ISSN 1977-0995 doi:10.3000/19770995.C_2013.037.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 37 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
56e jaargang |
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
I Resoluties, aanbevelingen en adviezen |
|
|
AANBEVELINGEN |
|
|
Europese Centrale Bank |
|
2013/C 037/01 |
||
|
II Mededelingen |
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2013/C 037/02 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6695 — Azoty Tarnów/Zakłady Azotowe Puławy) ( 1 ) |
|
2013/C 037/03 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6790 — Mittal Investments/Certain UK Assets of Anglo American and Lafarge) ( 1 ) |
|
|
IV Informatie |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Raad |
|
2013/C 037/04 |
||
|
Europese Commissie |
|
2013/C 037/05 |
||
2013/C 037/06 |
||
2013/C 037/07 |
||
|
Rekenkamer |
|
2013/C 037/08 |
||
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN |
|
2013/C 037/09 |
||
|
V Adviezen |
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
Europese Commissie |
|
2013/C 037/10 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6801 — Rosneft/TNK-BP) ( 1 ) |
|
2013/C 037/11 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6807 — Mercuria Energy Asset Management/Sinomart KTS Development/Vesta Terminals) ( 1 ) |
|
2013/C 037/12 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6739 — Allianz/VW Financial Services/GU) ( 1 ) |
|
2013/C 037/13 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6824 — Aloco/Bregal Fund III/Quadriga Capital Private Equity Fund IV/LR Global Holding) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
|
I Resoluties, aanbevelingen en adviezen
AANBEVELINGEN
Europese Centrale Bank
9.2.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 37/1 |
AANBEVELING VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 4 februari 2013
aan de Raad van de Europese Unie betreffende de externe accountants van de Central Bank of Cyprus
(ECB/2013/3)
2013/C 37/01
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid artikel 27.1
Overwegende:
(1) |
De rekeningen van de Europese Centrale Bank (ECB) en van de nationale centrale banken worden gecontroleerd door onafhankelijke externe accountants, die op aanbeveling van de Raad van bestuur van de ECB zijn aanvaard door de Raad van de Europese Unie. |
(2) |
Het mandaat van de huidige externe accountants van de Central Bank of Cyprus zal eindigen na de audit van het boekjaar 2012. Het is derhalve noodzakelijk om met ingang van het boekjaar 2013 externe accountants te benoemen. |
(3) |
De Central Bank of Cyprus heeft KPMG Limited geselecteerd als haar externe accountants voor de boekjaren 2013 tot en met 2017, |
HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:
Het verdient aanbeveling dat KPMG Limited wordt benoemd tot de externe accountants van de Central Bank of Cyprus voor de boekjaren 2013 tot en met 2017.
Gedaan te Frankfurt am Main, 4 februari 2013.
De president van de ECB
Mario DRAGHI
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
9.2.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 37/2 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak COMP/M.6695 — Azoty Tarnów/Zakłady Azotowe Puławy)
(Voor de EER relevante tekst)
2013/C 37/02
Op 18 januari 2013 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32013M6695. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving. |
9.2.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 37/2 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak COMP/M.6790 — Mittal Investments/Certain UK Assets of Anglo American and Lafarge)
(Voor de EER relevante tekst)
2013/C 37/03
Op 14 december 2012 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32012M6790. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving. |
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Raad
9.2.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 37/3 |
Zesmaandelijks voortgangsverslag betreffende de uitvoering van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (2012/II)
2013/C 37/04
Inleiding
In de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens die de Europese Raad in december 2003 heeft aangenomen (doc. 15708/03), is bepaald dat er om de zes maanden een voortgangsverslag over de uitvoering van de strategie wordt opgesteld.
Dit voortgangsverslag heeft betrekking op het werk dat de Unie in de tweede helft van 2012 in het kader van de strategie heeft verricht, in het licht van de door de Raad in juni 2008 aangenomen „bijgewerkte prioriteitenlijst” (doc. 10747/08) en van de door de Raad in december 2008 aangenomen „nieuwe actielijnen”(doc. 17172/08).
Het leidende beginsel en de algemene doelstelling van de EU op dit gebied zijn nog steeds het bevorderen van het universele karakter van internationale verdragen, overeenkomsten en andere instrumenten, alsmede de nationale implementatie ervan, overeenkomstig de doelstellingen van haar MVW-strategie en haar veiligheidsstrategie. De EU is zich dan ook voor deze doelstellingen blijven beijveren in alle belangrijke evenementen tijdens het tweede semester, met name de ontwapeningsconferentie, de jaarlijkse algemene conferentie van de IAEA, de informele ministeriële bijeenkomst van het CTBT, de ministeriële bijeenkomst van het Verdrag inzake chemische wapens, de bijeenkomst van de Eerste Commissie van de AVVN, de plenaire vergadering van het MTCR, de conferentie van de staten die partij zijn bij de OPCW en de vergaderingen van de uitvoerende raad van de OPCW, de bijeenkomst van de staten die partij zijn bij het BTWC en de bijeenkomst van het intersessionele proces, alsook in een aantal andere internationale fora.
Tijdens de bijeenkomst van de Eerste Commissie van de AVVN hebben de EU-lidstaten zich, soms in samenwerking met derde landen, beijverd voor de volgende volledig door hen gesteunde resoluties:
— |
„de Haagse Gedragscode tegen de verspreiding van ballistische raketten” (ROK + alle EU-lidstaten); |
— |
„Voorkomen van de aanschaf van radioactieve materialen en bronnen door terroristen” (DE; FR + alle andere EU-lidstaten); |
— |
„Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de productie en de aanleg van voorraden van bacteriologische (biologische) en toxinewapens en inzake de vernietiging van deze wapens” (HU); |
— |
„Uitvoering van het Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de productie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens” (PL); |
— |
„Uitvoering van het Verdrag inzake het verbod van het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van antipersoneelsmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens” (SI); |
— |
„Het Wapenhandelsverdrag ”(FI, UK); |
— |
„Verdrag inzake het verbod of de beperking van het gebruik van bepaalde conventionele wapens die geacht kunnen worden buitensporig leed te veroorzaken of een niet-onderscheidende werking te hebben” (SE); |
— |
„Bijstand aan staten inzake de bestrijding van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en inzake de verzameling van deze wapens” (Mali + alle EU-lidstaten); |
— |
„Transparantie in bewapening” (NL); |
— |
„Voorlichting over vertrouwenwekkende maatregelen op het gebied van conventionele wapens” (ARG + alle EU-lidstaten); |
— |
„Consolidatie van de vrede door praktische ontwapeningsmaatregelen” (DE); |
— |
„Versterking van de veiligheid en samenwerking in het Middellandse Zeegebied” (ALG + alle EU-lidstaten), en |
— |
„Verslag over de Ontwapeningsconferentie” (DE). |
De EU is zich blijven inzetten voor een doeltreffende en aanvullende benutting van alle beschikbare instrumenten en financiële middelen (GBVB-begroting, stabiliteitsinstrument, andere instrumenten), om de ondersteuning van internationale organisaties en derde landen maximaal te laten renderen.
De EU is nauw blijven samenwerken met partners en andere derde landen in het streven een wereldwijde consensus over de noodzaak tot een strenger internationaal non-proliferatiestelsel tot stand te brengen. Ook is zij in haar bilaterale betrekkingen met alle relevante landen non-proliferatievraagstukken aan de orde blijven stellen, meer bepaald in bijeenkomsten in het kader van de politieke dialoog en in meer informele contacten.
1. NUCLEAIRE KWESTIES
De Groep non-proliferatie (CONOP) heeft actief voorbereidingen getroffen voor de jaarlijkse algemene conferentie en de vergaderingen van de Raad van Beheer van de IAEA in september en november 2012, de informele ministeriële bijeenkomst van het CTBT en de plenaire vergadering van het MTCR in oktober, alsook de deskundigenvergaderingen van de Groep van Nucleaire Exportlanden, het Zangger-comité en de Australiëgroep. Zij is begonnen met de bespreking van het onderhandelingsproces in de aanloop naar de top over nucleaire beveiliging die in 2014 in Den Haag plaatsvindt, alsook van de EU-standpunten en bijdragen voor de bijeenkomst van het tweede voorbereidend comité van het NPV in 2013 en voor andere relevante bijeenkomsten op nucleair gebied. De Groep heeft verder gewerkt aan de uitvoering van de nieuwe actielijnen voor de Europese Unie in de strijd tegen de proliferatie van massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor, door de diverse acties te bespreken die op dit terrein worden overwogen, onder meer inzake consulaire en wetenschappelijke waakzaamheid, (een vergadering van de Groep CONOP, versterkt met visumdeskundigen, vond plaats op 28 november).
1.1. Follow-up van de Toetsingsconferentie van het Non-proliferatieverdrag (NPV) van 2010
Op basis van Besluit 2010/2012/GBVB is de EU begonnen met de voorbereidingen voor de bijeenkomst van de tweede voorbereidingscommissie (PrepCom) van het NPV die van 22 april tot en met 3 mei 2013 in Genève zal plaatsvinden. De EU zal daarbij voortbouwen op haar bijdrage voor de eerste NPV-Prepcom die eerder in 2012 heeft plaatsgevonden. Ambassadeur Cornel Feruta, politiek directeur in het ministerie van Buitenlandse Zaken van Roemenië, is benoemd tot voorzitter van de tweede NPV-Prepcom. Samen met het EU-consortium voor non-proliferatie heeft de EU een tweede seminar georganiseerd om de opbouw van vertrouwen te bevorderen en een proces te ondersteunen dat gericht is op de totstandbrenging van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van massavernietigingswapens en overbrengingsmiddelen daarvoor (Brussel, 5-6 november 2012), zulks in het kader van de uitvoering van Besluit 2012/422/GBVB van de Raad van 23 juli 2012 en als verdere bijdrage aan de uitvoering van Besluit 2010/799/GBVB van de Raad van 13 december 2010.
1.2. Internationale organisatie voor atoomenergie (IAEA)
De EU heeft haar steun voor de Internationale Organisatie voor Atoomenergie te Wenen opgevoerd. De EU blijft een belangrijke donor van het Fonds voor Nucleaire Veiligheid, waaraan sinds 2004 meer dan 31 miljoen EUR is toegewezen.
Op het gebied van nucleaire veiligheid heeft de EU met haar technische expertise voorts bijgedragen aan opleidingsactiviteiten en workshops die door de IAEA werden georganiseerd en op derde landen waren gericht om het vermogen ter bestrijding van de illegale handel in nucleaire en andere radioactieve materialen te versterken. De EU en de IAEA hebben hun ondersteuning van derde landen op dit terrein gecoördineerd, onder andere via de Border Monitoring Working Group. De EU heeft met de IAEA een akkoord bereikt over het beleggen van jaarlijkse vergaderingen van hoge ambtenaren om de samenwerking op andere activiteitsgebieden van de IAEA te intensiveren, de zichtbaarheid van de bijdragen van de EU te vergroten en de acties verder te coördineren, met name op het gebied van nucleaire veiligheid, teneinde ervoor te zorgen dat de activiteiten van de CBRN-kenniscentra van de EU en van de IAEA complementair zijn en elkaar niet overlappen, en die complementariteit ten goede aan te wenden (hiertoe zijn de EU en de IAEA praktische regelingen voor de sturing van hun samenwerking overeengekomen). De eerste vergadering van hoge ambtenaren tussen de EU en de IAEA zal begin 2013 worden gehouden. Hieraan zullen vertegenwoordigers op hoog niveau van de EDEO, de Europese Commissie/Euratom en de IAEA deelnemen.
De EU heeft al in 2008 in Raadsconclusies toegezegd om via de GBVB-begroting en het stabiliteitsinstrument tot 25 miljoen EUR bij te dragen aan de reserve van laagverrijkt uranium (LEU bank) van de IAEA. De EU heeft ter ondersteuning van de LEU bank 20 miljoen EUR uit het stabiliteitsinstrument bijgedragen (een eerste tranche van 10 miljoen EUR is op 8 december 2011 aan de IAEA betaald, een tweede tranche van 10 miljoen EUR op 26 april 2012). Een verdere bijdrage zal uit de GBVB-begroting worden verstrekt, op basis van een besluit van de Raad dat naar verwacht begin 2013 door de Raad zal worden goedgekeurd, en afhankelijk van de vorderingen die worden gemaakt tussen de IAEA en Kazachstan, het gastland van de LEU bank.
Voorts heeft de EU 5 miljoen EUR uitgetrokken ter ondersteuning van een internationaal project voor de uitbreiding en modernisering van de laboratoria in Seibersdorf, Oostenrijk (een bedrag van 4,75 miljoen EUR uit het stabiliteitsinstrument is op 2 december 2011 aan de IAEA betaald). Daarbovenop is nog eens een bijdrage van 5 miljoen EUR toegezegd (waarvan 4,75 miljoen EUR reeds in december 2012 is betaald).
De EU is op het gebied van nucleaire waarborgen belangrijke technische steun aan de IAEA blijven verlenen in het kader van het European Commission Cooperative Support Programme, het coöperatieve steunprogramma van de Europese Commissie.
De EU heeft haar diverse instrumenten benut om het vreedzame gebruik van nucleaire technologie in derde landen op veilige en beveiligde wijze mogelijk te maken, onder meer via de IAEA, en zij werkt met de IAEA aan verdere projecten.
Op deskundigenniveau is de Europese Commissie in samenwerking met de IAEA begonnen met de evaluatie van de database illegale handel van het IAEA (Illicit Trafficking Database — ITDB) om na te gaan of deze wel beantwoordt aan de behoeften van de gebruikers. De resultaten van dit door de Commissie gefinancierde project zullen in 2013 beschikbaar zijn.
1.3. Alomvattend kernstopverdrag (CTBT)
De EU heeft zich actief ingezet voor een spoedige inwerkingtreding van het Alomvattend Kernstopverdrag (CTBT), op basis van de betrokken besluiten van de Raad ter ondersteuning van de Verdragsorganisatie voor een alomvattend verbod op kernproeven (CTBTO) en door de hand uit te steken naar alle landen die het CTBT nog niet ondertekend of bekrachtigd hebben, waaronder de resterende twee bijlage II-landen die het verdrag moeten bekrachtigen voordat het in werking kan treden. De EU heeft een verklaring afgelegd tijdens de informele ministeriële bijeenkomst van de CTBT op 27 september 2012 te New York. Op basis van haar geactualiseerde interne richtsnoeren ter ondersteuning van de inwerkingtreding van het CTBT zal de EU het CTBT verder onder de aandacht brengen in verschillende contexten, ook in bijeenkomsten in het kader van de politieke dialoog, om een extra impuls te geven aan de ratificatie van het verdrag.
De EU heeft belangrijke inspanningen geleverd voor de uitvoering van Besluit 2010/461/GBVB van de Raad van 26 juli 2010. De EU heeft een nieuw besluit van de Raad aangenomen (Besluit 2012/699/GBVB van 13 november 2012). Op grond van dit besluit, dat Besluit 2010/461/GBVB van de Raad aanvult, zal bijkomende steun (bijna 5,2 miljoen EUR) worden verleend voor de werkzaamheden van het voorlopig technisch secretariaat van de CTBTO. De uitwisseling van de betrokken financiële documenten waarover met de CTBTO overeenstemming is bereikt in het kader van het nieuwe Raadsbesluit, heeft officieel op 10 december 2012 in Wenen plaatsgevonden. Een eerste tranche van 4 miljoen EUR is reeds in december 2012 aan de CTBTO betaald.
1.4. Regionale aangelegenheden (Iran, DVK)
De EU blijft zich ten volle inzetten voor de lopende inspanningen om via onderhandelingen tot een diplomatieke oplossing van het Iraanse nucleaire probleem te komen, op basis van het NPV en de volledige uitvoering van alle desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad en de Raad van Beheer van de IAEA. De EU heeft er bij Iran op aangedrongen concrete en praktische stappen te zetten om vertrouwen in de louter vreedzame aard van het Iraanse kernprogramma te wekken, en aan al zijn internationale verplichtingen te voldoen, zodat de ernstige bezorgdheid van de internationale gemeenschap kan worden weggenomen.
Iran moet volledig samenwerken met de IAEA om de resterende vraagstukken op te lossen, onder meer die in verband met mogelijke militaire dimensies. De hoge vertegenwoordiger van de EU heeft samen met de E3 + 3 tijdens verscheidene in 2012 gehouden vergaderingen verdere inspanningen geleverd om besprekingen met Iran aan te knopen over de inhoud van de voorstellen voor eerste vertrouwenwekkende stappen om de voornaamste bezorgdheid in verband met de verrijking tot 20 % aan te pakken (conform de resoluties van de AVVN en de Raad van Beheer van de IAEA mag Iran geen verrijkings- en opwerkingsactiviteiten verrichten). Iran heeft tot dusver op geen enkele wijze laten blijken dat het bereid is de meest dringende punten van zorg over zijn kernprogramma in ernst aan te pakken. Bovendien blijft het zeer verontrustend dat vanwege onvoldoende medewerking van Iraanse zijde de inspanningen van de IAEA om een oplossing te vinden voor de resterende knelpunten, waaronder die betreffende mogelijke militaire dimensies van het Iraanse kernprogramma, niets opleveren en er geen akkoord is bereikt over een „gestructureerde aanpak” die aangeeft hoe klaarheid rond deze punten kan worden geschapen. Iran blijft de eisen van de resolutie van de Raad van Beheer van de IAEA die op 13 september 2012 met een overweldigende meerderheid is aangenomen, negeren.
Wat de Democratische Volksrepubliek Korea (DVK) betreft, is de EU erop blijven aandringen dat het land zijn verplichtingen uit hoofde van Resoluties 1695, 1718 en 1874 van de VN-Veiligheidsraad nakomt en op volledige, verifieerbare en onomkeerbare wijze afziet van al zijn bestaande programma's voor kernraketten en ballistische raketten. Zij heeft de lancering die de DVK op 12 december 2012 heeft uitgevoerd, krachtig veroordeeld. Deze lancering die wordt gezien als een verdere stap in de langlopende poging van Pyongyang om zijn ballistische-rakettechnologie te perfectioneren en vooruit te helpen, vormt een duidelijke schending van de internationale verplichtingen van de DVK, meer bepaald de verplichtingen uit hoofde van de resoluties van de VN-Veiligheidsraad. De EU is de DVK blijven oproepen om de controleverplichtingen van het NPV en de IAEA weer volledig te gaan nakomen, en de IAEA de gevraagde toegang tot personen, documentatie, apparatuur en faciliteiten te verstrekken. De EU is de hervatting van de zespartijengesprekken constant blijven steunen en is de DVK blijven verzoeken om terug te keren naar besprekingen in die formatie. De uitvoering van Resoluties 1718 en 1874 van de VN-Veiligheidsraad door de EU is met nog meer kracht ter hand genomen. De EU heeft de uitvoering van haar autonome beperkende maatregelen nog verder aangescherpt. Zij heeft de DVK opnieuw met aandrang verzocht het CTBT te ratificeren en zich te onthouden van verdere provocaties, met name in de vorm van nieuwe kernproeven.
2. ONTWAPENINGSCONFERENTIE (OC)/SPLIJTSTOFPRODUCTIESTOPVERDRAG (FMCT)
De EU is erop blijven aandringen de onderhandelingen over een splijtstofproductiestopverdrag (FMCT) onverwijld te openen. Daarnaast heeft de EU telkens weer verklaard, onder meer in het kader van de Eerste Commissie van de AVVN, bereid te zijn om over alle andere agendapunten van de ontwapeningsconferentie te praten, met name over nucleaire ontwapening, voorkoming van een wapenwedloop in de ruimte en negatieve veiligheidsgaranties. Voorts heeft de EU haar constructieve werkzaamheden voor de uitbreiding van de ontwapeningsconferentie opgevoerd. De EU zal in 2013 elke gelegenheid blijven aangrijpen om de internationale besprekingen over een spoedige opening van de FMCT-onderhandelingen vooruit te helpen en zij zal zich hierop intern voorbereiden en tevens deelnemen of bijdragen aan de desbetreffende evenementen (waaronder die welke worden georganiseerd in het kader van het initiatief inzake non-proliferatie en ontwapening (NPDI)) en fora (zoals de Groep overheidsdeskundigen die bij Resolutie A/RES/67/53 van de AVVN is ingesteld). Alle EU-lidstaten hebben hun steun verleend aan Resolutie A/RES/67/53 van de AVVN (ontwerp ingediend door Canada) betreffende een verdrag dat de vervaardiging van splijtbare materialen voor kernwapens of andere nucleaire explosiemiddelen verbiedt.
3. CHEMISCHE WAPENS
Er is op 23 maart een nieuw Raadsbesluit ter ondersteuning van OPCW-activiteiten door de Raad aangenomen (2012/166/GBVB). De uitvoering van dit nieuwe Raadsbesluit is begonnen met een seminar over chemische veiligheid en beveiliging, dat op 8 en 9 november 2012 te Tarnów (Polen) is gehouden. De delegaties in Den Haag hebben het standpunt van de EU over de toekomstige rol van de organisatie besproken, aangezien de termijn voor de vernietiging van alle resterende voorraden chemische wapens (29 april 2012) verstreken en niet meer verlengbaar is. Er zijn vier prioriteiten vastgesteld: i) de vernietiging van bestaande voorraden voltooien; ii) de universaliteit van het CWC bevorderen (acht staten zijn nog geen partij); iii) het accent verleggen naar inspanningen op het gebied van non-proliferatie; iv) capaciteitsopbouw inzake veiligheid en beveiliging in de chemische industrie in ontwikkelingslanden bevorderen, overeenkomstig artikel XI, en een antwoord formuleren op het gebruik van chemische wapens, op grond van artikel X. Het belangrijkst is echter dat de Raad op 19 november 2012 een gemeenschappelijk standpunt van de EU voor de derde toetsingsconferentie van de OPCW (april 2013) heeft aangenomen (Besluit 2012/712/GBVB van de Raad).
De EU heeft ook de situatie in Libië op de voet gevolgd, waar de OPCW de integriteit van de voorraden chemische wapens van het voormalige Libische programma voor chemische wapens moest verzekeren, en zij is begonnen zich te beraden op activiteiten in verband met Syrië zodra die mogelijk zijn.
4. BIOLOGISCHE WAPENS
Na de 7e toetsingsconferentie van het BTWC (Genève, december 2011) heeft de EU constructief deelgenomen aan het intersessionele proces door verklaringen af te leggen en specifieke werkdocumenten op te stellen over: 1) internationale samenwerking en bijstand; 2) versterking van de nationale implementatie; 3) capaciteitsopbouw inzake bioveiligheid en biobeveiliging.
De Raad heeft op 23 juli 2012 een nieuw Raadsbesluit ter ondersteuning van het BTWC aangenomen (2012/421/GBVB), waarvan de uitvoering zeer binnenkort zal beginnen. In samenwerking met de ondersteunende eenheid voor de uitvoering (Implementation Support Unit — ISU) heeft de EU een succesvolle nevenactiviteit met betrekking tot dit Raadsbesluit georganiseerd in de marge van de bijeenkomst van de staten die partij bij het Verdrag zijn (Genève, 10-14 december 2012). Tevens is een ontwerpbesluit van de Raad ter ondersteuning van de activiteiten van de Wereldgezondheidsorganisatie op het gebied van de bioveiligheid en -beveiliging in laboratoria op het niveau van de groep goedgekeurd met het oog op de aanneming ervan door de Raad begin 2013.
5. RAKETTEN
De EU is van meet af aan een vurig pleitbezorger van de Haagse Gedragscode tegen de verspreiding van ballistische raketten (HCoC) geweest. Zij beschouwt de code als een belangrijk multilateraal instrument dat de proliferatie van ballistische-raketsystemen en aanverwante technologieën moet tegengaan door middel van transparantie en vertrouwenwekkende maatregelen. Alle EU-lidstaten hebben de code onderschreven. De EU is de drie aspecten van de code — universaliteit, uitvoering en een sterkere en betere werking — blijven nastreven en ondersteunen.
Met het oog op de aanhoudende proliferatie van ballistische raketten waarmee MVW kunnen worden overgebracht, die de internationale gemeenschap steeds meer zorgen baart, vooral waar het gaat om de lopende rakettenprogramma's in het Midden-Oosten, Noordoost-Azië en Zuid-Azië, met name in Iran en de Democratische Volksrepubliek Korea, heeft de Raad overeenstemming bereikt over het nieuwe Besluit 2012/423/GBVB van 23 juli 2012 van de Raad ter ondersteuning van de HCoC en de non-proliferatie van raketten in het algemeen. Op basis van bovengenoemd besluit heeft de EU in de marge van de Eerste Commissie van de AVVN op 17 oktober 2012 in New York een outreachactiviteit georganiseerd voor staten die wel en staten die niet hebben ondertekend. Zij is voornemens begin 2013 een herdenkingsconferentie in Wenen te organiseren ter gelegenheid van de tiende verjaardag van de ondertekening van de HCoC. Een aantal ministers van Buitenlandse Zaken van EU-lidstaten hebben de ondertekening van een gemeenschappelijke verklaring door de vorige en huidige voorzitterschappen van de HCoC gesteund. Deze verklaring is in oktober 2012 naar aanleiding van de tiende verjaardag van de code aan de secretaris-generaal van de VN voorgelegd.
Op het diplomatieke front hebben de lidstaten van de EU een outreachcampagne georganiseerd ter ondersteuning van de resolutie „de Haagse Gedragscode tegen de verspreiding van ballistische raketten”, die de Republiek Korea heeft ingediend tijdens de bijeenkomst van Eerste Commissie van de Algemene Vergadering van de VN van 2012 en die door alle EU-lidstaten mee is ingediend. Deze resolutie is aangenomen met 151 stemmen voor, 2 tegen en 21 onthoudingen. Meer dan 80 delegaties hebben de resolutie mee ingediend.
Duitsland was gastland voor de plenaire vergadering van het Controleregime voor de uitvoer van rakettechnologie en -onderdelen (MTCR), die ter gelegenheid van de 25e verjaardag van het MTCR is gehouden.
6. BEPERKING VAN CBRN-RISICO'S
De EU heeft de uitvoering van haar in 2009 aangenomen CBRN-actieplan (chemisch, biologisch, radiologisch en nucleair actieplan) versterkt, op basis van relevante hulpprogramma's in het kader van de financiële instrumenten van de EU (met name het stabiliteitsinstrument en het programma misdaadpreventie en -bestrijding (ISEC)) en in het licht van de resolutie van het Europees Parlement van 14 december 2010 (A7-0349/2010 / P7_TA(2010)0467). In dit verband is de EU begonnen aan de oprichting van een opleidingscentrum voor nucleaire veiligheid in het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Europese Commissie, met een eerste investering van 2,4 miljoen EUR.
De Commissie werkt voorts aan het beoordelen en verbeteren van detectietechnologie voor radioactieve materialen door middel van het project ITRAP + 10, alsmede aan de analyse van bestaande modelleringsinstrumenten voor radioactieve verspreiding, en zij overweegt de ontwikkeling van een op de virtuele realiteit gebaseerd opleidingsinstrument voor first responders op het gebied van radiologische veiligheid. De Commissie is tevens voornemens haar steun aan de lidstaten voor laboratoriumanalyse van radioactieve materialen op te voeren. Voorts worden er studies uitgevoerd waarin de balans wordt opgemaakt van de uitvoering door de EU-lidstaten van de IAEA-gedragscode inzake de veiligheid en beveiliging van radioactieve materialen, alsmede van de stand van zaken met betrekking tot radioactieve bronnen die buiten het officiële toezicht door de bevoegde regelgevende autoriteit in de EU-lidstaten vallen.
Teneinde de uitvoering van het CBRN-actieplan van de EU te coördineren, werkt de Commissie samen met de lidstaten in een adviesgroep inzake CBRN- en explosievenbeveiliging en in deskundigengroepen zoals de C-, B- en RN-subgroepen.
Het initiatief betreffende de „CBRN-kenniscentra van de EU” is door de EU in mei 2010 gelanceerd. Deze centra worden opgericht omdat is onderkend dat verscheidene landen over onvoldoende institutionele capaciteit beschikken om CBRN-risico's te beperken: criminele activiteiten (proliferatie van CBRN of terrorisme), natuurlijke rampen (varkensgriep) en rampen door ongevallen (Bhopal of Fukushima). Zij hebben ten doel op nationaal en regionaal niveau een CBRN-beleid voor alle mogelijke risico's te ontwikkelen om op die risico's te kunnen anticiperen en reageren. Kortom, het gaat om structurele maatregelen om landen minder kwetsbaar te maken voor CBRN-incidenten in het wederzijdse belang van de regio's en de veiligheid in de EU.
Om dit doel te bereiken, moet de oprichting worden gesteund van regionale netwerken van expertise in juridische, regelgevende, technische, controle- en handhavingsaangelegenheden met betrekking tot de beperking van CBRN-risico's.
Er worden momenteel zes regionale centra gevestigd in: 1. Noord-Afrika (Algiers), 2. de Atlantische zijde van Afrika (Rabat), 3. Midden-Oosten (Amman), 4. Zuidoost-Europa–Zuidelijke Kaukasus–Republiek Moldavië–Oekraïne (Tbilisi), 5. Zuidoost-Azië (Manila) en 6. Afrika bezuiden de Sahara (Nairobi). Deze centra zijn met hun werkzaamheden begonnen. De volgende stap is de opening van regionale secretariaten in Centraal-Azië (Tasjkent — nog te bevestigen) en de Golfstaten (Abu Dhabi). Naast reeds 33 aangegane projecten voor een totaalbedrag van 26 miljoen EUR worden er nieuwe projecten voor ongeveer 10 miljoen EUR aangegaan met verscheidene consortia, onder andere uit de lidstaten.
De kenniscentra dragen samen met andere middelen van de EU, die worden verstrekt via de GBVB-begroting (zie punt 7) bij tot de doelstellingen van Resolutie 1540 van de VN-Veiligheidsraad betreffende de bestrijding van illegale handel in of het criminele gebruik van CBRN-materiaal. De kenniscentra steunen op het verplichte karakter van de uitvoering van Resolutie 1540 van de VN-Veiligheidsraad en gaan een stap verder door een uitgebreid pakket aan te bieden voor het bestrijden van risico's, ongeacht hun oorsprong.
7. DENKTANKS
Op grond van Besluit 2010/430/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 is het werk van de EU in het kader van haar strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens actief ondersteund door het EU-consortium voor non-proliferatie, dat in januari 2011 zijn werkzaamheden is begonnen. Na de eerste raadgevende vergadering (startvergadering) van het Europees netwerk van onafhankelijke denktanks inzake non-proliferatie (23 en 24 mei 2011) en twee seminars van het EU-Consortium voor non-proliferatie ter ondersteuning van een MVW-vrije zone in het Midden-Oosten (6-7 juli 2011 en 5-6 november 2012) is op 3 en 4 februari 2012 met succes een eerste jaarlijkse bijeenkomst onder de benaming „EU-conferentie inzake non-proliferatie en ontwapening” gehouden, die bijna 200 deelnemers uit de EU en derde landen telde en die in 2013 door een andere conferentie zal worden gevolgd. Ondertussen heeft het Consortium haar onderzoeksactiviteiten opgevoerd in samenwerking met andere Europese denktanks ter zake en heeft het werkdocumenten opgesteld die van belang zijn voor de uitvoering van de MVW-strategie en die voor het publiek beschikbaar zijn op de website van het Consortium: http://www.nonproliferation.eu/. Verdere bijdragen aan het bredere debat over non-proliferatie en ontwapening zullen worden gepubliceerd.
8. RESOLUTIE 1540 VAN DE VEILIGHEIDSRAAD VAN DE VERENIGDE NATIES EN UITVOERCONTROLES
a) VNVR-resolutie 1540
De EU had haar reeds lang bestaande engagement voor de uitvoering van de Resoluties 1540 en 1977 tot uitdrukking gebracht door in de marge van de 66e zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (New York, 19 oktober 2011) samen met de VS een verklaring te ondertekenen.
De EU heeft daarom haar steun aan derde landen opgevoerd om hen te helpen hun verplichtingen uit hoofde van Resolutie 1540 van de VN-Veiligheidsraad na te komen, en om de vaardigheden van hun bij de uitvoercontrole betrokken ambtenaren te verbeteren, door samen met het UNODA en het Comité van VNVR-Resolutie 1540 een aantal regionale workshops te organiseren en door bilaterale bezoeken af te leggen. Een nieuw Raadsbesluit ter uitvoering van VNVR-Resolutie 1540 dat gericht is op nationale uitvoeringsmaatregelen, is in februari op het niveau van de groep goedgekeurd. Voor dit besluit lopen nog financiële onderhandelingen tussen de Europese Commissie en het UNODA. Het UNODA moet met de EU blijven overleggen teneinde na te gaan hoe de werkzaamheden van het Comité van VNVR-Resolutie 1540, waarvan het mandaat door middel van de in april 2011 aangenomen VNVR-Resolutie 1977 met tien jaar is verlengd, prompt en zonder doublures kan worden ondersteund.
b) Controle op de uitvoer
Diverse activiteiten ter ondersteuning van de controle op de uitvoer zijn voortgezet. Op beleidsniveau hebben de diensten van de Europese Commissie een werkdocument opgesteld waarin de conclusies worden gepresenteerd van een brede openbare raadpleging die is georganiseerd in het kader van het in 2011 uitgegeven Groenboek „Exportcontroles: veiligheid en concurrentievermogen waarborgen in een veranderende wereld”, en dat de weg bereidt voor een toetsing van de EU-regeling betreffende de controle op de uitvoer in 2013. Op reguleringsgebied zijn de besprekingen voor de voorgestelde wijziging van Verordening (EG) nr. 428/2009 inzake goederen voor tweeërlei gebruik voortgezet, teneinde de EU-controlelijsten van goederen voor tweeërlei gebruik sneller te actualiseren. Het Europees Parlement heeft zijn eerste lezing van het voorstel afgerond. De uitvoering van exportcontroles werd geschraagd door twee vergaderingen van de Coördinatiegroep van artikel 23 en door een wederzijds bezoek in Nicosia, dat deskundigen uit de lidstaten samenbracht om specifieke uitvoeringskwesties te bespreken.
Voorts is de EU met derde landen blijven samenwerken en zijn er deskundigenvergaderingen belegd met China en Japan. In oktober 2012 is er een begin gemaakt met een dialoog tussen de EU en de VS om beide partijen in staat te stellen informatie uit de eerste hand uit te wisselen over hun respectieve exportregelingen voor goederen voor tweeërlei gebruik en over regelgevende hervormingen en problemen op dit gebied.
Er heeft coördinatie op EU-niveau plaatsgevonden om de overeengekomen EU-standpunten uit te dragen in de relevante vergaderingen inzake regelingen voor controle op de uitvoer die in het tweede semester zijn gehouden (Wassenaar Arrangement: algemene werkgroep in oktober 2012 en plenaire vergadering in december 2012; MTCR: plenaire vergadering in oktober 2012; NSG: consultatieve groep in november 2012).
9. RUIMTEVAART
Sinds 2007 bevordert de EU de opstelling van een internationale gedragscode voor activiteiten in de kosmische ruimte. Met dit internationale en vrijwillige pakket richtsnoeren zal de veiligheid, beveiliging en voorspelbaarheid van alle ruimteactiviteiten worden aangescherpt. Deze richtsnoeren moeten er onder meer voor zorgen dat schadelijke storingen, botsingen of ongevallen in de kosmische ruimte, alsook het ontstaan van ruimteschroot, tot een minimum worden beperkt.
De EU heeft op 5 juni 2012 bij de internationale gemeenschap in Wenen een nieuw ontwerp ingediend, dat thans ook door een groot aantal niet-Europese landen wordt gesteund, waarin is bepaald dat de internationale code van toepassing zal zijn op alle door staten of niet-gouvernementele entiteiten ondernomen activiteiten in de kosmische ruimte. Aangezien de code volgens het ontwerp vrijwillig is en openstaat voor alle landen, voorziet hij in basisregels die ruimtevaartnaties zowel bij civiele als bij militaire ruimteactiviteiten in acht dienen te nemen.
Na de vergadering van 5 juni 2012 in Wenen heeft de EU besloten het multilaterale overleg voort te zetten met als doel de ontwerpcode te verfijnen. Alle VN-lidstaten zal worden verzocht deel te nemen aan een vergadering in het eerste semester van 2013. Tijdens deze vergadering moeten alle deelnemers de kans krijgen standpunten met betrekking tot de tekst te presenteren en hierover van gedachten te wisselen, verduidelijkingen te vragen en eventuele nieuwe ideeën aan te reiken.
De EU blijft streven naar een akkoord over een tekst die aanvaardbaar is voor alle geïnteresseerde staten en aldus op relatief korte termijn daadwerkelijke voordelen op veiligheidsgebied zal opleveren. Aan het eind van dit proces zal tijdens een diplomatieke ad-hoc conferentie een definitieve versie van de internationale gedragscode worden gepresenteerd waaraan alle staten op vrijwillige basis kunnen deelnemen. De code kan daarna aan de VN worden voorgelegd in de vorm van bijvoorbeeld een resolutie van de VN-Veiligheidsraad, naar analogie van de Haagse Gedragscode.
10. MVW-CLAUSULES
De EU is conform haar MVW-strategie voortgegaan met het integreren van non-proliferatie van MVW in haar contractuele betrekkingen met derde landen.
Er zijn verdere vorderingen gemaakt in de onderhandelingen over MVW-clausules in de overeenkomsten ter zake tussen de EU en derde landen, in het bijzonder met Afghanistan, Australië, Canada, Kazachstan, Maleisië, Nieuw-Zeeland en Singapore.
11. ANDERE MULTILATERALE FORA
— G8
De EU heeft tijdens verschillende vergaderingen van de directeuren non-proliferatie en ontwapening van de G8 een actieve rol gespeeld in de aanloop naar de G8-top in Camp David en bij de opstelling van de verklaring van de G8-top over non-proliferatie, en zij heeft bijgedragen aan de uitvoering van verscheidene demarches met betrekking tot het aanvullend protocol van de IAEA en de nationale implementatie van VNVR-Resolutie 1540, in samenwerking met de VS, die het voorzitterschap voert. De werkzaamheden zullen begin 2013 in deze vorm worden voortgezet onder het aantredende Britse voorzitterschap van de G8.
Het mondiale partnerschap (MP), dat in 2002 is opgericht, is na negen jaar niet langer beperkt tot de G8 maar is uitgegroeid tot een platform voor coördinatie en samenwerking dat inmiddels 15 bijkomende partnerlanden telt. Tijdens de top van mei 2011 te Deauville zijn de leiders overeengekomen de biologische beveiliging, de uitvoering van VNVR-resolutie 1540 en de nucleaire beveiliging verder aan te scherpen. De VS, die in 2012 als voorzitter van de G8 fungeerde, heeft verder gewerkt op deze agenda, met name door een MP-subwerkgroep biobeveiliging in te stellen.
De deelname van (andere) regionale organisaties en het versterken van regionaal ownership waren belangrijke gespreksthema's. De kenniscentra van de EU hebben binnen de G8 en het MPG8 een nieuw elan gekregen, met name als instrument om de uitwisseling van informatie regionaal vlotter te laten verlopen en overlappingen tussen donoren mogelijk te voorkomen.
— Wereldwijd initiatief ter bestrijding van het nucleaire terrorisme (GICNT)
De EU was (via het Transuraneninstituut van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Europese Commissie) medeorganisator en gastheer voor de vergaderingen van de GICNT-werkgroepen inzake nucleaire forensische wetenschap en respectievelijk respons en mitigatie, die van 3 tot en met 5 oktober 2012 in Arona en Ispra (Italië) werden gehouden.
12. VERGADERINGEN IN HET KADER VAN DE POLITIEKE DIALOOG
In het kader van de politieke dialoog zijn er op werkgroepniveau vergaderingen over non-proliferatie en ontwapening gehouden met de Republiek Korea (Wenen, 18 september 2012) en met Oekraïne (Brussel, 6 november 2012). Er heeft op regelmatige basis informeel overleg over non-proliferatie en ontwapening plaatsgevonden met o.a. India (Brussel, 2 augustus 2012), Japan, Zuid-Afrika en andere landen. Op 17 december 2012 heeft te Brussel een nieuwe ronde van de dialoog EU27-VS plaatsgevonden over alle punten in verband met non-proliferatie, ontwapening en de wapenbeheersingsagenda.
BIJLAGE I
ANNEX TO THE SIX-MONTHLY WMD PROGRESS REPORT
Overview of EU Council Joint Actions and Council decisions in the framework of the EU Strategy against Proliferation of Weapons of Mass Destruction (WMD)
Title |
Objective and implementing entity |
Budget and duration |
||||||||||||
Council Decision 2012/699/CFSP of 13 November 2012 on support for activities of the Preparatory Commission of the Comprehensive Nuclear-Test-Ban Treaty Organisation (CTBTO) in order to strengthen its monitoring and verification capabilities and in the framework of the implementation of the EU Strategy against Proliferation of Weapons of Mass Destruction |
The Union will support four projects, the objectives of which are the following:
Implementing entity: The Preparatory Commission of the CTBTO |
Budget: EUR 5 185 028 Official Journal: L 314, 14.11.2012 Estimated duration of the action: 24 months |
||||||||||||
Council Decision 2012/423/CFSP of 23 July 2012 on support of ballistic missile non-proliferation in the framework of the implementation of the EU Strategy against Proliferation of Weapons of Mass Destruction and of the Council Common Position 2003/805/CFSP |
The objectives are:
Implementing entity: Fondation pour le Recherche Stratégique |
Budget: EUR 930 000 Official Journal: L 196, 24.7.2012 Estimated duration of the action: 24 months |
||||||||||||
Council Decision 2012/422/CFSP of 23 July 2012 in support of a process leading to the establishment of a zone free of nuclear weapons and all other weapons of mass destruction in the Middle East |
The objectives are:
Implementing entity: EU Non-Proliferation Consortium |
Budget: EUR 352 000 Official Journal: L 196, 24.7.2012 Estimated duration of the action: 18 months |
||||||||||||
Council Decision 2012/421/CFSP of 23 July 2012 in support of the Biological and Toxin Weapons Convention (BTWC), in the framework of the EU Strategy against Proliferation of Weapons of Mass Destruction |
The objectives are:
Implementing entity: United Nations Office for Disarmament Affairs (UN ODA) |
Budget: EUR 1 700 000 Official Journal: L 196, 24.7.2012 Estimated duration of the action: 24 months |
||||||||||||
Council Decision 2012/281/CFSP of 29 May 2012 in the framework of the European Security Strategy in support of the Union proposal for an international Code of Conduct on outer-space activities |
The objectives are:
Implementing entity: United Nations Institute for Disarmament Research (UNIDIR) |
Budget: EUR 1 490 000 Official Journal: L 140, 30.5.2012 Estimated duration of the action: 18 months |
||||||||||||
Council Decision 2012/166/CFSP of 23 March 2012 in support of activities of the Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons (OPCW) in the framework of the implementation of the EU Strategy against Proliferation of Weapons of Mass Destruction |
The objectives are:
Implementing entity: The Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons |
Budget: EUR 2 140 000 Official Journal: L 87, 24.3.2012 Estimated duration of the action: 24 months |
||||||||||||
Council Decision 2010/799/CFSP of 13 December 2010 in support of a process of confidence-building leading to the establishment of a zone free of weapons of mass destruction and their means of delivery in the Middle East in support of the implementation of the EU Strategy against Proliferation of Weapons of Mass Destruction |
The objectives are:
Implementing entity: EU Non-Proliferation Consortium |
Budget: EUR 347 700 Official Journal: L 341, 23.12.2012, p. 27 Estimated duration of the action: 18 months |
||||||||||||
Council Decision 2010/585/CFSP of 27 September 2010 on support for IAEA activities in the areas of nuclear security and verification and in the framework of the implementation of the EU Strategy against Proliferation of Weapons of Mass Destruction |
The objectives are:
Implementing entity: The International Atomic Energy Agency (IAEA) |
Budget: EUR 9 966 000 Official Journal: L 302, 1.10.2010 Estimated duration of the action: 24 months |
||||||||||||
Council Decision 2010/430/CFSP of 26 July 2010 establishing a European network of independent non-proliferation think tanks in support of the implementation of the EU Strategy against Proliferation of Weapons of Mass Destruction |
The objective of this network of independent non-proliferation think tanks is to encourage political and security-related dialogue and the long-term discussion of measures to combat the WMD proliferation and their delivery systems within civil societies, and more particularly among experts, researchers and academics. It will constitute a useful stepping stone for non-proliferation action by the Union and the international community. The Union wishes to support this network as follows:
Implementing entity: EU Non-Proliferation Consortium |
Budget: EUR 2 182 000 Official Journal: L 205, 4.8.2010 Estimated duration of the action: 36 months |
||||||||||||
Council Decision 2010/461/CFSP of 26 July 2010 on support for activities of the Preparatory Commission of the Comprehensive Nuclear-Test-Ban Treaty Organisation (CTBTO) in order to strengthen its monitoring and verification capabilities and in the framework of the implementation of the EU Strategy against Proliferation of Weapons of Mass Destruction |
The objectives are:
Implementing entity: The Preparatory Commission of the CTBTO |
Budget: EUR 5 280 000 Official Journal: L 219, 20.8.2010 Estimated duration of the action: 18 months |
||||||||||||
Council Decision 2009/569/CFSP of 27 July 2009 — OPCW |
The objective is to support the universalisation of the Chemical Weapons Convention (CWC), and in particular to promote the ratification/accession to the CWC by States not Parties (signatory States as well as non-signatory States) and to support the full implementation of the CWC by the States Parties:
Implementing entity: The Organisation for the Prohibition of the Chemical Weapons |
Budget: EUR 2 110 000 Official Journal: L 197, 29.7.2009 Estimated duration of the action: 18 months Implemented |
||||||||||||
Council Decision 2008/974/CFSP of 18 December 2008 in support of HCoC |
The EU supports three aspects of the Code as follows:
Implementing entity: Fondation pour le Recherche Stratégique |
Budget: EUR 1 015 000 Official Journal: L 345, 23.12.2008 Estimated duration of the action: 24 months Implemented |
||||||||||||
Council Joint Action 2008/588/CFSP of 10 November 2008 in support of BTWC |
The overall objective is:
Implementing entity: United Nations Office for Disarmament Affairs (UNODA) — Geneva |
Budget: EUR 1 400 000 Official Journal: L 302, 13.11.2008 Estimated duration of the action: 24 months Implemented |
||||||||||||
Council Joint Action 2008/588/CFSP of 15 July 2008 in support of CTBTO |
The EU supports the development of capacity of the Preparatory Commission of the CTBTO in the area of Verification by:
Implementing entity: The CTBTO Preparatory Commission |
Budget: EUR 2 316 000 Official Journal: L 189, 17.7.2008 Estimated duration of the action: 18 months Implemented |
||||||||||||
Council Joint Action 2008/368/CFSP of 14 May 2008 in support of the implementation of UNSCR 1540 |
The projects in support of the implementation of UNSCR 1540 will take the form of six workshops aiming at enhancing the capacity of officials responsible for managing the export control process in six subregions (Africa, Central America, Mercosur, the Middle East and Gulf Regions, Pacific Islands and South-East Asia), so that they can at a practical level undertake implementation efforts of UNSCR 1540. The proposed workshops will be specifically tailored for border, customs and regulatory officials and will comprise the main elements of an export control process including applicable laws (including national and international legal aspects), regulatory controls (including licensing provisions, end-user verification and awareness-raising programmes) and enforcement (including commodity identification, risk-assessment and detection methods). Implementing entity: United Nations Office for Disarmament Affairs (UNODA) |
Budget: EUR 475 000 Official Journal: L 127, 15.5.2008 Estimated duration of the action: 24 months Implemented |
||||||||||||
Council Joint Action 2008/314/CFSP of 14 April 2008 on support for IAEA activities in the areas of nuclear security and verification — IAEA IV |
The objectives are:
Implementing entity: The International Atomic Energy Agency (IAEA) |
Budget: EUR 7 703 000 Official Journal: L 107, 17.4.2008 Estimated duration of the action: 24 months Implemented |
||||||||||||
Council Joint Action 2008/307/CFSP of 14 April 2008 in support of World Health Organisation activities in the area of laboratory bio-safety and bio-security |
The overall objective is to support, the implementation of the BTWC, in particular those aspects that relate to the safety and security of microbial or other biological agents and toxins in laboratories and other facilities, including during transportation as appropriate, in order to prevent unauthorised access to and removal of such agents and toxins:
Implementing entity: The World Health Organisation |
Budget: EUR 2 105 000 Official Journal: L 106, 16.4.2008 Estimated duration of the action: 24 months Implemented |
||||||||||||
Council Joint Action 2007/753/CFSP of 19 November 2007 in support of IAEA monitoring and verification activities in the DPRK |
Objective is to contribute to the implementation of monitoring and verification activities in the DPRK, in accordance with the Initial Actions of 13 February 2007, as agreed in the framework of the six-party talks. Implementing entity: The International Atomic Energy Agency (IAEA Department of Safeguards) |
Budget: EUR 1 780 000 Official Journal: L 304, 22.11.2007 Estimated duration of the action: 18 months |
||||||||||||
Council Joint Action 2007/468/CFSP of 28 June 2007 — CTBTO II |
The objective is to support the early entry into force of the Treaty, and need to the rapid build-up of the Comprehensive Nuclear-Test-Ban Treaty (CTBT) verification regime via:
Implementing entity: The CTBTO Preparatory Commission |
Budget: EUR 1 670 000 Official Journal: L 176, 6.7.2007 Estimated duration of the action: 15 months Implemented |
||||||||||||
Council Joint Action 2007/185/CFSP of 19 March 2007 — OPCW |
The objective is to support the universalisation of the Chemical Weapons Convention (CWC), and in particular to promote the ratification/accession to the CWC by States not Parties (signatory States as well as non-signatory States) and to support the full implementation of the CWC by the States Parties:
Implementing entity: The Organisation for the Prohibition of the Chemical Weapons |
Budget: EUR 1 700 000 Official Journal: L 85, 27.3.2007 Estimated duration of the action: 18 months Implemented |
||||||||||||
Council Joint Action 2007/178/CFSP of 19 March 2007 — Russian Federation IV |
The objective is to assist the Russian Federation in destroying some of its chemical weapons, towards fulfilment of Russia’s obligations under the Convention on the Prohibition of the Development, Production, Stockpiling and use of Chemical Weapons and on their Destruction. This Joint Action supported the completion of the electricity supply infrastructure at Shchuch’ye chemical weapon destruction facility, in order to provide a reliable power supply for the operation of the chemical weapon destruction facility. Implementing entity: The Ministry of Defence of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland |
Budget: EUR 3 145 000 Official Journal: L 81, 22.3.2007 Estimated duration of the action: 18 months Implemented |
||||||||||||
Council Joint Action 2006/418/CFSP of 12 June 2006 — IAEA III |
The objective is to strengthen nuclear security in selected countries which have received EU assistance such as:
Implementing entity: The International Atomic Energy Agency |
Budget: EUR 6 995 000 Official Journal: L 165, 17.6.2006 Estimated duration of the action: 15 months Implemented |
||||||||||||
Council Joint Action 2006/419/CFSP of 12 June 2006 — UNSCR 1540 |
The action aimed at addressing three aspects of the implementation:
Implementing entity: United Nations Office for Disarmament Affairs (UNODA) |
Budget: EUR 195 000 Official Journal: L 165, 17.6.2006 Estimated duration of the action: 22 months Implemented |
||||||||||||
Council Joint Action 2006/243/CFSP of 20 March 2006 — CTBTO I |
The objective is to improve the capacity of CTBT Signatory States to fulfil their verification responsibilities under the CTBT and to enable them to fully benefit from participation in the treaty regime by a computer-based training/self-study. Implementing entity: The CTBTO Preparatory Commission |
Budget: EUR 1 133 000 Official Journal: L 88, 25.3.2006 Estimated duration of the action: 15 months Implemented |
||||||||||||
Council Joint Action 2006/184/CFSP of 27 February 2006 — BTWC |
Overall objective: to support the universalisation of the BTWC and, in particular, to promote the accession to the BTWC by States not Party (signatory States as well as non-signatory States) and to support the implementation of the BTWC by the States Parties:
Implementing entity: The Graduate Institute of International Studies, Geneva |
Budget: EUR 867 000 Official Journal: L 65, 7.3.2006 Estimated duration of the action: 18 months Implemented |
||||||||||||
Council Joint Action 2005/913/CFSP of 12 December 2005 — OPCW II |
The objective is to support the universalisation of the CWC and in particular to promote the accession to the CWC by States not Party (signatory States as well as non-signatory States) and to support the implementation of the CWC by the States Parties:
Implementing entity: The Organisation for the Prohibition of the Chemical Weapons |
Budget: EUR 1 697 000 Official Journal: L 331, 17.12.2005 Estimated duration of the action: 12 months Implemented |
||||||||||||
Council Joint Action 2005/574/CFSP of 18 July 2005 — IAEA II |
The objective is to strengthen nuclear security in selected countries which have received EU assistance such as:
Implementing entity: The International Atomic Energy Agency |
Budget: EUR 3 914 000 Official Journal: L 193, 23.7.2005 Estimated duration of the action: 15 months Implemented |
||||||||||||
Council Joint Action 2004/797/CFSP of 22 November 2004 — OPCW I |
The objective is to support the universalisation of the CWC and in particular to promote the accession to the CWC by States not Party (signatory States as well as non-signatory States) and to support the implementation of the CWC by the States Parties:
Implementing entity: The Organisation for the Prohibition of the Chemical Weapons |
Budget: EUR 1 841 000 Official Journal: L 349, 25.11.2004 Estimated duration of the action: 12 months Implemented |
||||||||||||
Council Joint Action 2004/796/CFSP of 22 November 2004 — Russian Federation III |
The objective is to contribute to reinforcing the physical protection of nuclear sites in Russia, so as to reduce the risk of theft of nuclear fissile material and of sabotage by improving the physical protection for fissile materials at the Bochvar Institute in Moscow (VNIINM) of the Russian Federal Agency for Atomic Energy FAAE (formerly MINATOM). Implementing entity: The Federal Republic of Germany |
Budget: EUR 7 730 000 Official Journal: L 349, 25.11.2004 Estimated duration of the action: 36 months Implemented |
||||||||||||
Council Joint Action 2004/495/CFSP of 17 May 2004 — IAEA I |
The objective is to strengthen nuclear security in selected countries which have received EU assistance such as:
Implementing entity: The International Atomic Energy Agency |
Budget: EUR 3 329 000 Official Journal: L 182, 19.5.2004 Estimated duration of the action: 15 months Implemented |
||||||||||||
Council Joint Action 2003/472/CFSP of 24 June 2003 — Russian Federation II |
This Joint Action aims at financing a unit of experts under the cooperation programme for non-proliferation and disarmament in the Russian Federation. Implementing entity: The Russian Federation |
Budget: EUR 680 000 Official Journal: L 157, 26.6.2003 Expired on the date of expiry of EU Common Strategy 1999/414/CFSP on Russia. Implemented |
||||||||||||
Council Joint Action 1999/878/CFSP of 17 December 1999 — Russian Federation I |
The project contributed to:
Implementing entity: The Russian Federation |
Budget: EUR 8 900 000 Official Journal: L 331, 23.12.1999 Estimated duration of the action: 48 months Implemented |
BIJLAGE II
ANNEX TO THE SIX-MONTHLY WMD PROGRESS REPORT
Overview of instrument for stability, priority 1
‘Risk mitigation and preparedness relating to chemical, biological, radiological and nuclear materials or agents’
Project identification |
Title |
Objective |
Contractor |
Amount |
Execution period |
n.a. |
Retraining former weapon scientists and engineers through support for International Science and Technology Centre (ISTC, Moscow) and Science and Technology Centre (STCU, Kiev) |
The main objective of the Centres is to redirect scientists/engineers' talents to civilian and peaceful activities through science and technological cooperation. |
ISTC/STCU |
|
TACIS |
EUR 235 million |
1997-2006 |
||||
|
IFS |
||||
EUR 15 million |
2007 |
||||
EUR 8 million |
2008 |
||||
EUR 7,5 million |
2009 |
||||
EUR 5,0 million |
2010 |
||||
EUR 4,5 million |
2011 |
||||
EUR 4,0 million |
2012 |
AAP 2007 (Excluding funding for ISTC/STCU) |
|||||
Project identification |
Title |
Objective |
Contractor |
Amount |
Execution period |
IFS/2008/145-156 |
Combating illicit trafficking of nuclear and radioactive materials in FSU countries (Russian Federation, Ukraine, Armenia, Moldova, Georgia, Azerbaijan and Belarus) |
The purpose of the action is to supply equipment for detection of NRM at border checkpoints as it was identified in the previous phase of the activity financed by TACIS Nuclear Safety programme, contributing thus to reduce nuclear and radiation terrorism threat. |
JRC |
EUR 5 million |
11.7.2008-12.4.2013 |
IFS/2008/145-130 |
Assistance in export control of dual-use goods |
The specific objective is to support the development of the legal framework and institutional capacities for the establishment and enforcement of effective export controls on dual-use items, including measures for regional cooperation with a view of contributing to the fight against the proliferation of WMD and related materials, equipment and technologies. |
BAFA (D) |
~ EUR 5 million |
19.3.2008-31.12.2010 |
IFS/2008/145-132 |
Knowledge Management System on CBRN Trafficking |
The overall objective of the activity is to improve capabilities of participating states, neighbouring countries of the EU in south-east Europe and possibly Caucasus, to combat the illicit trafficking and criminal use of CBRN materials (preparation phase to ‘EU CBRN Centres of Excellence’). |
UNICRI |
EUR 1 million |
31.1.2008-1.8.2010 |
AAP 2008 (Excluding funding for ISTC/STCU) |
|||||
Project identification |
Title |
Objective |
Contractor |
Amount |
Execution period |
IFS/2009/200-523 |
Knowledge management system on CBRN trafficking in North Africa and selected countries in the Middle East |
The aim of the project would be to develop a durable cooperation legacy in the area of trafficking of CBRN materials (preparation phase to ‘EU CBRN Centres of Excellence’). |
UNICRI |
EUR 1 million |
16.3.2009-15.7.2011 |
IFS/2009/217-540 |
Strengthening bio-safety and bio-security capabilities in Central Asian countries |
The project will address shortcomings in the safety/security practices of key biological facilities in selected countries of Central Asia. The main objectives of the project are to raise the skills of the personnel working at facilities (laboratories) handling dangerous biological agents or supervising those facilities, and to provide additional equipment, as needed, to ensure an adequate level of bio-safety and security. |
ISTC |
EUR 6,8 million |
21.9.2009-21.9.2014 |
IFS/2009/219-636 |
Combating illicit trafficking of nuclear and radioactive materials in selected FSU and Mediterranean Basin countries and preparation of border management activities in the ASEAN region |
The overall objective of this project is to reduce the threat of nuclear and radiation terrorism. For this purpose, the assistance will be provided to the partner countries in the improvement of the technical and organisational measures for detection of nuclear and radioactive materials (NRM) illicit trafficking. |
JRC |
EUR 6,7 million |
2.12.2009-1.12.2014 |
IFS/2009/216-327 |
Awareness-raising of exporters, export control of dual-use goods |
The overall objective of the project is to enhance the effectiveness of export control of dual-use items in the Russian Federation, with a view to contribute to the fight against the proliferation of WMD. The specific objectives will be achieved through information exchange with EU exporters, support industry and researchers for awareness-raising, organisation of seminars for exporters in the regions of the Russian Federation. |
Russian independent non-profit organisation for professional advancement ‘Export Control Training Centre’ |
EUR 1 million |
1.9.2009-1.3.2011 |
AAP 2009 (Excluding funding for ISTC/STCU) |
|||||
Project identification |
Title |
Objective |
Contractor |
Amount |
Execution period |
IFS/2010/239-471 (UNICRI main) — IFS/2010/239-481 (JRC main) — IFS/2010/253-483 and IFS/2010/253-485 (pilot projects JRC and Univ. Milan)/IFS/2010/250-984 (UNICRI establishment of 2 Secretariats) |
CBRN Centre of Excellence — First Phase |
To set up a mechanism contributing to strengthen the long-term national and regional capabilities of responsible authorities and to develop a durable cooperation legacy in the fight against the CBRN threat. |
UNICRI/JRC main contracts/2 pilot projects in South East Asia/first step (2 Secretariats in Caucasus and South East Asia) |
EUR 5 million |
May 2010-May 2012 |
IFS/2010/235-364 |
Border monitoring activities in the Republic of Georgia, Central Asia and Afghanistan |
To enhance the detection of radioactive and nuclear materials at identified borders crossing and/or nodal points in the Republic of Georgia, at Southern borders of selected Central Asian countries with Afghanistan and at the airport of Kabul. |
JRC |
EUR 4 million |
4.5.2010-4.5.2013 |
IFS/2010/238-194 |
EpiSouth: a network for the control of health and security threats and other bio-security risks in the Mediterranean Region and South-East Europe |
To increase through capacity-building the bio security in the Mediterranean region and South-East Europe (10 EU + 17 non EU countries). |
Istituto Superiore di Sanità, Rome (Italy) |
EUR 3 million |
15.10.2010-15.4.2013 |
IFS/2010/247-264 (service) IFS/2010/248-064 + IFS/2010/258-635 (supply) |
Redirection of former Iraqi WMD scientists through capacity-building for decommissioning of nuclear facilities, including site and radioactive waste management |
To assist Iraq with redirection of scientists and engineers possessing WMD-related skills and dual-use knowledge through their engagement in a comprehensive decommissioning, dismantling and decontamination of nuclear facilities. |
UNIVERSITA DEGLI STUDI DELL'INSUBRIA (service) — CANBERRA + NNL (supplies) |
EUR 2,5 million (EUR 1,5 million for service + EUR 1,5 million for supplies) |
August 2010-August 2013 |
IFS/2010/253-484 |
Knowledge Management System on CBRN risk mitigation — Evolving towards CoE ‘Mediterranean Basin’ |
To integrate the existing Knowledge Management Systems, namely for south-east Europe and for north Africa, and to prepare the evolution towards a centre of excellence in the Mediterranean Basin dealing with CBRN risk mitigation (preparation phase to ‘EU CBRN Centres of Excellence’). |
UNICRI |
EUR 0,5 million |
25.11.2010-30.4.2012 |
IFS/2010/254-942 |
Bio-safety and bio-security improvement at the Ukrainian anti-plague station (UAPS) in Simferopol |
To contribute to full implementation of the BTWC (Biological and Toxin Weapons Convention) in Ukraine, which includes the prevention of illicit access to pathogens by terrorists and other criminals. |
STCU |
EUR 4 million |
22.11.2010-21.8.2014 |
IFS/2010/256-885 |
Assistance in export control of dual-use goods |
Continuation of the ongoing activities in this field in the already covered countries, with possible extension to other regions/countries. |
BAFA (D) |
EUR 5 million |
21.12.2010-1.7.2013 |
AAP 2010 (Excluding funding for ISTC/STCU) |
|||||
Project identification |
Title |
Objective |
Contractor |
Amount |
Execution period |
IFS/2011/263-555 (set-up) IFS/2011/273-506 (actions) |
CBRN Centres of Excellence — Second phase |
Set-up of three to four new centres in the Middle East and, possibly, Gulf region, Mediterranean Basin, Central Asia and Southern Africa and extension of the projects in south-east Asia and in Ukraine/South Caucasus and implementation of thematic projects in all project areas of priority 1. |
UNICRI |
EUR 4,5 million EUR 16,3 million |
23.8.2011-28.2.2013 |
IFS/2011/273-571 |
Enhancing the capability of the IAEA Safeguards Analytical Service (ECAS) — EU contribution to the new Nuclear Material Laboratory (NML) |
To ensure that the IAEA has a strong independent analytical capability for safeguards in the decades to come by means of expansion and modernisation of the IAEA Safeguards Analytical Services. |
IAEA |
EUR 5 million |
30.11.2011-30.11.2015 |
IFS/2011/272-372 (service) and IFS/2011/272-424 (supplies) |
Establishment of Mobile Laboratories for Pathogens up to Risk Group 4 in combination with CBRN Capacity-Building in Sub-Saharan Africa |
Implementation of two units of mobile labs to be used to perform diagnosis of up to group 4 infectious agents in sub-Saharan Africa and one ‘stand-by’ unit based in EU for training purposes and to be deployed in other countries outside EU where these agents are endemic or outbreaks occur. |
BERNHARD-NOCHT-INSTITUT FUR TROPENMEDIZIN (service) — supply under evaluation |
EUR 3,5 million |
15.12.2011-14.12.2015 |
IFS/2011/273-572 |
Strengthening bio-safety and bio-security capabilities in South Caucasus and in Central Asian Countries |
To raise the capabilities of State organisations in target countries responsible for bio-safety and bio-security in a way that will result in a substantial improvement of the countries’ bio-safety/security situations. |
UNICRI |
EUR 5 million |
1.1.2012-31.12.2015 |
AAP 2011 (Excluding funding for ISTC/STCU) |
|||||
Project identification |
Title |
Objective |
Contractor |
Amount |
Execution period |
IFS/2011/278-349 |
Multilateral Nuclear Assurances — EU contribution to the Low Enriched Uranium bank under the supervision of the International Atomic Energy Agency (IAEA) |
The IfS contribution (EUR 20 million) will be dedicated to the purchase of a quantity of low-enriched Uranium. |
IAEA |
EUR 20 million |
30.11.2011-30.11.2013 |
— |
Chemical, biological, radiological and nuclear (CBRN) Centres of Excellence — Third Phase |
(i) to extend existing activities (management contracts with JRC and UNICRI) until the end of 2014 with the aim of improving national CBRN policies and defining comprehensive tailored assistance packages, in a coherent and effective combination of national and regional dimensions (EUR 5,5 million); (ii) to improve national CBRN policies through the implementation of concrete actions in the areas of export control of dual-use goods, illicit trafficking of CBRN materials, bio-safety and bio-security, scientists' engagement (EUR 9,2 million) including governance. |
|
EUR 14,7 million |
To be signed in 2012 |
— |
Border monitoring activities in the Democratic Republic of the Congo, Russian Federation, Ukraine and South East Asia |
To counteract nuclear and radiation terrorism threat. For this purposes, the assistance should be provided to the identified countries in the improvement of the technical and organisational measures for detection of Nuclear and Radioactive Materials (NRM) illicit trafficking, including training and establishment of an expert network. |
|
EUR 5,8 million |
To be signed in 2012 |
— |
Cooperation in export control of dual-use goods |
To strengthen the export control systems of partner countries, with a strong link with the Regional Centres of Excellence activities, by aligning them to the standard of the international export control regimes and treaties and therefore meeting the requirements of the UNSCR 1540 (2004). |
|
EUR 3 million |
To be signed in 2012 |
AAP 2012 (Excluding funding for ISTC/STCU) |
|||||
Project identification |
Title |
Objective |
Contractor |
Amount |
Execution period |
— |
Enhancing the Capability of the International Atomic Energy Agency (IAEA) Safeguards Analytical Service (ECAS) — EU contribution to the new Nuclear Material Laboratory (NML) |
To support ECAS in their effort to constructing and outfitting laboratories for the analysis of special and environmental samples according to the latest quality and safety standards, with sample logistics being an integral part of it to ensure that the IAEA has a strong independent analytical capability or safeguards in the decades to come by means of expansion and modernisation of the IAEA Safeguards Analytical Services. |
IAEA |
EUR 5 million |
To be signed in 2012 and 2013 |
— |
Chemical, biological, radiological and nuclear (CBRN) Centres of Excellence — Fourth Phase |
(i) To extend existing activities (management contracts with JRC) until the end of 2014 (EUR 3,5 million); (ii) to extend the existing Regional Secretariats managed by UNICRI until the end of 2014 (EUR 3,1 million); and (iii) to improve national CBRN policies through the implementation of concrete actions in the areas of export control of dual use goods, illicit trafficking of CBRN materials, bio-safety and bio-security, engagement of scientists (EUR 30,2 million). |
JRC UNICRI Consortia (EU MS) |
EUR 36,8 million |
To be signed in 2012 and 2013 |
Europese Commissie
9.2.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 37/27 |
Wisselkoersen van de euro (1)
8 februari 2013
2013/C 37/05
1 euro =
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,3374 |
JPY |
Japanse yen |
123,52 |
DKK |
Deense kroon |
7,4603 |
GBP |
Pond sterling |
0,84635 |
SEK |
Zweedse kroon |
8,5950 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,2282 |
ISK |
IJslandse kroon |
|
NOK |
Noorse kroon |
7,3910 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
25,243 |
HUF |
Hongaarse forint |
292,22 |
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
LVL |
Letlandse lat |
0,6996 |
PLN |
Poolse zloty |
4,1592 |
RON |
Roemeense leu |
4,3970 |
TRY |
Turkse lira |
2,3707 |
AUD |
Australische dollar |
1,2942 |
CAD |
Canadese dollar |
1,3361 |
HKD |
Hongkongse dollar |
10,3723 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,5962 |
SGD |
Singaporese dollar |
1,6553 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 461,80 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
11,9361 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
8,3392 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,5790 |
IDR |
Indonesische roepia |
12 932,08 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,1435 |
PHP |
Filipijnse peso |
54,431 |
RUB |
Russische roebel |
40,3840 |
THB |
Thaise baht |
39,841 |
BRL |
Braziliaanse real |
2,6188 |
MXN |
Mexicaanse peso |
17,0465 |
INR |
Indiase roepie |
71,5580 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
9.2.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 37/28 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 14 januari 2013
tot voordracht van drie uit de publieke sector afkomstige leden van de raad van toezicht van de European Financial Reporting Advisory Group
2013/C 37/06
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (1) moet een technisch comité voor financiële verslaglegging de Commissie bijstand en deskundigheid leveren bij de beoordeling van internationale standaarden voor jaarrekeningen. De rol van dat technisch comité voor financiële verslaglegging wordt vervuld door de raad van toezicht van de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG). |
(2) |
De EFRAG is in 2001 opgericht door de Europese vertegenwoordigende organisaties van opstellers van jaarrekeningen, beleggers, investeerders en boekhoudkundige beroepen die een rol spelen in het proces van de financiële verslaggeving. |
(3) |
De raad van toezicht van de EFRAG bestaat onder meer uit vier uit de publieke sector afkomstige leden die specifiek zijn geselecteerd op basis van hun ervaring met beleidsvorming op nationaal of Europees niveau. Overeenkomstig punt 3.2 van bijlage 1 bij de statuten van de EFRAG, die sinds 11 juni 2009 van kracht zijn, is het aan de Commissie om deze uit de publieke sector afkomstige leden voor te dragen. De leden van de raad van toezicht van de EFRAG worden door de algemene vergadering van de EFRAG benoemd. |
(4) |
In haar mededeling van 26 februari 2010 heeft de Commissie het voor interne markt en diensten verantwoordelijke Commissielid gemachtigd om in het kader van de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1606/2002 namens haar en onder haar verantwoordelijkheid maatregelen te nemen met het oog op de voordracht voor een volledige ambtstermijn van uit de publieke sector afkomstige leden van de raad van toezicht van de EFRAG (2). |
(5) |
Na een openbare oproep tot kandidaatstelling (3) heeft de Commissie drie kandidaten geselecteerd voor voordracht als uit de publieke sector afkomstig lid van de raad van toezicht van de EFRAG, |
BESLUIT:
Enig artikel
De Commissie draagt hierbij de volgende personen voor voor benoeming als uit de publieke sector afkomstig lid van de raad van toezicht van de European Financial Reporting Advisory Group:
|
Carlo BIANCHERI |
|
Adriana DUȚESCU |
|
Carlos SORIA SENDRA |
Gedaan te Brussel, 14 januari 2013.
Voor de Commissie
Michel BARNIER
Lid van de Commissie
(1) PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1.
(2) SEC(2010) 229; PV(2010) 1907 final van 3 maart 2010, punt 14.5.
(3) PB C 93 van 30.3.2012, blz. 32.
9.2.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 37/29 |
ADMINISTRATIEVE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VOOR DE SOCIALE ZEKERHEID VAN MIGRERENDE WERKNEMERS
Omrekeningskoersen van de munteenheden in toepassing van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad
2013/C 37/07
Artikel 107, leden 1, 2 en 4, van Verordening (EEG) nr. 574/72
Referentieperiode: januari 2013
Toepassingsperiode: april, mei en juni 2013
01-2013 |
EUR |
BGN |
CZK |
DKK |
LVL |
LTL |
HUF |
PLN |
1 EUR = |
1 |
1,95580 |
25,5625 |
7,46143 |
0,697845 |
3,45280 |
294,015 |
4,14239 |
1 BGN = |
0,511300 |
1 |
13,0701 |
3,81503 |
0,356808 |
1,76542 |
150,330 |
2,11800 |
1 CZK = |
0,0391198 |
0,0765105 |
1 |
0,291890 |
0,0272996 |
0,135073 |
11,5018 |
0,16205 |
1 DKK = |
0,134023 |
0,262121 |
3,42595 |
1 |
0,0935271 |
0,462753 |
39,4046 |
0,555174 |
1 LVL = |
1,43298 |
2,80263 |
36,6306 |
10,6921 |
1 |
4,94780 |
421,318 |
5,93597 |
1 LTL = |
0,289620 |
0,566439 |
7,40341 |
2,16098 |
0,202110 |
1 |
85,1525 |
1,19972 |
1 HUF = |
0,00340119 |
0,00665205 |
0,0869430 |
0,0253777 |
0,00237351 |
0,0117436 |
1 |
0,0140891 |
1 PLN = |
0,241406 |
0,472143 |
6,17095 |
1,80124 |
0,168464 |
0,833528 |
70,9770 |
1 |
1 RON = |
0,228129 |
0,446175 |
5,83155 |
1,70217 |
0,159199 |
0,787684 |
67,0732 |
0,944999 |
1 SEK = |
0,115986 |
0,226846 |
2,96490 |
0,865423 |
0,0809405 |
0,400477 |
34,1017 |
0,480461 |
1 GBP = |
1,20090 |
2,34872 |
30,6980 |
8,96042 |
0,838042 |
4,14647 |
353,082 |
4,97460 |
1 NOK = |
0,135462 |
0,264937 |
3,46275 |
1,010740 |
0,0945316 |
0,467724 |
39,8278 |
0,561137 |
1 ISK = |
0,00584781 |
0,0114372 |
0,149485 |
0,043633 |
0,00408087 |
0,0201913 |
1,71934 |
0,0242239 |
1 CHF = |
0,813814 |
1,59166 |
20,8031 |
6,07221 |
0,567916 |
2,80994 |
239,273 |
3,37114 |
01-2013 |
RON |
SEK |
GBP |
NOK |
ISK |
CHF |
1 EUR = |
4,38349 |
8,62171 |
0,832709 |
7,38214 |
171,004 |
1,22878 |
1 BGN = |
2,24128 |
4,40828 |
0,425764 |
3,77448 |
87,4343 |
0,628276 |
1 CZK = |
0,171481 |
0,337280 |
0,0325754 |
0,288788 |
6,68965 |
0,0480697 |
1 DKK = |
0,587486 |
1,15550 |
0,111602 |
0,989373 |
22,9184 |
0,164685 |
1 LVL = |
6,28146 |
12,3548 |
1,19326 |
10,5785 |
245,046 |
1,76082 |
1 LTL = |
1,26955 |
2,49702 |
0,241169 |
2,13801 |
49,5262 |
0,355880 |
1 HUF = |
0,0149091 |
0,0293241 |
0,00283220 |
0,0251081 |
0,581618 |
0,00417932 |
1 PLN = |
1,05820 |
2,08134 |
0,201021 |
1,78210 |
41,2815 |
0,296636 |
1 RON = |
1 |
1,96686 |
0,189965 |
1,68408 |
39,0110 |
0,280321 |
1 SEK = |
0,508424 |
1 |
0,0965828 |
0,856227 |
19,8341 |
0,142522 |
1 GBP = |
5,26413 |
10,3538 |
1 |
8,86520 |
205,359 |
1,47564 |
1 NOK = |
0,593796 |
1,16792 |
0,112801 |
1 |
23,1646 |
0,166453 |
1 ISK = |
0,0256338 |
0,0504181 |
0,00486953 |
0,0431694 |
1 |
0,00718569 |
1 CHF = |
3,56734 |
7,01647 |
0,677670 |
6,00769 |
139,166 |
1 |
Noot: alle kruiskoersen voor ISK worden berekend onder gebruikmaking van de ISK/EUR-koersgegevens van de Centrale Bank van IJsland.
referentie: januari-13 |
1 EUR in nationale valuta |
1 eenheid van nationale valuta in EUR |
BGN |
1,95580 |
0,511300 |
CZK |
25,5625 |
0,0391198 |
DKK |
7,46143 |
0,134023 |
LVL |
0,697845 |
1,43298 |
LTL |
3,45280 |
0,289620 |
HUF |
294,015 |
0,00340119 |
PLN |
4,14239 |
0,241406 |
RON |
4,38349 |
0,228129 |
SEK |
8,62171 |
0,115986 |
GBP |
0,832709 |
1,20090 |
NOK |
7,38214 |
0,135462 |
ISK |
171,004 |
0,00584781 |
CHF |
1,22878 |
0,813814 |
Noot: de ISK/EUR-koersen zijn gebaseerd op gegevens van de Centrale Bank van IJsland.
1. |
Volgens Verordening (EEG) nr. 574/72 is de koers voor de omrekening in een munteenheid van bedragen die in een andere munteenheid luiden, de door de Commissie berekende koers op basis van het maandgemiddelde gedurende de in lid 2 vermelde referentieperiode van de wisselkoersen van deze munteenheden die door de Europese Centrale Bank zijn gepubliceerd. |
2. |
De referentieperiode is:
De omrekeningskoersen van de munteenheden worden bekendgemaakt in het tweede Publicatieblad van de Europese Unie (C-reeks) van de maanden februari, mei, augustus en november. |
Rekenkamer
9.2.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 37/31 |
Speciaal verslag nr. 21/2012 „De kosteneffectiviteit van investeringen in energie-efficiëntie in het kader van het cohesiebeleid”
2013/C 37/08
De Europese Rekenkamer deelt u mede dat haar Speciaal verslag nr. 21/2012 „De kosteneffectiviteit van investeringen in energie-efficiëntie in het kader van het cohesiebeleid” zojuist gepubliceerd is.
Het verslag kan worden ingezien op of gedownload van de website van de Europese Rekenkamer: http://eca.europa.eu
Het verslag is op aanvraag gratis in papieren vorm verkrijgbaar bij de Rekenkamer:
Europese Rekenkamer |
Eenheid „Controle: productie van verslagen” |
12, rue Alcide de Gasperi |
1615 Luxembourg |
LUXEMBOURG |
Tel. +352 4398-1 |
E-mail: eca-info@eca.europa.eu |
of door het invullen van een elektronische bestelbon bij EU-Bookshop.
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN
9.2.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 37/32 |
Officiële feestdagen in 2013
2013/C 37/09
Belgique/België |
1.1, 1.4, 1.5, 9.5, 10.5, 20.5, 21.7, 15.8, 16.8, 1.11, 2.11, 11.11, 15.11, 25.12, 26.12, 27.12, 28.12, 29.12, 30.12, 31.12 |
България |
1.1, 3.3, 1.5, 2.5, 3.5, 6.5, 24.5, 6.9, 22.9, 1.11, 24.12, 25.12, 26.12, 31.12 |
Česká republika |
1.1, 1.4, 1.5, 8.5, 5.7, 6.7, 28.9, 28.10, 17.11, 24.12, 25.12, 26.12 |
Danmark |
1.1, 28.3, 29.3, 31.3, 1.4, 26.4, 9.5, 19.5, 20.5, 5.6, 24.12, 25.12, 26.12, 31.12 |
Deutschland |
1.1, 29.3, 1.4, 1.5, 9.5, 20.5, 3.10, 25.12, 26.12 |
Eesti |
1.1, 24.2, 29.3, 31.3, 1.5, 19.5, 23.6, 24.6, 20.8, 24.12, 25.12, 26.12 |
Éire/Ireland |
1.1, 29.3, 1.4, 9.5, 20.5, 15.8, 1.11, 24.12, 25.12, 26.12 |
Ελλάδα |
1.1, 6.1, 18.3, 25.3, 1.5, 3.5, 6.5, 24.6, 15.8, 28.10, 25.12, 26.12 |
España |
1.1, 29.3, 1.5, 15.8, 12.10, 1.11, 6.12, 25.12 |
France |
1.1, 9.4, 1.5, 8.5, 17.5, 28.5, 14.7, 15.8, 1.11, 11.11, 25.12 |
Italia |
1.1, 6.1, 1.4, 25.4, 1.5, 2.6, 15.8, 1.11, 8.12, 25.12, 26.12 |
Κύπρος/Kıbrıs |
1.1, 25.3, 29.3, 1.4, 1.5, 3.5, 6.5, 9.5, 20.5, 15.8, 1.10, 1.11, 24.12, 25.12, 26.12 |
Latvija |
1.1, 29.3, 31.3, 1.4, 6.5, 12.5, 19.5, 23.6, 24.6, 18.11, 24.12, 25.12, 26.12, 31.12 |
Lietuva |
1.1, 16.2, 11.3, 31.3, 1.4, 1.5, 5.5, 2.6, 24.6, 6.7, 15.8, 1.11, 24.12, 25.12, 26.12 |
Luxembourg |
1.1, 1.4, 1.5, 9.5, 20.5, 23.6, 15.8, 1.11, 25.12, 26.12 |
Magyarország |
1.1, 15.3, 1.4, 1.5, 20.5, 19.8, 20.8, 23.10, 1.11, 24.12, 25.12, 26.12, 27.12 |
Malta |
1.1, 10.2, 19.3, 29.3, 31.3, 1.5, 7.6, 29.6, 15.8, 8.9, 21.9, 8.12, 13.12, 25.12 |
Nederland |
1.1, 1.4, 30.4, 9.5, 20.5, 25.12, 26.12 |
Österreich |
1.1, 6.1, 1.4, 1.5, 9.5, 20.5, 30.5, 15.8, 26.10, 1.11, 8.12, 25.12, 26.12 |
Polska |
1.1, 6.1, 31.3, 1.4, 1.5, 3.5, 19.5, 30.5, 15.8, 1.11, 11.11, 25.12, 26.12 |
Portugal |
1.1, 29.3, 31.3, 25.4, 1.5, 10.6, 15.8, 8.12, 25.12 |
România |
1.1, 2.1, 1.5, 6.5, 7.5, 23.6, 15.8, 30.11, 1.12, 25.12, 26.12 |
Slovenija |
1.1, 8.2, 31.3, 1.4, 27.4, 1.5, 2.5, 8.6, 25.6, 15.8, 17.8, 15.9, 31.10, 1.11, 23.11, 25.12, 26.12 |
Slovensko |
1.1, 6.1, 29.3, 31.3, 1.4, 1.5, 8.5, 5.7, 29.8, 1.9, 15.9, 1.11, 17.11, 24.12, 25.12, 26.12 |
Suomi/Finland |
1.1, 29.3, 1.4, 1.5, 9.5, 21.6, 6.12, 24.12, 25.12, 26.12 |
Sverige |
1.1, 6.1, 29.3, 31.3, 1.4, 1.5, 9.5, 19.5, 22.6, 2.11, 25.12, 26.12 |
United Kingdom |
Wales and England: 1.1, 29.3, 1.4, 6.5, 27.5, 26.8, 25.12, 26.12 Northern Ireland: 1.1, 18.3, 29.3, 1.4, 6.5, 27.5, 12.7, 26.8, 25.12, 26.12 Scotland: 1.1, 2.1, 29.3, 6.5, 27.5, 5.8, 2.12, 25.12, 26.12 |
V Adviezen
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
9.2.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 37/34 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.6801 — Rosneft/TNK-BP)
(Voor de EER relevante tekst)
2013/C 37/10
1. |
Op 1 februari 2013 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat OJSC Oil Company Rosneft („Rosneft”, Russische Federatie) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de uitsluitende zeggenschap verkrijgt over de gehele onderneming TNK-BP Limited („TNK-BP”, Britse Maagdeneilanden) door de verwerving van aandelen. |
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. |
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6801 — Rosneft/TNK-BP, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).
9.2.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 37/35 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.6807 — Mercuria Energy Asset Management/Sinomart KTS Development/Vesta Terminals)
(Voor de EER relevante tekst)
2013/C 37/11
1. |
Op 31 januari 2013 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Mercuria Energy Group Limited („Mercuria”, Cyprus) en China Petrochemical Corporation („Sinopec”, China) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over Vesta Terminal B.V. („Vesta”, Nederland) door de verwerving van aandelen. Vesta is momenteel een volle dochteronderneming van Mercuria. |
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. |
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6807 — Mercuria Energy Asset Management/Sinomart KTS Development/Vesta Terminals, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).
9.2.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 37/36 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.6739 — Allianz/VW Financial Services/GU)
(Voor de EER relevante tekst)
2013/C 37/12
1. |
Op 31 januari 2013 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Allianz SE (Duitsland) en Volkswagen Financial Services AG (Duitsland), die deel uitmaakt van het concern Volkswagen AG (Duitsland), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over Volkswagen Autoversicherung AG (Duitsland) door de verwerving van aandelen in een nieuw opgerichte gemeenschappelijke onderneming. |
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. |
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6739 — Allianz/VW Financial Services/GU, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).
9.2.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 37/37 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.6824 — Aloco/Bregal Fund III/Quadriga Capital Private Equity Fund IV/LR Global Holding)
Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
2013/C 37/13
1. |
Op 1 februari 2013 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Bregal Fund III LP („Bregal Fund III”, Verenigd Koninkrijk) en Quadriga Capital Private Equity Fund IV LP („Quadriga Capital Fund IV”, Jersey) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over LR Global Holding GmbH („LR”, Duitsland), via een nieuw opgericht beleggingsvehikel (Aloco Beteiligungsgesellschaft mbH „Aloco GmbH”), door de verwerving van aandelen. |
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2). |
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6824 — Aloco/Bregal Fund III/Quadriga Capital Private Equity Fund IV/LR Global Holding, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).
(2) PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).