ISSN 1977-0995

doi:10.3000/19770995.C_2013.167.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 167

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

56e jaargang
13 juni 2013


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2013/C 167/01

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

1

2013/C 167/02

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 2 )

6

2013/C 167/03

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6930 — KKR/SMCP) ( 1 )

7

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2013/C 167/04

Wisselkoersen van de euro

8

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2013/C 167/05

Bijwerking van de lijst van grensdoorlaatposten bedoeld in artikel 2, punt 8, van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB C 316 van 28.12.2007, blz. 1; PB C 134 van 31.5.2008, blz. 16; PB C 177 van 12.7.2008, blz. 9; PB C 200 van 6.8.2008, blz. 10; PB C 331 van 31.12.2008, blz. 13; PB C 3 van 8.1.2009, blz. 10; PB C 37 van 14.2.2009, blz. 10; PB C 64 van 19.3.2009, blz. 20; PB C 99 van 30.4.2009, blz. 7; PB C 229 van 23.9.2009, blz. 28; PB C 263 van 5.11.2009, blz. 22; PB C 298 van 8.12.2009, blz. 17; PB C 74 van 24.3.2010, blz. 13; PB C 326 van 3.12.2010, blz. 17; PB C 355 van 29.12.2010, blz. 34; PB C 22 van 22.1.2011, blz. 22; PB C 37 van 5.2.2011, blz. 12; PB C 149 van 20.5.2011, blz. 8; PB C 190 van 30.6.2011, blz. 17; PB C 203 van 9.7.2011, blz. 14; PB C 210 van 16.7.2011, blz. 30; PB C 271 van 14.9.2011, blz. 18; PB C 356 van 6.12.2011, blz. 12; PB C 111 van 18.4.2012, blz. 3; PB C 183 van 23.6.2012, blz. 7; PB C 313 van 17.10.2012, blz. 11; PB C 394 van 20.12.2012, blz. 22; PB C 51 van 22.2.2013, blz. 9)

9

 

V   Adviezen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2013/C 167/06

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6906 — KKR/Gardner Denver) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

18

2013/C 167/07

Mededeling van de Commissie betreffende de begroting van schade bij schadeacties wegens inbreuken op artikel 101 of 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ( 1 )

19

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2013/C 167/08

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

22

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

 

(2)   Voor de EER relevante tekst, behalve voor de producten die onder bijlage I van het Verdrag vallen

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

13.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 167/1


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 167/01

Datum waarop het besluit is genomen

2.5.2013

Referentienummer staatssteun

SA.25745 (13/NN)

Lidstaat

Duitsland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Mutmaßliche staatliche Beihilfe zugunsten des Internetportals http://www.zvg-portal.de

Rechtsgrondslag

Zwangsversteigerungsgesetz

Type maatregel

Individuele steun

Land Nordrhein-Westfalen

Doelstelling

Overige

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

Jaarbudget: 0,12 EUR (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

Maatregel die geen steun vormt

Looptijd (periode)

vanaf 11.11.2005

Economische sectoren

Uitgeverijen

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Bundesländer

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm

Datum waarop het besluit is genomen

26.9.2012

Referentienummer staatssteun

SA.34208 (12/NN)

Lidstaat

Litouwen

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Lithuanian Central Credit Union

Rechtsgrondslag

Type maatregel

ad-hocsteun

Lithuanian Central Credit Union (Cooperative credit institution)

Doelstelling

Opheffing ernstige verstoring in de economie

Vorm van de steun

Andere kapitaalmaatregelen

Begrotingsmiddelen

Totaalbudget: 6 LTL (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

32 %

Looptijd (periode)

19.12.2011-31.12.2016

Economische sectoren

Overige geldscheppende financiële instellingen

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Ministry of Finance of the Republic of Lithuania

Lukiškių g. 2

LT-01512 Vilnius

LIETUVA/LITHUANIA

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm

Datum waarop het besluit is genomen

2.4.2013

Referentienummer staatssteun

SA.35565 (13/N)

Lidstaat

Verenigd Koninkrijk

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Amendments to the Renewables Obligation (RO) scheme

Rechtsgrondslag

Section 32 of the Electricity Act 1989 (1989 Chapter 29), as amended by Sections 37-40 of the Energy Act 2008 (2008 Chapter 32)

Implemented by the Renewables Obligation Order 2009 (No 785), the Renewables Obligation (Amendment) Order 2010 (No 1107) and the Renewables Obligation (Amendment) Order 2011 (No 984)

A further Renewables Obligation (Amendment) Order will give effect to the proposed changes

Type maatregel

Regeling

Doelstelling

Milieubescherming, Sectorale ontwikkeling

Vorm van de steun

Overige — Bedragen geïnd bij erkende stroomleveranciers die voor (een deel van) het hun opgelegde percentage duurzaam te produceren stroom geen Renewables Obligation Certificates (ROC's) (groencertificaten) kunnen voorleggen, worden herverdeeld over de stroomleveranciers die wél ROC's kunnen voorleggen voor (een deel van) het hun opgelegde percentage duurzaam te produceren stroom.

Begrotingsmiddelen

Totaalbudget: 1 158 GBP (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

tot 31.3.2037

Economische sectoren

Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Department of Energy and Climate Change

3 Whitehall Place

London

SW1A 2AW

UNITED KINGDOM

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm

Datum waarop het besluit is genomen

29.4.2013

Referentienummer staatssteun

SA.36084 (13/N)

Lidstaat

Verenigd Koninkrijk

Regio

Northern Ireland

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Renewables Obligation in Northern Ireland

Rechtsgrondslag

Section 32 of the Electricity Act 1989, as amended by Energy Act 2004 currently subject to amendment by the Energy Bill 2008

Implemented by Renewables Obligation Order 2006 (No 1004), amended by Renewables Obligation Order 2006 (Amendment) Order 2007 (No 1078)

Type maatregel

Regeling

Doelstelling

Milieubescherming

Vorm van de steun

Overige — Bedragen geïnd bij erkende stroomleveranciers die voor (een deel van) het hun opgelegde percentage duurzaam te produceren stroom geen Renewables Obligation Certificates (ROC's) (groencertificaten) kunnen voorleggen, worden herverdeeld over de stroomleveranciers die wél ROC's kunnen voorleggen voor (een deel van) het hun opgelegde percentage duurzaam te produceren stroom.

Begrotingsmiddelen

Maximale steunintensiteit

Maatregel die geen steun vormt

Looptijd (periode)

tot 31.3.2037

Economische sectoren

Alle economische sectoren komen voor steun in aanmerking

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Department of Enterprise, Trade and Investment

Netherleigh

Massey Avenue

Belfast

Northern Ireland

BT4 2JP

UNITED KINGDOM

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm

Datum waarop het besluit is genomen

6.5.2013

Referentienummer staatssteun

SA.36519 (13/N)

Lidstaat

Litouwen

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Valstybės pagalba mažoms ir vidutinėms įmonėms restruktūrizuoti (schema) (pratęsimas)

Rechtsgrondslag

Lietuvos Respublikos įmonių restruktūrizavimo įstatymas (Žin., 2001, Nr. 31–1012; 2010, Nr. 86–4529);

Lietuvos Respublikos mokesčių administravimo įstatymas (Žin., 2004, Nr. 63–2243).

Žiūrėti informaciją Priede.

Type maatregel

Regeling

Doelstelling

Herstructurering ondernemingen in moeilijkheden

Vorm van de steun

Afboeking schulden

Begrotingsmiddelen

Totaalbudget: 258 LTL (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

100 %

Looptijd (periode)

2.7.2013-31.12.2015

Economische sectoren

Alle economische sectoren komen voor steun in aanmerking

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Modestas Kaseliauskas

Antanas Šipavičius

Valstybinė mokesčių inspekcija prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos

Vasario 16-osios g. 15

LT-01514 Vilnius

LIETUVA/LITHUANIA

Valstybinio socialinio draudimo fondo valdyba prie Socialinės apsaugos ir darbo ministerijos

Konstitucijos pr. 12

LT-09308 Vilnius

LIETUVA/LITHUANIA

Mindaugas Sinkevičius

Muitinės departamentas prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos

A. Jakšto g. 1/25

LT-01105 Vilnius

LIETUVA/LITHUANIA

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm


13.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 167/6


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst, behalve voor de producten die onder bijlage I van het Verdrag vallen)

2013/C 167/02

Datum waarop het besluit is genomen

15.5.2013

Referentienummer staatssteun

SA.36009 (13/N)

Lidstaat

Frankrijk

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Aide à la cessation d'activité laitière

Rechtsgrondslag

articles D. 654-88-1 à D. 654-88-8 du code rural et de la pêche maritime

arrêté du 26 août 2010 relatif à l’octroi d’une indemnité à l’abandon total ou partiel de la production laitière et à la mise en œuvre d’un dispositif spécifique de transfert de quotas laitiers pour les campagnes 2010-2011 à 2013-2014

arrêté du 30 mars 2011 modifiant l'arrêté du 26 août 2010 relatif à l’octroi d’une indemnité à l’abandon total ou partiel de la production laitière et à la mise en œuvre d’un dispositif spécifique de transfert de quotas laitiers pour les campagnes 2010-2011 à 2013-2014

Type maatregel

Regeling

Doelstelling

Sluiting productiecapaciteit

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

 

Totaalbudget: 40 EUR (in miljoen)

 

Jaarbudget: 40 EUR (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

Maatregel die geen steun vormt

Looptijd (periode)

tot 31.3.2014

Economische sectoren

Landbouw, bosbouw en visserij

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Ministère de l'agriculture, de l'agroalimentaire et de la forêt

3 rue Barbet de Jouy

75349 Paris 07 SP

FRANCE

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm


13.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 167/7


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.6930 — KKR/SMCP)

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 167/03

Op 7 juni 2013 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32013M6930. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

13.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 167/8


Wisselkoersen van de euro (1)

12 juni 2013

2013/C 167/04

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3277

JPY

Japanse yen

128,30

DKK

Deense kroon

7,4571

GBP

Pond sterling

0,84825

SEK

Zweedse kroon

8,6808

CHF

Zwitserse frank

1,2323

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,6650

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,660

HUF

Hongaarse forint

296,40

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7019

PLN

Poolse zloty

4,2532

RON

Roemeense leu

4,4910

TRY

Turkse lira

2,4906

AUD

Australische dollar

1,3927

CAD

Canadese dollar

1,3489

HKD

Hongkongse dollar

10,3095

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,6604

SGD

Singaporese dollar

1,6672

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 498,19

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

13,2994

CNY

Chinese yuan renminbi

8,1434

HRK

Kroatische kuna

7,4705

IDR

Indonesische roepia

13 090,63

MYR

Maleisische ringgit

4,1577

PHP

Filipijnse peso

57,140

RUB

Russische roebel

42,8380

THB

Thaise baht

41,106

BRL

Braziliaanse real

2,8243

MXN

Mexicaanse peso

16,9295

INR

Indiase roepie

76,7610


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

13.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 167/9


Bijwerking van de lijst van grensdoorlaatposten bedoeld in artikel 2, punt 8, van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB C 316 van 28.12.2007, blz. 1; PB C 134 van 31.5.2008, blz. 16; PB C 177 van 12.7.2008, blz. 9; PB C 200 van 6.8.2008, blz. 10; PB C 331 van 31.12.2008, blz. 13; PB C 3 van 8.1.2009, blz. 10; PB C 37 van 14.2.2009, blz. 10; PB C 64 van 19.3.2009, blz. 20; PB C 99 van 30.4.2009, blz. 7; PB C 229 van 23.9.2009, blz. 28; PB C 263 van 5.11.2009, blz. 22; PB C 298 van 8.12.2009, blz. 17; PB C 74 van 24.3.2010, blz. 13; PB C 326 van 3.12.2010, blz. 17; PB C 355 van 29.12.2010, blz. 34; PB C 22 van 22.1.2011, blz. 22; PB C 37 van 5.2.2011, blz. 12; PB C 149 van 20.5.2011, blz. 8; PB C 190 van 30.6.2011, blz. 17; PB C 203 van 9.7.2011, blz. 14; PB C 210 van 16.7.2011, blz. 30; PB C 271 van 14.9.2011, blz. 18; PB C 356 van 6.12.2011, blz. 12; PB C 111 van 18.4.2012, blz. 3; PB C 183 van 23.6.2012, blz. 7; PB C 313 van 17.10.2012, blz. 11; PB C 394 van 20.12.2012, blz. 22; PB C 51 van 22.2.2013, blz. 9)

2013/C 167/05

De publicatie van de lijst van grensdoorlaatposten bedoeld in artikel 2, punt 8, van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) is gebaseerd op de informatie die door de lidstaten aan de Commissie wordt verstrekt overeenkomstig artikel 34 van de Schengengrenscode.

Naast de publicatie in het Publicatieblad wordt de lijst regelmatig bijgewerkt op de website van het directoraat-generaal Binnenlandse Zaken.

FRANKRIJK

Vervanging van de informatie die is gepubliceerd in PB C 316 van 28.12.2007

LIJST VAN GRENSDOORLAATPOSTEN

Luchthavens

1.

Abbeville

2.

Agen-la Garenne

3.

Ajaccio-Campo dell'Oro

4.

Albert-Bray

5.

Amiens-Glisy

6.

Angers-Marcé

7.

Angoulême-Brie-Champniers

8.

Annecy-Methet

9.

Annemasse

10.

Auxerre-Branches

11.

Avignon-Caumont

12.

Bâle-Mulhouse

13.

Bastia-Poretta

14.

Beauvais-Tillé

15.

Bergerac-Roumanière

16.

Besançon-la Vèze

17.

Béziers-Vias

18.

Biarritz-Bayonne-Anglet

19.

Bordeaux-Mérignac

20.

Brest-Guipavas

21.

Brive-Souillac

22.

Caen-Carpiquet

23.

Calais-Dunkerque

24.

Calvi-Sainte-Catherine

25.

Cannes-Mandelieu

26.

Carcassonne-Salvaza

27.

Châlons-Vatry

28.

Chambéry-Aix-les-Bains

29.

Châteauroux-Déols

30.

Cherbourg-Mauperthus

31.

Clermont-Ferrand-Aulnat

32.

Colmar-Houssen

33.

Deauville-Saint-Gatien

34.

Dijon-Longvic

35.

Dinard-Pleurtuit

36.

Dôle-Tavaux

37.

Epinal-Mirecourt

38.

Figari-Sud Corse

39.

Grenoble-Saint-Geoirs

40.

Hyères-le Palivestre

41.

Issy-les-Moulineaux

42.

La Môle

43.

Lannion

44.

La Rochelle-Laleu

45.

Laval-Entrammes

46.

Le Castelet

47.

Le Havre-Octeville

48.

Le Mans-Arnage

49.

Le Touquet-Paris-Plage

50.

Lille-Lesquin

51.

Limoges-Bellegarde

52.

Lognes-Emerainville

53.

Lorient-Lann-Bihoué

54.

Lyon-Bron

55.

Lyon-Saint-Exupéry

56.

Marseille-Provence

57.

Metz-Nancy-Lorraine

58.

Monaco-Héliport

59.

Montbéliard-Courcelles

60.

Montpellier-Méditérranée

61.

Nantes-Atlantique

62.

Nevers-Fourchambault

63.

Nice-Côte d'Azur

64.

Nîmes-Garons

65.

Orléans-Bricy

66.

Orléans-Saint-Denis-de-l'Hôtel

67.

Paris-Charles de Gaulle

68.

Paris-le Bourget

69.

Paris-Orly

70.

Pau-Pyrénées

71.

Perpignan-Rivesaltes

72.

Poitiers-Biard

73.

Pontoise-Cormeilles-en-Vexin, tijdelijk:

van 12 tot 16 juni 2013, van 12 u tot 16 u;

van 17 tot 20 juni 2013, van 12 u tot 18 u;

van 21 tot 23 juni 2013, van 11 u tot 19 u.

74.

Quimper-Cornouailles, tijdelijk, van 30 mei tot 8 september 2013.

75.

Rennes Saint-Jacques

76.

Rodez-Marcillac

77.

Rouen-Vallée de Seine

78.

Saint-Brieuc-Armor

79.

Saint-Étienne-Bouthéon

80.

Saint-Nazaire-Montoir

81.

Strasbourg-Entzheim

82.

Tarbes-Ossun-Lourdes

83.

Toulouse-Blagnac

84.

Tours-Saint-Symphorien

85.

Troyes-Barberey

86.

Vichy-Charmeil

Zeegrenzen

1.

Ajaccio

2.

Bastia

3.

Bayonne

4.

Bonifacio

5.

Bordeaux

6.

Boulogne

7.

Brest

8.

Caen-Ouistreham

9.

Calais

10.

Calvi

11.

Cannes-Vieux Port

12.

Carteret

13.

Cherbourg

14.

Dieppe

15.

Douvres

16.

Dunkerque

17.

Granville

18.

Honfleur

19.

La Rochelle-La Pallice

20.

Le Havre

21.

Les Sables-d'Olonne-Port

22.

L'Ile-Rousse

23.

Lorient

24.

Marseille

25.

Monaco-Port de la Condamine

26.

Nantes-Saint-Nazaire

27.

Nice

28.

Port-de-Bouc-Fos/Port-Saint-Louis

29.

Port-la-Nouvelle

30.

Porto-Vecchio

31.

Port-Vendres

32.

Roscoff

33.

Rouen

34.

Saint-Brieuc (maritime)

35.

Saint-Malo

36.

Sète

37.

Toulon

Landgrenzen

Met het Verenigd Koninkrijk

(vaste verbinding onder het Kanaal)

1.

Gare d’Ashford International

2.

Gare d'Avignon-Centre

3.

Cheriton/Coquelles

4.

Gare de Chessy-Marne-la-Vallée

5.

Gare de Fréthun

6.

Gare de Lille-Europe

7.

Gare de Paris-Nord

8.

Gare de St-Pancras International

9.

Gare d’Ebbsfleet International

Met Andorra

1.

Pas de la Case-Porta

ITALIË

Vervanging van de informatie die is gepubliceerd in PB C 316 van 28.12.2007

LIJST VAN GRENSDOORLAATPOSTEN

Luchthavens

1.

Alghero (SS)

Polizia di Stato

2.

Ancona

Polizia di Stato

3.

Aosta

Polizia di Stato

4.

Bari

Polizia di Stato

5.

Bergamo

Polizia di Stato

6.

Biella

Polizia di Stato

7.

Bologna

Polizia di Stato

8.

Bolzano

Polizia di Stato

9.

Brescia

Polizia di Stato

10.

Brindisi

Polizia di Stato

11.

Cagliari

Polizia di Stato

12.

Catania

Polizia di Stato

13.

Comiso (RG)

Polizia di Stato

14.

Crotone

Polizia di Stato

15.

Cuneo Levaldigi (CN)

Polizia di Stato

16.

Fano (PU)

Polizia di Stato

17.

Firenze

Polizia di Stato

18.

Foggia

Polizia di Stato

19.

Forlì

Polizia di Stato

20.

Genova

Polizia di Stato

21.

Grosseto

Polizia di Stato

22.

Lamezia Terme (CZ)

Polizia di Stato

23.

Lampedusa (AG)

Carabinieri

24.

Lecce

Polizia di Stato

25.

Marina di Campo (LI)

Carabinieri

26.

Milano Linate

Polizia di Stato

27.

Napoli

Polizia di Stato

28.

Novi Ligure

Carabinieri

29.

Olbia (SS)

Polizia di Stato

30.

Oristano

Polizia di Stato

31.

Palermo

Polizia di Stato

32.

Pantelleria (TP)

Carabinieri

33.

Parma

Polizia di Stato

34.

Perugia

Polizia di Stato

35.

Pescara

Polizia di Stato

36.

Pisa

Polizia di Stato

37.

Pontecagnano (SA)

Polizia di Stato

38.

Reggio di Calabria

Polizia di Stato

39.

Rimini

Polizia di Stato

40.

Roma Ciampino

Polizia di Stato

41.

Roma Fiumicino

Polizia di Stato

42.

Roma Urbe

Polizia di Stato

43.

Ronchi dei Legionari (GO)

Polizia di Stato

44.

Siena

Polizia di Stato

45.

Taranto-Grottaglie

Polizia di Stato

46.

Torino

Polizia di Stato

47.

Trapani

Polizia di Stato

48.

Tortoli (NU)

Polizia di Stato

49.

Treviso

Polizia di Stato

50.

Varese Malpensa

Polizia di Stato

51.

Venezia

Polizia di Stato

52.

Verona

Polizia di Stato

53.

Villanova d'Albenga (SV)

Carabinieri

Zeegrenzen

1.

Alassio (SV)

Polizia di Stato

2.

Alghero (SS)

Polizia di Stato

3.

Ancona

Polizia di Stato

4.

Anzio — Nettuno (RM)

Polizia di Stato

5.

Augusta (SR)

Polizia di Stato

6.

Bacoli (NA)

Carabinieri

7.

Bari

Polizia di Stato

8.

Barletta (BA)

Polizia di Stato

9.

Brindisi

Polizia di Stato

10.

Cagliari

Polizia di Stato

11.

Campo nell'Elba (LI)

Carabinieri

12.

Caorle (VE)

Carabinieri

13.

Capraia Isola (LI)

Carabinieri

14.

Capri (NA)

Polizia di Stato

15.

Carbonia (CA)

Polizia di Stato

16.

Castellammare di Stabia (NA)

Polizia di Stato

17.

Castellammare del Golfo (TP)

Polizia di Stato

18.

Catania

Polizia di Stato

19.

Cesenatico

Polizia di Stato

20.

Chioggia (VE)

Polizia di Stato

21.

Civitanova Marche (MC)

Polizia di Stato

22.

Civitavecchia (RM)

Polizia di Stato

23.

Corigliano Calabro (CS)

Polizia di Stato

24.

Crotone

Polizia di Stato

25.

Duino Aurisina (TS)

Polizia di Stato

26.

Finale Ligure (SV)

Carabinieri

27.

Fiumicino (RM)

Polizia di Stato

28.

Formia (LT)

Polizia di Stato

29.

Gaeta (LT)

Polizia di Stato

30.

Gallipoli (LE)

Polizia di Stato

31.

Gela (CL)

Polizia di Stato

32.

Genova

Polizia di Stato

33.

Gioia Tauro (RC)

Polizia di Stato

34.

Giulianova (TE)

Polizia di Stato

35.

Grado (GO)

Carabinieri

36.

Ischia (NA)

Polizia di Stato

37.

La Maddalena (SS)

Carabinieri

38.

La Spezia

Polizia di Stato

39.

Lampedusa (AG)

Carabinieri

40.

Lerici (SP)

Carabinieri

41.

Levanto (SP)

Carabinieri

42.

Licata (AG)

Polizia di Stato

43.

Lignano Sabbiadoro (VE)

Carabinieri

44.

Lipari (ME)

Carabinieri

45.

Livorno

Polizia di Stato

46.

Loano (SV)

Carabinieri

47.

Manfredonia (FG)

Polizia di Stato

48.

Marciana Marina (LI)

Carabinieri

49.

Marina di Carrara (MS)

Polizia di Stato

50.

Marsala (TP)

Polizia di Stato

51.

Mazara del Vallo (TP)

Polizia di Stato

52.

Messina

Polizia di Stato

53.

Milazzo (ME)

Polizia di Stato

54.

Molfetta (BA)

Carabinieri

55.

Monopoli (BA)

Polizia di Stato

56.

Muggia (TS)

Polizia di Stato

57.

Napoli

Polizia di Stato

58.

Olbia (SS)

Polizia di Stato

59.

Oneglia (IM)

Polizia di Stato

60.

Oristano

Polizia di Stato

61.

Ortona (CH)

Carabinieri

62.

Ostia (RM)

Polizia di Stato

63.

Otranto (LE)

Polizia di Stato

64.

Palau (SS)

Polizia di Stato

65.

Palermo

Polizia di Stato

66.

Pantelleria (TP)

Carabinieri

67.

Pesaro

Polizia di Stato

68.

Pescara

Polizia di Stato

69.

Piombino (LI)

Polizia di Stato

70.

Porto Azzurro (LI)

Carabinieri

71.

Porto Cervo (SS)

Polizia di Stato

72.

Porto Empedocle (AG)

Polizia di Stato

73.

Porto Ferraio (LI)

Polizia di Stato

74.

Porto Nogaro (UD)

Carabinieri

75.

Porto Tolle (RO)

Polizia di Stato

76.

Porto Torres (SS)

Polizia di Stato

77.

Porto Venere (SV)

Carabinieri

78.

Portofino (GE)

Carabinieri

79.

Pozzallo (RG)

Carabinieri

80.

Pozzuoli (NA)

Polizia di Stato

81.

Rapallo (GE)

Polizia di Stato

82.

Ravenna

Polizia di Stato

83.

Reggio di Calabria

Polizia di Stato

84.

Rimini

Polizia di Stato

85.

Rio Marina (LI)

Carabinieri

86.

Riposto (CT)

Carabinieri

87.

Ronchi dei Legionari — Monfalcone (GO)

Polizia di Stato

88.

Santa Margherita Ligure (GE)

Carabinieri

89.

Sanremo (IM)

Polizia di Stato

90.

Santa Maria di Leuca (LE)

Polizia di Stato

91.

Santa Teresa di Gallura (SS)

Polizia di Stato

92.

San Benedetto del Tronto (AP)

Polizia di Stato

93.

Salerno

Polizia di Stato

94.

Savona

Polizia di Stato

95.

Siracusa

Polizia di Stato

96.

Sorrento (NA)

Polizia di Stato

97.

Taormina (ME)

Polizia di Stato

98.

Taranto

Polizia di Stato

99.

Termini Imerese (PA)

Polizia di Stato

100.

Termoli (CB)

Polizia di Stato

101.

Terracina (LT)

Polizia di Stato

102.

Torre Annunziata (NA)

Polizia di Stato

103.

Tortolì (NU)

Polizia di Stato

104.

Torviscosa (UD)

Carabinieri

105.

Trani (BA)

Polizia di Stato

106.

Trapani

Polizia di Stato

107.

Trieste

Polizia di Stato

108.

Varazze (SV)

Carabinieri

109.

Vasto (CH)

Polizia di Stato

110.

Venezia

Polizia di Stato

111.

Viareggio (LU)

Polizia di Stato

112.

Vibo Valentia Marina (VV)

Polizia di Stato


V Adviezen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

13.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 167/18


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6906 — KKR/Gardner Denver)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 167/06

1.

Op 4 juni 2013 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat KKR & Co. L.P. („KKR”, Verenigde Staten) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de uitsluitende zeggenschap verkrijgt over Gardner Denver, Inc. („GDI”, Verenigde Staten) door de aankoop van effecten.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

KKR: aanbieder van een breed scala aan alternatieve vermogensbeheerdiensten voor publieke en particuliere marktinvesteerders en kapitaalmarktoplossingen voor ondernemingen, hun portefeuilleondernemingen en hun cliënten,

GDI: vervaardiging en verkoop van industriële compressoren, ventilatoren, pompen, laadarmen en brandstofsystemen.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6906 — KKR/Gardner Denver, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).


13.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 167/19


Mededeling van de Commissie betreffende de begroting van schade bij schadeacties wegens inbreuken op artikel 101 of 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

(Voor de EER relevante tekst)

2013/C 167/07

1.   SCHADEVERGOEDING VOOR SLACHTOFFERS VAN INBREUKEN OP HET MEDEDINGINGSRECHT: DE UITDAGING VAN DE BEGROTING VAN DE GELEDEN SCHADE

1.

Inbreuken op de artikelen 101 of 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie („VWEU”), hierna de „EU-mededingingsregels” genoemd, veroorzaken aanzienlijke schade aan de economie in haar geheel en staan de goede werking van de interne markt in de weg. Teneinde dergelijke schade te voorkomen, beschikt de Commissie over de bevoegdheid om boeten op te leggen aan ondernemingen en ondernemersverenigingen die de EU-mededingingsregels schenden (1). Doel van de door de Commissie opgelegde boeten is een afschrikkend effect teweeg te brengen, namelijk de betrokken ondernemingen te bestraffen (specifiek afschrikkend effect), en andere ondernemingen ervan te weerhouden gedragingen te stellen of voor te zetten die in strijd zijn met de artikelen 101 en 102 VWEU (algemeen afschrikkend effect) (2).

2.

Bovendien veroorzaken inbreuken op de artikelen 101 of 102 VWEU aanzienlijke schade voor consumenten en ondernemingen. Eenieder die schade heeft geleden wegens een inbreuk op de EU-mededingingsregels, heeft recht op schadevergoeding. Zoals het Hof van Justitie herhaaldelijk heeft benadrukt, wordt dit recht gewaarborgd door het Unierecht (3). Terwijl boeten afschrikkend moeten werken, is het doel van schadeclaims de schade als gevolg van een inbreuk te herstellen. Doeltreffender rechtsmiddelen voor consumenten en ondernemingen om schadevergoeding te krijgen, zouden intrinsiek ook als gunstig gevolg hebben dat toekomstige inbreuken worden ontmoedigd en dat een betere naleving van deze voorschriften wordt gegarandeerd (4).

3.

Een grote moeilijkheid waarmee rechtbanken en partijen bij schadeacties worden geconfronteerd, is het begroten van de geleden schade. Deze begroting is gebaseerd op een vergelijking van de feitelijke situatie van de eisers met de situatie waarin zij zouden verkeren indien de schending van de mededingingsregels niet had plaatsgevonden. In een hypothetische beoordeling van hoe de marktomstandigheden en de interacties van de marktdeelnemers zonder de inbreuk zouden zijn geëvolueerd, komen vaak complexe en specifieke kwesties met betrekking tot het economisch en het mededingingsrecht aan de orde. Rechtbanken en partijen worden steeds meer geconfronteerd met deze kwesties en met de beschikbare methoden en technieken om deze aan te pakken.

2.   INTERACTIE TUSSEN VOORSCHRIFTEN EN BEGINSELEN VAN HET EU-RECHT EN HET NATIONALE RECHT

2.1.   Acquis communautaire

4.

De artikelen 101 en 102 VWEU zijn bepalingen van openbare orde (5) en zijn cruciaal voor de werking van de interne markt, die een systeem omvat dat ervoor zorgt dat de mededinging niet wordt verstoord (6). Deze artikelen doen rechten en verplichtingen voor individuen ontstaan, ongeacht of het om ondernemingen of consumenten gaat. Dergelijke rechten gaan deel uitmaken van de legale activa van deze individuen (7) en zijn beschermd uit hoofde van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (8). Op grond van het EU-recht hebben de nationale rechtbanken tot taak deze rechten en plichten volledig en daadwerkelijk te handhaven in bij hen aanhangige procedures.

5.

Eén van de door het EU-recht gewaarborgde rechten is het recht op vergoeding van schade die is geleden als gevolg van een inbreuk op artikel 101 of 102 VWEU: de volle werking van de EU-mededingingsregels zou in het gedrang komen indien niet eenieder vergoeding zou kunnen vorderen van de schade die hem is berokkend door een schending van deze regels. Eenieder kan vergoeding van de geleden schade vorderen indien er een causaal verband bestaat tussen die schade en een door de EU-mededingingsregels verboden overeenkomst of gedraging (9).

6.

Vergoeding voor geleden schade betekent een herstel van de situatie waarin de benadeelde zou hebben verkeerd indien de inbreuk op artikel 101 of 102 VWEU niet had plaatsgevonden. Partijen die door de inbreuk op EU-regels met rechtstreekse werking zijn benadeeld, moeten bijgevolg de volledige reële waarde van hun verliezen vergoed krijgen: het recht op volledige schadevergoeding omvat bijgevolg de reële schade (damnum emergens) en de gederfde winst (lucrum cessans) als gevolg van de inbreuk, (10), alsook een recht op het ontvangen van rente vanaf het tijdstip waarop de schade zich voordeed (11).

7.

Voor zover er geen EU-regelgeving inzake schadeacties voor inbreuken op artikel 101 of 102 VWEU bestaat, is het aan het interne rechtsstelsel van elke lidstaat om de nadere regels vast te stellen voor de uitoefening van het door het EU-recht gewaarborgde recht op schadevergoeding. Deze regels mogen echter de uitoefening van de door het EU-recht aan individuen verleende rechten niet buitensporig moeilijk of praktisch onmogelijk maken (doeltreffendheidsbeginsel) en mogen evenmin ongunstiger zijn dan die welke voor soortgelijke schadeacties naar nationaal recht gelden (gelijkwaardigheidsbeginsel) (12).

2.2.   Nationaal recht en interactie met de beginselen van het EU-recht

8.

Met betrekking tot de begroting van de schade worden, voor zover het Unierecht niet van toepassing is, de passende bewijsstandaard en de nauwkeurigheidsvereisten voor de opgave van het bedrag van de geleden schade door de rechtsvoorschriften van de lidstaten bepaald. In de nationale rechtsvoorschriften zal ook worden bepaald welke partij de bewijslast draagt en welke feitelijke gegevens door elke partij voor de rechter moeten worden aangevoerd. Het nationale recht kan voorzien in een omkering van de bewijslast wanneer de eiser een aantal elementen heeft aangetoond, en in vereenvoudigde berekeningsregels en vermoedens van weerlegbare of onweerlegbare aard. Voorts bepaalt het nationale recht in hoeverre en op welke wijze rechtbanken bevoegd zijn de geleden schade te begroten op basis van zo nauwkeurig mogelijke schattingen of billijkheidsoverwegingen. Al deze nationale voorschriften en procedures voor de begroting van de schade dienen in individuele gevallen zo te worden vastgesteld en toegepast dat partijen die door inbreuken op de EU-medingingsregels zijn benadeeld, de geleden schade volledig vergoed te krijgen zonder buitensporige moeilijkheden; zij mogen in geen geval minder doeltreffend zijn dan bij vergelijkbare schadeacties op basis van het nationale recht.

9.

Eén van de gevolgen van het doeltreffendheidsbeginsel is dat de toepasselijke nationale rechtsvoorschriften en de uitlegging daarvan de aan de begroting van de schade in mededingingszaken inherente moeilijkheden en grenzen moeten weerspiegelen. Bij de begroting van deze schade dient de feitelijke situatie van de benadeelde partij te worden vergeleken met de situatie waarin deze partij zonder de inbreuk zou hebben verkeerd. Dit is iets wat niet in de werkelijkheid kan worden waargenomen; het is onmogelijk met zekerheid uit te maken hoe marktomstandigheden en interacties tussen marktdeelnemers zonder de inbreuk zouden zijn geëvolueerd. Er kan alleen worden uitgegaan van het hypothetische scenario zonder de inbreuk. De begroting van schade in mededingingszaken heeft zich, gezien de aard ervan, altijd gekenmerkt door aanzienlijke beperkingen wat betreft de mate van zekerheid en nauwkeurigheid die ervan kan worden verwacht. Soms zijn alleen benaderende ramingen mogelijk (13).

3.   RICHTSNOEREN VAN DE COMMISSIE INZAKE DE BEGROTING VAN SCHADE

10.

Tegen deze achtergrond hebben de diensten van de Commissie een praktische gids opgesteld voor de begroting van schade bij schadeacties wegens inbreuken op artikel 101 of 102 VWEU (hierna de „praktische gids” genoemd).

11.

Het doel van de praktische gids bestaat erin nationale rechtbanken en bij schadeacties betrokken partijen de helpende hand te bieden door informatie over de begroting van schade als gevolg van inbreuken op de EU-mededingingsregels op ruimere schaal beschikbaar te maken. De gids geeft dan ook een overzicht van de diverse vormen van schade die doorgaans worden veroorzaakt door mededingingsbeperkende praktijken, en verschaft met name informatie over de voor de begroting van deze schade beschikbare methoden en technieken. Een bredere verspreiding van deze informatie zal de doeltreffendheid van schadeacties vergroten. Dergelijke acties zouden hierdoor ook voorspelbaarder moeten worden en zodoende de rechtszekerheid voor alle betrokken partijen vergroten. De praktische gids kan de partijen voorts helpen om hun conflict bij te leggen, met of zonder gerechtelijke procedures of alternatieve procedures voor de beslechting van geschillen.

12.

Deze praktische gids is louter informatief en is niet bindend voor nationale rechtbanken of partijen. Hij brengt geen wijziging in de rechtsvoorschriften van de lidstaten inzake schadeacties, en laat de rechten en plichten van de lidstaten en natuurlijke of rechtspersonen uit hoofde van het EU-recht onverlet.

13.

De praktische gids mag met name niet worden gezien als een instrument dat de bewijsstandaard of de mate van gedetailleerdheid van de feitelijke argumenten die door de rechtsstelsels in de lidstaten van de partijen worden verlangd, verhoogt of verlaagt, of wijzigingen brengt in de voorschriften en praktijken in de lidstaten op het gebied van de bewijslast. Nationale rechtbanken hebben in hun rechtssystemen vaak pragmatische benaderingen ingevoerd om de hoogte van de toe te kennen schadevergoeding te bepalen, zoals het gebruik van vermoedens, een omkering van de bewijslast of de bevoegdheid van de rechtbanken om de schade te begroten op basis van zo nauwkeurig mogelijke ramingen. De praktische gids is bedoeld om informatie te verstrekken die kan worden gebruikt in het kader van nationale rechtsvoorschriften en praktijken, doch niet in de plaats daarvan. Afhankelijk van de toepasselijke rechtsvoorschriften en de specifieke kenmerken van elk geval kan het voor de partijen derhalve voldoende zijn feiten en bewijzen over de omvang van de schade te verstrekken die minder gedetailleerd zijn dan die welke volgens een aantal in de praktische gids beschreven methoden en technieken worden vereist.

14.

De praktische gids licht de bijzondere kenmerken toe, inclusief de sterke en zwakke punten van diverse beschikbare methoden en technieken voor de begroting van schade als gevolg van een schending van de antitrustregels. Op grond van het toepasselijke recht moet worden bepaald welke aanpak voor de begroting van deze schade in de specifieke omstandigheden van een bepaald geval geschikt kan worden geacht. Belangrijke overwegingen hierbij zijn — naast de bewijsstandaard en de bewijslast in het kader van de toepasselijke rechtsvoorschriften — de beschikbaarheid van gegevens, de kosten en de tijd die ermee gemoeid zijn, en de evenredigheid ervan ten opzichte van de waarde van de schadeclaim.

15.

In de praktische gids wordt voorts een reeks praktische voorbeelden gegeven en besproken. Zij illustreren de typische mogelijke gevolgen die schendingen van de EU-mededingingsregels kunnen hebben, en hoe de bovengenoemde methoden en technieken voor de begroting van schade in de praktijk kunnen worden toegepast.

16.

De economische inzichten betreffende de door schendingen van de antitrustregels veroorzaakte schade en de methoden en technieken om deze te begroten, kunnen in de loop van de tijd evolueren naar gelang van het theoretisch en empirisch onderzoek en de rechtspraktijk op dit gebied. De praktische gids mag derhalve niet als een volledig of definitief overzicht van de beschikbare inzichten, methoden en technieken worden gezien.


(1)  Zie artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag, PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1. Met ingang van 1 december 2009 worden de artikelen 81 en 82 van het EG-Verdrag respectievelijk de artikelen 101 en 102 VWEU. De inhoud ervan is niet gewijzigd.

(2)  Richtsnoeren van de Commissie voor de berekening van geldboeten die uit hoofde van artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003 worden opgelegd, PB C 210 van 1.9.2006, blz. 2, punt 4.

(3)  Arrest van 20 september 2001, zaak C-453/99, Courage en Crehan, Jurispr. 2001, blz. I-6297; arrest van 13 juli 2006, gevoegde zaken C-295/04 tot en met C-298/04, Manfredi, Jurispr. 2006, blz. I-6619; arrest van 14 juni 2011, Zaak C-360/09, Pfleiderer, Jurispr. 2011, blz. I-5161 en arrest van 6 november 2012, zaak C-199/11, Europese Commissie/Otis NV en anderen, Jurispr. 2012, nog niet gepubliceerd.

(4)  Arrest van 20 september 2001, zaak C-453/99, Courage en Crehan, Jurispr. 2001, blz. I-6297, 27; arrest van 13 juli 2006, gevoegde zaken C-295/04 tot en met C-298/04, Manfredi, Jurispr. 2006, blz. I-6619, punt 91.

(5)  Arrest van 13 juli 2006, gevoegde zaken C-295/04 tot en met C-298/04, Manfredi, Jurispr. 2006, blz. I-6619, punt 31.

(6)  Protocol nr. 27 bij het Verdrag betreffende de Europese Unie, inzake de interne markt en mededinging.

(7)  Arrest van 20 september 2001, zaak C-453/99, Courage en Crehan, Jurispr. 2001, blz. I-6297, punten 19 en 23; arrest van 13 juli 2006, gevoegde zaken C-295/04 tot en met C-298/04, Manfredi, Jurispr. 2006, blz. I-6619, punt 39.

(8)  Zie artikel 17 van het Handvest voor de bescherming van de activa van een natuurlijke persoon; het recht op een doeltreffende voorziening in rechte bij schending van door het recht van de Unie gewaarborgde rechten is neergelegd in artikel 47 van het handvest.

(9)  Arrest van 14 juni 2011, zaak C-360/09, Pfleiderer, Jurispr. 2011, blz. I-5161; arrest van 6 november 2012, zaak C-199/11, Europese Commissie/Otis NV en anderen, Jurispr. 2012, nog niet gepubliceerd, punt 43.

(10)  Arrest van 13 juli 2006, gevoegde zaken C-295/04 tot en met C-298/04, Manfredi, Jurispr. 2006, blz. 6619, punten 95 en 96, en arrest van 5 maart 1996, gevoegde zaken C-46/93 en C-48/93, Brasserie du Pêcheur en Factortame, Jurispr. 1996, blz. I-1029, punt 87.

(11)  Arrest van 13 juli 2006, gevoegde zaken C-295/04 tot en met C-298/04, Manfredi, Jurispr. 2006, blz. I-6619, punt 97, waarin wordt verwezen naar het arrest van 2 augustus 1993, zaak C 271/91, Marshall, Jurispr. 1993, blz. I-4367, punt 31.

(12)  Arrest van 20 september 2001, zaak C-453/99, Courage en Crehan, Jurispr. 2001, blz. I-6297, punt 29; arrest van 13 juli 2006, gevoegde zaken C-295/04 tot en met C-298/04, Manfredi, Jurispr. 2006, blz. I-6619, punt 62.

(13)  De grenzen van dergelijke evaluaties van een hypothetische situatie zijn door het Hof van Justitie erkend in verband met de berekening van de inkomstenderving in een schadeactie tegen de Europese Commissie, zie gevoegde zaken C-104/89 en C-37/90, Mulder e.a./Raad, Jurispr. 2000, blz. I-203, punt 79.


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

13.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 167/22


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

2013/C 167/08

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag (1).

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen  (2)

„ΤΟΜΑΤΑΚΙ ΣΑΝΤΟΡΙΝΗΣ” (TOMATAKI SANTORINIS)

EG-nummer: EL-PDO-0005-0888-26.08.2011

BGA ( ) BOB ( X )

1.   Naam

„Τοματάκι Σαντορίνης” (Tomataki Santorinis)

2.   Lidstaat of derde land

Griekenland

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Klasse 1.6 —

Groenten, fruit en granen, vers of verwerkt

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

Onder „Tomataki Santorinis” wordt verstaan de verse vrucht van een lokaal ecotype van Lycopersicon esculentum Mill., van de familie der Solanaceae. Deze wordt geclassificeerd als kleine-tomaatvariëteit, met een ontwikkelingscyclus van gemiddeld 80 tot 90 dagen. De „Tomataki Santorinis” heeft een enigszins afplatte ronde vorm (pooldiameter gedeeld door equatoriale diameter tussen 0,65 en 0,85) en een gewicht (in gram) tussen 15 (minimum) en 27 (maximum). De vrucht heeft lichte tot uitgesproken groeven, die vooral voorkomen bij de vruchten aan de onderzijde van de plant (dicht bij de wortels). De „Tomataki Santorinis” heeft een dieprode kleur. Het vruchtvlees is stevig, met zeer weinig vocht, en bevat een groot aantal zaden. Het gehalte aan oplosbare vaste stoffen varieert tussen 7 en 10 graden Brix, terwijl de concentratie oplosbare vaste stoffen ten opzichte van het totaal aan vaste stoffen lager is en varieert tussen 73 en 87 % (13-27 % vast residu). Bovendien bevat deze tomaat hogere gehalten aan ascorbinezuur (variërend van 14 tot 18 mg per 100 g vers gewicht), totale oplosbare fenolen (54-57 mg/100 g vers gewicht) en lycopeen (3,8-7,5 mg/100 g vers gewicht). Tegelijkertijd wordt de verse „Tomataki Santorinis” gekenmerkt door een hoge zuurgraad (pΗ = 4-4,5) die, in combinatie met het hoge gehalte aan koolhydraten, de tomaat een zoete, maar tegelijk sterk zure smaak verleent.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong)

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Alle stappen in de productie, behandeling en verwerking van producten die onder de naam „Tomataki Santorinis” op de markt worden gebracht, moeten in het afgebakende geografische productiegebied plaatsvinden.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz.

Het beperken van de verpakkingsactiviteiten tot het afgebakende geografische gebied wordt nodig geacht om de kwaliteit van het product dat onder de naam „Tomataki Santorinis” op de markt wordt gebracht, te waarborgen en de oorsprong van het eindproduct efficiënter te kunnen controleren.

Meer in het bijzonder moeten de verpakkingsactiviteiten tot het productiegebied worden beperkt wegens het bijzonder hoge risico dat de kwaliteit van zo een fragiel product wordt aangetast tijdens het bulkvervoer, dat noodgedwongen over zee plaatsvindt. De tomaten lopen grote kans vocht op te nemen, met ongedierte verontreinigd te geraken en door ziekten te worden aangetast. Ook wordt beoogd fraude te beperken. De geringe opbrengst per stremma (1 000 m2) (ongeveer 500 kilo per stremma ten opzichte van ongeveer 10 ton per stremma voor op het vasteland geteelde buitentomaten) heeft tot gevolg dat de „Tomataki Santorinis” een aanzienlijk hogere prijs opbrengt, hetgeen sterk tot fraude aanzet. Door het verpakken tot het productiegebied te beperken wordt de uitstekende faam van het onder de beschermde naam op de markt gebrachte product beschermd.

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering

De verpakking is voorzien van de productcode overeenkomstig het traceringssysteem.

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Het geografische gebied waar de „Tomataki Santorinis” wordt geproduceerd, omvat de eilanden Thira (Santorini), Thirasia, Palea Kameni, Nea Kameni, Aspro (Aspronisi), Christiani en Askania gelegen in de prefectuur van de Cycladen in het Zuid-Egeïsche gebied van Griekenland.

5.   Verband met het geografische gebied

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied

Al deze eilanden worden gekenmerkt door een vulkanische bodem en een heel bijzonder microklimaat, met zeer sterke winden, veel zonneschijn gedurende het hele jaar en zeer droge omstandigheden (weinig neerslag op jaarbasis). Meer in het bijzonder houdt dit het volgende in:

a)

Klimaat: de onderstaande bijzondere klimaatgegevens worden beschouwd als cruciaal voor de kwaliteit van het product:

1.

de relatieve luchtvochtigheid met een jaargemiddelde van 71 %,

2.

een jaarlijkse neerslag van in totaal 370 mm,

3.

de noordenwinden die het hele jaar door overheersen,

4.

de temperatuur met een jaargemiddelde van 17,5 °C,

5.

de 202 dagen zonneschijn per jaar, en

6.

het zo goed als ontbreken van vorst.

b)

Bodem: het basismateriaal van de vulkanische bodem die bijna heel Santorini bedekt, bestaat uit tertiaire afzettingen van Thira-aarde, puimsteen en lava. Deze bodem is diep, met een slechts matige of zelfs helemaal geen ravijnvormende erosie en lichte hellingen. Over het algemeen is de bodemstructuur fijn, bevat de bodem geen stikstof (N) — het essentiële anorganische element — en is hij bijzonder arm aan organische stoffen. Voorts bevat de bodem natrium (Na), wat tot waterstress leidt, en is hij in staat vocht uit de atmosfeer op te nemen en overdag geleidelijk naar de planten over te brengen (puimsteen staat erom bekend dat het veel water vasthoudt). De planten hebben dus te maken met waterschaarste waaraan het product, in combinatie met de alkalische bodem, zijn bijzondere kenmerken ontleent. Tot slot bevat de bodem zeer weinig tot geen waterreserves.

c)

Menselijke factoren: het productieproces behelst drie specifieke, zeer belangrijke procedures die de menselijke bijdrage aan de traditionele teeltmethode illustreren.

1.

Het vergaren/selecteren van de zaden die voor de volgende teelt moeten worden gebruikt (zaden die op het bedrijf zelf worden geproduceerd).

2.

De teeltmethoden zijn aangepast aan de bijzondere bodemsamenstelling en klimaatomstandigheden van het gebied (droog, veel zonneschijn en zeer sterke winden). In de loop van de jaren hebben de telers namelijk een vroeg landras voor landbouw zonder irrigatie geselecteerd. Hiermee wordt het probleem van de sterke noordenwinden en het gebrek aan water grotendeels verholpen en kan de plant in maart, april en mei volledig tot ontwikkeling komen, vooral op grond op zeeniveau. Gedurende deze maanden blijft Santorini het meest van wind gespaard en valt er wat neerslag, die een waardevolle bron van water vormt.

3.

Een specifieke technische aanpassing in de teeltmethode is dat het zaad direct in de Thira-aarde wordt gezaaid. Door deze procedure wordt de diepe penwortel behouden, in tegenstelling tot de conventionele tomatenteelt, waarbij de planten worden verplant en de wortel wordt afgesneden.

5.2.   Specificiteit van het product

De specifieke kenmerken van het product zijn het resultaat van het plantmateriaal, in combinatie met de bijzondere bodemsamenstelling en klimaatomstandigheden op Santorini en de omliggende eilanden, alsook de traditionele teeltmethoden.

a)

De „Tomataki Santorinis” is een lokaal ecotype van de soort Lycopersicon esculentum Mill., met een historische oorsprong, een eigen identiteit en genetische variatie, en is specifiek aangepast aan het droge klimaat en de kalkachtige, alkalische bodem van Santorini. Deze tomaat wordt uitsluitend in het afgebakende geografische gebied op commerciële schaal geproduceerd. Het is een lokaal gewas dat door de producenten zelf op Santorini wordt geteeld en is het resultaat van het traditionele teeltsysteem waarvoor weinig input is vereist. Deze kenmerken zijn in de loop der tijd dankzij de procedure van het vergaren en selecteren van zaden voor de volgende teelt tot stand gekomen en verspreid. De zaden zijn daarom zeer bestand tegen biotische en abiotische stress, met als resultaat een zeer betrouwbare bevredigende opbrengst volgens het op Santorini toegepaste systeem van landbouw zonder irrigatie.

b)

Zoals in de productbeschrijving is vermeld, is een van de specifieke kenmerken van de „Tomataki Santorinis” de samenstelling van de oplosbare vaste stoffen, die een positieve bijdrage leveren aan de voedingswaarde en de smaak. De concentratie oplosbare vaste stoffen ten opzichte van het totaal aan vaste stoffen is bij deze tomaat lager en varieert van 73 tot 87 % (13-27 % vast residu), terwijl die concentratie bij klassieke tomatenvariëteiten 95 tot 98 % bedraagt (2-5 % vast residu). Dit betekent dat de „Tomataki Santorinis” meer vast residu bevat. Proeven waarin deze parameters en die van de grote „Gs 67”-tomatenvariëteit onder gelijke conventionele teeltomstandigheden werden vergeleken, wezen uit dat de „Tomataki Santorinis” ook hogere gehalten bevat aan ascorbinezuurgehalte, totale oplosbare fenolen en lycopeen, die tot de oplosbare vaste stoffen behoren. Meer specifiek bedragen de waarden voor de voornoemde bestanddelen van de „Tomataki Santorinis” per 100 g vers gewicht respectievelijk 14-18 mg, 54-57 mg en 3,8-7,5 mg, terwijl deze voor de klassieke „Gs 67”-tomatenvariëteit respectievelijk 8-12 mg, 30-35 mg en 1,8-7 mg bedragen. Uit soortgelijke studies naar smaakkenmerken bleek dat de „Tomataki Santorinis” een hoger gehalte aan oplosbare vaste stoffen en een hoger titreerbaar zuurgehalte bevat. Deze verschillen zijn toe te schrijven aan het feit dat dit specifieke ecotype van de plant in staat is ascorbinezuur binnen in de vrucht te hergebruiken.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel van een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)

De bijzondere fysieke, chemische en organoleptische kenmerken van tomaten die onder de naam „Tomataki Santorinis” op de markt worden gebracht, zijn het resultaat van de gecombineerde invloed van het milieu, lokale knowhow en het potentieel van genetische hulpbronnen.

De voornaamste kwaliteitskenmerken die de „Tomataki Santorinis” aan het gebied relateren, zijn dus:

a)

Het specifieke gebruikte genetische materiaal, dat nu de kenmerken van een lokale variëteit heeft aangenomen, als gevolg van een lange periode van aanpassing aan de bijzondere omstandigheden in het gebied en aan de traditionele methode van vergaring en selectie van zaden met het oog op de teelt van het jaar erna. De aanpassing van de plant aan het milieu op Santorini heeft geleid tot de totstandkoming van bepaalde specifieke kenmerken waardoor de „Tomataki Santorinis”, als kwalitatief hoogwaardig product, op de markt hoog in aanzien staat. Met deze kenmerken worden bedoeld de eigen identiteit, genetische variatie en specifieke aanpassing aan het droge klimaat en de kalkachtige, alkalische bodem van Santorini. Deze kenmerken zijn bovendien gerelateerd aan het traditionele teeltsysteem. Recente studies hebben het volgende aangetoond: a) onderzoek van de fylogenetische verbanden tussen twee selecties van de „Tomataki Santorinis” en zeven binnenlandse tomatenvariëteiten, waarbij 38 eigenschappen van de plant werden onderzocht, wees op een duidelijk genetisch verschil (genetische afstand) tussen de authentieke „Tomataki Santorinis” en alle andere variëteiten, iets waaraan de tomaat een eigen identiteit ontleent (uniek product), en b) de gelijktijdige evaluatie van geselecteerde genotypen op Santorini (waarbij het traditionele systeem met lage input werd toegepast) en op bedrijven van de nationale stichting voor landbouwkundig onderzoek in Thessaloniki (waarbij een conventioneel teeltsysteem met hoge input werd toegepast) wees op een sterke invloed van het milieu op de productiekenmerken, terwijl een vergelijking van de geproduceerde productcategorieën aantoonde dat het product en de bestanddelen ervan alleen in het natuurlijke milieu van Santorini volledig tot ontwikkeling kwamen, hetgeen bewijst dat selectie ter plaatse betrouwbaarder is.

Daarnaast moet worden opgemerkt dat de sterk alkalische bodem tot hogere suikergehalten in rijpe tomaten leidt.

Daarom kan worden geconcludeerd dat dit lokale ecotype een hoge landbouwkundige waarde heeft verworven, aangezien het uitermate bestand is tegen droogte en een reeks ziekten zoals roetdauw, meeldauw, fusariose en verwelkingsziekte, terwijl het zich ook goed heeft aangepast aan de vulkanische bodem van het eiland en de kalkachtige, alkalische samenstelling ervan. De gemiddelde opbrengst op de droge grond van Santorini ligt rond 500 kg per stremma en bedraagt enkel in uitzonderlijke gevallen 1 000 kg.

b)

De fysieke en chemische eigenschappen van de vrucht, inclusief een bijzonder hoog gehalte aan suikers en totale vaste stoffen, dat in de organoleptische kenmerken van het product wordt weerspiegeld. Dit komt enerzijds door de aanwezigheid van natrium, met waterstress als gevolg, en anderzijds door het feit dat de specifieke bodem van Santorini vocht uit de atmosfeer opneemt ('s nachts vanwege de caldera) en het overdag geleidelijk naar de planten overbrengt (puimsteen staat erom bekend dat het veel water vasthoudt). Voorts worden geen meststoffen toegediend, waardoor de plant met andere woorden waterstress heeft. Dit is, samen met de sterk alkalische bodem, de voornaamste reden voor het hoge gehalte aan suikers en totale vaste stoffen en meer in het algemeen aan de bestanddelen waaraan het product zijn smaak en voedingswaarde ontleent.

c)

Faam — historische gegevens. Het vroegste betrouwbare bewijsmateriaal van tomatenteelt op Santorini dateert van het einde van de negentiende eeuw en volgens deze bron is met deze teelt aangevangen in de jaren 1870-1880. De eerste officiële melding van tomatenteelt op Santorini staat in het eerste systematische verslag over de flora en landbouwproductie van Santorini, dat dateert van 1899. Dit verslag verstrekt echter geen economische gegevens over het gewas, hetgeen aantoonde dat het slechts een kleine bijdrage aan de economie leverde en dat het product voornamelijk werd gebruikt om tegemoet te komen aan de voedingsbehoeften van de lokale bevolking.

De tomatenteelt werd stelselmatig op Santorini ingevoerd toen de verkoop van wijnen uit Santorini in Rusland na de Oktoberrevolutie instortte, waardoor de inkomsten uit de wijnbouw afnamen en de behoefte ontstond om nieuwe, meer rendabele gewassen te ontwikkelen. Dus berichtte de lokale krant, Santorini, in de jaren 1919-1920 dat de tomatenteelt uitbreiding nam ten nadele van de wijnbouw, en in 1922 waren de inkomsten uit de tomatenteelt vijfmaal groter dan die uit de wijnbouw. Papamanolis beschrijft hoe in alle gebieden waar zich puimsteen bevond, tomaten werden geteeld, met een totale productie van tomatenpuree van ongeveer 1 300 ton in 1928. Rond dezelfde periode (1928-1929) werd Santorini door professor Durazzo-Morosini bezocht, die melding maakt van de teelt van tomaten in de districten Pirgos en Thirasia en van een tomatenconservenfabriek in Mesa Gonia in Messaria. In 1933 schreef Danezis dat de tomatensector een van de twee voornaamste bronnen van inkomsten in de landbouwsector van Santorini vertegenwoordigde. Tegen die tijd werden al sinds vijftig jaar tomaten op Santorini geteeld, waardoor dus voldoende tijd was verstreken opdat het gewas zich aan de bodemsamenstelling en het klimaat kon aanpassen, de traditionele, lokale knowhow zich kon ontwikkelen en de comparatieve voordelen van het eindproduct bekend konden raken.

Vandaag de dag staat het product bij de consument bekend als een product van buitengewone kwaliteit, hetgeen wordt bevestigd door het grote aantal verwijzingen ernaar op het internet, door de congressen die worden gehouden, en door het scala aan recepten met de „Tomataki Santorinis” als hoofdingrediënt.

Tot besluit moet worden opgemerkt dat het voornaamste voordeel van de op Santorini geteelde tomaten hun hogere gehalte aan suiker en oplosbare vaste stoffen is. Dit specifieke kwaliteitskenmerk is te danken aan de gezamenlijke invloed van het genetische materiaal van de lokale variëteit, de gebruikte teeltmethode en uiteraard de bodemsamenstelling en het klimaat van Santorini. De „Tomataki Santorinis” is een uitmuntend voorbeeld van een zeer gewaardeerd lokaal product van uitstekende kwaliteit waarbij voor de productie op duurzame wijze gebruik wordt gemaakt van unieke natuurlijke hulpbronnen.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(Artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006 (3))

http://www.minagric.gr/images/stories/docs/agrotis/POP-PGE/tomataki_santorinis_221012.pdf


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12. Vervangen door Verordening (EU) nr. 1151/2012.

(3)  Vgl. voetnoot 2.