ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 143

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

58e jaargang
9 juni 2015


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Verordening (EU) 2015/878 van de Raad van 8 juni 2015 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1352/2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Jemen

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/879 van de Raad van 8 juni 2015 tot uitvoering van artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1352/2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Jemen

3

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/880 van de Commissie van 4 juni 2015 betreffende de verlenging van de overgangsperioden in verband met de eigenvermogensvereisten voor blootstellingen met betrekking tot centrale tegenpartijen in de Verordeningen (EU) nr. 575/2013 en (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 )

7

 

 

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/881 van de Commissie van 8 juni 2015 tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

9

 

 

BESLUITEN

 

*

Besluit (GBVB) 2015/882 van de Raad van 8 juni 2015 tot wijziging van Besluit 2014/932/GBVB betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Jemen

11

 

*

Besluit (GBVB) 2015/883 van de Raad van 8 juni 2015 tot wijziging en verlenging van Besluit 2010/565/GBVB betreffende de adviserende en bijstandverlenende missie van de Europese Unie op het gebied van hervorming van de veiligheidssector in de Democratische Republiek Congo (EUSEC RD Congo)

14

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Richtlijn 2014/41/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende het Europees onderzoeksbevel in strafzaken ( PB L 130 van 1.5.2014 )

16

 

*

Rectificatie van Besluit nr. 1 van de Stabilisatie- en associatieraad EU-Servië van 21 oktober 2013 tot vaststelling van zijn reglement van orde [2015/857] ( PB L 135 van 2.6.2015 )

16

 

*

Rectificatie van de definitieve vaststelling (EU, Euratom) 2015/367 van de gewijzigde begroting nr. 3 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2014 ( PB L 73 van 17.3.2015 )

17

 

*

Rectificatie van Verordening (EU) nr. 204/2011 van de Raad van 2 maart 2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië ( PB L 58 van 3.3.2011 )

23

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

9.6.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 143/1


VERORDENING (EU) 2015/878 VAN DE RAAD

van 8 juni 2015

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1352/2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Jemen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit 2014/932/GBVB van de Raad van 18 december 2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Jemen (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit 2014/932/GBVB van de Raad geeft uitvoering aan Resolutie (UNSCR) 2140 (2014) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 26 februari 2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Jemen, en voorziet in inreisbeperkingen en in de bevriezing van tegoeden en economische middelen voor bepaalde personen die zijn aangewezen door het comité dat is ingesteld bij punt 19 van UNSCR 2140 (2014).

(2)

Verordening (EU) nr. 1352/2014 van de Raad (2) geeft uitvoering aan Besluit 2014/932/GBVB.

(3)

Op 14 april 2015 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 2216 (2015) goedgekeurd, waarbij het toepassingsgebied van de aanwijzingscriteria werd uitgebreid en werd voorzien in een wapenembargo voor, of ten behoeve van, de aangewezen personen en entiteiten en de personen die namens hen of op hun aanwijzing handelen in Jemen. Bij Besluit (GBVB) 2015/882 van de Raad (3) tot wijziging van Besluit 2014/932/GBVB heeft de Raad dienovereenkomstig tot uitbreiding van het toepassingsgebied van de aanwijzingscriteria besloten.

(4)

Enkele van die maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en derhalve is EU-regelgeving noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging ervan, met name om te garanderen dat deze maatregelen in alle lidstaten uniform door de marktdeelnemers worden toegepast.

(5)

Verordening (EU) nr. 1352/2014 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 1352/2014 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 1 wordt het volgende punt toegevoegd:

„j)   „technische bijstand”: elke technische steun in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienst; technische bijstand kan de vorm aannemen van bijvoorbeeld instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten, met inbegrip van mondelinge vormen van bijstand.”

.

2)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 1 bis

Er geldt een verbod op:

a)

het verstrekken van technische bijstand in verband met militaire activiteiten en het verstrekken, fabriceren, onderhouden en gebruiken van wapentuig en alle soorten aanverwant materieel, met inbegrip van wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting en reserveonderdelen daarvoor, direct of indirect, aan natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen vermeld in bijlage I;

b)

het verstrekken van financiering of financiële steun in verband met militaire activiteiten, met inbegrip van met name subsidies, leningen en exportkredietverzekering, alsmede verzekering en herverzekering, voor de verkoop, de levering, de overdracht of de uitvoer van wapentuig en aanverwant materieel, of voor de levering van verwante technische bijstand, direct of indirect, aan natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen vermeld in bijlage I.”

.

3)

Aan artikel 3, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:

„d)

handelingen die een schending zijn van het wapenembargo dat is ingesteld bij artikel 1 van Besluit 2014/932/GBVB of handelingen die de levering van humanitaire bijstand aan Jemen of de toegang tot, of verdeling van, humanitaire bijstand in Jemen belemmeren.”

.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 8 juni 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

D. REIZNIECE-OZOLA


(1)  PB L 365 van 19.12.2014, blz. 147.

(2)  Verordening (EU) nr. 1352/2014 van de Raad van 18 december 2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Jemen (PB L 365 van 19.12.2014, blz. 60).

(3)  Besluit (GBVB) 2015/882 van de Raad van 8 juni 2015 tot wijziging van Besluit 2014/932/GBVB betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Jemen (zie bladzijde 11 van dit Publicatieblad).


9.6.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 143/3


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/879 VAN DE RAAD

van 8 juni 2015

tot uitvoering van artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1352/2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Jemen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1352/2014 van de Raad van 18 december 2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Jemen (1), en met name artikel 15, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 18 december 2014 heeft de Raad Verordening (EU) nr. 1352/2014 vastgesteld.

(2)

Op 14 april 2015 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 2216 (2015) aangenomen, waarin onder meer twee nieuwe personen worden aangewezen voor wie beperkende maatregelen dienen te gelden.

(3)

Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1352/2014 moet bijgevolg dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1352/2014 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 8 juni 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

D. REIZNIECE-OZOLA


(1)  PB L 365 van 19.12.2014, blz. 60.


BIJLAGE

„BIJLAGE I

LIJST VAN PERSONEN, ENTITEITEN EN LICHAMEN BEDOELD IN ARTIKEL 2

A.   PERSONEN

1.

Abdullah Yahya AL HAKIM (aliassen: a) Abu Ali al Hakim; b) Abu-Ali al-Hakim; c) Abdallah al-Hakim; d) Abu Ali Alhakim; e) Abdallah al-Mu'ayyad)

Naam in oorspronkelijk schrift: Image

Hoedanigheid: Onderbevelhebber Houthi-groep. Adres: Dahyan, gouvernement Sa'dah, Jemen. Geboortedatum: a) Rond 1985; b) Tussen1984 en 1986. Geboorteplaats: a) Dahyan, Jemen; b) gouvernement Sa'dah, Jemen. Nationaliteit: Jemenitisch. Overige informatie: Geslacht: mannelijk. Datum plaatsing op de VN-lijst:7.11.2014.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdullah Yahya al Hakim werd op 7 november 2014 op de lijst geplaatst voor sancties overeenkomstig de punten 11 en 15 van UNSCR 2140 (2014) omdat hij voldoet aan de criteria voor plaatsing op de lijst genoemd in de punten 17 en 18 van de resolutie.

Abdullah Yahya al Hakim heeft handelingen verricht die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Jemen bedreigen, zoals handelingen die de uitvoering belemmeren van het akkoord van 23 november 2011 tussen de regering van Jemen en de oppositie, dat voorziet in een vreedzame machtsoverdracht in Jemen, en die het politieke proces in Jemen dwarsbomen.

In juni 2014 heeft Abdullah Yahya al Hakim naar verluidt een bijeenkomst gehouden om een staatsgreep tegen de president van Jemen, Abdrabuh Mansour Hadi, te beramen. Al Hakim heeft militaire bevelhebbers en bevelhebbers van de veiligheidstroepen en stamhoofden ontmoet; leidinggevende aanhangers van de voormalige president van Jemen, Ali Abdullah Saleh, waren eveneens bij de bijeenkomst welke tot doel had de militaire inspanningen voor de overname van de Jemenitische hoofdstad Sanaa te coördineren.

In een openbare verklaring van 29 augustus 2014, heeft de voorzitter van de VN-Veiligheidsraad de acties veroordeeld van de strijders onder het bevel van Abdullah Yahya al Hakim, die Amran, Jemen, onder de voet hadden gelopen, onder meer het hoofdkwartier van een brigade van het Jemenitische leger op 8 juli 2014. Al Hakim leidde de gewelddadige overname in juli 2014 van het gouvernement Amran en was de militaire bevelhebber die de beslissingen nam in verband met lopende conflicten in het gouvernement Amran en in Hamdan, Jemen.

Vanaf begin september 2014 bleef Abdullah Yahya al Hakim in Sanaa om de gevechtshandelingen te superviseren ingeval het tot een treffen zou komen. Zijn rol was het organiseren van militaire operaties met het oog op het omverwerpen van de regering van Jemen, en hij was ook belast met het veilig maken van en de controle op alle wegen van en naar Sanaa.

2.

Abd Al-Khaliq AL-HUTHI (aliassen: a) Abd-al-Khaliq al-Huthi; b) Abd-al-Khaliq Badr-al-Din al Huthi; c) 'Abd al-Khaliq Badr al-Din al-Huthi; d) Abu-Yunus)

Naam in oorspronkelijk schrift: Image

Hoedanigheid: Militaire bevelhebber van de Houthi's. Geboortedatum: 1984. Nationaliteit: Jemenitisch. Overige informatie: Geslacht: mannelijk. Datum plaatsing op de VN-lijst:7.11.2014.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abd al-Khaliq al-Huthi werd op 7 november 2014 op de lijst geplaatst voor sancties overeenkomstig de punten 11 en 15 van UNSCR 2140 (2014) omdat hij voldoet aan de criteria voor plaatsing op de lijst genoemd in de punten 17 en 18 van de resolutie.

Abd al-Khaliq al-Huthi heeft handelingen verricht die de vrede, de veiligheid en/of de stabiliteit van Jemen bedreigen, zoals handelingen die de uitvoering belemmeren van het akkoord van 23 november 2011 tussen de regering van Jemen en de oppositie, dat voorziet in een vreedzame machtsoverdracht in Jemen, en die het politieke proces in Jemen dwarsbomen.

Eind oktober 2013 voerde Abd al-Khaliq al-Huthi een in uniformen van het Jemenitische leger geklede groep strijders aan bij een aanval op locaties in Dimaj, Jemen. Tijdens de gevechten die daarbij uitbraken, zijn vele doden gevallen.

Eind september 2014 zou een onbekend aantal niet-geïdentificeerde strijders in staat van paraatheid zijn gebracht voor een aanval op diplomatieke faciliteiten in Sanaa, Jemen, waartoe zij het bevel zouden krijgen van Abd al-Khaliq al-Huthi. Op 30 augustus 2014 heeft al-Huthi de overbrenging van wapens van Amran naar een protestkamp in Sanaa gecoördineerd.

3.

Ali Abdullah SALEH (alias: Ali Abdallah Salih)

Naam in oorspronkelijk schrift: Image

Hoedanigheid: a) voorzitter van de General People's Congress Party van Jemen; b) voormalig president van de Republiek Jemen. Geboortedatum: a) 21.3.1945; b) 21.3.1946; c) 21.3.1942; d) 21.3.1947. Geboorteplaats: a) Bayt al-Ahmar, gouvernement Sanaa, Jemen; b) Sanaa, Jemen; c) Sana'a, Sanhan, Al-Rib' al-Sharqi. Nationaliteit: Jemenitisch. Paspoortnummer: 00016161 (Jemen). Nationaal identiteitsnummer: 01010744444. Overige informatie: Geslacht: mannelijk. Datum plaatsing op de VN-lijst:7.11.2014.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Ali Abdullah Saleh werd op 7 november 2014 op de lijst geplaatst voor sancties overeenkomstig de punten 11 en 15 van Resolutie 2140 (2014) omdat hij voldoet aan de criteria voor plaatsing op de lijst genoemd in de punten 17 en 18 van de resolutie.

Ali Abdullah Saleh heeft handelingen verricht die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Jemen bedreigen, zoals handelingen die de uitvoering van het akkoord van 23 november 2011 tussen de regering van Jemen en de oppositie, dat voorziet in een vreedzame machtsoverdracht in Jemen, belemmeren en het politieke proces in Jemen dwarsbomen.

Met ingang van het op 23 november 2011 door de Samenwerkingsraad van de Golf gesloten akkoord is Ali Abdullah Saleh na meer dan dertig jaar afgetreden als president van Jemen.

Vanaf najaar 2012 geldt Ali Abdullah Saleh als een van de felste voorstanders van gewelddadige Houthi-acties in Noord-Jemen.

Opstootjes in het zuiden van Jemen in februari 2013 waren het gevolg van de gecombineerde acties van Ali Abdullah Saleh, AQAP, en de zuidelijke secessionist Ali Salim al-Bayd om onrust te creëren voor de aanvang van de conferentie van de nationale dialoog in Jemen van 18 maart 2013. Meer recentelijk, sedert september 2014, probeert Saleh Jemen te destabiliseren door anderen te gebruiken om de centrale regering te ondermijnen en voldoende instabiliteit te creëren om een staatsgreep uit te lokken. Blijkens een in september 2014 uitgebracht rapport van het VN-deskundigenpanel voor Jemen, zou Saleh volgens geïnterviewden gewelddadige acties van bepaalde Jemenitische groepen steunen met geld en politieke steun, en door ervoor te zorgen dat GPC-leden de destabilisering van Jemen met allerlei middelen in de hand blijven werken.

4.

Abdulmalik al-Houthi

Overige informatie: Leider van de Houthi-beweging. Heeft handelingen verricht die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Jemen bedreigen. Datum plaatsing op de VN-lijst:14.4.2015.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Malik al-Houthi is de leider van een groep die handelingen heeft verricht die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Jemen bedreigen.

In september 2014 hebben Houthi-strijders Sanaa ingenomen en in januari 2015 hebben zij geprobeerd om de wettige regering van Jemen eenzijdig te vervangen door een onwettige, door de Houthi's gedomineerde bestuursautoriteit. Al-Houthi is in 2004, na de dood van zijn broer Hussein Badredden al-Houthi, leider geworden van de Houthi-beweging van Jemen. In die hoedanigheid heeft hij er ten aanzien van de Jemenitische autoriteiten meermaals mee gedreigd dat de onrusten zouden voortduren indien zij niet zouden ingaan op zijn verzoek om president Hadi, de premier en belangrijke kabinetsmedewerkers aan te houden. President Hadi is daarop naar Aden gevlucht. De Houthi's hebben dan een offensief tegen Aden gelanceerd met de hulp van militaire eenheden die trouw waren gebleven aan de voormalige president Saleh en zijn zoon, Ahmed Ali Saleh.

5.

Ahmed Ali Abdullah SALEH

Overige informatie: Heeft een belangrijk aandeel gehad in de militaire expansie van de Houthi's. Heeft handelingen verricht die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Jemen bedreigen. Ahmed Saleh is de zoon van de voormalige president van de Republiek Jemen, Ali Abdullah Saleh. Datum plaatsing op de VN-lijst:14.4.2015.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Ahmed Ali Saleh heeft alles in het werk gesteld om het gezag van president Hadi te ondermijnen, diens pogingen om het militaire apparaat te hervormen te dwarsbomen en de vreedzame overgang van Jemen naar democratie te belemmeren. Saleh heeft een belangrijk aandeel gehad in de militaire expansie van de Houthi's. Vanaf medio februari 2013 is Ahmed Ali Saleh duizenden nieuwe geweren beginnen te leveren aan de brigades van de Republikeinse Garde en niet-geïdentificeerde tribale sjeiks. Deze wapens werden al in 2010 aangekocht en bijgehouden om zich later te kunnen verzekeren van de trouw en de politieke steun van degenen die de wapens zouden krijgen.

Nadat zijn vader en voormalig president van de Republiek Jemen, Ali Abdullah Saleh, in 2011 als president was afgetreden, bleef Ahmed Ali Saleh aan als bevelhebber van de Republikeinse Garde van Jemen. Een klein jaar later werd Saleh door president Hadi ontslagen, maar ook na zijn ontslag bleef hij zeer invloedrijk in het Jemenitische leger. Ali Abdullah Saleh is in november 2014 uit hoofde van UNSCR 2140 (2014) door de VN op de lijst geplaatst.”


9.6.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 143/7


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/880 VAN DE COMMISSIE

van 4 juni 2015

betreffende de verlenging van de overgangsperioden in verband met de eigenvermogensvereisten voor blootstellingen met betrekking tot centrale tegenpartijen in de Verordeningen (EU) nr. 575/2013 en (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (1), en met name artikel 497, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Teneinde verstoringen op internationale financiële markten te voorkomen en te vermijden dat instellingen nadeel ondervinden doordat hun tijdens het proces van vergunningverlening aan en erkenning van bestaande centrale tegenpartijen (hierna „CTP's” genoemd) hogere eigenvermogensvereisten worden opgelegd, voorziet artikel 497, leden 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013 in een overgangsperiode waarin alle CTP's waarmee in de Unie gevestigde instellingen transacties clearen als gekwalificeerde CTP's zullen worden beschouwd.

(2)

Bij Verordening (EU) nr. 575/2013 wordt ook Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (2) gewijzigd wat betreft bepaalde inputs voor de berekening van de eigenvermogensvereisten van instellingen voor blootstellingen met betrekking tot CTP's. Overeenkomstig artikel 89, lid 5 bis, van Verordening (EU) nr. 648/2012 moeten bepaalde CTP's daarom gedurende een beperkte periode het totale bedrag rapporteren van de initiële marge die zij van hun clearingleden hebben ontvangen. Die overgangsperiode stemt overeen met de periode die is vastgelegd in artikel 497 van Verordening (EU) nr. 575/2013.

(3)

Zowel de in artikel 497, leden 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013 vastgelegde overgangsperiode in verband met de eigenvermogensvereisten als de in artikel 89, lid 5 bis, eerste en tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 648/2012 vastgelegde overgangsperiode voor de rapportage van de initiële marge zou op 15 juni 2014 aflopen.

(4)

Krachtens artikel 497, lid 3, van Verordening (EU) nr. 575/2013 is de Commissie in uitzonderlijke omstandigheden gemachtigd een uitvoeringshandeling vast te stellen tot verlenging van de overgangsperiode met zes maanden. Deze verlenging moet ook gelden voor de in artikel 89, lid 5 bis, van Verordening (EU) nr. 648/2012 vastgelegde termijnen. Deze overgangsperioden zijn eerst bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 591/2014 van de Commissie (3) en vervolgens bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1317/2014 van de Commissie (4) reeds verlengd tot en met 15 juni 2015.

(5)

Het proces van vergunningverlening aan bestaande CTP's die in de Unie zijn gevestigd, is volop aan de gang maar zal op 15 juni 2015 nog niet zijn voltooid. Aan bestaande CTP's die in derde landen zijn gevestigd en die reeds om erkenning hebben verzocht, is tot dusver nog geen dergelijke erkenning verleend. De noodzaak om verstoringen op de internationale financiële markten te voorkomen, die eerder al tot de verlenging van de in artikel 497, lid 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013 vastgelegde overgangsperiode voor in derde landen gevestigde CTP's heeft geleid, blijft derhalve bestaan na het aflopen van de verlenging van de overgangsperiode waarin was voorzien in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1317/2014. Met een verdere verlenging van de overgangsperiode zou bijgevolg worden vermeden dat in de Unie gevestigde instellingen (of hun buiten de Unie gevestigde dochterondernemingen) met een aanzienlijke stijging van hun eigenvermogensvereisten te maken krijgen omdat er niet in elk van de derde landen in kwestie erkende CTP's zijn gevestigd die op een levensvatbare en toegankelijke manier het specifieke type clearingdiensten aanbieden waaraan instellingen uit de Unie behoefte hebben. Hoewel een dergelijke toename mogelijk maar tijdelijk is, zou deze er immers toe kunnen leiden dat die instellingen zich terugtrekken als directe deelnemers aan die CTP's, waardoor de markten waarop deze CTP's actief zijn, zouden kunnen worden verstoord. Het verdient derhalve aanbeveling de overgangsperioden met nog eens zes maanden te verlengen.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Europees Comité voor het bankwezen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De termijnen van 15 maanden in respectievelijk artikel 497, leden 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013 en artikel 89, lid 5 bis, eerste en tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 648/2012, welke reeds bij artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 591/2014 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1317/2014 zijn verlengd, worden met nog eens zes maanden verlengd tot en met 15 december 2015.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 juni 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1)

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 591/2014 van de Commissie van 3 juni 2014 betreffende de verlenging van de overgangsperioden in verband met de eigenvermogensvereisten voor blootstellingen met betrekking tot centrale tegenpartijen in Verordening (EU) nr. 575/2013 en Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 165 van 4.6.2014, blz. 31).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1317/2014 van de Commissie van 11 december 2014 betreffende de verlenging van de overgangsperioden in verband met de eigenvermogensvereisten voor blootstellingen met betrekking tot centrale tegenpartijen in Verordeningen (EU) nr. 575/2013 en (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 355 van 12.12.2014, blz. 6).


9.6.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 143/9


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/881 VAN DE COMMISSIE

van 8 juni 2015

tot vaststelling van de forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (2), en met name artikel 136, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 zijn, op grond van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde, de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de perioden die in bijlage XVI, deel A, bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

De forfaitaire invoerwaarde wordt elke dag berekend overeenkomstig artikel 136, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011, met inachtneming van de variabele gegevens voor die dag. Bijgevolg moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 136 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 juni 2015.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Jerzy PLEWA

Directeur-generaal Landbouw en Plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 157 van 15.6.2011, blz. 1.


BIJLAGE

Forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijs van bepaalde groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

AL

46,1

MA

114,3

MK

68,9

TN

138,3

TR

83,9

ZZ

90,3

0707 00 05

MK

39,4

TR

106,6

ZZ

73,0

0709 93 10

TR

128,9

ZZ

128,9

0805 50 10

AR

111,5

BO

147,7

TR

67,0

ZA

135,9

ZZ

115,5

0808 10 80

AR

110,0

BR

98,8

CL

147,5

NZ

139,7

US

143,9

ZA

123,6

ZZ

127,3

0809 10 00

TR

263,7

ZZ

263,7

0809 29 00

US

525,9

ZZ

525,9


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1106/2012 van de Commissie van 27 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen, wat de bijwerking van de nomenclatuur van landen en gebieden betreft (PB L 328 van 28.11.2012, blz. 7). De code „ZZ” staat voor „overige oorsprong”.


BESLUITEN

9.6.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 143/11


BESLUIT (GBVB) 2015/882 VAN DE RAAD

van 8 juni 2015

tot wijziging van Besluit 2014/932/GBVB betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Jemen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 18 december 2014 heeft de Raad Besluit 2014/932/GBVB (1) vastgesteld.

(2)

Op 14 april 2015 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 2216 (2015) aangenomen, die onder meer voorziet in een wapenembargo tegen Ali Abdullah Saleh, Abdullah Yahya Al Hakim, Abd Al-Khaliq Al-Huthi en de personen en entiteiten die door het bij punt 19 van Resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (UNSCR) 2140 (2014) ingestelde comité zijn aangewezen. Dit doet geen afbreuk aan het algemeen verbod om direct of indirect economische middelen ter beschikking te stellen aan of ten behoeve van deze personen of entiteiten.

(3)

In UNSCR 2216 (2015) wordt voorts onderstreept dat ook schendingen van het wapenembargo, het belemmeren van de verstrekking van humanitaire hulp aan Jemen of het belemmeren van de toegang tot of de verdeling van humanitaire hulp in Jemen kunnen worden beschouwd als handelingen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit in Jemen bedreigen.

(4)

In UNSCR 2216 (2015) worden voorts twee personen aangewezen die onderworpen moeten worden aan de bij de punten 11 en 15 van UNSCR 2140 (2014) opgelegde beperkende maatregelen.

(5)

Besluit 2014/932/GBVB dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2014/932/GBVB wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1 wordt hernummerd tot artikel 2 bis en het volgende punt wordt toegevoegd aan lid 1:

„d)

handelingen die het wapenembargo schenden, het verstrekken van humanitaire hulp aan Jemen belemmeren, of de toegang tot en de verdeling van humanitaire hulp in Jemen belemmeren.”

.

2)

Artikel 2 wordt hernummerd tot artikel 2 ter en het volgende punt wordt toegevoegd aan lid 1:

„d)

handelingen die het wapenembargo schenden, het verstrekken van humanitaire hulp aan Jemen belemmeren, of de toegang tot en de verdeling van humanitaire hulp in Jemen belemmeren.”

.

3)

In artikel 2 ter, lid 5, wordt de verwijzing naar „artikel 2, lid 1” vervangen door een verwijzing naar „lid 1”.

4)

De volgende artikelen worden ingevoegd:

„Artikel 1

1.   De directe of indirecte verkoop, levering, overdracht of uitvoer van wapens en alle soorten aanverwant materieel, waaronder wapens en munitie, militaire voertuigen en militaire uitrusting, paramilitaire uitrusting en onderdelen daarvoor, aan of ten behoeve van de personen en entiteiten die door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of het krachtens punt 19 van Resolutie 2140 (2014) ingestelde comité zijn aangewezen en de personen die namens hen of op hun aanwijzing handelen in Jemen, door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten of met gebruikmaking van onder hun vlag varende schepen of tot hun nationale luchtvaartmaatschappij behorende vliegtuigen, zijn verboden.

De lijst van de in dit lid bedoelde personen en entiteiten staat in de bijlage bij dit besluit.

2.   Er wordt een verbod ingesteld op:

a)

het direct of indirect verlenen, aan natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen als bedoeld in lid 1, van technische bijstand, opleiding of andere bijstand, waaronder het leveren van gewapende huurlingen, gerelateerd aan militaire activiteiten of aan levering, fabricage, onderhoud of gebruik van wapens en alle soorten aanverwant materieel, met inbegrip van wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting, en onderdelen daarvoor.

b)

het direct of indirect verstrekken, aan natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen als bedoeld in lid 1, van financiering of financiële bijstand gerelateerd aan militaire activiteiten, waaronder met name subsidies, leningen en uitvoerkredietverzekeringen, alsook verzekeringen en herverzekeringen voor de verkoop, levering, overbrenging of uitvoer van wapens en daarmee verband houdend materieel, of voor de verlening van hiermee samenhangende technische of andere bijstand.

Artikel 2

1.   De lidstaten inspecteren op hun grondgebied, met inbegrip van hun zee- en luchthavens, in overleg met hun nationale autoriteiten en in overeenstemming met hun nationale wetgeving en het internationale recht, in het bijzonder het zeerecht en ter zake dienende internationale burgerluchtvaartovereenkomsten, alle vracht naar Jemen, indien zij over informatie beschikken op grond waarvan er een redelijk vermoeden bestaat dat de vracht artikelen bevat waarvan de levering, verkoop, overbrenging of uitvoer krachtens dit besluit verboden is.

2.   De lidstaten confisqueren en verwijderen (onder meer door vernietiging, onbruikbaarmaking, opslag of overdracht naar een andere staat dan de staat van herkomst of bestemming om daar te worden vernietigd) door hen ontdekte artikelen waarvan de levering, verkoop, overbrenging of uitvoer krachtens dit besluit verboden is.

3.   De lidstaten bezorgen het Sanctiecomité onverwijld een eerste schriftelijk verslag over de inspectie als bedoeld in lid 1, waarin met name wordt uiteengezet waarom de inspectie heeft plaatsgevonden, wat het resultaat ervan is en of er al dan niet medewerking is verleend, en of er verboden voorwerpen zijn aangetroffen. Voorts dienen de lidstaten binnen 30 dagen bij het Sanctiecomité een schriftelijk vervolgverslag in met nadere gegevens omtrent de inspectie, de beslaglegging en de vernietiging, alsook omtrent de overdracht, met inbegrip van een beschrijving van de goederen, hun herkomst en beoogde bestemming, indien deze gegevens nog niet in het eerste schriftelijk verslag werden opgenomen.”

.

Artikel 2

De bijlage bij Besluit 2014/932/GBVB wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 8 juni 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

D. REIZNIECE-OZOLA


(1)  Besluit 2014/932/GBVB van de Raad van 18 december 2014 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Jemen (PB L 365 van 19.12.2014, blz. 147).


BIJLAGE

I.

De titel van de bijlage bij Besluit 2014/932/GBVB wordt vervangen door:

„Lijst van personen en entiteiten als bedoeld in artikel 1, lid 1, artikel 2 bis, lid 1, en artikel 2 ter, lid 1 en lid 2”

.

II.

De volgende vermeldingen worden toegevoegd aan de lijst in de bijlage bij Besluit 2014/932/GBVB:

„4.   Abdulmalik al-Houthi

Overige informatie: Leider van de Houthi-beweging. Heeft handelingen verricht die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Jemen bedreigen. Datum plaatsing op de VN-lijst:14.4.2015.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Abdul Malik al-Houthi is de leider van een groep die handelingen heeft verricht die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Jemen bedreigen.

In september 2014 hebben Houthi-strijders Sanaa ingenomen en in januari 2015 hebben zij geprobeerd om de wettige regering van Jemen eenzijdig te vervangen door een onwettige, door de Houthi's gedomineerde bestuursautoriteit. Al-Houthi is in 2004, na de dood van zijn broer Hussein Badredden al-Houthi, leider geworden van de Houthi-beweging van Jemen. In die hoedanigheid heeft hij er ten aanzien van de Jemenitische autoriteiten meermaals mee gedreigd dat de onrusten zouden voortduren indien zij niet zouden ingaan op zijn verzoek om president Hadi, de premier en belangrijke kabinetsmedewerkers aan te houden. President Hadi is daarop naar Aden gevlucht. De Houthi's hebben dan een offensief tegen Aden gelanceerd, met de hulp van militaire eenheden die trouw waren gebleven aan de voormalige president Saleh en zijn zoon, Ahmed Ali Saleh.

5.   Ahmed Ali Abdullah Saleh

Overige informatie: Heeft een belangrijk aandeel gehad in de militaire expansie van de Houthi's. Heeft handelingen verricht die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Jemen bedreigen. Ahmed Saleh is de zoon van de voormalige president van de Republiek Jemen, Ali Abdullah Saleh. Datum plaatsing op de VN-lijst:14.4.2015.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Ahmed Ali Saleh heeft alles in het werk gesteld om het gezag van president Hadi te ondermijnen, diens pogingen om het militaire apparaat te hervormen, te dwarsbomen en de vreedzame overgang van Jemen naar democratie te belemmeren. Saleh heeft een belangrijk aandeel gehad in de militaire expansie van de Houthi's. Vanaf medio 2013 is Ahmed Ali Saleh duizenden nieuwe geweren beginnen te leveren aan de brigades van de Republikeinse Garde en niet-geïdentificeerde tribale sjeiks. Deze wapens werden al in 2010 aangekocht en bijgehouden om zich later te kunnen verzekeren van de trouw en de politieke steun van degenen die de wapens zouden krijgen.

Nadat zijn vader en voormalig president van de Republiek Jemen, Ali Abdullah Saleh, in 2011 als president was afgetreden, bleef Ahmed Ali Saleh aan als bevelhebber van de Republikeinse Garde van Jemen. Een klein jaar later werd Saleh door president Hadi ontslagen, maar ook na zijn ontslag bleef hij zeer invloedrijk in het Jemenitische leger. Ali Abdullah Saleh is in november 2014 uit hoofde van UNSCR 2140 door de VN op de lijst geplaatst.”

.

9.6.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 143/14


BESLUIT (GBVB) 2015/883 VAN DE RAAD

van 8 juni 2015

tot wijziging en verlenging van Besluit 2010/565/GBVB betreffende de adviserende en bijstandverlenende missie van de Europese Unie op het gebied van hervorming van de veiligheidssector in de Democratische Republiek Congo (EUSEC RD Congo)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 28, artikel 42, lid 4, en artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 21 september 2010 Besluit 2010/565/GBVB (1) vastgesteld, laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2014/674/GBVB (2). Besluit 2010/565/GBVB verstrijkt op 30 juni 2015.

(2)

Op 20 april 2015 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan het crisisbeheersingsconcept tot wijziging en verlenging van de missie EUSEC RD Congo in de Democratische Republiek Congo.

(3)

EUSEC RD Congo zal worden uitgevoerd in een mogelijk verslechterende situatie die de verwezenlijking van de doelstellingen van het externe optreden van de Unie, als geformuleerd in artikel 21 van het Verdrag, kan hinderen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2010/565/GBVB wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 2 wordt vervangen door:

„Artikel 2

Taakomschrijving

Met het oog op consolidatie van de resultaten van EUSEC RD Congo en ter voorbereiding van de overgang naar de FARDC zodra de inzet in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid is beëindigd:

gaat EUSEC RD Congo door met de uitvoering en monitoring van de hervorming van de FARDC door handhaving van het strategisch advies, ook bij de algemene inspectiedienst, met inachtneming van de mensenrechten en gendermainstreaming, terwijl tegelijkertijd wordt gezorgd voor nauwe coördinatie met de relevante actoren voor het overgangsproces en de overdracht van taken;

werkt EUSEC RD Congo samen met de militaire autoriteiten aan een duurzaam militair onderwijssysteem, waarbij de focus gericht wordt op scholen voor officieren en onderofficieren, terwijl tegelijkertijd het overgangsproces en de overdracht van taken wordt voorbereid.

Om deze doelstellingen te bereiken treedt EUSEC RD Congo op in overeenstemming met de parameters die zijn vastgelegd in het crisisbeheersingsconcept en in het missieplan.”

.

2.

In artikel 9 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met de missie voor de periode van 1 oktober 2010 tot en met 30 september 2011 bedraagt 12 600 000 EUR.

Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met de missie voor de periode van 1 oktober 2011 tot en met 30 september 2012 bedraagt 13 600 000 EUR.

Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met de missie voor de periode van 1 oktober 2012 tot en met 30 september 2013 bedraagt 11 000 000 EUR.

Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met de missie voor de periode van 1 oktober 2013 tot en met 30 september 2014 bedraagt 8 455 000 EUR.

Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met de missie voor de periode van 1 oktober 2014 tot en met 30 juni 2015 bedraagt 4 600 000 EUR.

Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met de missie voor de periode van 1 juli 2015 tot en met 30 juni 2016 bedraagt 2 700 000 EUR.”

.

3.

Artikel 9 bis wordt geschrapt.

4.

In artikel 17 wordt de tweede alinea vervangen door:

„Het is van toepassing tot en met 30 juni 2016.”

.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Het is van toepassing vanaf 1 juli 2015.

Gedaan te Luxemburg, 8 juni 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

D. REIZNIECE-OZOLA


(1)  Besluit 2010/565/GBVB van de Raad van 21 september 2010 betreffende de adviserende en bijstandverlenende missie van de Europese Unie op het gebied van hervorming van de veiligheidssector in de Democratische Republiek Congo (EUSEC RD Congo) (PB L 248 van 22.9.2010, blz. 59).

(2)  Besluit 2014/674/GBVB van de Raad van 25 september 2014 tot wijziging en verlenging van Besluit 2010/565/GBVB betreffende de adviserende en bijstandverlenende missie van de Europese Unie op het gebied van hervorming van de veiligheidssector in de Democratische Republiek Congo (EUSEC RD Congo) (PB L 282 van 26.9.2014, blz. 24).


Rectificaties

9.6.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 143/16


Rectificatie van Richtlijn 2014/41/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende het Europees onderzoeksbevel in strafzaken

( Publicatieblad van de Europese Unie L 130 van 1 mei 2014 )

Bladzijde 24, bijlage A, deel C, tweede regel:

het cijfer „1.” wordt geschrapt.


9.6.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 143/16


Rectificatie van Besluit nr. 1 van de Stabilisatie- en associatieraad EU-Servië van 21 oktober 2013 tot vaststelling van zijn reglement van orde [2015/857]

( Publicatieblad van de Europese Unie L 135 van 2 juni 2015 )

In de inhoudsopgave en op bladzijde 35 in de titel:

in plaats van:

„Besluit nr. 1 van de Stabilisatie- en associatieraad EU-Servië van 21 oktober 2013 tot vaststelling van zijn reglement van orde [2015/857]”

te lezen:

„Besluit nr. 1/2003 van de Stabilisatie- en associatieraad EU-Servië van 21 oktober 2013 tot vaststelling van zijn reglement van orde [2015/857]”


9.6.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 143/17


Rectificatie van de definitieve vaststelling (EU, Euratom) 2015/367 van de gewijzigde begroting nr. 3 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2014

( Publicatieblad van de Europese Unie L 73 van 17 maart 2015 )

Bladzijden 401 en 402, de tabel wordt vervangen door de volgende:

„UITGAVEN

Titel

Omschrijving

Begroting 2014

Gewijzigde begroting nr. 3/2014

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01

ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

253 013 066

320 994 951

 

 

253 013 066

320 994 951

 

Reserves (40 02 41)

2 000 000

2 000 000

 

 

2 000 000

2 000 000

 

255 013 066

322 994 951

 

 

255 013 066

322 994 951

02

ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE

2 515 114 410

2 158 422 405

 

 

2 515 114 410

2 158 422 405

03

CONCURRENTIE

94 449 737

94 449 737

 

 

94 449 737

94 449 737

04

WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

13 839 015 158

11 290 667 447

 

 

13 839 015 158

11 290 667 447

05

LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

58 046 833 802

55 607 081 983

 

 

58 046 833 802

55 607 081 983

06

MOBILITEIT EN VERVOER

2 867 184 572

1 003 421 856

 

 

2 867 184 572

1 003 421 856

07

MILIEU

407 273 961

345 906 574

 

 

407 273 961

345 906 574

08

ONDERZOEK EN INNOVATIE

6 198 702 491

4 090 645 420

 

 

6 198 702 491

4 090 645 420

09

COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE

1 637 393 330

1 065 238 820

 

 

1 637 393 330

1 065 238 820

10

EIGEN ONDERZOEK

419 601 970

414 982 955

 

 

419 601 970

414 982 955

11

MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

949 186 023

735 433 493

– 3 701 500

p.m.

945 484 523

735 433 493

 

Reserves (40 02 41)

115 342 000

42 775 000

– 71 000 000

 

44 342 000

42 775 000

 

1 064 528 023

778 208 493

– 74 701 500

 

989 826 523

778 208 493

12

INTERNE MARKT EN DIENSTEN

116 892 170

115 128 367

 

 

116 892 170

115 128 367

13

REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING

33 073 249 094

43 017 623 117

 

 

33 073 249 094

43 017 623 117

14

BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

157 040 580

132 361 974

 

 

157 040 580

132 361 974

15

ONDERWIJS EN CULTUUR

2 820 016 221

2 420 679 427

 

 

2 820 016 221

2 420 679 427

16

COMMUNICATIE

246 345 359

250 385 333

 

 

246 345 359

250 385 333

17

GEZONDHEID EN CONSUMENTENBESCHERMING

618 152 949

555 734 531

 

 

618 152 949

555 734 531

18

BINNENLANDSE ZAKEN

1 201 387 424

765 344 466

 

 

1 201 387 424

765 344 466

19

INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID

732 731 450

517 534 455

 

 

732 731 450

517 534 455

20

HANDEL

121 099 618

117 577 301

 

 

121 099 618

117 577 301

21

ONTWIKKELING EN SAMENWERKING

5 083 838 180

3 994 827 425

 

 

5 083 838 180

3 994 827 425

22

UITBREIDING

1 519 904 352

948 883 056

 

 

1 519 904 352

948 883 056

23

HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING

1 006 460 596

1 106 531 677

 

248 460

1 006 460 596

1 106 780 137

24

FRAUDEBESTRIJDING

78 220 900

76 524 355

 

 

78 220 900

76 524 355

25

BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE

194 089 509

194 812 309

 

 

194 089 509

194 812 309

26

ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE

1 001 412 220

1 000 789 177

 

 

1 001 412 220

1 000 789 177

27

BEGROTING

95 779 570

95 779 570

 

 

95 779 570

95 779 570

28

AUDIT

11 632 266

11 632 266

 

 

11 632 266

11 632 266

29

STATISTIEK

131 883 729

130 895 146

 

 

131 883 729

130 895 146

30

PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN

1 449 531 000

1 449 531 000

 

 

1 449 531 000

1 449 531 000

31

TALENDIENSTEN

387 604 805

387 604 805

 

 

387 604 805

387 604 805

32

ENERGIE

933 444 642

653 022 040

 

 

933 444 642

653 022 040

33

JUSTITIE

203 409 105

185 843 405

 

 

203 409 105

185 843 405

34

KLIMAATACTIE

121 468 679

51 536 974

 

 

121 468 679

51 536 974

40

RESERVES

573 523 000

194 775 000

– 71 000 000

 

502 523 000

194 775 000

 

Totaal

139 106 885 938

135 502 602 817

– 74 701 500

248 460

139 032 184 438

135 502 851 277

 

Waarvan reserves: (40 02 41)

117 342 000

44 775 000

– 71 000 000

 

46 342 000

44 775 000 ”

Bladzijde 436, de tabel wordt vervangen door de volgende:

„TITEL 13

REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

FK

Begroting 2014

Gewijzigde begroting nr. 3/2014

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING”

 

82 299 094

82 299 094

 

 

82 299 094

82 299 094

13 03

EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

1

24 988 950 000

31 286 893 080

2 480 038

 

24 991 430 038

31 286 893 080

13 04

COHESIEFONDS (CF)

1

7 963 000 000

11 092 840 264

 

 

7 963 000 000

11 092 840 264

13 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — REGIONALE ONTWIKKELING EN REGIONALE EN TERRITORIALE SAMENWERKING

 

39 000 000

405 590 679

– 2 480 038

 

36 519 962

405 590 679

13 06

SOLIDARITEITSFONDS

9

p.m.

150 000 000

 

 

p.m.

150 000 000

 

Titel 13 — Totaal

 

33 073 249 094

43 017 623 117

 

 

33 073 249 094

43 017 623 117 ”

Bladzijden 437 tot en met 441, de tabel wordt vervangen door de volgende:

„TITEL 13

REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING

HOOFDSTUK 13 03 — EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2014

Gewijzigde begroting nr. 3/2014

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 03

EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

 

 

 

 

 

 

 

13 03 01

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

13 03 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

13 03 03

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

13 03 04

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling(EFRO) — Doelstelling 2 (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

13 03 05

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

13 03 06

Voltooiing van Urban (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

13 03 07

Voltooiing van vroegere programma's — Communautaire initiatieven (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

13 03 08

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

13 03 09

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

13 03 12

Bijdrage van de Unie aan het Internationaal Fonds voor Ierland

1.1

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

13 03 13

Voltooiing van het communautair initiatief Interreg III (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

13 03 14

Voltooiing van de bijstand voor aan de kandidaat-lidstaten grenzende regio's — Voltooiing van vroegere programma's (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

13 03 16

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Convergentie

1.2

p.m.

23 944 700 000

 

 

p.m.

23 944 700 000

13 03 17

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Peace

1.2

p.m.

26 000 000

 

 

p.m.

26 000 000

13 03 18

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

1.2

p.m.

4 376 486 929

 

 

p.m.

4 376 486 929

13 03 19

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

1.2

p.m.

1 286 126 020

 

 

p.m.

1 286 126 020

13 03 20

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

1.2

p.m.

25 600 000

 

 

p.m.

25 600 000

13 03 31

Voltooiing van de technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio's (2007-2013)

1.2

p.m.

1 600 000

 

 

p.m.

1 600 000

13 03 40

Voltooiing van de risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit de voor convergentie bestemde middelen van het EFRO (2007-2013)

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

13 03 41

Voltooiing van de risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit de voor regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid bestemde middelen van het EFRO (2007-2013)

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

13 03 60

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Minder ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1.2

17 627 800 000

1 125 000 000

 

 

17 627 800 000

1 125 000 000

13 03 61

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Overgangsregio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1.2

2 865 400 000

167 824 266

 

 

2 865 400 000

167 824 266

13 03 62

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Meer ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1.2

3 650 900 000

209 061 086

 

 

3 650 900 000

209 061 086

13 03 63

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Extra toewijzingen voor ultraperifere gebieden en dun bevolkte regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1.2

209 100 000

13 000 000

 

 

209 100 000

13 000 000

13 03 64

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

 

505 700 000

53 703 765

– 505 700 000

– 53 703 765

 

 

13 03 64 01

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

1.2

 

 

505 700 000

53 703 765

505 700 000

53 703 765

13 03 64 02

Deelname van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten aan EFRO ETS — Bijdrage uit rubriek 4 (IPA II)

1.2

 

 

2 480 038

 

2 480 038

p.m.

13 03 64 03

Deelname van Europese nabuurschapslanden aan EFRO ETS — Bijdrage uit rubriek 4 (ENI)

1.2

 

 

 

 

p.m.

p.m.

 

Artikel 13 03 64 — Subtotaal

 

505 700 000

53 703 765

2 480 038

 

508 180 038

53 703 765

13 03 65

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

 

 

 

 

 

 

 

13 03 65 01

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

1.2

69 000 000

47 000 000

 

 

69 000 000

47 000 000

13 03 65 02

Europees fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

 

Artikel 13 03 65 — Subtotaal

 

69 000 000

47 000 000

 

 

69 000 000

47 000 000

13 03 66

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Innovatieve acties op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling

1.2

50 100 000

p.m.

 

 

50 100 000

p.m.

13 03 67

Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio's

1.2

2 500 000

1 250 000

 

 

2 500 000

1 250 000

13 03 68

Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio's

1.2

2 500 000

1 250 000

 

 

2 500 000

1 250 000

13 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

 

 

 

 

 

 

 

13 03 77 01

Proefproject — Pan-Europese coördinatie van integratiemethoden voor de Roma

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

13 03 77 02

Proefproject — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

13 03 77 03

Voorbereidende actie — Bevordering van een gunstiger omgeving voor microkrediet in Europa

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

13 03 77 04

Proefproject — Duurzame regeneratie in voorsteden

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

13 03 77 05

Voorbereidende actie — Rurban — Partnerschap voor duurzame stads-plattelandsontwikkeling

1.2

p.m.

549 014

 

 

p.m.

549 014

13 03 77 06

Voorbereidende actie — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal

1.2

p.m.

2 000 000

 

 

p.m.

2 000 000

13 03 77 07

Voorbereidende actie — Vaststelling bestuursmodel voor de Donauregio in de Europese Unie (betere en doeltreffende coördinatie)

1.2

p.m.

1 000 000

 

 

p.m.

1 000 000

13 03 77 08

Proefproject — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een Platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

1.2

p.m.

1 300 000

 

 

p.m.

1 300 000

13 03 77 09

Voorbereidende actie inzake een Atlantisch forum voor de Atlantische strategie van de Europese Unie

1.2

167 000

 

 

167 000

13 03 77 10

Voorbereidende actie — Begeleiding van Mayotte of eventuele andere gebieden bij het proces van verkrijging van de status van ultraperifere regio

1.2

p.m.

400 000

 

 

p.m.

400 000

13 03 77 11

Voorbereidende actie — Erasmus voor lokale en regionale afgevaardigden

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

13 03 77 12

Voorbereidende actie — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een Platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

1.2

1 800 000

800 000

 

 

1 800 000

800 000

13 03 77 13

Proefproject — Cohesiebeleid en synergieën met de fondsen voor onderzoek en ontwikkeling: de „trap naar topkwaliteit”

1.2

1 200 000

600 000

 

 

1 200 000

600 000

13 03 77 14

Voorbereidende actie — Een regionale strategie voor de Noordzeeregio

1.2

250 000

125 000

 

 

250 000

125 000

13 03 77 15

Voorbereidende actie — Wereldsteden: samenwerking tussen de EU en derde landen op het gebied van stedelijke ontwikkeling

1.2

2 000 000

1 000 000

 

 

2 000 000

1 000 000

13 03 77 16

Voorbereidende actie — Het feitelijke en gewenste economisch potentieel in regio's buiten de Atheense hoofdstedelijke regio

1.2

700 000

350 000

 

 

700 000

350 000

 

Artikel 13 03 77 — Subtotaal

 

5 950 000

8 291 014

 

 

5 950 000

8 291 014

 

Hoofdstuk 13 03 — Totaal

 

24 988 950 000

31 286 893 080

2 480 038

 

24 991 430 038

31 286 893 080 ”


9.6.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 143/23


Rectificatie van Verordening (EU) nr. 204/2011 van de Raad van 2 maart 2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië

( Publicatieblad van de Europese Unie L 58 van 3 maart 2011 )

Bladzijde 1, overweging 5:

in plaats van:

„De bevoegdheid om de lijsten in de bijlagen II en III bij deze verordening te wijzigen zou door de Raad moeten worden uitgeoefend, gezien de specifieke dreiging voor de internationale vrede en veiligheid die van Libië uitgaat, en om te zorgen voor samenhang met het wijzigings- en herzieningsproces van de bijlagen III en IV bij Besluit 2011/137/GBVB.”

te lezen:

„Gezien de concrete dreiging voor de internationale vrede en veiligheid die van Libië uitgaat, en om te zorgen voor samenhang met het wijzigings- en herzieningsproces van de bijlagen III en IV bij Besluit 2011/137/GBVB, moet de bevoegdheid om de lijsten in de bijlagen II en III bij deze verordening te wijzigen worden uitgeoefend door de Raad.”