ISSN 1977-0995 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 229 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
60e jaargang |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
|
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
14.7.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 229/1 |
Mededeling van de Commissie in het kader van de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) 2016/2281 van de Commissie tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft eisen inzake ecologisch ontwerp voor luchtverwarmingsproducten, koelproducten, hogetemperatuurproces-chillers en ventilatorluchtkoelers
(Bekendmaking van de titels en referentienummers van de voorlopige meet- en berekeningsmethoden (1) voor de uitvoering van Verordening (EU) 2016/2281, en met name van de bijlagen III en IV)
(Voor de EER relevante tekst)
(2017/C 229/01)
1. Referenties
Parameter |
ENO |
Referentienummer/titel |
Opmerkingen |
||||
Luchtverwarmingstoestellen die gasvormige brandstoffen gebruiken |
|||||||
Pnom, nominaal verwarmingsvermogen Pmin, minimaal verwarmingsvermogen |
CEN |
[Zie opmerking] |
EN 1020:2009, EN 1319:2009, EN 1196:2011, EN 621:2009 en EN 778:2009 voorzien niet in methoden om de warmteafgifte te bepalen. Het rendement wordt berekend aan de hand van het rookgasverlies en de warmte-input. De warmteafgifte Pnom kan worden berekend met de vergelijking Pnom = Qnom * ηth,nom, waarbij Qnom overeenkomt met de nominale warmte-input en ηth,nom met het nominale rendement. Pnom wordt gebaseerd op de bovenste verbrandingswaarde van de brandstof. Evenzo kan Pmin worden berekend met de vergelijking Pmin = Qmin * ηth,min. |
||||
ηth,nom nuttig rendement bij nominaal verwarmingsvermogen |
|
EN 1020:2009, punt 7.4.5 EN 1319:2009, punt 7.4.4 EN 1196:2011, punt 6.8.2 EN 621:2009, punt 7.4.5 EN 778:2009, punt 7.4.5 |
Het rendement kan worden bepaald zoals beschreven in de toepasselijke normen, maar wordt uitgedrukt op basis van de bovenste verbrandingswaarde van de brandstof. |
||||
ηth,min nuttig rendement bij minimale last |
|
EN 1020:2009, punt 7.4.6 EN 1319:2009, punt 7.4.5 EN 1196:2011, punt 6.8.3 EN 621:2009, punt 7.4.6 EN 778:2009, punt 7.4.6 |
Het rendement kan worden bepaald zoals beschreven in de toepasselijke normen, maar wordt uitgedrukt op basis van de bovenste verbrandingswaarde van de brandstof. |
||||
AFnom luchtdebiet bij nominaal verwarmingsvermogen AFmin luchtdebiet bij minimale last |
|
[Zie opmerking] |
Geen enkele norm voorziet in methoden om het debiet van warme lucht (of de luchtuitstroming) te bepalen. |
||||
elnom elektriciteitsverbruik bij nominaal verwarmingsvermogen elmin elektriciteitsverbruik bij minimale last |
|
[Zie opmerking] |
Overeenkomstig EN 1020:2009 wordt het elektrisch ingangsvermogen op het gegevensplaatje (punt 8.1.2. f) uitgedrukt in volt, ampère enz. De fabrikant mag de desbetreffende waarden omrekenen in watt aan de hand van gangbare conventies. De ventilator voor het vervoer/de verdeling van warme lucht mag niet in aanmerking worden genomen bij de berekening van het elektriciteitsverbruik. |
||||
elsb elektriciteitsverbruik in stand-bystand |
|
IEC 62301:2011-01 |
IEC 62301:2011 is van toepassing op huishoudelijke apparaten/te bespreken punten met de relevante technische commissies. |
||||
Ppilot permanent energieverbruik van de waakvlam |
|
[Zie opmerking] |
Overeenkomstig EN 1020:2009, punt 8.4.2 moet een technische tabel (met daarin) de warmte-input, de warmteafgifte, de classificatie van ontstekingsbranders, (enz.), de volumes van luchtuitstroming enz. worden opgenomen in de technische instructies voor installatie en afstelling. De warmte-input van de permanente waakvlam kan op soortgelijke wijze worden bepaald als de belangrijkste energie-input. |
||||
Emissies van stikstofoxiden (NOx) |
CEN |
CEN-verslag CR 1404:1994 |
NOx-emissiewaarden moeten worden uitgedrukt in mg/kWh, op basis van de bovenste verbrandingswaarde (GVC) van de brandstof. |
||||
Fenv omhullingsverliezen |
CEN |
EN 1886:2007 |
Isolatieklasse volgens vijf klassen, aangeduid als T1-T5. |
||||
IP-classificatie (classificatie voor binnendringingsbescherming) |
|
EN 60529:1991/ AC:2016-12 |
|
||||
Luchtverwarmingstoestellen die vloeibare brandstoffen gebruiken |
|||||||
Pnom, nominaal verwarmingsvermogen Pmin, minimale last |
CEN |
EN 13842:2004 Oliegestookte ventilator-luchtverhitters — Stationair en verplaatsbaar |
EN 13842:2004 voorziet niet in methoden om de warmteafgifte te bepalen. De warmteafgifte Pnom kan worden berekend met de vergelijking Pnom = QN * ηth,nom, waarbij QN overeenkomt met de nominale warmte-input (punt 6.3.2.2) en ηnom met het rendement bij nominaal verwarmingsvermogen. QN en η worden gebaseerd op de bovenste verbrandingswaarde van de brandstof. Evenzo kan Pmin worden berekend met de vergelijking Pmin = Qmin * ηth,min, waarbij Qmin en ηth,min overeenkomen met de warmte-input en het rendement bij minimale last. |
||||
ηth,nom nuttig rendement bij nominaal verwarmingsvermogen ηth,min nuttig rendement bij minimale last |
EN 13842:2004, punt 6.5.6, van toepassing op zowel nominale als minimale last |
ηth,nom is gelijk aan η in punt 6.5.6. |
|||||
AFnom luchtdebiet bij nominaal verwarmingsvermogen AFmin luchtdebiet bij minimale last |
[Zie opmerking] |
Geen enkele norm voorziet in methoden om het debiet van warme lucht (of de luchtuitstroming) te bepalen. |
|||||
elnom elektriciteitsverbruik bij nominaal verwarmingsvermogen elmin elektriciteitsverbruik bij minimale last elsb elektriciteitsverbruik in stand-bystand |
[Zie opmerking] |
Overeenkomstig EN 1020:2009 wordt het elektrisch ingangsvermogen op het gegevensplaatje (punt 8.1.2. k) uitgedrukt in volt, ampère enz. De fabrikant mag de desbetreffende waarden omrekenen in watt aan de hand van gangbare conventies. De ventilator voor het vervoer/de verdeling van warme lucht mag niet in aanmerking worden genomen bij de berekening van het elektriciteitsverbruik. |
|||||
Emissies van stikstofoxiden (NOx) |
CEN |
EN 267:2009+ A1:2011 Automatische ventilatorbranders voor vloeibare brandstoffen; § 4.8.5. Emissiegrenswaarden voor NOx en CO; § 5. Testen. BIJLAGE B. Emissiemetingen en correcties. |
NOx-emissiewaarden worden uitgedrukt op basis van de bovenste verbrandingswaarde van de brandstof. |
||||
Fenv omhullingsverliezen |
CEN |
EN 1886:2007 |
Isolatieklasse volgens vijf klassen, aangeduid als T1-T5 |
||||
IP-classificatie (classificatie voor binnendringingsbescherming) |
|
EN 60529:1991/ AC:2016-12 |
|
||||
Luchtverwarmingstoestellen die het joule-effect gebruiken |
|||||||
Pnom, nominaal verwarmingsvermogen en Pmin, warmteafgifte bij minimale last |
CEN |
IEC/EN 60675 ed. 2.1; 1998 § 16 |
Er is geen norm vastgesteld voor de feitelijke meting van de warmteafgifte van elektrische luchtverwarmingstoestellen. Het elektrisch ingangsvermogen bij nominale of minimale last wordt representatief geacht voor de nominale of minimale warmteafgifte. Pnom en Pmin komen overeen met het bruikbaar vermogen in IEC 60675 ed. 2.1:1998 bij nominale en minimale last, verminderd met de vermogenseis voor ventilatoren waarmee de warme lucht wordt verdeeld en, in voorkomend geval, de vermogenseis voor elektronisch gestuurde functies. |
||||
ηth,nom nuttig rendement bij nominaal verwarmingsvermogen ηth,min nuttig rendement bij minimale last |
n.v.t. |
[Zie opmerking] |
De standaardwaarde is 100 %. |
||||
n.v.t. |
|||||||
AFnom luchtdebiet bij nominaal verwarmingsvermogen AFmin luchtdebiet bij minimale last |
|
[Zie opmerking] |
Geen enkele norm voorziet in methoden om het debiet van warme lucht (of de luchtuitstroming) te bepalen. |
||||
elsb elektriciteitsverbruik in stand-bystand |
|
IEC 62301:2011-01 |
|
||||
Fenv omhullingsverliezen |
CEN |
EN 1886:2007 |
Isolatieklasse volgens vijf klassen, aangeduid als T1-T5. |
||||
IP-classificatie (classificatie voor binnendringingsbescherming) |
|
EN 60529:1991/ AC:2016-12 |
|
||||
Elektrische comfortchillers, airconditioners en warmtepompen |
|||||||
SEER |
CEN |
EN 14825:2016, deel 6.1 |
|
||||
QC |
|
EN 14825:2016, deel 6.2 |
|
||||
QCE |
|
EN 14825:2016, deel 6.3 |
|
||||
SEERon,part load ratio |
|
EN 14825:2016, deel 6.4 |
|
||||
EERbin(Tj), CRu, Cc, Cd |
|
EN 14825:2016, deel 6.5 |
|
||||
ηs,h |
|
EN 14825:2016, deel 7.1 |
ηs is gelijk aan s,h |
||||
SCOP |
|
EN 14825:2016, deel 7.2 |
|
||||
QH |
|
EN 14825:2016, deel 7.3 |
|
||||
QHE |
|
EN 14825:2016, deel 7.4 |
|
||||
SCOPon,part load ratio |
|
EN 14825:2016, deel 7.5 |
|
||||
COPbin(Tj), CRu, Cc, Cd |
|
EN 14825:2016, deel 7.6 |
|
||||
Cc en Cd |
|
EN 14825:2016, delen 8.4.2 en 8.4.3 |
Cc is gelijk aan Cd,c of Cd,h Cd is gelijk aan Cd,c of Cd,h |
||||
Poff, Psb, Pck en Pto |
|
EN 14825:2016, deel 9 |
|
||||
Comfortchillers, airconditioners en warmtepompen die interne verbranding gebruiken |
|||||||
SPERc |
CEN |
EN 16905-5:2017, deel 6 |
|
||||
SGUEc |
|
EN 16905-5:2017, deel 6.4 |
|
||||
SAEFc |
|
EN 16905-5:2017, deel 6.5 |
|
||||
GUEc,pl |
|
EN 16905-5:2017, deel 6.10 |
|
||||
GUEd,c |
|
EN 16905-5:2017, deel 6.2 |
|
||||
QEc en QEh |
|
EN 16905-4:2017, deel 4.2.1.2 |
|
||||
QEhr |
|
EN 16905-4:2017, deel 4.2.2.1 |
|
||||
Qgmc en Qgmh |
|
EN 16905-4:2017, deel 4.2.5.2 en deel 4.2.5.1 |
|
||||
Qref,c en Qref,h |
|
EN 16905-5:2017, deel 6.6 |
|
||||
SPERh |
|
EN 16905-5:2017, deel 7 |
|
||||
SGUEh |
|
EN 16905-5:2017, deel 7.4 |
|
||||
SAEFh |
|
EN 16905-5:2017, deel 7.5 |
|
||||
SAEFh,on |
|
EN 16905-5:2017, deel 7.7 |
|
||||
AEFh,pl |
|
EN 16905-5:2017, deel 7.10 |
|
||||
AEFd,h |
|
EN 16905-5:2017, deel 7.2 |
|
||||
PEc en PEh |
|
EN 16905-4:2017, deel 4.2.6.2 |
|
||||
Comfortchillers, airconditioners en warmtepompen die een sorptiecyclus gebruiken |
|||||||
SGUEc |
CEN |
EN 12309-6:2014, deel 4.3 |
|
||||
SAEFc |
|
EN 12309-6:2014, deel 4.4 |
|
||||
Qref,c |
|
EN 12309-6:2014, deel 4.5 |
|
||||
SAEFc,on |
|
EN 12309-6:2014, deel 4.6 |
|
||||
GUEc en AEFc |
|
EN 12309-6:2014, deel 4.7 |
|
||||
SPERh |
|
EN 12309-6:2014, deel 5.3 |
|
||||
SGUEh |
|
EN 12309-6:2014, deel 5.4 |
|||||
SAEFh |
|
EN 12309-6:2014, deel 5.5 |
|
||||
Qref,h |
|
EN 12309-6:2014, deel 5.6 |
|
||||
SAEFh,on |
|
EN 12309-6:2014, deel 5.7 |
|
||||
GUEh en AEFh |
|
EN 12309-6:2014, deel 5.8 |
|
||||
Hogetemperatuurproces-chillers |
|||||||
koelbelasting PdesignR |
|
Analoog aan EN 14825:2016, deel 3.1.44 |
|
||||
deellastverhouding |
|
Analoog aan EN 14825:2016, deel 3.1.56 |
|
||||
opgegeven vermogen DC |
|
Analoog aan EN 14825:2016, deel 3.1.31 |
|
||||
vermogensverhouding CR |
|
Analoog aan EN 14825:2016, deel 3.1.17 |
|
||||
bin-uren |
|
Zoals omschreven in tabel 28 in bijlage III bij Verordening (EU) 2016/2281 |
|
||||
energie-efficiëntieverhouding bij opgegeven vermogen EERDC |
|
EN 14511-1/-2/-3:2013 voor de bepaling van de EER-waarden bij bepaalde omstandigheden |
De EER omvat het energie-efficiëntieverlies indien het opgegeven vermogen van de chiller hoger is dan de koelvraag. |
||||
energie-efficiëntieverhouding bij deellast of vollast EERPL |
|
||||||
seizoensgebonden energieprestatieverhouding (SEPR) |
|
Punt 5 van deze mededeling (Europese Commissie) |
|
||||
vermogensregeling |
|
Overeenkomstig EN 14825:2016, deel 3.1.32 |
Zie opmerkingen over de vermogensregeling van airconditioners, chillers en warmtepompen. |
||||
verliescoëfficiënt CC |
|
Overeenkomstig EN 14825:2016, deel 8.4.2 |
|
||||
Multi-splitairconditioners en multi-splitwarmtepompen |
|||||||
EERoutdoor |
CEN |
EN 14511-3:2013, bijlage I |
Classificatie van binnen- en buiteneenheden van modulair en multi-splitwarmteterugwinningssysteem. |
||||
COPoutdoor |
CEN |
EN 14511-3:2013, bijlage I |
Classificatie van binnen- en buiteneenheden van modulair en multi-splitwarmteterugwinningssysteem. |
||||
|
2. Aanvullende elementen voor metingen en berekeningen in verband met de seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimteverwarming van luchtverwarmingstoestellen
2.1. Testpunten
Het nuttig rendement, de nuttige warmteafgifte, het elektriciteitsverbruik en het luchtdebiet worden gemeten bij nominale en minimale warmteafgifte.
2.2. Berekening van de seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimteverwarming van luchtverwarmingstoestellen
a) |
De seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimteverwarming ηS voor luchtverwarmingstoestellen die brandstoffen gebruiken is gedefinieerd als: |
b) |
De seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimteverwarming ηS voor luchtverwarmingstoestellen die elektriciteit gebruiken is gedefinieerd als: waarbij:
|
2.3. Berekening van de seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimteverwarming in actieve modus
De seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimteverwarming in actieve modus wordt als volgt berekend:
waarbij:
— |
ηS,th = de seizoensgebonden thermische energie-efficiëntie, uitgedrukt in %; |
— |
ηS,flow = de emissie-efficiëntie voor een specifiek luchtdebiet, uitgedrukt in %. |
2.4. Berekening van de seizoensgebonden thermische energie-efficiëntie ηS,th
De seizoensgebonden thermische energie-efficiëntie ηS,th wordt als volgt berekend:
waarbij:
— |
ηth,nom: = het nuttig rendement bij nominale (maximale) last, uitgedrukt in % en gebaseerd op de GCV; |
— |
ηth,min = het nuttig rendement bij minimale last, uitgedrukt in % en gebaseerd op de GCV; |
— |
Fenv = de verliesfactor van de omhulling van de warmtegenerator, uitgedrukt in %. |
2.5. Berekening van het omhullingsverlies
De verliesfactor van de omhulling Fenv is afhankelijk van de plaats waar de eenheid zal worden geïnstalleerd en wordt als volgt berekend:
a) |
indien wordt gespecifieerd dat het luchtverwarmingstoestel moet worden geïnstalleerd in de te verwarmen ruimte: Fenv = 0 |
b) |
indien de bescherming tegen binnendringen van water van het deel van het product dat de warmtegenerator bevat een IP-classificatie van x4 of hoger heeft (IP-classificatie overeenkomstig IEC 60529 (ed. 2.1), punt 4.1), hangt de verliesfactor van de omhulling af van de warmtedoorlating van de omhulling van de warmtegenerator overeenkomstig tabel 1. Tabel 1 Verliesfactor van de omhulling van de warmtegenerator
|
2.6. Berekening van de emissie-efficiëntie ηS,flow
De emissie-efficiëntie ηS,flow wordt als volgt berekend:
waarbij:
— |
Pnom = het uitgangsvermogen bij nominale (maximale) last, uitgedrukt in kW; |
— |
Pmin = het uitgangsvermogen bij minimale last, uitgedrukt in kW; |
— |
AFnom = het luchtdebiet bij nominale (maximale) last, uitgedrukt in m3/h, gecorrigeerd naar het equivalent van 15 °C (V15 °C); |
— |
AFmin = het luchtdebiet bij minimale last, uitgedrukt in m3/h, gecorrigeerd naar het equivalent van 15 °C. |
De emissie-efficiëntie van het luchtdebiet is gebaseerd op een temperatuurstijging van 15 °C. Indien de eenheid is bedoeld om een andere temperatuurstijging („t”) te bekomen, moet het feitelijke luchtdebiet „V” als volgt opnieuw worden berekend om een equivalent luchtdebiet „V15 °C” te verkrijgen:
waarbij:
— |
V15 °C = het equivalente luchtdebiet bij 15 °C; |
— |
V = het feitelijk geleverde luchtdebiet; |
— |
t = de feitelijk geleverde temperatuurstijging. |
2.7. Berekening van ∑F(i) voor luchtverwarmingstoestellen
∑F(i) is de som van verscheidende correctiefactoren, die allemaal worden uitgedrukt in procentpunten.
Het gaat om de volgende correctiefactoren:
a) |
De correctiefactor F(1) voor de aanpassing van de warmteafgifte houdt rekening met de manier waarop het product zich aanpast aan de verwarmingsbelasting (namelijk een eentraps-, tweetraps- of modulerende regeling) en het lastbereik (1-(Pmin/Pnom) waarin het verwarmingstoestel kan functioneren, met betrekking tot het gangbare lastbereik van deze technologie, zoals beschreven in tabel 2. Voor verwarmingstoestellen met een gangbaar of groter lastbereik kan rekening worden gehouden met de volledige waarde van parameter B, waardoor de waarde van correctiefactor F(1) daalt. Voor verwarmingstoestellen met een lager lastbereik wordt rekening gehouden met een waarde die lager is dan de maximale waarde van B. Tabel 2 Berekening van F(1) naargelang de regeling van de warmteafgifte en het lastbereik
|
b) |
De correctiefactor F(2) staat voor een negatieve bijdrage aan de seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimteverwarming door aanvullend elektriciteitsverbruik voor luchtverwarmingstoestellen, uitgedrukt in % en als volgt berekend:
OF er kan een standaardwaarde overeenkomstig EN 15316-1 worden toegepast. |
c) |
De correctiefactor F(3) staat voor een negatieve bijdrage aan de seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimteverwarming voor verbrandingssystemen met zwaartekrachtventilatie (door natuurlijke trek vervoerde verbrandingslucht), aangezien rekening moet worden gehouden met bijkomende warmteverliezen wanneer de brander is uitgeschakeld.
|
d) |
De correctiefactor F(4) staat voor een negatieve bijdrage aan de seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimteverwarming bij permanent energieverbruik van de waakvlam en wordt als volgt berekend: Waarin de waarde „4” overeenkomt met de verhouding van het gemiddelde stookseizoen (4 000 uur/jaar) tot de gemiddelde duur van de gebruiksstand (1 000 uur/jaar). |
3. Aanvullende elementen voor berekeningen in verband met de seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimteverwarming en -koeling van comfortchillers, airconditioners en warmtepompen
3.1. Berekening van de seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimteverwarming van warmtepompen
a) |
Voor warmtepompen die elektriciteit gebruiken
|
b) |
Voor warmtepompen die brandstoffen gebruiken
|
3.2. Berekening van de seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimtekoeling van chillers en airconditioners
a) |
Voor chillers en airconditioners die elektriciteit gebruiken
|
b) |
Voor chillers en airconditioners die brandstoffen gebruiken
|
3.3. Berekening van F(i) voor comfortchillers, airconditioners en warmtepompen:
a) |
De correctiefactor F(1) staat voor de negatieve bijdrage aan de seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimteverwarming of -koeling van producten ten gevolge van de aangepaste bijdragen van temperatuurregelaars aan de energie-efficiëntie voor ruimteverwarming en -koeling, uitgedrukt in %. F(1) = 3 % |
b) |
De correctiefactor F(2) staat voor de negatieve bijdrage aan de seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimteverwarming of -koeling van een of meer grondwaterpompen, uitgedrukt in %. F(2) = 5 % |
4. Aanvullende elementen voor berekeningen in verband met de seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimteverwarming en -koeling en in verband met het testen van multi-splitairconditioners en multi-splitwarmtepompen
De keuze van de binneneenheid voor multi-splitairconditioners en multi-splitwarmtepompen met betrekking tot het vermogen wordt beperkt tot:
— |
Hetzelfde type binneneenheden voor de test; |
— |
Hetzelfde type binneneenheden indien de systeemvermogensverhouding van ± 5 % kan worden bereikt. Indien de systeemvermogensverhouding van ± 5 % bij dezelfde groottes niet kan worden bereikt, moeten zo dicht mogelijk bij elkaar liggende groottes worden gebruikt, met het hieronder voorgeschreven aantal binneneenheden om de systeemvermogensverhouding van ± 5 % te bereiken. |
— |
Het aantal binneneenheden is beperkt tot:
|
5. Aanvullende elementen voor berekeningen in verband met de seizoensgebonden energieprestatieverhouding van hogetemperatuurproces-chillers
5.1. Berekening van de seizoensgebonden energieprestatieverhouding (SEPR) van hogetemperatuurproces-chillers
a) |
De SEPR wordt berekend als de jaarlijkse referentiekoelvraag gedeeld door het jaarlijkse elektriciteitsverbruik: waarbij:
OPMERKING: Dit jaarlijkse elektriciteitsverbruik omvat het elektriciteitsverbruik in actieve modus. Andere modi, zoals de uitstand en de stand-bystand, zijn niet relevant voor procestoepassingen, omdat het apparaat geacht wordt het hele jaar door te werken. |
b) |
De koelvraag PR(Tj) kan worden bepaald door de vollastwaarde (PdesignR) te vermenigvuldigen met de deellastverhouding (%) voor elke overeenkomstige bin. Deze deellastverhoudingen worden berekend aan de hand van de formules in de tabellen 22 en 23 in Verordening (EU) 2016/2281. |
c) |
De energie-efficiëntieverhouding EERPL(Tj) bij deellastomstandigheden A, B, C en D wordt bepaald zoals hieronder uiteengezet: Bij deellastomstandigheid A (vollast) wordt ervan uitgegaan dat het opgegeven vermogen van een eenheid gelijk is aan de koelbelasting (PdesignR). Bij deellastomstandigheden B, C en D zijn er twee mogelijkheden:
|
d) |
De energie-efficiëntieverhouding EERPL(Tj) bij deellastomstandigheden die verschillen van deellastomstandigheden A, B, C en D wordt bepaald zoals hieronder uiteengezet: De EER-waarden bij elke bin worden bepaald door interpolatie van de EER-waarden bij deellastomstandigheden A, B, C en D zoals vermeld in de tabellen 22 en 23 van Verordening (EU) 2016/2281. Voor deellastomstandigheden die hoger liggen dan deellastomstandigheid A worden dezelfde EER-waarden als voor omstandigheid A gebruikt. Voor deellastomstandigheden die lager liggen dan deellastomstandigheid D worden dezelfde EER-waarden als voor omstandigheid D gebruikt. |
(1) Het is de bedoeling deze voorlopige methoden uiteindelijk te vervangen door geharmoniseerde normen. Zodra de referentienummers van deze geharmoniseerde normen beschikbaar zijn, zullen zij worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie overeenkomstig de artikelen 9 en 10 van Richtlijn 2009/125/EG.
14.7.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 229/24 |
Mededeling van de Commissie in het kader van de uitvoering van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit en Richtlijn 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van radioapparatuur en tot intrekking van Richtlijn 1999/5/EG
(Bekendmaking van titels en referentienummers van geharmoniseerde normen in het kader van de harmonisatiewetgeving van de Unie)
(Voor de EER relevante tekst)
(2017/C 229/02)
Richtlijn 1999/5/EG
Overeenkomstig de overgangsbepaling van artikel 48 van Richtlijn 2014/53/EU (1) belemmeren de lidstaten niet dat onder Richtlijn 2014/53/EU vallende radioapparatuur die met Richtlijn 1999/5/EG (2) in overeenstemming is en die vóór 13 juni 2017 in de handel is gebracht, op de markt wordt aangeboden of in gebruik wordt genomen. Bijgevolg blijven de geharmoniseerde normen waarvan de referentienummers in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn bekendgemaakt, laatstelijk vermeld in de mededeling van de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie C 249 van 8 juli 2016, blz. 1 , en gecorrigeerd bij corrigendum in het Publicatieblad van de Europese Unie C 342 van 17 september 2016, blz. 15 , en corrigendum in het Publicatieblad van de Europese Unie C 403 van 1 november 2016, blz. 26 , tot en met 12 juni 2017 een vermoeden van conformiteit met die richtlijn vestigen.
Richtlijn 2014/53/EU
(Bekendmaking van titels en referentienummers van geharmoniseerde normen in het kader van de harmonisatiewetgeving van de Unie)
ENO (3) |
Referentienummer en titel van de norm (en referentiedocument) |
Eerste bekendmaking PB |
Referentienummer van de vervangen norm |
Datum waarop het vermoeden van overeenstemming ten aanzien van de vervangen norm vervalt Noot 1 |
Artikel(en) van Richtlijn 2014/53/EU dat of die de norm beoogt te bestrijken |
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
(5) |
(6) |
ETSI |
EN 300 065 V2.1.2 Smalbandtelegrafieapparatuur voor direct printen, voor het ontvangen van meteorologische of navigatie-informatie (NAVTEX) — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2 en lid 3, onder g, van Richtlijn 2014/53/EU |
8.7.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2; artikel 3, lid 3, onder g |
ETSI |
EN 300 086 V2.1.2 Landmobiele dienst — Radioapparatuur met een interne of externe RF-connector, primair bedoeld voor analoge spraak — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
9.12.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 300 113 V2.2.1 Landmobiele diensten — Radioapparatuur bedoeld voor de transmissie van data (en/of spraak) bij constante of niet-constante envelopmodulatie en met een antenneconnector — Geharmoniseerde EN onder artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 300 219 V2.1.1 Landmobiele dienst — Radioapparatuur die signalen uitzendt om een specifieke reactie in de ontvanger op te wekken — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 300 220-2 V3.1.1 Kortbereikapparatuur (SRD) — Radioapparatuur te gebruiken in het 25 MHz- tot 1 000 MHz-frequentiebereik: Deel 2: Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
10.3.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 300 220-3-1 V2.1.1 Kortbereikapparatuur (SRD) — Radioapparatuur te gebruiken in het 25 MHz- tot 1 000 MHz-frequentiebereik; Deel 3.1: Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU — Laagcyclische hoog betrouwbare apparatuur, apparatuur voor sociale alarmen werkend in aangewezen frequenties (869 200 MHz tot 869 250 MHz) |
10.3.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 300 220-3-2 V1.1.1 Kortbereikapparatuur (SRD) — Radioapparatuur te gebruiken in het 25 MHz- tot 1 000 MHz-frequentiebereik met vermogen tot 500 mW — Deel 3.2: Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU — Draadloze alarmsystemen werkend in de aangewezen LDC/HR-frequentiebanden 868,60 MHz tot 868,70 MHz, 869,25 MHz tot 869,40 MHz, 869,65 MHz tot 869,70 MHz |
10.3.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 300 220-4 V1.1.1 Kortbereikapparatuur (SRD) — Radioapparatuur te gebruiken in het 25 MHz- tot 1 000 MHz-frequentiebereik — Deel 4: Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU; Meetapparatuur werkend in de aangewezen 169,400 MHz- tot 169,475 MHz-band |
10.3.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 300 224-2 V1.1.1 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumkwesties (ERM); Personenoproepdienst op eigen terrain — Deel 2: Geharmoniseerde EN krachtens artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
Deze geharmoniseerde norm heeft geen betrekking op eisen voor prestatieparameters van ontvangers en geeft geen aanleiding tot een vermoeden van conformiteit wat die parameters betreft. |
|||||
ETSI |
EN 300 296 V2.1.1 Landmobiele dienst — Radioapparatuur die gebruikmaakt van integrale antennes primair bedoeld voor analoge spraak — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 300 328 V2.1.1 Breedbandtransmissiesystemen — Datatransmissieapparatuur werkend in de 2,4 GHz ISM-band die gebruikmaakt van breedbandmodulatietechnieken — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
13.1.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 300 330 V2.1.1 Kortbereikapparatuur (SRD) — Radioapparatuur te gebruiken in het frequentiebereik 9 kHz tot 25 MHz en inductieve loopsystemen in het frequentiebereik van 9 kHz tot 30 MHz — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
10.3.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 300 341 V2.1.1 Landmobiele diensten (RP 02) — Radioapparatuur gebruikmakend van een geïntegreerde antenne die signalen uitzendt om een specifieke reactie in de ontvanger op te wekken — Geharmoniseerde EN onder artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 300 390 V2.1.1 Landmobiele dienst — radioapparatuur bedoeld voor het verzenden van data (en spraak), met geïntegreerde antenne — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de wezenlijke vereisten neergelegd in artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 300 422-1 V2.1.2 Draadloze microfoons — Audio PMSE tot 3 GHz; Deel 1: Klasse A-ontvangers — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
10.2.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 300 422-2 V2.1.1 Draadloze microfoons; Audio PMSE tot 3 GHz — Deel 2: Klasse B-ontvangers — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
10.3.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 300 422-3 V2.1.1 Draadloze microfoons; Audio PMSE tot 3 GHz — Deel 3: Klasse C-ontvangers; Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
10.3.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 300 433 V2.1.1 CB-radioapparatuur — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 300 440 V2.1.1 Korteafstandsapparatuur — Radioapparatuur voor gebruik in het 1 GHz- tot 40 GHz-frequentiegebied — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
Dit is de eerste bekendmaking |
|
31.12.2018 |
Artikel 3, lid 2 |
Deze geharmoniseerde norm heeft, voor de in table 5 omschreven ontvangers van de categorieën 2 en 3, geen betrekking op de eisen voor prestatieparameters van ontvangers en geeft geen aanleiding tot een vermoeden van conformiteit wat die parameters betreft. |
|||||
ETSI |
EN 300 440-2 V1.4.1 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumaangelegenheden (ERM) — Kortbereikapparatuur — Radioapparatuur voor gebruik in het 1 GHz- tot 40 GHz-frequentiegebied — Deel 2: Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
Deze geharmoniseerde norm heeft geen betrekking op eisen voor prestatieparameters van ontvangers en geeft geen aanleiding tot een vermoeden van conformiteit wat die parameters betreft. |
|||||
ETSI |
EN 300 454-2 V1.1.1 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumkwesties (ERM) — Breedbandaudioverbindingen; Deel 2: Geharmoniseerde EN die de essentiële eisen dekt van artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
Deze geharmoniseerde norm heeft geen betrekking op eisen voor prestatieparameters van ontvangers en geeft geen aanleiding tot een vermoeden van conformiteit wat die parameters betreft. |
|||||
ETSI |
EN 300 487 V2.1.2 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Geharmoniseerde EN voor mobiele grondstations met alleenontvangst die datacommunicatie verschaffen werkzaam in de 1,5 GHz-frequentieband — Radiofrequentie- (RF) specificaties welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
13.1.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 300 676-2 V2.1.1 Handset, mobiele en vaste VHF-zenders, -ontvangers en -zendontvangers voor grondgebruik, voor mobiele VHF-diensten voor de luchtvaart, gebruikmakend van AM-modulatie — Deel 2: Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
8.7.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 300 698 V2.1.1 Radiotelefoniezenders en -ontvangers t.b.v. de maritieme mobiele dienst werkend in de VHF-banden en te gebruiken in de binnenvaart — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de wezenlijke vereisten, neergelegd in artikel 3, lid 2 en lid 3, onder g, van Richtlijn 2014/53/EU |
13.1.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2; artikel 3, lid 3, onder g |
ETSI |
EN 300 718-2 V1.1.1 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumkwesties (ERM) — Lawinebakens — Zend-ontvangsystemen — Deel 2: Geharmoniseerde EN die de essentiële eisen dekt van artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
Deze geharmoniseerde norm heeft geen betrekking op eisen voor prestatieparameters van ontvangers en geeft geen aanleiding tot een vermoeden van conformiteit wat die parameters betreft. |
|||||
ETSI |
EN 300 718-3 V1.2.1 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumkwesties (ERM); lawinebakens; zend-ontvangsystemen — Deel 3: Geharmoniseerde EN die de essentiële eisen dekt van artikel 3, lid 3, onder e), van de R&TTE-richtlijn |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 3, onder g |
ETSI |
EN 300 720 V2.1.1 Communicatiesystemen en uitrusting aan boord van schepen met ultrahoge frequentie (UHF) — Geharmoniseerde EN krachtens artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
10.3.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 025 V2.1.1 VHF-radiotelefonieapparatuur voor algemene communicatie en aanverwante apparatuur voor klasse „D” Digital Selective Calling (DSC) — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2 en lid 3, onder g, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.8.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2; artikel 3, lid 3, onder g |
ETSI |
EN 301 025 V2.2.1 VHF-radiotelefonieapparatuur voor algemene communicatie en aanverwante apparatuur voor klasse „D” Digital Selective Calling (DSC) — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2 en lid 3, onder g, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
EN 301 025 V2.1.1 Noot 2.1 |
30.11.2018 |
Artikel 3, lid 2; artikel 3, lid 3, onder g |
ETSI |
EN 301 091-2 V1.3.2 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumkwesties (ERM) — Kortbereikapparatuur — Telematica voor wegvervoer- en -verkeer (RTTT) — Radarapparatuur werkend in de frequentieband van 76 GHz tot 77 GHz — Deel 2: Geharmoniseerde EN die de essentiële eisen dekt van artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
Deze geharmoniseerde norm heeft geen betrekking op eisen voor prestatieparameters van ontvangers en geeft geen aanleiding tot een vermoeden van conformiteit wat die parameters betreft. |
|||||
ETSI |
EN 301 166 V2.1.1 Landmobiele dienst — Radioapparatuur voor analoge en/of digitale communicatie (spraak en/of data) en werkend bij smalle band en met een antenneconnector — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
10.2.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 178 V2.2.2 Draagbare zeer hoogfrequente (VHF) radiotelefonieapparatuur voor de maritieme mobiele dienst werkend in de VHF-banden (alleen voor niet-GMDSS toepassingen) — Geharmoniseerde norm welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.5.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 357 V2.1.1 Draadloze audioapparatuur in het gebied van 25 MHz tot 2 000 MHz — Geharmoniseerde norm welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 301 357-2 V1.4.1 Noot 2.1 |
28.2.2019 |
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 357-2 V1.4.1 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumkwesties (ERM) — Draadloze audioapparatuur in het gebied van 25 MHz tot 2 000 MHz; Deel 2: Geharmoniseerde EN die de essentiële eisen dekt van artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
Deze geharmoniseerde norm heeft geen betrekking op eisen voor prestatieparameters van ontvangers en geeft geen aanleiding tot een vermoeden van conformiteit wat die parameters betreft. |
|||||
ETSI |
EN 301 360 V2.1.1 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Geharmoniseerde EN voor interactieve (SIT) en gebruikers- (SUT) satellietterminalapparatuur voor het zenden naar geostationaire satellieten in de 27,5 GHz- tot 29,5 GHz-frequentiebanden welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
11.11.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 406 V2.2.2 Geharmoniseerde EN voor digitale draadloze telecommunicatieapparatuur (DECT) welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU — Algemene radio |
11.11.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 426 V2.1.2 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Geharmoniseerde EN voor landmobiele satellietgrondstations (LMES) en maritieme mobiele satellietgrondstations (MMES) voor lage datasnelheid, niet bedoeld voor nood- en veiligheidsverkeer werkend in de 1,5 /1,6 GHz-frequentiebanden, welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
13.1.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 427 V2.1.1 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Geharmoniseerde EN voor mobiele satellietgrondstations (MES), met uitzondering van mobiele satellietgrondstations aan boord van vliegtuigen, t.b.v. lage bitsnelheden, werkend in de 11/12/14 GHz-banden, welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 428 V2.1.2 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Geharmoniseerde EN voor terminals met zeer kleine openingshoek (VSAT) — Zend-, zend-ontvang- of ontvangsatellietgrondstations werkzaam in de 11/12/14 GHz-banden, welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 430 V2.1.1 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Geharmoniseerde EN voor verplaatsbare satellietgrondstations ten behoeve van reportageverbindingen (SNG TES), werkzaam in de frequentiebanden 11-12/13-14 GHz, welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
14.10.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 441 V2.1.1 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Geharmoniseerde EN voor mobiele grondstations, inclusief handsets voor Satellite Personal Communications Networks (S-PCN) werkzaam in de banden 1,6 /2,4 GHz als onderdeel van de mobile satellite service (MSS), welke invulling geeft aan de essentiële vereisten van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 442 V2.1.1 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Geharmoniseerde EN voor mobiele grondstations (MES), waaronder draagbare grondstations voor persoonlijke satellietcommunicatienetwerken (S-PCN) in de 1 980 MHz- tot 2 010 MHz -(aarde naar ruimte) en 2 170 MHz- tot 2 200 MHz- (ruimte naar aarde) banden onder de mobiele satellietdienst (MMS), welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 443 V2.1.1 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Geharmoniseerde EN voor terminals met zeer kleine openingshoek (VSAT) — Zend-, ontvang-, of zend-ontvangapparatuur in satellietgrondstations werkzaam in de frequentiebanden 4 en 6 GHz welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 444 V2.1.2 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Geharmoniseerde EN voor landmobiele grondstations (LMES) werkend in de 1,5 GHz- en 1,6 GHz-banden ten behoeve van spraak- en/of datacommunicatie welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
13.1.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 447 V2.1.1 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Geharmoniseerde EN voor satellietgrondstations aan boord van schepen (ESVs) in de 4/6 GHz-frequentiebanden toegewezen aan de vaste satellietdienst (FSS) welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 459 V2.1.1 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Geharmoniseerde EN voor interactieve (SIT) en gebruikers- (SUT) satellietterminalapparatuur voor het zenden naar satellieten in een geostationaire baan in de 29,5 GHz- tot 30,0 GHz-frequentiebanden welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
14.10.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 473 V2.1.2 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Geharmoniseerde EN voor vliegtuiggrondstations voor luchtvaartmobiele satellietdienst (AMSS)/mobiele satellietdienst (MSS) en/of voor de luchtvaartmobiele satelliet on-routedienst (AMS(R)S)/mobiele satellietdienst (MSS) werkend onder de 3 GHz-frequentieband, welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
13.1.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 502 V12.5.2 Wereldwijd systeem voor mobiele communicatie (GSM) — Basisstationapparatuur — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 511 V9.0.2 Wereldwijd systeem voor mobiele communicatie (GSM) — Geharmoniseerde EN voor mobiele apparatuur in de GSM 900- en GSM 1800-frequentiebanden die de essentiële eisen dekt van artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3.2 |
Opmerking: deze geharmoniseerde norm vestigt het vermoeden van conformiteit met de essentiële eisen van Richtlijn 2014/53/EU wanneer ook de ontvangstparameters in de punten 4.2.20, 4.2.21 en 4.2.26 worden toegepast |
|||||
ETSI |
EN 301 559 V2.1.1 Korteafstandapparatuur — Laagvermogen medische implantaten en bijbehorende randapparatuur werkend in het frequentiebereik 2 483,5 MHz tot 2 500 MHz — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
13.1.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 598 V1.1.1 White Space apparatuur (WSD) — Draadloze toegangssystemen werkend in de 470 MHz- tot 790 MHz-frequentieband — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
Deze geharmoniseerde norm heeft geen betrekking op eisen voor prestatieparameters van ontvangers en geeft geen aanleiding tot een vermoeden van conformiteit wat die parameters betreft. |
|||||
ETSI |
EN 301 681 V2.1.2 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Geharmoniseerde EN voor mobiele grondstations (MES) van geostationaire mobiele satellietsystemen, inclusief handsets voor persoonlijke communicatienetwerken via satelliet (S-PCN) in de banden 1,5 /1,6 GHz als onderdeel van de mobiele satellietdienst (MSS), welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
13.1.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 721 V2.1.1 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Geharmoniseerde Europese Norm ten behoeve van mobiele grondstations (MES) voor communicatie met lage bitsnelheid (LBRDC), gebruikmakend van Low Earth Orbit-satellieten (LEO), werkend op frequenties lager dan 1 GHz om te voldoen aan de essentiële vereisten onder artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 783 V2.1.1 Commercieel beschikbare amateurradioapparatuur — Geharmoniseerde norm welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
8.7.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 839 V2.1.1 Actieve medische implantaten met ultralaag vermogen en randapparatuur in het frequentiegebied 402 MHz tot 405 MHz — Geharmoniseerde Europese norm welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
8.7.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 841-3 V2.1.1 VHF air-ground Digital Link (VDL) modus 2 — Technische eigenschappen en meetmethodes voor grondapparatuur — Deel 3: Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
13.1.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 842-5 V2.1.1 VHF air-ground Digital Link (VDL) modus 4 — radioapparatuur — Technische kenmerken en meetmethoden voor grondapparatuur; Deel 5: Geharmoniseerde norm welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
13.1.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 893 V1.8.1 Breedbandradiotoegangsnetwerken (BRAN) — 5 GHz hogeprestatie-RLAN — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
Deze geharmoniseerde norm heeft geen betrekking op eisen voor prestatieparameters van ontvangers en geeft geen aanleiding tot een vermoeden van conformiteit wat die parameters betreft. |
|||||
ETSI |
EN 301 893 V2.1.1 5 GHz hogeprestatie-RLAN — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
8.6.2017 |
EN 301 893 V1.8.1 Noot 2.1 |
12.6.2018 |
Artikel 3, lid 2 |
Wat de aanpasbaarheid betreft, mag tot en met 12.6.2018 hetzij punt 4.2.7 van deze geharmoniseerde norm, hetzij punt 4.8 van geharmoniseerde norm EN 301 893 v1.8.1 worden gebruikt; na deze datum mag alleen punt 4.2.7 van deze geharmoniseerde norm worden gebruikt. |
|||||
ETSI |
EN 301 908-1 V11.1.1 IMT cellulaire netwerken — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU — Deel 1: Introductie en algemene eisen |
9.12.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 908-2 V11.1.1 IMT cellulaire netwerken — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU — Deel 2: CDMA Direct Spread (UTRA FDD) gebruikersapparatuur (UE) |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 908-3 V11.1.3 IMT cellulaire netwerken — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU — Deel 3: CDMA Direct spread (UTRA FDD) Basis Stations (BS) |
12.5.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 908-10 V4.2.2 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumaangelegenheden (ERM) — Basisstations (BS), repeaters en gebruikersapparatuur (UE) voor IMT-2000 derde generatie cellulaire netwerken — Deel 10: Geharmoniseerde EN voor IMT-2000, FDMA/TDMA (DECT) welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
13.1.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 908-11 V11.1.2 IMT cellulaire netwerken — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU — Deel 11: CDMA Direct Spread (UTRA FDD) (Versterkers) |
10.2.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 908-12 V7.1.1 IMT cellulaire netwerken — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU — Deel 12: CDMA multi-carrier (cdma2000) (tussenversterkers) |
9.9.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 908-13 V11.1.1 IMT cellulaire netwerken — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU — Deel 13: Gebruikersapparatuur (UE) voor geëvolueerde universele aardse radiotoegang (E-UTRA) |
12.5.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 908-14 V11.1.2 IMT cellulaire netwerken — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU — Deel 14: geëvolueerde universele aardse radiotoegang (E-UTRA) — basisstations (BS) |
12.5.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 908-15 V11.1.2 IMT cellulaire netwerken — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU — Deel 15: geëvolueerde universele aardse radiotoegang (E-UTRA FDD) (Versterkers) |
10.2.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 908-18 V11.1.2 IMT cellulaire netwerken — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU — Deel 18: E-UTRA, UTRA en GSM/EDGE Multi-Standaard Radio (MSR) basis station (BS) |
12.5.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 908-19 V6.3.1 IMT cellulaire netwerken — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU — Deel 19: OFDMA TDD WMAN (Mobile WiMAX) TDD gebruikersapparatuur (UE) |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 908-20 V6.3.1 IMT cellulaire netwerken — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU — Deel 20: OFDMA TDD WMAN (WiMAX) TDD basisstations (BS) |
14.10.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 908-21 V6.1.1 IMT cellulaire netwerken — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU — Deel 21: OFDMA TDD WMAN (WiMAX) FDD gebruikersapparatuur (UE) |
14.10.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 908-22 V6.1.1 IMT cellulaire netwerken — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU — Deel 22: OFDMA TDD WMAN (WiMAX) FDD basisstations (BS) |
9.12.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 301 929 V2.1.1 VHF-zenders en -ontvangers zoals „Coast Stations” voor GMDSS en andere toepassingen in de maritieme mobiele dienst — Geharmoniseerde EN onder artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 017 V2.1.1 Zendapparatuur voor de amplitudegemoduleerde (AM) radio-omroepdienst — Geharmoniseerde EN onder artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.5.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 018 V2.1.1 Zendapparatuur voor de frequentiegemoduleerde radio-omroepdienst — Geharmoniseerde EN onder artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
8.6.2017 |
EN 302 018-2 V1.2.1 Noot 2.1 |
31.12.2018 |
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 018-2 V1.2.1 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumkwesties (ERM) — Zendapparatuur voor frequentiegemoduleerde radio-omroepzenders (FM) — Deel 2: Geharmoniseerde EN krachtens artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 054-2 V1.2.1 Meteorologische toestellen (Met Aids) — Radiosondes te gebruiken in de frequentieband van 400,15 MHz tot 406 MHz en werkend met een maximaal zendvermogen van 200 mW — Deel 2: Geharmoniseerde norm welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
13.1.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 064-2 V1.1.1 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumkwesties (ERM) — Draadloze videoverbindingen (WVL) in de 1,3 GHz- tot 50 GHz-frequentieband — Deel 2: Geharmoniseerde EN krachtens artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
Deze geharmoniseerde norm heeft geen betrekking op eisen voor prestatieparameters van ontvangers en geeft geen aanleiding tot een vermoeden van conformiteit wat die parameters betreft. |
|||||
ETSI |
EN 302 065-1 V2.1.1 Kortbereikapparatuur (SRD) met gebruik van ultrabreedbandtechnologie (UWB) — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU — Deel 1: Eisen voor algemene UWB-toepassingen |
10.3.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 065-2 V2.1.1 Kortbereikapparatuur (SRD) met gebruik van ultrabreedbandtechnologie (UWB) — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU — Deel 2: Eisen voor UWB-locatietracering |
10.3.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 065-3 V2.1.1 Kortbereikapparatuur (SRD) met gebruik van ultrabreedbandtechnologie (UWB) — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU — Deel 3: Eisen voor UWB-apparatuur voor grondgebonden voertuigapplicaties |
10.3.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 065-4 V1.1.1 Kortbereikapparatuur (SRD) met gebruik van ultrabreedbandtechnologie (UWB) — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU — Deel 4: materiaalregistratieapparatuur gebruikmakend van de UWB-technologie onder de 10,6 GHz |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 066-2 V1.2.1 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumkwesties (ERM) — Radartoepassingen voor bodem- en wandsondering (GPR/WPR) — Deel 2: Geharmoniseerde EN die de essentiële eisen dekt van artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
Deze geharmoniseerde norm heeft geen betrekking op eisen voor prestatieparameters van ontvangers en geeft geen aanleiding tot een vermoeden van conformiteit wat die parameters betreft. |
|||||
ETSI |
EN 302 077-2 V1.1.1 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumkwesties (ERM) — Zendapparatuur voor aardse digitale radio-omroep (T-DAB) — Deel 2: Geharmoniseerde EN krachtens artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 186 V2.1.1 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Geharmoniseerde EN voor mobiele vliegtuigsatellietgrondstations in de frequentiebanden 11/12/14 GHz welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 194-2 V1.1.2 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumkwesties (ERM) — Navigatieradar voor gebruik op binnenwateren — Deel 2: Geharmoniseerde EN die de essentiële eisen dekt van artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
Deze geharmoniseerde norm heeft geen betrekking op eisen voor prestatieparameters van ontvangers en geeft geen aanleiding tot een vermoeden van conformiteit wat die parameters betreft. |
|||||
ETSI |
EN 302 195 V2.1.1 Radioapparatuur in het frequentiegebied van 9 kHz tot 315 kHz voor actieve medische implantaten met ultralaag vermogen (ULP-AMI) en toebehoren — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
11.11.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 208 V3.1.1 Radiofrequentie-identificatieapparatuur die in de 865 MHz- tot 868 MHz-band werkt, met vermogens tot 2 W en in de 915 MHz tot 921 MHz met vermogens tot 4 W — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 217-2 V3.1.1 Vaste radiosystemen — Eigenschappen en eisen voor één-op-éénapparatuur en -antennes — Deel 2: Digitale systemen opererend in frequentiebanden van 1,3 GHz tot 86 GHz — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
8.6.2017 |
EN 302 217-2-2 V2.2.1 Noot 2.1 |
31.12.2018 |
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 217-2-2 V2.2.1 Vaste radiosystemen — Eigenschappen en eisen voor één-op-éénapparatuur en -antennes — Deel 2-2: Digitale systemen opererend in frequentiebanden waar frequentiecoördinatie is toegepast — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
Opmerking: deze geharmoniseerde norm vestigt het vermoeden van conformiteit met de essentiële eisen van Richtlijn 2014/53/EU wanneer ook de ontvangstparameters in de punten 4.3.1, 4.3.2, 4.3.3 en 4.3.4 worden toegepast |
|||||
ETSI |
EN 302 245-2 V1.1.1 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumkwesties (ERM) — Radiozendapparatuur voor de digitale mondiale radio-omroep (DRM) — Deel 2: Geharmoniseerde EN krachtens artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 248 V2.1.1 Navigatieradar voor gebruik op „niet-SOLAS”-schepen — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
10.3.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 264-2 V1.1.1 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumaangelegenheden (ERM) — Kortbereikapparatuur — Telematica voor wegvervoer en -verkeer (RTTT) — Kortbereikradarinstallaties werkend in de 77 GHz- tot 81 GHz-band — Deel 2: Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
Deze geharmoniseerde norm heeft geen betrekking op eisen voor prestatieparameters van ontvangers en geeft geen aanleiding tot een vermoeden van conformiteit wat die parameters betreft. |
|||||
ETSI |
EN 302 288-2 V1.6.1 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumkwesties (ERM) — Kortbereikapparatuur — Telematica voor wegvervoer en -verkeer (RTTT) — Radarapparatuur met kort bereik, werkend in de 24 GHz-band — Deel 2: Geharmoniseerde EN die de essentiële eisen dekt van artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
Deze geharmoniseerde norm heeft geen betrekking op eisen voor prestatieparameters van ontvangers en geeft geen aanleiding tot een vermoeden van conformiteit wat die parameters betreft. |
|||||
ETSI |
EN 302 296-2 V1.2.1 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumaangelegenheden (ERM) — Zendapparatuur voor de aardse digitale televisieomroep (DVB-T) — Deel 2: Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 326-2 V1.2.2 Vaste radiosystemen — Uitrusting en antennes met meerdere poorten — Deel 2 Geharmoniseerde EN die de essentiële eisen dekt van artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn voor digitale radioapparatuur met meerdere poorten |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 340 V2.1.1 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Geharmoniseerde EN voor satellietgrondstations aan boord van schepen (ESVs) in de 11/12/14 GHz-frequentiebanden toegewezen aan de vaste satellietdienst (FSS), welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 372 V2.1.1 Kortbereikapparatuur (SRD) — Apparatuur voor detectie en beweging — Tankniveausonderingradar (TLPR) werkend in de frequentiebanden 4,5 GHz tot 7 GHz, 8,5 GHz tot 10,6 GHz, 24,05 GHz tot 27 GHz, 57 GHz tot 64 GHz, 75 GHz tot 85 GHz — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
10.3.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 448 V2.1.1 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Geharmoniseerde EN voor het volgen van grondstations op treinen (ESTs) werkend in de 14/12 GHz-frequentiebanden welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 454-2 V1.2.1 Meteorologische toestellen (Met Aids) — Radiosondes voor gebruik in de 1 668,4 MHz- tot 1 690 MHz-frequentiebanden — Deel 2: Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
13.1.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 480 V2.1.2 GSM-boordsysteem in de luchtvaart — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
10.3.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 502 V2.1.1 Wireless Access Systems (WAS) — 5,8 GHz vaste breedbandgegevenstransmissiesystemen — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.5.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 510-2 V1.1.1 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumkwesties (ERM) — Radioapparatuur in het frequentiegebied van 30 MHz tot 37,5 MHz, voor actieve medische membraanimplantaten en toebehoren met ultralaag vermogen — Deel 2: Geharmoniseerde EN die de essentiële eisen dekt van artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
Deze geharmoniseerde norm heeft geen betrekking op eisen voor prestatieparameters van ontvangers en geeft geen aanleiding tot een vermoeden van conformiteit wat die parameters betreft. |
|||||
ETSI |
EN 302 536-2 V1.1.1 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumkwesties (ERM) — Kortbereikapparatuur (SRD) — Radioapparatuur in het frequentiegebied van 315 kHz tot 600 kHz — Deel 2: Geharmoniseerde EN die de essentiële eisen dekt van artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
Deze geharmoniseerde norm heeft geen betrekking op eisen voor prestatieparameters van ontvangers en geeft geen aanleiding tot een vermoeden van conformiteit wat die parameters betreft. |
|||||
ETSI |
EN 302 537 V2.1.1 Medischedataservice met ultralaag vermogen in het frequentiegebied van 401 MHz tot 402 MHz en 405 MHz tot 406 MHz — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
13.1.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 561 V2.1.1 Landmobiele dienst — Radioapparatuur die gebruik maakt van constante of niet-constante enveloppemodulatie die werkt in een kanaal bandbreedte van 25 kHz, 50 kHz, 100 kHz of 150 kHz — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 567 V1.2.1 Breedbandradiotoegangsnetwerken (BRAN) — 60 GHz multiple-gigabit WAS/RLAN-systemen — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
Deze geharmoniseerde norm heeft geen betrekking op eisen voor prestatieparameters van ontvangers en geeft geen aanleiding tot een vermoeden van conformiteit wat die parameters betreft. |
|||||
ETSI |
EN 302 571 V2.1.1 Intelligente transportsystemen (ITS) — Radiocommunicatieapparatuur werkend in de 5 855 MHz- tot 5 925 MHz-frequentieband — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 574-1 V2.1.2 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Geharmoniseerde norm voor satellietgrondstations voor MSS werkend in de 2 GHz frequentieband — Deel 1: complementaire aardecomponent (CGC) voor Wideband systemen — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3.2 van de 2014/53/EU richtlijn |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 574-2 V2.1.2 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Geharmoniseerde norm voor satellietgrondstations voor MSS werkend 2 GHz-frequentieband — Deel 2: Gebruikersapparatuur (UE) voor Wideband-systemen — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 574-3 V2.1.1 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Geharmoniseerde norm voor satellietgrondstations voor MSS werkend in de 1 980 MHz- tot 2 010 MHz (grond naar ruimte) en 2 170 MHz- tot 2 200 MHz- (ruimte naar grond) frequentiebanden — Deel 3: Gebruikersapparatuur (UE) voor smalbandsystemen — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 608 V1.1.1 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumkwesties (ERM) — Kortbereikapparatuur (SRD) — Radioapparatuur voor Eurobaken-spoorwegsystemen — Geharmoniseerde EN die de essentiële eisen dekt van artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
Deze geharmoniseerde norm heeft geen betrekking op eisen voor prestatieparameters van ontvangers en geeft geen aanleiding tot een vermoeden van conformiteit wat die parameters betreft. |
|||||
ETSI |
EN 302 609 V2.1.1 Kort bereik apparatuur (SRD) — Radioapparatuur voor Euroloop-spoorwegsystemen — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 617-2 V2.1.1 UHF-radiozenders, -ontvangers en -zend-ontvangers voor gebruik op land, voor de UHF-luchtmobiele dienst die gebruikmaakt van amplitudemodulatie — Deel 2: Geharmoniseerde norm welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
13.1.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 686 V1.1.1 Intelligente transportsystemen (ITS) — Radiocommunicatieapparatuur werkend in de 63 GHz- tot 64 GHz-frequentieband — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
Deze geharmoniseerde norm heeft geen betrekking op eisen voor prestatieparameters van ontvangers en geeft geen aanleiding tot een vermoeden van conformiteit wat die parameters betreft. |
|||||
ETSI |
EN 302 729 V2.1.1 Kortbereikapparatuur (SRD) — Niveausonderingradarapparatuur (LPR) werkend in het frequentiegebied van 6 GHz tot 8,5 GHz, 24,05 GHz tot 26,5 GHz, 57 GHz tot 64 GHz, 75 GHz tot 85 GHz — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.5.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 752 V1.1.1 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumaangelegenheden (ERM) — Actieve radardoelvergroters — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
Deze geharmoniseerde norm heeft geen betrekking op eisen voor prestatieparameters van ontvangers en geeft geen aanleiding tot een vermoeden van conformiteit wat die parameters betreft. |
|||||
ETSI |
EN 302 858-2 V1.3.1 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumaangelegenheden (ERM) — Telematica voor wegvervoer en -verkeer (RTTT) — Radarapparatuur voor motorvoertuigen werkend in de frequentieband 24,05 GHz tot 24,25 GHz of 24,50 GHz — Deel 2: Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
Deze geharmoniseerde norm heeft geen betrekking op eisen voor prestatieparameters van ontvangers en geeft geen aanleiding tot een vermoeden van conformiteit wat die parameters betreft. |
|||||
ETSI |
EN 302 885 V2.1.1 Draagbare VHF-radiotelefonieapparatuur voor de maritieme mobiele dienst werkend in de VHF-banden met geïntegreerde handset klasse D DSC — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2 en lid 3, onder g, van Richtlijn 2014/53/EU |
13.1.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2; artikel 3, lid 3, onder g |
ETSI |
EN 302 885 V2.2.2 Draagbare VHF-radiotelefonieapparatuur voor de maritieme mobiele dienst werkend in de VHF-banden met geïntegreerde handset klasse H DSC — Geharmoniseerde norm welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2 en lid 3, onder g, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
EN 302 885 V2.1.1 Noot 2.1 |
31.12.2018 |
Artikel 3, lid 2; artikel 3, lid 3, onder g |
ETSI |
EN 302 885 V2.2.3 Draagbare VHF-radiotelefonieapparatuur voor de maritieme mobiele dienst werkend in de VHF-banden met geïntegreerde handset klasse H DSC — Geharmoniseerde norm welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2 en lid 3, onder g, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.5.2017 |
EN 302 885 V2.2.2 Noot 2.1 |
31.1.2019 |
Artikel 3, lid 2; artikel 3, lid 3, onder g |
ETSI |
EN 302 961 V2.1.2 Maritiem persoonlijk noodbaken bedoeld voor gebruik op 121,5 MHz voor zoek- en reddingsdoeleinden — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3.2 van de 2014/53/EU richtlijn |
11.11.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 302 977 V2.1.1 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Geharmoniseerde EN voor voertuiggemonteerde vaste grondstations werkend in de 11/12/14 GHz-frequentieband welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 303 039 V2.1.2 Landmobiele dienst — Meerkanaalszenderspecificatie voor de PMR-service — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
11.11.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 303 084 V2.1.1 Grondgebonden augmentatiesysteem (GBAS) VHF-grond-luchtdataomroep (VDB) — Technische eigenschappen en meetmethoden voor grondgebonden apparatuur — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van de R&TTE-richtlijn |
11.11.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 303 098 V2.1.1 Maritieme inrichtingen met laag vermogen voor persoonlijke lokalisering met gebruik van AIS — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
13.1.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 303 132 V1.1.1 Maritieme laagvermogen VHF persoonlijke lokalisatiebakens met gebruik van Digital Selective Calling (DSC) — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.5.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 303 135 V2.1.1 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumaangelegenheden (ERM) — Kustbewaking, verkeersgeleidingsdienst en havenradar (CS/VTS/HR) — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
13.1.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 303 203 V2.1.1 Kortbereikapparatuur (SRD) — MBANSs in het frequentiegebied van 2 483,5 MHz tot 2 500 MHz — Geharmoniseerde norm welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.8.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 303 204 V2.1.2 Netwerkgebaseerd kortbereikapparatuur — Radioapparatuur te gebruiken in het 870 MHz- tot 876 MHz-frequentiegebied met vermogen tot 500 mW — Geharmoniseerde Europese norm welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
11.11.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 303 213-6-1 V2.1.1 Geavanceerd begeleiding- en controlesysteem voor verplaatsing over land (A-SMGCS) — Deel 6: Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU voor opgestelde radarsensoren voor verplaatsing over land — Subdeel 1: X-bandsensoren die gebruikmaken van pulssignalen en een zendvermogen tot 100 kW |
13.1.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 303 339 V1.1.1 Breedband direct lucht-tot-grondcommunicatie — Apparatuur werkzaam in 1 900 MHz- tot 1 920 MHz- en 5 855 MHz- tot 5 875 MHz-frequentiebanden — Vastpatroonantenne — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
11.11.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 303 340 V1.1.2 Digitale aarde („terrestrial”) tv-uitzendingontvangers — Geharmoniseerde Europese norm welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
11.11.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 303 354 V1.1.1 Versterkers en actieve antennes voor tv-uitzendingontvangst in woonruimten — Geharmoniseerde norm welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.5.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 303 372-1 V1.1.1 Geharmoniseerde Europese norm welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU — Deel 1: Buiteneenheid voor ontvangst in de 10,7 GHz- tot 12,75 GHz-frequentieband |
13.1.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 303 372-2 V1.1.1 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Ontvangstapparatuur voor satellietuitzendingen — Geharmoniseerde Europese norm welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU Richtlijn — Deel 2: Binneneenheid |
9.9.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 303 406 V1.1.1 Kortbereikapparatuur (SRD) — Sociale alarmsystemen te gebruiken in het 25 MHz- tot 1 000 MHz-frequentiebereik — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
12.4.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 303 609 V12.5.1 Global System voor mobiele communicatie (GSM) — GSM-repeaters — Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
13.1.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 303 978 V2.1.2 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Geharmoniseerde EN voor grondstations op mobiele platforms (ESOMP) voor het zenden naar satellieten in een geostationaire baan werkend in de 27,5 - tot 30,0 GHz-frequentiebanden, welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
11.11.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 303 979 V2.1.2 Satellietgrondstations en -systemen (SES) — Geharmoniseerde EN voor grondstations op mobiele platforms (ESOMP) zendend naar statistieken in niet-geostationaire baan in de frequentieband 27,5 GHz tot 29,1 GHz en 29,5 GHz tot 30,0 GHz, welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
11.11.2016 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
ETSI |
EN 305 550-2 V1.2.1 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumaangelegenheden (ERM) — Kortbereikapparatuur (SRD) — Radioapparatuur te gebruiken in het 40 GHz- tot 246 GHz-frequentiegebied — Deel 2: Geharmoniseerde EN welke invulling geeft aan de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU |
8.6.2017 |
|
|
Artikel 3, lid 2 |
Deze geharmoniseerde norm heeft geen betrekking op eisen voor prestatieparameters van ontvangers en geeft geen aanleiding tot een vermoeden van conformiteit wat die parameters betreft. |
Noot 1: |
In het algemeen is de datum waarop het vermoeden van overeenstemming ten aanzien van de vervangen norm vervalt, de door de Europese normalisatieorganisaties vastgestelde datum van intrekking, maar gebruikers van de norm worden erop gewezen dat dit in bepaalde uitzonderlijke gevallen anders kan zijn. |
Noot 2.1: |
De nieuwe (of gewijzigde) norm heeft dezelfde werkingssfeer als de vervangen norm. Op de aangegeven datum vervalt het ten aanzien van de vervangen norm bestaande vermoeden van overeenstemming met de essentiële of andere eisen van de desbetreffende EU-wetgeving. |
Noot 2.2: |
De nieuwe norm heeft een ruimere werkingssfeer dan de vervangen norm. Op de aangegeven datum vervalt het ten aanzien van de vervangen norm bestaande vermoeden van overeenstemming met de essentiële of andere eisen van de desbetreffende EU-wetgeving. |
Noot 2.3: |
De nieuwe norm heeft een beperktere werkingssfeer dan de vervangen norm. Op de aangegeven datum vervalt het ten aanzien van de (gedeeltelijk) vervangen norm bestaande vermoeden van overeenstemming met de essentiële of andere eisen van de desbetreffende EU-wetgeving voor de producten of diensten die binnen de werkingssfeer van de nieuwe norm vallen. Het vermoeden van overeenstemming met de essentiële of andere eisen van de desbetreffende EU-wetgeving voor producten en diensten die binnen de werkingssfeer van de (gedeeltelijk) vervangen norm vallen maar niet binnen de werkingssfeer van de nieuwe norm vallen, blijft bestaan. |
Noot 3: |
In het geval van wijzigingsbladen is de norm waarnaar verwezen wordt EN CCCCC:YYYY, de voorafgaande wijzigingsbladen, indien die er zijn, en het nieuw genoemde wijzigingsblad. De vervangen norm bestaat daarom uit EN CCCCC:YYYY en de voorafgaande wijzigingsbladen, indien die er zijn, maar zonder het nieuw genoemde wijzigingsblad. Op de aangegeven datum vervalt het vermoeden van overeenstemming met de essentiële of andere eisen van de desbetreffende EU-wetgeving. |
WAARSCHUWING:
— |
Iedere informatie betreffende de beschikbaarheid van de normen kan verkregen worden ofwel bij de Europese normalisatieorganisaties ofwel bij de nationale normalisatie-instellingen, waarvan overeenkomstig artikel 27 van Verordening (EU) nr. 1025/2012 (4) een lijst in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt. |
— |
Normen worden door de Europese normalisatieorganisaties vastgesteld in het Engels (CEN en Cenelec publiceren ook in het Frans en Duits). Vervolgens vertalen de nationale normalisatie-instellingen de titels van de normen in alle andere officiële talen van de Europese Unie. De Europese Commissie is niet verantwoordelijk voor de juistheid van de titels die ter publicatie in het Publicatieblad worden aangeboden. |
— |
Verwijzingen naar corrigenda „…/AC:YYYY” worden alleen ter informatie bekendgemaakt. Een corrigendum verwijdert druk-, taal- en vergelijkbare fouten uit de tekst van een norm en kan een of meerdere taalversies (Engels, Frans en/of Duits) van een norm betreffen, zoals aangenomen door een Europese normalistieorganisatie. |
— |
De publicatie van de verwijzingen in het Publicatieblad van de Europese Unie houdt niet in dat de normen beschikbaar zijn in alle officiële talen van de Europese Unie. |
— |
Deze lijst vervangt alle eerdere lijsten die in het kader van Richtlijn 1999/5/EG en Richtlijn 2014/53/EU in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt. De Commissie zal er zorg voor dragen dat de huidige lijst regelmatig wordt bijgewerkt. |
— |
Meer informatie over geharmoniseerde en andere Europese normen kunt u vinden op Europa: http://ec.europa.eu/growth/single-market/european-standards/harmonised-standards/index_en.htm |
(1) PB L 153 van 22.5.2014, blz. 62.
(2) PB L 91 van 7.4.1999, blz. 10.
(3) ENO: Europese normalisatieorganisatie:
— |
CEN: Marnixlaan 17, 1000, Brussel, België, tel. +32 25500811; fax + 32 25500819 (http://www.cen.eu) |
— |
CENELEC: Marnixlaan 17, 1000, Brussel, België, tel. +32 25196871; fax + 32 25196919 (http://www.cenelec.eu) |
— |
ETSI: 650, route des Lucioles, 06921 Sophia Antipolis, Frankrijk, tel. +33 492944200; fax + 33 493654716 (http://www.etsi.eu) |
(4) PB C 338 van 27.9.2014, blz. 31.