ISSN 1725-2474

doi:10.3000/17252474.C_2010.163.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 163

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

53e jaargang
23 juni 2010


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2010/C 163/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.5872 — Warburg Pincus/Poundland) ( 1 )

1

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2010/C 163/02

Wisselkoersen van de euro

2

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2010/C 163/03

Bulgaarse nationale procedure voor de toekenning van beperkte verkeersrechten

3

 

V   Adviezen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Raad

2010/C 163/04

Openbare oproep tot kandidaatstelling voor het ambt van rechter bij het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie

13

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2010/C 163/05

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.5865 — Teva/Ratiopharm) ( 1 )

15

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2010/C 163/06

Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

16

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

23.6.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 163/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.5872 — Warburg Pincus/Poundland)

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 163/01

Op 14 juni 2010 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32010M5872. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

23.6.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 163/2


Wisselkoersen van de euro (1)

22 juni 2010

2010/C 163/02

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,2258

JPY

Japanse yen

111,09

DKK

Deense kroon

7,4419

GBP

Pond sterling

0,83400

SEK

Zweedse kroon

9,5580

CHF

Zwitserse frank

1,3622

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,9330

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,788

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

280,43

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7084

PLN

Poolse zloty

4,0601

RON

Roemeense leu

4,2315

TRY

Turkse lira

1,9165

AUD

Australische dollar

1,4012

CAD

Canadese dollar

1,2533

HKD

Hongkongse dollar

9,5379

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7364

SGD

Singaporese dollar

1,6945

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 449,75

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

9,2792

CNY

Chinese yuan renminbi

8,3521

HRK

Kroatische kuna

7,2010

IDR

Indonesische roepia

11 061,54

MYR

Maleisische ringgit

3,9403

PHP

Filipijnse peso

55,998

RUB

Russische roebel

38,0075

THB

Thaise baht

39,630

BRL

Braziliaanse real

2,1749

MXN

Mexicaanse peso

15,3960

INR

Indiase roepie

56,7440


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

23.6.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 163/3


Bulgaarse nationale procedure voor de toekenning van beperkte verkeersrechten

2010/C 163/03

Overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 847/2004 inzake onderhandelingen over en de uitvoering van overeenkomsten inzake luchtvaartverbindingen tussen lidstaten en derde landen, publiceert de Europese Commissie de volgende nationale procedure voor de verdeling van luchtverkeersrechten onder de in aanmerking komende communautaire luchtvaartmaatschappijen waar die rechten beperkt zijn overeenkomstig luchtvaartovereenkomsten met derde landen.

MINISTERIE VAN VERVOER EN INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIEËN

BESCHIKKING Nr. 847

van 15 januari 2010

betreffende de invoering van een nationale procedure met betrekking tot de markttoegang voor in de Republiek Bulgarije gevestigde communautaire luchtvaartmaatschappijen tot bepaalde luchtvaartverbindingen waarvoor de Republiek Bulgarije internationale overeenkomsten heeft gesloten met landen die niet tot de Europese Unie behoren

DEEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.

Bij deze beschikking worden de voorwaarden en procedures vastgesteld voor toegang tot de markt voor in de Republiek Bulgarije gevestigde communautaire luchtvaartmaatschappijen op bepaalde luchtverbindingen overeenkomstig internationale overeenkomsten van de Republiek Bulgarije met landen die niet tot de Europese Unie behoren (hierna „derde landen”).

Artikel 2.

Wanneer overeenkomstig een internationale overeenkomst een beperkte selectie moet worden gemaakt van de luchtvaartmaatschappijen die in aanmerking komen om een luchtverbinding te exploiteren of verkeersrechten te gebruiken, zoals de frequentie van de dienst, de aangeboden capaciteit of het aantal exploitatiepunten, wordt de toegang tot een dergelijke luchtverbinding verleend na een mededingingsprocedure die wordt georganiseerd overeenkomstig de bepalingen van deze beschikking.

DEEL II

INFORMATIEVERSTREKKING

Artikel 3.

(1)

Op de internetsite van het Ministerie van Vervoer en Informatie- en communicatietechnologieën (hierna „het ministerie van vervoer”) en van de Algemene directie van de Burgerluchtvaartadministratie wordt de volgende informatie gepubliceerd en bij de tijd gehouden:

1.

de overeenkomsten van de Republiek Bulgarije met derde landen, de betrokken luchtvaartverbindingen, de betrokken luchtroutes en de andere verkeersrechten;

2.

het aantal luchtvaartmaatschappijen dat overeenkomstig die overeenkomsten in aanmerking komt om geselecteerd te worden;

3.

het aantal tot dusver geselecteerde luchtvaartmaatschappijen en de inwerkingtreding van de desbetreffende diensten;

4.

de betrokken frequentie en capaciteit;

5.

de frequentie en capaciteit overeenkomstig het selectiebesluit;

6.

de bilaterale overeenkomsten die zijn gepland tussen de Republiek Bulgarije en derde landen;

7.

de beschikkingen uit hoofde van artikel 8, lid 1, artikel 18 en artikel 19, binnen drie dagen nadat zij zijn vastgesteld;

8.

een lijst van de kandidaten die een voorafgaande aanvraag tot selectie voor een commerciële luchtverbinding of voor deelname aan een mededingingsprocedure hebben ingediend, binnen een termijn van vijf werkdagen na ontvangst van de aanvraag;

9.

de voorbereidende en definitieve versies van de protocollen van de commissie uit hoofde van artikel 17, lid 1 en 3;

10.

de rechterlijke beslissingen betreffende de beschikkingen van het ministerie van vervoer waartegen beroep is aangetekend.

(2)

Het ministerie van vervoer en de directeur-generaal van de burgerluchtvaartadministratie wijzen bij beschikking de personen aan die voor een periode van drie jaar belast worden met de publicatie van de in artikel 1 bedoelde informatie.

DEEL III

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR MARKTTOEGANG

Artikel 4.

Markttoegang tot een bepaalde luchtverbinding kan aan een op het grondgebied van de Republiek Bulgarije gevestigde communautaire luchtvaartmaatschappij worden verleend op voorwaarde dat deze maatschappij:

1.

beschikt over een geldige exploitatievergunning en een certificaat luchtvervoerder;

2.

niet het voorwerp uitmaakt van een exploitatieverbod met betrekking tot vluchten op het grondgebied van de Europese Gemeenschap overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2005 betreffende de vaststelling van een communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod binnen de Gemeenschap is opgelegd en het informeren van luchtreizigers over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij, en tot intrekking van artikel 9 van Richtlijn 2004/36/EG.

DEEL IV

VOORAFGAANDE AANVRAAG VOOR SELECTIE

Artikel 5.

(1)

Iedere persoon die voldoet aan de eisen van artikel 4 kan een voorafgaande aanvraag voor selectie voor de exploitatie van een bepaalde luchtverbinding indienen door zich te richten tot de Algemene directie voor de Burgerluchtvaart.

(2)

De voorafgaande aanvraag moet vergezeld gaan van:

1.

een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de exploitatievergunning en van het certificaat luchtvervoerder van de kandidaat;

2.

bewijsstukken die aantonen dat de persoon voldoet aan de eisen van artikel 4;

3.

informatie over de gewenste bestemming – de luchtverbinding in kwestie, de vastgestelde route, de vertrek- en aankomsttijden, het type luchtvaartuig, de aan het publiek aangeboden capaciteit en de frequentie van de aangeboden diensten.

Artikel 6.

Als wordt gepland de verkeersrechten voor een bepaalde luchtverbinding waarvoor een voorafgaande aanvraag is ingediend, te beperken, vaardigt de minister van vervoer binnen een termijn van 30 dagen volgende op de indiening van de voorafgaande aanvraag een beschikking uit inzake de opening van een mededingingsprocedure.

Artikel 7.

Als geen beperking wordt gepland van de verkeersrechten voor een bepaalde luchtverbinding waarvoor een voorafgaande aanvraag is ingediend, wordt de toegang tot de markt overeenkomstig deel VI geopend zonder mededingingsprocedure.

DEEL V

MEDEDINGINGSPROCEDURE VOOR TOEGANG TOT DE MARKT

Artikel 8.

(1)

De mededingingsprocedure wordt geopend bij beschikking van de minister van vervoer.

(2)

Na een voorstel van de Algemene directie van de Burgerluchtvaartadministratie overeenkomstig artikel 6 wordt de procedure geopend door de minister van vervoer.

(3)

In de beschikking wordt minimaal vermeld: de luchtverbinding in kwestie, het toegestane aantal geselecteerden, de beschikbare frequenties en/of de capaciteit, de wijze waarop de mededingingsprocedure zal verlopen, de uiterste termijn voor het indienen van de aanvragen voor deelname en de datum, het uur en de plaats van opening van de aanvragen.

(4)

De uiterste termijn voor het indienen van de aanvragen voor deelname is vastgelegd in de in lid 1 bedoelde beschikking en moet minimaal 45 dagen bedragen, gerekend vanaf de datum van publicatie van de beschikking.

(5)

Samen met de publicatie van de in lid 1 bedoelde beschikking op de internetsites van het ministerie van vervoer en van de Algemene directie van de Burgerluchtvaartadministratie wordt de informatie betreffende de mededingingsprocedure ook ter publicatie toegezonden aan twee nationale kranten. In de gepubliceerde informatie wordt minimaal vermeld: de luchtverbinding waarvoor de mededingingsprocedure wordt geopend, de uiterste termijn voor het indienen van de aanvragen voor deelname, de datum waarop de mededingingsprocedure plaatsvindt en de internetpagina's waarop de beschikking kan worden geraadpleegd.

(6)

Wanneer de mededingingsprocedure wordt geopend ten gevolge van een voorafgaande aanvraag overeenkomstig artikel 5, wordt de informatie betreffende de mededingingsprocedure ook toegezonden aan de personen die een dergelijke aanvraag hebben ingediend.

Artikel 9.

(1)

De aanvraag voor deelname aan de mededingingsprocedure moet door de kandidaat of een door hem aangewezen vertegenwoordiger persoonlijk worden afgegeven of toegezonden aan de Algemene directie van de Burgerluchtvaartadministratie, en wel in een gesloten, niet-transparante enveloppe. Op de enveloppe moet worden vermeld: een correspondentieadres, een telefoonnummer en, zo mogelijk, een faxnummer en een elektronisch adres, alsook de luchtverbinding waarop de aanvraag betrekking heeft.

(2)

Bij ontvangst van de aanvraag wordt op de enveloppe het opeenvolgende ontvangstnummer en de datum en het uur van ontvangst genoteerd. Deze gegevens worden opgenomen in het ontvangstregister.

(3)

Een aanvraag voor deelname aan de mededingingsprocedure is niet-ontvankelijk wanneer ze is neergelegd na het verstrijken van de vastgestelde termijn of wanneer de enveloppe beschadigd is. Deze gegevens zijn ingeschreven in het in lid 2 bedoelde register.

(4)

Alle documenten moeten worden ingediend in de Bulgaarse taal, in het origineel of in een door de kandidaat voor eensluidend gewaarmerkt afschrift. Wanneer bepaalde documenten in een andere taal zijn opgesteld, moeten zij vergezeld gaan van een gecertificeerde Bulgaarse vertaling.

Artikel 10.

(1)

In de aanvraag moet de luchtverbinding in kwestie, de aan het publiek aangeboden capaciteit en de frequentie van de te leveren diensten worden vermeld.

(2)

Bij de aanvraag moeten als integrerend onderdeel de volgende documenten worden gevoegd:

1.

voor eensluidend gewaarmerkte afschriften van het certificaat luchtvervoerder en van de exploitatievergunning van de kandidaat, alsook - voor kandidaten waarvan het certificaat en de vergunning niet door de Algemene directie van de Burgerluchtvaartadministratie is afgegeven - gedetailleerde informatie betreffende de identificatiewijze;

2.

het bedrijfsplan voor de ontwikkeling van de luchtverbinding in kwestie voor een periode van 36 maanden, te rekenen vanaf de voor het begin van de exploitatie voorgestelde datum, dat de volgende elementen bevat:

a)

een marktstudie, met kwalitatieve aanduidingen, wanneer die bestaan en relevant zijn, inzake het luchtverkeer op de luchtverbinding (rechtstreeks, transito, vanuit Bulgarije of vanuit andere landen); de verwachte toename van het verkeer (procentueel); de bestaande verdeling van het verkeer per passagierstype (zaken, toerisme of andere redenen); het verkeer dat zal worden gecreëerd, inclusief per passagierstype; de voorgestelde vervoerstarieven en het eindtarief voor elk passagierstype; de extra diensten, buiten het eigenlijke luchtvervoer, die de kandidaat van plan is op de verbinding aan te bieden; de voordelen (qua tarief, kwaliteit, enz.) die de aangeboden diensten de consument zullen bieden, met verdeling van deze voordelen naar gelang van de oorsprong van het verkeer;

b)

de route, de vertrek- en aankomsttijden;

c)

de prognoses qua inkomsten en uitgaven;

d)

de investeringen en informatie betreffende de bronnen voor de financiering van de exploitatie op de luchtverbinding in kwestie;

e)

het type, de capaciteit en de configuratie van de te gebruiken luchtvaartuigen;

f)

het verwachte percentage van de nuttige lading van het luchtvaartuig;

g)

de eventuele overstapmogelijkheden met andere luchtvaartdiensten;

h)

de toegang van de consument tot de voorgestelde diensten (netwerk voor verkoop van tickets, onlinediensten); eventueel, gegevens over het reserveringssysteem;

i)

gegevens betreffende de commerciële samenwerking met andere luchtvaartmaatschappijen, als dergelijke samenwerking bestaat;

j)

de startdatum en de geplande exploitatieduur van de luchtverbinding;

k)

alle andere informatie die nuttig kan zijn voor de evaluatie.

Artikel 11.

(1)

de mededingingsprocedure wordt georganiseerd door een commissie waarvan de samenstelling is vastgesteld krachtens de beschikking van de minister van vervoer. Zij bevat twee vertegenwoordigers van het ministerie van vervoer en drie vertegenwoordigers van de Algemene directie van de Burgerluchtvaartadministratie.

(2)

In de beschikking worden ook de namen van de plaatsvervangers vermeld.

(3)

De commissie wordt aangekondigd na het verstrijken van de termijn voor het indienen van aanvragen.

(4)

Bij hun selectie verklaren de leden van de commissie schriftelijk dat zij:

1.

geen materieel belang hebben wat het verkrijgen van markttoegang door de deelnemende kandidaten betreft;

2.

geen personen zijn die overeenkomstig de handelswet „verbonden” zijn met de kandidaten of met leden van hun administratieve of toezichtsorganen;

3.

geen particulier belang hebben overeenkomstig de wet ter preventie en bekendmaking van belangenconflicten bij de selectie van een bepaalde luchtvaartmaatschappij.

(5)

De commissie onderwerpt de aanvragen en de ingediende documenten aan een onderzoek waarin wordt nagegaan of de kandidaten in aanmerking komen voor een evaluatie en waarin hun aanvragen worden onderzocht en een rangschikking van de in aanmerking genomen kandidaten wordt opgemaakt.

Artikel 12.

(1)

De commissie begint haar werkzaamheden op de in de beschikking aangegeven dag van opening van de mededingingsprocedure en stelt een inleidend protocol betreffende haar werkzaamheden op binnen 30 dagen na publicatie van die beschikking.

(2)

In het geval van wijziging van de datum en het uur van opening van de aanvragen, worden de kandidaten daarvan schriftelijk in kennis gesteld.

(3)

De commissie opent de enveloppen in orde van ontvangst en stelt een lijst op van de documenten die zij bevatten.

(4)

De kandidaten of hun aangewezen vertegenwoordigers kunnen aanwezig zijn bij de in lid 3 bedoelde werkzaamheden van de commissie.

(5)

De commissie onderzoekt de conformiteit van de kandidaten met de voorwaarden van artikel 4, alsook de conformiteit van de aanvragen met de eisen van artikel 10.

(6)

Op ieder moment kan de commissie de door de kandidaten verstrekte informatie controleren en kan zij, indien nodig, schriftelijk en binnen een bepaalde termijn verzoeken aanvullende bewijsstukken te verstrekken inzake de in de aanvraag vermelde voorwaarden.

Artikel 13.

(1)

De commissie weigert de deelname en, tijdens de procedure, de evaluatie van een kandidaat die niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 4 of die niet de krachtens artikel 10 vereiste documenten heeft toegezonden binnen de in lid 2 bedoelde termijn.

(2)

Wanneer wordt vastgesteld dat een krachtens artikel 10 vereist document ontbreekt, zendt de commissie de kandidaat dienaangaande een kennisgeving toe en geeft zij de kandidaat de mogelijkheid bedoeld document neer te leggen binnen een termijn van 10 dagen volgende op de datum van ontvangst van de kennisgeving.

(3)

De briefwisseling van de commissie met de kandidaten verloopt schriftelijk – de kennisgevingen worden persoonlijk, tegen ontvangstbewijs, afgegeven of worden per aangetekend schrijven, met ontvangstbewijs, of per fax toegezonden.

Artikel 14.

Gedurende de mededingingsprocedure zijn de kandidaten verplicht de commissie onmiddellijk in kennis te stellen van elke wijziging van de voorwaarden als bedoeld in de artikelen 4 en 10.

Artikel 15.

(1)

De commissie maakt een evaluatie van de kandidaten aan de hand van een puntensysteem met 5 punten waarbij de aanvragen worden getoetst aan elk van de volgende criteria:

1.

kwaliteit van de aangeboden dienst – routes, frequentie, type en configuratie van de luchtvaartuigen, type exploitatieactiviteit (geregeld of ongeregeld; vervoer van passagiers of vracht, dan wel gecombineerd vervoer; exploitatie van luchtvaartuigen in bezit/gehuurd al dan niet met bemanning; code-sharing; rechtstreekse vluchten of vluchten met tussenlanding), looptijd van de exploitatie, continuïteit van de dienstverlening, eventuele aansluiting van de luchtverbinding in kwestie met andere luchtverbindingen; extra dienstverlening;

2.

voldoen aan alle belangrijke categorieën van consumentenvraag en/of marktontwikkeling wat het verkrijgen van toegang tot nieuwe routes en de ontwikkeling van bestaande routes betreft;

3.

voordelen voor de consument (bijvoorbeeld aangeboden diensten, zoals de verkoop van tickets en de toegang van de consument tot die diensten);

4.

de prijs/kwaliteitsverhouding van de aangeboden dienst;

5.

de robuustheid van het bedrijfsplan;

6.

de bevordering van de mededinging tussen luchtvaartmaatschappijen, waaronder begrepen door de luchtvaartmaatschappijen geleverde diensten welke nieuw zijn voor de luchtverbinding in kwestie;

7.

het rationeel economisch gebruik van de verkeersrechten;

8.

de bijdrage tot de bescherming van het milieu – beperking van het geluidsniveau en van de schadelijke uitstoot.

(2)

De commissie stelt een rangschikking op van de kandidaten in afnemende orde, naar gelang van de verkregen score voor het geheel van de criteria. De kandidaat die de meeste punten heeft gekregen, staat als eerste gerangschikt.

Artikel 16.

(1)

De besluiten van de commissie worden bij meerderheid van stemmen genomen.

(2)

Met betrekking tot de resultaten van de mededingingsprocedure stelt de commissie een protocol op dat door al haar leden moet worden ondertekend.

(3)

Wanneer een commissielid het niet eens is met een commissiebesluit ondertekent hij het protocol met schriftelijke toevoeging van zijn tegengesteld advies.

(4)

Wanneer een commissielid om objectieve redenen niet in staat is zijn verplichtingen te vervullen en niet door een plaatsvervanger kan worden vervangen, wijst de minister van vervoer en informatie- en communicatietechnologieën bij beschikking een nieuw commissielid aan.

Artikel 17.

(1)

Na evaluatie van alle ingediende aanvragen stelt de commissie een inleidend protocol op dat wordt gepubliceerd op de officiële internetsite van het ministerie van vervoer, alsmede op die van de Algemene directie van de Burgerluchtvaartadministratie.

(2)

De kandidaten hebben één keer het recht om, binnen een termijn van 20 dagen na publicatie van het inleidend protocol, opmerkingen te maken en daarbij aanvullende documenten in te dienen. De commissie kan aanvullende informatie met betrekking tot het evaluatieproces opvragen, met vermelding van de termijn voor de ontvangst daarvan, die maximaal 10 dagen mag bedragen na ontvangst van het verzoek om aanvullende informatie.

(3)

Binnen een termijn van 7 dagen volgende op het verstrijken van de in lid 2 bedoelde termijn onderzoekt de commissie de gegeven opmerkingen en de verstrekte aanvullende informatie en stelt zij een definitief protocol op dat zij binnen 3 dagen na de opstelling daarvan toezendt aan de minister van vervoer.

Artikel 18.

Binnen 5 werkdagen na ontvangst van de werkprotocollen van de commissie maakt de minister van vervoer de rangschikking van de kandidaten bekend en wijst hij via een met redenen omklede beschikking de luchtvaartmaatschappij aan die, als eerst gerangschikte, geselecteerd is voor de luchtverbinding in kwestie.

Artikel 19.

(1)

In het geval er slechts één kandidaat aan de mededingingsprocedure heeft deelgenomen, gebeurt de selectie voor markttoegang door de minister van vervoer op voorwaarde dat bedoelde kandidaat voldoet aan de voorwaarden van artikel 4 en dat de aanvraag alle in artikel 10 bedoelde documenten en inlichtingen bevat.

(2)

De evaluatie van de conformiteit wordt verricht door de bij de beschikking van de minister van vervoer overeenkomstig artikel 11 opgerichte commissie.

(3)

Wanneer de kandidaat en de aanvraag aan de eisen voldoen, stelt de commissie de minister van vervoer voor de kandidaat voor de luchtverbinding in kwestie te selecteren.

(4)

De minister van vervoer stelt een beschikking overeenkomstig lid 3 vast binnen 5 werkdagen volgende op het einde van de werkzaamheden van de commissie en neemt de nodige maatregelen voor de aanwijzing van de kandidaat overeenkomstig de voorwaarden en procedure van de desbetreffende internationale overeenkomst.

(5)

Wanneer de kandidaat en de aanvraag niet aan de eisen voldoen, stelt de commissie de minister van vervoer voor de markttoegang bij beschikking te weigeren.

Artikel 20.

De voorzitter van de commissie stelt de kandidaten schriftelijk in kennis van de resultaten van de mededingingsprocedure binnen drie dagen volgende op de publicatie van de in de artikelen 18 en 19 bedoelde beschikkingen.

Artikel 21.

(1)

De als eerste gerangschikte kandidaat wordt geselecteerd voor de luchtverbinding overeenkomstig de voorwaarden en procedure van de desbetreffende internationale overeenkomst.

(2)

Binnen een termijn van 10 werkdagen volgende op het verstrijken van de termijn voor het aantekenen van beroep tegen de in artikel 18 bedoelde beschikking en als in die periode geen beroepschrift is ontvangen, neemt de minister van vervoer de nodige maatregelen om de selectieprocedure te starten.

Artikel 22.

(1)

Een geselecteerde luchtvaartmaatschappij die geen exploitatievergunning verkrijgt van de partij bij de internationale overeenkomst, stelt de Algemene directie van de Burgerluchtvaartadministratie onverwijld schriftelijk in kennis van die weigering.

(2)

De directeur-generaal van de Algemene directie van de Burgerluchtvaartadministratie neemt contact op met de bevoegde instantie van de partij bij de internationale overeenkomst om de redenen vast te stellen die de in lid 1 bedoelde weigering hebben gerechtvaardigd.

(3)

In het geval de weigering gerechtvaardigd is door het bepaalde in de internationale overeenkomst, wijst de minister van vervoer bij beschikking de na de eerste kandidaat gerangschikte luchtvaartmaatschappij aan als kandidaat om de luchtverbinding in kwestie te verzekeren en neemt hij de nodige maatregelen om deze kandidaat daadwerkelijk te selecteren.

Artikel 23.

Wanneer geen aanvraag voor deelname aan de mededingingsprocedure is ontvangen of wanneer geen enkele kandidaat voldoet aan de eisen van artikel 4 of overeenkomstig artikel 13 is toegelaten tot de evaluatieprocedure, stelt de commissie de minister van vervoer voor om de mededingingsprocedure bij beschikking te beëindigen.

DEEL VI

VERKRIJGEN VAN MARKTTOEGANG ZONDER MEDEDINGINGSPROCEDURE

Artikel 24.

Wanneer de internationale overeenkomst met een derde land niet voorziet in een beperking van de verkeersrechten, wordt de markttoegang zonder mededingingsprocedure aangeboden aan alle personen die een aanvraag hebben ingediend en die voldoen aan de voorwaarden van artikel 4.

Artikel 25.

(1)

De aanvraag voor markttoegang zonder mededingingsprocedure moet bij de Algemene directie van de Burgerluchtvaartadministratie worden ingediend in een gesloten en niet-transparante enveloppe, door de kandidaat of een door hem aangewezen vertegenwoordiger, persoonlijk of per post. Op de enveloppe moet worden vermeld: een correspondentieadres, een telefoonnummer en, zo mogelijk, een faxnummer en een elektronisch adres, alsook de luchtverbinding waarop de aanvraag betrekking heeft.

(2)

In de aanvraag moet worden vermeld: de luchtverbinding in kwestie, de vertrek- en aankomsttijden, het type luchtvaartuig, de het publiek aangeboden capaciteit, de frequentie van de diensten, het tarief van de vluchten en het all-in-tarief voor het luchtvervoer van passagiers.

Artikel 26.

De in artikel 25 bedoelde vraag wordt binnen een termijn van 15 dagen nadat zij is ontvangen onderzocht door de Algemene directie van de Burgerluchtvaartadministratie.

Artikel 27.

(1)

De Algemene directie van de Burgerluchtvaartadministratie verifieert de conformiteit van de aanvraag met de eisen van artikel 25 en de conformiteit van de kandidaat met de voorwaarden van artikel 4.

(2)

Wanneer de aanvraag volledig is bevonden en de kandidaat voldoet aan de eisen van deze beschikking, stelt de Algemene directie van de Burgerluchtvaartadministratie de minister van vervoer voor de nodige maatregelen te treffen om de kandidaat aan te wijzen voor exploitatie van de luchtverbinding in kwestie.

Artikel 28.

Voor kwesties die niet in het onderhavige deel zijn behandeld, gelden de regels van deel V.

DEEL VII

RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN GESELECTEERDE LUCHTVAARTMAATSCHAPPIJEN

Artikel 29.

(1)

Het recht op markttoegang tot de luchtverbinding in kwestie is verkregen vanaf de inwerkingtreding van het besluit tot selectie van de luchtvaartmaatschappij overeenkomstig de toepasselijke internationale wetgeving en de burgerluchtvaartwet.

(2)

Het recht op markttoegang op de luchtverbinding in kwestie is onbeperkt van duur, tenzij andersluidende bepalingen in het selectiebesluit, en is niet overdraagbaar of toewijsbaar.

Artikel 30.

Het recht op markttoegang wordt opgeschort bij de inwerkingtreding van een besluit tot intrekking van de selectie in het geval van één van de omstandigheden als bedoeld in artikel 32 of in artikel 34, lid 5.

Artikel 31.

(1)

De geselecteerde luchtvaartmaatschappij moet de exploitatie van de luchtverbinding in kwestie beginnen uiterlijk 6 maanden volgende op de inwerkingtreding van het besluit waarbij die maatschappij geselecteerd is.

(2)

De geselecteerde luchtvaartmaatschappij mag de exploitatie van de luchtverbinding in kwestie niet onderbreken gedurende een periode van meer dan 6 maanden.

(3)

Wanneer de luchtvaartmaatschappij de luchtverbinding in kwestie niet kan exploiteren om redenen van overmacht, moet zij daarvan de minister van vervoer en de directeur van de Algemene directie van de Burgerluchtvaartadministratie op de hoogte stellen uiterlijk 7 dagen nadat de desbetreffende omstandigheden zich voordoen.

(4)

De geselecteerde luchtvaartmaatschappij heeft de verplichting de bepalingen van de internationale overeenkomst en van het selectiebesluit in acht te nemen en de haar toegekende verkeersrechten op rationele wijze te gebruiken.

Artikel 32.

Na raadpleging van de geselecteerde luchtvaartmaatschappij stelt de Algemene directie van de Burgerluchtvaartadministratie de minister van vervoer voor de nodige maatregelen te treffen om de exploitatievergunning in te trekken wanneer de luchtvaartmaatschappij:

1.

de Algemene directie van de Burgerluchtvaartadministratie op de hoogte heeft gesteld van haar voornemen de exploitatie van de luchtverbinding in kwestie stop te zetten;

2.

de exploitatie van de luchtverbinding in kwestie niet binnen zes maanden volgende op haar selectie is begonnen of de exploitatie van de luchtverbinding gedurende een periode van zes maanden heeft onderbroken, behalve wanneer die onderbreking een gevolg is van overmacht;

3.

niet langer voldoet aan de voorwaarden van artikel 4, behalve wanneer zij een tijdelijke vergunning heeft verkregen overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1008/2008;

4.

niet langer voldoet aan de voorwaarden van het selectiebesluit of de internationale overeenkomst.

DEEL VIII

TOEZICHT

Artikel 33.

(1)

Het toezicht op de toepassing van deze beschikking wordt uitgeoefend overeenkomstig artikel 166, lid 1, de punten 1, 3, 4 en 13, en lid 2 tot en met 4, van de burgerluchtvaartwet.

(2)

De Algemene directie van de Burgerluchtvaartadministratie kan op ieder moment verifiëren of de luchtvaartmaatschappijen de eisen van de internationale overeenkomst, het bepaalde in deze beschikking en de voorwaarden van het selectiebesluit in acht neemt.

Artikel 34.

(1)

Iedere op het grondgebied van de Republiek Bulgarije gevestigde communautaire luchtvaartmaatschappij kan bij de Algemene directie van de Burgerluchtvaartadministratie beroep aantekenen tegen de selectie van een andere luchtvaartmaatschappij op grond van het onvermogen van die maatschappij om een rationeel gebruik te maken van de verkeersrechten die zij heeft verkregen voor een luchtverbinding waarvoor een beperking van de verkeersrechten van kracht is.

(2)

Bedoeld beroep is ontvankelijk wanneer het wordt ingesteld nadat een minimumtermijn van 3 jaar, te rekenen vanaf de inwerkingtreding van het selectiebesluit of vanaf de vorige verificatie, is verstreken.

(3)

De minister van vervoer wijst een commissie overeenkomstig artikel 11 aan om het beroep te onderzoeken binnen een termijn van 30 dagen na de instelling ervan.

(4)

Het beroep moet de in artikel 10 bedoelde informatie bevatten.

(5)

De commissie stelt de minister van vervoer voor een nieuwe mededingingsprocedure overeenkomstig het bepaalde in deel V op te starten wanneer zij van mening is dat de luchtvaartmaatschappij die het beroep heeft aangetekend kan waarborgen dat zij de verkeersrechten op de luchtverbinding in kwestie op een rationelere wijze zal kunnen gebruiken dan de oorspronkelijk geselecteerde maatschappij.

(6)

De commissie stelt de minister van vervoer voor te weigeren een nieuwe mededingingsprocedure op te starten wanneer zij van oordeel is dat de luchtvaartmaatschappij die het beroep heeft aangetekend niet kan waarborgen dat zij de verkeersrechten op de luchtverbinding in kwestie op een rationelere wijze zal kunnen gebruiken dan de oorspronkelijk geselecteerde maatschappij.

Artikel 35.

Tegen de besluiten van de minister van vervoer en van de directeur-generaal van de Algemene directie van de Burgerluchtvaartadministratie kan beroep worden aangetekend overeenkomstig het bepaalde in het Handboek Administratieve procedure.

Aanvullende bepaling

§ 1.

In de zin van deze beschikking wordt verstaan onder

1.

„bedrijfsplan”, het bedoelde in de definitie van artikel 2, punt 12, van Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PB L 293 van 31 oktober 2008), hieronder „Verordening EG nr. 1008/2008” genoemd;

2.

„communautaire luchtvaartmaatschappij”, het bedoelde in de definitie van artikel 2, punt 11, van verordening 1008/2008;

3.

„capaciteit”, het aantal binnen een vastgestelde periode aan het publiek aangeboden zitplaatsen op een bepaalde luchtverbinding;

4.

„internationale overeenkomst met een derde land”, een bilaterale of multilaterale regeling of een overeenkomst inzake luchtdiensten (luchtvervoer) met een derde land, zoals bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 847/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake onderhandelingen over en de uitvoering van overeenkomsten inzake luchtdiensten tussen lidstaten en derde landen (PB L 157 van 30 april, 2004);

5.

„exploitatievergunning”, een vergunning afgegeven overeenkomstig het bepaalde in Verordening EG nr. 1008/2008 of overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen;

6.

„exploitatiepunt”, een door de partijen bij de overeenkomst aangegeven stad en/of een luchthaven waarlangs de luchtverbinding in kwestie passeert;

7.

„verkeersrechten”, rechten op toegang tot luchtroutes, het aanwijzen van luchtvaartmaatschappijen, het aanbieden van capaciteit of exploitatiefrequenties, het overvliegen van grondgebied, landing, stationering van luchtvaartuigen, vervanging van luchtvaartuigen, code-sharing, franchising, leasing van luchtvaartuigen, levering van intermodale diensten, het luchtvervoer van passagiers, vracht en/of post, het gebruik van de vrijheden van de lucht, enz.

Overgangs- en slotbepalingen

§ 2.

Deze beschikking is vastgesteld op basis van artikel 7, lid 3, derde zin, en artikel 50, lid 5, van de burgerluchtvaartwet.

§ 3.

Bij deze beschikking worden maatregelen op nationaal niveau vastgesteld voor de toepassing van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 847/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake onderhandelingen over en de uitvoering van overeenkomsten inzake luchtdiensten tussen lidstaten en derde landen.

§ 4.

Beschikking nr. 2408 van 31 mei 2005 betreffende de markttoegang voor luchtvaartmaatschappijen (afgekondigd, Staatsblad van de Bulgaarse Republiek, nr. 48, 10.6.2005) is ingetrokken.

§ 5.

(1)

Beperkte verkeersrechten, toegekend vóór de inwerkingtreding van deze beschikking, worden uitgeoefend overeenkomstig de eisen van deze beschikkingen en kunnen worden ingetrokken op grond van het bepaalde daarin.

(2)

In verband met selecties die zijn gebeurd vóór de inwerkingtreding van deze beschikking, is het eerste beroep overeenkomstig artikel 34 ontvankelijk indien het niet eerder dan 5 jaar na de inwerkingtreding van het selectiebesluit is ingesteld.

§ 6.

Uiterlijk 7 werkdagen volgende op de publicatie van deze beschikking in het Staatsblad van de Bulgaarse Republiek zendt de minister van Vervoer de Europese Commissie de tekst van de beschikking toe met het oog op publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 847/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake onderhandelingen over en de uitvoering van overeenkomsten inzake luchtdiensten tussen lidstaten en derde landen.

Aleksandar TSVETKOV

Minister van Vervoer en Informatie- en Communicatietechnologieën


V Adviezen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Raad

23.6.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 163/13


Openbare oproep tot kandidaatstelling voor het ambt van rechter bij het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie

2010/C 163/04

1.

De Raad heeft bij Besluit 2004/752/EG, Euratom (1) het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie ingesteld. Dit gerecht, dat toegevoegd is aan het Gerecht van de Europese Unie, waar het zijn zetel bij heeft, is overeenkomstig artikel 270 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bevoegd in eerste aanleg uitspraak te doen in geschillen tussen de Unie en haar personeelsleden, met inbegrip van geschillen tussen de organen of bureaus en hun personeelsleden waarvoor het Hof van Justitie van de Europese Unie bevoegd is verklaard.

2.

Het Gerecht voor ambtenarenzaken bestaat uit zeven rechters, uit wier midden zijn president wordt gekozen. De rechters worden benoemd voor een periode van zes jaar; zij zijn herbenoembaar. De rechters worden door de Raad met eenparigheid van stemmen benoemd na raadpleging van een comité bestaande uit zeven leden: voormalige leden van het Hof van Justitie van de Europese Unie of van het Gerecht van de Europese Unie of personen die bekend staan als kundige rechtsgeleerden. Het comité geeft advies over de geschiktheid van de kandidaten voor de uitoefening van het ambt van rechter bij het Gerecht voor ambtenarenzaken. Het voegt bij dit advies een lijst van de kandidaten met de meest passende ervaring op hoog niveau. Het aantal kandidaten op deze lijst dient op zijn minst het dubbele te bedragen van het aantal te benoemen rechters.

3.

Het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van het ambt van rechter zijn vastgesteld in bijlage I, artikel 5, van het Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Hun salarissen, pensioenen en vergoedingen zijn vastgesteld bij Verordening (EG, Euratom) nr. 202/2005 van de Raad van 18 januari 2005 tot wijziging van Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie en de president, de leden en de griffier van het Gerecht van eerste aanleg (2).

4.

Omdat het mandaat van drie rechters van het Gerecht voor ambtenarenzaken afloopt op 30 september 2011, wordt een oproep tot kandidaatstelling gedaan met het oog op de benoeming van drie rechters voor de periode van 1 oktober 2011 tot en met 30 september 2017.

5.

Ingevolge artikel 257 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, juncto bijlage I, artikel 3, van het Protocol betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie moeten de kandidaten voor het ambt van rechter voldoen aan de volgende voorwaarden:

alle waarborgen voor onafhankelijkheid bieden,

bekwaam zijn rechterlijke ambten te bekleden,

burger van de Unie zijn.

De aandacht van de kandidaten wordt erop gevestigd dat bovengenoemd comité niet alleen zal onderzoeken of aan deze minimumvoorwaarden is voldaan, maar daarnaast met name rekening zal houden met de bekwaamheid van de kandidaten om in een collegiale structuur te werken in een multinationale en meertalige omgeving en met de aard, het niveau en de duur van hun voor het te vervullen ambt relevante ervaring.

6.

De kandidaten dienen bij hun sollicitatie hun curriculum vitae, een schriftelijke motivering van hun sollicitatie en een fotokopie van de bewijsstukken te voegen.

De sollicitaties dienen te worden toegestuurd aan het volgende adres:

Secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie

Oproep tot kandidaatstelling voor het Gerecht voor ambtenarenzaken

Kamer 20 40 GM 23

Wetstraat 175

1048 Brussel

BELGIË

De sollicitaties dienen uiterlijk op 23 juli 2010 (datum van poststempel) en uitsluitend bij aangetekende brief te worden toegestuurd.

Om de behandeling van de kandidaatstellingen te vergemakkelijken, wordt de kandidaten verzocht hun curriculum vitae en de schriftelijke motivering van hun sollicitatie eveneens per e-mail toe te sturen, bij voorkeur in Word-formaat (niet in PDF-formaat), aan het volgende adres:

cdstfp@consilium.europa.eu

De elektronische toezending vervangt geenszins de aangetekende toezending van de stukken, en heeft geen enkel gevolg voor de aanvaardbaarheid van de kandidaatstellingen.


(1)  PB L 333 van 9.11.2004, blz. 7.

(2)  PB L 33 van 5.2.2005, blz. 1.


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

23.6.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 163/15


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.5865 — Teva/Ratiopharm)

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 163/05

1.

Op 14 juni 2010 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Teva Pharmaceutical Industries Limited („Teva”, Israël) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening de volledige zeggenschap verkrijgt over Merckle GmbH, CT Arzneimittel GmbH en AbZ-Pharma GmbH (tezamen het concern „Merckle/Ratiopharm” of „Ratiopharm”, Duitsland) door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Teva: ontwikkeling, productie en verhandeling van generieke geneesmiddelen en merkgeneesmiddelen, alsook van biofarmaceutische producten en werkzame farmaceutische bestanddelen,

Ratiopharm: ontwikkeling, productie en verhandeling van generieke geneesmiddelen en biofarmaceutische producten.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.5865 — Teva/Ratiopharm, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

23.6.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 163/16


Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2010/C 163/06

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

WIJZIGINGSAANVRAAG

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

Wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 9

„CHIANTI CLASSICO”

EG-Nr.: IT-PDO-0105-0108-05.12.2003

BGA ( ) BOB ( X )

1.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft:

Naam van het product

Image

Beschrijving van het product

Geografisch gebied

Image

Bewijs van de oorsprong

Image

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Verband

Etikettering

Nationale eisen

Overige (nader aan te geven)

2.   Aard van de wijziging:

Image

Wijziging van het enige document of de samenvatting

Wijziging van het productdossier voor een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document en ook geen samenvatting is bekendgemaakt

Wijziging van het productdossier waarvoor geen wijziging van het bekendgemaakte enige document nodig is (artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

Tijdelijke wijziging van het productdossier als gevolg van een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die is opgelegd door de overheid (artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

3.   Wijziging(en):

3.1.   Beschrijving van het product:

Naar aanleiding van de goedkeuring van Verordening (EG) nr. 640/2008 is de organoleptische beoordeling gewijzigd en zijn de woorden „fruitig olijfaroma” en „gras en/of blad” geschrapt. Het nieuwe organoleptische fiche voorziet in grotere intensiteitsintervallen, mede vanwege de klimaatveranderingen van de laatste jaren.

De chemische beoordeling geeft een tocoferolgehalte van meer dan 140 ppm en een oliezuurgehalte van meer dan 72 %.

De vaststelling van het tocoferolgehalte op meer dan 140 ppm in plaats van 150 ppm in het vorige productdossier heeft te maken met de aard van de gehanteerde analysemethode. De waarde van 150 ppm was het resultaat van de analyse van een reeks monsters van olieproducten uit het grondgebied van de Chianti Classico en van een tienjarige studie over de kwalitatieve eigenschappen van de olie. Het tocoferolgehalte werd toen vastgesteld aan de hand van de analysemethode die door het Istituto per le sostanze grasse di Milano was ontwikkeld. Nu wordt door het laboratorium voor de kwalitatieve analyse van olie echter een andere norm gehanteerd bij de analysemethode voor de bepaling van het tocoferolgehalte. De verschillende analysemethoden geven een licht afwijkend resultaat. Het voorstel om het tocoferolgehalte te verlagen tot 140 ppm moet derhalve worden beschouwd als een aanpassing om rekening te houden met de nieuwe analysemethode en niet als een verlaging van het niveau.

Wat het oliezuurgehalte betreft, is het rijpingsproces van de olijven vertraagd door de ongunstige klimaatontwikkeling, waardoor de biochemische processen trager op gang kwamen en de waarden lager uitvielen.

3.2.   Bewijs van de oorsprong:

De wijziging wordt voorgesteld om de samenvatting in overeenstemming te brengen met de eisen van Verordening (EG) nr. 510/2006.

3.3.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product:

Voortaan mag de temperatuur in de extractie-installaties niet meer dan 27 °C bedragen.

Deze wijziging was noodzakelijk om de „Chianti Classico”-olie met de vermelding „koude extractie” op de markt te kunnen brengen.

De wijzigingsaanvraag is ingediend door het Consorzio Olio DOP Chianti Classico, Via degli Scopeti 155, Località Sant’Andrea in Percussiva, San Casciano Val di Pesa (FI).

Diezelfde vereniging, die op 1 december 1989 is opgericht bij notariële akte, heeft ook de aanvraag tot registratie van de benaming „Chianti Classico” ingediend. Voorts heeft het ministerie de samenstelling van de groep aandeelhouders gecontroleerd: de leden van de categorie „olijventelers” zijn goed voor ten minste tweederde van de gecontroleerde productie. In datzelfde consortium zijn ook de categorieën „bottelaars” en „molenaars” vertegenwoordigd.

SAMENVATTING

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„CHIANTI CLASSICO”

EG-Nr.: IT-PDO-0117-0108-05.12.2003

BOB ( X ) BGA ( )

Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.

1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

Naam:

Ministero delle Politiche Agricole Alimentari e Forestali

Adres:

Via XX Settembre 20

00187 Rome RM

ITALIA

Tel.

+39 0646655106

Fax

+39 0646655306

E-mail:

saco7@politicheagricole.gov.it

2.   Groepering:

Naam:

Consorzio di tutela della denominazione di origine protetta olio extravergine di oliva «Chianti Classico»

Adres:

Via Scopeti 155

Sant’Andrea in Percussiva

50026 San Casciano in Val di Pesa FI

ITALIA

Tel.

+39 0558228511

Fax

+39 0558228173

E-mail:

oliodop@chianticlassico.com

Samenstelling:

Producenten/verwerkers ( X ) andere ( )

3.   Productcategorie:

Categorie 1.5 —

extra olijfolie van eerste persing

4.   Productdossier:

(samenvatting van de bij artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)

4.1.   Naam:

„Chianti Classico”

4.2.   Beschrijving:

Olijfolie van eerste persing „Chianti Classico” wordt gewonnen uit olijven van olijfgaarden die zijn ingeschreven in het register en die voor ten minste 80 % bestaan uit bomen van de rassen Frantoio, Correggiolo, Moraiolo, Leccino, alleen of samen, en voor ten hoogste 20 % uit bomen van andere rassen die eigen zijn aan het gebied.

Wanneer het voor consumptie in de handel wordt gebracht, moet het product de volgende kenmerken hebben:

zuurgraad (uitgedrukt in oliezuur): ten hoogste 0,5 %;

peroxiden: ten hoogste 12 (meq zuurstof);

extinctie in het ultraviolette gebied: K 232: ten hoogste 2,1 en K 270: ten hoogste 0,2;

gehalte aan oliezuur > 72 %;

totaal CMP (fenolische anti-oxidantia, methode van het proefstation voor de olie- en vettenindustrie): meer dan 150 ppm;

totaal tocoferolen: meer dan 140 ppm.

De olie moet bovendien:

een kleur hebben die varieert van intens groen tot groen met gouden glans;

een duidelijk fruitig olijfoliearoma bezitten.

Bij de Panel-test moeten de volgende resultaten worden behaald:

a)

groen-fruitig: 3-8

b)

bitter: 2-8

c)

pikant: 2-8

4.3.   Geografisch gebied:

Het productiegebied van de olie „Chianti Classico” omvat het administratieve grondgebied van de volgende gemeenten in de provincies Siena en Firenze: het hele grondgebied van Castellina in Chianti, Gaiole in Chianti, Radda in Chianti en Greve in Chianti, het grondgebied van S. Giusmé en Vagliagli in Castelnuovo Berardenga, en bepaalde delen van de gemeenten Barberino Val d’Elsa, Poggibonsi, San Casciano in Val di Pesa en Tavarnelle Val di Pesa.

Dit gebied komt overeen met het productiegebied van de wijn „Chianti Classico”, dat reeds is beschreven in het interministerieel decreet van 31.7.1932, bekendgemaakt in het Italiaanse publicatieblad (Gazzetta ufficiale) nr. 209 van 9.9.1932.

4.4.   Bewijs van de oorsprong:

Elke afzonderlijke productiefase moet worden bewaakt door middel van registratie van de inkomende en uitgaande producten. Met het oog hierop zijn alle marktdeelnemers in de sector verplicht de speciale vervoersdocumenten in te vullen waarin het controleplan voorziet. De vervoersdocumenten moeten worden gebruikt bij alle verplaatsingen van partijen olijven en/of olie en moeten alle gegevens bevatten die nodig zijn om de in punt 4.3 vastgestelde oorsprong van het product te garanderen en moeten kunnen worden geraadpleegd door het controleorgaan in het kader van de controles. Op deze wijze en via de inschrijving van de olijfgaarden, de producenten, de oliemolens en de bottelaars in speciale lijsten die door het controleorgaan worden beheerd, wordt de traceerbaarheid van het product gegarandeerd. Alle natuurlijke of rechtspersonen die in deze lijsten zijn ingeschreven, worden door het controleorgaan gecontroleerd overeenkomstig het productdossier en het betrokken controleplan.

4.5.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product:

De olijventeelt in dit gebied vindt plaats tussen de isohyeten van 650 mm en 850 mm en de isothermen van 12,5 °C en 15 °C, in olijfgaarden die meer dan 200 m boven de zeespiegel liggen, op heuvelachtige gronden met een subalkalische pH. Van de productie van „Chianti Classico”-olie zijn uitgesloten de olijfgaarden die niet aan deze voorwaarden voldoen of die zijn gelegen in delen van het grondgebied waarvoor niet kan worden gegarandeerd dat de verbouwing plaatsvindt zoals het hoort, of waar de milieu- en bodemkenmerken verschillen van de rest van het grondgebied.

De olijven moeten rechtstreeks van de bomen worden geoogst, eventueel op netten of doeken, worden vervoerd en bewaard in stapelbare kisten met luchtdoorlatende wanden en bodem, in lagen van niet meer dan 30 cm dik. De olijven mogen eventueel worden bewaard in frisse en verluchte lokalen, tot maximaal drie dagen na de oogst. Ze moeten in vorengenoemde kisten of in andere geschikte recipiënten naar de olieslagerij worden vervoerd. Hiervoor mogen geen zakken of balen worden gebruikt.

De bewaring in de olieslagerij voordat ze worden vermalen, moet plaatsvinden in geschikte lokalen en recipiënten die garanderen dat de aangevoerde producten hun kwaliteitskenmerken behouden.

De olijven moeten binnen 24 uur na de levering aan de olieslagerij, die in het productiegebied van de olijfolie moet zijn gelegen, worden verwerkt.

De „Chianti Classico”-olie moet, na het wassen van de olijven met water op omgevingstemperatuur, worden gewonnen volgens degelijke en constante mechanische en fysische methodes, die onder meer inhouden dat de te persen olijvenpasta niet warmer mag zijn dan 27 °C en dat methoden moeten worden gebruikt waarvan is bewezen dat ze de fysische en chemische kenmerken en de typische en traditionele organoleptische eigenschappen van de olie niet wijzigen.

Elke producent of andere rechthebbende mag opeenvolgende partijen verwerkte olijven vermengen in dezelfde bedrijfseenheid. Binnen het in punt 4.3 bedoelde grondgebied is ook het vervoer naar en vermenging met producten van andere producenten toegestaan voor partijen olijven en olijfolie die aan de in het productdossier bepaalde voorschriften voldoen. „Chianti Classico”-olie mag in geen geval worden vermengd met andere oliën, zelfs indien dit ook extra olijfoliën van de eerste persing zijn, die buiten het in punt 4.3 beschreven gebied zijn geproduceerd, of die in hetzelfde gebied zijn geproduceerd maar in andere jaren of uit partijen die zijn gewonnen uit olijven die zijn geoogst na afloop van de toegestane oogsttermijn, die loopt tot en met 31 december van elk jaar.

De olijfolieproductie mag niet hoger zijn dan 650 kg per jaar voor olijfgaarden met een plantdichtheid van ten minste 200 planten.

Voor olijfgaarden met een geringere plantdichtheid mag de productie niet hoger zijn dan 3,25 kg per plant.

De „Chianti Classico”-olie mag uitsluitend worden gewonnen uit gezonde olijven die volgens de meest geschikte teeltmethodes zijn verkregen.

De lokalen en de recipiënten voor de opslag van de olie moeten een optimale bewaring van het product garanderen.

De olie die aan de voorschriften van het productdossier voldoet, moet worden gebotteld binnen drie maanden nadat de geschiktheid ervan is erkend. Na afloop van deze botteltermijn moet de olie opnieuw worden beoordeeld voordat ze mag worden gebotteld.

De „Chianti Classico”-olie mag worden gebotteld tot en met 31 oktober van het jaar waarin ze is geproduceerd en mag tot de daaropvolgende maand februari voor consumptie in het verkeer worden gebracht.

Op de etikettering van de „Chianti Classico”-olie moet steeds duidelijk het productiejaar worden vermeld.

De „Chianti Classico”-olie moet worden gebotteld in het productiegebied, in glazen recipiënten met een inhoud die maximaal 5 liter mag bedragen; voor verpakkingen van 3 tot en met 5 liter mogen ook metalen recipiënten worden gebruikt. De verpakkingen moeten hermetisch worden afgesloten op een zodanige wijze dat bij opening het garantiezegel wordt verbroken.

4.6.   Verband:

De kenmerken van het product vloeien voort uit de bijzondere bodem en het klimaat in het gebied. Het gebied wordt gevormd door een qua bodem en klimaat vrij homogene plaat, die wordt gekenmerkt door een zacht en droog najaar (vóór december regent het weinig maar zeer intens), waarvan bekend is dat ze de olie karakter en smaak verleent; bovendien draagt de vroege oogst, die traditioneel nodig is om de eerste najaarsvorst, die de vruchten kan beschadigen, voor te zijn, bij tot de „krachtige” smaak die kenmerkend is voor de olie, hoewel hij een nadelige invloed heeft op de geoogste hoeveelheid.

Qua mileu ligt het gebied, in zijn geheel genomen, op de grens voor de olijventeelt (isothermen 13 en 14,5) en dit heeft ook een invloed op de vruchtzetting, waarbij de vruchten worden geoogst zodra ze rijp zijn en traditioneel rechtstreeks van de plant worden geplukt; de warmtebehoefte bepaalt ook de vorm van de boom (in het algemeen een open vaasvorm) en ook de distributie van warmte en licht in het gewas.

Het grondgebied heeft specifieke klimatologische en waterhuishoudkundige kenmerken en is reeds sedert 1300 geografisch duidelijk omschreven.

De „Chianti Classico”-olie is het product van een eeuwenoude traditie die van generatie op generatie is overgeleverd; de bevolkingsaangroei, religieuze motieven in verband met rituelen, en ceremonies die voorzagen in het gebruik van olie, en, niet het minst, de voedingsbehoeften voortvloeiend uit het voedingspatroon van de bevolkingen die leefden tussen Siena en Florence, hebben de olijfolieproductie mettertijd sterk gestimuleerd, waardoor grote bosgebieden zijn omgevormd tot olijfgaarden en wijngaarden, die hebben bijgedragen tot de buitengewone aantrekkingskracht die het Toscaanse landschap tussen de steden Firenze en Siena uitoefent.

Een nog duidelijkere erkenning van het productiegebied was de afkondiging van een edict in 1716 waarmee hertog Cosimo III het huidige grondgebied afbakende om de waarde en de bijzondere eigenschappen van de wijnbouw- en olijfbouwproducten van het gebied te bevestigen; een soort voorloper van de BOB. In het „Trattato teorico-pratico completo sull’ulivo” van G. Tavanti werden reeds in 1819 de voornaamste rassen van het Chianti Classico-gebied vermeld.

De teeltmethodes, de bijzondere kenmerken van de bodem en het klimaat in het gebied, de specifieke knowhow en het onderzoek op het gebied van de olijventeelt dragen ertoe bij dat extra olijfolie van de eerste persing wordt verkregen van optimale kwaliteit en met bijzondere kwaliteitskenmerken.

4.7.   Controlestructuur:

Naam:

Camera di Commercio Industria, Agricoltura e Artigianato di Firenze Servizio attività e promozione agricoltura. Ufficio certificazioni olio d’oliva e altri prodotti tipici

Adres:

Piazza dei Giudici 3

50122 Firenze FI

ITALIA

Tel.

+39 0552795507

Fax

+39 0552795522

E-mail:

4.8.   Etikettering:

Op de etiketten van de recipiënten moeten, afgezien van de normale vermeldingen waarin bij de geldende wetten en handelsvoorschriften is voorzien, ook de vermelding „Olio extravergine di oliva Chianti Classico”, onmiddellijk gevolgd door de vermelding „Denominazione di origine protetta” (Beschermde herkomstbenaming) worden vermeld en moet ook duidelijk en onuitwisbaar het productiejaar worden vermeld.

Aan de benaming mogen geen aanduidingen worden toegevoegd waarin niet uitdrukkelijk door het productdossier is voorzien. Het is wel toegestaan op de etiketten merken van consortia, namen van bedrijven, landgoederen, landbouwbedrijven en plaatsaanduidingen die verwijzen naar werkelijke plaatsen waar olijven worden geproduceerd, te vermelden.

De beschermde benaming moet op het etiket worden vermeld in duidelijk leesbare en onuitwisbare letters, in een kleur die duidelijk afsteekt tegen die van het etiket; de letters die voor eventuele aanvullende aanduidingen worden gebruikt, mogen in geen geval groter zijn dan 50 % van de hoogte van de letters waarmee de benaming wordt vermeld.


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.