
32006 D 0442: Besluit nr. 207 van de Administratieve Commissie voor de sociale zekerheid van migrerende werknemers van 7 april 2006 betreffende de interpretatie van artikel 76 en artikel 79, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1408/71, alsmede van artikel 10, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 574/72 inzake de samenloop van gezins- of kinderbijslagen (PB L 175 van 29.6.2006, blz. 83).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en Noorse taal van Besluit nr. 207 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 27 september 2008, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (3).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 26 september 2008.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Z.D.H. Prins Nikolaus von LIECHTENSTEIN
(1) PB L 124 van 8.5.2008, blz. 24.
(2) PB L 175 van 29.6.2006, blz. 83.
(3) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
20.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 309/30 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 104/2008
van 26 september 2008
tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage XIII bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 87/2008 van het Gemengd Comité van de EER van 4 juli 2008 (1). |
(2) |
Verordening (EG) nr. 715/2008 van de Commissie van 24 juli 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 474/2006 tot opstelling van de communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Gemeenschap (2), dient in de Overeenkomst te worden opgenomen, |
BESLUIT:
Artikel 1
In punt 66zab van bijlage XIII bij de Overeenkomst (Verordening (EG) nr. 474/2006 van de Commissie) wordt het volgende streepje toegevoegd:
„— |
32008 R 0715: Verordening (EG) nr. 715/2008 van de Commissie van 24 juli 2008 (PB L 197 van 25.7.2008, blz. 36).”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EG) nr. 715/2008 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 27 september 2008, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (3).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 26 september 2008.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Z.D.H. Prins Nikolaus von LIECHTENSTEIN
(1) PB L 280 van 23.10.2008, blz. 23.
(2) PB L 197 van 25.7.2008, blz. 36.
(3) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
20.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 309/31 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 105/2008
van 26 september 2008
tot wijziging van bijlage XVIII (Gezondheid en veiligheid op het werk, arbeidsrecht en gelijke behandeling van mannen en vrouwen) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage XVIII bij de Overeenkomst is gewijzigd bij Besluit nr. 33/2008 van het Gemengd Comité van de EER van 14 maart 2008 (1). |
(2) |
Richtlijn 2007/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot wijziging van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad, de daaruit voortvloeiende bijzondere richtlijnen, alsmede de Richtlijnen 83/477/EEG, 91/383/EEG, 92/29/EEG en 94/33/EG van de Raad, met het oog op de vereenvoudiging en rationalisatie van de verslagen over de praktische tenuitvoerlegging (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen, |
BESLUIT:
Artikel 1
Bijlage XVIII bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1. |
Aan punt 5 (Richtlijn 83/477/EEG van de Raad) en punt 10 (Richtlijn 89/655/EEG van de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:
|
2. |
Aan punt 8 (Richtlijn 89/391/EEG), punt 9 (Richtlijn 89/654/EEG van de Raad), punt 11 (Richtlijn 89/656/EEG van de Raad), punt 12 (Richtlijn 90/269/EEG van de Raad), punt 13 (Richtlijn 90/270/EEG van de Raad), punt 16 (Richtlijn 91/383/EEG van de Raad), punt 16a (Richtlijn 92/29/EEG van de Raad), punt 16b (Richtlijn 92/57/EEG van de Raad), punt 16c (Richtlijn 92/58/EEG van de Raad), punt 16d (Richtlijn 92/85/EEG van de Raad), punt 16e (Richtlijn 92/91/EEG van de Raad), punt 16f (Richtlijn 92/104/EEG van de Raad), punt 16g (Richtlijn 93/103/EG van de Raad), punt 16h (Richtlijn 98/24/EG van de Raad), punt 16i (Richtlijn 1999/92/EG van het Europees Parlement en de Raad), punt 16ja (Richtlijn 2002/44/EG van het Europees Parlement en de Raad), punt 16jb (Richtlijn 2003/10/EG van het Europees Parlement en de Raad), punt 16jc (Richtlijn 2004/40/EG van het Europees Parlement en de Raad), punt 16je (Richtlijn 2006/25/EG van het Europees Parlement en de Raad) en punt 29 (Richtlijn 94/33/EG van de Raad) wordt het volgende toegevoegd: „ , gewijzigd bij:
|
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en Noorse taal van Richtlijn 2007/30/EG zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 27 september 2008, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (3).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 26 september 2008.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Z.D.H. Prins Nikolaus von LIECHTENSTEIN
(1) PB L 182 van 10.7.2008, blz. 30.
(2) PB L 165 van 27.6.2007, blz. 21.
(3) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
20.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 309/33 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 106/2008
van 26 september 2008
tot wijziging van Bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage XX bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 89/2008 van het Gemengd Comité van de EER van 4 juli 2008 (1). |
(2) |
Beschikking 2008/276/EG van de Commissie van 17 maart 2008 houdende wijziging van Beschikking 2005/338/EG, teneinde de geldigheidsduur van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur aan kampeerterreinen te verlengen (2), moet in de Overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Beschikking 2008/277/EG van de Commissie van 26 maart 2008 houdende wijziging van Beschikking 2001/405/EG, teneinde de geldigheidsduur van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur voor tissuepapierproducten te verlengen (3), moet in de Overeenkomst worden opgenomen, |
BESLUIT:
Artikel 1
Bijlage XX bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1. |
In punt 2i (Beschikking 2001/405/EG van de Commissie) wordt het volgende streepje toegevoegd:
|
2. |
In punt 2p (Beschikking 2005/338/EG van de Commissie) wordt het volgende toegevoegd: „, gewijzigd bij:
|
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Beschikking 2008/276/EG en Beschikking 2008/277/EG zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 27 september 2008, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (4).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 26 september 2008.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Z.D.H. Prins Nikolaus von LIECHTENSTEIN
(1) PB L 280 van 23.10.2008, blz. 27.
(2) PB L 87 van 29.3.2008, blz. 12.
(3) PB L 87 van 29.3.2008, blz. 14.
(4) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
20.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 309/35 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 107/2008
van 26 september 2008
tot wijziging van bijlage XXI (Statistiek) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage XXI bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 92/2008 van het Gemengd Comité van de EER van 4 juli 2008 (1). |
(2) |
Verordening (EG) nr. 177/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2186/93 van de Raad (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
De in de Overeenkomst opgenomen Verordening (EEG) nr. 2186/93 van de Raad (3) wordt bij Verordening (EG) nr. 177/2008 ingetrokken en moet derhalve uit de Overeenkomst worden geschrapt, |
BESLUIT:
Artikel 1
In bijlage XXI bij de Overeenkomst wordt de tekst van punt 4b (Verordening (EEG) nr. 2186/93 van de Raad) vervangen door:
„32008 R 0177: Verordening (EG) nr. 177/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2186/93 van de Raad (PB L 61 van 5.3.2008, blz. 6).
De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van de Overeenkomst als volgt aangepast:
a) |
Variabele 1.7a in de bijlage is niet van toepassing voor Liechtenstein. |
b) |
Liechtenstein doet de nodige maatregelen in werking treden om met ingang van 31 december 2010 aan deze verordening te voldoen.”. |
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EG) nr. 177/2008 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 27 september 2008, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (4).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 26 september 2008.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Z.D.H. Prins Nikolaus von LIECHTENSTEIN
(1) PB L 280 van 23.10.2008, blz. 32.
(2) PB L 61 van 5.3.2008, blz. 6.
(3) PB L 196 van 5.8.1993, blz. 1.
(4) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
20.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 309/37 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 108/2008
van 26 september 2008
tot wijziging van bijlage XXI (Statistiek) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bijlage XXI bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 92/2008 van het Gemengd Comité van de EER van 4 juli 2008 (1). |
(2) |
Verordening (EG) nr. 364/2008 van de Commissie van 23 april 2008 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 716/2007 van het Europees Parlement en de Raad, wat de technische opmaak voor de indiening van de statistieken van buitenlandse filialen en de aan lidstaten toegestane ontheffingen en afwijkingen betreft (2), moet in de Overeenkomst worden opgenomen, |
BESLUIT:
Artikel 1
In bijlage XXI bij de Overeenkomst wordt na punt 19x (Verordening (EG) nr. 716/2007 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende punt ingevoegd:
„19xa. |
32008 R 0364: Verordening (EG) nr. 364/2008 van de Commissie van 23 april 2008 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 716/2007 van het Europees Parlement en de Raad, wat de technische opmaak voor de indiening van de statistieken van buitenlandse filialen en de aan lidstaten toegestane ontheffingen en afwijkingen betreft (PB L 112 van 24.4.2008, blz. 14). De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van de Overeenkomst als volgt aangepast: De volgende tekst wordt toegevoegd aan bijlage III „ONTHEFFINGEN EN AFWIJKINGEN”:
|
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EG) nr. 364/2008 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 27 september 2008, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (3).
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 26 september 2008.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Z.D.H. Prins Nikolaus von LIECHTENSTEIN
(1) PB L 280 van 23.10.2008, blz. 32.
(2) PB L 112 van 24.4.2008, blz. 14.
(3) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.
20.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 309/39 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
Nr. 109/2008
van 26 september 2008
tot wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op de artikelen 86 en 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Protocol 31 bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 41/2006 van het Gemengd Comité van de EER van 10 maart 2006 (1). |
(2) |
Het is dienstig de samenwerking van de partijen bij de Overeenkomst uit te breiden teneinde Beschikking 2008/49/EG van de Commissie van 12 december 2007 inzake de bescherming van persoonsgegevens bij de invoering van het informatiesysteem interne markt (IMI) te omvatten (2). |
(3) |
Protocol 31 bij de Overeenkomst dient derhalve te worden gewijzigd om de uitbreiding van de samenwerking mogelijk te maken. |
(4) |
Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (3) is niet in de Overeenkomst opgenomen, |
BESLUIT:
Artikel 1
Na artikel 17, lid 5, onder b), eerste streepje, van Protocol 31 bij de Overeenkomst (Besluit 2004/387/EG van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende substreepje ingevoegd:
„— |
32008 D 0049: Beschikking 2008/49/EG van de Commissie van 12 december 2007 inzake de bescherming van persoonsgegevens bij de invoering van het informatiesysteem interne markt (IMI) (PB L 13 van 16.1.2008, blz. 18).”. |
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van de laatste kennisgeving aan het Gemengd Comité van de EER zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst (4).
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 26 september 2008.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Z.D.H. Prins Nikolaus von LIECHTENSTEIN
(1) PB L 147 van 1.6.2006, blz. 64.
(2) PB L 13 van 16.1.2008, blz. 18.
(3) PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.
(4) Grondwettelijke vereisten aangegeven.
Rectificaties
20.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 309/41 |
Rectificatie van Richtlijn 95/45/EG van de Commissie van 26 juli 1995 houdende vaststelling van bijzondere zuiverheidseisen voor kleurstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt
( Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 226 van 22 september 1995 )
De rectificatie van Richtlijn 95/45/EG in PB L 303 van 14.11.2008, blz. 25, dient als nietig te worden beschouwd.
20.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 309/42 |
Rectificatie van Verordening (EG) nr. 614/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het financieringsinstrument voor het Milieu (LIFE+)
( Publicatieblad van de Europese Unie L 149 van 9 juni 2007 )
Bladzijde 2, overweging 9, tweede zin:
in plaats van:
„… methoden en instrumenten;eb;normal;j versterken…”,
te lezen:
„… methoden en instrumenten; versterken …”.
Bladzijde 3, artikel 1, lid 2, eerste zin:
in plaats van:
„… milieu in de andere beleidssectoren …”,
te lezen:
„… milieu in andere beleidssectoren …”.
Bladzijde 5, artikel 5, lid 2, eerste zin:
in plaats van:
„… huishoudelijke kosten …”,
te lezen:
„… operationele kosten …”.
Bladzijde 6, artikel 6, lid 7, onder b), tweede alinea, in fine:
in plaats van:
„… nationale projecten.”,
te lezen:
„… transnationale projecten.”.
Bladzijde 8, artikel 16, titel:
in plaats van:
„Vereenvoudiging en consolidatie”,
te lezen:
„Intrekking en overgangsbepalingen”.
Bladzijde 13, bijlage II, punt 10.1, tweede streepje:
in plaats van:
„… teneinde milieuschade en …”,
te lezen:
„… teneinde milieudruk en …”.
Bladzijde 14, bijlage II, punt 11.1, vierde streepje:
in plaats van:
„… bossen in Europa, …”,
te lezen:
„… bossen in Europa (MCPFE), …”.
20.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 309/s3 |
BERICHT AAN DE LEZER
De instellingen hebben besloten in hun teksten niet langer te verwijzen naar de laatste wijziging van de aangehaalde besluiten.
Tenzij anders vermeld, zijn de besluiten waarnaar in de hierin gepubliceerde teksten wordt verwezen, de besluiten zoals die momenteel van kracht zijn.