ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 186

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

60e jaargang
10 juni 2017


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2017/C 186/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8404 — Volkswagen Financial Services/Logpay Financial Services/Logpay Transport Services) ( 1 )

1

2017/C 186/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8426 — Linde/PJSC Power Machines/JV) ( 1 )

1


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Raad

2017/C 186/03

Besluit van de Raad van 8 juni 2017 tot vaststelling van het standpunt van de Raad ten aanzien van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2017

2

 

Europese Commissie

2017/C 186/04

Wisselkoersen van de euro

3

2017/C 186/05

Advies van het Adviescomité voor concentraties uitgebracht op zijn bijeenkomst van 23 maart 2017 betreffende een ontwerpbesluit in zaak M.7962 — ChemChina/Syngenta — Rapporteur: Slovenië

4

2017/C 186/06

Eindverslag van de raadadviseur-auditeur — ChemChina/Syngenta (Zaak M.7962)

6

2017/C 186/07

Samenvatting van het besluit van de Commissie van 5 april 2017 waarbij een concentratie verenigbaar wordt verklaard met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst (Zaak M.7962 — ChemChina/Syngenta) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 2167)  ( 1 )

8

2017/C 186/08

Vaststelling van een besluit van de Commissie betreffende de kennisgeving door Slowakije van een gewijzigd nationaal plan voor de overgangsfase als bedoeld in artikel 32, lid 6, van Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies

13


 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2017/C 186/09

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.8510 — Robert Tönnies/Clemens Tönnies/Zur Mühlen Group and Asset Group) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

14

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2017/C 186/10

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

16


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

10.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 186/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.8404 — Volkswagen Financial Services/Logpay Financial Services/Logpay Transport Services)

(Voor de EER relevante tekst)

(2017/C 186/01)

Op 4 mei 2017 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Duits en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32017M8404. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


10.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 186/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.8426 — Linde/PJSC Power Machines/JV)

(Voor de EER relevante tekst)

(2017/C 186/02)

Op 10 mei 2017 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32017M8426. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Raad

10.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 186/2


BESLUIT VAN DE RAAD

van 8 juni 2017

tot vaststelling van het standpunt van de Raad ten aanzien van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2017

(2017/C 186/03)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (1), en met name artikel 41,

Overwegende hetgeen volgt:

De begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2017 is definitief vastgesteld op 1 december 2016 (2),

De Commissie heeft op 12 april 2017 een voorstel ingediend met het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2 bij de algemene begroting voor het begrotingsjaar 2017,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Enig artikel

Het standpunt van de Raad betreffende het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2017 is vastgesteld op 8 juni 2017.

De volledige tekst kan worden geraadpleegd op of gedownload van de website van de Raad: http://www.consilium.europa.eu/

Gedaan te Brussel, 8 juni 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

U. REINSALU


(1)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

(2)  PB L 51 van 28.2.2017, blz. 1.


Europese Commissie

10.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 186/3


Wisselkoersen van de euro (1)

9 juni 2017

(2017/C 186/04)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1176

JPY

Japanse yen

123,44

DKK

Deense kroon

7,4378

GBP

Pond sterling

0,87638

SEK

Zweedse kroon

9,7615

CHF

Zwitserse frank

1,0863

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

9,5218

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

26,223

HUF

Hongaarse forint

307,32

PLN

Poolse zloty

4,1903

RON

Roemeense leu

4,5628

TRY

Turkse lira

3,9444

AUD

Australische dollar

1,4837

CAD

Canadese dollar

1,5098

HKD

Hongkongse dollar

8,7136

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,5520

SGD

Singaporese dollar

1,5469

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 256,54

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

14,4002

CNY

Chinese yuan renminbi

7,5962

HRK

Kroatische kuna

7,4150

IDR

Indonesische roepia

14 862,96

MYR

Maleisische ringgit

4,7666

PHP

Filipijnse peso

55,332

RUB

Russische roebel

63,6657

THB

Thaise baht

38,077

BRL

Braziliaanse real

3,6476

MXN

Mexicaanse peso

20,3526

INR

Indiase roepie

71,8000


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


10.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 186/4


Advies van het Adviescomité voor concentraties uitgebracht op zijn bijeenkomst van 23 maart 2017 betreffende een ontwerpbesluit in zaak M.7962 — ChemChina/Syngenta

Rapporteur: Slovenië

(2017/C 186/05)

Transactie

1.

Het Adviescomité (acht lidstaten) is het met de Commissie eens dat de transactie een concentratie vormt in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening.

Uniedimensie

2.

Het Adviescomité (acht lidstaten) is het met de Commissie eens dat de transactie een Uniedimensie heeft in de zin van artikel 1, lid 2, van de concentratieverordening.

Productmarkten en geografische markten

3.

Het Adviescomité (acht lidstaten) is het eens met de omschrijving van de Commissie van de relevante productmarkten voor geformuleerde producten voor gewasbescherming, en met name met de segmentering van de:

3.1.

markten voor herbiciden;

3.2.

markten voor insecticiden;

3.3.

markten voor fungiciden;

3.4.

markten voor plantengroeiregulatoren;

3.5.

markten voor producten voor zaadbehandelingen;

3.6.

markten voor producten voor behandelingen na opkomst;

3.7.

markten voor producten voor gazons en tuinen, en

3.8.

markten voor nutriënten.

4.

Het Adviescomité (acht lidstaten) is het eens met de omschrijving van de Commissie van de volgende relevante productmarkten:

4.1.

markten voor werkzame stoffen, en

4.2.

markten voor grondstoffen.

5.

Het Adviescomité (acht lidstaten) is het eens met de omschrijving van de Commissie van de relevante geografische markten met betrekking tot:

5.1.

markten voor geformuleerde producten voor gewasbescherming;

5.2.

markten voor werkzame stoffen, en

5.3.

markten voor grondstoffen.

Beoordeling uit mededingingsoogpunt

6.

Het Adviescomité (acht lidstaten) is het eens met de beoordeling van de Commissie dat de transactie de daadwerkelijke mededinging significant zou belemmeren op diverse nationale markten voor:

6.1.

fungiciden voor granen, fruit, koolzaad en groenten;

6.2.

insecticiden voor granen, maïs, fruit, koolzaad en groenten;

6.3.

plantengroeiregulatoren voor granen;

6.4.

producten voor zaadbehandelingen voor granen en suikerbieten, en

6.5.

herbiciden voor granen, maïs, zonnebloemen en groenten.

7.

Het Adviescomité (acht lidstaten) is het met de Commissie eens dat de definitieve verbintenissen die de partijen op 27 januari 2017 hebben ingediend, de door de Commissie vastgestelde mededingingsbezwaren wegnemen.

8.

Het Adviescomité (acht lidstaten) is het eens met de beoordeling van de Commissie dat de transactie de daadwerkelijke mededinging niet significant zou belemmeren op diverse nationale markten voor:

8.1.

fungiciden voor granen, fruit, koolzaad, suikerbieten, zonnebloemen en groenten;

8.2.

insecticiden voor granen, maïs, fruit, koolzaad, zonnebloemen en groenten;

8.3.

plantengroeiregulatoren voor granen;

8.4.

producten voor zaadbehandelingen voor granen, zonnebloemen en groenten;

8.5.

herbiciden voor granen, maïs, katoen, fruit, koolzaad, suikerbieten, sojabonen, zonnebloemen en groenten;

8.6.

nutriënten voor fruit;

8.7.

producten voor gazons en tuinen, en

8.8.

producten voor de behandeling van fruit na opkomst.

9.

Het Adviescomité (acht lidstaten) is het eens met de beoordeling van de Commissie dat de transactie de daadwerkelijke mededinging niet significant zou belemmeren wat betreft de markten voor:

9.1.

werkzame stoffen, en

9.2.

grondstoffen.

10.

Het Adviescomité (acht lidstaten) is het met de Commissie eens dat, mits de door de partijen op 27 januari 2017 voorgestelde definitieve verbintenissen volledig zijn nagekomen, de transactie de daadwerkelijke mededinging op de interne markt of een wezenlijk deel ervan niet op significante wijze zou belemmeren.

Verenigbaarheid met de interne markt

11.

Het Adviescomité (acht lidstaten) is het met de Commissie eens dat de transactie overeenkomstig artikel 2, lid 2, en artikel 8, lid 2, van de concentratieverordening en artikel 57 van de EER-overeenkomst verenigbaar met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst moet worden verklaard.


10.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 186/6


Eindverslag van de raadadviseur-auditeur (1)

ChemChina/Syngenta

(Zaak M.7962)

(2017/C 186/06)

1.

Op 23 september 2016 heeft de Europese Commissie (hierna „de Commissie” genoemd) een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van de concentratieverordening (2) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat de Chinese overheidsonderneming China National Chemical Corporation (hierna „ChemChina” genoemd) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening zeggenschap verkrijgt over de hele Zwitserse onderneming Syngenta AG (hierna „Syngenta” genoemd) door de verwerving van aandelen (hierna „de transactie” genoemd). ChemChina en Syngenta worden hierna gezamenlijk „de partijen” genoemd.

2.

ChemChina is actief in de agrochemische sector via China National Agrochemical Corporation, die haar in Israël gevestigde volle dochteronderneming Adama Agricultural Solutions controleert (hierna „Adama” genoemd). Adama is voornamelijk actief op mondiaal niveau, in de productie en de verkoop van niet door octrooien beschermde geformuleerde producten voor gewasbescherming. Syngenta is een een mondiale speler in de agrochemische sector met onder andere activiteiten op het gebied van onderzoek, ontwikkeling, productie en verkoop van gewasbeschermingsmiddelen en zaden.

3.

Tijdens het eerste onderzoek van de Commissie zijn ernstige twijfels gerezen over de verenigbaarheid van de transactie met de interne markt en de EER-overeenkomst, met name met betrekking tot de horizontale effecten van de transactie op een groot aantal Europese markten voor gewasbescherming. Bovendien was verder onderzoek nodig met betrekking tot producten voor gazons en tuinen, de mondiale handelsmarkt voor een aantal werkzame stoffen en mogelijke afschermingseffecten als gevolg van gebundelde verkoop. Op 28 oktober 2016 heeft de Commissie een besluit tot inleiding van de procedure van artikel 6, lid 1, onder c), van de concentratieverordening vastgesteld, naar aanleiding waarvan de partijen op 9 en 29 november 2016 schriftelijke opmerkingen hebben ingediend.

4.

Op 16 november 2016 is de tweede fase van de beoordeling van de transactie op verzoek van de partijen en overeenkomstig artikel 10, lid 3, tweede alinea, van de concentratieverordening met tien werkdagen verlengd. Op basis van dezelfde rechtsgrondslag heeft de Commissie die beoordelingsperiode in samenspraak met de partijen op 3 januari 2017 verlengd met nog eens tien werkdagen.

5.

Op 11 januari 2017 heb ik Finchimica SpA op dier verzoek erkend als belanghebbende derde in deze procedure.

6.

Op 10 januari 2017 hebben de partijen een eerste reeks verbintenissen ingediend. Op basis van feedback uit de door de Commissie op 10 januari 2017 uitgevoerde gerichte markttest van dit pakket hebben de partijen op 27 januari 2017 verbeterde verbintenissen ingediend (hierna „de definitieve verbintenissen” genoemd).

7.

De Commissie heeft geen mededeling van punten van bezwaar vastgesteld (3). Er heeft geen formele hoorzitting overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 802/2004 van de Commissie plaatsgevonden (4).

8.

In het ontwerpbesluit komt de Commissie tot de conclusie dat de definitieve verbintenissen geschikt en toereikend zijn om de significante belemmering van de daadwerkelijke mededinging op de markten voor gewasbescherming waar mededingingsbezwaren zijn gerezen, weg te nemen. De Commissie verklaart de transactie dan ook verenigbaar met de interne markt en de EER-overeenkomst, onder de voorwaarden en verplichtingen die ervoor moeten zorgen dat de partijen de verbintenissen nakomen.

9.

Overeenkomstig artikel 16, lid 1, van Besluit 2011/695/EU heb ik het ontwerpbesluit onderzocht en kom ik tot de conclusie dat dit uitsluitend punten van bezwaar betreft ten aanzien waarvan de partijen in de gelegenheid zijn gesteld hun standpunt kenbaar te maken.

10.

Alles in aanmerking genomen, ben ik van oordeel dat de procedurele rechten in deze zaak daadwerkelijk konden worden uitgeoefend.

Brussel, 24 maart 2017.

Joos STRAGIER


(1)  Opgesteld overeenkomstig de artikelen 16 en 17 van Besluit 2011/695/EU van de voorzitter van de Europese Commissie van 13 oktober 2011 betreffende de functie en het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures (PB L 275 van 20.10.2011, blz. 29).

(2)  Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de „EG-concentratieverordening”) (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1) (hierna de „concentratieverordening” genoemd).

(3)  In artikel 10, lid 2, van de concentratieverordening is het volgende bepaald: „Beschikkingen op grond van artikel 8, lid 1 of lid 2, met betrekking tot aangemelde concentraties moeten gegeven worden zodra de in artikel 6, lid 1, onder c), genoemde ernstige twijfel blijkt te zijn weggenomen, met name doordat de betrokken ondernemingen wijzigingen hebben aangebracht.” Wanneer de partijen verbintenissen hebben ingediend voordat de Commissie een mededeling van punten van bezwaar heeft vastgesteld, en deze verbintenissen toereikend zijn om de ernstige twijfels weg te nemen, neemt de Commissie dan ook een besluit op grond van artikel 8, lid 2, zonder een mededeling van punten van bezwaar vast te stellen. Zie in dit verband bijvoorbeeld zaak COMP/M.5440 Lufthansa/Austrian Airlines, punt 10 en mededeling van de Commissie betreffende op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad en Verordening (EG) nr. 802/2004 van de Commissie aanvaardbare corrigerende maatregelen (PB C 267 van 22.10.2008, blz. 1, punt 18).

(4)  Verordening (EG) nr. 802/2004 van de Commissie tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 133 van 30.4.2004, blz. 1; rectificatie PB L 172 van 6.5.2004, blz. 9).


10.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 186/8


Samenvatting van het besluit van de Commissie

van 5 april 2017

waarbij een concentratie verenigbaar wordt verklaard met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst

(Zaak M.7962 — ChemChina/Syngenta)

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 2167)

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2017/C 186/07)

Op 5 april 2017 heeft de Commissie een besluit vastgesteld met betrekking tot een concentratiezaak op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen  (1) , en met name artikel 8, lid 2, van die verordening. Een niet-vertrouwelijke versie van de volledige tekst van het besluit, in voorkomend geval in de vorm van een voorlopige versie, is in het Engels te vinden op de website van het directoraat-generaal Concurrentie op het volgende adres: http://ec.europa.eu/comm/competition/index_en.html

I.   INLEIDING

(1)

ChemChina is een Chinese overheidsonderneming. ChemChina is actief in de agrochemische sector via haar agrochemische onderneming China National Agrochemical Corporation (hierna „CNAC” genoemd). CNAC controleert met name haar volle dochteronderneming ADAMA Agricultural Solutions Ltd (hierna „Adama” genoemd). Adama is een in Israël gevestigde onderneming die tot voor kort gezamenlijk werd gecontroleerd door de Israëlische onderneming Koor Industries Ltd (hierna „Koor” genoemd) en ChemChina. Adama is voornamelijk actief in de productie en/of distributie van niet door octrooien beschermde geformuleerde producten voor gewasbescherming en de professionele bestrijding van plagen (met name een breed scala aan herbiciden, insecticiden en fungiciden, zaadbehandelingsproducten en producten voor gazons en tuinen). Adama verkoopt ook werkzame stoffen en is wereldwijd actief. CNAC produceert en verkoopt chemische producten voor landbouwdoeleinden (gewasbescherming), zoals niet door octrooien beschermde werkzame stoffen en geformuleerde producten die worden gebruikt voor agrarische gewasbeschermingsmiddelen, vooral buiten de Europese Economische Ruimte (EER).

(2)

Syngenta is een mondiale onderneming die actief is in de agrochemische sector en haar hoofdkantoor in Zwitserland heeft. Ze produceert en verkoopt gewasbeschermingsmiddelen, zaden en producten voor gazons en tuinen. Syngenta is een verticaal geïntegreerde onderneming met activiteiten op het gebied van onderzoek, ontwikkeling, productie en verkoop van een breed scala aan gewasbeschermingsmiddelen en zaden.

II.   DE TRANSACTIE

(3)

Op 23 september 2016 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad ontvangen. Hierin is meegedeeld dat de onderneming ChemChina in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening zeggenschap verkrijgt over de hele onderneming Syngenta door de verwerving van aandelen (hierna „de transactie” genoemd). ChemChina en Syngenta worden hierna gezamenlijk „de partijen” genoemd, terwijl de onderneming die het resultaat zou zijn van de transactie, hierna „de fusieonderneming” wordt genoemd.

(4)

Bij besluit van 28 oktober 2016 stelde de Commissie vast dat de transactie ernstige twijfels deed rijzen ten aanzien van de verenigbaarheid ervan met de interne markt, en leidde zij de procedure van artikel 6, lid 1, onder c), van de concentratieverordening in.

(5)

Het diepgaande onderzoek bevestigde de voorlopige mededingingsbezwaren.

(6)

De partijen hebben op 27 januari 2017 de definitieve verbintenissen ingediend (hierna „de definitieve verbintenissen” genoemd) om de transactie verenigbaar te maken met de interne markt.

(7)

Over het ontwerpbesluit vond op 23 maart 2017 overleg plaats met de lidstaten tijdens een bijeenkomst van het Adviescomité voor concentraties, dat een gunstig advies uitbracht. De raadadviseur-auditeur gaf zijn gunstig advies over de procedure in zijn verslag dat op 24 maart 2017 werd ingediend.

III.   TOELICHTING

A.   DE RELEVANTE PRODUCTMARKTEN

Grondstoffen

(8)

Grondstoffen zijn inputs die onder andere worden gebruikt voor de productie van chemische producten. De Commissie beschouwt elke grondstof als een afzonderlijke productmarkt. De relevante geografische werkingssfeer is mondiaal, aangezien de grondstoffen wereldwijd worden verhandeld.

Werkzame stoffen

(9)

Werkzame stoffen zijn essentiële bestanddelen van gewasbeschermingsmiddelen die het gewenste biologische effect opleveren (namelijk de bestrijding van plagen). De Commissie beschouwt elke werkzame stof als een afzonderlijke productmarkt. De Commissie zal de exacte afbakening van de geografische markt voor werkzame stoffen openlaten en haar beoordeling verrichten op het meest restrictieve niveau, d.w.z. op het niveau van de EER.

Gewasbeschermingsmiddelen

(10)

Gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt in de landbouwproductie (en voor een aantal huishoudelijke doeleinden) om een gewas te beschermen tegen biologische organismen (plagen) die negatieve gevolgen kunnen hebben voor de ontwikkeling van het gewas. De verschillende categorieën van gewasbeschermingsmiddelen omvatten herbiciden, insecticiden, fungiciden, plantengroeiregulatoren, zaadbehandelingen, behandelingen na de oogst, nutriënten en producten voor gazons en tuinen.

(11)

Herbiciden zijn gewasbeschermingsmiddelen waarmee onkruid wordt bestreden. Een onderscheid tussen i) selectieve herbiciden en ii) niet-selectieve herbiciden, alsook naar gewas, is relevant voor de beoordeling van de mededinging.

(12)

Insecticiden zijn gewasbeschermingsmiddelen waarmee insecten worden gedood of verjaagd om de plantengroei te bevorderen en de oogst te verbeteren. Het is passend insecticiden op het niveau van het gewas en het segment te beoordelen (blad-/bodeminsecticiden) en een onderscheid te maken tussen kauwende en zuigende insecten.

(13)

Fungiciden worden gebruikt om aantasting van planten en plantaardige producten door zwammen en schimmels vóór en na de oogst te voorkomen. De Commissie verricht haar beoordeling op het meest restrictieve niveau, d.w.z. uitgesplitst naar blad- en bodembehandeling, naar gewas en naar ziekteniveau.

(14)

Plantengroeiregulatoren zijn agrochemische producten die de groei en de ontwikkeling van planten remmen, stimuleren of wijzigen. Er dient een onderscheid naar gewas te worden gemaakt. Zaadbehandeling bestaat in het coaten van zaden met specifieke formuleringen om ze in een vroeg stadium van hun ontwikkeling te beschermen. Er dient een onderscheid te worden gemaakt tussen insecticiden en fungiciden, alsook naar gewas.

(15)

Deze markten worden op nationaal niveau beoordeeld omdat er regelgevende belemmeringen zijn tussen de verschillende landen (verschillende voorschriften inzake etikettering en nationale registratie).

B.   BEOORDELING UIT MEDEDINGINGSOOGPUNT

1.   Unilaterale effecten

(16)

In dit geval leidt de transactie tot horizontale overlappingen wat betreft fungiciden, selectieve herbiciden, insecticiden, plantengroeiregulatoren en zaadbehandelingen op een aantal nationale markten voor granen, koolzaad, suikerbieten, maïs, fruit, groenten, zonnebloemen en andere gewassen (katoen en sojabonen).

(17)

De mededingingsrechtelijke beoordeling van de Commissie was toegespitst op de kleinste segmentering waarvoor gegevens beschikbaar zijn, d.w.z. gewas/sector/segment/subsegment.

(18)

In totaal heeft de Commissie voor 2015 op het niveau van gewas/sector/segment/subsegment 462 markten aangewezen waarop beide partijen aanwezig zijn met een gecombineerd marktaandeel van 20 % of meer.

Horizontale overlappingen op de markten voor gewasbescherming: markten die geen aanleiding tot mededingingsbezwaren geven

(19)

De Commissie heeft twee reeksen criteria vastgesteld voor de aanwijzing van getroffen markten waarop de transactie waarschijnlijk geen aanleiding tot mededingingsbezwaren zal geven.

(20)

Met de eerste reeks criteria worden markten aangewezen waarop het niveau van de concentratie en de toename ervan als gevolg van de transactie waarschijnlijk niet problematisch zullen zijn. Deze niet-problematische markten zijn de volgende:

markten waarop de Hirschmann-Herfindahl-index (HHI) na de fusie minder dan 1 000 bedraagt; volgens de richtsnoeren horizontale fusies is voor dergelijke markten normaliter geen uitgebreide analyse nodig;

markten waarop de HHI na de fusie tussen 1 000 en 2 000 en de delta minder dan 250 bedraagt, mits het gecombineerde marktaandeel van de partijen minder dan 50 % bedraagt, of

markten waarop de HHI na de fusie meer dan 2 000 en de delta minder dan 150 bedraagt, ook hier mits het gecombineerde marktaandeel van de partijen minder dan 50 % bedraagt.

(21)

Met de tweede reeks criteria worden markten aangewezen die gezien het bescheiden gecombineerde marktaandeel van de partijen (minder dan 30 %) en de aanwezigheid van ten minste drie significante alternatieve concurrenten waarschijnlijk niet problematisch zullen zijn.

(22)

Andere markten kregen groen licht van de Commissie op basis van een beoordeling waarbij rekening werd gehouden met de grootte van het marktaandeel, de intensiteit van de concurrentie tussen de producten van de partijen (op basis van werkzame stoffen en prijsstelling), de aanwezigheid van andere generieke spelers en de afwezigheid van pijplijnproducten in de portefeuille van de partijen.

Horizontale overlappingen op de markten voor gewasbescherming: markten die aanleiding tot mededingingsbezwaren geven

(23)

Op basis van een mededingingsrechtelijke beoordeling waarbij rekening wordt gehouden met de grootte van het marktaandeel, de intensiteit van de concurrentie tussen de producten van de partijen, de aanwezigheid van pijplijnproducten in de portefeuille van de partijen en het ontbreken van generieke concurrentie naast Adama, heeft de Commissie geconcludeerd dat de transactie tot een significante belemmering van de daadwerkelijke mededinging zou leiden op 115 markten voor gewasbescherming die zeven verschillende categorieën van gewassen bestrijken.

(24)

De markten waarop de Commissie een significante belemmering heeft vastgesteld, zijn de volgende:

20 markten voor fungiciden voor granen, fruit, koolzaad, suikerbieten en groenten. Voor deze gewassen hebben de partijen een reeks producten tegen bladvlekken, roest, fusarium, schimmel, meeldauw en oomyceten;

22 markten voor selectieve herbiciden voor granen, maïs, zonnebloemen en groenten. Voor deze gewassen hebben de partijen een reeks producten tegen tweezaadlobbigen (na opkomst), graminiciden (zowel vóór als na opkomst) en selectieve breedspectrumherbiciden (zowel vóór als na opkomst);

46 markten voor insecticiden voor granen, maïs, fruit, koolzaad en groenten. De partijen hebben een uitgebreide portefeuille aan breedspectrumproducten (zowel blad- als bodembehandeling), producten tegen kauwende insecten (bladbehandeling) en producten tegen zuigende insecten (bladbehandeling);

22 markten voor plantengroeiregulatoren voor granen waaronder gerst, tarwe en andere granen;

5 markten voor zaadbehandeling voor granen waaronder gerst, tarwe en andere granen.

Horizontale overlappingen op de markt voor commerciële werkzame stoffen

(25)

De transactie leidt tot horizontale overlappingen tussen de activiteiten van de partijen op de markt voor commerciële werkzame stoffen, namelijk de verkoop van werkzame stoffen aan andere ondernemingen die actief zijn op de downstreammarkt voor de levering van gewasbeschermingsmiddelen.

(26)

De Commissie achtte het niet waarschijnlijk dat de concentratie de marktpositie van de partijen op de markten voor gecommercialiseerde werkzame stoffen significant zou versterken en/of de bestaande marktstructuur ingrijpend zou veranderen. De handelsmarkt voor werkzame stoffen wordt gekenmerkt door een zekere reservecapaciteit en er bestaan alternatieve leveranciers naast de partijen, met name in Azië en China.

2.   Verticale effecten

Afscherming door middel van gebundelde verkoop

(27)

De Commissie heeft ook gekeken naar het vermogen en de stimulansen van de partijen om concurrenten de toegang tot het distributiekanaal downstream te ontzeggen door middel van strategieën voor gebundelde verkoop. De Commissie concludeerde dat de transactie geen wezenlijke gevolgen zou hebben voor het vermogen en de stimulansen van de partijen of andere O&O-spelers om gebruik te maken van strategieën voor gebundelde verkoop.

Andere marktafschermingseffecten

(28)

Bepaalde marktdeelnemers hebben bezwaren geuit dat de transactie het moeilijker kan maken voor kleinere generieke agrochemische spelers om registraties van werkzame stoffen en producten in de EER te behouden en te verlengen.

(29)

De Commissie concludeerde dat deze bezwaren grotendeels niet fusiegerelateerd zijn, aangezien de uitdagingen voor kleinere generieke spelers om erkenningen en registraties van werkzame stoffen en producten in de EER te behouden en te verlengen, vooral voortvloeien uit het bestaande regelgevende kader, dat agrochemische ondernemingen aanmoedigt om samen te werken, maar niet voorziet in een recht op toegang tot de nodige bestaande gegevens en taskforces.

Verticale relatie tussen commerciële werkzame stoffen en gewasbeschermingsmiddelen

(30)

De Commissie heeft onderzocht of de fusieonderneming als gevolg van de transactie de mogelijkheid zou hebben om de toegang tot grondstoffen/tussenproducten te beperken in het nadeel van de downstreamconcurrenten van Syngenta op de markten voor gewasbescherming.

(31)

Voor door beide partijen geleverde werkzame stoffen zal de transactie zoals eerder vastgesteld de daadwerkelijke mededinging waarschijnlijk niet op significante wijze belemmeren. Voor door ChemChina of Syngenta geleverde werkzame stoffen gelden corrigerende maatregelen (zie hieronder) of zijn er voldoende alternatieve leveranciers. Dit geldt ook voor grondstoffen.

(32)

De Commissie heeft voorts onderzocht of de fusieonderneming als gevolg van de transactie de mogelijkheid zou hebben om de toegang tot de downstreammarkt voor gewasbeschermingsmiddelen te beperken door haar aankopen van werkzame stoffen bij upstreamconcurrenten te verminderen. De Commissie concludeerde dat de fusieonderneming met betrekking tot werkzame stoffen geen klanten zou kunnen afschermen. Dit geldt ook voor grondstoffen.

3.   Corrigerende maatregelen

(33)

Om de bovengenoemde mededingingsbezwaren weg te nemen, hebben de partijen de hieronder beschreven verbintenissen ingediend.

(34)

Om de transactie verenigbaar te maken met de interne markt wat betreft de markten voor gewasbescherming die volgens de Commissie aanleiding geven tot mededingingsbezwaren, hebben de partijen op 9 en 10 januari 2017 verbintenissen overeenkomstig artikel 8, lid 2, van de concentratieverordening ingediend (hierna „de oorspronkelijke verbintenissen” genoemd). De Commissie is gestart met een markttest van deze verbintenissen. De markttest heeft uitgewezen dat de oorspronkelijke verbintenissen ontoereikend waren om de uit de transactie voortvloeiende bezwaren volledig weg te nemen. Om tegemoet te komen aan de in de markttest geformuleerde bezwaren, heeft de aanmeldende partij op 27 januari 2017 een reeks definitieve verbintenissen ingediend (hierna „de definitieve verbintenissen” genoemd).

(35)

De door de partijen ingediende definitieve verbintenissen bestaan hoofdzakelijk in de afstoting van een groot deel van de activa van Adama en een aantal activa van Syngenta op het gebied van gewasbescherming (hierna „het afgestoten bedrijfsonderdeel” genoemd) aan één enkele koper of aan meerdere kopers. De verbintenissen omvatten:

de registraties van gewasbeschermingsmiddelen van de afstotende partij (d.w.z. Adama of Syngenta) in elke lidstaat van de EER waarin de partij in het bezit is van dergelijke registraties, voor 48 geformuleerde producten die momenteel op de markt worden verkocht (portefeuille 1) (2);

de registraties van gewasbeschermingsmiddelen van de afstotende partij in elke lidstaat van de EER waarin de partij in het bezit is van dergelijke registraties, voor 6 pijplijnproducten die zijn vermeld in tabel 2 betreffende de corrigerende maatregelen (portefeuille 2);

de registraties van gewasbeschermingsmiddelen van de afstotende partij in elke lidstaat van de EER waarin de partij in het bezit is van dergelijke registraties, voor 21 geformuleerde producten waarvan de wettelijke goedkeuring volgens de partijen vermoedelijk zal aflopen tussen 2017 en 2023 (portefeuille 3);

alle geregistreerde intellectuele eigendom, met inbegrip van de merknamen en handelsmerken die vooral worden gebruikt door het afgestoten bedrijfsonderdeel in de EER, of vrije toegang daartoe;

door het afgestoten bedrijfsonderdeel gebruikte knowhow;

contracten met derde leveranciers voor de productie en de verkoop van de producten in het afgestoten bedrijfsonderdeel, voor zover van toepassing;

als de koper dit wenst, kan het afgestoten bedrijfsonderdeel, uitsluitend wat betreft de verkoop in de EER en voor een periode van maximaal […] na de sluiting, ook het volgende omvatten: i) loonproductie- en leveringsovereenkomsten voor de producten van het afgestoten bedrijfsonderdeel tegen de respectieve productiekosten van de partijen, of ii) de inspanningen van de partijen om de producten van het afgestoten bedrijfsonderdeel te leveren via back-to-backleveringsovereenkomsten met derden tegen de door de partijen betaalde groothandelsprijs, wanneer deze producten door derde leveranciers aan het afgestoten bedrijfsonderdeel worden geleverd;

als de koper dit wenst, het personeel dat redelijkerwijs zou worden geacht nodig te zijn om de levensvatbaarheid, de verhandelbaarheid en het concurrentievermogen van het afgestoten bedrijfsonderdeel te handhaven;

een onherroepelijke, overdraagbare en rechtenvrije licentie, om toegang te krijgen tot en gebruik te maken van registratiegegevens betreffende de secundaire werkzame stoffen die worden gebruikt in de mengsels van het afgestoten bedrijfsonderdeel;

een lijst van EER-klanten en andere documenten;

een inventaris en bepalingen voor het leveren van overgangsdiensten voor een duur van […] (die kan worden verlengd met […]);

een „toegangsrecht” voor de koper om deel te nemen aan toekomstige taskforces waarbij de partijen worden betrokken in de volgende registratieronde voor de afgestoten producten, om de kosten te delen en dubbele onderzoeken en proeven te vermijden.

(36)

De drie portefeuilles worden door de partijen als één enkel bedrijfsonderdeel voor verkoop op de markt gebracht, maar kunnen ook individueel worden verkocht aan verschillende kopers, of in verschillende delen en combinaties aan afzonderlijke kopers, mits alle producten van alle portefeuilles worden verkocht en een verkoop aan meerdere kopers geen gevolgen heeft voor de levensvatbaarheid en het concurrentievermogen van het afgestoten bedrijfsonderdeel.

(37)

De Commissie heeft geconcludeerd dat de definitieve verbintenissen geschikt en toereikend zijn om een significante belemmering van de daadwerkelijke mededinging op de markten voor gewasbescherming waar mededingingsbezwaren zijn gerezen, weg te nemen.

IV.   CONCLUSIE

(38)

Om de bovengenoemde redenen is de conclusie van het besluit dat de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de interne markt of een wezenlijk deel daarvan niet op significante wijze zal belemmeren.

(39)

Bijgevolg moet de concentratie overeenkomstig artikel 2, lid 2, en artikel 8, lid 2, van de concentratieverordening en artikel 57 van de EER-overeenkomst verenigbaar worden verklaard met de interne markt en de werking van de EER-overeenkomst.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

(2)  Voor punten a) en c) omvat de afstoting een onherroepelijke, exclusieve, overdraagbare en rechtenvrije licentie om toegang te krijgen tot en gebruik te maken van registratiegegevens betreffende werkzame stoffen en geformuleerde producten die nodig zijn om dergelijke productregistraties in de EER te ondersteunen en te behouden.


10.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 186/13


Vaststelling van een besluit van de Commissie betreffende de kennisgeving door Slowakije van een gewijzigd nationaal plan voor de overgangsfase als bedoeld in artikel 32, lid 6, van Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies

(2017/C 186/08)

Op 9 juni 2017 heeft de Commissie Besluit C(2017) 3868 van de Commissie betreffende de kennisgeving door Slowakije van een gewijzigd nationaal plan voor de overgangsfase als bedoeld in artikel 32, lid 6, van Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake industriële emissies (1) vastgesteld.

Dit document is beschikbaar op de volgende internetsite: https://circabc.europa.eu/w/browse/36205e98-8e7a-47d7-808d-931bc5baf6ee


(1)  PB L 334 van 17.12.2010, blz. 17.


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

10.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 186/14


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.8510 — Robert Tönnies/Clemens Tönnies/Zur Mühlen Group and Asset Group)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2017/C 186/09)

1.

Op 2 juni 2017 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat de natuurlijke personen Clemens Tönnies en zijn neef Robert Tönnies in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over Zur Mühlen ApS & Co KG („Zur Mühlen Group”, Duitsland) en Zur Mühlen Holding III GmbH (voorheen actief als Asset Verwaltungs GmbH), Heinrich Nölke GmbH & Co KG, Döllinghareico GmbH & Co KG en Emslandhaus Fleischwaren GmbH (samen „Asset Group”, Duitsland). Clemens en Robert Tönnies hebben reeds gezamenlijke zeggenschap over Tönnies Holding GmbH & Co. KG, Tönnies Holding-Unternehmensbeteiligung GmbH, Weidemark Fleischwaren Beteiligungsgesellschaft mbH, Tönnies Grundbesitz GmbH & Co. KG en Tönnies Russland Agrar GmbH, alsook hun dochterondernemingen (samen „Tönnies Group”, Duitsland).

2.

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

Clemens en Robert Tönnies: hebben gezamenlijke zeggenschap over Tönnies Group die zich bezighoudt met het slachten van varkens en runderen (alsook de daaropvolgende uitsnijding en ontbening van het vlees), de verkoop van vers vlees, vleesverwerking en exploitatie van slachthuisafval en aanverwante logistieke diensten. Tönnies Group exploiteert slachthuizen in Duitsland, Denemarken en Polen. Naast de exploitatie van slachthuizen, die haar voornaamste activiteit vormt, heeft Tönnies ook vleesverwerkingsbedrijven in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Frankrijk en Polen;

Clemens Tönnies: heeft momenteel uitsluitende zeggenschap over Zur Mühlen Group die actief is in de vleesverwerkingssector en vleesverwerkingsbedrijven exploiteert in Duitsland en Polen. De onderneming biedt een groot aantal verwerkte vleesproducten aan, waarvan het merendeel uit varkensvlees, maar ook producten uit rundvlees en gevogelte;

Clemens Tönnies: heeft ook uitsluitende zeggenschap of gedeeltelijk gezamenlijke zeggenschap met zijn zoon Maximilian Tönnies over Asset Group, die actief is in de sector van de vleesproducten. Zij exploiteren vleesverwerkingsbedrijven in Duitsland.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Ze kunnen, met vermelding van zaaknummer M.8510 — Robert Tönnies/Clemens Tönnies/Zur Mühlen Group and Asset Group worden toegezonden per fax (+32 22964301), per e-mail (COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu) of per post aan onderstaand adres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

10.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 186/16


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2017/C 186/10)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag (1).

ENIG DOCUMENT

„OSSOLANO”

EU-nr.: PDO-IT-02093 — 24.11.2015

BOB ( X ) BGA ( )

1.   Naam/Namen

„Ossolano”

2.   Lidstaat of derde land

Italië

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.3 Kaas

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

De beschermde oorsprongsbenaming (BOB) van „Ossolano” mag alleen gebruikt worden voor kaas die aan de voorwaarden en eisen voldoet die in het productdossier zijn vastgesteld.

Er bestaat ook een alpiene variant van „Ossolano” BOB, die de aanvullende beschrijving „d’Alpe” (uit de Alpen) draagt.

De vorm en omvang van „Ossolano” BOB is als volgt:

een rechte of licht bolle cilinder met een vlakke of bijna vlakke onder- en bovenkant;

gewicht van 6,0 tot 7,0 kg; van 5,0 tot 6,0 kg voor de alpiene variant;

hoogte van de zijkant is 6,0 tot 9,0 cm; diameter van 29,0 cm tot 32,0 cm.

„Ossolano” BOB vertoont de volgende kenmerken:

korst: glad, regelmatig, strogeel van kleur, wordt donkerder naarmate de kaas rijpt;

kaasmassa: stevig en elastisch met kleine onregelmatig verspreide gaatjes; variërend van zacht strogeel tot donker strogeel naar donkergeel;

smaak: kenmerkend harmonieus en verfijnd aroma, verbonden aan de seizoensgebonden soorten begroeiing waarvan de koeien graasden, die intenser en geuriger wordt naarmate de kaas ouder wordt.

„Ossolano” BOB heeft de volgende samenstellingsparameters:

het vetgehalte in de droge stof is ten minste 40 %.

„Ossolano” BOB wordt minimaal 60 (zestig) dagen gerijpt, gerekend vanaf de datum van de eerste verwerking van de melk.

De hierboven genoemde gewichten en afmetingen hebben betrekking op het product dat de minimale rijpingsperiode heeft gehad.

De alpiene kaas „Ossolano” BOB is gemaakt van melk geproduceerd en verwerkt tot kaas op alpenweiden die zich in het afgebakende gebied bevinden, op hoogtes van minimaal 1 400 m boven zeeniveau.

3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

De kazen „Ossolano” en alpiene „Ossolano” BOB worden uitsluitend bereid uit de volle melk van de volgende rassen: Bruna (Bruin), Frisona (Friesian), Pezzata Rossa en kruisingen daarvan.

„Ossolano” BOB wordt het hele jaar door (van 1 januari tot en met 31 december) uitsluitend bereid uit volle koemelk van twee tot vier opeenvolgende melkbeurten. De alpiene kaas „Ossolano” BOB (d’Alpe) wordt elk jaar in de periode van 1 juni tot en met 30 september uitsluitend geproduceerd uit volle koemelk van één tot twee opeenvolgende melkbeurten.

De diervoeders van de koeien waarvan de melk voor de bereiding van „Ossolano” BOB wordt gebruikt, bestaan voor minimaal 60 % van de totale droge stof per jaar uit gras en/of groenvoer afkomstig uit het afgebakende gebied; krachtvoer van granen en peulvruchten en bij de verwerking daarvan verkregen bijproducten die worden gebruikt om de diervoeders aan te vullen, mogen niet meer dan 40 % van de totale droge stof per jaar bedragen.

In het geval van de alpiene kaas „Ossolano” BOB bestaan de diervoeders tijdens de productieperiode voor minimaal 90 % van de totale droge stof uit gras en/of groenvoer van weilanden die zich in het afgebakende gebied bevinden; krachtvoer van granen en peulvruchten en bij de verwerking daarvan verkregen bijproducten, die worden gebruikt om de diervoeders aan te vullen, mogen niet meer dan 10 % van de totale droge stof per jaar bedragen.

In beide gevallen mogen vitaminen- en mineralensupplementen, binnen de wettelijk gestelde grenzen, toegevoegd worden.

De hierboven genoemde percentages dienen beschouwd te worden als voorzorg, aangezien „Ossolano” kaas geproduceerd wordt in een bergachtig gebied waar in sommige jaren de productie van gedroogd groenvoer zeer moeilijk kan zijn en de productie van krachtvoer niet haalbaar is.

Het grazen, hoewel niet verplicht, wordt regelmatig gedaan in de weiden van de vallei in de periode tussen april en oktober, afhankelijk van de weersomstandigheden. Voor de alpiene „Ossolano” kaas is het grazen verplicht in de periode van 1 juni tot en met 30 september.

3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Alle fasen van het productieproces, te weten: het vee houden, het melken, het maken van de kaas en het rijpen ervan dienen plaats te vinden in het afgebakende geografische gebied.

3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

„Ossolano” BOB wordt in zijn geheel of in porties op de markt gebracht.

De gehele kaas mag op de markt gebracht worden, na ten minste de minimale rijpingsperiode, indien deze als volgt geïdentificeerd is:

op de zijkant bedrukt met het opschrift „Ossolano”;

papieren etiket aangebracht op de boven- of onderzijde van het wiel;

gebrandmerkt op de zijkant.

De kaas mag in porties op de markt gebracht worden, na ten minste de minimale rijpingsperiode, indien het mogelijk is om het volgende te identificeren:

een deel van de zijkant met het opschrift „Ossolano”;

een deel van het papieren etiket;

de beschermde oorsprongsbenaming „Ossolano” op het zelfklevende etiket en/of de voorgedrukte folie op de verpakking aangebracht door de bevoegde verdeler.

Het versnijden in porties moet plaatsvinden in bedrijven die in het bezit zijn van de wettelijk vereiste gezondheidsvergunningen, en die opgenomen zijn in het controlesysteem van de erkende controle-instantie; deze bedrijven mogen ook gevestigd zijn buiten het voor de BOB afgebakende gebied. In dat geval kunnen de controles uitgevoerd worden door de erkende controle-instantie of door enige andere controle-instantie waaraan die taak door de erkende instantie is gedelegeerd.

Indien het verpakken van „Ossolano” BOB, met inbegrip van de alpiene variant, met zich meebrengt dat de korst van de kaas beschadigd en/of verwijderd wordt (flinters, blokjes, puntjes enz.) waardoor het oorspronkelijke merkteken onzichtbaar wordt, mag het alleen plaatsvinden binnen het productiegebied zoals gedefinieerd onder punt 4, om zo de traceerbaarheid te garanderen.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

Alle verschillende vormen van de kaas worden tijdens het productieproces geïdentificeerd door het gebruik van een mal en door één van de twee kanten van het wiel te voorzien van een papieren etiket en door een brandmerk, maar niet voor het einde van de minimale rijpingsperiode. „Ossolano” BOB draagt de aanvullende verwijzing naar de Alpen (d’Alpe) alleen op het papieren etiket.

De mal voor de „Ossolano” BOB stempelt het oorspronkelijke merkteken koud op de kaas wanneer deze wordt bereid en bevat: de naam „Ossolano”, het identificatienummer van het zuivelbedrijf en een ruimte voor de merknaam.

Het etiket bestaat uit drie hoofdonderdelen:

een buitenste ring bevat de door de wet vereiste informatie, de lijst van ingrediënten en de handelsnaam van de producent;

het middelste deel van het etiket bevat het logo van de beschermde benaming, dat wordt geplaatst in het midden van het etiket en herhaald wordt in een straalpatroon in een maat die evenredig is met het andere logo en het communautaire grafische symbool. Voor de alpiene variant, geproduceerd op de alpenweiden, de aanduiding „d’Alpe”;

het ovaal geplaatst aan de onderkant van het etiket bevat de namen van het productie-, het rijpings-, het verdelings- en het verpakkingsbedrijf.

Image

De etiketten zijn als volgt te onderscheiden:

„Ossolano” BOB heeft een effen groen etiket dat in het midden vervaagt en bleekgroen is aan de randen.

Image

De alpiene kaas „Ossolano” BOB (d’Alpe) heeft een effen bruin etiket dat in het midden vervaagt en lichtbruin is aan de randen, met de verwijzing „d’Alpe” gedrukt in een halve cirkel boven de bergtop van het centrale logo.

Image

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Het afgebakende gebied is vastgesteld door de census en de administratieve grenzen van de volgende gemeenten in de provincie Verbano Cusio Ossola: Antrona Schieranco, Anzola d’Ossola, Baceno, Bannio Anzino, Beura Cardezza, Bognanco, Calasca Castiglione, Ceppo Morelli, Craveggia, Crevoladossola, Crodo, Domodossola, Druogno, Formazza, Macugnaga, Malesco, Masera, Mergozzo, Montecrestese, Montescheno, Ornavasso, Pallanzeno, Piedimulera, Pieve Vergonte, Premia, Premosello Chiovenda, Re, Santa Maria Maggiore, Seppiana, Toceno, Trasquera, Trontano, Vanzone con San Carlo, Varzo, Viganella, Villadossola, Villette en Vogogna.

De alpiene variant van kaas „Ossolano” BOB (d’Alpe) is gemaakt van melk, die geproduceerd en tot kaas verwerkt wordt op alpenweiden gesitueerd in hetzelfde afgebakende gebied, op hoogtes van minimaal 1 400 m boven zeeniveau.

5.   Verband met het geografische gebied

Het grondgebied in het uiterste noorden van de regio Piemonte, tussen de (Zwitserse) kantons Valais/Wallis en Ticino, tussen de Pennine en Lepontische Alpen, wordt de Ossola-vallei genoemd. Van noord naar zuid bedraagt de afstand 70 km met een maximale breedte van ongeveer 35 km. Het grenst in het zuiden aan het Lago Maggiore, waar het, binnen slechts een paar kilometer, stijgt naar 4 600 m boven zeeniveau door de Monte Rose groep en vele andere toppen boven 3 200 m in hoogte.

Het afgebakende gebied wordt gekenmerkt door een complex en onregelmatig terrein dat extreme versplintering in kleine boerderijen met 10 tot maximaal 70 stuks melkvee tot gevolg heeft, samen met kleine samenwerkende zuivelbedrijven voor het verwerken en het rijpen.

Het productiegebied van de kaas „Ossolano” BOB bestaat uitsluitend uit gebergte, met steile hellingen en is het gevolg van pedogene fenomenen die geleid hebben tot de vorming van grond met lage zuurstofgehaltes, die weinig water doorlaten en een zure pH hebben. Het gebied heeft klimatologische omstandigheden die gekenmerkt worden door veel en continue neerslag in vergelijking tot het nationale en regionale gemiddelde. Gecombineerd met de lokale temperaturen, die gemiddeld lager zijn dan in aangrenzende gebieden, bevordert dit de groei van bepaalde weideplanten en het behoud van microklimaten die ideaal zijn voor de rijping van de kaas.

„Ossolano” BOB heeft unieke kwaliteiten die verband houden met de omgeving waarin het bereid is en het vee en het traditionele kaasmakersambacht van de Ossola-vallei, als ook met het landschap, zoals de maai- en graasweiden in zowel de bergen als de valleikom, dat gekenmerkt wordt door een extreme biodiversiteit op de hellingen van het gehele grondgebied.

De diervoeders van de dieren, in het bijzonder het groenvoeronderdeel, beïnvloeden de kenmerken van de melk en dus ook van de kaas die ervan bereid wordt (een bekend voorbeeld is de smaak die te danken is aan Ligusticum mutellina, beter bekend als alpinelavas, eerst voor de melk en vervolgens voor de kaas).

In de „Ossolano”-kaas komt de collectieve deskundigheid van de boeren uit de Ossola-vallei tot uiting. De kaas is het resultaat van een gedeelde wil om kwaliteit te bereiken.

De band van het product met de lokale geschiedenis en tradities stamt uit de interactie tussen de inheemse en de Walser bevolking. De laatstgenoemde trok door de eeuwen heen van buurland Zwitserland naar het Ossola-gebied, waar het een van de drie etnische minderheden in Piemonte werd, naast de Frans-Provençalen en de Waldenzen.

De Walserbevolking die zich in de bergachtige gebieden van de Ossola-vallei vestigde, ontwikkelde haar eigen techniek om kaas te maken, aangepast aan de specifieke klimatologische omstandigheden (zware regenval en gematigde temperaturen), waarbij het „half koken” een onderdeel van het productieproces werd om het uitlekken van de wei te vergemakkelijken.

Dit, gecombineerd met het persen van de kaas, is wat de productie van „Ossolano” kenmerkt. Het geeft de voorkeur aan de selectie van bepaalde melkmicroflora die de latere rijping en rijpingsfases sterk bepalen.

Door het half-koken en de consistente selectie van de autochtone microflora krijgt de kaas zijn kenmerkende ongelijke kleine gaatjes (kleiner dan een rijstkorrel) en de stevige en elastische textuur die „Ossolano” BOB onderscheidt van andere kazen uit Piemonte met een gelijke grootte, die gewoonlijk een zachtere kaasmassa hebben met kleine, gelijkmatig verspreide gaatjes.

De kaasmassa is geel van kleur, variërend van felgeel tot strogeel. De intensere kleur hangt nauw samen met groenvoeronderdeel van de diervoeders die de dieren gewoonlijk in de lente en zomer krijgen, en met de rijping van de kaas, in het bijzonder wanneer dit wordt uitgevoerd in natuurlijke omgevingen.

Ook cruciaal voor het verkrijgen van het kenmerkende sensorische profiel van „Ossolano” kaas is de rijpingsfase waarbij de omgevingsomstandigheden van temperatuur en vochtigheid de activiteit van de bacteriële microflora stimuleren die geselecteerd tijdens de eerdere fasen van het productieproces van de kaas, en dus bijdragen aan het definiëren van het aroma en de smaak van de kaas.

Zijn geur is verfijnd maar intens, met bloemrijke geuren die tonen van noten zoals walnoten en hazelnoten bevatten, die kenmerkend zijn voor het alpengebied, en een duidelijke boterachtige diacetylsmaak die het langdurig maakt.

De smaak is onmiddellijk gerijpt zoals gewoonlijk het geval is met hartige smaakprofielen. Het is vol, met een overwicht aan diacetyl die het in zijn geheel kenmerkt, en eindigt met tonen van rijp en gedroogd fruit, vanille en hondsrozen of alpenbloemen zoals boterbloemen of kleine wilde bessen zoals kruisbessen en Ribes aureum (gele ribes).

Door de kaas goed te kauwen en deze warm te laten worden in de mond, komt zijn volledige waaier aan smaak en geur tot leven, zodat de stevige en elastische kaasmassa geleidelijk kan oplossen in de mond en het volledige waaier van de uitgebreide aromatische scala van de kaas naar boven kan worden gebracht, en in het bijzonder zijn kruidigheid.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(Artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)

De geconsolideerde tekst van het productdossier is beschikbaar op de volgende website: http://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/3335

of eventueel:

door de website van het Ministerie van Landbouw, Voedsel- en Bosbouwbeleid (www.politicheagricole.it) rechtstreeks te openen en te klikken op „Prodotti DOP e IGP” (rechtsboven op het scherm), vervolgens op „Prodotti DOP, IGP e STG” (links op het scherm) en ten slotte te klikken op „Disciplinari di produzione all’esame dell’UE”.


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.