ISSN 1725-2474

doi:10.3000/17252474.C_2011.169.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 169

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

54e jaargang
9 juni 2011


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Resoluties, aanbevelingen en adviezen

 

RESOLUTIES

 

Raad

2011/C 169/01

Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over het aanmoedigen van nieuwe, doeltreffende vormen van participatie van alle jongeren aan het democratisch leven in Europa

1

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2011/C 169/02

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

6

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2011/C 169/03

Wisselkoersen van de euro

8

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2011/C 169/04

Door de lidstaten meegedeelde informatie over staatssteun die wordt verleend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

9

 

INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

 

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

2011/C 169/05

Geen staatssteun in de zin van artikel 61 van de EER-Overeenkomst

10

2011/C 169/06

Geen staatssteun in de zin van artikel 61 van de EER-Overeenkomst

11

2011/C 169/07

Geen staatssteun in de zin van artikel 61 van de EER-Overeenkomst

12

 

V   Adviezen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Europese Commissie

2011/C 169/08

Uitnodiging tot het indienen van voorstellen 2011 — Mechanisme voor civiele bescherming van de Unie — Oefeningen

13

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

 

Europese Commissie

2011/C 169/09

Bericht van het naderend vervallen van bepaalde antidumpingmaatregelen

14

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst, behalve voor de producten die onder bijlage I van het Verdrag vallen

NL

 


I Resoluties, aanbevelingen en adviezen

RESOLUTIES

Raad

9.6.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 169/1


Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over het aanmoedigen van nieuwe, doeltreffende vormen van participatie van alle jongeren aan het democratisch leven in Europa

2011/C 169/01

DE RAAD EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN:

1.   HERINNEREND AAN DE POLITIEKE ACHTERGROND VAN DIT VRAAGSTUK, UITEENGEZET IN DE BIJLAGE, EN MET NAME AAN HET VOLGENDE:

1.

Artikel 165 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat het optreden van de Europese Unie erop gericht is de deelneming van jongeren aan het democratisch leven in Europa aan te moedigen.

2.

In de resolutie over een nieuw kader voor Europese samenwerking in jeugdzaken (2010-2018) (1), wordt het bevorderen van actief burgerschap van jongeren een van de algemene doelstellingen genoemd, en geldt participatie als een van de acht actiegebieden. Beginselen die volgens de resolutie alle beleidsmaatregelen en activiteiten met betrekking tot jongeren moeten leiden, zijn onder meer dat jongeren als een maatschappelijke waarde worden beschouwd, en dat hun recht om deel te nemen aan de ontwikkeling van beleid dat hen betreft, gestalte krijgt in een permanente gestructureerde dialoog met jongeren en jeugdorganisaties.

2.   IN HET BESEF VAN HETGEEN VOLGT:

1.

Artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie bepaalt het volgende: „De waarden waarop de Unie berust, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren”. In artikel 10, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie is bepaald dat elke burger het recht heeft aan het democratisch bestel van de Europese Unie deel te nemen.

2.

Krachtens de artikelen 11 en 12 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie heeft eenieder recht op vrijheid van meningsuiting, van vreedzame vergadering en van vereniging. In artikel 24 wordt verklaard dat kinderen vrijelijk hun mening mogen uiten en dat aan hun mening in hen betreffende aangelegenheden passend belang wordt gehecht, in overeenstemming met hun leeftijd en rijpheid.

3.   STELLEN HET VOLGENDE VAST:

1.

Jongeren worden vandaag geconfronteerd met tal van uitdagingen op het gebied van werkloosheid, het daaraan verbonden armoederisico, en in bepaalde streken ook een laag opleidingsniveau en schooluitval (2). Bij verkiezingen ligt hun opkomst in bepaalde lidstaten beneden het gemiddelde.

2.

Jongeren kunnen een waardevolle bijdrage leveren tot de ontwikkeling van de samenleving. Het is van essentieel belang dat samen met hen naar antwoorden op deze maatschappelijke problemen en uitdagingen wordt gezocht, zodat zij hun talenten ten volle kunnen ontplooien, en haalbare, zinvolle en duurzame oplossingen kunnen worden gevonden.

3.

Uit openbare raadplegingen en uit het Europese jeugdrapport blijkt dat jongeren het als een topprioriteit beschouwen de maatschappij vorm te helpen geven, via de kanalen en instrumenten van de participerende democratie (3). Het is van essentieel belang dat hun stem steeds doorklinkt in beleid en besluitvorming die op hen betrekking hebben.

4.

Een beter begrip is nodig van de redenen waarom organisaties hun traditionele ledenbestand zien afkalven, en waarom gemiddeld zo weinig jongeren participeren aan de representatieve democratie.

5.

Een ruimere participatie van jongeren kan de sociale, politieke, culturele en economische ontwikkeling ten goede komen; als er meer mensen en ideeën op het publieke forum aan bod komen, zullen de beslissingen beter zijn onderbouwd.

6.

Representatieve zowel als participerende democratie raakt steeds verder verweven met mediagebruik en digitale participatie, die de toegang tot diepgaande informatie kunnen verbeteren et meer mensen de mogelijkheid bieden om deel te nemen aan opinie- en besluitvorming; zo kunnen ook meer jongeren de kans krijgen om informatie niet enkel te consumeren, maar ook te produceren.

4.   ZIJN ZICH BEWUST VAN HET VOLGENDE:

1.

Participatie van jongeren aan het democratisch leven schept reële mogelijkheden om hen bij de besluitvorming te betrekken. Beleidsmakers worden erdoor aangespoord om met hun mening rekening te houden, en aldus een algemeen klimaat van maatschappelijke dialoog te bevorderen, gekenmerkt door sociale rechtvaardigheid, kritisch denken, actief meedoen en vrije meningsuiting, waarbij gebruik gemaakt wordt van de instrumenten, middelen en kansen die door de representatieve en participerende democratie op alle niveaus van de samenleving worden geboden.

2.

Jongeren steunen en aanmoedigen — zowel individueel als collectief via jeugdorganisaties, informele jeugdgroepen en activiteiten en andere initiatieven — is van essentieel belang om hen ten volle aan het democratisch leven te laten participeren.

3.

Het programma Jeugd in actie is zeer nuttig om de participatie van jongeren, niet het minst kansarme jongeren, te bevorderen, omdat zij sterker betrokken worden bij lokale, regionale en internationale projecten, er nagedacht wordt over hun behoeften en ideeën, en hun verantwoordelijkheidsbesef wordt bevorderd.

5.   ZIJN HET VOLGENDE VAN OORDEEL:

1.

Om tot een actieve en succesvolle maatschappelijke participatie te komen, is het van cruciaal belang dat iedereen weet hoe participatie in zijn werk gaat en wat eerbiediging van mensenrechten en geweldloosheid inhouden.

2.

Vrijwilligerswerk, als vorm van participatie, vervult maatschappelijk een belangrijke functie en biedt mogelijkheden en middelen om persoonlijke vaardigheden en de zin voor solidariteit en maatschappelijke verantwoordelijkheid te ontwikkelen.

3.

Adequate informatie- en scholingsmogelijkheden met betrekking tot formeel onderwijs en niet-formeel leren zijn van essentieel belang om jongeren meer te laten participeren. Participatie moet worden gezien als een proces dat op vroege leeftijd begint en levenslang doorgaat. Het moet daarom plaatsvinden op alle terreinen van het maatschappelijk leven, zoals het gezin, formeel onderwijs, niet-formeel en informeel leren en beroepsopleiding, de buitenschoolse activiteiten en het beroepsleven.

4.

Effectieve maatschappelijke participatie veronderstelt dat jongeren de basiscompetenties verwerven en ontwikkelen die zij nodig hebben met het oog op een leven lang leren, meer bepaald communicatievaardigheden, digitale geletterdheid, leren leren, sociale en burgerschapscompetenties, en cultureel bewustzijn en culturele expressie; participatie moedigt ook aan tot het verwerven van basiscompetenties. Gelijke, open toegang tot een leven lang leren voor alle jongeren moet door de maatschappij sterk worden bevorderd.

5.

Participatie aan het democratisch leven is een wederzijds, continu proces. Jongeren moeten worden betrokken bij het bepalen, uitvoeren en evalueren van de beleidsmaatregelen die op hen betrekking hebben. Absoluut noodzakelijk is dat de resultaten van gestructureerde dialoog, openbare raadplegingen of andere vormen van participatie regelmatig naar de jongeren worden teruggekoppeld. Eveneens van belang is dat jongeren informatie krijgen over de besluitvorming en de uitvoering van maatregelen op gebieden die voor hen van betekenis zijn.

6.   BEKLEMTONEN HET VOLGENDE:

1.

Toegang tot informatie is de sleutel tot participatie. Ondanks de keus aan Europese informatiestructuren, -netwerken en -kanalen heeft een aanzienlijk aantal jongeren geen toegang tot de informatie die zij nodig hebben om aan het democratisch leven te kunnen participeren. Nieuwe informatie- en communicatietechnologieën (ICT) kunnen de middelen verschaffen die jongeren verbinden met hun gemeenschappen en democratische structuren en die hen tot participatie aanmoedigen.

2.

De nieuwe media kunnen gekoppeld worden aan de traditionele participatieprocessen en informatiekanalen, en deze aanvullen. Zij kunnen jongeren snelle, aantrekkelijke en gebruiksvriendelijke instrumenten bieden, niet alleen voor hun dagelijkse communicatie, maar ook als stimulans voor participatie aan het democratisch leven. Nieuwe of traditionele media voor het verspreiden van boodschappen voor en door jongeren in verband met participatie aan het gemeenschapsleven en de representatieve democratie, kunnen een adequaat middel zijn om aan te sluiten bij hun behoeften; velen onder hen maken immers dagelijks gebruik van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën.

3.

Aangezien veel burgers er toegang toe hebben en ze ook kunnen gebruiken, kan ICT ruimte scheppen voor massale raadpleging, grootschalige transnationale debatten en algemene participatie en, afhankelijk van de gebruikte methoden, ertoe bijdragen dat de mensen overal in Europa op een transparantere wijze bij de democratische besluitvorming worden betrokken.

4.

Het is onontbeerlijk dat de basiscompetenties en de mediageletterdheid van jongeren worden verbeterd, zodat zij beter in staat zijn de media te decoderen, te gebruiken, te beïnvloeden en zelf aan mediaproductie te doen, en aldus echt aan het democratisch leven kunnen deelnemen. Een cruciale rol is hierbij weggelegd voor het formele en het niet-formele leren, en beide sectoren zouden dan ook gebaat zijn bij meer onderling contact. Jeugdwerk is een belangrijke factor van voorlichting en van ontwikkeling van media- en digitale geletterdheid, en dus ook van effectieve participatie.

7.   VERZOEKEN DERHALVE DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE IN HET KADER VAN HUN RESPECTIEVE BEVOEGDHEDEN:

a)

gebruik te maken van de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei, waarvan „Jeugd in beweging” een van de vlaggenschipinitiatieven ter bevordering van het maatschappelijk engagement en de democratische participatie van jongeren is. De vaardigheden die jongeren in deze context verwerven, zoals leiderschap, communicatie, autonoom handelen, het oplossen van problemen, zin voor initiatief, komen van pas wanneer zij de arbeidsmarkt betreden en wanneer zij een rol op het gebied van representatieve en participerende democratie ambiëren;

b)

de beleidsdimensie jongeren — met name de rol van jeugdwerk en jeugdparticipatie — in het kader van de Europa 2020-strategie en het vlaggenschipinitiatief „Jeugd in beweging” over de hele linie te versterken, en het concept jongerenmobiliteit te verruimen tot alle jongeren en jeugdwerkers, zodat zij hun persoonlijke vaardigheden sneller kunnen verbeteren, en gemotiveerd worden tot volledige participatie in het onderwijs, op de arbeidsmarkt, en aan het gemeenschapsleven;

c)

de activiteiten die volgens de resolutie over een nieuw kader voor Europese samenwerking in jeugdzaken (2010-2018) van cruciaal belang zijn om de participatie van jongeren te bevorderen, verder te ontwikkelen;

d)

jongeren beter te scholen — via zowel het niet-formele als het formele circuit — in digitale en mediageletterdheid, teneinde hen toe te rusten met de vaardigheden die zij nodig hebben met het oog op een steeds actievere digitale participatie, wat verwoord is in het vlaggenschipinitiatief „Een digitale agenda voor Europa” van de Europa 2020-strategie;

e)

kinderen en jongeren uitvoeriger te informeren over hun democratische rechten en over democratische waarden in het algemeen, ter bevordering van de mensenrechten die zijn vastgelegd in het Verdrag van Lissabon, het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind en de internationale verdragen;

f)

de toegang van alle kinderen en jongeren tot het democratisch leven op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau te waarborgen, bijvoorbeeld door meer informatie te verstrekken over de mogelijkheden tot participatie, door hen tot participatie te motiveren, en door fora voor jeugdparticipatie op te zetten of uit te bouwen; bijzondere aandacht dient hierbij uit te gaan naar kansarme jongeren en jongeren die niet tot georganiseerde groepen (verenigingen, ngo's) behoren;

g)

te werken aan scholingsmogelijkheden op het gebied van democratie, participatie en mensenrechten voor mensen die beroepsmatig met kinderen en jongeren omgaan; en de beleidsmakers op alle niveaus te steunen met de nodige informatie en kennis omtrent de juiste manier om een innoverende participatie van jongeren te bewerkstelligen;

h)

belanghebbenden in het formele en het niet-formele leercircuit meer ruimte en mogelijkheden te bieden om samen de participatie en de maatschappelijke betrokkenheid van jongeren te vergroten, en steun te geven aan diverse maatregelen om kinderen al vroeg te „leren participeren”;

i)

bij het uitwerken van concepten, strategieën, beleidsmaatregelen of instrumenten ter bevordering van de actieve, verantwoordelijke participatie van jongeren, aandacht te schenken aan het sectoroverstijgende en horizontale karakter van beleid dat van invloed is op de levensomstandigheden van jongeren, en meer bepaald acht te slaan op feitenmateriaal en onderzoek op jongerengebied als basis voor beleidsmaatregelen inzake actief burgerschap en participatie, en op de meningen van de jongeren zelf;

j)

in het nieuwe Jeugdrapport 2012 plaats in te ruimen voor de participatie van jongeren aan het democratisch leven, en na te gaan hoe mogelijke verschillen in participatie tussen vrouwen en mannen te verklaren zijn, en welk patroon de participatie van kansarme jongeren vertoont;

k)

de bestaande methoden voor kinderen- en jongerenparticipatie te bestuderen, te controleren en te evalueren, en indien nodig bestaande instrumenten verder te ontwikkelen of kwaliteitsnormen, richtsnoeren, nieuwe technologieën en methoden inzake participatie in te voeren;

l)

in het kader van de open coördinatiemethode een gezamenlijk leerproces met betrekking tot jeugdbeleid te verwezenlijken;

m)

te bevorderen dat jongeren en jeugdorganisaties worden betrokken bij de ontwikkeling van concepten, strategieën of actieplannen inzake participatie aan het democratisch leven in Europa;

n)

te overwegen hoe bij alle jongeren een levendige belangstelling voor de democratie kan worden gewekt, en hoe stemgerechtigde jongeren kunnen worden gestimuleerd om te gaan stemmen;

o)

steun te verlenen aan jeugdorganisaties en initiatieven op lokaal, nationaal en Europees niveau, met name aan ideeën en mogelijkheden die vanuit de basis worden aangereikt om hen aan het democratisch leven te laten participeren;

p)

de mobiliteit van alle jongeren te bevorderen met maatregelen zoals snellere uitvoering van de Aanbeveling over mobiliteit van jonge vrijwilligers in de Europese Unie. Dit zou de persoonlijke en beroepsvaardigheden en de competenties van jongeren, alsmede hun inzetbaarheid, vergroten.

8.   VERZOEKEN DE COMMISSIE

verder studie, overleg en beraadslaging te wijden aan de participatie van jongeren aan het democratisch leven in Europa;

in het kader van het Dashboard van jeugdindicatoren verder werk te maken van statistische indicatoren betreffende jeugdparticipatie;

de Europese Jongeren Site te herstructureren op basis van de behoefte van jongeren aan gemakkelijk terug te vinden informatie;

ervoor te zorgen dat de opvattingen van jongeren ook in de volgende generatie van het EU-programma „Jeugd” aan bod komen.


(1)  PB C 311 van 19.12.2009, blz. 1.

(2)  SEC(2009) 549, hoofdstuk 2.1.

(3)  SEC(2009) 549, hoofdstuk 3.1.5.


BIJLAGE

1.

Resolutie van de Raad van 25 november 2003 over „De school als open leeromgeving waar voortijdig schoolverlaten en onbehagen bij jongeren worden voorkomen en aangepakt en waar hun sociale inclusie in de hand wordt gewerkt” (1). In deze resolutie heeft de Raad gemeenschappelijke doelstellingen goedgekeurd en heeft hij participatie door en informatie voor jongeren als prioriteiten aangemerkt.

2.

Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 24 mei 2005, over de uitvoering van de gemeenschappelijke doelstellingen inzake jongereninformatie (2005/C 141/03) (2).

3.

Besluit nr. 1719/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van het programma „Jeugd in actie” voor de periode 2007-2013, waarin de participatie van jongeren, met inbegrip van diverse vormen van vrijwilligerswerk, krachtig wordt ondersteund (3).

4.

Resolutie over de verwezenlijking van de gemeenschappelijke doelstellingen inzake participatie door en voorlichting van jongeren ter bevordering van hun actief Europees burgerschap, die de ministers van Jeugdzaken in november 2006 hebben aangenomen (4).

5.

Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 22 mei 2008, over de participatie van kansarme jongeren (5).

6.

Conclusies van de Raad van 22 mei 2008 over een Europese aanpak van mediageletterdheid in de digitale omgeving (6).

7.

Europa 2020: Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei (7).

8.

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — „Jeugd in beweging”: Een initiatief om jongeren ten volle te betrekken bij het realiseren van slimme, duurzame en inclusieve groei in de Europese Unie (8).

9.

Conclusies van de Raad van 19 november 2010 over het initiatief „Jeugd in beweging” — een geïntegreerde aanpak als reactie op de uitdagingen waarmee jongeren geconfronteerd worden (9).

10.

Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over jeugdwerk (10).

11.

Aanbeveling van 20 november 2008 over mobiliteit van jonge vrijwilligers in Europa (11).


(1)  PB C 295 van 5.12.2003, blz. 6.

(2)  PB C 141 van 10.6.2005, blz. 5.

(3)  PB L 327 van 24.11.2006, blz. 30.

(4)  PB C 297 van 7.12.2006, blz. 6.

(5)  PB C 141 van 7.6.2008, blz. 1.

(6)  PB C 140 van 6.6.2008, blz. 8.

(7)  COM(2010) 2020.

(8)  COM(2010) 477 definitief.

(9)  PB C 326 van 3.12.2010, blz. 9.

(10)  PB C 327 van 4.12.2010, blz. 1.

(11)  PB C 319 van 13.12.2008, blz. 8.


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

9.6.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 169/6


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst, behalve voor de producten die onder bijlage I van het Verdrag vallen)

2011/C 169/02

Datum waarop het besluit is genomen

15.4.2011

Referentienummer staatssteun

NN 62/10

Lidstaat

Tsjechische Republiek

Regio

Gemengd

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Dotace na ochranu lesních porostů do jejich zajištění

Rechtsgrondslag

1)

Zákon č. 252/1997 Sb., o zemědělství, ve znění zákona č. 62/2000 Sb., zákona č. 307/2000 Sb. a zákona č. 128/2003 Sb. (§ 2 odst. 3)

2)

Nařízení vlády č. 505/2000 Sb., kterým se stanoví podpůrné programy k podpoře mimoprodukčních funkcí zemědělství, k podpoře aktivit podílejících se na udržování krajiny, programy pomoci k podpoře méně příznivých oblastí, a kritéria pro jejich posuzování, ve znění nařízení vlády č. 500/2001 Sb. a nařízení vlády č. 203/2004 Sb. (§ 12 písm. c) bod 1.)

Type maatregel

Regeling

Doelstelling

Bosbouw

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

Totaalbudget: 62,40 CZK (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

100 %

Looptijd (periode)

1.5.2004-31.12.2013

Economische sectoren

Bosbouw en de exploitatie van bossen

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Ministerstvo zemědělství

Těšnov 17

117 05 Praha 1

ČESKÁ REPUBLIKA

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

20.4.2011

Referentienummer staatssteun

SA.32174 (10/N)

Lidstaat

Roemenië

Regio

România

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Acordarea unui ajutor de stat temporar în domeniul producției primare de produse agricole

Rechtsgrondslag

Proiect de Ordonanță de Urgență privind acordarea unui ajutor de stat temporar în domeniul producției primare de produse agricole

Type maatregel

Regeling

Doelstelling

Opheffing ernstige verstoring in de economie

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

 

Totaalbudget: 1 300 RON (in miljoen)

 

Jaarbudget: 1 300 RON (in miljoen)

Maximale steunintensiteit

0 %

Looptijd (periode)

tot 31.12.2011

Economische sectoren

Teelt van gewassen, veeteelt, jacht en diensten in verband met deze activiteiten

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Ministerul Agriculturii și Dezvoltării Rurale

Bd. Carol I nr. 24, sector 3

București

ROMÂNIA

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

9.6.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 169/8


Wisselkoersen van de euro (1)

8 juni 2011

2011/C 169/03

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,4608

JPY

Japanse yen

116,60

DKK

Deense kroon

7,4571

GBP

Pond sterling

0,89290

SEK

Zweedse kroon

9,0442

CHF

Zwitserse frank

1,2224

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,8855

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

24,206

HUF

Hongaarse forint

266,15

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7090

PLN

Poolse zloty

3,9572

RON

Roemeense leu

4,1748

TRY

Turkse lira

2,3183

AUD

Australische dollar

1,3776

CAD

Canadese dollar

1,4332

HKD

Hongkongse dollar

11,3662

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7922

SGD

Singaporese dollar

1,8012

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 586,32

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

9,8807

CNY

Chinese yuan renminbi

9,4597

HRK

Kroatische kuna

7,4248

IDR

Indonesische roepia

12 434,21

MYR

Maleisische ringgit

4,4211

PHP

Filipijnse peso

63,321

RUB

Russische roebel

40,5525

THB

Thaise baht

44,408

BRL

Braziliaanse real

2,3184

MXN

Mexicaanse peso

17,2740

INR

Indiase roepie

65,3010


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

9.6.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 169/9


Door de lidstaten meegedeelde informatie over staatssteun die wordt verleend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

2011/C 169/04

Steun nr.: SA.33066 (11/XA)

Lidstaat: Spanje

Regio: Comunidad Valenciana

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Prestación de servicios a los productores lácteos valencianos que sean PYMES, con objeto de fomentar la producción de leche de calidad

Rechtsgrondslag: Resolución de 2011, de la Consellera de Agricultura, Pesca y Alimentación, por la que se concede una subvención nominativa al Laboratorio Interprofesional Lacteo de la Comunidad Valenciana

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: Totale geplande jaarbudget in het kader van de regeling: 0,02 EUR (in miljoen)

Maximale steunintensiteit: 100 %

Datum van tenuitvoerlegging: —

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: 28 mei 2011-31 december 2011

Doelstelling van de steun: Productie kwaliteitslandbouwproducten (art. 14 van Verordening (EG) nr. 1857/2006)

Betrokken economische sector(en): Fokken van melkvee, Fokken van schapen en geiten

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Dir. Gral. Prod. Agraria

Conselleria Agricultura, Pesca y Alimentación

C/ Amadeo de Saboya, 2

46010 Valencia

ESPAÑA

Website: http://www.agricultura.gva.es/web/c/document_library/get_file?uuid=300e7982-c128-4d23-b6b2-a36f3e992245&groupId=16

Andere informatie: —


INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

9.6.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 169/10


Geen staatssteun in de zin van artikel 61 van de EER-Overeenkomst

2011/C 169/05

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA maakt geen bezwaar tegen de volgende steunmaatregel:

Datum waarop het besluit is genomen:

Nummer van de steunmaatregel: 68556

Nummer van het besluit: 491/10/COL

EVA-staat: Noorwegen

Naam van de begunstigde: Norsk Miljø Energi AS

Type steunmaatregel: individuele steun in het kader van de Energiefondsregeling, na een gedetailleerde beoordeling op grond van de richtsnoeren van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA inzake staatssteun ten behoeve van het milieu

Steunregeling: het Energiefonds werd bij Besluit nr. 125/06/COL van 3 mei 2006 door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA goedgekeurd

Doelstelling: milieubescherming

Aard van de steun: subsidie

Steunbedrag: 388 miljoen NOK

Economische sectoren: elektriciteitsproductie

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit:

Enova SF

Professor Borchsgt. 2

7030 Trondheim

NORWAY

De tekst van het besluit in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, kan worden geraadpleegd op de website van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA:

http://www.eftasurv.int/state-aid/state-aid-register/


9.6.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 169/11


Geen staatssteun in de zin van artikel 61 van de EER-Overeenkomst

2011/C 169/06

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA is van mening dat de volgende steunmaatregel geen staatssteun vormt in de zin van artikel 61, lid 1, van de EER-Overeenkomst:

Datum waarop het besluit is genomen:

Nummer van de steunmaatregel: 68835

Nummer van het besluit: 44/11/COL

EVA-staat: Liechtenstein

Benaming: Private Investment Structures

Rechtsgrondslag: nieuwe belastingwet van Liechtenstein van 23 september 2010, „Gesetz über die Landes- und Gemeindesteuern” genaamd

Type maatregel: op grond van de nieuwe belastingwet kunnen rechtspersonen de fiscale status Private Investment Structures (P.I.S.) verkrijgen wanneer zijn geen economische activiteit uitoefenen. Entiteiten met een P.I.S.-status mogen alleen activa verwerven, bezitten, beheren en verkopen.

Doelstelling: verlenen van een speciale fiscale status aan entiteiten die geen economische activiteit uitoefenen

Aard van de steun: de P.I.S.-status houdt geen staatssteun in

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit: —

De tekst van het besluit in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, kan worden geraadpleegd op de website van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA:

http://www.eftasurv.int/state-aid/state-aid-register/


9.6.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 169/12


Geen staatssteun in de zin van artikel 61 van de EER-Overeenkomst

2011/C 169/07

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA is van mening dat de volgende steunmaatregel geen staatssteun vormt in de zin van artikel 61, lid 1, van de EER-Overeenkomst

Datum waarop het besluit is genomen

:

2 maart 2011

Nummer van de steunmaatregel

:

68799

Nummer van het besluit

:

56/2011/COL

EVA-staat

:

Noorwegen

Benaming (en/of naam van de begunstigde)

:

garantieregeling voor de aankoop van elektriciteit op basis van langetermijncontracten

Rechtsgrondslag

:

Voorstel 1 S (2009-2010) Begrotingsvoorstel van de regering aan het parlement voor het begrotingsjaar 2010 en het daaropvolgende besluit van het Noorse Parlement van 14 december 2009 in Innst. 8 S (2009-2010) — Voorstel 125 S (2009-2010) Herzien begrotingsvoorstel van de regering aan het parlement voor het begrotingsjaar 2010 en het daaropvolgende besluit van het Noorse Parlement van 11 juni 2010 in Innst. 350 S (2009-2010)

Type maatregel

:

steunregeling

Doelstelling

:

sectoriële ontwikkeling

Aard van de steun

:

garantie

Begrotingsmiddelen

:

Steunintensiteit

:

maximaal 80 %

Looptijd

:

Economische sectoren

:

elektriciteitsintensieve bedrijfstakken

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

:

Koninklijk ministerie van Handel en Industrie

Einar Gerhardsens plass 1

0030 Oslo

NORWAY

De tekst van het besluit in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, kan worden geraadpleegd op de website van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA:

http://www.eftasurv.int/state-aid/state-aid-register/


V Adviezen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Europese Commissie

9.6.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 169/13


Uitnodiging tot het indienen van voorstellen 2011 — Mechanisme voor civiele bescherming van de Unie — Oefeningen

2011/C 169/08

1.

De Europese Commissie, directoraat-generaal Humanitaire Hulp en Bescherming van de Burger, lanceert een uitnodiging tot het indienen van voorstellen met het doel oefeningen te identificeren die in aanmerking kunnen komen voor financiële steun in het kader van Besluit 2007/162/EG, Euratom van de Raad tot instelling van een financieringsinstrument voor civiele bescherming, vastgesteld op 5 maart 2007, en in het kader van Beschikking 2007/779/EG, Euratom van de Raad tot vaststelling van een communautair mechanisme voor civiele bescherming (herschikking), vastgesteld op 8 november 2007. De financiële ondersteuning zal worden verleend in de vorm van subsidies.

2.

De betrokken gebieden, de aard en inhoud van de voorstellen evenals de financieringsvoorwaarden worden toegelicht in de documentatie betreffende de subsidieaanvragen, die eveneens gedetailleerde instructies bevat over waar en wanneer voorstellen kunnen worden ingediend. De documentatie en de formulieren voor de subsidieaanvragen zijn beschikbaar op de Europa website op:

http://ec.europa.eu/echo/civil_protection/civil/prote/finance.htm

3.

Voorstellen moeten bij de Commissie op het in de documentatie vermelde adres worden ingediend tegen 25 juli 2011. De voorstellen moeten uiterlijk 25 juli 2011 per post of private koerier worden ingediend (als bewijs geldt de datum van verzending, het poststempel of de datum van het reçu). Zij mogen ook, uiterlijk 25 juli 2011 om 17.00 uur (als bewijs geldt de door de verantwoordelijke ambtenaar gedateerde en ondertekende ontvangstbevestiging), persoonlijk worden overhandigd op het specifieke adres dat is vermeld in de documentatie betreffende de uitnodiging tot het indienen van voorstellen.

Per fax of elektronische post ingediende voorstellen, onvolledige aanvragen of in verschillende delen gezonden aanvragen worden niet aanvaard.

4.

De procedure voor de toekenning van de subsidies verloopt als volgt:

ontvangst, registratie en ontvangstbevestiging door de Commissie;

beoordeling van de voorstellen door de Commissie;

toekenningbesluit en kennisgeving van het resultaat aan de aanvragers.

De begunstigden zullen binnen de grenzen van het beschikbare budget worden geselecteerd op basis van de criteria die zijn vastgesteld in de in punt 2 vermelde documentatie.

Bij goedkeuring door de Commissie wordt tussen de Commissie en de partij die het voorstel indient een (in euro luidende) subsidieovereenkomst gesloten.

De procedure is strikt vertrouwelijk.


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

Europese Commissie

9.6.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 169/14


Bericht van het naderend vervallen van bepaalde antidumpingmaatregelen

2011/C 169/09

1.   Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1), maakt de Commissie bekend dat de hieronder vermelde antidumpingmaatregelen op de in de onderstaande tabel vermelde datum zullen vervallen, tenzij een nieuw onderzoek wordt geopend overeenkomstig de volgende procedure.

2.   Procedure

De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om een nieuw onderzoek indienen. Dit verzoek moet voldoende bewijsmateriaal bevatten om aan te tonen dat bij het vervallen van de maatregelen voortzetting of herhaling van dumping en schade waarschijnlijk is.

Indien de Commissie besluit een nieuw onderzoek naar de betrokken maatregelen te openen, zullen de importeurs, de exporteurs, de vertegenwoordigers van het land van uitvoer en de producenten in de Unie in de gelegenheid worden gesteld de in het verzoek om een nieuw onderzoek verstrekte informatie aan te vullen, te weerleggen of daarop commentaar te leveren.

3.   Termijn

De producenten in de Unie kunnen een schriftelijk verzoek om opening van een nieuw onderzoek indienen, dat uiterlijk drie maanden voor de in onderstaande tabel vermelde datum moet zijn ontvangen door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Handel (Eenheid H-1), N-105 4/92, 1049 Brussel, Belgium (2).

4.   Dit bericht wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009.

Product

Land(en) van oorsprong of van uitvoer

Maatregelen

Referentie

Datum waarop de maatregelen vervallen (3)

Wolfraamelektrodes

Volksrepubliek China

Antidumpingrecht

Verordening (EG) nr. 260/2007 van de Raad (PB L 72 van 13.3.2007, blz. 1)

14.3.2012


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

(2)  Fax +32 22956505.

(3)  De maatregel vervalt om middernacht van de in deze kolom vermelde dag.