ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 150

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

60e jaargang
13 mei 2017


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2017/C 150/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak M.8462 — KKR/CDPQ/USI Insurance Services) ( 1 )

1


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2017/C 150/02

Wisselkoersen van de euro

2

2017/C 150/03

Mededeling van de Commissie — Bekendmaking van het aantal emissierechten in omloop voor de marktstabiliteitsreserve in het kader van de bij Richtlijn 2003/87/EG vastgestelde EU-regeling voor de emissiehandel

3


 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2017/C 150/04

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.8477 — LGP/OMERS/OPE Caliber Holdings) — Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

6

2017/C 150/05

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.8286 — RHI/Magnesita Refratários) ( 1 )

7

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2017/C 150/06

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

8


 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

13.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 150/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak M.8462 — KKR/CDPQ/USI Insurance Services)

(Voor de EER relevante tekst)

(2017/C 150/01)

Op 10 mei 2017 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de interne markt te verklaren. Dit besluit is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van het besluit is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling Fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebesluiten op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/homepage.html?locale=nl) onder document nr. 32017M8462. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

13.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 150/2


Wisselkoersen van de euro (1)

12 mei 2017

(2017/C 150/02)

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,0876

JPY

Japanse yen

123,82

DKK

Deense kroon

7,4402

GBP

Pond sterling

0,84588

SEK

Zweedse kroon

9,6673

CHF

Zwitserse frank

1,0963

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

9,3665

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

26,576

HUF

Hongaarse forint

310,24

PLN

Poolse zloty

4,2170

RON

Roemeense leu

4,5450

TRY

Turkse lira

3,9038

AUD

Australische dollar

1,4731

CAD

Canadese dollar

1,4941

HKD

Hongkongse dollar

8,4761

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,5892

SGD

Singaporese dollar

1,5314

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 226,52

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

14,6336

CNY

Chinese yuan renminbi

7,5047

HRK

Kroatische kuna

7,4225

IDR

Indonesische roepia

14 497,16

MYR

Maleisische ringgit

4,7243

PHP

Filipijnse peso

54,087

RUB

Russische roebel

62,3148

THB

Thaise baht

37,778

BRL

Braziliaanse real

3,4227

MXN

Mexicaanse peso

20,5521

INR

Indiase roepie

69,9395


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


13.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 150/3


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Bekendmaking van het aantal emissierechten in omloop voor de marktstabiliteitsreserve in het kader van de bij Richtlijn 2003/87/EG vastgestelde EU-regeling voor de emissiehandel

(2017/C 150/03)

1.   Inleiding

In 2015 hebben de Raad en het Europees Parlement besloten een marktstabiliteitsreserve (MSR) in te stellen (1) in het kader van de bij Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) vastgestelde EU-regeling voor de emissiehandel (EU-ETS). De MSR treedt in werking vanaf 2019. Het doel van de MSR is om te vermijden dat zich op de koolstofmarkt van de EU een groot structureel overschot aan emissierechten voordoet, met het risico dat de EU-ETS daardoor niet het noodzakelijke investeringssignaal afgeeft om de emissiereductiedoelstelling van de EU op een kostenefficiënte manier te behalen.

In het besluit is vastgesteld dat de Commissie vanaf 2017 uiterlijk 15 mei van elk jaar het totale aantal emissierechten in omloop bekendmaakt. Aan de hand van dit aantal wordt bepaald of emissierechten die bestemd zijn om in het daaropvolgende jaar te worden geveild, in de reserve moeten worden opgenomen.

Deze mededeling is de eerste bekendmaking van het totale aantal emissierechten in omloop in het kader van de MSR en heeft betrekking op het jaar 2016. In het vervolg van deze mededeling wordt in detail uiteengezet hoe dit aantal is berekend. Aangezien de MSR pas vanaf 2019 in werking treedt, is deze bekendmaking ter informatie bedoeld. Hoewel deze bekendmaking vereist is op grond van artikel 1, lid 4, van het MSR-besluit, zal zij niet tot de opname van emissierechten in de reserve leiden.

2.   Werking van de marktstabiliteitsreserve

Wanneer het totale aantal emissierechten in omloop buiten een vooraf bepaald bereik valt, worden er automatisch emissierechten in de MSR opgenomen of eruit vrijgegeven. Overschrijdt het totale aantal emissierechten in omloop de bovendrempel van 833 miljoen emissierechten (3), dan worden er emissierechten in de reserve opgenomen. Daalt het totale aantal emissierechten in omloop onder de onderdrempel van 400 miljoen emissierechten, dan worden er emissierechten uit de reserve vrijgegeven. Emissierechten worden in de reserve opgenomen door er minder te veilen, en worden uit de reserve vrijgegeven door vervolgens 100 miljoen emissierechten meer te veilen.

De bekendmaking van het totale aantal emissierechten in omloop, op basis waarvan emissierechten zullen worden toegevoegd aan of vrijgegeven uit de reserve, is daarom een essentieel onderdeel van de werking van de reserve.

3.   Totale aantal emissierechten in omloop

Overeenkomstig artikel 1, lid 4, van Besluit (EU) 2015/1814 komt het totale aantal emissierechten in omloop overeen met „de som van het aantal in de periode vanaf 1 januari 2008 toegewezen emissierechten, met inbegrip van het aantal rechten dat in die periode overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Richtlijn 2003/87/EG is toegewezen, en door installaties uitgeoefende rechten om internationale kredieten te gebruiken uit hoofde van het EU-ETS voor emissies voor 31 december van dat bepaalde jaar, minus het totaal aantal ton geverifieerde emissies van onder de EU-ETS vallende installaties tussen 1 januari 2008 en 31 december van datzelfde bepaalde jaar, de geannuleerde emissierechten overeenkomstig artikel 12, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG en het aantal emissierechten in de reserve”.

Kortom, het totale aantal emissierechten in omloop dat relevant is voor de opname van emissierechten in en de vrijgave ervan uit de MSR wordt berekend aan de hand van de volgende formule:

totale aantal emissierechten in omloop = aanbod — (vraag + emissierechten in de MSR)

Het totale aantal emissierechten in omloop wordt bepaald door drie verschillende elementen: ten eerste, het aanbod van emissierechten sinds 1 januari 2008; ten tweede, het aantal ingeleverde en geannuleerde emissierechten („vraag”); en ten derde, de aangehouden reserve.

Luchtvaartemissierechten en geverifieerde luchtvaartemissies worden niet in deze berekening meegenomen.

3.1.   Aanbod

Het aanbod van emissierechten op de markt wordt bepaald door vijf verschillende elementen:

uit de periode 2008-2012 („fase 2”) overgedragen emissierechten,

in de periode van 1 januari 2013 (4) tot en met 31 december 2016 geveilde emissierechten,

emissierechten die in de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2016 kosteloos zijn toegewezen, met inbegrip van uit de nieuwkomersreserve toegewezen emissierechten,

emissierechten die in het kader van het NER300-programma door de Europese Investeringsbank (EIB) te gelde zijn gemaakt, en

vóór 31 december 2016 door installaties uitgeoefende rechten om internationale kredieten te gebruiken voor emissies.

Uit fase 2 van de EU-ETS is een aantal van 1 749 540 826 emissierechten overgedragen (5). Dit overgedragen totaal komt overeen met het totale aantal in fase 2 van de EU-ETS uitgegeven emissierechten dat niet is ingeleverd om geverifieerde of geannuleerde emissies te dekken. Voor de vaststelling van het totale aantal emissierechten in omloop komt het dus overeen met het aantal ETS-emissierechten in omloop aan het begin van de periode 2013-2020 („fase 3”) op 1 januari 2013 en is als dusdanig meegenomen in de berekening.

Volgens de verslagen van de veilingen op het gemeenschappelijke veilingplatform en op de relevante „opt-out”-veilingplatforms (6) ligt het aantal emissierechten, dat tussen 1 januari 2013 en 31 december 2016 is geveild, met inbegrip van de zogenoemde vooruitgeschoven veilingen, op 2 774 262 500.

Het aantal emissierechten dat van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2016 kosteloos is toegewezen, met inbegrip van toegewezen emissierechten uit de nieuwkomersreserve bedraagt 3 600 800 263 (7).

In het kader van het NER300-programma heeft de EIB 300 000 000 emissierechten te gelde gemaakt (8).

De vóór 31 december 2016 door installaties uitgeoefende rechten om internationale kredieten te gebruiken voor emissies komen overeen met 408 812 200 (9).

3.2.   Vraag

De vraag omvat de totale geverifieerde emissies van installaties van 1 januari 2013 (10) tot en met 31 december 2016, goed voor 7 139 317 195 (11), en de in diezelfde periode geannuleerde emissierechten, met een aantal van 193 697.

3.3.   Aangehouden reserve van het MSR

Aangezien de MSR in 2019 in werking treedt, zijn er momenteel geen emissierechten in de reserve opgenomen.

3.4.   Totale aantal emissierechten in omloop

Gezien het bovenstaande bedraagt het totale aantal emissierechten in omloop 1 693 904 897.

4.   Conclusie

Overeenkomstig de regeling die inzake de MSR is overeengekomen, zal de bekendmaking van de in 2017 gepubliceerde indicator niet tot de opname van emissierechten in de reserve leiden.

De volgende bekendmaking zal plaatsvinden in mei 2018. Dit zal resulteren in de vaststelling van het eerste aantal in de reserve op te nemen emissierechten voor de periode van januari tot en met augustus 2019.

Tabel 1

Overzicht

Aanbod

a)

Overdracht uit fase 2

1 749 540 826

b)

Totale aantal emissierechten dat van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2016 kosteloos is toegekend, met inbegrip van de nieuwkomersreserve

3 600 800 263

c)

Totale aantal emissierechten dat van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2016 is geveild, met inbegrip van vooruitgeschoven veilingen

2 774 262 500

d)

Het aantal emissierechten dat in het kader van het NER300-programma door de EIB te gelde is gemaakt

300 000 000

e)

Vóór 31 december 2016 door installaties uitgeoefende rechten om internationale kredieten te gebruiken voor emissies

408 812 200

Totaal (aanbod)

8 833 415 789

Vraag

a)

Hoeveelheid (in ton) emissies van onder de EU-ETS vallende installaties die van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2016 zijn geverifieerd

7 139 317 195

b)

Aantal emissierechten die uiterlijk 31 december 2016 overeenkomstig artikel 12, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG zijn geannuleerd

193 697

Totaal (vraag)

7 139 510 892

Aangehouden marktstabiliteitsreserve

Aantal emissierechten in de reserve

0

Totale aantal emissierechten in omloop

1 693 904 897


(1)  Besluit (EU) 2015/1814 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2015 betreffende de instelling en de werking van een marktstabiliteitsreserve voor de EU-regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten en tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG (PB L 264 van 9.10.2015, blz. 1).

(2)  PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.

(3)  Deze drempel is vastgesteld in de huidige wetgeving. Hij zou tijdelijk kunnen wijzigen als gevolg van voor de herziening van de EU-ETS overwogen wijzigingen van de marktstabiliteitsparameters.

(4)  Dit aantal omvat de zogenoemde „vooruitgeschoven veilingen” (emissierechten voor de periode 2013-2020 die vóór 1 januari 2013 zijn geveild).

(5)  Zie het verslag over de koolstofmarkt van 2015 (COM(2015) 576).

(6)  Beschikbaar op: http://www.eex.com/en/products/environmental-markets/emissions-auctions/archive en https://www.theice.com/marketdata/reports/148

(7)  Gebaseerd op een uittreksel uit het EU-transactielogboek (EUTL) van 1 april 2017.

(8)  Een eerste tranche van 200 miljoen emissierechten — die in 2011 en 2012 zijn verkocht — en een tweede tranche van 100 miljoen emissierechten — die in 2013 en 2014 zijn verkocht; zie https://ec.europa.eu/clima/sites/clima/files/lowcarbon/ner300/docs/summary_report_ner300_monetisation_en.pdf voor meer informatie.

(9)  Gebaseerd op een uittreksel uit het EUTL van 1 april 2017.

(10)  Zie de toelichting bij het overgedragen totaal (punt 3.1) voor wat de geverifieerde emissies in de periode 2008-2012 betreft.

(11)  De totale geverifieerde emissies zijn gebaseerd op een uittreksel uit het EUTL van 1 april 2017 om rekening te houden met de geverifieerde emissies die uiterlijk 31 maart 2017 zijn gerapporteerd. Na die datum gerapporteerde emissies zijn derhalve niet in dit totaal opgenomen.


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

13.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 150/6


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.8477 — LGP/OMERS/OPE Caliber Holdings)

Voor de vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

(2017/C 150/04)

1.

Op 5 mei 2017 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Leonard Green & Partners, L.P. („LGP”, VS) en OPE USA Investment Corporation („OPE”)., een entiteit die deel uitmaakt van de grotere OMERS-groep („OMERS-groep”, Canada), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over OPE Caliber Holdings Inc., die samen met haar volle dochterondernmingen Caliber Collision Centers wordt genoemd („CCC”, VS), door de verwerving van aandelen.

2.

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

LGP is een Amerikaanse private equity-onderneming met hoofdkantoor in Los Angeles. LGP is vooral actief in de sectoren detailhandel, consumptiegoederen, gezondheidszorg, welzijn, bedrijfsleven, consumentendiensten en distributie;

de OMERS-groep is beheerder van het Ontario Municipal Employees Retirement System Primary Pension Plan in Canada;

CCC exploiteert een netwerk van centra in de Verenigde Staten voor de reparatie van auto’s na aanrijdingen. CCC is alleen actief in de VS en heeft geen bestaande of geplande activiteiten of inkomsten in de EER. CCC staat momenteel onder uitsluitende zeggenschap van OPE.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Ze kunnen per fax (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer M.8477 — LGP/OMERS/OPE Caliber Holdings, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).

(2)  PB C 366 van 14.12.2013, blz. 5.


13.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 150/7


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak M.8286 — RHI/Magnesita Refratários)

(Voor de EER relevante tekst)

(2017/C 150/05)

1.

Op 5 mei 2017 heeft de Commissie een aanmelding van een beoogde concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen, na een verwijzing overeenkomstig artikel 4, lid 5, van die verordening. Hierin is meegedeeld dat de onderneming RHI AG (Oostenrijk) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening volledige zeggenschap verkrijgt over de gehele onderneming Magnesita Refratários SA (Brazilië) door de verwerving van aandelen en activa.

2.

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

—   RHI AG: levering van vuurvaste producten, systemen en diensten, en winning van grondstoffen in de EER en wereldwijd;

—   Magnesita Refratários SA: levering van vuurvaste producten, systemen en diensten, en winning van grondstoffen in de EER en wereldwijd.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Ze kunnen, onder vermelding van zaaknummer M.8286 — RHI/Magnesita Refratários, worden toegezonden per fax (+32 22964301), per e-mail (COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu) of per post aan onderstaand adres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 („de concentratieverordening”).


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

13.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 150/8


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2017/C 150/06)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.

ENIG DOCUMENT

„PORC NOIR DE BIGORRE”

EU-nr.: PDO-FR-02106 — 14.1.2016

BOB ( X ) BGA ( )

1.   Naam/namen

„Porc noir de Bigorre”

2.   Lidstaat of derde land

Frankrijk

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.1 Vers vlees (en verse slachtafval)

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

Het vlees „Porc noir de Bigorre” is afkomstig van raszuivere, mannelijke en vrouwelijke Gasconne vleesvarkens, die geslacht worden als ze minimaal twaalf en maximaal vierentwintig maanden oud zijn.

De karkassen wegen minimaal 100 kilo, met in de lende gemeten diktes van ten minste 30 mm vet en ten minste 45 mm spier.

Het vet bevat neophytadiene, een koolwaterstof die wijst op het eten van gras in hoeveelheden groter dan 0,4 UAA (Unité Arbitraire de Zone, willekeurige zone-eenheid), geanalyseerd op basis van het rugvet.

Het vlees heeft een intens rode kleur. De op basis van de Japanse kleurschaal geschatte kleur van de gluteus medius is hoger dan of gelijk aan 3. Het externe vet is wit van kleur en het gehalte aan intramusculair vet in de longissimus dorsi is gelijk aan of groter dan 2,5 %.

Zodra het vlees verhit is, is de textuur niet zo vezelachtig, maar mals en sappig en is het smaakvol en zacht.

Het vlees wordt gekoeld gepresenteerd. Ontdooid gekoeld vlees is verboden.

3.3.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

Tijdens het zogen kunnen de biggen een supplement eten dat bestaat uit een mengsel op basis van granen, soja en melkpoeder. Iedere big eet gedurende deze periode maximaal vijf kilo van dit voeder. Het voeder kan van buiten het geografische gebied komen. Niet alle diervoeders kunnen afkomstig zijn uit het geografische gebied, waarvan de topografische en klimaateigenschappen het niet mogelijk maken om alle plantaardige grondstoffen te produceren, met name eiwitten en leguminosen die noodzakelijk zijn voor de voedingsbalans van de dieren. Dit deel van het diervoeder, dat beperkt is tot vijf kilo, is minder omvangrijk dan de voeding van de moeder, in welke fase een big gemiddeld veertig liter moedermelk drinkt, hetgeen in droge vorm circa acht kilo is dat afkomstig is uit het geografische gebied. Het mengsel op basis van granen, soja en melkpoeder kan op zijn beurt door de verschillende voorzieningsbronnen niet worden gecertificeerd als afkomstig uit het afgebakende gebied.

Als ze niet meer bij hun moeder drinken, eten de biggen een voeder op basis van granen (minimaal gewichtspercentage grondstof 70 %), eventueel aangevuld met een eiwitvoorziening (raapkoek, zonnebloemkoek, paardenbonen, erwten) en mineralen en vitamines. De granen dienen uit het geografische gebied te komen.

Op zijn vroegst vanaf het moment dat de varkens 3,5 maand oud zijn en op zijn laatst vanaf het moment dat ze zes maanden oud zijn, worden ze tijdens de mestperiode gehouden op een grasrijke graasgrond met een maximale dichtheid van twintig dieren per hectare, waarbij de varkens een deel van hun voeding uit het weiland halen. Zo voeden ze zich met gras, met name op basis van klavers en grassen, fruit en andere bronnen uit de omgeving.

Ze krijgen aanvullend diervoeder om ze vet te mesten. Dit voeder bestaat voor ten minste 70 % uit granen (tarwe, haver, gerst, rogge, triticale), eventueel aangevuld met van granen afgeleide producten en/of een eiwitvoorziening (paardenbonen, erwten, raapkoek of zonnebloemkoek) en mineralen en vitamines. De granen dienen uit het geografische gebied te komen. Uitsluitend de eiwitvoorzieningen en mineralen en vitamines komen van buiten het gebied. Gezien de beperkingen van de omgeving wordt er niet voldoende geproduceerd in het geografische gebied.

De maximale dagelijkse hoeveelheid van het aanvullende diervoeder per varken is drie kilo, uitgedrukt in droog materiaal.

Deze regels garanderen dat minimaal 72,6 % van het voeder gedurende het leven van het dier afkomstig is uit het geografische gebied.

3.4.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

De dieren worden geboren, gehouden, vetgemest en geslacht in het geografische gebied.

3.5.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

Ieder karkas wordt geïdentificeerd met een etiket dat aan de binnenkant van de rug van ieder half geslacht dier wordt gehecht, met daarop de slachtdatum, het nummer van de veehouderij voor het mesten, het slachtnummer, het identificatienummer van het varken en de vermelding NB.

Tot de uiteindelijke verkoper worden de karkassen vergezeld door een etiket met daarop afgezien van de verplichte vermeldingen in ieder geval: de naam van de veehouder, het veehouderijnummer, het identificatienummer van het varken en de slachtdatum.

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Het geografische gebied omvat de volgende gemeenten of delen van gemeenten.

Gemeenten die volledig zijn opgenomen:

Departement Haute-Garonne:

Ardiège, Aspret-Sarrat, Ausson, Bagiry, Balesta, Barbazan, Blajan, Bordes-de-Rivière, Boudrac, Boulogne-sur-Gesse, Cardeilhac, Cassagnabère-Tournas, Cazaril-Tambourès, Charlas, Ciadoux, Cier-de-Rivière, Clarac, Cuguron, Le Cuing, Eup, Franquevielle, Galié, Génos, Gensac-de-Boulogne, Gourdan-Polignan, Huos, Labarthe-Rivière, Labroquère, Lalouret-Laffiteau, Larcan, Larroque, Lécussan, Lespugue, Lodes, Loudet, Lourde, Lunax, Luscan, Malvezie, Martres-de-Rivière, Mont-de-Galié, Montgaillard-sur-Save, Montmaurin, Montréjeau, Nénigan, Nizan-Gesse, Ore, Payssous, Pointis-de-Rivière, Ponlat-Taillebourg, Régades, Saint-Bertrand-de-Comminges, Saint-Gaudens, Saint-Ignan, Saint-Lary-Boujean, Saint-Loup-en-Comminges, Saint-Marcet, Saint-Pé-d’Ardet, Saint-Pé-Delbosc, Saint-Plancard, Saman, Sarrecave, Sarremezan, Sauveterre-de-Comminges, Saux-et-Pomarède, Sédeilhac, Seilhan, Les Tourreilles, Valcabrère, Valentine, Villeneuve-de-Rivière, Villeneuve-Lécussan.

Departement Gers:

de gemeenten van het kanton Mirande-Astarac, behoudens Lamazère;

de gemeenten van het kanton Pardiac-Rivière-Basse, behoudens Castelnau-d’Anglès, L’Isle-de-Noé, Izotges, Montesquiou, Mouchès;

in het kanton Astarac-Gimone, de gemeenten Arrouède, Aujan-Mournède, Bellegarde, Bézues-Bajon, Cabas-Loumassès, Chélan, Cuélas, Esclassan-Labastide, Labarthe, Lalanne-Arqué, Lourties-Monbrun, Manent-Montané, Masseube, Moncorneil-Grazan, Monlaur-Bernet, Mont-d’Astarac, Panassac, Ponsan-Soubiran, Pouy-Loubrin, Saint-Arroman, Saint-Blancard, Samaran, Sarcos, Seissan, Sère;

in het kanton Fezensac, de gemeenten Gazax-et-Baccarisse, Peyrusse-Grande, Peyrusse-Vieille, Saint-Pierre-d’Aubézies.

Departement Pyrénées-Atlantiques:

Aast, Bédeille, Bentayou-Sérée, Casteide-Doat, Castéra-Loubix, Coarraze, Ger, Labatmale, Labatut, Lamayou, Maure, Monségur, Montaner, Montaut, Ponson-Debat-Pouts, Ponson-Dessus, Pontacq, Pontiacq-Viellepinte, Saint-Vincent, Saubole.

Departement Hautes-Pyrénées:

de gemeenten van de kantons: Aureilhan, Bordères-sur-l’Échez, Les Coteaux, Moyen Adour, Ossun, Val d’Adour-Rustan-Madiranais, La Vallée de l’Arros et des Baïses (behoudens Asque, dat gedeeltelijk is opgenomen), Vic-en-Bigorre.

de volgende gemeenten: Adast, Adé, Anères, Les Angles, Anla, Antichan, Antist, Aragnouet, Arcizac-ez-Angles, Argelès-Gazost, Arné, Arrayou-Lahitte, Arrodets-ez-Angles, Artigues, Aspin-en-Lavedan, Astugue, Aventignan, Aveux, Avezac-Prat-Lahitte, Ayros-Arbouix, Ayzac-Ost, Barlest, La Barthe-de-Neste, Bartrès, Bazus-Neste, Bertren, Bize, Bizous, Boô-silhen, Bourréac, Campistrous, Cantaous, Capvern, Cheust, Clarens, Créchets, Escala, Escoubès-Pouts, Gaudent, Gazave, Gembrie, Générest, Ger, Gerde, Geu, Gez, Gez-ez-Angles, Hautaget, Hiis, Ilheu, Izaourt, Izaux, Jarret, Julos, Juncalas, Labastide, Laborde, Lagrange, Lannemezan, Lau-Balagnas, Lézignan, Lombrès, Lortet, Loubajac, Lourdes, Loures-Barousse, Lugagnan, Mazères-de-Neste, Mazouau, Montégut, Montgaillard, Montoussé, Montsérié, Nestier, Neuilh, Omex, Ordizan, Ossun-ez-Angles, Ousté, Pailhac, Paréac, Peyrouse, Pierrefitte-Nestalas, Pinas, Poueyferré, Pouzac, Préchac, Réjaumont, Saint-Arroman, Saint-Créac, Sainte-Marie, Saint-Laurent-de-Neste, Saint-Paul, Samuran, Sarp, Sassis, Sère-en-Lavedan, Sère-Lanso, Siradan, Sireix, Soulom, Tajan, Tarbes, Tibiran-Jaunac, Trébons, Troubat, Tuzaguet, Uglas, Viger.

Gemeenten die gedeeltelijk zijn opgenomen:

Departement Haute-Garonne:

Antichan-de-Frontignes, Chaum, Cierp-Gaud, Esténos, Fronsac, Frontignan-de-Comminges, Marignac, Saint-Béat.

Departement Hautes-Pyrénées:

Adervielle-Pouchergues, Agos-Vidalos, Ancizan, Arcizans-Avant, Arcizans-Dessus, Ardengost, Armenteule, Arras-en-Lavedan, Arreau, Arrens-Marsous, Artalens-Souin, Aspin-Aure, Asque, Asté, Aucun, Avajan, Bagnères-de-Bigorre, Bareilles, Barran-coueu, Bazus-Aure, Beaucens, Beaudéan, Berbérust-Lias, Betpouey, Beyrède-Jumet, Bordères-Louron, Bourisp, Bramevaque, Bun, Cadéac, Cadeilhan-Trachère, Camous, Campan, Camparan, Cauterets, Cazarilh, Cazaux-Debat, Cazaux-Fréchet-Anéran-Camors, Chèze, Esbareich, Esparros, Esquièze-Sère, Estaing, Estarvielle, Estensan, Esterre, Ferrère, Fréchet-Aure, Gaillagos, Gazost, Gèdre, Génos, Germs-sur-l’Oussouet, Gouaux, Grezian, Grust, Guchan, Guchen, Hèches, Ilhet, Jézeau, Labas-sère, Lançon, Loudenvielle, Luz-Saint-Sauveur, Mauléon-Barousse, Nistos, Ossen, Ourde, Ourdis-Cotdoussan, Ourdon, Ouzous, Ris, Sacoué, Sailhan, Saint-Lary-Soulan, Saint-Pastous, Saint-Pé-de-Bigorre, Saint-Savin, Saléchan, Saligos, Salles, Sarrancolin, Sazos, Ségus, Seich, Sers, Sost, Thèbe, Tramezaïgues, Uz, Viella, Vielle-Aure, Vielle-Louron, Vier-Bordes, Viey, Vignec, Villelongue, Viscos, Vizos.

5.   Verband met het geografische gebied

Specificiteit van het geografische gebied

De kenmerkende natuurlijke omgeving van de productiezone, de Bigorre, bestaat uit heuvels en dalen die zijn ontstaan in het sediment dat afkomstig is van de Pyreneeën. De over het algemeen diepliggende en zure grond en het vochtige en zachte klimaat zorgen ervoor dat er vrijwel het hele jaar door veel gras groeit, behalve in de korte winterperiode. De vaak dwingende omgeving, vanwege het heuvelachtige reliëf en de aanwezigheid van vele bossen, is geschikt voor het creëren van een graasgrond voor de varkens met zowel grasrijke als bosrijke zones.

De Bigorre als dusdanig bestaat sinds 2 000 jaar, toen het onder de Romeinse heerschappij viel. De band tussen het Porc noir en de Bigorre is bevestigd sinds de elfde eeuw, toen de cluniacenzer monniken met name in de Bigorre talrijke abdijen stichtten en de productie en houderij ontwikkelden van dit dier, dat geschikt was voor het benutten van de natuurlijke en agrarische omgeving van de Bigorre.

Hoewel het Gasconne varken ver over de grenzen van de Bigorre werd gehouden, heeft die varkenshouderij zich vanaf de zeventiende eeuw, en vooral aan het begin van de twintigste eeuw, toen die dreigde te verdwijnen, opnieuw duidelijk geconcentreerd in een elitekern. Het behoud van het ras en de ontwikkeling van de varkenshouderij gebeurden in de jaren 1980 vanuit de resterende kern in de Bigorre.

Dit circummediterrane ras wordt gekenmerkt door de grijs tot zwarte haarkleur en de lage groeisnelheid. Het is een varken dat veel loopt, met fijne, soepele en korte poten. Het is volledig aangepast aan het leven op de vaak hellende graasgrond. Het is opmerkelijk sterk, verdraagt sterk wisselende klimaten en voeding en bouwt snel vetreserves op als er voedsel in overvloed is. Het kan slecht tegen warmte en wind, wat bepalend is voor de keuze van de graasgrond, met voornamelijk bomen voor schaduw en/of heggen. Het is in staat om moeilijk bebouwbaar land te benutten (bossen, heide, weilanden op een steile helling) en dit tegelijkertijd te onderhouden.

De genetische selectie van dit ras gebeurt op dit moment voornamelijk op basis van de volgzaamheid en de moederlijke aard van de zeugen, wat belangrijke eigenschappen zijn voor dit type veehouderij.

Het „Porc noir de Bigorre” leeft vanaf zes maanden op een graasgrond. Tijdens deze afmestfase eten varkens die hun volwassen omvang hebben bereikt, dagelijks vijf à zes kilo voedsel. Daar het aanvullende voeder beperkt is tot drie kilo per dag, moeten ze twee à drie kilo voedsel op de graasgrond zelf vinden. Dit bestaat voornamelijk uit gras. Een meting op een grasrijke graasgrond toont aan dat de varkens tot 2,9 kilo gras per dag eten. Op de graasgrond vinden de varkens eveneens seizoensvruchten (eikels, kastanjes enz.), wortels, wormen, insecten enz. ter aanvulling op hun voeding. In de herfst, als er op bepaalde graasgronden veel vruchten liggen, geven de varkens hier voorrang aan en eten ze weinig aanvullend voeder.

Specificiteit van het product

Het vlees heeft de volgende specificiteiten:

een karkas van minimaal 100 kilo, in de lende gemeten diktes van ten minste 30 mm vet en ten minste 45 mm spier;

een intens rode kleur. De op basis van de Japanse kleurschaal geschatte kleur van de gluteus medius is hoger dan of gelijk aan 3;

wit extern vet; het gehalte aan intramusculair vet in de longissimus dorsi is gelijk aan of groter dan 2,5 %, met een gemiddelde waarde van 4 %, tegenover 1,5 % voor gewone varkens.

Als het vlees lichtroze verhit is, is de textuur niet zo vezelachtig, maar mals en sappig met vet aan de rand en met een intense smaak.

Causaal verband

Het Gasconne ras heeft eigenschappen die afkomstig zijn door eeuwenlange selectie door veehouders, waardoor het perfect is afgestemd op deze omgeving en het soort veehouderij: geschikt om te lopen en om wisselende klimaten en voeding te verdragen.

Op de graasgrond worden de varkens aanzienlijk zwaarder. Dankzij en wegens de graasgrond moeten de varkens regelmatig fysiek actief zijn, waardoor hun spieren een ontwikkeling doormaken die zorgt voor een meer doorregen vlees met meer myoglobine, waardoor het roder is.

Het voedsel dat ze op de graasgrond vinden, bevat aromatische bestanddelen die invloed hebben op de organoleptische kenmerken van het vlees. Het varieert natuurlijk per seizoen, maar het vertegenwoordigt tijdens de afmestperiode circa 50 % van het dagelijkse volume dat het varken eet; dit deel wordt gegarandeerd door het geringe aantal dieren op de graasgrond en door de beperkte hoeveelheid aanvullend voeder.

Met name tijdens de afmestperiode, dus op de graasgrond, ontstaan de vette weefsels die op diverse wijzen bepalend zijn voor de sensoriële kwaliteiten van het product. De grote hoeveelheid gras en vetarme granen (met name tarwe en gerst) bevordert de hoeveelheid antioxidanten, oliezuur, omega 3 en de endogene synthese van slecht oxideerbare vetzuren. De aard van het voeder bepaalt derhalve de samenstelling van de lipiden en vetzuren; het voer draagt zo bij aan de specifieke sensoriële kwaliteit van dit vlees.

Het vleesvarken wordt relatief oud geslacht (twaalf tot vierentwintig maanden tegenover vijf tot zes maanden voor het industriële vleesvarken) na een leven dat wordt gekenmerkt door veel spieractiviteit, wat het vlees een intense kleur en een textuur geeft die je niet terugvindt bij dieren uit de klassieke veehouderij.

Dankzij het ras, de voeding en de bijzondere veehouderij heeft het vlees van het „Porc noir de Bigorre” ten slotte een karakter dat wordt gekenmerkt door een mooi rode kleur, wit extern vet, een niet zo vezelachtige, maar zachte, malse en sappige textuur en een intense smaak.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(Artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)

https://www.inao.gouv.fr/fichier/CDCPorcNoirDeBigorre2016.pdf


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.