ISSN 1977-0995

doi:10.3000/19770995.C_2012.330.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 330

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

55e jaargang
27 oktober 2012


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2012/C 330/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6684 — Vivescia/Atrixo) ( 1 )

1

2012/C 330/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6727 — Carlyle/DuPont Performance Coatings Business) ( 1 )

1

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Raad

2012/C 330/03

Kennisgeving ter attentie van de personen op wie de maatregelen in Besluit 2010/638/GBVB van de Raad, als gewijzigd bij Besluit 2012/665/GBVB, en in Verordening (EU) nr. 1284/2009 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen de Republiek Guinee van toepassing zijn

2

 

Europese Commissie

2012/C 330/04

Wisselkoersen van de euro

3

 

Rekenkamer

2012/C 330/05

Speciaal verslag nr. 14/2012 Tenuitvoerlegging van EU-hygiënewetgeving in slachthuizen van sinds 2004 tot de EU toegetreden lidstaten

4

 

V   Adviezen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

 

Europese Commissie

2012/C 330/06

Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde soorten ijzeren en stalen kabels van oorsprong uit de Russische Federatie

5

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2012/C 330/07

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6743 — Talanx International/Meiji Yasuda Life Insurance Company/HDI Poland) ( 1 )

14

2012/C 330/08

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6734 — Koch Industries/Guardian) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

15

2012/C 330/09

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6745 — SNCF/Haselsteiner Familien-Privatstiftung/Augusta Holding/Rail Holding) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

16

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2012/C 330/10

Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

17

 

Rectificaties

2012/C 330/11

Rectificatie van de oproep tot het indienen van voorstellen — Steun voor voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) — Tenuitvoerlegging van voorlichtingsacties in het kader van begrotingspost 05 08 06 voor 2013 (PB C 223 van 27.7.2012)

23

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

27.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 330/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.6684 — Vivescia/Atrixo)

(Voor de EER relevante tekst)

2012/C 330/01

Op 22 oktober 2012 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Frans en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32012M6684. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


27.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 330/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.6727 — Carlyle/DuPont Performance Coatings Business)

(Voor de EER relevante tekst)

2012/C 330/02

Op 23 oktober 2012 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32012M6727. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Raad

27.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 330/2


Kennisgeving ter attentie van de personen op wie de maatregelen in Besluit 2010/638/GBVB van de Raad, als gewijzigd bij Besluit 2012/665/GBVB, en in Verordening (EU) nr. 1284/2009 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen de Republiek Guinee van toepassing zijn

2012/C 330/03

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE

De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de personen die vermeld staan in de bijlage bij Besluit 2010/638/GBVB van de Raad, als gewijzigd bij Besluit 2012/665/GBVB (1), en in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1284/2009 van de Raad.

De Raad van de Europese Unie heeft besloten dat de in de bovengenoemde bijlagen vermelde personen nog altijd voldoen aan het criterium van Besluit 2010/638/GBVB van de Raad en van Verordening (EU) nr. 1284/2009 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen de Republiek Guinee en derhalve onderworpen dienen te blijven aan de maatregelen die bij Besluit 2012/665/GBVB worden verlengd.

De betrokken personen worden erop geattendeerd dat zij een verzoek tot de bevoegde instanties van de desbetreffende lidstaat of lidstaten, vermeld op de websites in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1284/2009, kunnen richten om een machtiging tot gebruik van bevroren tegoeden voor basisbehoeften of specifieke betalingen te verkrijgen (zie artikel 8 van de verordening).

De betrokken personen kunnen, onder overlegging van bewijsstukken, op onderstaand adres een verzoek bij de Raad indienen tot heroverweging van het besluit om hen op bovengenoemde lijst te plaatsen.

Raad van de Europese Unie

Secretariaat-generaal

DG C — Coördinatie-eenheid

Wetstraat 175

1048 Brussel

BELGIË

Tevens worden de betrokken personen erop geattendeerd dat zij tegen het besluit van de Raad beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig de voorwaarden die neergelegd zijn in artikel 275, tweede alinea, en in artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.


(1)  PB L 299 van 27.10.2012, blz. 45.


Europese Commissie

27.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 330/3


Wisselkoersen van de euro (1)

26 oktober 2012

2012/C 330/04

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,2908

JPY

Japanse yen

103,15

DKK

Deense kroon

7,4592

GBP

Pond sterling

0,80120

SEK

Zweedse kroon

8,6730

CHF

Zwitserse frank

1,2090

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,4675

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

24,900

HUF

Hongaarse forint

281,99

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,6962

PLN

Poolse zloty

4,1503

RON

Roemeense leu

4,5598

TRY

Turkse lira

2,3288

AUD

Australische dollar

1,2486

CAD

Canadese dollar

1,2865

HKD

Hongkongse dollar

10,0041

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,5740

SGD

Singaporese dollar

1,5774

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 416,90

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

11,2745

CNY

Chinese yuan renminbi

8,0661

HRK

Kroatische kuna

7,5380

IDR

Indonesische roepia

12 448,82

MYR

Maleisische ringgit

3,9435

PHP

Filipijnse peso

53,392

RUB

Russische roebel

40,6150

THB

Thaise baht

39,679

BRL

Braziliaanse real

2,6148

MXN

Mexicaanse peso

16,8304

INR

Indiase roepie

69,3590


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


Rekenkamer

27.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 330/4


Speciaal verslag nr. 14/2012 „Tenuitvoerlegging van EU-hygiënewetgeving in slachthuizen van sinds 2004 tot de EU toegetreden lidstaten”

2012/C 330/05

De Europese Rekenkamer deelt u mede dat haar Speciaal verslag nr. 14/2012 „Tenuitvoerlegging van EU-hygiënewetgeving in slachthuizen van sinds 2004 tot de EU toegetreden lidstaten” zojuist gepubliceerd is.

Het verslag kan worden ingezien of gedownload van de website van de Europese Rekenkamer: http://eca.europa.eu

Het verslag is op aanvraag gratis in papieren vorm verkrijgbaar bij de Rekenkamer:

Europese Rekenkamer

Eenheid „Controle: productie van verslagen”

12, rue Alcide de Gasperi

1615 Luxembourg

LUXEMBOURG

Tel. +352 4398-1

E-mail: eca-info@eca.europa.eu

of door het invullen van een elektronische bestelbon bij EU-Bookshop.


V Adviezen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

Europese Commissie

27.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 330/5


Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde soorten ijzeren en stalen kabels van oorsprong uit de Russische Federatie

2012/C 330/06

Na de bekendmaking van een bericht van het naderende vervallen (1) van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde soorten ijzeren en stalen kabels van oorsprong uit de Russische Federatie („het betrokken land”) heeft de Europese Commissie („de Commissie”) op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (2) („de basisverordening”) een verzoek om een nieuw onderzoek ontvangen.

1.   Verzoek om een nieuw onderzoek

Het verzoek is op 29 juni 2012 ingediend door het Liaison Committee of EU Wire Rope Industries („EWRIS”) („de indiener van het verzoek”) namens producenten in de Unie die goed zijn voor een groot deel, in dit geval meer dan 50 %, van de totale productie in de Unie van bepaalde soorten ijzeren en stalen kabels.

2.   Onderzocht product

Het nieuwe onderzoek heeft betrekking op ijzeren of stalen kabels (gesloten kabels daaronder begrepen), met uitzondering van roestvrijstalen kabels, met een grootste dwarsdoorsnede van meer dan 3 mm, al dan niet voorzien van hulpstukken (fittings) („het onderzochte product”), momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 7312 10 81, ex 7312 10 83, ex 7312 10 85, ex 7312 10 89 en ex 7312 10 98.

3.   Bestaande maatregelen

Momenteel geldt een definitief antidumpingrecht dat werd ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1279/2007 van de Raad (3).

4.   Motivering van het nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen

Het verzoek werd ingediend omdat gevreesd werd dat het vervallen van de maatregelen zou leiden tot voortzetting van de dumping en herhaling van de schade voor de bedrijfstak van de Unie.

4.1.    Bewering dat voortzetting van dumping waarschijnlijk is

De bewering dat voortzetting van dumping waarschijnlijk is, is gebaseerd op een vergelijking van de binnenlandse prijs van het onderzochte product met de prijs (af fabriek) ervan bij uitvoer naar de Unie.

De aldus berekende dumpingmarge blijkt voor het betrokken land aanzienlijk te zijn.

4.2.    Bewering dat waarschijnlijk opnieuw schade zal worden veroorzaakt

Volgens de indiener van het verzoek zal waarschijnlijk opnieuw schade veroorzakende dumping plaatsvinden. De indiener van het verzoek heeft bewijsmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat de invoer van het onderzochte product in de Unie vanuit het betrokken land bij het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zal toenemen omdat in het betrokken land onbenutte capaciteit bestaat en omdat de markt van de Unie erg aantrekkelijk is doordat daar hogere prijzen kunnen worden verkregen dan op de markten van bepaalde derde landen. Deze beide factoren kunnen tot een toename van de uitvoer uit het betrokken land en mogelijk ook tot een verlegging van de uitvoer van andere derde landen naar de Unie leiden.

De indiener van het verzoek beweert ten slotte dat het vooral dankzij de antidumpingmaatregelen is dat de bedrijfstak van de Unie geen schade meer lijdt. Indien na het vervallen van de maatregelen opnieuw grote hoeveelheden tegen dumpingprijzen uit het betrokken land worden ingevoerd, zal de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk opnieuw schade lijden.

5.   Procedure

Daar de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure voor een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen in te leiden, opent zij hierbij een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 2, van de basisverordening.

Bij het onderzoek zal worden vastgesteld of voortzetting of herhaling van dumping van het onderzochte product van oorsprong uit het betrokken land en een voortduren of herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie bij het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zijn.

5.1.    Procedure om vast te stellen of voortzetting van dumping waarschijnlijk is

Producenten-exporteurs (4) van het onderzochte product uit het betrokken land worden uitgenodigd aan dit nieuwe onderzoek mee te werken.

5.1.1.   Onderzoek van producenten-exporteurs

5.1.1.1.   Procedure voor de selectie van te onderzoeken producenten-exporteurs in het betrokken land

a)   Steekproef

Gezien het mogelijk grote aantal bij deze procedure betrokken producenten-exporteurs in de Russische Federatie kan de Commissie, om het nieuwe onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten-exporteurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden samengesteld.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten-exporteurs, of hun vertegenwoordigers, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen en de Commissie de in bijlage A bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming of ondernemingen verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van de Russische Federatie en mogelijk ook met haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs.

Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie nog andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, hebben daarvoor, tenzij anders aangegeven, 21 dagen de tijd, gerekend vanaf de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de producenten-exporteurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van de uitvoer van het onderzochte product naar de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende producenten-exporteurs, de autoriteiten van het betrokken land en de verenigingen van producenten-exporteurs, indien nodig via de autoriteiten van het betrokken land, mededelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs, aan de haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs en aan de autoriteiten van het betrokken land.

Alle voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs, de gecontacteerde verenigingen van producenten-exporteurs en de autoriteiten van het betrokken land moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen.

In de vragenlijst zal onder meer informatie worden gevraagd over de structuur van de onderneming(en) van de producent-exporteur, de activiteiten van die onderneming(en) met betrekking tot het onderzochte product, de productiekosten, de verkoop van het onderzochte product op de binnenlandse markt van het betrokken land en de uitvoer van het onderzochte product naar de Unie.

Ondernemingen die hadden ingestemd met opname in de steekproef maar uiteindelijk niet geselecteerd zijn, worden onverminderd de mogelijke toepassing van artikel 18 van de basisverordening geacht mee te werken („niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs”).

5.1.2.   Onderzoek van niet-verbonden importeurs  (5), (6)

Niet-verbonden importeurs die het onderzochte product uit de Russische Federatie in de EU invoeren, worden uitgenodigd aan dit onderzoek mee te werken.

Gezien het mogelijk grote aantal bij deze procedure betrokken niet-verbonden importeurs kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal niet-verbonden importeurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden samengesteld.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle niet-verbonden importeurs, of hun vertegenwoordigers, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen en de Commissie de in bijlage B bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming of ondernemingen verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van niet-verbonden importeurs nodig acht, kan de Commissie ook contact opnemen met haar bekende verenigingen van importeurs.

Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie nog andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, hebben daarvoor, tenzij anders aangegeven, 21 dagen de tijd, gerekend vanaf de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de importeurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van hun verkoop van het onderzochte product in de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende niet-verbonden importeurs en verenigingen van importeurs mededelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de in de steekproef opgenomen niet-verbonden importeurs en mogelijk ook aan de haar bekende verenigingen van importeurs. Deze partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.

In de vragenlijst zal onder meer informatie worden gevraagd over de structuur van de onderneming(en) van de importeur, de activiteiten van die onderneming(en) met betrekking tot het onderzochte product en de verkoop van het onderzochte product.

5.2.    Procedure voor het vaststellen van de waarschijnlijkheid van herhaling van schade

Teneinde vast te stellen of herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk is, worden de producenten van het onderzochte product in de Unie uitgenodigd aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.

5.2.1.   Onderzoek van de producenten in de Unie

Gezien het grote aantal bij dit nieuwe onderzoek betrokken producenten in de Unie heeft de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, besloten haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten in de Unie te beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef wordt overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening samengesteld.

De Commissie heeft een voorlopige steekproef van producenten in de Unie samengesteld. Belanghebbenden vinden nadere details in het dossier. Om dit dossier te raadplegen, kunnen zij contact opnemen met de Commissie (de contactgegevens van de Commissie zijn opgenomen in punt 5.6). Andere producenten in de Unie, of hun vertegenwoordigers, die vinden dat er redenen zijn waarom zij in de steekproef zouden moeten worden opgenomen, moeten uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen.

Belanghebbenden die nog andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, hebben daarvoor, tenzij anders aangegeven, 21 dagen de tijd, gerekend vanaf de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De Commissie zal alle haar bekende producenten in de Unie en/of verenigingen van producenten in de Unie mededelen welke ondernemingen uiteindelijk voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie en aan alle haar bekende verenigingen van producenten in de Unie. Deze partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.

In de vragenlijst zal onder meer informatie worden gevraagd over de structuur van de onderneming(en) van de producent en over de financiële en economische situatie van die onderneming(en).

5.3.    Procedure voor het beoordelen van het belang van de Unie

Indien wordt bevestigd dat voortzetting of herhaling van schade waarschijnlijk is, zal uit hoofde van artikel 21 van de basisverordening een beslissing worden genomen over de vraag of handhaving van de antidumpingmaatregelen in strijd zou zijn met het belang van de Unie. Producenten in de Unie, importeurs en hun representatieve verenigingen, gebruikers en hun representatieve verenigingen, en representatieve consumentenorganisaties worden uitgenodigd om, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact op te nemen. Om aan het onderzoek deel te nemen, moeten de representatieve consumentenorganisaties binnen dezelfde termijn aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.

Partijen die binnen de genoemde termijn contact opnemen, kunnen de Commissie, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie informatie verstrekken over het belang van de Unie. Zij kunnen deze informatie vormvrij opstellen of een vragenlijst van de Commissie invullen. Met informatie die op grond van artikel 21 wordt verstrekt, wordt alleen rekening gehouden indien daarbij tegelijkertijd het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

5.4.    Andere schriftelijke opmerkingen

Alle belanghebbenden worden hierbij uitgenodigd om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

5.5.    Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek, moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Voor een verzoek betreffende de latere stadia van het onderzoek gelden de termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

5.6.    Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited” (7).

Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de essentie van de als vertrouwelijk verstrekte gegevens. Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan verstrekt in de vereiste vorm en met de vereiste kwaliteit, kan deze vertrouwelijke informatie buiten beschouwing worden gelaten.

Belanghebbenden moeten alle opmerkingen en verzoeken elektronisch (niet-vertrouwelijke opmerkingen via e-mail, vertrouwelijke op cd-r/dvd) indienen onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer van de belanghebbende. Volmachten en ondertekende certificaten die bij de antwoorden op de vragenlijst worden gevoegd, alsmede bijwerkingen daarvan, moeten echter op papier, d.w.z. per post of in persoon, op onderstaand adres worden ingediend. Als een belanghebbende niet in staat is zijn opmerkingen en verzoeken elektronisch in te dienen, moet hij de Commissie daarvan overeenkomstig artikel 18, lid 2, van de basisverordening onmiddellijk op de hoogte brengen. Nadere informatie over de correspondentie met de Commissie vinden belanghebbenden op de volgende pagina van de website van het directoraat-generaal Handel: http://ec.europa.eu/trade/tackling-unfair-trade/trade-defence

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer: N105 08/020

1049 Brussel

BELGIË

Fax +32 22985353

E-mail

:

TRADE-WIREROPES-DUMPING@ec.europa.eu

TRADE-WIREROPES-INJURY@ec.europa.eu

6.   Niet-medewerking

Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de nodige gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, kan deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

7.   Raadadviseur-auditeur

Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur voor het directoraat-generaal Handel wordt ingeschakeld. Deze fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende beleggen en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.

Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het nieuwe onderzoek, moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Voor een verzoek betreffende de latere stadia van het onderzoek gelden de termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

De raadadviseur-auditeur kan ook een hoorzitting voor belanghebbenden organiseren, waar uiteenlopende standpunten en tegenargumenten naar voren kunnen worden gebracht met betrekking tot kwesties in verband met onder andere de waarschijnlijkheid van voortzetting van dumping en herhaling van schade, en het belang van de Unie.

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de webpagina's van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel: http://ec.europa.eu/trade/tackling-unfair-trade/hearing-officer/index_en.htm

8.   Tijdschema voor het onderzoek

Overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de basisverordening moet het onderzoek binnen 15 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn afgesloten.

9.   Verzoek om een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening

Aangezien dit nieuwe onderzoek bij het vervallen van maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening wordt geopend, kunnen overeenkomstig artikel 11, lid 6, van de basisverordening de bestaande maatregelen, wanneer de bevindingen van het onderzoek daartoe aanleiding geven, worden ingetrokken of gehandhaafd, maar niet worden gewijzigd.

Belanghebbenden die van oordeel zijn dat het niveau van de rechten opnieuw moet worden onderzocht zodat het kan worden gewijzigd (d.w.z. verhoogd of verlaagd), kunnen een verzoek om een nieuw onderzoek indienen op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening.

Zij moeten daartoe contact opnemen met de Commissie op het bovenstaande adres. Een dergelijk onderzoek zal onafhankelijk van het in dit bericht aangekondigde onderzoek worden uitgevoerd.

10.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (8).


(1)  PB C 363 van 13.12.2011, blz. 19.

(2)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

(3)  PB L 285 van 31.10.2007, blz. 1.

(4)  Onder producent-exporteur wordt verstaan een onderneming uit het betrokken land die het onderzochte product produceert en naar de markt van de Unie uitvoert, hetzij rechtstreeks hetzij via derden, met inbegrip van verbonden ondernemingen die betrokken zijn bij de productie, binnenlandse verkoop of uitvoer van het onderzochte product.

(5)  Uitsluitend importeurs die niet verbonden zijn met de producenten-exporteurs mogen in de steekproef worden opgenomen. Importeurs die met producenten-exporteurs verbonden zijn, moeten bijlage 1 bij de vragenlijst voor deze producenten-exporteurs invullen. Overeenkomstig artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende bepalingen ter uitvoering van het communautaire douanewetboek worden personen slechts geacht te zijn verbonden indien: a) zij functionaris of directeur zijn van elkaars zaken; b) zij door de wettelijke bepalingen worden erkend als in zaken verbonden; c) zij werkgever en werknemer zijn; d) enig persoon, hetzij rechtstreeks of zijdelings, 5 % of meer van het stemgerechtigde uitstaande kapitaal of aandelen van beiden bezit, controleert of houdt; e) één van hen direct of indirect zeggenschap over de anderen heeft; f) beiden, rechtstreeks of zijdelings, worden gecontroleerd door een derde persoon; g) zij samen, direct of indirect, een derde persoon controleren; of h) zij behoren tot dezelfde familie. Personen worden slechts geacht leden te zijn van dezelfde familie indien zij op een van de volgende wijzen met elkaar bloed- of aanverwant zijn: i) echtgenoot en echtgenote, ii) ouder en kind, iii) broers en zusters (of halfbroers en halfzusters), iv) grootouder en kleinkind, v) oom of tante en neef of nicht (oomzeggers), vi) schoonouder en schoondochter of schoonzoon, vii) zwagers en schoonzusters (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1). In deze context worden onder persoon zowel natuurlijke als rechtspersonen verstaan.

(6)  Gegevens die door niet-verbonden importeurs zijn verstrekt, mogen ook worden gebruikt voor andere aspecten van dit onderzoek dan het vaststellen van dumping.

(7)  Een „Limited”-document wordt als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51) en artikel 6 van de WTO-Overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (Antidumpingovereenkomst) beschouwd. Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(8)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


BIJLAGE A

Image

Image


BIJLAGE B

Image

Image


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

27.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 330/14


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6743 — Talanx International/Meiji Yasuda Life Insurance Company/HDI Poland)

(Voor de EER relevante tekst)

2012/C 330/07

1.

Op 17 oktober 2012 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Talanx International AG („TINT”, Duitsland) en Meiji Yasuda Life Insurance Company („MY”, Japan) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over HDI Asekuracja SA („HDI Poland Non-life”, Polen) en HDI-Gerling Życie SA („HDI Poland Life”, Polen) door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

TINT: levensverzekering, schadeverzekering, herverzekering,

MY: levensverzekering, schadeverzekering, herverzekering,

HDI Poland Non-life: schadeverzekering,

HDI Poland Life: levensverzekering.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6743 — Talanx International/Meiji Yasuda Life Insurance Company/HDI Poland, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).


27.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 330/15


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6734 — Koch Industries/Guardian)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

2012/C 330/08

1.

Op 23 oktober 2012 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat de onderneming Koch Industries, Inc. („Koch”, Verenigde Staten) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgt over de onderneming Guardian Industries Corp. („Guardian”, Verenigde Staten) door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Koch: geraffineerde producten, chemicaliën, pulp, papier en bouwmaterialen van hout, synthetische of kunstmatige vezels en chemische halffabrikaten en polymeren, diensten met betrekking tot ruwe olie, mineralen, energie en kapitaal, materialen voor wegenbouw en bouwnijverheid en chemische technologie,

Guardian: wereldwijde productie van floatglas, glasproducten en spuitgietonderdelen in gecoate kunststof voor de auto-industrie en andere toepassingen, en productie en distributie in Noord-Amerika van andere bouwmaterialen voor kantoor- en woningbouw.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6734 — Koch Industries/Guardian, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).


27.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 330/16


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6745 — SNCF/Haselsteiner Familien-Privatstiftung/Augusta Holding/Rail Holding)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

2012/C 330/09

1.

Op 19 oktober 2012 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat de ondernemingen SNCF (Frankrijk), Haselsteiner Familien-Privatstiftung („HFPS”, Oostenrijk) en Augusta Holding („Augusta”, Zwitserland) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over de onderneming Rail Holding AG (Oostenrijk) door een wijziging in het aandeelhouderschap.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

SNCF: passagiersvervoersdiensten, goederenvervoersdiensten en openbare vervoersdiensten per spoor in Frankrijk en andere EER-landen; beheer van de Franse spoorweginfrastructuur en spoorwegstations,

HFPS: investeringen in kleine en middelgrote ondernemingen die actief zijn in verschillende sectoren, met name de bouwsector,

Augusta: investeringen in ondernemingen, vooral kleine en middelgrote ondernemingen, die actief zijn in verschillende sectoren, met name de vastgoedsector,

Rail Holding AG: passagiersvervoersdiensten per spoor in Oostenrijk op de lijn Wenen-Freilassing door WESTbahn.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6745 — SNCF/Haselsteiner Familien-Privatstiftung/Augusta Holding/Rail Holding, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

27.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 330/17


Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2012/C 330/10

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

WIJZIGINGSAANVRAAG

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

WIJZIGINGSAANVRAAG OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 9

„NOCCIOLA DEL PIEMONTE”/„NOCCIOLA PIEMONTE”

EG-nummer: IT-PGI-0217-0305-09.06.2009

BGA ( X ) BOB ( )

1.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft:

Naam van het product

Beschrijving van het product

Geografisch gebied

Bewijs van de oorsprong

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Verband

Etikettering

Nationale eisen

Andere (Verpakking)

2.   Aard van de wijziging(en):

Wijziging van het enige document of de samenvatting

Wijziging van het productdossier voor een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document en ook geen samenvatting is bekendgemaakt

Wijziging van het productdossier waarbij geen wijziging van het bekendgemaakte enig document nodig is (artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

Tijdelijke wijziging van het productdossier als gevolg van een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die is opgelegd door de overheid (artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

3.   Wijziging(en):

3.1.   Beschrijving van het product:

Omwille van de duidelijkheid moeten de beschrijvingen van de volgende categorieën van „Nocciola del Piemonte” worden toegevoegd in twee afzonderlijke paragrafen, namelijk: ongedopte hele hazelnoten en gedopte hele hazelnoten. Aan de beschrijving van de kenmerken worden geen wijzigingen aangebracht.

Tengevolge van Verordening (EG) nr. 464/2004 van 12 maart 2004 die op 13 maart 2004 in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie L 77/25 werd gepubliceerd, moet de typologie van het product worden beperkt en moeten hiertoe de door de verwerkende sector als gedeeltelijk verwerkte producten gebruikte specifieke handelscategorieën worden vastgesteld, namelijk: geroosterde hazelnoten, hazelnootschilfers, hazelnootmeel en hazelnootpasta. Deze wijziging maakt het mogelijk het toepassingsgebied van de benaming „Nocciola del Piemonte”/„Nocciola Piemonte” nauwkeurig vast te stellen en de controletaak van de bevoegde instanties te vergemakkelijken.

De naam van de voor de productie van „Nocciola del Piemonte” gebruikte variëteit, namelijk „Tonda Gentile delle Langhe”, wordt vervangen door de naam „Tonda Gentile Trilobata”. Het verzoek om registratie van de variëteit „Tonda Gentile delle Langhe” bij het Communautair Bureau voor Plantenrassen (CPVO) heeft tot deze naamswijziging geleid. Het verzoek om registratie had namelijk tot gevolg dat de verwijzing naar de geografische regio „Langhe” moest worden vervangen door de botanische term „trilobata” (drielobbig). De nieuwe naam „Tonda Gentile Trilobata” werd op 16 augustus 2007 in het officiële mededelingenblad van het CPVO bekendgemaakt. Deze wijziging heeft dus uitsluitend betrekking op de naam en hoegenaamd niet op het vereiste genetische materiaal voor het telen van de „Nocciola del Piemonte”.

3.2.   Geografisch gebied:

Er wordt ook verzocht om de tikfouten te verbeteren die door het overtikken in de namen van bepaalde gemeenten van het productiegebied zijn geslopen:

„Calosso” vervangt „Colosso”, „Revigliasco d’Asti” vervangt „Revignasco d’Asti” en „Mezzomerico” vervangt „Mezzomeniro”.

3.3.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product:

De toegestane maximale plantdichtheid in de plantages moet worden verhoogd van 420 tot 500 planten/ha. Anderzijds wordt verzocht om voor plantages die reeds waren aangeplant vóór het nationale erkenningsdecreet van 2 december 1993 werd uitgevaardigd, een maximale plantdichtheid van 650 planten/ha toe te staan, evenwel met dien verstande dat bestaande planten niet mogen worden vervangen en dat, bij het afsterven of rooien van planten, de plantdichtheid in de nieuwe plantage 200 tot 500 bomen/ha moet bedragen.

Het verzoek om de plantdichtheid te wijzigen wordt gerechtvaardigd door de invoering van nieuwe technieken voor de mechanisering van de teelt die bij alle werkzaamheden, van de bewerking van de bodem tot de oogst, hun toepassing vinden. De nieuwe machines voor de gelokaliseerde onkruidbestrijding, de snoeiwerken en de oogst vereisen weliswaar dat de tussenpaden voldoende breed zijn maar maken het ook mogelijk om de plantage in rijen aan te leggen waardoor de plantdichtheid in iedere rij kan worden verhoogd. Deze wijze van aanplanten garandeert tevens een goede verluchting en zorgt ervoor dat de plekken waar de planten zich bevinden niet in de schaduw komen te staan en dus beter aan het zonlicht zijn blootgesteld.

Bovendien breidt de hazelnotenteelt in Piemonte fors uit, zelfs tot steile percelen met schrale, kalkhoudende bodems. Dit kenmerk is van invloed op de vegetatieve ontwikkeling van de planten die hierdoor wat hun groei betreft enigszins in bedwang worden gehouden waardoor een grotere plantdichtheid mogelijk wordt die evenwel geen afbreuk doet aan de kwaliteit van het product. De laatste jaren hebben de landbouwproducenten de voorkeur gegeven aan een plantdichtheid 6 × 4 of 5 × 4 die weinig hinderlijk is voor de mechanisering van de teelt en kwaliteitsvolle vruchten waarborgt.

Het verzoek om voor plantages die reeds vóór de uitvaardiging van het nationale erkenningsdecreet van 2 december 1993 waren aangeplant, een maximale plantdichtheid van 650 planten/ha toe te staan, is gebaseerd op het feit dat de terreinen waarop de hazelaarsbossen zich destijds bevonden een veel grotere plantdichtheid kenden dan momenteel het geval is. Aangezien toen handmatig werd geoogst, waren geen brede tussenpaden nodig, wat de compacte plantdichtheid verklaart.

Er wordt op gewezen dat het maximale rendement van 3 500 kg per hectare blijft gelden voor alle plantages, ongeacht of ze vóór of na het erkenningsdecreet van de EU werden aangeplant.

In de volgende zin: „I sesti di impianto e le forme di allevamento devono essere quelli in uso generalizzato e riconducibili alla coltivazione a cespuglio ed eccezionalmemte monocaule …” (de bij de aanplanting gehanteerde tussenruimte en de teeltmethode moeten een courante toepassing kennen en afgestemd zijn op de teeltmethode met hazelnotenstruiken en, in uitzonderlijke gevallen, met hazelnotenbomen (zonder zijdelingse takken, waarvan alleen de kruin loof heeft)) is het moeilijk om de term „eccezionalmente” („in uitzonderlijke gevallen”) te interpreteren. Om duidelijker aan te geven dat kan worden gekozen tussen de teeltmethode met hazelnotenstruiken en de teeltmethode met hazelnotenbomen, wordt „in uitzonderlijke gevallen” bijgevolg vervangen door „en/of”.

3.4.   Etikettering:

Er wordt gespecificeerd dat de in bulk of in zakken geleverde, ongedopte hazelnoten die op de markt worden gebracht, van een etiket moeten zijn voorzien.

Er wordt verzocht om de verplichting om de vermelding „het eventuele BGA-logo” op het etiket aan te brengen, te vervangen door de verplichting om de vermelding „het BGA-logo van de EU” aan te brengen.

Tot slot moet de verwijzing naar Verordening (EEG) nr. 2081/92 worden vervangen door een verwijzing naar Verordening (EG) nr. 510/2006.

3.5.   Nationale eisen:

Er wordt verzocht om in deze rubriek de naam en de adresgegevens op te nemen van het Istituto Nord-Ovest Qualità Soc. Coop. (INOQ), de instantie die bevoegd is voor de in de artikelen 10 en 11 van Verordening (EG) nr. 510/2006 bedoelde controles.

Er wordt ook verzocht om de vermelding „prodotto garantito dal MIPAF ai sensi dell’art. 10 del regolamento (CEE) n. 2081/92” (door het ministerie van Landbouw-, voeding- en bosbeleid overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EEG) nr. 2081/92 gegarandeerd product) en, wanneer het voor uitvoer bestemde partijen betreft, de vermelding „prodotto in Italia” (geproduceerd in Italië) te schrappen omdat deze beide vermeldingen voorbijgestreefd en overbodig zijn.

3.6.   Andere — Verpakking:

Voor de ongedopte hazelnoten moet een uiterste verpakkingsdatum worden vastgesteld (31 december van het jaar volgend op het oogstjaar). Vóór het verstrijken van de desbetreffende termijn moet het product zodanig worden verpakt dat de versheid ervan op de verkoopdatum optimaal is.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„NOCCIOLA DEL PIEMONTE”/„NOCCIOLA PIEMONTE”

EG-nummer: IT-PGI-0217-0305-09.06.2009

BGA ( X ) BOB ( )

1.   Naam:

„Nocciola del Piemonte”/„Nocciola Piemonte”

2.   Lidstaat:

Italië

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

3.1.   Productcategorie:

Categorie 1.6 —

Groenten en fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:

De beschermde geografische aanduiding „Nocciola del Piemonte” of „Nocciola Piemonte” wordt toegepast op hazelnoten van de variëteit „Tonda Gentile Trilobata”. De dopvrucht is geheel of gedeeltelijk afgeplat bolvormig en drielobbig. De afmetingen zijn niet zeer eenvormig. De courantste groottesorteringen variëren van 17 tot 21 mm. De dop heeft een gemiddelde dikte, een matig intense hazelnootbruine kleur, is niet sterk glanzend, is donzig aan de top en heeft talrijke, evenwel weinig uitgesproken strepen. De noot heeft een variabele vorm (afgeplat bolvormig, viervlakkig en soms ovaal) en is donkerder van kleur dan de dop. Hij heeft een met vezels bedekt, gerimpeld oppervlak en vertoont min of meer zichtbare inkepingen. Zijn afmetingen zijn onregelmatiger dan die van het ongedopte product. Het perisperm is matig dik maar komt bij het roosteren zeer gemakkelijk los. De textuur van de hazelnoot is compact en knapperig. De smaken en aroma's zijn uitermate fijn en blijven hangen. Het rendement van de gedopte hazelnoten bedraagt 40 % à 50 %.

De beschermde geografische aanduiding „Nocciola del Piemonte” of „Nocciola Piemonte” is van toepassing op de volgende handelscategorieën:

Ongedopte hele hazelnoten: de vruchten zoals ze op de plantage werden geoogst, die slechts de behandelingen hebben ondergaan die nodig zijn om ze te reinigen, ze door middel van schiften van vreemde elementen te scheiden en ze naar behoren te drogen zodat ze langer kunnen worden bewaard.

Gedopte hele hazelnoten: de volledige vruchten die door een fysieke bewerking zijn ontdaan van de dop — met behoud van het met vezels bedekte perisperm — en die een donkerder kleur hebben dan de dop.

Geroosterde hazelnoten: de hele of licht gebroken vruchten die zijn geroosterd en vervolgens geheel of gedeeltelijk van het perisperm zijn ontdaan.

Hazelnootschilfers: het product dat ontstaat door hele of in stukjes gehakte, geroosterde hazelnoten te vermalen; de van de maalsterkte afhankelijke korrelgrootte bedraagt 1 tot 12 mm.

Hazelnootmeel: het product dat ontstaat door hele of in stukjes gehakte, geroosterde hazelnoten te vermalen; de van de maalsterkte afhankelijke korrelgrootte bedraagt 250 micrometer tot 1 mm.

Hazelnootpasta: het product dat ontstaat door hele of in stukjes gehakte, geroosterde hazelnoten te vermalen; de van de maalsterkte afhankelijke korrelgrootte bedraagt minder dan 250 micrometer.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

De hazelnoten worden geteeld in het geografische gebied dat in het hiernavolgende punt 4 is afgebakend. De plantages zijn ingeschreven in een daartoe voorzien register dat door het erkende controleorgaan wordt bijgehouden. De plantages hebben al naargelang de teelt met meerstammige hazelnotenstruiken of met eenstammige bomen plaatsvindt, een plantdichtheid van 200 tot 500 planten/ha. Voor de plantages die reeds waren aangeplant vóór het nationale erkenningsdecreet van 2 december 1993 was uitgevaardigd, is een maximale plantdichtheid van 650 planten/ha toegestaan. Bestaande planten mogen in deze plantages niet worden vervangen en bij het afsterven of rooien van planten, moet de plantdichtheid in de nieuwe plantage 200 tot 500 planten/ha bedragen. Het maximale rendement is in alle gevallen vastgesteld op 3 500 kg/ha.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.:

„Nocciola del Piemonte” of „Nocciola Piemonte” moeten op de volgende wijze in de handel worden gebracht:

a)

de ongedopte hazelnoten: in zakken van stof die geschikt zijn voor alle stadia van de verkoop van het product, of, bij wijze van uitzondering, in bulk, in het stadium van de eerste verkoop, wanneer het product wordt verhandeld tussen de landbouwer en de eerste koper die eigenaar is van de verwerkings- en/of verpakkingsinstallatie;

b)

de gedopte, geroosterde en gemalen hazelnoten of afgewerkte producten: in verpakkingen die geschikt zijn voor de verpakking van levensmiddelen.

Anderzijds mogen de in punt b) bedoelde producten slechts in de handel worden gebracht indien ze op het ogenblik van de verkoop voorverpakt of verpakt zijn.

Het ongedopte product moet uiterlijk 31 december van het jaar volgend op dat van de oogst verpakt worden.

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

Op de verpakking moeten de benaming „Nocciola del Piemonte” of „Nocciola Piemonte”, en de vermelding „Indicazione geografica protetta” of „IGP” worden aangebracht. De vermelding van het oogstjaar van de verpakte hazelnoten is verplicht wanneer het ongedopte of gedopte hazelnoten betreft.

Op het etiket van het gedopte, geroosterde en/of vermalen product moet het BGA-symbool van de EU worden aangebracht.

Wanneer het product met de BGA „Nocciola del Piemonte” of „Nocciola Piemonte” als ingrediënt in een voedingsmiddel wordt gebruikt, moet op het etiket het volgende worden vermeld: „prodotto ottenuto esclusivamente da “Nocciola del Piemonte” o “Nocciola Piemonte”” (product uitsluitend op basis van „Nocciola del Piemonte” of „Nocciola Piemonte”). Andere benamingen dan „Nocciola del Piemonte” of „Nocciola Piemonte” dan wel adjectieven mogen niet worden toegevoegd met uitzondering van de naam van de variëteit „Tonda Gentile Tribolata”.

4.   Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied:

Het productiegebied van het product met de benaming „Nocciola del Piemonte” of „Nocciola Piemonte” ligt volledig in de regio Piëmonte, op het grondgebied van de gemeenten die de hazelnoten telen en die deel uitmaken van de provincies Alexandria, Asti, Biella, Coni, Novare, Torino en Vercelli.

5.   Verband met het geografische gebied:

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

Kenmerkend voor het geografische productiegebied van de „Nocciola del Piemonte” of „Nocciola Piemonte” is dat het hoofdzakelijk bestaat uit heuvels en gebergte, met onder meer gebieden aan de voet van bergen die zich op een hoogte tussen 150 en 800 m boven de zeespiegel bevinden. De lage vruchtbaarheid van de gronden die kenmerkend is voor de hele zone en die zich uit in een laag gehalte aan organisch materiaal en aan minerale voedingselementen, is het gevolg van de grote hoeveelheid neerslag (ongeveer 900 mm per jaar) en van de in het algemeen aanzienlijke steiltegraad van de plaatselijke hellingen. Vergeleken met andere zones van de regio Piëmonte zorgen deze kenmerken voor een specifieke bodemgesteldheid en een specifiek klimaat waarin de variëteit „Tonda Gentile Trilobata” volledig tot haar recht komt.

5.2.   Specificiteit van het product:

De hazelnotenteelt is in Piëmonte sedert de 19e eeuw uitsluitend gebaseerd op de teelt van de variëteit „Tonda Gentile Trilobata”. De kwaliteit van deze hazelnoten wordt gekenmerkt door een matig dik perisperm dat bij het roosteren gemakkelijk loslaat, door een compacte en knapperige textuur en door uiterst fijne aroma's en smaken die lang blijven hangen.

De kenmerken van de „Nocciola del Piemonte” of „Nocciola Piemonte” die de banketbakkerijsector het meest op prijs stelt, zijn de sferoïdale en drielobbige vorm van de dopvruchten en het haast te verwaarlozen percentage langwerpige dopvruchten, het goede rendement aan vruchten na het doppen (tot 50 %), het hoge rendement bij het roosteren van de hazelnoten en het gemak waarmee de vruchten kunnen worden gepeld.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

Aan de basis van de „Nocciola del Piemonte” of „Nocciola Piemonte” ligt de variëteit „Tonda Gentile Trilobata”. De kwalitatieve en organoleptische kenmerken waaraan deze variëteit haar faam te danken heeft, komen slechts tot volle ontwikkeling in het afgebakende geografische gebied, dat door weinig vruchtbare gronden en veel neerslag wordt gekenmerkt. Deze variëteit had zo een goede reputatie dat men geprobeerd heeft ze in andere regio's van Italië te introduceren. Alle moeite was evenwel vergeefs want deze variëteit heeft zich elders nooit aangepast, of heeft er nooit dezelfde kwalitatieve en organoleptische kenmerken ontwikkeld als in het gebied waar ze oorspronkelijk vandaan komt. De in het afgebakende gebied geteelde „Nocciola del Piemonte” of „Nocciola Piemonte” staan sedert het midden van de 19e eeuw bekend om de zo bijzonder gewaardeerde organoleptische kenmerken die de Piëmontese banketbakkerijsector zijn onbetwiste prestige hebben bezorgd. In de tweede helft van de 19e eeuw begon de handel in deze hazelnoten te floreren dankzij de ontwikkeling van de eerste Italiaanse banketbakkerijbedrijven. De jaarlijkse productie van ongedopte hazelnoten, die destijds honderdduizend kilo bedroeg, werd afgezet bij de plaatselijke kleine bedrijven die zich grotendeels op de chocoladeproductie toelegden en de noten zelf dopten. De superieure organoleptische kenmerken van de „Nocciola del Piemonte” of „Nocciola Piemonte” bezorgden het product bij de belangstellende bedrijven, zowel in Italië als in het buitenland, spoedig een goede reputatie. Van bij het begin van de 20e eeuw werd het product uitgevoerd naar talrijke landen in en buiten Europa zoals Zwitserland, Duitsland, België, Nederland, Chili, El Salvador en Japan.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:

(artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

De bevoegde instantie heeft de nationale procedure voor de indiening van bezwaarschriften ingeleid met de bekendmaking van het voorstel tot erkenning van de beschermde geografische aanduiding „Nocciola del Piemonte” of „Nocciola Piemonte” in de Gazetta Ufficiale van de Republiek Italië, nr. 77 van 2 april 2009.

De geconsolideerde tekst van het productdossier kan worden geraadpleegd via de volgende link op het internet:

http://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/3335

of

door rechtstreeks de homepage van de website van het ministerie van Landbouw-, voeding- en bosbeleid (http://www.politicheagricole.it) te openen en te klikken op „Qualità e sicurezza” (bovenaan, rechts van het scherm) en vervolgens op „Disciplinari di Produzione all’esame dell’UE”.


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


Rectificaties

27.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 330/23


Rectificatie van de oproep tot het indienen van voorstellen — „Steun voor voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)” — Tenuitvoerlegging van voorlichtingsacties in het kader van begrotingspost 05 08 06 voor 2013

( Publicatieblad van de Europese Unie C 223 van 27 juli 2012 )

2012/C 330/11

Op bladzijde 4, punt 1, tweede alinea

moet:

„tussen 1 maart 2013 en 28 februari 2014.”

worden gelezen als:

„tussen 1 april 2013 en 31 maart 2014.”.

Op bladzijde 5, punt 3, eerste alinea

moet:

„tussen 1 maart 2013 en 28 februari 2014.”

worden gelezen als:

„tussen 1 april 2013 en 31 maart 2014.”.

Op bladzijde 6, punt 4.2, eerste alinea

moet:

„31 oktober 2012”,

worden gelezen als:

„30 november 2012”.

Op bladzijde 6, punt 4.2, vierde alinea

moet:

„31 oktober 2012”,

worden gelezen als:

„30 november 2012”.

Op bladzijde 6, punt 4.2, zesde alinea

moet:

„17 oktober 2012.”,

worden gelezen als:

„17 november 2012.”.

Op bladzijde 7, punt 4.2, zevende alinea

moet:

„24 oktober 2012.”,

worden gelezen als:

„24 november 2012.”.

Op bladzijde 7, punt 5.4, derde alinea

moet:

„eind januari 2013.”,

worden gelezen als:

„eind februari 2013.”.

Op bladzijde 12, punt 3, onder b), eerste streepje

moet:

„31 oktober 2012”,

worden gelezen als:

„30 november 2012”.

Op bladzijde 12, punt 3, onder b), achtste streepje

moet:

„tussen 1 maart 2013 en 28 februari 2014,”,

worden gelezen als:

„tussen 1 april 2013 en 31 maart 2014,”.