ISSN 1725-2474 doi:10.3000/17252474.C_2010.270.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 270 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
53e jaargang |
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
II Mededelingen |
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2010/C 270/01 |
Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 ) |
|
2010/C 270/02 |
Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 2 ) |
|
|
IV Informatie |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2010/C 270/03 |
||
2010/C 270/04 |
Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken |
|
|
V Adviezen |
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK |
|
|
Europese Commissie |
|
2010/C 270/05 |
||
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
|
(2) Voor de EER relevante tekst, behalve voor de producten die onder bijlage I van het Verdrag vallen |
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
6.10.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 270/1 |
Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU
Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt
(Voor de EER relevante tekst)
2010/C 270/01
Datum waarop het besluit is genomen |
20.7.2010 |
||||
Referentienummer staatssteun |
N 718/09 |
||||
Lidstaat |
Nederland |
||||
Regio |
— |
||||
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Kleine velden |
||||
Rechtsgrondslag |
Wet van 26 november 2009 tot wijziging van de Mijnbouwwet in verband met het stimuleren van een actief gebruik van vergunningen voor opsporing, winning en opslag (Staatsblad 2009, 508), in het bijzonder artikel 68a, lid 1 alsmede de Toelichting (TK 2008-2009, 31479, nr. 6, blz. 7-10). |
||||
Type maatregel |
Steunregeling |
||||
Doelstelling |
Sectorale ontwikkeling |
||||
Vorm van de steun |
Versmalling van de belastinggrondslag |
||||
Begrotingsmiddelen |
Totaal van de voorziene steun 194 mln EUR |
||||
Maximale steunintensiteit |
13 % |
||||
Looptijd (periode) |
1.1.2010-31.12.2016 |
||||
Economische sectoren |
Beperkt tot de mijnbouw |
||||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
||||
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm
Datum waarop het besluit is genomen |
8.9.2010 |
||||
Referentienummer staatssteun |
N 106/10 |
||||
Lidstaat |
Frankrijk |
||||
Regio |
— |
||||
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
N 337/04 et N 378/04 — Financement par taxes affectées et dotations budgétaires des centres techniques industriels (CTI) et des Centres Professionnels de Développement Economique (CPDE) |
||||
Rechtsgrondslag |
Loi du 22 juillet 1948 (art L 342-1 et s du code de la recherche); Loi no 78-654 du 22 juin 1978 modifiée par les lois no 2004-804 du 9 août 2004 et no 2007-1544 du 29 octobre 2007; Loi no 2001-692 du 1er août 2001 |
||||
Type maatregel |
Steunregeling |
||||
Doelstelling |
Sectorale ontwikkeling, Onderzoek en ontwikkeling |
||||
Vorm van de steun |
Directe subsidie, financiering van de steun: door parafiscale heffingen of belastingen die voor een begunstigde bestemd zijn |
||||
Begrotingsmiddelen |
|
||||
Maximale steunintensiteit |
75 % |
||||
Looptijd (periode) |
1.1.2011-31.12.2016 |
||||
Economische sectoren |
Alle sectoren |
||||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
Ministère de l'Economie, de l'Industrie et de l'Emploi |
||||
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm
Datum waarop het besluit is genomen |
18.8.2010 |
||||
Referentienummer staatssteun |
N 184/10 |
||||
Lidstaat |
Letland |
||||
Regio |
— |
||||
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Pasākumi centralizētās siltumapgādes sistēmu efektivātes paaugstināšanai |
||||
Rechtsgrondslag |
Noteikumi par darbības programmas “Infrastruktūra un pakalpojumi” papildinājuma 3.5.2.1. aktivitātes “Pasākumi centralizētās siltumapgādes sistēmu efektivitātes paaugstināšanai” projektu iesniegumu atlases otro kārtu un turpmākajām kārtām |
||||
Type maatregel |
Steunregeling |
||||
Doelstelling |
Regionale ontwikkeling |
||||
Vorm van de steun |
Directe subsidie |
||||
Begrotingsmiddelen |
Totaal van de voorziene steun 42,32 mln LVL |
||||
Maximale steunintensiteit |
50 % |
||||
Looptijd (periode) |
tot 31.12.2013 |
||||
Economische sectoren |
Energie |
||||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
||||
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm
Datum waarop het besluit is genomen |
23.8.2010 |
||||
Referentienummer staatssteun |
N 321/10 |
||||
Lidstaat |
Slovenië |
||||
Regio |
— |
||||
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Third prolongation of the liquidity scheme for the Slovenian financial sector |
||||
Rechtsgrondslag |
Zakon o spremembah in dopolnitvah Zakona o javnih financah. Uredba o merilih in pogojih za odobritev posojil po 81a členu Zakona o javnih financah. |
||||
Type maatregel |
Steunregeling |
||||
Doelstelling |
Opheffing van een ernstige verstoring van de economie |
||||
Vorm van de steun |
Zachte lening |
||||
Begrotingsmiddelen |
Totaal van de voorziene steun 12 000 mln EUR |
||||
Maximale steunintensiteit |
— |
||||
Looptijd (periode) |
8.2010-31.12.2010 |
||||
Economische sectoren |
Beperkt tot de financiële dienstverlening |
||||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
||||
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm
6.10.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 270/4 |
Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag
Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt
(Voor de EER relevante tekst, behalve voor de producten die onder bijlage I van het Verdrag vallen)
2010/C 270/02
Datum waarop het besluit is genomen |
14.10.2009 |
|||||
Referentienummer staatssteun |
N 44/09 |
|||||
Lidstaat |
Ierland |
|||||
Regio |
— |
|||||
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Special measures relating to dioxin contamination in Ireland |
|||||
Rechtsgrondslag |
|
|||||
Type maatregel |
Vergoeding in verband met de gevolgen van een uitzonderlijke gebeurtenis (artikel 87, lid 2, onder b), van het Verdrag) |
|||||
Doelstelling |
Vergoeding voor de verliezen die de Ierse varkensvlees- en rundvleessectoren hebben geleden als gevolg van de dioxineverontreiniging. |
|||||
Vorm van de steun |
Rechtstreekse subsidies en gesubsidieerde diensten |
|||||
Begrotingsmiddelen |
De totale begroting wordt op 170 miljoen EUR geraamd. |
|||||
Maximale steunintensiteit |
Tot 100 % |
|||||
Looptijd (periode) |
31.12.2009 |
|||||
Economische sectoren |
Landbouw |
|||||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
|||||
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
6.10.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 270/5 |
Wisselkoersen van de euro (1)
5 oktober 2010
2010/C 270/03
1 euro =
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,3780 |
JPY |
Japanse yen |
114,80 |
DKK |
Deense kroon |
7,4549 |
GBP |
Pond sterling |
0,86670 |
SEK |
Zweedse kroon |
9,2626 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,3348 |
ISK |
IJslandse kroon |
|
NOK |
Noorse kroon |
8,0410 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
24,498 |
EEK |
Estlandse kroon |
15,6466 |
HUF |
Hongaarse forint |
272,73 |
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
LVL |
Letlandse lat |
0,7092 |
PLN |
Poolse zloty |
3,9708 |
RON |
Roemeense leu |
4,2780 |
TRY |
Turkse lira |
1,9889 |
AUD |
Australische dollar |
1,4338 |
CAD |
Canadese dollar |
1,4070 |
HKD |
Hongkongse dollar |
10,6886 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,8515 |
SGD |
Singaporese dollar |
1,8083 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 557,45 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
9,5759 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
9,2205 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,3048 |
IDR |
Indonesische roepia |
12 310,68 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,2670 |
PHP |
Filipijnse peso |
60,270 |
RUB |
Russische roebel |
41,6400 |
THB |
Thaise baht |
41,533 |
BRL |
Braziliaanse real |
2,3340 |
MXN |
Mexicaanse peso |
17,2951 |
INR |
Indiase roepie |
61,5550 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
6.10.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 270/6 |
Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken
2010/C 270/04
Nationale zijde van de nieuwe, voor circulatie bestemde herdenkingsmunt van twee euro die door Griekenland wordt uitgegeven
Voor circulatie bestemde euromunten hebben in de gehele eurozone de status van wettig betaalmiddel. Om zowel degenen die beroepsmatig met euromunten omgaan als het grote publiek op de hoogte te houden, publiceert de Commissie alle nieuwe ontwerpen van euromunten (1). Volgens de conclusies van de Raad van 10 februari 2009 (2) is het de lidstaten en de landen die met de Gemeenschap een monetaire overeenkomst hebben gesloten volgens welke zij euromuntstukken mogen uitgeven, toegestaan een bepaalde hoeveelheid voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uit te geven, en dat onder bepaalde voorwaarden, met name dat alleen het muntstuk van twee euro wordt gebruikt. Deze munten hebben dezelfde technische kenmerken als gewone voor circulatie bestemde munten van twee euro, maar hebben aan de nationale voorzijde een speciale herdenkingsafbeelding met een grote nationale of Europese symboolwaarde.
Uitgevende staat: Griekenland
Onderwerp van de herdenkingsmunt: 2 500ste verjaardag van de Slag bij Marathon
Beschrijving van het ontwerp: Het midden van de munt wordt gevormd door een synthese van een schild en een hardloper/krijger en verbeeldt daarmee de strijd om de vrijheid en de nobele idealen waarvoor de Slag bij Marathon symbool staat. De vogel op het schild symboliseert de geboorte van de Westerse beschaving in haar huidige vorm. Rond de afbeelding staan in het Grieks het opschrift „ΜΑΡΑΘΩΝΑΣ/2500 ΧΡΟΝΙΑ/490 Π.Χ./2010 Μ.Χ.” en de naam van de uitgevende staat „ΕΛΛΗΝΙΚΗ ΔΗΜΟΚΡΑΤΙΑ”.
Langs de buitenrand van de munt zijn de twaalf sterren van de Europese vlag afgebeeld.
Oplage: 2,5 miljoen
Datum van uitgifte: oktober 2010
(1) Zie PB C 373 van 28.12.2001, blz. 1 voor een overzicht van alle nationale zijden die in 2002 zijn uitgegeven.
(2) Zie de conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009 en de Aanbeveling van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52).
V Adviezen
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK
Europese Commissie
6.10.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 270/7 |
Bericht van opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van trichloorisocyanuurzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China
2010/C 270/05
Na de bekendmaking van een bericht dat de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op trichloorisocyanuurzuur van oorsprong uit de Volksrepubliek China („het betrokken land”) op korte termijn zouden vervallen (1), heeft de Commissie op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (2) („de basisverordening”) een verzoek om een nieuw onderzoek ontvangen.
1. Verzoek om een nieuw onderzoek
Dit verzoek werd op 6 juli 2010 ingediend door de European Chemical Industry Council (CEFIC) („de indiener van het verzoek”) namens producenten die samen een groot deel, in dit geval meer dan 25 %, van de totale productie van trichloorisocyanuurzuur in de Unie voor hun rekening nemen.
2. Product
Het nieuwe onderzoek heeft betrekking op trichloorisocyanuurzuur en bereidingen daarvan, ook bekend onder de algemene internationale benaming (INN) „symcloseen”, van oorsprong uit de Volksrepubliek China („het betrokken product”), momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 2933 69 80 (TARIC-code 2933698070) en ex 3808 94 20 (TARIC-code 3808942020).
3. Geldende maatregelen
Momenteel is een definitief antidumpingrecht van toepassing, dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1631/2005 van de Raad (3).
4. Motivering van het nieuwe onderzoek
Het verzoek werd ingediend omdat gevreesd werd dat het vervallen van de maatregelen zou leiden tot voortzetting van de dumping en herhaling van de schade voor de bedrijfstak van de Unie.
Gelet op artikel 2, lid 7, van de basisverordening heeft de indiener van het verzoek de normale waarde voor de producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China aan wie tijdens het onderzoek dat tot de geldende maatregelen heeft geleid, geen behandeling als marktgerichte onderneming werd toegekend, vastgesteld aan de hand van de binnenlandse verkoopprijzen in het in punt 5.1, onder d), genoemde land met een markteconomie. Voor de ondernemingen waaraan tijdens het onderzoek een behandeling als marktgerichte onderneming werd toegekend, is de normale waarde vastgesteld aan de hand van een berekende normale waarde in de Volksrepubliek China. De bewering dat het betrokken product nog steeds met dumping wordt ingevoerd, is gebaseerd op een vergelijking van de normale waarde, als bedoeld in de vorige zinnen, met de prijzen van het betrokken product bij uitvoer naar de Europese Unie.
De aldus vastgestelde dumpingmarges zijn aanzienlijk.
Volgens de indiener van het verzoek zal waarschijnlijk opnieuw schade veroorzakende dumping plaatsvinden. In dit verband heeft hij bewijsmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat de invoer van het betrokken product bij het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk in omvang zal toenemen gezien de onbenutte productiecapaciteit in het betrokken land.
Volgens de indiener van het verzoek is het vooral dankzij de antidumpingmaatregelen dat de bedrijfstak van de Unie geen schade meer lijdt. Indien de maatregelen vervallen en het betrokken product weer in grote hoeveelheden tegen dumpingprijzen uit het betrokken land wordt ingevoerd, zal de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk opnieuw schade lijden.
5. Procedure
Daar de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure voor een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen in te leiden, opent zij hierbij overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening een nieuw onderzoek.
5.1. Procedure voor het vaststellen van de waarschijnlijkheid van dumping en schade
Bij het onderzoek zal worden vastgesteld of voortzetting van dumping en herhaling van schade bij het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk is of niet.
a) Steekproeven
Daar kennelijk een groot aantal partijen bij deze procedure betrokken is, kan de Commissie overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening gebruikmaken van steekproeven.
i)
Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle exporteurs/producenten, of hun vertegenwoordigers, verzocht binnen de in punt 6, onder b) i), vermelde termijn contact met de Commissie op te nemen en haar op de in punt 7 vermelde wijze de volgende gegevens over hun onderneming of ondernemingen te verstrekken:
— |
naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer en contactpersoon; |
— |
de hoeveelheid (in ton) van het betrokken product die in de periode van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2010 naar de Unie is uitgevoerd en de waarde van deze uitvoer in plaatselijke valuta, voor elk van de 27 lidstaten afzonderlijk en in totaal (4); |
— |
de hoeveelheid (in ton) van het betrokken product die in de periode van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2010 op de binnenlandse markt is verkocht en de waarde van die verkoop in plaatselijke valuta; |
— |
de hoeveelheid (in ton) van het betrokken product die in de periode van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2010 naar derde landen is uitgevoerd en de waarde van deze uitvoer in plaatselijke valuta; |
— |
een nauwkeurige beschrijving van de wereldwijde activiteiten van de onderneming met betrekking tot het betrokken product; |
— |
de namen en een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van alle verbonden ondernemingen (5) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop (uitvoer en/of binnenlandse verkoop) van het betrokken product; |
— |
alle andere informatie die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kan zijn. |
Door bovengenoemde informatie te verstrekken, geeft de onderneming te kennen bereid te zijn in de steekproef te worden opgenomen. Selectie voor de steekproef houdt in dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat aanvaard wordt dat de antwoorden ter plaatse worden gecontroleerd. Ondernemingen die verklaren niet in de steekproef te willen worden opgenomen, worden geacht niet aan het onderzoek te hebben meegewerkt. De gevolgen van niet-medewerking zijn vermeld in punt 8.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van exporteurs/producenten nodig heeft, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van de Volksrepubliek China en met alle bekende verenigingen van exporteurs/producenten.
ii)
Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle importeurs, of hun vertegenwoordigers, verzocht contact met de Commissie op te nemen en haar binnen de in punt 6, onder b) i), vermelde termijn en op de in punt 7 vermelde wijze de volgende gegevens over hun onderneming of ondernemingen te verstrekken:
— |
naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer en contactpersoon; |
— |
een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van de onderneming met betrekking tot het betrokken product; |
— |
de hoeveelheid (in ton) van het betrokken product van oorsprong uit de Volksrepubliek China die in de periode van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2010 in de Unie is ingevoerd en verkocht en de waarde van deze invoer en verkoop in euro’s; |
— |
de namen en een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van alle verbonden ondernemingen (6) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop van het betrokken product; |
— |
alle andere informatie die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kan zijn. |
Door bovengenoemde informatie te verstrekken, geeft de onderneming te kennen bereid te zijn in de steekproef te worden opgenomen. Selectie voor de steekproef houdt in dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat aanvaard wordt dat de antwoorden ter plaatse worden gecontroleerd. Ondernemingen die verklaren niet in de steekproef te willen worden opgenomen, worden geacht niet aan het onderzoek te hebben meegewerkt. De gevolgen van niet-medewerking zijn vermeld in punt 8.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van importeurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met alle haar bekende verenigingen van importeurs.
iii)
Alle informatie die voor de samenstelling van de steekproeven van nut kan zijn, moet binnen de in punt 6, onder b) ii), vermelde termijn worden ingediend.
De Commissie zal de steekproeven pas definitief samenstellen na raadpleging van alle partijen die zich bereid hebben verklaard om in de steekproeven te worden opgenomen.
De in de steekproeven opgenomen ondernemingen moeten binnen de in punt 6, onder b) iii), vermelde termijn een vragenlijst beantwoorden en moeten medewerking aan het onderzoek verlenen.
Indien onvoldoende medewerking wordt verleend, kan de Commissie haar bevindingen overeenkomstig artikel 17, lid 4, en artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens baseren. Op de beschikbare gegevens gebaseerde bevindingen kunnen voor de betrokken partij minder gunstig zijn (zie punt 8).
b) Vragenlijsten
Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig heeft, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de bedrijfstak van de Unie, aan alle bekende verenigingen van producenten in de Unie, aan de in de steekproef opgenomen exporteurs/producenten in de Volksrepubliek China, aan alle bekende verenigingen van exporteurs/producenten, aan de in de steekproef opgenomen importeurs, aan alle bekende verenigingen van importeurs, en aan de autoriteiten van het betrokken land.
c) Schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie
Alle belanghebbenden worden uitgenodigd hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en ook andere informatie dan de antwoorden op de vragenlijst, alsmede bewijsmateriaal te verstrekken. De Commissie moet deze informatie en het bewijsmateriaal binnen de in punt 6, onder a) ii), vermelde termijn ontvangen.
Bovendien kan de Commissie belanghebbenden horen indien zij hierom verzoeken en kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 6, onder a) iii), genoemde termijn worden ingediend.
d) Selectie van het land met een markteconomie
In het vorige onderzoek is Japan als geschikt land met een markteconomie gebruikt om de normale waarde voor de Volksrepubliek China vast te stellen. De Commissie overweegt Japan opnieuw voor dit doel te gebruiken. Opmerkingen over de selectie van dit land moeten binnen de in punt 6, onder c), vermelde bijzondere termijn worden toegezonden.
5.2. Procedure voor het beoordelen van het belang van de Unie
Indien wordt vastgesteld dat het waarschijnlijk is dat de dumping zal worden voortgezet en dat hierdoor opnieuw schade zal ontstaan, zal overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening worden onderzocht of het niet tegen het belang van de Unie is de antidumpingmaatregelen te handhaven. Daarom kan de Commissie vragenlijsten toesturen aan de haar bekende EU-producenten, importeurs, hun representatieve verenigingen, representatieve gebruikers en representatieve consumentenorganisaties. Deze partijen, en ook die welke de Commissie niet bekend zijn, kunnen, indien zij aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het betrokken product, binnen de in punt 6, onder a) ii), genoemde algemene termijn contact met de Commissie opnemen en inlichtingen verstrekken. Zij kunnen binnen de in punt 6, onder a) iii), vermelde termijn ook om een mondeling onderhoud verzoeken, onder opgave van de redenen waarom zij gehoord willen worden. Met informatie die op grond van artikel 21 van de basisverordening wordt verstrekt, wordt slechts rekening gehouden indien daarbij, op het moment dat deze wordt verstrekt, het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.
6. Termijnen
a) Algemene termijnen
i)
Belanghebbenden die geen medewerking hebben verleend aan het onderzoek dat heeft geleid tot de maatregelen waarop het nieuwe onderzoek betrekking heeft, moeten zo spoedig mogelijk en uiterlijk 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie een vragenlijst of andere formulieren aanvragen.
ii)
Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten, tenzij anders vermeld, binnen 37 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen, hun standpunt uiteenzetten en hun antwoorden op de vragenlijst en andere informatie verstrekken. De aandacht wordt erop gevestigd dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurele rechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie kenbaar maakt.
Ondernemingen die in een steekproef zijn opgenomen, moeten de vragenlijst binnen de in punt 6, onder b) iii), vermelde termijn ingevuld terugsturen.
iii)
Binnen dezelfde termijn van 37 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.
b) Bijzondere termijn voor de samenstelling van de steekproef
i) De Commissie moet de in punt 5.1, onder a) i) en ii), bedoelde informatie uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie hebben ontvangen, daar zij de betrokken partijen die zich bereid hebben verklaard in de steekproef te worden opgenomen, binnen 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie over de definitieve samenstelling van de steekproef wil raadplegen.
ii) Alle andere gegevens die voor het samenstellen van de steekproeven van nut kunnen zijn, als bedoeld in punt 5.1 a) iii), moeten de Commissie bereiken binnen 21 dagen na de publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie.
iii) De antwoorden op de vragenlijst van de in de steekproef opgenomen partijen moeten, tenzij anders vermeld, uiterlijk 37 dagen nadat hun is medegedeeld dat zij in de steekproef zijn opgenomen, door de Commissie zijn ontvangen.
c) Bijzondere termijn voor de selectie van het land met een markteconomie
De bij het onderzoek betrokken partijen kunnen opmerkingen maken over de selectie van Japan als geschikt land met een markteconomie om de normale waarde voor de Volksrepubliek China vast te stellen (zie punt 5.1, onder d)). Deze opmerkingen moeten uiterlijk tien dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie door de Commissie zijn ontvangen.
7. Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie
Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) worden toegezonden onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer van de belanghebbende. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten van het opschrift „Limited” (7) zijn voorzien en moeten overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de basisverordening vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie met de vermelding „For inspection by interested parties”.
Correspondentieadres van de Commissie:
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Handel |
Directoraat H |
Kamer N-105 04/92 |
1049 Brussel |
BELGIË |
Fax +32 22956505 |
8. Niet-medewerking
Indien een belanghebbende binnen de vastgestelde termijnen toegang tot de nodige gegevens weigert of deze niet verstrekt, dan wel het onderzoek aanmerkelijk belemmert, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening aan de hand van de beschikbare gegevens conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.
Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, wordt deze buiten beschouwing gelaten en kan overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening gebruik worden gemaakt van de beschikbare gegevens. Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en gebruik wordt gemaakt van de beschikbare gegevens, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend,
9. Tijdschema voor het onderzoek
Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de basisverordening uiterlijk 15 maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten.
10. Verzoek om een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening
Dit nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen wordt geopend overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening. Overeenkomstig artikel 11, lid 6, van de basisverordening kunnen de bestaande maatregelen naar aanleiding van de bevindingen van het onderzoek worden ingetrokken of gehandhaafd, maar niet worden gewijzigd.
Belanghebbenden die van oordeel zijn dat het niveau van de maatregelen opnieuw moet worden onderzocht zodat het kan worden gewijzigd (d.w.z. verhoogd of verlaagd), kunnen een verzoek om een nieuw onderzoek indienen op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening.
Zij moeten daartoe contact opnemen met de Commissie op het bovenstaande adres. Een dergelijk onderzoek zal onafhankelijk van het in dit bericht aangekondigde onderzoek worden uitgevoerd.
11. Verwerking van persoonsgegevens
Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (8).
12. Hearing
Indien belanghebbenden van mening zijn dat zij bij de uitoefening van hun recht van verweer moeilijkheden ondervinden, kunnen zij vragen dat de voor de hearing bevoegde ambtenaar van DG Handel wordt ingeschakeld. Hij fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de diensten van de Commissie en kan zo nodig aanbieden te bemiddelen in procedurele kwesties aangaande de bescherming van de belangen van de belanghebbenden tijdens de procedure, met name voor kwesties inzake toegang tot het dossier, vertrouwelijkheid, verlenging van termijnen en behandeling van schriftelijke en/of mondelinge opmerkingen. Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de webpagina's van de voor de hearing bevoegde ambtenaar op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade).
(1) PB C 104 van 23.4.2010, blz. 15.
(2) PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.
(3) PB L 261 van 7.10.2005, blz. 1.
(4) De 27 lidstaten van de Europese Unie zijn: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden.
(5) Voor de betekenis van het begrip „verbonden onderneming”, zie artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).
(6) Zie voetnoot nr. 5.
(7) Dit betekent dat het document uitsluitend voor intern gebruik bestemd is. Het document is beschermd krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Het document is vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst).
(8) PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.