ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 192

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

60e jaargang
16 juni 2017


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Hof van Justitie

2017/C 192/01

Verslag over het begrotings- en financieel beheer van het begrotingsjaar 2016

1


NL

 


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Hof van Justitie

16.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 192/1


VERSLAG OVER HET BEGROTINGS- EN FINANCIEEL BEHEER VAN HET BEGROTINGSJAAR 2016

(2017/C 192/01)

INHOUDSOPGAVE

Verslag over het begrotings- en financieel beheer van het begrotingsjaar 2016

1.

Inleiding 2

2.

Algemeen overzicht van de begrotingsuitvoering 2016 3

3.

Begrotingsuitvoering 2016 per hoofdstuk 7

Bijlagen

Bijlage I:

Vergelijking per hoofdstuk van de uitvoering van de ontvangsten 2016 in verhouding tot die van 2015 15

Bijlage II:

Situatie van de ontvangsten 2016 — Vastgestelde rechten en overgedragen rechten 17

Bijlage III:

Vergelijking per hoofdstuk van de uitvoering van de kredieten 2016 in verhouding tot die van 2015 20

Bijlage IVa:

Detail van de uitvoering van de kredieten 2016 (kredieten van het begrotingsjaar en van rechtswege overgedragen kredieten van het vorige begrotingsjaar) 21

Bijlage IVb:

Uitvoering van de vastleggingskredieten per dienst 30

Bijlage V:

Gebruik van de bestemmingsontvangsten in 2016 32

Verslag over het begrotings- en financieel beheer van het begrotingsjaar 2016

Hof van Justitie van de Europese Unie

1.   INLEIDING

Dit verslag bevat overeenkomstig artikel 142 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (1) (het „Financieel Reglement”) en artikel 227 van de uitvoeringsvoorschriften van dit Financieel Reglement „zowel in absolute cijfers als in percentages minstens informatie over het kredietbestedingspercentage en beknopte informatie over kredietoverschrijvingen tussen begrotingsonderdelen”. Het geeft ook een overzicht van „de verwezenlijking van de doelstellingen van het begrotingsjaar overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer” en voorts van „de financiële situatie en de gebeurtenissen die een belangrijke invloed hebben gehad op de activiteiten van het begrotingsjaar”.

In dit kader geeft hoofdstuk 2 van het onderhavige verslag een algemeen overzicht van de begrotingsuitvoering in 2016, en gaat hoofdstuk 3 nader in op de ontwikkeling van de begrotingsonderdelen per hoofdstuk van de begroting van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna het „Hof” of de „instelling” genoemd). Ten slotte zijn in de bijlagen tabellen met cijfergegevens opgenomen die gedetailleerde informatie bevatten (zowel totaalbedragen als bedragen per dienst) over diezelfde begrotingsuitvoering 2016.

Wat de eigenlijke rechtsprekende activiteit betreft, wordt de lezer verwezen naar het jaarverslag 2016 van het Hof, dat te raadplegen is op de internetsite Curia (http://curia.europa.eu/jcms/AnnualReport) en dat niet alleen een volledige analyse bevat van de activiteiten van het Hof van Justitie, het Gerecht en het Gerecht voor ambtenarenzaken, maar ook gedetailleerde statistieken met betrekking tot elk van die drie rechterlijke instanties.

Zoals uit deze statistieken blijkt, is de activiteitsgraad in 2016 erg hoog gebleven. Bij de drie rechterlijke instanties van het Hof van Justitie zijn in het voorbije jaar in totaal 1 604 zaken ingediend, wat iets minder is dan in 2015 (toen 1 711 zaken werden ingediend, het hoogste aantal ooit in de geschiedenis van de instelling). Het aantal afgedane zaken lag in 2016 weliswaar ook lager dan in 2015, maar blijft wel hoog (1 628 zaken). Tot slot zijn de statistieken betreffende de duur van de procedures erg gunstig.

In 2016 zijn de eerste twee fasen van de hervorming van het gerechtelijk bestel van de Unie, die voortvloeit uit Verordening (EU, Euratom) 2015/2422 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2015 tot wijziging van Protocol nr. 3 betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie (2), bijna volledig ten uitvoer gebracht. Zo zijn bij het Gerecht in 2016 elf nieuwe rechters in functie getreden in het kader van de eerste fase van de hervorming, die voorzag in een verhoging van het aantal rechters bij die rechterlijke instantie met twaalf. Wat de tweede fase betreft — in het kader waarvan het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie werd ontbonden en de bevoegdheden van die rechterlijke instantie met ingang van 1 september 2016 werden overgedragen aan het Gerecht — zijn vijf extra rechters benoemd bij het Gerecht (de procedures voor de benoeming van de laatste twee rechters in het kader van deze tweede fase waren eind 2016 nog aan de gang). Deze hervorming zal de instelling in staat stellen om, dankzij een verdubbeling van het aantal rechters in het Gerecht (een proces dat in drie fasen verloopt en in 2019 zal zijn voltooid), haar opdracht ten opzichte van de justitiabelen te blijven vervullen, met inachtneming van de doelstelling alle zaken op een kwaliteitsvolle en doeltreffende wijze te behandelen.

Het Hof is alle mogelijke wegen blijven bewandelen die het in staat stellen zo goed mogelijk zijn hoofddoelstelling te verwezenlijken, te weten de zaken snel en kwaliteitsvol behandelen. De speerpunten van de in dat kader doorgevoerde hervormingen betreffen alle activiteitendomeinen: verbetering van de werkmethoden van de rechterlijke instanties, strikte afbakening van de vereisten van de volledige meertaligheid (die noodzakelijk is om met de partijen te kunnen communiceren in de procestaal en ervoor te zorgen dat de rechtspraak in elke lidstaat wordt verspreid) en vermindering van het relatieve gewicht van de horizontale diensten teneinde de werkcapaciteit van de kabinetten en — in de mate van het mogelijke — van de diensten waarvan de taken het nauwst verbonden zijn met de rechtsprekende taak, op peil te kunnen houden.

Het is van belang om te beklemtonen dat het Hof reeds grote efficiëntiewinst heeft gerealiseerd dankzij de gecoördineerde inspanningen van de rechterlijke instanties en alle ondersteunende diensten. Daardoor is het aantal afgedane zaken met 46 % gestegen in de periode 2007-2016, terwijl de stijging van het aantal personeelsleden bij de ondersteunende diensten uiterst beperkt is gebleven in diezelfde periode (+3,5 % indien rekening wordt gehouden met de toetreding van Kroatië, en +0,1 % indien geen rekening wordt gehouden met die toetreding).

Bepaalde ondersteunende diensten, en met name de talendiensten, staan evenwel onder zware druk doordat de gerechtelijke activiteit blijft toenemen en doordat het Hof het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer uitvoert, op grond waarvan het personeelsbestand met 5 % moet worden verminderd in de periode 2013-2017.

Bijgevolg waren in de loop van het jaar bepaalde specifieke kredietverhogingen nodig (in het onderhavige verslag worden deze in detail toegelicht) om te vermijden dat zich met name op het domein van de vertaling bottlenecks zouden vormen die de behandeling van de zaken zouden kunnen vertragen. Zo moest allereerst worden tegemoetgekomen aan de extra behoeften op het gebied van freelancevertalingen en moest de capaciteit voor digitale gegevensopslag worden verhoogd en het vermogen van de werkstations worden opgetrokken. Tevens moesten de IT-beveiliging en de stabiliteit van bepaalde beheerstoepassingen worden verbeterd. Bovendien is — teneinde de financiële lasten te verminderen van de toekomstige vergoedingen voor het project inzake de vijfde uitbreiding van de gebouwen van het Hof (derde toren) — een overschrijving verricht die ertoe strekte in het kader van een huurkoopovereenkomst op het gebied van vastgoed een vooruitbetaling te financieren. Voorts heeft de Commissie op het gebied van veiligheid op interinstitutioneel niveau een gewijzigde begroting voorgesteld die eind oktober 2016 is goedgekeurd door de begrotingsautoriteit. Het gedeelte met betrekking tot het Hof vertegenwoordigde een bedrag van 1,8 miljoen EUR, dat over vier begrotingsonderdelen moest worden verdeeld.

Wat ten slotte het vastgoed betreft, zal het project inzake de vijfde uitbreiding van de gebouwen van het Hof de instelling de mogelijkheid bieden om tegen 2019 al haar personeelsleden op dezelfde site samen te brengen (en het laatste nog gehuurde gebouw te verlaten), waardoor de efficiëntie van de diensten verder kan worden verhoogd.

2.   ALGEMEEN OVERZICHT VAN DE BEGROTINGSUITVOERING 2016

2.1.   Ontvangsten

De ontvangsten van het Hof voor het begrotingsjaar 2016 werden geraamd op 51 505 000 EUR.

Zoals uit tabel 1 hieronder blijkt, bedragen de vastgestelde rechten voor het begrotingsjaar 2016 49 886 228 EUR en liggen zij 3,1 % lager dan de ramingen.

Tabel 1

Ramingen van ontvangsten en vastgestelde rechten

(in EUR)

Titel

Raming van de ontvangsten 2016

Vastgestelde rechten 2016

% van het totaal

4 —

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere communautaire organen

51 505 000,00

49 052 176,16

98,33

5 —

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

0,00

834 052,18

1,67

9 —

Diverse ontvangsten

0,00

0,00

0,00

Totaal

51 505 000,00

49 886 228,34

100,00

%

100,00

96,86

 

Deze tabel laat zien dat de ontvangsten uit vastgestelde rechten van titel 4 (voornamelijk inhouding van belastingen en sociale bijdragen op de bezoldigingen van de leden en het personeel) meer dan 98 % van de totale ontvangsten uitmaken, terwijl de ontvangsten van de andere titels minder dan 2 % van dat totaal vormen.

De bijlagen I en II leveren aanvullende cijfergegevens over het geheel van de inkomstenstromen (ontvangsten-overgedragen rechten, ontvangsten-vastgestelde rechten en ontvangsten-verzamelde rechten).

Wat de ontvangsten uit overgedragen rechten van het vorige begrotingsjaar betreft, blijkt uit tabel 2 hieronder dat de ontvangsten van titel 5 het grootste deel van de in 2016 geïnde ontvangsten uit overgedragen rechten uitmaken (99 %).

Tabel 2

Ontvangsten uit overgedragen rechten

(in EUR)

Titel

Overdrachten van 2015 naar 2016

Ontvangsten uit overgedragen rechten

% van het totaal

4 —

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere communautaire organen

556,55

556,55

0,98

5 —

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

71 619,06

56 343,46

99,02

9 —

Diverse ontvangsten

0,00

0,00

0,00

Totaal

72 175,61

56 900,01

100,00

%

100,00

78,84

 

2.2.   Uitgaven

2.2.1.   Kredieten van het begrotingsjaar

De aanvankelijk op de begroting van het Hof voor het begrotingsjaar 2016 opgevoerde kredieten voor uitgaven bedroegen 378 187 000 EUR. De uiteindelijke kredieten — dus inclusief de kredieten van de gewijzigde begroting 3/2016 betreffende veiligheid, ten bedrage van in totaal 1,8 miljoen EUR — bedroegen evenwel 380 002 000 EUR.

Zoals uit de onderstaande tabel 3 blijkt, bedraagt de begrotingsuitvoering 373 271 167 EUR voor het begrotingsjaar 2016, wat overeenkomt met een zeer hoge bestedingsgraad van de definitieve kredieten van 98,23 %, hetgeen iets lager is dan in 2015, toen de bestedingsgraad 99 % bedroeg. Dit komt hoofdzakelijk doordat de aankomst van de twaalf nieuwe rechters bij het Gerecht — in het kader van de eerste fase van de versterking van die rechterlijke instantie — in 2016 gespreid is verlopen (één van deze rechters was eind 2016 overigens nog niet benoemd).

Ter herinnering zij opgemerkt dat er begin 2015, toen de ontwerpbegroting 2016 werd voorbereid, van werd uitgegaan dat deze twaalf rechters begin 2016 reeds allen in functie zouden zijn.

Bovendien zijn, toen in september 2016 het Gerecht voor ambtenarenzaken werd ontbonden en zijn bevoegdheid om uitspraak te doen in zaken betreffende ambtenaren van de Europese Unie werd overgedragen aan het Gerecht, vijf nieuwe rechters benoemd bij het Gerecht (de twee overige rechters waren eind 2016 nog niet benoemd) in het kader van de tweede fase ter versterking van deze rechterlijke instantie.

Zoals in hoofdstuk 3 nader wordt uiteengezet, was in het begrotingsjaar 2016 zowel de bestedingsgraad van de kredieten van titel 1 als die van de kredieten van titel 2 zeer hoog (respectievelijk 98,1 % en 98,6 %, tegenover 99 % en 99,4 % in 2015).

In het algemeen moet worden vastgesteld dat het Hof in 2016 — net als in de jaren daarvoor — ongeveer 75 % van de kredieten die het heeft gebruikt, heeft besteed aan uitgaven inzake de leden en het personeel (uitgaven van titel 1) en de overige kredieten nagenoeg volledig heeft besteed aan infrastructuuruitgaven (titel 2), met name op het gebied van vastgoed en informatica.

Tabel 3

Betalingsverplichtingen ten aanzien van de kredieten van het begrotingsjaar

(in EUR)

Titel

Kredieten van begrotingsjaar 2016

Betalingsverplichtingen van het begrotingsjaar 2016

% van het totaal

1 —

Aan de instelling verbonden personen

288 283 500,00

282 869 178,71

75,78

2 —

Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

91 659 500,00

90 394 988,70

24,22

3 —

Uitgaven voortvloeiend uit specifieke taken van de instelling

59 000,00

7 000,00

0,00

1 0 —

Overige uitgaven

0,00

0,00

0,00

Totaal

380 002 000,00

373 271 167,41

100,00

%

100,00

98,23

 

De bijlagen III, IVa en IVb leveren aanvullende gedetailleerde cijfergegevens over het gebruik van de kredieten van het begrotingsjaar 2016 (vergelijking met 2015 en specificatie van de uitvoering per begrotingsonderdeel en per dienst).

2.2.2.   Overgedragen kredieten

Onderstaande tabel 4 toont aan dat de van het begrotingsjaar 2015 naar het begrotingsjaar 2016 overgedragen kredieten, die in totaal 19 810 458 EUR bedroegen, voor een zeer groot deel zijn gebruikt, zoals ook het geval was in 2015 (90 % in 2016, tegenover 88,4 % in 2015).

Tabel 4

Gebruik van de overgedragen kredieten

(in EUR)

Titel

Overdrachten van kredieten van 2015 naar 2016

Betalingen uit overgedragen kredieten

Annuleringen

1 —

Aan de instelling verbonden personen

4 595 728,77

3 483 433,08

1 112 295,69

2 —

Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

15 194 201,60

14 339 375,17

854 826,43

3 —

Uitgaven voortvloeiend uit specifieke taken van de instelling

20 527,28

12 060,80

8 466,48

1 0 —

Overige uitgaven

0,00

0,00

0,00

Totaal

19 810 457,65

17 834 869,05

1 975 588,60

%

100,00

90,03

9,97

Bijlage IVa levert aanvullende gedetailleerde cijfergegevens over het gebruik van de kredieten die van het begrotingsjaar 2015 naar 2016 zijn overgedragen.

2.2.3.   Met bestemmingsontvangsten overeenkomende kredieten

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen bepaalde ontvangsten worden bestemd voor de financiering van specifieke uitgaven. Deze bestemmingsontvangsten vertegenwoordigen dus aanvullende kredieten die door de instelling kunnen worden gebruikt.

Onderstaande tabel 5 detailleert per titel de bedragen van de bestemmingsontvangsten die van het ene naar het andere begrotingsjaar zijn overgedragen, en de bestemmingsontvangsten die tijdens het begrotingsjaar zijn vastgesteld en geïnd. Uit deze tabel blijkt ook dat de bestemmingsontvangsten die zijn overgedragen van 2015 naar 2016, in zeer grote mate zijn gebruikt (93,1 %).

Tabel 5

Gebruik van de bestemmingsontvangsten

(in EUR)

Titel

Overdracht van de bestemmingsontvangsten van 2015 naar 2016

Bestemmingsontvangsten 2016

Betalingen 2016

Annulering van de niet-overdraagbare bestemmingsontvangsten 2015

Overdracht van de bestemmingsontvangsten van 2016 naar 2017

1 —

Aan de instelling verbonden personen

294 225,17

368 913,46

278 856,58

15 487,70

368 794,35

2 —

Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

489 404,35

510 286,65

547 253,95

24 351,93

428 085,12

3 —

Uitgaven voortvloeiend uit specifieke taken van de instelling

20 553,50

2 391,00

5 000,00

15 553,50

2 391,00

10 —

Overige uitgaven

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

Totaal

804 183,02

881 591,11

831 110,53

55 393,13

799 270,47

De kredieten van tijdens het begrotingsjaar 2016 vastgestelde bestemmingsontvangsten bedroegen 881 591 EUR, waarvan bijna 80 % uit de volgende inkomstenbronnen:

ontvangsten uit de tenuitvoerlegging van een dienstenovereenkomst met het Publicatiebureau (250 507 EUR);

terugbetaling van kosten in verband met de huur van gebouwen en terugbetaling van kosten door het personeel, zoals telefoonkosten of kosten inzake het openbaar vervoer (249 939 EUR);

opbrengst van de verkoop van de elektrische energie die met behulp van de zonnepanelen is opgewekt (125 406 EUR);

uitkeringen van verzekeringsmaatschappijen (71 370 EUR).

Bijlage V levert aanvullende gedetailleerde cijfergegevens over het gebruik van de bestemmingsontvangsten.

2.2.4.   Kredietoverschrijvingen

Zoals uit tabel 6 blijkt, heeft het Hof in de loop van het begrotingsjaar 2016 op grond van de artikelen 25 en 27 van het Financieel Reglement 19 kredietoverschrijvingen verricht, voor in totaal 13,1 miljoen EUR, te weten 3,5 % van de definitieve kredieten. Uit bijlage IVa blijkt welke gevolgen deze overschrijvingen hadden voor elk van de begrotingsonderdelen.

Een gedeelte van deze kredietoverschrijvingen (6 miljoen EUR, zijnde 45 % van het totaalbedrag van alle in 2016 verrichte overschrijvingen) is aan de begrotingsautoriteit ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 25, leden 1, 2 en 3, en artikel 27, leden 3 en 4, van het Financieel Reglement.

De belangrijkste kredietverhoging was een overschrijving van 2,5 miljoen EUR naar post 2 0 0 1, „Huurkoop”, die ertoe strekte om in het kader van een huurkoopovereenkomst op vastgoedgebied een vooruitbetaling te financieren, waardoor de financiële lasten van de toekomstige vergoedingen inzake het project van de vijfde uitbreiding van de gebouwen van het Hof (derde toren) konden worden verminderd.

Wat de overige 3,5 miljoen EUR betreft, hebben de bij de begrotingsautoriteit ingediende overschrijvingen de instelling in staat gesteld om te voorzien in onverwachte kredietbehoeften binnen titel 1, „Aan de instelling verbonden personen” (1,8 miljoen EUR ter verhoging van de kredieten voor freelancevertaling en 0,2 miljoen EUR voor post 1 6 5 4, „Kinderdagverblijf”), en binnen titel 2, „Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven”. Binnen die laatste titel was namelijk 1,3 miljoen EUR nodig om de opslagcapaciteit en het vermogen van de werkstations van de juristen-vertalers te verhogen en om een reeks dringende maatregelen te financieren ter verbetering van de IT-beveiliging en de stabiliteit van het voornaamste beheersprogramma van het directoraat-generaal Vertaling, en was voorts 0,2 miljoen EUR nodig voor de vervanging van machines van de reproductiedienst en voor de financiering van het aandeel van het Hof in de logistieke en bewaringskosten die het Europees Universitair Instituut te Florence in 2016 moest dragen in verband met de historische archieven van het Hof.

Tabel 6

Kredietoverschrijvingen

(in EUR)

Type overschrijving

Aantal overschrijvingen in 2016

Totaalbedrag van de overschrijvingen

Van titel naar titel

3

3 803 000,00

Van hoofdstuk naar hoofdstuk

4

2 125 000,00

Van artikel naar artikel

1

120 000,00

Van post naar post

11

7 093 565,34

Totaal

19

13 141 565,34

3.   BEGROTINGSUITVOERING 2016 PER HOOFDSTUK

3.1.   Titel 1 — Aan de instelling verbonden personen

Zoals uit tabel 7 hieronder blijkt, bedroeg de definitieve begrotingstoewijzing van titel 1 voor het begrotingsjaar 2016 288 283 500 EUR. Deze toewijzing vertegenwoordigt bijna 76 % van de totale begroting van het Hof. Ten aanzien van deze kredieten zijn betalingsverplichtingen aangegaan ten belope van 282 869 179 EUR, wat neerkomt op een vrij hoge uitvoeringsgraad van 98,12 % (99 % in 2015).

Tabel 7

Gebruik van de kredieten van het begrotingsjaar

(in EUR)

Titel 1

Kredieten van het begrotingsjaar 2016

Betalingsverplichtingen van het begrotingsjaar 2016

Uitvoeringsgraad (in %)

1 0 —

Leden van de instelling

32 899 500,00

30 329 098,12

92,19

1 2 —

Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

227 857 500,00

225 901 709,22

99,14

1 4 —

Ander personeel en prestaties van derden

21 190 000,00

20 649 295,78

97,45

1 6 —

Overige uitgaven in verband met de aan de instelling verbonden personen

6 336 500,00

5 989 075,59

94,52

Totaal

288 283 500,00

282 869 178,71

98,12

3.1.1.   Hoofdstuk 1 0 — Leden van de instelling

Ten aanzien van de definitieve kredieten van dit hoofdstuk, ten bedrage van 32 899 500 EUR, zijn betalingsverplichtingen aangegaan voor 30 329 098 EUR, wat neerkomt op een uitvoeringsgraad van 92,2 % in 2016 (tegenover 98,7 % in 2015).

Het feit dat dit hoofdstuk een belangrijk overschot vertoont, is met name te verklaren door de volgende factoren:

het aantal leden van wie het mandaat niet is verlengd, bleek lager te liggen dan bij de voorbereiding van de begroting 2016 was verwacht (bij het Gerecht zijn zes leden vertrokken, terwijl geraamd was dat er negen zouden vertrekken, en bij het Hof van Justitie is geen enkel lid vertrokken, terwijl geraamd was dat er twee leden zouden vertrekken);

het feit dat bij het Hof van Justitie in oktober 2015 slechts vier leden zijn vertrokken (terwijl oorspronkelijk gerekend werd op zes gevallen van vertrek), waardoor de impact op artikel 1 0 2, „Overbruggingstoelagen”, gedurende twaalf maanden in 2016 lager was;

de benoeming van de extra rechters bij het Gerecht die in het kader van de eerste en de tweede fase van de hervorming van die rechterlijke instantie in functie moeten treden, is in 2016 zeer gespreid verlopen, en op 31 december 2016 waren nog niet alle rechters benoemd, zoals in punt 2.2.1 hierboven is uiteengezet.

Een gedeelte van dit overschot (ongeveer 0,64 miljoen EUR) is aangewend om de kredieten van artikel 2 1 0, „Materieel, exploitatiekosten en diensten in verband met informatica en telecommunicatie”, te verhogen en er aldus voor te zorgen dat de opslagcapaciteit en het vermogen van de werkstations van de juristen-vertalers konden worden verhoogd en dat een reeks dringende maatregelen kon worden gefinancierd ter verbetering van de IT-beveiliging en de stabiliteit van het voornaamste beheersprogramma van het directoraat-generaal Vertaling. Een ander gedeelte van dit overschot is gebruikt om binnen hoofdstuk 1 6 de kredieten van post 1 6 5 4, „Kinderdagverblijf”, te verhogen — wat nodig was omdat het aandeel van het Hof in de uitgaven van de particuliere crèches hoger uitviel dan oorspronkelijk door de beherende instelling was begroot — alsook voor de uitvoering van het akkoord dat de instelling met het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO) heeft afgesloten voor het beheer van bepaalde dossiers inzake het personeel van het Hof.

Tot slot is een gedeelte van dit overschot (0,45 miljoen EUR) gebruikt om twee nabetalingen van de bezoldigingen van de leden van de instelling te financieren: een eerste nabetaling moest worden verricht omdat de bezoldigingen met ingang van 1 juli 2015 waren verhoogd met 2,4 % (terwijl bij de opstelling van de begroting 2016 was geraamd dat de verhoging 1,2 % zou bedragen), wat op de begroting 2016 een impact had gedurende twaalf maanden, en een tweede nabetaling was nodig omdat de bezoldigingen met ingang van 1 juli 2016 zijn verhoogd met 3,3 % (terwijl bij de opstelling van de begroting 2016 was geraamd dat de verhoging 1,8 % zou bedragen), wat op de begroting 2016 een impact had gedurende zes maanden.

3.1.2.   Hoofdstuk 1 2 — Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

Ten aanzien van de definitieve kredieten van dit hoofdstuk, ten bedrage van 227 857 500 EUR, zijn betalingsverplichtingen aangegaan van 225 901 709 EUR, wat neerkomt op een zeer hoge bestedingsgraad van 99 % (net als in 2015).

In het algemeen moet worden opgemerkt dat hoofdstuk 1 2, wat het aantal kredieten betreft, het belangrijkste hoofdstuk van de begroting van het Hof is (ongeveer 60 % van het totale budget). Het in het begrotingsjaar 2016 vastgestelde overschot blijft dus beperkt, gelet op het totale bedrag van deze kredieten en op de moeilijkheden om ongeveer twaalf maanden vooraf begrotingsramingen op te stellen aan de hand van een groot aantal onvermijdelijk benaderende schattingsparameters (stijgingspercentage van de bezoldigingen, aanwervingsritme of personeelsverloop, forfaitaire aftrek, …).

Dit hoofdstuk vertoonde een overschot omdat er meer mandaten van leden werden verlengd dan was voorzien (zie het vorige punt), waardoor minder kabinetspersoneel is vervangen (referendarissen en assistenten die zijn aangesteld in tijdelijke ambten) en er dus minder inrichtingsvergoedingen (voor het nieuwe en het vertrekkende personeel) hoefden te worden uitgekeerd, maar ook omdat de benoeming van de extra rechters bij het Gerecht, die in het kader van de eerste en de tweede fase van de hervorming van die rechterlijke instantie in functie moeten treden, in 2016 zeer gespreid is verlopen, en op 31 december 2016 nog niet alle rechters waren benoemd, zoals in punt 2.2.1 hierboven is uiteengezet.

Een gedeelte van dit overschot (3,4 miljoen EUR) is gebruikt om twee nabetalingen van de bezoldigingen van het personeel van de instelling te financieren: een eerste nabetaling moest worden verricht omdat de bezoldigingen met ingang van 1 juli 2015 waren verhoogd met 2,4 % (terwijl bij de opstelling van de begroting 2016 was geraamd dat de verhoging 1,2 % zou bedragen), wat op de begroting 2016 een impact had gedurende twaalf maanden, en een tweede nabetaling was nodig omdat de bezoldigingen met ingang van 1 juli 2016 zijn verhoogd met 3,3 % (terwijl bij de opstelling van de begroting 2016 was geraamd dat de verhoging 1,8 % zou bedragen), wat op de begroting 2016 een impact had gedurende zes maanden.

Een ander gedeelte van dit overschot (1,8 miljoen EUR) is gebruikt om de kredieten van post 1 4 0 6, „Externe dienstverlening op taalkundig gebied”, te verhogen, wat nodig was omdat meer werd uitbesteed aan freelancers dan oorspronkelijk (in februari 2015) was geraamd.

Nog een ander gedeelte van dit overschot (0,9 miljoen EUR) is aangewend om de kredieten van artikel 2 1 0, „Materieel, exploitatiekosten en diensten in verband met informatica en telecommunicatie”, te verhogen, waardoor een reeks dringende maatregelen ter verbetering van de IT-beveiliging en de stabiliteit van het voornaamste beheersprogramma van het directoraat-generaal Vertaling kon worden gefinancierd (zie punt 2.2.4).

Tot slot is de rest van dat overschot (2,5 miljoen EUR) gebruikt voor de in punt 2.2.4 hierboven reeds vermelde opruimingsoverschrijving op het einde van het jaar.

Het is van belang te benadrukken dat de bezettingsgraad van de ambten bij het Hof nog steeds op het erg hoge niveau van bijna 98 % blijft. Het aantal vacante ambten bedraagt dus gemiddeld ongeveer 2 %, hetgeen overeenstemt met het normale personeelsverloop. Deze goede resultaten konden worden bereikt doordat alle diensten van het Hof een zeer actief aanwervingsbeleid voeren. Daardoor kan het aantal openstaande vacatures zo veel mogelijk worden beperkt, hoewel het onvermijdelijke en normale personeelsverloop steeds beperkingen meebrengt en hoewel het steevast moeilijker is om personeel aan te werven in Luxemburg, waar de kosten van levensonderhoud erg hoog zijn. Het lage aantal openstaande vacatures is ook een zeer goede indicator voor het feit dat de werklast van de diensten van het Hof hoog is, gelet op de ontwikkeling van de rechtsprekende activiteit gedurende de laatste jaren.

Tot slot analyseert het Hof de verschillen inzake besteding die bij de kredieten van hoofdstuk 1 2 worden vastgesteld om zijn methodologie op het gebied van raming van bezoldigingen en pensioenen steeds verder te verfijnen. Aldus zet het zich in om zijn resultaten inzake kredietbesteding zo veel mogelijk te verbeteren.

3.1.3.   Hoofdstuk 1 4 — Ander personeel en prestaties van derden

Ten aanzien van de definitieve kredieten van dit hoofdstuk, ten bedrage van 21 190 000 EUR, zijn betalingsverplichtingen aangegaan voor 20 649 296 EUR, wat neerkomt op een uitvoeringsgraad van 97,45 % (tegenover 99,8 % in 2015).

De definitieve kredieten van hoofdstuk 1 4 zijn voornamelijk geconcentreerd binnen twee begrotingsposten.

Ongeveer een derde van de kredieten van dit hoofdstuk was ingeschreven op post 1 4 0 0, „Andere personeelsleden”. De bestedingsgraad van de definitieve kredieten van deze post bedroeg 96,4 % (terwijl hij in 2015 bijna 100 % bedroeg), wat betekent dat in 2016 kredieten zijn uitgespaard.

In dit kader moet worden gewezen op de budgettaire impact (92 000 EUR) van twee nabetalingen van de bezoldigingen van de arbeidscontractanten: een eerste nabetaling moest worden verricht omdat de bezoldigingen met ingang van 1 juli 2015 waren verhoogd met 2,4 % (terwijl bij de opstelling van de begroting 2016 was geraamd dat de verhoging 1,2 % zou bedragen), wat op de begroting 2016 een impact had gedurende twaalf maanden, en een tweede nabetaling was nodig omdat de bezoldigingen met ingang van 1 juli 2016 zijn verhoogd met 3,3 % (terwijl bij de opstelling van de begroting 2016 was geraamd dat de verhoging 1,8 % zou bedragen), wat op de begroting 2016 een impact had gedurende zes maanden.

Ongeveer twee derde van de totale kredieten van dit hoofdstuk was ingeschreven op post 1 4 0 6, „Externe dienstverlening op taalkundig gebied”, en diende om de prestaties van de freelancetolken en -vertalers te financieren. De bestedingsgraad van de definitieve kredieten van deze post bedroeg 98,15 % in 2016 (tegenover 100 % in 2015).

In het algemeen is het beroep op extern personeel (freelancers), zowel wat vertaling als wat vertolking betreft, een onmisbare aanpassingsvariabele om de in 2013 ingezette vermindering van het aantal personeelsleden te kunnen opvangen in een context waarin de werklast blijft stijgen.

Ook heeft de toename van de door de rechterlijke instanties genomen maatregelen om het aantal te vertalen bladzijden te verminderen en het aantal terechtzittingen te beperken, een onmiddellijk effect gehad op het gebruik van de kredieten voor freelancevertalers en -tolken. Aangezien het aantal statutaire personeelsleden gelijk blijft of zelfs afneemt (ten gevolge van de inkrimping van het personeelsbestand die tussen 2013 en 2016 reeds heeft plaatsgevonden), geeft iedere toename van de werklast echter wel aanleiding tot een intensiever gebruik van de freelancekredieten, omdat de verplichtingen van de meertaligheid moeten worden nageleefd. Dat is noodzakelijk om met de partijen te kunnen communiceren in de procestaal en ervoor te zorgen dat de rechtspraak in elke lidstaat wordt verspreid.

Wat het domein van de vertaling betreft, moesten 1 118 352 bladzijden worden vertaald in 2016. Het aantal te vertalen bladzijden zou evenwel bijna 1 555 000 hebben bedragen zonder de vele maatregelen die de rechterlijke instanties hebben genomen om dit aantal te beperken, zoals onder meer selectieve publicatie van de rechtspraak, samenvatting van prejudiciële verzoeken, vermindering van de gemiddelde lengte van de conclusies, gedeeltelijke publicatie van bepaalde zeer lange beslissingen en het niet langer opmaken van de chronologische en thematische overzichten van de oude papieren Jurisprudentie. Het aantal te vertalen bladzijden is met 0,3 % gestegen ten opzichte van 2015, terwijl het toen reeds 1,4 % was gestegen ten opzichte van 2014. Derhalve was het, in de context van de vermindering van het personeelsbestand, noodzakelijk om vaker een beroep te doen op freelancevertalers, waardoor de betrokken kredieten met 1,8 miljoen EUR moesten worden verhoogd (hetgeen gebeurd is door middel van een overschrijving vanaf hoofdstuk 1 2).

Wat het domein van de vertolking betreft, hebben de maatregelen ter beperking van het aantal terechtzittingen en andere vergaderingen met vertolking vruchten afgeworpen (dit aantal is immers gedaald van 628 in 2015 naar 602 in 2016, dus — 4,14 %), waardoor het aantal contractdagen van conferentietolken (AIC’s) is gedaald van 1 661 dagen in 2015 naar 1 598 dagen in 2016, zijnde — 3,8 %.

3.1.4.   Hoofdstuk 1 6 — Overige uitgaven in verband met de aan de instelling verbonden personen

Ten aanzien van de definitieve kredieten van dit hoofdstuk, ten bedrage van 6 336 500 EUR, zijn betalingsverplichtingen aangegaan voor 5 989 076 EUR, wat neerkomt op een uitvoeringsgraad van 94,52 % (tegenover 96,6 % in 2015).

Twee posten van dit hoofdstuk vertegenwoordigen samen 81,5 % van de definitieve kredieten. Het gaat om post 1 6 1 2, „Bijscholing”, waarvan de uitvoeringsgraad 91 % bedroeg (tegenover 96 % in 2015), en om post 1 6 5 4, „Kinderdagverblijf”, waarvan de uitvoeringsgraad 100 % bedroeg in 2016 (net als in 2015).

Dienaangaande zij opgemerkt dat de kredieten van post 1 6 5 4, „Kinderdagverblijf”, moesten worden verhoogd, wat gebeurd is door 215 000 EUR over te schrijven vanaf hoofdstuk 1 0. Die verhoging was nodig omdat het aandeel van het Hof in de uitgaven van de particuliere crèches hoger uitviel dan oorspronkelijk door de beherende instelling was begroot, alsook ter uitvoering van het akkoord dat de instelling met het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO) heeft afgesloten voor het beheer van bepaalde dossiers inzake het personeel van het Hof.

3.2.   Titel 2 — Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

Zoals uit tabel 8 hieronder blijkt, bedroeg de definitieve begrotingstoewijzing van titel 2 voor het begrotingsjaar 2016 91 659 500 EUR. Deze toewijzing vertegenwoordigde 24,1 % van de totale begroting van het Hof voor 2016. Ten aanzien van deze kredieten zijn betalingsverplichtingen aangegaan ten belope van 90 394 989 EUR, wat impliceert dat de uitvoeringsgraad in 2016 vrij hoog lag (98,6 %, tegenover 99,4 % in 2015).

Tabel 8

Gebruik van de kredieten van het begrotingsjaar

(in EUR)

Titel 2

Kredieten van het begrotingsjaar 2016

Betalingsverplichtingen van het begrotingsjaar 2016

Uitvoeringsgraad (in %)

2 0 —

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

65 223 000,00

64 742 188,16

99,26

2 1 —

Informatica, materieel en roerende goederen: aankoop, huur en onderhoud

21 867 000,00

21 519 393,96

98,41

2 3 —

Lopende huishoudelijke uitgaven

1 460 500,00

1 157 473,20

79,25

2 5 —

Vergaderingen en conferenties

521 500,00

498 003,91

95,49

2 7 —

Voorlichting: aankoop, archivering, productie en verspreiding

2 587 500,00

2 477 929,47

95,77

Totaal

91 659 500,00

90 394 988,70

98,62

3.2.1.   Hoofdstuk 2 0 — Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

Ten aanzien van de definitieve kredieten van dit hoofdstuk, ten bedrage van 65 223 000 EUR, zijn betalingsverplichtingen aangegaan van 64 742 188 EUR, wat neerkomt op een zeer hoge bestedingsgraad van 99,3 % (net als in 2015).

Deze kredieten zijn bestemd ter dekking van de uitgaven voor de huur, de aankoop en de dagelijkse werking van de verschillende gebouwen die door het Hof worden betrokken.

Meer in het algemeen streeft het Hof met zijn vastgoedbeleid twee grote doelstellingen na:

ten eerste beoogt het al zijn diensten op één vestigingsplaats samen te brengen, om aldus zijn werking te optimaliseren;

ten tweede streeft het Hof, dat vroeger een huurbeleid voerde, er sinds de definitieve vastlegging van zijn vestigingsplaats in Luxemburg (in 1992 besloten door de Europese Raad van Edinburgh) naar om eigenaar te worden van de gebouwen die het betrekt, net als de andere instellingen en in overeenstemming met de aanbevelingen van Speciaal verslag nr. 2/2007 (3) van de Rekenkamer, waarin de gunstige budgettaire gevolgen van een dergelijk beleid worden benadrukt.

Elk jaar wordt aan de begrotingsautoriteit nadere informatie verschaft over het vastgoedbeleid van de instelling en over de stand van de aan de gang zijnde projecten. Dit gebeurt in een specifiek verslag dat haar uiterlijk op 1 juni wordt toegezonden.

De definitieve kredieten van de artikelen 2 0 0, „Gebouwen”, en 2 0 2, „Uitgaven in verband met de gebouwen”, vertegenwoordigen respectievelijk 73 % (47 591 000 EUR) en 27 % (17 632 000 EUR) van de totale kredieten van dit hoofdstuk.

Met de kredieten van artikel 2 0 0, „Gebouwen”, worden voornamelijk de huuruitgaven en de huurkoopvergoedingen gedekt.

De uitgaven van post 2 0 0 0, „Huur”, bedroegen 4,2 miljoen EUR in 2016. In dit verband zij eraan herinnerd dat eind 2015 een bedrag van 4,7 miljoen EUR naar deze post was overgeschreven, opdat met de kredieten van 2015 een gedeelte van de in 2016 verschuldigde huur van de door het Hof betrokken gebouwen kon worden voldaan. De Commissie had deze operatie aan de andere instellingen voorgesteld om ervoor te zorgen dat er op de begroting 2016 een even grote speelruimte zou ontstaan om de te laag ingeschatte uitgaven van titel 1 in 2016 te kunnen financieren (grotere aanpassing van de bezoldigingen eind 2015 dan oorspronkelijk door de Commissie geraamd).

Zoals in de punten 3.1.1 en 3.1.2 reeds is uitgelegd, hebben het feit dat de eerste twaalf extra rechters bij het Gerecht gespreid zijn aangekomen, en heeft het feit dat eind 2016 drie van de extra rechters bij deze rechterlijke instantie nog niet waren benoemd (in totaal was voor het begrotingsjaar 2016 rekening gehouden met 19 extra rechters), ertoe geleid dat in 2016 geen overschrijving hoefde te gebeuren van post 2 0 0 0 naar de hoofdstukken 1 0 en 1 2 van de begroting van de instelling.

Aldus is van het op post 2 0 0 0, „Huur”, geboekte overschot bijna 4,2 miljoen EUR overgedragen naar post 2 0 0 1, „Huurkoop”, in het kader van een opruimingsoverschrijving op het einde van het jaar, en is voorts 1,4 miljoen EUR overgedragen naar post 2 0 0 7, „Inrichting van dienstruimten”, in de context van de versterking van de maatregelen ter beveiliging van de door het Hof betrokken gebouwen.

De definitieve uitgaven van post 2 0 0 1, „Huurkoop”, bedroegen 39,1 miljoen EUR en komen hoofdzakelijk overeen met de vergoedingen die zijn verschuldigd krachtens twee met de Luxemburgse autoriteiten gesloten overeenkomsten voor de verwerving, de renovatie en de bouw van de verschillende gebouwen van de hoofdvestiging van het Hof (ten eerste voor het gerenoveerde en uitgebreide Paleis, dat eind 2008 in gebruik is genomen, en ten tweede voor de gerenoveerde bijgebouwen). Op deze post zijn kredieten uitgespaard omdat de eind december 2016 geconsolideerde financieringstranches lager uitvielen dan geraamd, en omdat ook de rentevoet aanmerkelijk lager bleek te zijn dan was verwacht bij de opstelling van de begrotingsraming 2016, die noodzakelijkerwijs conservatieve schattingen bevatte en reeds begin 2015 was gemaakt. Door die besparingen en door de overschrijvingen vanaf hoofdstuk 1 2 (2,5 miljoen EUR) en vanaf post 2 0 0 0 (4,2 miljoen EUR) kon eind 2016 in het kader van de huurkoopovereenkomst inzake het project van de derde toren een vooruitbetaling worden verricht van 7,5 miljoen EUR, met als doel de financiële lasten van de toekomstige vergoedingen te verminderen.

Wat de andere onderdelen van artikel 2 0 0 betreft, kan worden opgemerkt dat de uitgaven van post 2 0 0 7, „Inrichting van dienstruimten”, 2,8 miljoen EUR bedroegen in 2016. In de context van de verhoging van de veiligheidsmaatregelen, waartoe na de terroristische aanslagen van 2015 en 2016 in Europa was besloten, heeft de begrotingsautoriteit een aanvullend bedrag van 655 000 EUR (boven op de oorspronkelijke begrotingstoewijzing voor 2016) toegekend voor deze post, na de goedkeuring van de door de Commissie op interinstitutioneel niveau voorgestelde gewijzigde begroting 3/2016. Vervolgens zijn de kredieten van post 2 0 0 7 door middel van twee overschrijvingen verhoogd, zodat in 2016 reeds bepaalde werkzaamheden konden worden verricht die oorspronkelijk waren gepland voor 2017 (een eerste overschrijving van 1,4 miljoen uit de kredieten van post 2 0 0 0 en een tweede overschrijving van 0,4 miljoen EUR uit de kredieten van post 2 0 0 8).

De uitgaven van post 2 0 0 8, „Studies en technische bijstand bij bouwprojecten”, bedroegen 1,3 miljoen EUR in 2016. In de reeds vermelde context van de verhoging van de veiligheid van de gebouwen heeft de begrotingsautoriteit voor deze post een aanvullend kredietbedrag van 0,5 miljoen EUR, boven op de oorspronkelijke begrotingstoewijzing voor 2016, toegekend (gewijzigde begroting 3/2016). Aangezien er op het vlak van de inrichting van dienstruimten dringendere behoeften waren opgedoken, moest evenwel een bedrag van 0,4 miljoen EUR worden overgeschreven naar post 2 0 0 7, „Inrichting van dienstruimten”.

Wat de uitgaven van artikel 2 0 2, „Uitgaven in verband met de gebouwen”, betreft, moet worden vastgesteld dat deze 17,3 miljoen EUR bedroegen en vrijwel volledig overeenstemden met de kosten voor schoonmaak/onderhoud, energieverbruik en veiligheid/toezicht, die noodzakelijk zijn voor de goede werking van de gebouwen van het Hof. De bestedingsgraad van de kredieten van dit artikel bedroeg 98,4 % in 2016 (tegenover 98 % in 2015).

Wat allereerst post 2 0 2 2, „Schoonmaak en onderhoud”, betreft, moet worden opgemerkt dat de uitgaven van deze post licht zijn gedaald ten opzichte van 2015 (te weten met ongeveer 100 000 EUR). De uitgaven van post 2 0 2 4, „Energieverbruik”, zijn dan weer met 2,9 % gestegen (2 140 661 EUR in 2016, tegenover 2 079 837 EUR in 2015). Ondanks die stijging konden dankzij het overschot op die post (ten opzichte van de ramingen die begin 2015 waren opgemaakt) de kredieten ter dekking van de uitgaven voor beveiliging met 0,2 miljoen EUR worden verhoogd, zoals hieronder wordt vermeld.

Nog binnen artikel 2 0 2 kan worden vastgesteld dat de uitgaven van post 2 0 2 6, „Veiligheid van en toezicht op de gebouwen”, zijn gestegen ten opzichte van 2015 (7 196 463 EUR in 2016 tegenover 6 409 000 EUR in 2015, dus +12,3 %). Dit is te verklaren doordat de veiligheidsmaatregelen zijn verscherpt teneinde personen en de door het Hof betrokken gebouwen te beschermen. Vervolgens heeft de begrotingsautoriteit in de context van de gewijzigde begroting 3/2016 een aanvullend bedrag van 500 000 EUR toegekend boven op de oorspronkelijke begrotingstoewijzing 2016. Tot slot is vanaf post 2 0 2 4 een bedrag van 0,2 miljoen EUR overgeschreven om de verscherping van de veiligheidsmaatregelen te financieren.

3.2.2.   Hoofdstuk 2 1 — Informatica, materieel en roerende goederen

Ten aanzien van de definitieve kredieten van dit hoofdstuk, ten bedrage van 21 867 000 EUR, zijn betalingsverplichtingen aangegaan van 21 519 394 EUR, wat neerkomt op een vrij hoge bestedingsgraad van 98,4 % (dus iets minder dan in 2015, toen de bestedingsgraad bijna 100 % bedroeg).

De kredieten van hoofdstuk 2 1 zijn voor het grootste deel (85,9 %) bestemd voor uitgaven in verband met informatica (artikel 2 1 0). De rest is bedoeld voor uitgaven inzake meubilair (artikel 2 1 2), technisch materieel en technische installaties (artikel 2 1 4) en voertuigen (artikel 2 1 6).

In dit verband moet worden benadrukt hoe cruciaal de uitgaven van artikel 2 1 0, „Materieel, exploitatiekosten en diensten in verband met informatica en telecommunicatie”, zijn voor de goede werking van alle activiteiten van het Hof, in de eerste plaats voor de rechtsprekende activiteit, maar ook voor de taalkundige en administratieve activiteiten.

Het Hof heeft niet alleen de belangrijke ontwikkelingen in verband met de digitalisering van de documentenstromen voortgezet (waaronder de regelmatige verbetering van de toepassing e-Curia en de elektronische Jurisprudentie), maar het is eveneens voortgegaan met de ontwikkeling en de verbetering van toepassingen voor verschillende activiteiten van het Hof, teneinde de doeltreffendheid en de productiviteit van de rechterlijke instanties en de ondersteunende diensten te verhogen.

In deze context was het dankzij twee kredietoverschrijvingen mogelijk om de aanvankelijk toegewezen informaticakredieten van hoofdstuk 2 1 0 (17 473 000 EUR) te verhogen, zodat bepaalde extra investeringen konden worden uitgevoerd tijdens het begrotingsjaar. Een eerste overschrijving van 425 000 EUR (kredieten afkomstig van post 1 0 0 0) is gebruikt om de verhoging van de opslagcapaciteit en het vermogen van de werkstations sneller door te voeren, in een context waarin aan de juristen-vertalers een geavanceerder vertaalhulpmiddel (SDL Trados Studio) — dat interinstitutioneel is ontwikkeld en wordt gebruikt — ter beschikking werd gesteld. Dankzij een tweede overschrijving van 878 000 EUR (kredieten afkomstig van post 1 2 0 0) konden een reeks dringende ingrepen ter verbetering van de IT-beveiliging worden verricht en kon de stabiliteit van het belangrijkste beheersprogramma van het directoraat-generaal Vertaling worden verhoogd.

De bestedingsgraad van de drie andere artikelen van hoofdstuk 2 1 is in 2016 als volgt geëvolueerd ten opzichte van 2015: voor de kredieten van artikel 2 1 2, „Meubilair”, bedroeg hij 89 % (tegenover 98,2 % in 2015), voor de kredieten van artikel 2 1 4, „Technische installaties en technisch materieel”, 80,1 % (tegenover 96,1 % in 2015) en voor de kredieten van artikel 2 1 6, „Voertuigen”, 92,7 % (tegenover 99,8 % in 2015).

Wat artikel 2 1 2 betreft, is een gedeelte van de onderbesteding van de kredieten te verklaren doordat drie van de 19 aanvullende rechters bij het Gerecht eind 2016 nog niet waren aangewezen door de lidstaten. Voorts was voorzien dat het Europees Parlement in 2016 een nieuwe interinstitutionele kaderovereenkomst voor meubilair zou afsluiten, met waarschijnlijk hogere prijzen. Het Europees Parlement heeft er evenwel voor gekozen om de huidige kaderovereenkomst te verlengen, waardoor de budgettaire situatie gunstiger is uitgevallen dan werd verwacht.

Wat artikel 2 1 4, „Technische installaties en technisch materieel”, betreft, moet er ten eerste op worden gewezen dat de kredieten van dit artikel bij de gewijzigde begroting 3/2016 met 160 000 EUR zijn verhoogd (ten opzichte van de oorspronkelijke begrotingstoewijzing voor 2016) in de context van de verscherping van de veiligheidsmaatregelen, om ervoor te zorgen dat aanvullende veiligheidsapparatuur kon worden aangekocht. Ten tweede zijn de kredieten van dit artikel met 110 000 EUR verhoogd (door middel van een overschrijving vanaf post 2 7 4 1, „Publicaties van algemene aard”) teneinde door te gaan met de vervanging van de machines binnen de reproductiedienst van de instelling. Uiteindelijk kostte de aankoop van deze machines minder dan aanvankelijk geraamd (overschot van 66 000 EUR ten opzichte van de bij de begrotingsautoriteit ingediende aanvraag). Doordat de gewijzigde begroting pas laat kwam (eind oktober), was het tot slot niet meer mogelijk om alle geplande aankopen nog vóór het einde van het jaar te doen (overschot van ongeveer 40 000 EUR).

Wat artikel 2 1 6 betreft, kon door de gespreide aankomst van de extra rechters bij het Gerecht en doordat drie van deze rechters nog niet waren benoemd, worden bespaard op de huur van dienstvoertuigen, wat het vastgestelde overschot op deze post verklaart.

3.2.3.   Hoofdstuk 2 3 — Lopende huishoudelijke uitgaven

Ten aanzien van de definitieve kredieten van dit hoofdstuk, ten bedrage van 1 460 500 EUR, zijn betalingsverplichtingen aangegaan voor 1 157 473 EUR, wat neerkomt op een uitvoeringsgraad van 79,3 % (tegenover 96 % in 2015).

Het is nuttig om erop te wijzen dat:

de uitgaven van artikel 2 3 0, „Papier, kantoorbenodigdheden en divers klein materiaal”, 694 000 EUR bedroegen in 2016 (besteding van alle kredieten, net als in 2015);

de uitgaven van artikel 2 3 1, „Financiële kosten”, 10 088 EUR bedroegen in 2016 (uitvoeringsgraad van 20,18 %, tegenover 48,1 % in 2015). De verwachting dat de instelling in 2016 negatieve rente ging moeten betalen over de gelden op haar rekening-courant, is niet bewaarheid. Het vastgestelde overschot is, anders dan in 2015, niet overgeschreven naar andere begrotingsonderdelen;

de uitgaven van artikel 2 3 2, „Juridische kosten en schadevergoeding”, 14 150 EUR bedroegen in 2016 (uitvoeringsgraad van 20,21 %, tegenover 24,8 % in 2015). Het werd nodig geacht om deze kredieten voor het jaar 2016 te verhogen om de kosten en honoraria van advocaten te kunnen betalen in het kader van schadevorderingen die tegen het Hof zouden worden ingesteld wegens schending van het beginsel van de redelijke procestermijn door het Gerecht. Uiteindelijk zijn de kredieten van deze post slechts gedeeltelijk gebruikt;

de uitgaven van artikel 2 3 6, „Portokosten”, 111 000 EUR bedroegen (uitvoeringsgraad van 52,9 %, tegenover 91,7 % in 2015). De verklaring voor de aanzienlijke daling van de uitgaven van dit artikel (– 28 % ten opzichte van 2015) ligt hierin dat steeds meer gebruikgemaakt wordt van e-Curia (waardoor veel minder aangetekende brieven hoeven te worden verstuurd);

de uitgaven van artikel 2 3 8, „Overige administratieve uitgaven”, 328 236 EUR bedroegen in 2016 (uitvoeringsgraad van 75,2 %, tegenover 93,1 % in 2015). Een gedeelte van de kredieten van dit artikel wordt gebruikt om de werknemers van het Hof ertoe aan te zetten zich op milieuvriendelijkere wijze te verplaatsen, zowel van en naar het werk als voor werkgerelateerde verplaatsingen tussen de verschillende gebouwen van de instelling. Dit budget maakt het mogelijk om het akkoord met de stad Luxemburg voor het gebruik van het stadsbusnet door de werknemers van het Hof uit te voeren. Het bedrag dat uiteindelijk verschuldigd was op basis van de laatste ramingen van de stad Luxemburg, lag 20 000 EUR lager dan het bedrag van de oorspronkelijke schatting. Ook moet worden gewezen op een aanzienlijke onderbesteding (ten belope van ongeveer 40 000 EUR) van de kredieten voor verhuizingen. Uiteindelijk moest namelijk minder worden verhuisd dan aanvankelijk was verwacht.

3.2.4.   Hoofdstuk 2 5 — Vergaderingen en conferenties

Ten aanzien van de definitieve kredieten van dit hoofdstuk, ten bedrage van 521 500 EUR, zijn betalingsverplichtingen aangegaan van 498 004 EUR, wat neerkomt op een bestedingsgraad van 95,5 %, tegenover 87,45 % in 2015, zonder rekening te houden met het gedeelte van het oude artikel 2 5 6, „Kosten van voorlichting en deelneming aan openbare evenementen”, waaronder ook de voorlichtings- en communicatiekosten vielen, die in 2016 zijn ondergebracht binnen post 2 7 4 2, „Overige uitgaven in verband met voorlichting”, van hoofdstuk 2 7. Wanneer die correctie wordt doorgevoerd en de cijfers dus met elkaar kunnen worden vergeleken, blijkt dat de uitgaven van hoofdstuk 2 5 met 10,76 % zijn gestegen tussen 2015 en 2016.

De stijging van de bestedingsgraad van de kredieten is grotendeels te verklaren doordat in 2016 meer evenementen zijn georganiseerd. In dit verband zij eraan herinnerd dat de uitgaven van dit hoofdstuk van nature altijd wat onzeker zijn. Zij worden immers grotendeels gebruikt ter financiering van protocollaire plechtigheden, officiële bezoeken van het Hof, congressen en studie- en kennismakingsbezoeken, waartoe het Hof niet altijd zelf het initiatief neemt en waarvan het de organisatie niet altijd zelf in handen heeft.

3.2.5.   Hoofdstuk 2 7 — Voorlichting: aankoop, archivering, productie en verspreiding

Ten aanzien van de definitieve kredieten van dit hoofdstuk, die 2 587 500 EUR bedroegen, zijn in 2016 betalingsverplichtingen aangegaan ten belope van 2 477 929 EUR, wat neerkomt op een bestedingsgraad van 95,8 % (tegenover 99,7 % in 2015).

De kredieten van dit hoofdstuk vallen onder twee verschillende begrotingsonderdelen:

de uitgaven van artikel 2 7 2, „Documentatie, bibliotheek en archivering”, die in 2016 1 545 734 EUR bedroegen (bestedingsgraad in 2016 van 100 %, net als in 2015). In 2016 bevat dit artikel ook de uitgaven van het Hof voor zijn — in Florence ondergebrachte — historische archieven, die worden geraamd op 120 000 EUR per jaar (zie punt 2.2.4). Dit laatste bedrag is overgedragen vanaf artikel 2 7 4;

de uitgaven van artikel 2 7 4, „Productie en verspreiding van informatie”, die 932 195 EUR bedroegen in 2016, waarvan ongeveer 16 % overeenkomt met de uitgaven van de nieuwe post 2 7 4 2, „Overige uitgaven in verband met voorlichting”. Zoals in punt 3.2.4 is uiteengezet, waren de uitgaven die in 2016 onder deze post 2 7 4 2 vielen, in 2015 nog opgenomen in het oude — en in 2016 geschrapte — artikel 2 5 6 van hoofdstuk 2 5. De uitgaven van de nieuwe post 2 7 4 2 buiten beschouwing gelaten, zijn de uitgaven van artikel 2 7 4 in 2016 met 23,5 % gestegen ten opzichte van dezelfde types uitgaven in 2015.

Dat komt omdat er in 2016 meer kredieten waren uitgetrokken voor de financiering van de publicaties van het Hof in het Publicatieblad van de Europese Unie. In dit verband zijn deze uitgaven — met inbegrip van de bestemmingsontvangsten 2014, waarmee een gedeelte van de uitgaven voor 2015 is gefinancierd (100 000 EUR) — tussen 2015 en 2016 met 16,13 % gestegen, doordat de door het Publicatiebureau aan de instelling in rekening gebrachte indirecte kosten in 2016 hoger lagen dan in 2015, en ondanks het feit dat het aantal gepubliceerde bladzijden met 3,77 % is gedaald ten opzichte van 2015.

Voorts dienen de kredieten van dit artikel om de Jurisprudentie van de rechterlijke instanties van het Hof te financieren. Als gevolg van de nieuwe publicatiewijze van de Jurisprudentie (elektronisch), die veel goedkoper is dan de traditionele papieren publicatie, zijn de uitgaven binnen dit artikel gedaald en kon een overschot worden geboekt. Dat is gebruikt om de twee volgende overschrijvingen mee te verrichten: een eerste overschrijving van 120 000 EUR naar artikel 2 7 2, ter financiering van de historische archieven van het Hof, en een tweede overschrijving van 110 000 EUR naar artikel 2 1 4 (van hoofdstuk 2 1), die ertoe strekte om binnen de reproductiedienst van de instelling de vervanging van machines te financieren.

Tot slot worden ook nog steeds kredieten van artikel 2 7 4 gebruikt ter dekking van de kosten voor het uitgeven van het jaarverslag van het Hof alsook voor informatiemateriaal (brochures, folders en ander multimediamateriaal) dat voor verschillende soorten bezoekers is bestemd. Het is van belang te benadrukken dat het bedrag van deze uitgaven even hoog is als in 2015.

3.3.   Titel 3 — Uitgaven voortvloeiend uit specifieke taken van de instelling

Hoofdstuk 3 7 — Speciale uitgaven van bepaalde instellingen en organen

De definitieve begrotingstoewijzing van titel 3 omvat enkel de kredieten van hoofdstuk 3 7 voor post 3 7 1 0, „Gerechtelijke kosten”. Voor het begrotingsjaar 2016 bedroegen die kredieten 59 000 EUR en waren betalingsverplichtingen aangegaan ten belope van 7 000 EUR, wat neerkomt op een uitvoeringsgraad van 11,9 % (56,3 % in 2015).

Het gaat om uitgaven ter dekking van advocatenhonoraria en andere kosten die in het kader van de kosteloze rechtsbijstand ten laste van de instelling worden gebracht. Aangezien zij moeilijk te ramen zijn, verschilt de uitvoeringsgraad ervan sterk van jaar tot jaar.


(1)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

(2)  PB L 341 van 24.12.2015, blz. 14.

(3)  PB C 148 van 2.7.2007, blz. 1.


BIJLAGE I

VERGELIJKING PER HOOFDSTUK VAN DE UITVOERING VAN DE ONTVANGSTEN 2016 IN VERHOUDING TOT DIE VAN 2015

(in EUR)

Hoofdstukken/Artikelen

Omschrijving

Vastgestelde rechten 2016

Vastgestelde rechten 2015

Verschil

Verschil in %

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden

25 244 159,20

23 811 950,18

1 432 209,02

6,01  %

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

4 474 812,11

4 153 357,17

321 454,94

7,74  %

4 0

Diverse belastingen en inhoudingen

29 718 971,31

27 965 307,35

1 753 663,96

6,27  %

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

18 041 688,55

17 921 404,32

120 284,23

0,67  %

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

1 284 932,51

2 741 571,74

-1 456 639,23

-53,13  %

4 1 2

Bijdragen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

6 583,79

3 299,01

3 284,78

99,57  %

4 1

Bijdragen aan de pensioenregelingen

19 333 204,85

20 666 275,07

-1 333 070,22

-6,45  %

Titel 4

49 052 176,16

48 631 582,42

420 593,74

0,86  %

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

125 406,32

133 945,55

-8 539,23

-6,38  %

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

42 875,00

3 875,00

39 000,00

1 006,45  %

5 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (leveringen) en onroerende goederen

168 281,32

137 820,55

30 460,77

22,10  %

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten, geïnd op de rekeningen van de instelling

13,16

2,94

10,22

347,62  %

5 2

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten

13,16

2,94

10,22

347,62  %

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de opbrengst van diensten en werken ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

243,97

0,00

243,97

NA

5 5

Ontvangsten afkomstig van de opbrengst van diensten en werken

243,97

0,00

243,97

NA

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

27 293,47

64 630,32

-37 336,85

-57,77  %

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

566 849,64

664 635,46

-97 785,82

-14,71  %

5 7

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling

594 143,11

729 265,78

- 135 122,67

-18,53  %

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

71 370,62

11 770,19

59 600,43

506,37  %

5 8

Diverse vergoedingen

71 370,62

11 770,19

59 600,43

506,37  %

Titel 5

834 052,18

878 859,46

-44 807,28

-5,10  %

9 0 0

Diverse ontvangsten

0,00

0,00

0,00

NA

9 0

Diverse ontvangsten

0,00

0,00

0,00

NA

Titel 9

0,00

0,00

0,00

NA

Algemeen totaal

49 886 228,34

49 510 441,88

375 786,46

0,76  %


BIJLAGE II

SITUATIE VAN DE ONTVANGSTEN 2016 — VASTGESTELDE RECHTEN EN OVERGEDRAGEN RECHTEN

(in EUR)

Begrotingsonderdelen

Omschrijving

Oorspronkelijk budget

Vastgestelde rechten 2016

Ingevorderde ontvangsten

Blijft in te vorderen

4 0 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden

27 907 000,00

25 244 159,20

25 244 159,20

0,00

4 0 4 0

Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

5 147 000,00

4 474 812,11

4 474 812,11

0,00

Totaal hoofdstuk 4 0

33 054 000,00

29 718 971,31

29 718 971,31

0,00

4 1 0 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

18 451 000,00

18 041 688,55

18 041 688,55

0,00

4 1 1 0

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

0,00

1 284 932,51

1 284 932,51

0,00

4 1 2

Bijdragen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

0,00

6 583,79

6 583,79

0,00

Totaal hoofdstuk 4 1

18 451 000,00

19 333 204,85

19 333 204,85

0,00

Titel 4

51 505 000,00

49 052 176,16

49 052 176,16

0,00

5 0 0 1

Opbrengst van de verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

0,00

125 406,32

125 406,32

0,00

5 0 2 0

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

0,00

42 875,00

40 000,00

2 875,00

Totaal hoofdstuk 5 0

0,00

168 281,32

165 406,32

2 875,00

5 2 0 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

0,00

13,16

13,16

0,00

Totaal hoofdstuk 5 2

0,00

13,16

13,16

0,00

5 5 0 0

Ontvangsten afkomstig van de opbrengst van diensten en werken ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

0,00

243,97

0,00

243,97

Totaal hoofdstuk 5 5

0,00

243,97

0,00

243,97

5 7 0 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

0,00

27 293,47

27 011,05

282,42

5 7 3 0

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

0,00

566 849,64

561 459,66

5 389,98

Totaal hoofdstuk 5 7

0,00

594 143,11

588 470,71

5 672,40

5 8 1 0

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

0,00

71 370,62

71 370,62

0,00

Totaal hoofdstuk 5 8

0,00

71 370,62

71 370,62

0,00

Titel 5

0,00

834 052,18

825 260,81

8 791,37

9 0 0 0

Diverse ontvangsten

0,00

0,00

0,00

0,00

Totaal hoofdstuk 9 0

0,00

0,00

0,00

0,00

Titel 9

0,00

0,00

0,00

0,00

Totaal

51 505 000,00

49 886 228,34

49 877 436,97

8 791,37


(in EUR)

Begrotingsonderdelen

Omschrijving

Overdrachten van 2015 naar 2016

Wijzigingen in de loop van 2016

Totaal overdrachten van 2015 naar 2016

Ontvangsten uit overgedragen rechten

Blijft in te vorderen

4 1 1 0

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

7 367,39

-6 810,84

556,55

556,55

0,00

Totaal hoofdstuk 4 1

7 367,39

-6 810,84

556,55

556,55

0,00

Titel 4

7 367,39

-6 810,84

556,55

556,55

0,00

5 0 0 1

Opbrengst van de verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

5 0 2 0

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

2 068,75

- 111,25

1 957,50

1 705,00

252,50

Totaal hoofdstuk 5 0

2 068,75

- 111,25

1 957,50

1 705,00

252,50

5 2 0 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

Totaal hoofdstuk 5 2

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

5 5 0 0

Ontvangsten afkomstig van de opbrengst van diensten en werken ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

totaal hoofdstuk 5 5

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

5 7 0 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

26 298,21

-2,58

26 295,63

21 373,92

4 921,71

5 7 3 0

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

43 397,89

-31,96

43 365,93

33 264,54

10 101,39

Totaal hoofdstuk 5 7

69 696,10

-34,54

69 661,56

54 638,46

15 023,10

5 8 1 0

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

Totaal hoofdstuk 5 8

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

Titel 5

71 764,85

- 145,79

71 619,06

56 343,46

15 275,60

Totaal

79 132,24

-6 956,63

72 175,61

56 900,01

15 275,60


BIJLAGE III

VERGELIJKING PER HOOFDSTUK VAN DE UITVOERING VAN DE KREDIETEN 2016 IN VERHOUDING TOT DIE VAN 2015

(in EUR)

Hoofdstukken

Omschrijving

Betalingsverplichtingen 2016

Betalingsverplichtingen 2015

Verschil

Verschil in %

1 0

Leden van de instelling

30 329 098,12

26 555 323,87

3 773 774,25

14,21  %

1 2

Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

225 901 709,22

213 572 072,16

12 329 637,06

5,77  %

1 4

Ander personeel en prestaties van derden

20 649 295,78

18 614 537,77

2 034 758,01

10,93  %

1 6

Overige uitgaven in verband met de aan de instelling verbonden personen

5 989 075,59

5 160 824,54

828 251,05

16,05  %

 

Titel 1

282 869 178,71

263 902 758,34

18 966 420,37

7,19  %

2 0

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

64 742 188,16

65 256 005,60

- 513 817,44

-0,79  %

2 1

Informatica, materieel en roerende goederen: aankoop, huur en onderhoud

21 519 393,96

20 336 396,64

1 182 997,32

5,82  %

2 3

Lopende huishoudelijke uitgaven

1 157 473,20

1 615 781,89

- 458 308,69

-28,36  %

2 5

Vergaderingen en conferenties

498 003,91

538 876,90

-40 872,99

-7,58  %

2 7

Voorlichting: aankoop, archivering, productie en verspreiding

2 477 929,47

2 021 149,16

456 780,31

22,60  %

 

Titel 2

90 394 988,70

89 768 210,19

626 778,51

0,70  %

3 7

Speciale uitgaven van bepaalde instellingen en organen

7 000,00

30 382,67

-23 382,67

-76,96  %

 

Titel 3

7 000,00

30 382,67

-23 382,67

-76,96  %

Algemeen totaal

373 271 167,41

353 701 351,20

19 569 816,21

5,53  %


BIJLAGE IVa

DETAIL VAN DE UITVOERING VAN DE KREDIETEN 2016 (KREDIETEN VAN HET BEGROTINGSJAAR EN VAN RECHTSWEGE OVERGEDRAGEN KREDIETEN VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR)

(in EUR)

 

Index 1 (kredieten van het begrotingsjaar)

Index 4 (van rechtswege overgedragen kredieten van het vorige begrotingsjaar)

Begrotingsonderdelen

Oorspronkelijk budget

Overmakingen

Definitieve kredieten van het begrotingsjaar

Betalingsverplichtingen

Betalingen

Beschikbaar op betalingsverplichting

Geannuleerde kredieten

Van rechtswege overgedragen kredieten Jaar N-1

Betalingen uit overgedragen kredieten

Geannuleerde kredieten

(1)

(2)

(3) = (1) + (2)

(4)

(5)

(6) = (4) - (5)

(7) = (3) - (4)

(8)

(9)

(10) = (8) - (9)

1 0 0 0 Salarissen en vergoedingen

28 345 000,00

- 640 000,00

27 705 000,00

26 253 205,77

26 253 205,77

0,00

1 451 794,23

0,00

0,00

0,00

1 0 0 2 Rechten in verband met de ambtsaanvaarding, de overplaatsing en de ambtsneerlegging

1 595 000,00

 

1 595 000,00

1 335 000,00

925 577,74

409 422,26

260 000,00

223 893,80

346,59

223 547,21

1 0 2 Overbruggingstoelagen

2 718 000,00

 

2 718 000,00

2 155 679,60

2 155 679,60

0,00

562 320,40

0,00

0,00

0,00

1 0 3 Pensioenen

0,00

 

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

1 0 4 Dienstreizen

342 000,00

 

342 000,00

322 281,52

45 523,83

276 757,69

19 718,48

254 290,93

114 055,31

140 235,62

1 0 6 Opleidingen

539 500,00

 

539 500,00

262 931,23

136 362,90

126 568,33

276 568,77

160 384,31

46 789,81

113 594,50

1 0 9 Voorziening

0,00

 

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

Hoofdstuk 1 0 Leden van de instelling

33 539 500,00

- 640 000,00

32 899 500,00

30 329 098,12

29 516 349,84

812 748,28

2 570 401,88

638 569,04

161 191,71

477 377,33

1 2 0 0 Salarissen en vergoedingen

229 849 000,00

-5 178 000,00

224 671 000,00

223 279 267,85

223 279 267,85

0,00

1 391 732,15

0,00

0,00

0,00

1 2 0 2 Betaalde overuren

664 000,00

 

664 000,00

646 971,89

646 971,89

0,00

17 028,11

0,00

0,00

0,00

1 2 0 4 Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

2 292 500,00

 

2 292 500,00

1 975 469,48

1 860 518,37

114 951,11

317 030,52

31 114,35

28 547,70

2 566,65

1 2 2 Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

230 000,00

 

230 000,00

0,00

0,00

0,00

230 000,00

0,00

0,00

0,00

1 2 9 Voorziening

0,00

 

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

Hoofdstuk 1 2 Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

233 035 500,00

-5 178 000,00

227 857 500,00

225 901 709,22

225 786 758,11

114 951,11

1 955 790,78

31 114,35

28 547,70

2 566,65

1 4 0 0 Andere personeelsleden

6 271 500,00

131 424,08

6 402 924,08

6 174 871,76

6 174 871,76

0,00

228 052,32

0,00

0,00

0,00

1 4 0 4 Stages en uitwisseling van personeel

697 000,00

 

697 000,00

682 000,00

659 472,74

22 527,26

15 000,00

25 757,96

0,00

25 757,96

1 4 0 5 Andere externe dienstverlening

263 000,00

 

263 000,00

221 640,00

146 169,72

75 470,28

41 360,00

79 270,44

9 123,90

70 146,54

1 4 0 6 Externe dienstverlening op taalkundig gebied

12 158 500,00

1 668 575,92

13 827 075,92

13 570 784,02

9 570 613,96

4 000 170,06

256 291,90

2 619 335,69

2 439 083,59

180 252,10

1 4 9 Voorziening

0,00

 

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

Hoofdstuk 1 4 Ander personeel en prestaties van derden

19 390 000,00

1 800 000,00

21 190 000,00

20 649 295,78

16 551 128,18

4 098 167,60

540 704,22

2 724 364,09

2 448 207,49

276 156,60

1 6 1 0 Diverse uitgaven voor de aanwerving

216 000,00

 

216 000,00

150 825,61

116 154,21

34 671,40

65 174,39

52 428,63

5 223,51

47 205,12

1 6 1 2 Bijscholing

1 764 500,00

 

1 764 500,00

1 603 192,11

665 786,71

937 405,40

161 307,89

664 795,95

516 487,61

148 308,34

1 6 2 Dienstreizen

361 500,00

 

361 500,00

358 719,60

219 528,59

139 191,01

2 780,40

91 573,06

50 557,19

41 015,87

1 6 3 0 Sociale dienst

21 000,00

 

21 000,00

5 917,50

667,50

5 250,00

15 082,50

6 072,00

5 394,77

677,23

1 6 3 2 Sociale contacten tussen de leden van het personeel en overige sociale voorzieningen

284 500,00

 

284 500,00

257 340,83

247 878,53

9 462,30

27 159,17

25 586,99

1 286,74

24 300,25

1 6 5 0 Medische dienst

188 500,00

 

188 500,00

112 586,24

76 189,74

36 396,50

75 913,76

42 611,02

19 688,11

22 922,91

1 6 5 2 Restaurants en kantines

80 000,00

 

80 000,00

79 993,70

38 714,28

41 279,42

6,30

14 294,51

13 424,52

869,99

1 6 5 4 Kinderdagverblijf

3 184 500,00

215 000,00

3 399 500,00

3 399 500,00

2 742 593,56

656 906,44

0,00

304 319,13

233 423,73

70 895,40

1 6 5 6 Europese scholen van type II

21 000,00

 

21 000,00

21 000,00

21 000,00

0,00

0,00

0,00

0,00

 

Hoofdstuk 1 6 Overige uitgaven in verband met de aan de instelling verbonden personen

6 121 500,00

215 000,00

6 336 500,00

5 989 075,59

4 128 513,12

1 860 562,47

347 424,41

1 201 681,29

845 486,18

356 195,11

Titel 1 Aan de instelling verbonden personen

292 086 500,00

-3 803 000,00

288 283 500,00

282 869 178,71

275 982 749,25

6 886 429,46

5 414 321,29

4 595 728,77

3 483 433,08

1 112 295,69

2 0 0 0 Huur

9 776 000,00

-5 564 641,26

4 211 358,74

4 211 358,73

4 211 358,73

0,00

0,01

207 460,01

207 460,00

0,01

2 0 0 1 Huurkoop

32 390 000,00

6 664 641,26

39 054 641,26

39 053 669,38

38 692 622,33

361 047,05

971,88

359 161,78

357 896,29

1 265,49

2 0 0 3 Verwerving van onroerende goederen

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

2 0 0 5 Oprichting van gebouwen

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

2 0 0 7 Inrichting van dienstruimten

500 000,00

2 465 000,00

2 965 000,00

2 803 868,99

1 243 516,85

1 560 352,14

161 131,01

1 155 528,28

1 125 604,57

29 923,71

2 0 0 8 Studies en technische bijstand bij bouwprojecten

1 270 000,00

90 000,00

1 360 000,00

1 332 894,48

866 142,80

466 751,68

27 105,52

437 306,51

400 824,18

36 482,33

2 0 2 2 Schoonmaak en onderhoud

7 693 500,00

85 000,00

7 778 500,00

7 581 674,55

5 359 182,53

2 222 492,02

196 825,45

1 772 376,90

1 590 707,49

181 669,41

2 0 2 4 Energieverbruik

2 585 500,00

- 405 000,00

2 180 500,00

2 140 661,34

1 824 243,08

316 418,26

39 838,66

328 015,20

250 692,17

77 323,03

2 0 2 6 Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

6 535 000,00

700 000,00

7 235 000,00

7 196 463,22

6 333 093,50

863 369,72

38 536,78

1 312 948,75

1 235 175,41

77 773,34

2 0 2 8 Verzekeringen

103 000,00

4 500,00

107 500,00

107 386,58

106 386,58

1 000,00

113,42

0,00

0,00

0,00

2 0 2 9 Overige uitgaven in verband met de gebouwen

215 000,00

115 500,00

330 500,00

314 210,89

211 468,86

102 742,03

16 289,11

88 450,54

70 749,22

17 701,32

Hoofdstuk 2 0 Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

61 068 000,00

4 155 000,00

65 223 000,00

64 742 188,16

58 848 015,26

5 894 172,90

480 811,84

5 661 247,97

5 239 109,33

422 138,64

2 1 0 0 Aankoop en onderhoud van materieel en software en werkzaamheden daaraan

6 131 500,00

1 036 000,00

7 167 500,00

7 167 066,04

4 532 523,46

2 634 542,58

433,96

3 037 808,67

3 016 730,95

21 077,72

2 1 0 2 Diensten van derden in verband met de exploitatie, het ontwerpen en het onderhoud van software en systemen

10 515 500,00

795 000,00

11 310 500,00

11 305 568,89

6 262 310,75

5 043 258,14

4 931,11

5 106 403,77

4 990 439,11

115 964,66

2 1 0 3 Telecommunicatie

826 000,00

- 528 000,00

298 000,00

295 472,75

219 005,25

76 467,50

2 527,25

138 483,55

109 175,82

29 307,73

2 1 2 Meubilair

762 500,00

0,00

762 500,00

678 815,91

410 170,88

268 645,03

83 684,09

400 276,46

397 777,40

2 499,06

2 1 4 Technische installaties en technisch materieel

407 000,00

270 000,00

677 000,00

542 347,71

181 124,12

361 223,59

134 652,29

169 732,60

128 117,85

41 614,75

2 1 6 Voertuigen

1 651 500,00

0,00

1 651 500,00

1 530 122,66

1 339 159,55

190 963,11

121 377,34

95 265,83

20 462,16

74 803,67

Hoofdstuk 2 1 Informatica, materieel en roerende goederen: aankoop, huur en onderhoud

20 294 000,00

1 573 000,00

21 867 000,00

21 519 393,96

12 944 294,01

8 575 099,95

347 606,04

8 947 970,88

8 662 703,29

285 267,59

2 3 0 Papier, kantoorbenodigdheden en divers klein materiaal

694 000,00

 

694 000,00

693 999,94

427 046,67

266 953,27

0,06

117 558,96

113 871,47

3 687,49

2 3 1 Financiële kosten

50 000,00

 

50 000,00

10 087,75

4 573,95

5 513,80

39 912,25

7 786,66

1 456,00

6 330,66

2 3 2 Juridische kosten en schadevergoeding

70 000,00

 

70 000,00

14 150,00

11 000,00

3 150,00

55 850,00

3 975,00

985,00

2 990,00

2 3 6 Portokosten

210 000,00

 

210 000,00

111 000,00

87 384,50

23 615,50

99 000,00

21 323,06

11 889,83

9 433,23

2 3 8 Overige administratieve uitgaven

436 500,00

 

436 500,00

328 235,51

277 227,33

51 008,18

108 264,49

72 659,12

54 006,75

18 652,37

Hoofdstuk 2 3 Lopende huishoudelijke uitgaven

1 460 500,00

0,00

1 460 500,00

1 157 473,20

807 232,45

350 240,75

303 026,80

223 302,80

182 209,05

41 093,75

2 5 2 Onthaal- en representatiekosten

138 000,00

0,00

138 000,00

138 000,00

127 964,83

10 035,17

0,00

23 363,93

15 733,86

7 630,07

2 5 4 Conferenties, congressen en vergaderingen

383 500,00

0,00

383 500,00

360 003,91

141 421,81

218 582,10

23 496,09

60 074,54

7 959,91

52 114,63

2 5 6 Kosten van voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

43 061,23

20 234,75

22 826,48

2 5 7 Dienst juridische informatica

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

Hoofdstuk 2 5 Vergaderingen en conferenties

521 500,00

0,00

521 500,00

498 003,91

269 386,64

228 617,27

23 496,09

126 499,70

43 928,52

82 571,18

2 7 0 Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen

0,00

 

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

2 7 2 Documentatie, bibliotheek en archivering

1 426 000,00

120 000,00

1 546 000,00

1 545 734,26

1 294 367,21

251 367,05

265,74

235 180,25

211 424,98

23 755,27

2 7 4 0 Publicatieblad

500 000,00

 

500 000,00

493 750,00

493 750,00

0,00

6 250,00

0,00

0,00

0,00

2 7 4 1 Publicaties van algemene aard

615 000,00

- 230 000,00

385 000,00

292 135,34

292 135,34

0,00

92 864,66

0,00

0,00

0,00

2 7 4 2 Overige uitgaven in verband met voorlichting

156 500,00

 

 

146 309,87

92 117,03

 

 

0,00

0,00

0,00

Hoofdstuk 2 7 Voorlichting: aankoop, archivering, productie en verspreiding

2 697 500,00

- 110 000,00

2 587 500,00

2 477 929,47

2 172 369,58

305 559,89

109 570,53

235 180,25

211 424,98

23 755,27

Titel 2 Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

86 041 500,00

5 618 000,00

91 659 500,00

90 394 988,70

75 041 297,94

15 353 690,76

1 264 511,30

15 194 201,60

14 339 375,17

854 826,43

3 7 1 0 Gerechtelijke kosten

59 000,00

0,00

59 000,00

7 000,00

7 000,00

0,00

52 000,00

20 527,28

12 060,80

8 466,48

3 7 1 1 Arbitragecommissie bedoeld in artikel 18 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

Hoofdstuk 3 7 Speciale uitgaven van bepaalde instellingen en organen

59 000,00

0,00

59 000,00

7 000,00

7 000,00

0,00

52 000,00

20 527,28

12 060,80

8 466,48

Titel 3 Uitgaven voortvloeiend uit specifieke taken van de instelling

59 000,00

0,00

59 000,00

7 000,00

7 000,00

0,00

52 000,00

20 527,28

12 060,80

8 466,48

10 0 Voorzieningen

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

10 1 Reserve voor onvoorziene uitgaven

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

Titel 10 Overige uitgaven

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

Totaal

378 187 000,00

1 815 000,00

380 002 000,00

373 271 167,41

351 031 047,19

22 240 120,22

6 730 832,59

19 810 457,65

17 834 869,05

1 975 588,60


BIJLAGE IVb

UITVOERING VAN DE VASTLEGGINGSKREDIETEN PER DIENST

(in EUR)

Diensten

Definitieve kredieten van het begrotingsjaar

Betalingsverplichtingen

Algemene directie Personeel en financiën

 

 

Hoofdstuk 1 0

32 557 500,00

30 006 816,60

Hoofdstuk 1 2

227 857 500,00

225 901 709,22

Hoofdstuk 1 4

7 239 924,08

6 985 471,76

Hoofdstuk 1 6

6 128 183,00

5 783 545,29

Hoofdstuk 2 3

50 000,00

10 087,75

Hoofdstuk 2 5

8 300,00

8 300,00

Totaal

273 841 407,08

268 695 930,62

Algemene directie Infrastructuur

 

 

Hoofdstuk 1 4

123 000,00

93 040,00

Hoofdstuk 1 6

80 000,00

79 993,70

Hoofdstuk 2 0

65 223 000,00

64 742 188,16

Hoofdstuk 2 1

21 865 500,00

21 519 393,96

Hoofdstuk 2 3

1 329 000,00

1 126 807,65

Hoofdstuk 2 7

735 000,00

635 885,34

Totaal

89 355 500,00

88 197 308,81

Algemene directie Vertaling

 

 

Hoofdstuk 1 4

11 497 575,92

11 277 800,02

Totaal

11 497 575,92

11 277 800,02

Directie Tolken

 

 

Hoofdstuk 1 4

2 272 000,00

2 272 000,00

Totaal

2 272 000,00

2 272 000,00

Algemene directie Bibliotheek, onderzoek en documentatie

 

 

Hoofdstuk 1 4

57 500,00

20 984,00

Hoofdstuk 2 7

1 426 000,00

1 425 798,26

Totaal

1 483 500,00

1 446 782,26

Directie Protocol en bezoeken

 

 

Hoofdstuk 2 1

1 500,00

0,00

Hoofdstuk 2 3

11 500,00

6 427,80

Hoofdstuk 2 5

513 200,00

489 703,91

Totaal

526 200,00

496 131,71

Directie Communicatie

 

 

Hoofdstuk 2 7

426 500,00

416 245,87

Totaal

426 500,00

416 245,87

Andere diensten (griffies van de rechterlijke instanties en juridisch adviseur administratieve zaken)

 

 

Hoofdstuk 1 0

342 000,00

322 281,52

Hoofdstuk 1 6

128 317,00

125 536,60

Hoofdstuk 2 3

70 000,00

14 150,00

Hoofdstuk 3 7

59 000,00

7 000,00

Totaal

599 317,00

468 968,12

Algemeen totaal

380 002 000,00

373 271 167,41


BIJLAGE V

GEBRUIK VAN DE BESTEMMINGSONTVANGSTEN IN 2016

(in EUR)

 

Overdracht van de bestemmingsontvangsten van 2015 naar 2016

Bestemmingsontvangsten 2016

Betalingen

Annulering van de niet-overdraagbare bestemmingsontvangsten 2015

Overdracht van de bestemmingsontvangsten (1) van 2016 naar 2017

1 0 —

Leden van de instelling

0,00

570,66

0,00

0,00

570,66

1 2 —

Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

29 458,15

98 427,26

14 910,70

14 547,45

98 427,26

1 4 —

Ander personeel en prestaties van derden

257 361,69

256 131,61

256 435,15

926,54

256 131,61

1 6 —

Overige uitgaven in verband met de aan de instelling verbonden personen

7 405,33

13 783,93

7 510,73

13,71

13 664,82

Titel 1 — Aan de instelling verbonden personen

294 225,17

368 913,46

278 856,58

15 487,70

368 794,35

2 0 —

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

157 713,71

282 389,30

237 538,54

300,75

202 263,72

2 1 —

Informatica, materieel en roerende goederen: aankoop, huur en onderhoud

291 557,41

150 392,48

267 721,93

23 835,48

150 392,48

2 3 —

Lopende huishoudelijke uitgaven

32 979,77

33 701,21

34 150,18

0,00

32 530,80

2 5 —

Vergaderingen en conferenties

215,70

951,59

0,00

215,70

951,59

2 7 —

Voorlichting: aankoop, archivering, productie en verspreiding

6 937,76

42 852,07

7 843,30

0,00

41 946,53

Titel 2 — Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

489 404,35

510 286,65

547 253,95

24 351,93

428 085,12

3 7 —

Speciale uitgaven van bepaalde instellingen en organen

20 553,50

2 391,00

5 000,00

15 553,50

2 391,00

Titel 3 — Uitgaven voortvloeiend uit specifieke taken van de instelling

20 553,50

2 391,00

5 000,00

15 553,50

2 391,00

Totaal

804 183,02

881 591,11

831 110,53

55 393,13

799 270,47


(1)  Volgens artikel 14, onder b), van het Financieel Reglement mogen interne bestemmingsontvangsten slechts één jaar worden overgedragen.