ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 4

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

61e jaargang
6 januari 2018


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Resoluties, aanbevelingen en adviezen

 

ADVIEZEN

 

Europese Commissie

2018/C 4/01

Advies van de Commissie van 4 januari 2018 betreffende het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen ten gevolge van de buitenbedrijfstelling en de ontmanteling van de kerncentrale Grafenrheinfeld KKG, gelegen in de Duitse deelstaat Beieren

1


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Raad

2018/C 4/02

Conclusies van de Raad over de te volgen koers voor de ontwikkeling van IT-systemen voor de douane

3

 

Europese Commissie

2018/C 4/03

Wisselkoersen van de euro

6

2018/C 4/04

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 5 januari 2018 inzake de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van de aanvraag tot wijziging van het productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 105 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad — Haut-Montravel (BOB)

7


 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2018/C 4/05

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.8758 — BayWa/Clean Energy Trading) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

13

2018/C 4/06

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.8746 — EG Group/ESSO Germany Business) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

15


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


I Resoluties, aanbevelingen en adviezen

ADVIEZEN

Europese Commissie

6.1.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 4/1


ADVIES VAN DE COMMISSIE

van 4 januari 2018

betreffende het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen ten gevolge van de buitenbedrijfstelling en de ontmanteling van de kerncentrale Grafenrheinfeld KKG, gelegen in de Duitse deelstaat Beieren

(Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)

(2018/C 4/01)

De onderstaande evaluatie is uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van het Euratom-Verdrag, onverminderd eventuele aanvullende beoordelingen op grond van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de verplichtingen die daaruit en uit het afgeleide recht voortvloeien (1).

Op 11 april 2017 heeft de Europese Commissie overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag van de Duitse regering algemene gegevens ontvangen betreffende het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen (2) ten gevolge van de buitenbedrijfstelling en de ontmanteling van de kerncentrale Grafenrheinfeld KKG.

Op basis van deze gegevens en de aanvullende informatie, die op 13 juli 2017 door de Commissie is aangevraagd en op 8 augustus 2017 door de Duitse autoriteiten is verstrekt, brengt de Commissie, na raadpleging van de groep van deskundigen, het volgende advies uit:

1.

De afstand tussen de locatie en de dichtstbijzijnde grens met een andere lidstaat, in dit geval Tsjechië, is 140 km.

2.

Bij normale buitenbedrijfstellings- en ontmantelingswerkzaamheden aan de kerncentrale Grafenrheinfeld KKG veroorzaakt de lozing van vloeibare en gasvormige radioactieve effluenten voor de inwoners van andere lidstaten waarschijnlijk geen voor de volksgezondheid significante blootstelling aan straling, rekening houdend met de in de basisnormenrichtlijnen (3) vastgestelde dosislimieten.

3.

Vaste radioactieve afvalstoffen worden tijdelijk op de locatie opgeslagen vóór transport naar een behandelings- of opslagfaciliteit binnen Duitsland waarvoor een vergunning is verleend.

Niet-radioactieve vaste afvalstoffen en resten die in overeenstemming zijn met de vrijgaveniveaus worden vrijgegeven van controle en zullen worden gestort als conventionele afvalstoffen of worden hergebruikt dan wel gerecycled. Daarbij zal steeds worden voldaan aan de vrijgavecriteria als neergelegd in de basisnormenrichtlijnen.

4.

In het geval van niet-geplande lozingen van radioactieve effluenten ten gevolge van ongevallen van het type en de omvang als bedoeld in de algemene gegevens, resulteren de door de bevolking van andere lidstaten ontvangen stralingsdoses naar verwachting niet in schadelijke effecten voor de volksgezondheid, rekening houdend met de in de basisnormenrichtlijnen vastgestelde referentieniveaus.

Concluderend is de Commissie van mening dat de uitvoering van het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen, in welke vorm ook, die vrijkomen bij de buitenbedrijfstelling en de ontmanteling van de kerncentrale Grafenrheinfeld KKG, gelegen in de Duitse deelstaat Beieren, zowel in normale bedrijfsomstandigheden als bij ongevallen van het type en de omvang als bedoeld in de algemene gegevens, waarschijnlijk geen radioactieve besmetting van het water, de bodem of het luchtruim van een andere lidstaat tot gevolg heeft die significant is voor de volksgezondheid, rekening houdend met de in de basisveiligheidsnormen vastgestelde bepalingen.

Gedaan te Brussel, 4 januari 2018.

Voor de Commissie

Miguel ARIAS CAÑETE

Lid van de Commissie


(1)  Krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, bijvoorbeeld, moeten de milieuaspecten verder worden geanalyseerd. De Commissie wil in dat verband graag de aandacht vestigen op het bepaalde in Richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2014/52/EU; Richtlijn 2001/42/EG betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s; Richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna; en Richtlijn 2000/60/EG tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid.

(2)  De lozing van radioactieve afvalstoffen in de zin van punt 1 van Aanbeveling 2010/635/Euratom van de Commissie van 11 oktober 2010 betreffende de toepassing van artikel 37 van het Euratom-Verdrag (PB L 279 van 23.10.2010, blz. 36).

(3)  Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad van 13 mei 1996 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren (PB L 159 van 29.6.1996, blz. 1) en Richtlijn 2013/59/Euratom van de Raad van 5 december 2013 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming tegen de gevaren verbonden aan de blootstelling aan ioniserende straling, en houdende intrekking van de Richtlijnen 89/618/Euratom,90/641/Euratom, 96/29/Euratom, 97/43/Euratom en 2003/122/Euratom (PB L 13 van 17.1.2014, blz. 1) (intrekking met ingang van 6 februari 2018).


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Raad

6.1.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 4/3


Conclusies van de Raad over de te volgen koers voor de ontwikkeling van IT-systemen voor de douane

(2018/C 4/02)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

HERINNEREND AAN:

de conclusies van de Raad van 17 juni 2016 over de follow-up van het douanewetboek van de Unie (1), waarin de Raad onderkende dat het douanewetboek en bijhorende wetgeving (2) vanaf 1 mei 2016 van toepassing waren geworden en erop wees dat verdere werkzaamheden in de overgangsperiode tot en met 2020, met name wat betreft IT-systemen, gebaseerd dienden te zijn op een realistische planning van de kosten en termijnen, en dat tijdens die werkzaamheden moest worden nagegaan hoe de kosten voor de douane en de handelssector tot een minimum konden worden beperkt, bijvoorbeeld door gemeenschappelijke IT-oplossingen in te voeren;

de conclusies van de Raad over de ontwikkeling van de EU-douane-unie en haar governance (3), waarin de Raad de lidstaten en de Commissie verzocht absolute voorrang te geven aan de toepassing van het douanewetboek van de Unie en een alomvattende strategie op middellange en lange termijn uit te stippelen voor IT-systemen voor douanediensten, onder meer door na te denken over het gebruik van een permanente structuur voor het beheer van de IT-infrastructuur, met inachtneming van de reeds ontwikkelde of in gebruik genomen IT-systemen;

de conclusies van de Raad over de verdere stappen voor het verbeteren van de informatie-uitwisseling en het waarborgen van de interoperabiliteit van de EU-informatiesystemen (4), waarin de hoogste politieke prioriteit is gegeven aan de interoperabiliteit van de beveiligings- en grensbeheersystemen met de douanesystemen;

de conclusies van de Raad over douanefinanciering (5), waarin de Raad onderstreepte dat de consequente en samenhangende toepassing van douanewetgeving en moderne benaderingen van douanecontroles moeten worden bevorderd, en waar passend gemeenschappelijke IT-infrastructuur voor douanediensten mogelijk te maken, en waarin hij de Commissie verzocht om voor eind 2017 een strategie op te stellen voor de opzet, de ontwikkeling, het beheer en de financiering van IT-systemen voor douanediensten, rekening houdend met de bevoegdheidsverdeling tussen de Commissie en de lidstaten wat betreft de ontwikkeling van IT-systemen die nodig zijn voor de toepassing van EU-wetgeving;

de mededeling van de Commissie over de ontwikkeling van de EU-douane-unie en haar governance, waarin de Commissie constateert dat de lidstaten uiteenlopende standpunten hebben over de diensten die op EU-niveau moeten worden ontwikkeld en onderhouden;

ONDERKENNEND:

de inspanningen die de lidstaten en de Commissie zich getroosten, en de vooruitgang die zij boeken, bij de voorbereiding van IT-systemen ter uitvoering van het douanewetboek van de Unie;

de noodzaak van een langetermijnstrategie op IT-gebied voor de ontwikkeling van IT-systemen voor de douane;

WIJZEND OP HET VOLGENDE

nu de rol van de douane is uitgebreid van het innen van douanerechten tot veiligheid en beveiliging van de Unie en in sommige lidstaten tot het innen van btw en accijnzen, is het van cruciaal belang dat de douane-unie haar potentieel en haar middelen beter benut, op een hoger niveau gaat samenwerken en meer efficiënte en kosteneffectieve procedures opstelt;

de huidige samenleving vergt snelheid en reactiecapaciteit van de douanediensten, wat betekent dat de douanewetgeving en bijhorende IT-systemen tijdig moeten worden geïmplementeerd;

het bedrijfsleven ziet de noodzaak in van een coherentere benadering van IT in de douanesector, zodat de kosten en de werklast afnemen (6);

de toekomstige generatie van IT-systemen voor de douane zou de uniforme toepassing van de EU-douanewetgeving en de risicobeheersing verder moeten verbeteren, de onderlinge samenwerking tussen douane en grenswacht en de samenwerking met andere instanties en derde landen moeten bevorderen, en ervoor moeten zorgen dat IT-systemen worden aangepast aan de snel veranderende technologie op dat gebied;

ONDERSTREPEND DAT HET NODIG IS

na te gaan en overeen te komen hoe en wanneer middelen uit de gehele Unie of middelen van lidstaten kunnen worden bijeengebracht om toekomstige IT-systemen voor de douane te ontwikkelen waarin rekening is gehouden met het doel en de functionaliteit van elk systeem, zodat de douane-unie tot haar volle potentieel kan komen en haar middelen ten volle kan benutten, teneinde een hoger samenwerkingsniveau te bereiken en meer efficiënte en kosteneffectieve processen voor de ontwikkeling en het onderhoud van IT-systemen voor de douane op te zetten;

waar nodig, de financiële stromen in kaart te brengen die nodig zijn om nieuwe benaderingen voor de ontwikkeling en werking van toekomstige IT-systemen voor de douane te financieren;

een evenwichtige aanpak te vinden voor het wijzigen of vervangen van de huidige ontwikkelingsmodellen, rekening houdend met de enorme investeringen die de lidstaten en de Commissie hebben gedaan, met de levensduur van bestaande IT-systemen voor de douane en de functionaliteiten daarvan, zoals de interoperabiliteit met andere nationale IT-systemen;

het juridisch kader te evalueren dat nodig zal zijn bij de nieuwe benaderingen voor het ontwikkelen van toekomstige IT-systemen voor de douane, met eerbiediging van de bevoegdheidsverdeling tussen de lidstaten en de EU;

IS INGENOMEN MET:

de prioriteit die uitgaat naar een stapsgewijze benadering die vanaf 2025 een doeltreffende en kostenefficiënte oplossing voor de volgende generatie IT-systemen voor de douane moet opleveren, op basis van een door de belanghebbenden overeengekomen architectuur;

de toezegging van belangstellende lidstaten en de Commissie om nieuwe benaderingen voor de ontwikkeling en werking van IT-systemen voor de douane grondiger te onderzoeken, onder meer door een proefproject te starten;

VERZOEKT DE COMMISSIE EN DE LIDSTATEN:

topprioriteit te geven aan de uitvoering van het IT-werkprogramma voor het douanewetboek en, waar passend deze IT-systemen in samenwerking te ontwikkelen en zodoende de volledige uitvoering van het douanewetboek te garanderen;

nieuwe benaderingen te verkennen, in samenwerking met de belanghebbenden, om toekomstige IT-systemen voor de douane te ontwikkelen en te exploiteren, zonder uit het oog te verliezen dat het in overweging nemen van nieuwe benaderingen telkens moet worden voorafgegaan door een diepgaander onderzoek van het idee, onder meer wat betreft de omvang van een proefproject, de belanghebbenden, de financiering en de mogelijkheid van een permanente structuur of gedeelde IT-leverancier, overeenkomstig de verklaring van Tallinn in bijlage dezes;

kosten-batenanalyses uit te voeren, met inbegrip van een specifieke analyse van de kosteneffectiviteit van nieuwe benaderingen ten aanzien van toekomstige IT-systemen voor de douane en het effect ervan voor autoriteiten, de handel en het bedrijfsleven.


(1)  PB C 357 van 29.9.2016, blz. 2.

(2)  Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013, Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015, Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 van de Commissie van 17 december 2015, Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 en Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578 van de Commissie van 11 april 2016.

(3)  Doc. 7585/1/17 REV 1.

(4)  Doc. 10151/17.

(5)  Doc. 7586/2017.

(6)  Externe studie uit 2013, waaraan meer dan 1 000 bedrijven hebben deelgenomen: Study on the Evaluation of the EU Customs Union (Specific Contract nr. 13 implementing Framework Contract nr. TAXUD/2010/CC/101); T ISBN 978-92-79-33136-7.


BIJLAGE

VERKLARING VAN TALLINN OVER DE ONTWIKKELING VAN DE TOEKOMSTIGE IT-SYSTEMEN VOOR DE DOUANE

De deelnemers aan het seminar op hoog niveau van de hoofden van de douaneadministraties van de lidstaten van de EU over IT voor de douane, de deelnemende kandidaat-lidstaten en de Europese Commissie bijeen op het seminar in Tallinn op 28 en 29 september 2017

ONDERKENNEND DAT

de nodige IT-systemen dienen te worden ontwikkeld op basis van een langetermijnstrategie op IT-gebied die tegemoet komt aan de behoeften van marktdeelnemers, douaneautoriteiten en andere belanghebbenden, en de leidraad zal zijn bij de verdere harmonisering van de douaneprocedures;

bij de ontwikkeling en de exploitatie van de toekomstige IT-systemen voor de douane gezocht moet worden naar tijdige, kosteneffectieve en op moderne leest geschoeide oplossingen, en onnodig dubbel werk door de lidstaten en de Commissie moet worden voorkomen;

VERKLAREN HET VOLGENDE:

er moet verder worden gewerkt aan een langetermijnstrategie voor IT op douanegebied op basis van een duidelijke visie over de toekomstige behoeften; daarbij moeten ook thema’s aan de orde komen die de grenzen van de huidige benaderingen overstijgen en tegelijk moet de tenuitvoerlegging van het douanewetboek een prioriteit blijven;

het potentieel van een meer gecentraliseerde of op samenwerking gestoelde ontwikkeling en onderhoud van toekomstige IT-systemen voor de douane moet verder worden onderzocht met het oog op meer doelmatigheid en doeltreffendheid, voortbouwend op de lessen uit eerdere samenwerkingsinitiatieven, maar ook lering trekkend uit lopende initiatieven die moeten worden voortgezet om zicht te krijgen op het volledige potentieel van het samenwerkingsmodel;

door middelen meer te bundelen (in de gehele EU of tussen lidstaten) kunnen kosten worden bespaard en kan efficiëntiewinst worden geboekt;

het bundeling van middelen moet geschieden op basis van duidelijke businesscases en kosten-batenanalyses, en dient te worden geschraagd door een passend juridisch kader;

bepaald moet worden hoe nieuwe benaderingen voor de ontwikkeling en exploitatie van IT-systemen moeten worden gefinancierd, rekening houdend met de doelstellingen kostenbesparing en efficiëntie;

IT-systemen voor de douane moeten worden ontwikkeld met het oog op een zo goed mogelijke dienstverlening aan de belanghebbenden, waarbij de mogelijkheden van nieuwe technologieën worden benut;

ervaringen met gemeenschappelijke aanbestedingsprocedures, ontwikkeling en exploitatie op andere beleidsterreinen moeten verder worden onderzocht en worden meegenomen;

het nader overwegen van nieuwe benaderingen voor de ontwikkeling en exploitatie van IT-systemen voor de douane moet worden voorafgegaan door nader onderzoek van het idee (de omvang van een proef, belanghebbenden, financiering, mogelijkheid van een permanente structuur voor IT enz.); dit werk kan worden verricht door een werkgroep die is samengesteld uit belangstellende lidstaten en de Commissie, ermee rekening houdend dat toekomstige exploitatiemodellen moeten worden bepaald.


Europese Commissie

6.1.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 4/6


Wisselkoersen van de euro (1)

5 januari 2018

(2018/C 4/03)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,2045

JPY

Japanse yen

136,45

DKK

Deense kroon

7,4459

GBP

Pond sterling

0,88883

SEK

Zweedse kroon

9,8318

CHF

Zwitserse frank

1,1757

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

9,7418

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,594

HUF

Hongaarse forint

308,77

PLN

Poolse zloty

4,1554

RON

Roemeense leu

4,6351

TRY

Turkse lira

4,5127

AUD

Australische dollar

1,5361

CAD

Canadese dollar

1,5068

HKD

Hongkongse dollar

9,4188

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,6837

SGD

Singaporese dollar

1,5993

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 281,20

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

14,8886

CNY

Chinese yuan renminbi

7,8151

HRK

Kroatische kuna

7,4350

IDR

Indonesische roepia

16 164,39

MYR

Maleisische ringgit

4,8180

PHP

Filipijnse peso

60,065

RUB

Russische roebel

68,7724

THB

Thaise baht

38,773

BRL

Braziliaanse real

3,9057

MXN

Mexicaanse peso

23,3267

INR

Indiase roepie

76,3290


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


6.1.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 4/7


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 5 januari 2018

inzake de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van de aanvraag tot wijziging van het productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 105 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad

Haut-Montravel (BOB)

(2018/C 4/04)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 97, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Frankrijk heeft een aanvraag tot wijziging van het productdossier van de naam „Haut-Montravel” ingediend overeenkomstig artikel 105 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

(2)

De Commissie heeft die aanvraag onderzocht en bevonden dat aan de in de artikelen 93 tot en met 96, artikel 97, lid 1, en de artikelen 100, 101 en 102 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 vastgestelde voorwaarden is voldaan.

(3)

Met het oog op de indiening van bezwaarschriften overeenkomstig artikel 98 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 moet de aanvraag tot wijziging van het productdossier voor de naam „Haut-Montravel” derhalve worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie,

BESLUIT:

Enig artikel

De aanvraag tot wijziging van het productdossier voor de naam „Haut-Montravel” (BOB) overeenkomstig artikel 105 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Overeenkomstig artikel 98 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 geeft de bekendmaking van dit besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie het recht om gedurende twee maanden vanaf de datum van de bekendmaking bezwaar aan te tekenen tegen de in de eerste alinea bedoelde wijziging van het productdossier.

Gedaan te Brussel, 5 januari 2018.

Voor de Commissie

Phil HOGAN

Lid van de Commissie


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.


BIJLAGE

„HAUT-MONTRAVEL”

PDO-FR-A0152-AM01

Datum waarop de aanvraag is ingediend: 15 september 2014

AANVRAAG TOT WIJZIGING VAN HET PRODUCTDOSSIER

1.   Regels die op de wijziging van toepassing zijn

Artikel 105 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 — Niet-minimale wijziging

2.   Beschrijving en motivering van de wijziging

2.1.   Geografisch productiegebied

Het geografisch productiegebied als beschreven in hoofdstuk I, deel IV, van het productdossier is uitgebreid naar het grondgebied van acht gemeenten: Bonneville-et-Saint-Avit-de-Fumadières, Lamothe-Montravel, Montcaret, Montazeau, Montpeyroux, Saint-Méard-de-Gurçon, Saint-Michel-de-Montaigne en Saint-Vivien. Deze gemeenten, die eveneens deel uitmaken van het productiegebied van de BOB „Côtes de Montravel”, hebben dezelfde bodem- en klimaatkenmerken als die van het oorspronkelijk afgebakende productiegebied van de BOB „Haut-Montravel” en een soortgelijk wijnstokkenbestand. Deze wijziging gaat samen met de ontwikkeling van de productievoorwaarden, om het likeurachtige karakter van de witte wijnen van de BOB „Haut-Montravel” te benadrukken.

De wijzigingen sluiten aan bij de parallel doorgevoerde wijzigingen van het productdossier van de BOB „Côtes de Montravel”. De productiegebieden van deze twee BOB’s vallen vanaf nu samen, maar er worden twee verschillende producten vervaardigd: de wijnen met de BOB „Côtes de Montravel” zijn zachte witte wijnen. De wijziging verduidelijkt het aanbod.

De gemeenten die werden opgenomen in het geografische gebied, maakten voorheen deel uit van het gebied in de onmiddellijke nabijheid. Dat gebied wordt bijgevolg eveneens gewijzigd door de schrapping van die gemeenten (hoofdstuk 1, deel IV, punt 3, van het productdossier).

In hoofdstuk I, deel IV, punt 2, van het productdossier wordt de datum toegevoegd waarop de bevoegde nationale autoriteit de wijziging heeft goedgekeurd van het afgebakende perceelgebied binnen het geografische productiegebied. Deze wijziging is niet van invloed op het enig document.

2.2.   Verband met het geografische gebied

De beschrijving van het verband met het geografische gebied in punt X van het productdossier wordt gewijzigd overeenkomstig de in het productdossier verwerkte wijzigingen.

De beschrijving van het verband in punt 7 van het enig document is dienovereenkomstig aangepast, rekening houdend met het maximale aantal tekens dat in e-Ambrosia kan worden gebruikt.

2.3.   Redactionele wijzigingen

In hoofdstuk I, deel VI, punt 1, onder b), wordt het woord „ogen” vervangen door het woord „vruchtdragende ogen”: deze redactionele verbetering wijzigt de inhoud van de oorspronkelijke tekst niet.

Het enig document wordt als volgt gewijzigd: de uitdrukking „10 ogen” wordt vervangen door „10 vruchtdragende ogen”.

In hoofdstuk I, deel XI, betreffende overgangsmaatregelen, is punt 2 „Analysenormen — Totaal alcoholvolumegehalte” geschrapt, omdat deze bepaling enkel van toepassing was tot en met de oogst van 2011.

Deze redactionele actualisering is niet van invloed op het enig document.

2.4.   Opbrengsten

In hoofdstuk I, deel VIII, punt 1, van het productdossier zijn de bepalingen inzake de opbrengsten gewijzigd: de opbrengst is verlaagd van 50 tot 25 hl/ha en de maximale opbrengst van 60 tot 30 hl/ha.

Bijgevolg wordt ook punt 5, onder b), van het enig document gewijzigd.

In hoofdstuk I, deel VI, punt 1, onder d), is de maximale gemiddelde belasting van het perceel gewijzigd en verlaagd van 8 000 kilogram per hectare tot 7 000 kilogram per hectare, in overeenstemming met de wijziging van de opbrengsten.

Deze wijziging is niet van invloed op het enig document.

In deel VIII van het productdossier is punt 4 toegevoegd, dat bepaalt dat op een gegeven wijnbouwoppervlakte aanspraak kan worden gemaakt zowel op de gecontroleerde oorsprongsbenaming „Haut-Montravel” als op de gecontroleerde oorsprongsbenaming „Côtes de Montravel”.

In dat geval mag de hoeveelheid aangegeven met de gecontroleerde oorsprongsbenaming (AOC) „Côtes de Montravel” niet meer bedragen dan het verschil tussen de toegestane jaarlijke opbrengst met de AOC „Côtes de Montravel” en de hoeveelheid aangegeven met de AOC „Haut-Montravel”, waarop een coëfficiënt k wordt toegepast. Deze coëfficiënt k is gelijk aan de quotiënt die het resultaat is van de deling van de toegestane jaarlijkse opbrengst voor de AOC „Côtes de Montravel” door de toegestane jaarlijkse opbrengst voor de AOC „Haut-Montravel”.

Deze wijziging is niet van invloed op het enig document.

Met de wijzigingen van de productievoorwaarden wordt beoogd de wijn „Haut-Montravel” duidelijker te omschrijven als een zoete, zogenaamd likeurachtige wijn die wordt verkregen op basis van manueel en in meerdere plukronden geoogste, overrijpe druiven.

2.5.   De rijpheid van de druiven en analysenormen

In hoofdstuk I, deel VII, punt 1, van het productdossier worden de bepalingen betreffende de oogst gewijzigd om te verduidelijken dat de druiven worden geplukt wanneer ze overrijp zijn, met of zonder aanwezigheid van „pourriture noble” (edele rotting).

Daarnaast wordt toegevoegd dat de druiven manueel en in meerdere keren worden geoogst.

In hoofdstuk I, deel VII, punt 2, van het productdossier zijn de bepalingen inzake rijpheid van de druiven naar boven toe herzien: het suikergehalte van de druiven, het natuurlijk alcoholvolumegehalte en het minimaal effectief alcoholvolumegehalte zijn opgetrokken van respectievelijk 198 g/l naar 255 g/l, van 12,5 % naar 17 % en van 10,5 % naar 12 %.

Punt 3 van het enig document wordt gewijzigd wat betreft het natuurlijk alcoholvolumegehalte en het minimaal effectief alcoholvolumegehalte.

In hoofdstuk I, deel IX, onder b), betreffende de analysenormen is het gehalte fermenteerbare suikers, dat voorheen tussen 25 en 51 g/l lag, opgetrokken naar 85 g/l.

Tevens is toegevoegd dat de wijnen, bij wijze van afwijking, vóór het verpakken (ongebotteld) een gehalte aan vluchtige zuren hebben als vastgesteld bij gezamenlijk besluit van de Minister van Consumentenzaken en de Minister van Landbouw.

Met de wijzigingen van de productievoorwaarden wordt beoogd de wijn „Haut-Montravel” duidelijker te omschrijven als een zoete, zogenaamd likeurachtige wijn die wordt verkregen op basis van manueel en in meerdere plukronden geoogste, overrijpe druiven.

2.6.   Druivenrassen en assemblage

In hoofdstuk I, deel V, punt 2, over het aandeel van de verschillende druivenrassen op het bedrijf, wordt deze zin toegevoegd: „het aandeel van het druivenras sémillon B is gelijk aan of hoger dan 50 %”. Dit ruim in het productiegebied verspreide druivenras is erg geschikt voor overrijping in het klimaat dat in het productiegebied heerst.

Deze wijziging is niet van invloed op het enig document.

In hoofdstuk I, deel IX, punt 1, onder a), zijn de bepalingen betreffende de assemblage van de druivenrassen herzien om te verduidelijk dat het minimale aandeel voor het druivenras sémillon B gelijk aan of groter is dan 50 %.

Deze wijziging is niet van invloed op het enig document.

De wijzigingen passen in het kader van de karakterisering van de wijnen met de BOB „Haut-Montravel” en de benadrukking van het likeurachtige karakter van de geproduceerde wijnen.

2.7.   Oenologische procedés

In hoofdstuk I inzake oenologische procedés, deel IX, punt 1, onder c), wordt het voortaan verboden de wijnen met de BOB „Haut-Montravel” te verrijken.

Bijgevolg wordt in het enig document ook punt 4 „Wijnbouwpraktijken” gewijzigd.

2.8.   Het in de handel brengen van de wijnen

In hoofdstuk I, deel IX, punt 4, van het productdossier is een rijpingstijd voorgeschreven (verlenging van de rijpingstijd): de wijnen worden op zijn vroegst op 1 september van het jaar volgend op de oogst op de markt gebracht.

Met de wijzigingen van de productievoorwaarden wordt beoogd de wijn „Haut-Montravel” duidelijker te omschrijven als een zoete, zogenaamd likeurachtige wijn die wordt verkregen op basis van manueel en in meerdere keren geoogste, overrijpe druiven.

Deze wijziging is niet van invloed op het enig document.

2.9.   Controle

Beschrijving en motivering

In het productdossier wordt hoofdstuk II, deel I, betreffende de aangifteverplichtingen gewijzigd.

De datum voor het indienen van de verklaring van afstand van productie wordt gewijzigd en is nu vóór het begin van de oogst.

De intrekkingsverklaring wordt geschrapt.

In het productdossier wordt hoofdstuk II, deel II, betreffende het bijhouden van registers gewijzigd en wordt een verplichting toegevoegd om een register van de oogst per dag bij te houden om informatie te verzamelen zoals de kadastrale omschrijving van de geoogste percelen, de datum, de geoogste hoeveelheid en het suikergehalte van de partijen druiven.

De tabel met de belangrijkste punten die gecontroleerd moeten worden, in hoofdstuk III van het productdossier, wordt aangevuld met een punt over de controle van de manuele oogst in meerdere plukronden.

Deze wijzigingen dienen om toezicht te houden op het productdossier en zijn niet van invloed op het enig document.

ENIG DOCUMENT

1.   Naam/namen

Haut-Montravel

2.   Type geografische aanduiding

BOB — beschermde oorsprongsbenaming

3.   Categorieën van wijnbouwproducten

1.

Wijn

4.   Beschrijving van de wijn(en)

Het betreft witte, zoete en geconcentreerde wijnen van hoge kwaliteit. Het „zoete” karakter van de druiven komt tot uiting wanneer ze aangetast worden door „edelrot” (de schimmel Botrytis cinerea). De wijnen zijn uiterst geschikt om te verouderen. Deze zoete witte wijnen zijn erg rijk aan fermenteerbare suikers (gehalte > 85 g/l) en hebben een volle smaak, met aroma’s van gekookte of gekonfijte vruchten en soms honingtoetsen.

Geen verrijking. Het minimale natuurlijke alcoholvolumegehalte (NAV) bedraagt 17 %.

Het minimale effectieve alcoholgehalte (in volumeprocent) bedraagt 12 %.

De wijnen hebben, bij wijze van afwijking, vóór het verpakken een gehalte aan vluchtige zuren als vastgesteld bij gezamenlijk besluit van de Minister van Consumentenzaken en de Minister van Landbouw.

5.   Wijnbouwpraktijken

a.    Essentiële oenologische procedés

Specifiek oenologisch procedé

Verrijken is verboden.

Elke warmtebehandeling van de geoogste druiven bij een temperatuur van minder dan – 5 °C en het gebruik van droogtunnels of -kamers zijn verboden. Het gebruik van stukjes hout en de toevoeging van tannines zijn verboden. Naast de bovenvermelde bepalingen moeten de wijnen met betrekking tot de oenologische procedés ook voldoen aan de verplichtingen op EU-niveau en aan de verplichtingen in de landbouwwet.

Teeltwijze

De minimale beplantingsdichtheid bedraagt 5 000 wijnstokken per hectare.

De afstand tussen de rijen mag niet meer dan 2 m bedragen en de ruimte tussen de wijnstokken binnen eenzelfde rij niet meer dan 0,80 m.

De wijnstokken worden gesnoeid aan de hand van de volgende technieken: Guyot-snoei, „cordon de Royat”-snoei of korte snoei.

Aan elke wijnstok zitten maximaal tien vruchtdragende ogen. Irrigatie is verboden.

b.    Maximale opbrengsten

30 hectoliter per hectare

6.   Afgebakend gebied

De oogst van de druiven en de vinificatie en bereiding van de wijn worden uitgevoerd op het grondgebied van de volgende gemeenten in het departement Dordogne: Bonneville-et-Saint-Avit-de-Fumadières, Fougueyrolles, Lamothe-Montravel, Montcaret, Montazeau, Montpeyroux, Nastringues, Port-Sainte-Foy-et-Ponchapt, Saint-Antoine-de-Breuilh, Saint-Méard-de-Gurçon, Saint-Michel-de-Montaigne, Saint-Vivien en Vélines.

7.   Voornaamste wijndruiven

 

Muscadelle B

 

Sémillon B

 

Sauvignon gris G

 

Sauvignon B

8.   Beschrijving van het (de) verband(en)

Het geografische gebied van de gecontroleerde oorsprongsbenaming „Haut-Montravel” bevindt zich in het geografische gebied van de gecontroleerde oorsprongsbenaming „Montravel”. Het gebied, dat in het zuiden wordt begrensd door het dal van de Dordogne en in het noorden door het bos van Landais, bevindt zich in het westelijke deel van het departement Dordogne en omvat het grondgebied van 13 gemeenten.

Geomorfologisch gezien beslaat het geografische gebied van „Haut-Montravel” een uniek gebied in de streek van Bergerac met een smal tafelland, omsloten door de valleien van de Lidoire en de Dordogne.

Het afgebakende perceelgebied is zorgvuldig uitgekozen om druiven van de hoogste kwaliteit te verkrijgen en bestaat voornamelijk uit kleiachtige, kalkhoudende, goed gedraineerde percelen op de hoogvlakte, alsook uit pal op het zuiden gerichte hellingen. De wijngaardpercelen worden bovendien gekenmerkt door een schrale, uitgeloogde bodem die echter een voldoende hoog kleigehalte heeft, zodat de effecten van de droogte in de zomer niet hoeven te worden gevreesd.

Deze afbakening vereist een strikte aanpak van de leimethoden, wat zich vertaalt naar een minimale beplantingsdichtheid van 5 000 wijnstokken per hectare en een laag oogstgewicht per stok. Door deze strikte aanpak wordt gewaarborgd dat de druiven snel en voldoende rijpen, wat goed geconcentreerde druiven oplevert. Dit geldt in het bijzonder voor de lokale wijnstoksoorten zoals de muscadelle B, de sauvignon B, de sauvignon gris G, en in mindere mate de ondenc B, maar vooral de sémillon B, die vaak het overheersende ras is en die in het oceaanklimaat erg geschikt is voor overrijping.

De concentratie van de druiven moet op natuurlijke wijze geschieden en concentratietechnieken zoals concentratie door afkoeling en het gebruik van droogtunnels zijn verboden. Om de druiven vóór de persing te beschermen, is eveneens het gebruik van een continupers en zelfledigende druivenmand met schottenpomp verboden.

Bovendien zijn de specifieke klimaatomstandigheden in de vallei van de Dordogne en het boslandschap van Landais in de herfst bevorderlijk voor nevelige ochtenden gevolgd door zonnige middagen. Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan, oogsten de wijnbouwers in meerdere keren de suikerrijke druiven wanneer ze overrijp zijn en aangetast door „edelrot” (de schimmel Botrytis cinerea). De verkregen wijnen zijn witte, zachte en geconcentreerde wijnen van hoge kwaliteit, met een gehalte fermenteerbare suikers van meer dan 85 g/l en een totaal alcoholvolumegehalte van meer dan 14,5 % zonder enige verrijking. Deze wijnen met een „zoet” karakter vertonen een volle smaak en aroma’s van gekookte of gekonfijte vruchten en soms honingtoetsen, en getuigen van het potentieel van dit terroir en zijn uiterst geschikt om te verouderen.

De knowhow van de wijnbouwers komt voort uit een lange traditie op het gebied van de bereiding van wijnen met suikerresidu en op het gebied van de bewaring van die wijnen, die vaak zeer ver van hun plaats van oorsprong werden gedronken (met name in Noord-Europa).

Vóór de komst van fylloxera is er weinig op schrift gesteld over de wijnen van „Haut-Montravel” en werd er slechts in het algemeen verwezen naar „Montravel”, zonder te preciseren of het ging om droge wijnen of wijnen met fermenteerbare suikers.

In 1903 heeft Edouard Féret een volledige inventaris opgesteld van de wijnbouw in de streek van Bergerac in een werk getiteld „Bergerac et ses vins” („Bergerac en zijn wijn”). Daarin wordt het volgende opgemerkt: „In de gemeenten Fougueyrolles, Nastringues, Saint-Antoine-de-Breuilh (onder andere) wedijveren de beste cru’s met de wijnen van Sainte-Foy. Zij hebben veel finesse, zachtheid, zoetheid en vaak een aangenaam bouquet.”

Met een beperkte productie die uitsluitend in flessen wordt verkocht, hebben de wijnbouwers in de loop van de tijd aangetoond dat zij hun wijnstreek en de vinificatie perfect beheersen om, ondanks het wisselvallige klimaat, zoete witte wijnen van hoge kwaliteit te verkrijgen.

Tijdens verscheidene plaatselijke evenementen (landbouwbeurzen enz.) wordt de term „Montravel” meer en meer op de voorgrond gesteld om de faam van dit specifieke terroir in de streek van Bergerac te doen voorduren.

9.   Andere essentiële voorwaarden

Gebied in de onmiddellijke nabijheid

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

Het gebied in de onmiddellijke nabijheid waar bij wijze van uitzondering de vinificatie en bereiding van de wijnen mogen plaatsvinden, bestaat uit het grondgebied van de volgende gemeenten:

—   Departement Dordogne: Bergerac, Le Fleix, Monfaucon, Saint-Laurent-des-Vignes

—   Departement Gironde: Gardegan-et-Tourtirac, Gensac, Landerrouat, Les Lèves-et-Thoumeyragues, Pineuilh, Saint-Avit-Saint-Nazaire en Saint-Emilion

Voorschriften betreffende de etikettering

Rechtskader:

Nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

Aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

Op het etiket van wijn met de gecontroleerde oorsprongsbenaming „Haut-Montravel” mag de grotere geografische eenheid „Sud-Ouest” worden vermeld. Deze grotere geografische eenheid kan eveneens worden vermeld in reclamefolders en op alle soorten verpakkingen. De lettertekens van vermelding van de grotere geografische eenheid mogen niet hoger noch breder zijn dan de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-c142e23c-3854-4c0e-bdb3-97c3b983b620


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

6.1.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 4/13


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.8758 — BayWa/Clean Energy Trading)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2018/C 4/05)

1.

Op 22 december 2017 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

BayWa r.e. renewable Energy GmbH („BayWa”, Duitsland);

Clean Energy Trading GmbH („CET”, Duitsland).

BayWa verkrijgt zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over CET.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2.

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

BayWa is actief in de sectoren zonne-energie, windenergie, bio-energie en geothermische energie;

CET is actief op het gebied van direct marketing van elektriciteit uit installaties voor hernieuwbare energie en de levering van elektriciteit aan eindklanten.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.8758 — BayWa/Clean Energy Trading

Opmerkingen kunnen per e-mail, per fax of per post aan de Commissie worden toegezonden. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail: COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Fax +32 22964301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


6.1.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 4/15


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.8746 — EG Group/ESSO Germany Business)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2018/C 4/06)

1.

Op 21 december 2017 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen.

Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:

EG Group (Verenigd Koninkrijk), die onder zeggenschap staat van TDR Capital LLP (50 %), een private-equityonderneming, en twee personen (50 %);

ESSO Germany Business (Duitsland), dat deel uitmaakt van Exxon Mobil Corporation.

EG Group verkrijgt de zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening over delen van ESSO Deutschland GmbH, een volledige dochteronderneming van ExxonMobil Corporation.

De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.

2.

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   EG Group: houdstermaatschappij die optreedt onder de merknaam „EG” en die actief is in de exploitatie van tankstations met aanvullende detailhandelsactiviteiten, carwash, fastfood, restaurant- en hotelaanbiedingen in het Verenigd Koninkrijk, België, Frankrijk, Luxemburg en Nederland;

—   ESSO Germany Business: detailhandel in brandstoffen voor motorvoertuigen via een nationaal netwerk van in Duitslang gelegen tankstations.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:

M.8746 — EG Group/ESSO Germany Business

Opmerkingen kunnen aan de Commissie worden toegezonden per e-mail, per fax of per post. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:

E-mail:

COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu

Faxnummer:

+32 229-64301

Postadres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.