ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 167

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

61e jaargang
15 mei 2018


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2018/C 167/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8845 — TA Associates/Rotschild/Datix) ( 1 )

1


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Raad

2018/C 167/02

Besluit van de Raad van 14 mei 2018 tot vaststelling van het standpunt van de Raad ten aanzien van ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2018

2

2018/C 167/03

Kennisgeving aan de personen die zijn onderworpen aan de beperkende maatregelen van Besluit 2014/145/GBVB van de Raad, als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2018/706 van de Raad, en van Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/705 van de Raad, betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen

3

2018/C 167/04

Kennisgeving aan de betrokkenen die zijn onderworpen aan de beperkende maatregelen van Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/705 van de Raad, betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen

4

 

Europese Commissie

2018/C 167/05

Wisselkoersen van de euro

5


 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

 

Europese Commissie

2018/C 167/06

Bericht van opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van keuken- en tafelgerei van keramische stoffen van oorsprong uit de Volksrepubliek China

6

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2018/C 167/07

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.8914 — One Equity Partners/Walki Holding) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

19

2018/C 167/08

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.8918 — AEA Investors/BCI/Springs) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

21


 

Rectificaties

2018/C 167/09

Rectificatie van de voorafgaande aanmelding van een concentratie — (Zaak M.8856 — Archer Daniels Midland/Cargill/JV Egypt) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( PB C 143 van 24.4.2018 )

23


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

15.5.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 167/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.8845 — TA Associates/Rotschild/Datix)

(Voor de EER relevante tekst)

(2018/C 167/01)

Op 10 april 2018 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32018M8845. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Raad

15.5.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 167/2


BESLUIT VAN DE RAAD

van 14 mei 2018

tot vaststelling van het standpunt van de Raad ten aanzien van ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2018

(2018/C 167/02)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (1), en met name artikel 41,

Overwegende hetgeen volgt:

De begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2018 is definitief vastgesteld op 30 november 2017 (2).

De Commissie heeft op 22 februari 2018 een voorstel ingediend met het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1 bij de algemene begroting voor het begrotingsjaar 2018,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Enig artikel

Het standpunt van de Raad betreffende het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 1 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2018 is vastgesteld op 14 mei 2018.

De volledige tekst kan worden geraadpleegd op of gedownload van de website van de Raad: http://www.consilium.europa.eu/

Gedaan te Brussel, 14 mei 2018.

Voor de Raad

De voorzitster

E. ZAHARIEVA


(1)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

(2)  PB L 57 van 28.2.2018, blz. 1.


15.5.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 167/3


Kennisgeving aan de personen die zijn onderworpen aan de beperkende maatregelen van Besluit 2014/145/GBVB van de Raad, als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2018/706 van de Raad, en van Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/705 van de Raad, betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen

(2018/C 167/03)

De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de personen die worden genoemd in de bijlage bij Besluit 2014/145/GBVB van de Raad (1), als gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2018/706 van de Raad (2), en in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad (3), als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/705 van de Raad (4), betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen.

De Raad van de Europese Unie heeft besloten dat de personen die worden genoemd in de bovengenoemde bijlagen, moeten worden opgenomen in de lijst van personen die zijn onderworpen aan de beperkende maatregelen van Besluit 2014/145/GBVB en van Verordening (EU) nr. 269/2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, de soevereiniteit en de onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen. De redenen voor de aanwijzing van deze personen staan in de desbetreffende vermeldingen in die bijlagen.

De betrokken personen worden erop geattendeerd dat zij de bevoegde instanties van de desbetreffende lidstaat of lidstaten, vermeld op de websites in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 269/2014, kunnen verzoeken om toestemming voor het gebruik van bevroren tegoeden voor basisbehoeften of specifieke betalingen (zie artikel 4 van de verordening).

De betrokken personen kunnen vóór 1 juni 2018, onder overlegging van bewijsstukken, op onderstaand adres bij de Raad een verzoek indienen tot heroverweging van het besluit hen op bovengenoemde lijst te plaatsen:

Raad van de Europese Unie

Secretariaat-generaal

DG C 1C

Wetstraat 175

1048 Brussel

BELGIË

E-mail: sanctions@consilium.europa.eu

Tevens worden de betrokken personen erop geattendeerd dat zij tegen het besluit van de Raad beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig de voorwaarden die zijn neergelegd in artikel 275, tweede alinea, en artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.


(1)  PB L 78 van 17.3.2014, blz. 16.

(2)  PB L 118 I van 14.5.2018, blz. 3.

(3)  PB L 78 van 17.3.2014, blz. 6.

(4)  PB L 118 I van 14.5.2018, blz. 1.


15.5.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 167/4


Kennisgeving aan de betrokkenen die zijn onderworpen aan de beperkende maatregelen van Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/705 van de Raad, betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen

(2018/C 167/04)

De aandacht van de betrokkenen wordt gevestigd op onderstaande informatie, overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (1):

De rechtsgrondslag voor deze verwerking wordt gevormd door Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad (2), als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/705 van de Raad (3).

De verantwoordelijke voor de verwerking is de Raad van de Europese Unie, vertegenwoordigd door de directeur-generaal van DG C (Buitenlandse Zaken, Uitbreiding, Civiele Bescherming) van het secretariaat-generaal van de Raad en door eenheid 1C van DG C, de dienst die belast is met de verwerking en bereikbaar is op het volgende adres:

Raad van de Europese Unie

Secretariaat-generaal

DG C 1C

Wetstraat 175

1048 Brussel

BELGIË

E-mail: sanctions@consilium.europa.eu

Het doel van de verwerking is het opstellen en actualiseren van de lijst van personen die aan beperkende maatregelen zijn onderworpen in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 269/2014, als uitgevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/705.

De betrokkenen zijn de natuurlijke personen die voldoen aan de criteria voor plaatsing op de lijst als vastgesteld in die verordening.

De verzamelde persoonsgegevens omvatten gegevens die nodig zijn voor de correcte identificatie van de betrokkene, de motivering en eventuele andere daarmee verband houdende gegevens.

De verzamelde persoonsgegevens kunnen zo nodig worden gedeeld met de Europese Dienst voor extern optreden en de Commissie.

Onverminderd de beperkingen bedoeld in artikel 20, lid 1, onder a) en d), van Verordening (EG) nr. 45/2001 zullen de verzoeken om toegang, alsmede verzoeken om rectificatie of bezwaarschriften, worden beantwoord in overeenstemming met afdeling 5 van Besluit 2004/644/EG van de Raad (4).

De persoonsgegevens worden bewaard gedurende vijf jaar na het moment waarop de betrokkene is geschrapt van de lijst van personen op wie de bevriezing van tegoeden van toepassing is of de geldigheidsduur van de maatregel is verstreken, of voor de duur van eventueel begonnen gerechtelijke procedures.

De betrokkenen kunnen zich overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 wenden tot de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.


(1)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

(2)  PB L 78 van 17.3.2014, blz. 6.

(3)  PB L 118 I van 14.5.2018, blz. 1.

(4)  PB L 296 van 21.9.2004, blz. 16.


Europese Commissie

15.5.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 167/5


Wisselkoersen van de euro (1)

14 mei 2018

(2018/C 167/05)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1988

JPY

Japanse yen

131,27

DKK

Deense kroon

7,4505

GBP

Pond sterling

0,88240

SEK

Zweedse kroon

10,2958

CHF

Zwitserse frank

1,1965

ISK

IJslandse kroon

122,20

NOK

Noorse kroon

9,5653

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,488

HUF

Hongaarse forint

315,37

PLN

Poolse zloty

4,2629

RON

Roemeense leu

4,6290

TRY

Turkse lira

5,1748

AUD

Australische dollar

1,5861

CAD

Canadese dollar

1,5301

HKD

Hongkongse dollar

9,4103

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7246

SGD

Singaporese dollar

1,5980

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 280,74

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

14,6926

CNY

Chinese yuan renminbi

7,5973

HRK

Kroatische kuna

7,3835

IDR

Indonesische roepia

16 747,24

MYR

Maleisische ringgit

4,7359

PHP

Filipijnse peso

62,861

RUB

Russische roebel

73,8057

THB

Thaise baht

38,170

BRL

Braziliaanse real

4,2927

MXN

Mexicaanse peso

23,1847

INR

Indiase roepie

80,9545


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

Europese Commissie

15.5.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 167/6


Bericht van opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van keuken- en tafelgerei van keramische stoffen van oorsprong uit de Volksrepubliek China

(2018/C 167/06)

Na de bekendmaking van een bericht van het naderend vervallen (1) van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van keuken- en tafelgerei van keramische stoffen van oorsprong uit de Volksrepubliek China („het betrokken land”) heeft de Europese Commissie („de Commissie”) een verzoek ontvangen om een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (2) („de basisverordening”).

1.   Verzoek om een nieuw onderzoek

Het verzoek werd op 16 februari 2018 ingediend door de FEPF — European Federation for Table- and Ornamentalware („de indiener van het verzoek”), die goed is voor meer dan 30 % van de totale productie in de Unie van keuken- en tafelgerei van keramische stoffen.

2.   Onderzocht product

Het product waarop dit nieuwe onderzoek betrekking heeft, is keuken- en tafelgerei van keramische stoffen, uitgezonderd keramische kruiden- en specerijmolens en hun keramische maalonderdelen, keramische koffiemolens, keramische messenslijpers, keramische slijpers, keramische keukeninstrumenten die worden gebruikt voor het snijden, malen, raspen, in plakken snijden, schrapen en schillen, en pizzastenen van cordieriet-keramiek van een soort die wordt gebruikt voor het bakken van pizza of brood, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 6911 10 00, ex 6912 00 21, ex 6912 00 23, ex 6912 00 25 en ex 6912 00 29 (Taric-codes 6911100090, 6912002111, 6912002191, 6912002310, 6912002510 en 6912002910), van oorsprong uit de Volksrepubliek China („het onderzochte product”).

3.   Bestaande maatregelen

Momenteel geldt een definitief antidumpingrecht dat werd ingesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 van de Raad (3).

4.   Motivering van het nieuwe onderzoek

Het verzoek is ingediend op grond dat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zou leiden tot voortzetting van dumping en tot voortzetting of herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie.

4.1.    Bewering dat voortzetting van dumping waarschijnlijk is

Volgens de indiener van het verzoek is het wegens het bestaan van verstoringen van betekenis in de zin van artikel 2, lid 6 bis, onder b), van de basisverordening in het betrokken land niet passend gebruik te maken van de binnenlandse prijzen en kosten in dat land.

Ter onderbouwing van zijn bewering inzake verstoringen van betekenis heeft de indiener van het verzoek zich gebaseerd op een onderzoeksrapport van 9 november 2017 voor een beschrijving van de specifieke marktomstandigheden in de sector tafel- en keukengerei van keramische stoffen in het betrokken land. Het verslag bevat bewijsmateriaal over overheidsingrijpen in de vorm van diverse plannen en programma’s waardoor verstoringen van betekenis worden veroorzaakt. Het verslag bevat ook bewijzen van financiële voordelen en rabatten in verband met innovatie, uitvoer, grond, kapitaal en arbeid voor de productie van het onderzochte product.

De indiener van het verzoek heeft ook verwezen naar het werkdocument van de diensten van de Commissie van 20 december 2017 met de titel „Report on Significant Distortions in the Economy of the PRC for the purposes of the trade defence investigations” (4), waarin een beschrijving wordt gegeven van de specifieke marktomstandigheden in het betrokken land en in het bijzonder van de marktverstoringen in de sector keramische stoffen, voor elektriciteit en voor grondstoffen.

Bijgevolg is, gelet op artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening, de bewering van voortzetting van dumping gebaseerd op een vergelijking van de normale waarde die is berekend aan de hand van productie- en verkoopkosten waarin niet-verstoorde prijzen of benchmarks in een geschikt representatief land tot uitdrukking komen, met de prijs (af fabriek) van het onderzochte product uit het betrokken land bij uitvoer naar de Unie. De aldus berekende dumpingmarges blijken voor het betrokken land aanzienlijk te zijn.

Gelet op de beschikbare informatie meent de Commissie dat er, op grond van artikel 5, lid 9, van de basisverordening, voldoende bewijs is waaruit zou blijken dat het wegens het bestaan van verstoringen van betekenis die van invloed zijn op de prijzen en kosten, niet passend is gebruik te maken van de binnenlandse prijzen en kosten in het betrokken land, zodat de opening van een onderzoek op grond van artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening is gerechtvaardigd.

4.2.    Bewering dat voortzetting of herhaling van schade waarschijnlijk is

De indiener van het verzoek beweert dat voortzetting van schade waarschijnlijk is. Hij heeft bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat de invoer met dumping van het onderzochte product uit het betrokken land in de Unie nog steeds aanzienlijk is, zowel in absolute termen als in termen van marktaandeel, waardoor de Chinese producenten-exporteurs in staat waren hun dominante positie op de markt van de Unie te handhaven en de kwetsbare situatie waarin de EU-producenten zich bevonden bleef voortduren.

Volgens de indiener van het verzoek is herhaling van schade bovendien waarschijnlijk. In dit verband heeft hij tevens bewijsmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat, als de maatregelen zouden komen te vervallen, de invoer van het onderzochte product uit het betrokken land in de Unie waarschijnlijk in omvang zal toenemen gezien i) de onbenutte capaciteit van de producenten-exporteurs in het betrokken land en ii) de aantrekkelijkheid van de markt van de Unie wat volume en prijzen betreft. Zonder maatregelen zouden de Chinese uitvoerprijzen laag genoeg zijn om de bedrijfstak van de Unie schade te berokkenen.

Daarnaast voert de indiener van het verzoek aan dat de bedrijfstak van de Unie, als de maatregelen zouden komen te vervallen, bij een aanzienlijke toename van de invoer met dumping uit het betrokken land waarschijnlijk nog meer schade zal lijden.

5.   Procedure

Daar de Commissie, na raadpleging van het bij artikel 15, lid 1, van de basisverordening ingestelde comité, tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om de opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen te rechtvaardigen, opent zij een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 2, van de basisverordening.

Bij het nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen zal worden vastgesteld of voortzetting van dumping van het onderzochte product van oorsprong uit het betrokken land en voortzetting of herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie bij het vervallen van de maatregelen al dan niet waarschijnlijk zijn.

5.1.    Tijdvak van het nieuwe onderzoek en beoordelingsperiode

Het onderzoek naar de voortzetting van dumping zal betrekking hebben op de periode van 1 april 2017 tot en met 31 maart 2018 („het tijdvak van het nieuwe onderzoek”). Het onderzoek van de ontwikkelingen die relevant zijn voor de beoordeling van de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van schade zal betrekking hebben op de periode van 1 januari 2014 tot het einde van het onderzoektijdvak („de beoordelingsperiode”).

5.2.    Procedure voor het vaststellen van de waarschijnlijkheid van voortzetting van dumping

De Commissie stelt in het kader van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen een onderzoek in naar de uitvoer naar de Unie die in het tijdvak van het nieuwe onderzoek heeft plaatsgevonden en gaat, los van de uitvoer naar de Unie, na of de ondernemingen die in het betrokken land het onderzochte product produceren en verkopen zich in een zodanige situatie bevinden dat voortzetting of herhaling van uitvoer met dumping naar de Unie waarschijnlijk is als de maatregelen komen te vervallen.

Alle producenten van het onderzochte product uit het betrokken land, ongeacht of zij in het tijdvak van het nieuwe onderzoek het onderzochte product naar de Unie hebben uitgevoerd (5), worden derhalve verzocht aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.

5.2.1.   Onderzoek van producenten in het betrokken land

Gezien het mogelijk grote aantal producenten in het betrokken land dat bij dit nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen betrokken is, kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden samengesteld.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten of hun vertegenwoordigers, met inbegrip van die welke niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de onderzochte maatregelen heeft geleid, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen en de Commissie de in bijlage I bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming of ondernemingen verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van het betrokken land en eventueel ook met haar bekende verenigingen van producenten.

Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie ook andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

Indien een steekproef noodzakelijk is, zullen de producenten worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van de productie, verkoop of uitvoer dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende producenten, de autoriteiten van het betrokken land en de verenigingen van producenten, indien nodig via de autoriteiten van het betrokken land, mededelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot producenten nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de voor de steekproef geselecteerde producenten, aan de haar bekende verenigingen van producenten en aan de autoriteiten van het betrokken land.

Alle voor de steekproef geselecteerde producenten moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.

Ondernemingen die hebben ingestemd met opname in de steekproef maar uiteindelijk niet worden geselecteerd, worden onverminderd de mogelijke toepassing van artikel 18 van de basisverordening geacht mee te werken („niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten”).

5.2.2.   Aanvullende procedure met betrekking tot het betrokken land

Overeenkomstig artikel 2, lid 6 bis, onder e), zal de Commissie de bij het onderzoek betrokken partijen kort na de opening van het onderzoek door middel van een mededeling in het dossier dat door hen kan worden ingezien, meedelen welke relevante bronnen zij voornemens is te gebruiken voor de vaststelling van de normale waarde overeenkomstig artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening. Dit zal alle bronnen betreffen, in voorkomend geval ook een geschikt representatief derde land. De bij het onderzoek betrokken partijen hebben vanaf de datum waarop de mededeling wordt opgenomen in het dossier dat door hen kan worden ingezien, tien dagen de tijd om opmerkingen te maken. Volgens de informatie waarover de Commissie beschikt, is Brazilië een mogelijk representatief derde land. Om uiteindelijk het geschikte representatieve derde land te selecteren, zal de Commissie onderzoeken of er sprake is van een niveau van economische ontwikkeling dat vergelijkbaar is met dat van het land van uitvoer, of het onderzochte product er wordt geproduceerd en verkocht, en of de desbetreffende gegevens onmiddellijk beschikbaar zijn. Wanneer er sprake is van meer dergelijke landen zal, indien van toepassing, de voorkeur worden gegeven aan landen met een toereikend niveau van sociale en milieubescherming.

Wat de relevante bronnen betreft, verzoekt de Commissie alle producenten in het betrokken land de in bijlage III bij dit bericht verlangde informatie uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie te verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot de gestelde verstoringen van betekenis in de zin van artikel 2, lid 6 bis, onder b), van de basisverordening nodig acht, zal de Commissie ook aan de overheid van het betrokken land een vragenlijst toezenden.

Alle belanghebbenden wordt verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen met betrekking tot de toepassing van artikel 2, lid 6 bis, van de basisverordening.

Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

5.2.3.   Onderzoek van niet-verbonden importeurs  (6)  (7)

Niet-verbonden importeurs die het onderzochte product uit het betrokken land in de Unie invoeren, met inbegrip van die welke niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de geldende maatregelen heeft geleid, worden verzocht aan dit onderzoek mee te werken.

Gezien het mogelijk grote aantal niet-verbonden importeurs dat bij dit nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen betrokken is, kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal niet-verbonden importeurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden samengesteld.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle niet-verbonden importeurs of hun vertegenwoordigers, met inbegrip van die welke niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de onderzochte maatregelen heeft geleid, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen en de Commissie de in bijlage II bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming of ondernemingen verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van niet-verbonden importeurs nodig acht, kan de Commissie bovendien contact opnemen met haar bekende verenigingen van importeurs.

Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie ook andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de importeurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van de verkoop van het onderzochte product in de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende niet-verbonden importeurs en verenigingen van importeurs mededelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de in de steekproef opgenomen niet-verbonden importeurs en aan de haar bekende verenigingen van importeurs. Die partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.

5.3.    Procedure voor het vaststellen van de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van schade

Teneinde vast te stellen of voortzetting of herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk is, worden de producenten van het onderzochte product in de Unie verzocht aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.

5.3.1.   Onderzoek van producenten in de Unie

Gezien het grote aantal producenten in de Unie dat bij dit nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen betrokken is, heeft de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, besloten haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten in de Unie te beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef wordt overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening samengesteld.

De Commissie heeft een voorlopige steekproef van producenten in de Unie samengesteld. Belanghebbenden vinden nadere details in het dossier. Belanghebbenden wordt verzocht het dossier te raadplegen (de contactgegevens van de Commissie zijn opgenomen in punt 5.7). Andere producenten in de Unie of hun vertegenwoordigers, met inbegrip van de producenten in de Unie die niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de geldende maatregelen heeft geleid, die vinden dat er redenen zijn waarom zij in de steekproef zouden moeten worden opgenomen, moeten uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact opnemen met de Commissie.

Belanghebbenden die nog andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

De Commissie zal alle haar bekende producenten in de Unie en/of verenigingen van producenten in de Unie mededelen welke ondernemingen uiteindelijk voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie en aan alle haar bekende verenigingen van producenten in de Unie. Die partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.

5.4.    Procedure voor het beoordelen van het belang van de Unie

Indien wordt bevestigd dat voortzetting of herhaling van dumping en schade waarschijnlijk is, zal uit hoofde van artikel 21 van de basisverordening een beslissing worden genomen over de vraag of handhaving van de antidumpingmaatregelen niet in strijd zou zijn met het belang van de Unie. Producenten in de Unie, importeurs en hun representatieve verenigingen, gebruikers en hun representatieve verenigingen, en representatieve consumentenorganisaties wordt verzocht om, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact op te nemen. Om aan het onderzoek mee te werken, moeten de representatieve consumentenorganisaties binnen dezelfde termijn aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.

Partijen die binnen de termijn van 15 dagen contact opnemen, kunnen de Commissie, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie informatie verstrekken over het belang van de Unie. Zij kunnen deze informatie vormvrij opstellen of een vragenlijst van de Commissie invullen. Met informatie die op grond van artikel 21 is verstrekt, wordt alleen rekening gehouden als daarbij tegelijkertijd het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

5.5.    Andere schriftelijke opmerkingen

Alle belanghebbenden wordt verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen.

Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

5.6.    Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

5.7.    Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken moet vrij zijn van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en gegevens, en b) de informatie en/of gegevens te verstrekken aan belanghebbenden in dit onderzoek, in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen.

Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie die door de belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited (8). Belanghebbenden die in de loop van dit onderzoek informatie indienen, wordt verzocht hun verzoek om vertrouwelijke behandeling met redenen te omkleden.

Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Die samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte informatie. Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen geldige redenen voor het verzoek om een vertrouwelijke behandeling aanvoert of geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan de Commissie deze informatie buiten beschouwing laten, tenzij aan de hand van geëigende bronnen aannemelijk wordt gemaakt dat de informatie juist is.

Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken, met inbegrip van gescande volmachten en certificaten, per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, die zijn vervat in het document „CORRESPONDENTIE MET DE EUROPESE COMMISSIE IN HANDELSBESCHERMINGSZAKEN” op de website van het directoraat-generaal Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2014/june/tradoc_152578.pdf). Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoonnummer en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat elke dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, tenzij zij uitdrukkelijk verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de hierboven genoemde instructies voor de communicatie met belanghebbenden raadplegen.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer CHAR 04/039

1049 Brussel

BELGIË

E-mail

:

TRADE-R687-TABLEWARE-DUMPING@ec.europa.eu

TRADE-R687-TABLEWARE-INJURY@ec.europa.eu

6.   Niet-medewerking

Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de vereiste gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, kunnen deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens worden gebruikgemaakt.

Als een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

Als de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.

7.   Raadadviseur-auditeur

Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende beleggen en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.

Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend.

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you/contacts/hearing-officer/).

8.   Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de basisverordening uiterlijk 15 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten.

9.   Verzoek om een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening

Aangezien dit nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen wordt geopend overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening, kunnen de bestaande maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 6, van de basisverordening naar aanleiding van de bevindingen van het onderzoek worden ingetrokken of gehandhaafd, maar niet worden gewijzigd.

Belanghebbenden die van oordeel zijn dat de maatregelen opnieuw moeten worden onderzocht zodat deze kunnen worden gewijzigd, kunnen een verzoek om een nieuw onderzoek indienen op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening.

Zij moeten daartoe contact opnemen met de Commissie op het bovenstaande adres. Een dergelijk onderzoek zal onafhankelijk van het in dit bericht aangekondigde onderzoek worden uitgevoerd.

10.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (9).


(1)  PB C 268 van 12.8.2017, blz. 5.

(2)  PB L 131 van 15.5.2013, blz. 1.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 van de Raad van 13 mei 2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op keuken- en tafelgerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 131 van 15.5.2013, blz. 1).

(4)  SWD(2017)483 final/2, te vinden op: http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2017/december/tradoc_156474.pdf

(5)  Onder producent wordt verstaan een onderneming uit het betrokken land die het onderzochte product produceert, met inbegrip van verbonden ondernemingen die betrokken zijn bij de productie, binnenlandse verkoop of uitvoer van het onderzochte product.

(6)  Uitsluitend importeurs die niet verbonden zijn met de producenten mogen in de steekproef worden opgenomen. Importeurs die met producenten verbonden zijn, moeten bijlage I bij de vragenlijst voor deze producenten-exporteurs invullen. Overeenkomstig artikel 127 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie, worden twee personen geacht te zijn verbonden indien: a) zij functionaris of directeur zijn in de onderneming van de andere persoon; b) zij door de wettelijke bepalingen worden erkend als in zaken verbonden; c) zij werkgever en werknemer zijn; d) een derde partij 5 % of meer van het stemgerechtigde uitstaande kapitaal of de aandelen van beiden direct of indirect bezit, houdt of daarover zeggenschap heeft; e) een van hen direct of indirect zeggenschap over de ander heeft; f) een derde persoon direct of indirect zeggenschap over beiden heeft; g) beiden direct of indirect zeggenschap over een derde persoon hebben, of h) zij tot dezelfde familie behoren (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558). Personen worden slechts geacht leden te zijn van dezelfde familie indien zij op een van de volgende wijzen met elkaar bloed- of aanverwant zijn: i) echtgenoot en echtgenote; ii) ouder en kind; iii) broers en zusters (of halfbroers en halfzusters); iv) grootouder en kleinkind; v) oom of tante en neef of nicht (oomzeggers); vi) schoonouder en schoondochter of schoonzoon; vii) zwagers en schoonzusters. Overeenkomstig artikel 5, punt 4, van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie wordt onder „persoon” verstaan een natuurlijk persoon, een rechtspersoon of een vereniging van personen die geen rechtspersoonlijkheid bezit, maar krachtens het Unierecht of het nationale recht wel als handelingsbekwaam is erkend (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).

(7)  Gegevens die door niet-verbonden importeurs zijn verstrekt, mogen ook worden gebruikt voor andere aspecten van dit onderzoek dan het vaststellen van dumping.

(8)  Een „Limited”-document wordt als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst) beschouwd. Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(9)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


BIJLAGE I

Image

Tekst van het beeld

Image

Tekst van het beeld

BIJLAGE II

Image

Tekst van het beeld

Image

Tekst van het beeld

BIJLAGE III

Image

Tekst van het beeld

Image

Tekst van het beeld

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

15.5.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 167/19


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.8914 — One Equity Partners/Walki Holding)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2018/C 167/07)

1.

Op 27 april 2018 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

One Equity Partners VII, LP („OEP”, Kaaimaneilanden);

Walki Holding Oy („Walki”, Finland).

OEP verkrijgt — indirect via haar dochteronderneming OEP FiberPack Cayman Co Ltd — in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening uitsluitende zeggenschap over het geheel van Walki.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2.

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   OEP: private-equityfondsen;

—   Walki: technische laminaten en beschermende verpakkingsmaterialen.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.8914 — One Equity Partners/Walki Holding

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


15.5.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 167/21


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.8918 — AEA Investors/BCI/Springs)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2018/C 167/08)

1.

Op 4 mei 2018 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

AEA Investors LP (tezamen met haar gelieerde ondernemingen „AEA”, Verenigde Staten);

British Columbia Investment Management Corporation (tezamen met haar gelieerde ondernemingen „BCI”, Canada), en

SIWF Holdings, Inc. (tezamen met haar dochterondernemingen „Springs”, Verenigde Staten).

AEA en BCI verkrijgen gezamenlijke zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over het geheel van Springs.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2.

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   AEA: private-equityfonds met beleggingen in verschillende sectoren, met name in industriële producten met toegevoegde waarde, speciale chemicaliën, consumptiegoederen/detailhandel en diensten;

—   BCI: beleggingen namens cliënten uit de overheidssector in vastrentende effecten, hypotheken, public en private equity, vastgoed, infrastructuur en hernieuwbare energiebronnen;

—   Springs: productie en levering van verschillende raambekledingen, bijv. jaloezieën, rolgordijnen, shutters, gordijnen en zonneschermen. Springs distribueert haar producten onder de merknamen Bali, Graber, SWFcontract, Horizons, MechoSystems, Sunsetter, Mariak en Patrician.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.8918 — AEA Investors/BCI/Springs

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


Rectificaties

15.5.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 167/23


Rectificatie van de voorafgaande aanmelding van een concentratie — (Zaak M.8856 — Archer Daniels Midland/Cargill/JV Egypt) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

( Publicatieblad van de Europese Unie C 143 van 24 april 2018 )

(2018/C 167/09)

Bladzijde 10, punt 1, eerste regel:

in plaats van:

„Op 17 april 2018”,

lezen:

„Op 16 april 2018”.