ISSN 1725-2598

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 321

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

49e jaargang
21 november 2006


Inhoud

 

I   Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

Bladzijde

 

 

Verordening (EG) nr. 1709/2006 van de Commissie van 20 november 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

1

 

 

Verordening (EG) nr. 1710/2006 van de Commissie van 20 november 2006 tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 voor het verkoopseizoen 2006/2007 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

3

 

*

Verordening (EG) nr. 1711/2006 van de Commissie van 20 november 2006 tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 462/2003 en (EG) nr. 1556/2006 ten aanzien van de indiening van de aanvragen voor invoercertificaten in de sector varkensvlees voor het eerste kwartaal van 2007

5

 

*

Verordening (EG) nr. 1712/2006 van de Commissie van 20 november 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 747/2001 van de Raad ten aanzien van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit Turkije

7

 

*

Verordening (EG) nr. 1713/2006 van de Commissie van 20 november 2006 tot afschaffing van de voorfinanciering van uitvoerrestituties voor landbouwproducten

11

 

*

Verordening (EG) nr. 1714/2006 van de Commissie van 20 november 2006 tot vaststelling van de verdeling van 5000 ton korte vlasvezels en hennepvezels in gegarandeerde nationale hoeveelheden voor Denemarken, Griekenland, Ierland, Italië en Luxemburg voor het verkoopseizoen 2006/2007

17

 

*

Verordening (EG) nr. 1715/2006 van de Commissie van 20 november 2006 tot vaststelling van een verbod op de visserij op roodbaars in ICES-zone V, XII, XIV door vaartuigen die de vlag van Portugal voeren

18

 

*

Verordening (EG) nr. 1716/2006 van de Commissie van 20 november 2006 tot vaststelling van een verbod op de visserij op Noorse kreeft in ICES-zone VIIIa, b, d, e door vaartuigen die de vlag van België voeren

20

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


I Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing

21.11.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/1


VERORDENING (EG) Nr. 1709/2006 VAN DE COMMISSIE

van 20 november 2006

tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie van 21 december 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van de invoerregeling voor groenten en fruit (1), en met name op artikel 4, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EG) nr. 3223/94 zijn op grond van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde de criteria vastgesteld aan de hand waarvan de Commissie voor de producten en de periodes die in de bijlage bij die verordening zijn vermeld, de forfaitaire waarden bij invoer uit derde landen vaststelt.

(2)

Op grond van de bovenvermelde criteria moeten de forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld op de in de bijlage bij deze verordening vermelde niveaus,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3223/94 bedoelde forfaitaire invoerwaarden worden vastgesteld zoals aangegeven in de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 21 november 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 november 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 386/2005 (PB L 62 van 9.3.2005, blz. 3).


BIJLAGE

bij de verordening van de Commissie van 20 november 2006 tot vaststelling van forfaitaire invoerwaarden voor de bepaling van de invoerprijzen van bepaalde soorten groenten en fruit

(EUR/100 kg)

GN-code

Code derde landen (1)

Forfaitaire invoerwaarde

0702 00 00

052

47,7

204

28,2

999

38,0

0707 00 05

052

132,3

204

66,2

628

171,8

999

123,4

0709 90 70

052

137,1

204

151,2

999

144,2

0805 20 10

204

79,3

999

79,3

0805 20 30, 0805 20 50, 0805 20 70, 0805 20 90

052

66,3

092

17,6

400

77,8

999

53,9

0805 50 10

052

49,0

388

46,4

528

39,2

999

44,9

0808 10 80

388

93,5

400

103,5

404

99,2

720

78,4

800

152,5

999

105,4

0808 20 50

052

103,9

720

53,9

999

78,9


(1)  Landennomenclatuur vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 750/2005 van de Commissie (PB L 126 van 19.5.2005, blz. 12). De code „999” staat voor „andere oorsprong”.


21.11.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/3


VERORDENING (EG) Nr. 1710/2006 VAN DE COMMISSIE

van 20 november 2006

tot wijziging van de bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 voor het verkoopseizoen 2006/2007 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor bepaalde producten van de sector suiker

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (2), en met name op artikel 36,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De representatieve prijzen en de aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en bepaalde stropen voor het verkoopseizoen 2006/2007 zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 van de Commissie (3). Deze prijzen en rechten zijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1686/2006 van de Commissie (4).

(2)

De bovenbedoelde prijzen en invoerrechten moeten op grond van de gegevens waarover de Commissie nu beschikt, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 951/2006 worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bij Verordening (EG) nr. 1002/2006 voor het verkoopseizoen 2006/2007 vastgestelde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor de in artikel 36 van Verordening (EG) nr. 951/2006 bedoelde producten worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 21 november 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 november 2006.

Voor de Commissie

Jean-Luc DEMARTY

Directeur-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling


(1)  PB L 55 van 28.2.2006, blz. 1.

(2)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24.

(3)  PB L 179 van 1.7.2006, blz. 36.

(4)  PB L 314 van 15.11.2006, blz. 26.


BIJLAGE

Met ingang van 21 november 2006 geldende gewijzigde representatieve prijzen en aanvullende invoerrechten voor witte suiker, ruwe suiker en de producten van GN-code 1702 90 99

(EUR)

GN-code

Representatieve prijs per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

Aanvullend invoerrecht per 100 kg nettogewicht van het betrokken product

1701 11 10 (1)

23,66

4,47

1701 11 90 (1)

23,66

9,70

1701 12 10 (1)

23,66

4,28

1701 12 90 (1)

23,66

9,27

1701 91 00 (2)

27,77

11,35

1701 99 10 (2)

27,77

6,83

1701 99 90 (2)

27,77

6,83

1702 90 99 (3)

0,28

0,37


(1)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt III, bij Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1).

(2)  Vastgesteld voor de standaardkwaliteit als gedefinieerd in bijlage I, punt II, bij Verordening (EG) nr. 318/2006.

(3)  Vastgesteld per procentpunt sacharosegehalte.


21.11.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/5


VERORDENING (EG) nr. 1711/2006 VAN DE COMMISSIE

van 20 november 2006

tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 462/2003 en (EG) nr. 1556/2006 ten aanzien van de indiening van de aanvragen voor invoercertificaten in de sector varkensvlees voor het eerste kwartaal van 2007

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2759/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees (1), en met name op artikel 8, lid 2,

Gelet op Verordening (EG) nr. 774/94 van de Raad van 29 maart 1994 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor kwaliteitsrundvlees, varkensvlees, slachtpluimvee, tarwe en mengkoren, en zemelen, slijpsel en andere resten (2), en met name op artikel 7,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2286/2002 van de Raad van 10 december 2002 tot vaststelling van de regeling voor landbouwproducten en door verwerking daarvan verkregen goederen, van oorsprong uit de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten), en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1706/98 (3), en met name op artikel 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 462/2003 van de Commissie (4) zijn bepalingen vastgesteld ter uitvoering van de regeling die geldt bij invoer van bepaalde producten van de sector varkensvlees, van oorsprong uit de ACS-staten.

(2)

Bij Verordening (EG) nr. 1556/2006 van de Commissie (5) zijn uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 774/94 van de Raad vastgesteld ten aanzien van de invoerregeling voor varkensvlees.

(3)

In die verordeningen is bepaald dat aanvragen voor invoercertificaten slechts kunnen worden ingediend gedurende de eerste zeven dagen van de maand vóór elke vastgestelde contingentsperiode. Met het oog op de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie per 1 januari 2007 moet een andere periode voor de indiening van certificaataanvragen voor het eerste kwartaal van het jaar 2007 worden vastgesteld.

(4)

De Verordeningen (EG) nr. 462/2003 en (EG) nr. 1556/2006 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor varkensvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aan artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 462/2003 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Voor de periode van 1 januari tot en met 31 maart 2007 moeten de certificaataanvragen echter gedurende de eerste 15 dagen van januari 2007 worden ingediend.”.

Artikel 2

Aan artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1556/2006 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Voor de periode van 1 januari tot en met 31 maart 2007 moeten de certificaataanvragen echter gedurende de eerste 15 dagen van januari 2007 worden ingediend.”.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 november 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).

(2)  PB L 91 van 8.4.1994, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2198/95 van de Commissie (PB L 221 van 19.9.1995, blz. 3).

(3)  PB L 348 van 21.12.2002, blz. 5.

(4)  PB L 70 van 14.3.2003, blz. 8.

(5)  PB L 288 van 19.10.2006, blz. 7.


21.11.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/7


VERORDENING (EG) Nr. 1712/2006 VAN DE COMMISSIE

van 20 november 2006

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 747/2001 van de Raad ten aanzien van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit Turkije

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 747/2001 van de Raad van 9 april 2001 betreffende de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten en referentiehoeveelheden voor producten die voor preferenties in aanmerking komen op grond van overeenkomsten met bepaalde landen in het Middellandse-Zeegebied en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1981/94 en (EG) nr. 934/95 (1), en met name op artikel 5, lid 1, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Besluit nr. 2/2006 (2), heeft de Associatieraad EG-Turkije de wijziging van de aan Besluit nr. 1/98 van de Associatieraad EG-Turkije betreffende de handelsregeling voor landbouwproducten gehechte Protocollen nrs. 1 en 2 goedgekeurd.

(2)

Het gewijzigd Protocol nr. 1 bevat voor bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit Turkije nieuwe communautaire tariefcontingenten en wijzigingen van de bestaande communautaire tariefcontingenten die in Verordening (EG) nr. 747/2001 zijn vastgesteld.

(3)

Teneinde de nieuwe tariefcontingenten en de wijzigingen van de bestaande tariefcontingenten toe te passen, is het noodzakelijk Verordening (EG) nr. 747/2001 te wijzigen.

(4)

Aangezien Besluit nr. 2/2006 van de Associatieraad EG-Turkije met ingang van 1 november 2006 van toepassing is, dient deze verordening met ingang van dezelfde datum van toepassing te zijn en dient zij zo spoedig mogelijk in werking te treden.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité Douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage IX bij Verordening (EG) nr. 747/2001 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 november 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 november 2006.

Voor de Commissie

László KOVÁCS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 109 van 19.4.2001, blz. 2. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 19/2006 van de Commissie (PB L 4 van 7.1.2006, blz. 7).

(2)  Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.


BIJLAGE

„BIJLAGE IX

TURKIJE

Onverminderd de bepalingen voor de uitlegging van de gecombineerde nomenclatuur, wordt de omschrijving van de goederen geacht slechts een indicatieve waarde te hebben, aangezien in het kader van deze bijlage het preferentiestelsel bepaald wordt door de GN-codes die van toepassing zijn op het ogenblik dat deze verordening wordt aangenomen. Wanneer de GN-code wordt voorafgegaan door de aanduiding „ex”, wordt het preferentiestelsel zowel door de strekking van de GN-code als door de bijbehorende omschrijving bepaald.

Tariefcontingenten

Volgnummer

GN-code

Omschrijving

Contingentsperiode

Omvang van het contingent (nettogewicht, in ton)

Contingentsrecht

09.0202

0701 90

Aardappelen, vers of gekoeld, andere dan pootaardappelen

van 1.1 t/m 31.12

2 500

Vrijstelling

09.0211

0703 10 11

0703 10 19

Uien, vers of gekoeld

van 16.5 t/m 14.2

2 000

Vrijstelling

09.0213

0709 30 00

Aubergines, vers of gekoeld

van 1.5 t/m 14.1

1 000

Vrijstelling

09.0215

0709 90 70

Kleine pompoenen (zogenaamde courgettes), vers of gekoeld

van 1.3 t/m 30.11

500

Vrijstelling (1)

09.0204

0806 10 10

Druiven voor tafelgebruik, vers

van 1.5 t/m 17.6 en van 1.8 t/m 14.11

350

Vrijstelling (1)

09.0217 (2)

0807 11 00

Watermeloenen, vers

van 16.6 t/m 31.3

16 500

Vrijstelling

09.0219

 

Vruchten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, met een suikergehalte van meer dan 13 gewichtspercenten:

van 1.1 t/m 31.12

100

Vrijstelling

0811 10 11

aardbeien

0811 20 11

frambozen, bramen, moerbeien, loganbessen, zwarte, witte of rode aalbessen en kruisbessen

0811 90 19

andere, met uitzondering van tropische vruchten en tropische noten

09.0206

1509 10 90

Andere bij de eerste persing verkregen olijfolie

van 1.1 t/m 31.12

100

7,5 % ad valorem

09.0221

 

Tomaten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur:

van 1.1 t/m 31.12

8 900

Vrijstelling

2002 10

geheel of in stukken

2002 90 11

2002 90 19

andere, met een gehalte aan droge stof van minder dan 12 gewichtspercenten

09.0207 (2)

2002 90 31

2002 90 39

2002 90 91

2002 90 99

Tomaten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, andere dan geheel of in stukken, met een gehalte aan droge stof van niet minder dan 12 gewichtspercenten

van 1.1 t/m 30.6

15 000, met een gehalte aan droge stof van 28 tot 30 gewichtspercenten (3)

Vrijstelling

09.0209 (2)

2002 90 31

2002 90 39

2002 90 91

2002 90 99

Tomaten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, andere dan geheel of in stukken, met een gehalte aan droge stof van niet minder dan 12 gewichtspercenten

van 1.7 t/m 31.12

15 000, met een gehalte aan droge stof van 28 tot 30 gewichtspercenten (3)

Vrijstelling

09.0208

2007 10 10

2007 91 10

2007 91 30

2007 99 20

2007 99 31

2007 99 33

2007 99 35

2007 99 39

2007 99 55

2007 99 57

Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta

van 1.1 t/m 31.12

1 750

33 % van het specifieke recht

09.0223

2007 91 30

Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven van citrusvruchten verkregen, met een suikergehalte van meer dan 13 doch niet meer dan 30 gewichtspercenten, andere dan gehomogeniseerde bereidingen

van 1.1 t/m 31.12

100

Vrijstelling

09.0225

2007 99 39

Andere bereidingen van vruchten, door koken of stoven verkregen, andere dan gehomogeniseerde bereidingen, met een suikergehalte van meer dan 30 gewichtspercenten

van 1.1 t/m 31.12

100

Vrijstelling

09.0212

2008 30 19

2008 50 19

2008 50 51

2008 50 92

2008 50 94

2008 60 19

2008 70 19

2008 70 51

2008 80 19

Citrusvruchten, abrikozen, kersen, perziken, nectarines daaronder begrepen, en aardbeien, op andere wijze bereid of verduurzaamd

van 1.1 t/m 31.12

2 100

Vrijstelling (1)

09.0214

2009 11 11

2009 11 91

2009 19 11

2009 19 91

2009 29 11

2009 29 91

2009 39 11

2009 39 51

2009 39 91

2009 61 90

2009 69 11

2009 69 79

2009 69 90

2009 80 11

2009 80 34

2009 80 35

2009 80 61

2009 80 85

2009 80 86

2009 90 11

2009 90 21

2009 90 31

2009 90 71

2009 90 92

2009 90 94

Ongegiste vruchtensappen (druivenmost daaronder begrepen) en ongegiste groentesappen, zonder toegevoegde alcohol

van 1.1 t/m 31.12

3 400

33 % van het specifieke recht


(1)  De vrijstelling is uitsluitend van toepassing op het ad valorem recht.

(2)  De toepassing van dit tariefcontingent is geschorst bij Verordening (EG) nr. 1506/98 van de Raad (PB L 200 van 16.7.1998, blz. 1).

(3)  Voor het beheer van deze communautaire tariefcontingenten worden de navolgende coëfficiënten toegepast op de invoer van producten met een ander gehalte aan droge stof dan 28 tot 30 gewichtspercenten:

Gehalte aan droge stof in gewichtspercenten

Coëfficiënten

niet minder dan:

doch minder dan:

12

14

0,44828

14

16

0,51724

16

18

0,58621

18

20

0,65517

20

22

0,72414

22

24

0,7931

24

26

0,86207

26

28

0,93103

28

30

1

30

32

1,06897

32

34

1,13793

34

36

1,20689

36

38

1,27586

38

40

1,34483

40

42

1,41379

42

93

1,44828

93

100

3,32759”


21.11.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/11


VERORDENING (EG) Nr. 1713/2006 VAN DE COMMISSIE

van 20 november 2006

tot afschaffing van de voorfinanciering van uitvoerrestituties voor landbouwproducten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1), en met name op artikel 33, alsmede op de overeenkomstige bepalingen van de andere verordeningen houdende een gemeenschappelijke marktordening voor landbouwproducten,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad van 6 december 1993 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen (2), en met name op artikel 8, lid 3, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Toen de regeling voor de voorfinanciering van uitvoerrestituties werd ingesteld, werd het om principiële redenen nodig geacht te zorgen voor een evenwicht tussen enerzijds het gebruik van communautaire basisproducten met het oog op de uitvoer van verwerkte producten of goederen naar derde landen, en anderzijds het gebruik van tot de regeling actieve veredeling toegelaten basisproducten uit derde landen. Daartoe moest een bedrag gelijk aan de uitvoerrestitutie worden betaald zodra de communautaire basisproducten waaruit de voor uitvoer bestemde verwerkte producten of goederen zouden worden verkregen, onder douanecontrole werden geplaatst.

(2)

Ook werd het toen wegens het feit dat onder een gemeenschappelijke marktordening vallende producten die werden ingevoerd uit derde landen, op bepaalde voorwaarden onder het stelsel van douane-entrepots of van vrije zones konden worden gebracht waarbij de inning van de invoerrechten werd opgeschort, nodig geacht te voorzien in de mogelijkheid om een bedrag gelijk aan de uitvoerrestitutie te betalen zodra communautaire producten of goederen die bestemd waren voor uitvoer, onder een dergelijk stelsel werden gebracht.

(3)

De voorfinancieringsregeling had dus oorspronkelijk tot doel om communautaire goederen wat de prijs betreft in eenzelfde positie te brengen als goedkopere niet-communautaire goederen die tijdelijk werden ingevoerd in het kader van de regeling actieve veredeling, maar is sindsdien geëvolueerd tot een ingewikkelde regeling waarmee verschillende doelstellingen worden beoogd die erop neerkomen dat de hoofdredenen voor het huidige gebruik van de voorfinanciering niet de redenen zijn waarom deze ooit is ingevoerd.

(4)

De voorfinancieringsregeling wordt nu voornamelijk gebruikt om de controle op de uitvoer van rundvlees te verscherpen, hoewel de noodzaak van een scherpere controle op zichzelf onvoldoende reden is om restituties vooraf te betalen in het kader van die regeling. Geoordeeld wordt dat het niet gepast is om de voorfinancieringsregeling te gebruiken voor het bereiken van die andere doelstellingen.

(5)

De situatie op de betrokken markten voor landbouwproducten is veranderd; daardoor is er geen economische rechtvaardiging meer om de regeling voor de voorfinanciering van uitvoerrestituties verder toe te passen.

(6)

Daarom moeten wijzigingen worden aangebracht in de Verordeningen van de Commissie (EEG) nr. 32/82 van 7 januari 1982 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van bijzondere restituties bij uitvoer in de rundvleessector (3), (EEG) nr. 1964/82 van 20 juli 1982 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van bijzondere restituties bij uitvoer van bepaalde soorten rundvlees zonder been (4), (EEG) nr. 2220/85 van 22 juli 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake de regeling voor het stellen van zekerheden voor landbouwproducten (5), (EEG) nr. 2723/87 van 10 september 1987 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen voor het stelsel van restituties bij uitvoer voor granen die in de vorm van deegwaren van post 19.03 van het gemeenschappelijk douanetarief worden uitgevoerd (6), (EG) nr. 3122/94 van 20 december 1994 tot vaststelling van de criteria voor de risicoanalyse inzake landbouwproducten waarvoor restituties worden toegekend (7), (EG) nr. 1445/95 van 26 juni 1995 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer- en uitvoercertificatenregeling in de sector rundvlees en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/80 (8), (EG) nr. 800/1999 van 15 april 1999 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwproducten (9), (EG) nr. 1291/2000 van 9 juni 2000 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (10), (EG) nr. 1623/2000 van 25 juli 2000 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de marktmechanismen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1493/1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (11), (EG) nr. 2090/2002 van 26 november 2002 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 386/90 van de Raad ten aanzien van de fysieke controle bij de uitvoer van landbouwproducten waarvoor een restitutie wordt toegekend (12), (EG) nr. 1342/2003 van 28 juli 2003 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst (13), (EG) nr. 1518/2003 van 28 augustus 2003 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake de regeling van uitvoercertificaten in de sector rundvlees (14), (EG) nr. 2236/2003 van 23 december 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel (15), (EG) nr. 596/2004 van 30 maart 2004 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake de regeling van uitvoercertificaten in de sector eieren (16), (EG) nr. 633/2004 van 30 maart 2004 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake de regeling van uitvoercertificaten in de sector slachtpluimvee (17) en (EG) nr. 1043/2005 van 30 juni 2005 houdende de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad met betrekking tot de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer van bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen, en de criteria voor de vaststelling van de restitutiebedragen (18).

(7)

Om dezelfde redenen moeten worden ingetrokken Verordening (EEG) nr. 565/80 van de Raad van 4 maart 1980 betreffende de vooruitbetaling van de uitvoerrestituties voor landbouwproducten (19) en de Verordeningen van de Commissie (EEG) nr. 2388/84 van 14 augustus 1984 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de restituties bij uitvoer voor bepaalde rundvleesconserven (20), (EG) nr. 456/2003 van 12 maart 2003 tot vaststelling van specifieke voorwaarden op het gebied van de vooruitbetaling van de uitvoerrestitutie voor bepaalde producten van de rundvleessector die onder het stelsel van douane-entrepots of vrije zones zijn geplaatst (21), (EG) nr. 500/2003 van 19 maart 2003 betreffende de termijnen gedurende welke bepaalde producten van de sector granen en bepaalde producten van de sector rijst onder douanecontrole mogen blijven in het kader van de regeling inzake de vooruitbetaling van restituties (22) en (EG) nr. 1994/2005 van 7 december 2005 tot vaststelling van de basisproducten die niet in aanmerking komen voor de vooruitbetaling van de uitvoerrestitutie (23).

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van alle betrokken Comités van beheer,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 2, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 32/82 wordt de tweede alinea geschrapt.

Artikel 2

In artikel 5, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1964/82 worden de tweede en de derde alinea geschrapt.

Artikel 3

In artikel 18 van Verordening (EEG) nr. 2220/85 wordt het tweede streepje geschrapt.

Artikel 4

In artikel 1, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2723/87 wordt het tweede streepje geschrapt.

Artikel 5

In artikel 1, punt 7, van Verordening (EG) nr. 3122/94 wordt het eerste streepje geschrapt.

Artikel 6

In artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1445/95 wordt lid 2 geschrapt.

Artikel 7

Verordening (EG) nr. 800/1999 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 2, lid 1, wordt punt k) geschrapt.

2)

In artikel 4, lid 2, wordt de vierde alinea vervangen door:

„Voor de toepassing van dit lid worden de restitutievoeten in aanmerking genomen die golden op de dag waarop de certificaataanvraag is ingediend. Zo nodig worden deze restitutievoeten op de dag van aanvaarding van de aangifte ten uitvoer aangepast.”.

3)

In artikel 5, lid 6, wordt de vijfde alinea geschrapt.

4)

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

a)

In lid 1 wordt punt d) vervangen door:

„d)

Wanneer wordt vastgesteld dat niet aan de onder a) genoemde voorwaarden is voldaan, geldt voor de toepassing van artikel 50 het aantal dagen waarmee de termijn van 28 dagen is overschreden, als het aantal dagen waarmee de in artikel 7 bedoelde termijn is overschreden.”.

b)

In lid 2, onder b), wordt de tweede alinea vervangen door:

„Wanneer wordt vastgesteld dat niet aan de onder a) genoemde voorwaarden is voldaan, geldt voor de toepassing van artikel 50 het aantal dagen waarmee de termijn van 28 dagen is overschreden, als het aantal dagen waarmee de in artikel 7 bedoelde termijn is overschreden.”.

c)

In lid 3, onder b), wordt de eerste alinea vervangen door:

„Ingeval na het vervullen van de onder a) genoemde formaliteiten wordt vastgesteld dat de producten bij overlading gedurende meer dan 28 dagen in een of meer andere luchthavens binnen het douanegebied van de Gemeenschap hebben verbleven, geldt, behoudens overmacht, voor de toepassing van artikel 50 het aantal dagen waarmee de termijn van 28 dagen is overschreden, als het aantal dagen waarmee de in artikel 7 bedoelde termijn is overschreden.”.

5)

In artikel 15 wordt lid 2 vervangen door:

„2.   Als producten die in ongewijzigde staat zijn ingevoerd, worden aangemerkt producten ten aanzien waarvan op geen enkele manier blijkt dat be- of verwerking heeft plaatsgevonden.

De volgende behandelingen om de producten te bewaren mogen evenwel vóór de invoer worden verricht zonder dat dit tot gevolg heeft dat de producten niet meer aan het bepaalde in lid 1 voldoen:

a)

inventarisatie;

b)

aanbrengen op de producten of op de verpakking ervan van merken, stempels, etiketten of andere soortgelijke herkenningstekens, op voorwaarde dat deze aanbrenging niet van zodanige aard is dat de producten daardoor ogenschijnlijk van andere oorsprong zijn dan in werkelijkheid het geval is;

c)

wijziging van de merken en de nummers van de colli of wijziging van etiketten, op voorwaarde dat deze wijziging niet van zodanige aard is dat de producten daardoor ogenschijnlijk van andere oorsprong zijn dan in werkelijkheid het geval is;

d)

verpakken, uitpakken, ompakken en herstellen van verpakkingen, op voorwaarde dat deze handelingen niet van zodanige aard zijn dat de producten daardoor ogenschijnlijk van andere oorsprong zijn dan in werkelijkheid het geval is;

e)

luchten;

f)

koelen;

g)

diepvriezen.

Bovendien geldt dat, wanneer een product, alvorens het is ingevoerd, een be- of verwerking heeft ondergaan, het toch wordt geacht in ongewijzigde staat te zijn ingevoerd, op voorwaarde dat die be- of verwerking is gebeurd in het derde land waar alle bij de be- of verwerking verkregen producten zijn ingevoerd.”.

6)

In titel II wordt hoofdstuk 3 geschrapt.

7)

Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd:

a)

Lid 2 wordt vervangen door:

„2.   Als gevraagde restitutie wordt beschouwd het bedrag dat is berekend aan de hand van de op grond van artikel 5 verstrekte gegevens. Wanneer de restitutievoet verschilt naargelang van de bestemming, wordt het gedifferentieerde gedeelte van de gevraagde restitutie berekend aan de hand van de op grond van artikel 49 verstrekte gegevens over hoeveelheid, gewicht en bestemming.”.

b)

Lid 7 wordt vervangen door:

„7.   De sancties worden niet toegepast wanneer alleen wegens de toepassing van artikel 4, lid 2, artikel 18, lid 3, en/of artikel 50 de gevraagde restitutie hoger is dan de geldende restitutie.”.

c)

Lid 10 wordt vervangen door:

„10.   Indien het in de aangifte ten uitvoer vermelde product niet door het certificaat wordt gedekt, is geen restitutie verschuldigd en is het bepaalde in lid 1 niet van toepassing.”.

8)

In artikel 52, lid 1, wordt punt a) vervangen door:

„a)

de terugbetaling door een nog niet vrijgegeven zekerheid wordt gewaarborgd, geldt het verbeuren van de zekerheid overeenkomstig artikel 25, lid 1, als teruggave van de verschuldigde bedragen;”.

9)

In artikel 53 wordt het derde streepje geschrapt.

Artikel 8

Verordening (EG) nr. 1291/2000 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 4 wordt geschrapt.

2)

In artikel 24, lid 1, wordt punt b) vervangen door:

„b)

wanneer het een uitvoercertificaat of een certificaat met vaststelling vooraf van de restitutie betreft, de aangifte ten uitvoer.”.

3)

In artikel 32 wordt lid 2 geschrapt.

4)

In artikel 33, lid 1, wordt punt b) vervangen door:

„b)

in de in artikel 32, lid 1, onder b), bedoelde gevallen, onverminderd lid 2: door overlegging van het overeenkomstig artikel 24 of artikel 25 geviseerde exemplaar nr. 1 van het certificaat en, in voorkomend geval, van het overeenkomstig artikel 24 of artikel 25 geviseerde exemplaar nr. 1 van het uittreksel of de uittreksels van het certificaat.”.

5)

Artikel 48 wordt geschrapt.

Artikel 9

In artikel 26 van Verordening (EG) nr. 1623/2000 wordt lid 4 geschrapt.

Artikel 10

In bijlage III bij Verordening (EG) nr. 2090/2002 wordt punt 10 geschrapt.

Artikel 11

In artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1342/2003 wordt de derde alinea geschrapt.

Artikel 12

Verordening (EG) nr. 1518/2003 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 4, lid 1, wordt de tweede alinea vervangen door:

„In afwijking van artikel 2, lid 1, zijn de certificaten in dat geval slechts vijf werkdagen geldig met ingang van de dag van afgifte in de zin van artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1291/2000, en in vak 20 van de aanvragen en de certificaten wordt één van de in bijlage I bis opgenomen vermeldingen aangebracht.”.

2)

De tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening wordt ingevoegd als bijlage I bis.

Artikel 13

In Verordening (EG) nr. 2236/2003 wordt artikel 14 geschrapt.

Artikel 14

Verordening (EG) nr. 596/2004 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 4, lid 1, wordt de tweede alinea vervangen door:

„In afwijking van artikel 2, lid 1, zijn de certificaten in dat geval slechts geldig gedurende vijf werkdagen vanaf de dag van afgifte in de zin van artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1291/2000, en in vak 20 van de aanvragen en de certificaten wordt dan ten minste één van de in bijlage I bis opgenomen vermeldingen aangebracht.”.

2)

De tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening wordt ingevoegd als bijlage I bis.

Artikel 15

Verordening (EG) nr. 633/2004 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 2 wordt lid 5 vervangen door:

„5.   In afwijking van het bepaalde in lid 1 zijn certificaten voor de in bijlage I bedoelde categorie 6 a) 15 dagen geldig vanaf de dag van werkelijke afgifte in de zin van artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1291/2000.”.

2)

In artikel 4, lid 1, wordt de tweede alinea vervangen door:

„In afwijking van artikel 2, leden 1 en 5, zijn de certificaten in dat geval slechts geldig gedurende vijf werkdagen vanaf de dag van afgifte in de zin van artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1291/2000, en in vak 20 van de aanvragen en de certificaten wordt dan ten minste één van de in bijlage I bis opgenomen vermeldingen aangebracht.”.

3)

De tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening wordt ingevoegd als bijlage I bis.

Artikel 16

In artikel 54 van Verordening (EG) nr. 1043/2005 wordt lid 2 geschrapt.

Artikel 17

De Verordeningen (EEG) nr. 565/80, (EEG) nr. 2388/84, (EG) nr. 456/2003, (EG) nr. 500/2003 en (EG) nr. 1994/2005 worden ingetrokken.

Artikel 18

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2007.

De bij de onderhavige verordening ingetrokken of geschrapte bepalingen blijven van toepassing voor de producten die vóór 1 januari 2007 onder de voorfinancieringsregeling worden gebracht.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 november 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).

(2)  PB L 318 van 20.12.1993, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2580/2000 (PB L 298 van 25.11.2000, blz. 5).

(3)  PB L 4 van 8.1.1982, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 744/2000 (PB L 89 van 11.4.2000, blz. 3).

(4)  PB L 212 van 21.7.1982, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2772/2000 (PB L 321 van 19.12.2000, blz. 35).

(5)  PB L 205 van 3.8.1985, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 673/2004 (PB L 105 van 14.4.2004, blz. 17).

(6)  PB L 261 van 11.9.1987, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1054/95 (PB L 107 van 12.5.1995, blz. 5).

(7)  PB L 330 van 21.12.1994, blz. 31.

(8)  PB L 143 van 27.6.1995, blz. 35. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1118/2004 (PB L 217 van 17.6.2004, blz. 10).

(9)  PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 671/2004 (PB L 105 van 14.4.2004, blz. 5).

(10)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 410/2006 (PB L 71 van 10.3.2006, blz. 7).

(11)  PB L 194 van 31.7.2000, blz. 45. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1221/2006 (PB L 221 van 12.8.2006, blz. 3).

(12)  PB L 322 van 27.11.2002, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1454/2004 (PB L 269 van 17.8.2004, blz. 9).

(13)  PB L 189 van 29.7.2003, blz. 12. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 945/2006 (PB L 173 van 27.6.2006, blz. 12).

(14)  PB L 217 van 29.8.2003, blz. 35. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1361/2004 (PB L 253 van 29.7.2004, blz. 9).

(15)  PB L 339 van 24.12.2003, blz. 45. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1950/2005 (PB L 312 van 29.11.2005, blz. 18).

(16)  PB L 94 van 31.3.2004, blz. 33. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1475/2004 (PB L 271 van 19.8.2004, blz. 31).

(17)  PB L 100 van 6.4.2004, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1498/2004 (PB L 275 van 25.8.2004, blz. 8).

(18)  PB L 172 van 5.7.2005, blz. 24. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1580/2006 (PB L 291 van 21.10.2006, blz. 8).

(19)  PB L 62 van 7.3.1980, blz. 5.

(20)  PB L 221 van 18.8.1984, blz. 28.

(21)  PB L 69 van 13.3.2003, blz. 18.

(22)  PB L 74 van 20.3.2003, blz. 19.

(23)  PB L 320 van 8.12.2005, blz. 30.


BIJLAGE

„BIJLAGE I BIS

In artikel 4, lid 1, tweede alinea, bedoelde vermeldingen

:

In het Spaans

:

Certificado válido durante cinco días hábiles

:

In het Tsjechisch

:

Licence platná pět pracovních dní

:

In het Deens

:

Licens, der er gyldig i fem arbejdsdage

:

In het Duits

:

Fünf Arbeitstage gültige Lizenz

:

In het Ests

:

Litsents kehtib viis tööpäeva

:

In het Grieks

:

Πιστοποιητικό που ισχύει για πέντε εργάσιμες ημέρες

:

In het Engels

:

Licence valid for five working days

:

In het Frans

:

Certificat valable cinq jours ouvrables

:

In het Italiaans

:

Titolo valido cinque giorni lavorativi

:

In het Lets

:

Licences derīguma termiņš ir piecas darba dienas

:

In het Litouws

:

Licencijos galioja penkias darbo dienas

:

In het Hongaars

:

Öt munkanapig érvényes tanúsítvány

:

In het Nederlands

:

Certificaat met een geldigheidsduur van vijf werkdagen

:

In het Pools

:

Pozwolenie ważne pięć dni roboczych

:

In het Portugees

:

Certificado de exportação válido durante cinco dias úteis

:

In het Slowaaks

:

Licencia platí päť pracovných dní

:

In het Sloveens

:

Dovoljenje velja 5 delovnih dni

:

In het Fins

:

Todistus on voimassa viisi työpäivää

:

In het Zweeds

:

Licensen är giltig fem arbetsdagar”


21.11.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/17


VERORDENING (EG) Nr. 1714/2006 VAN DE COMMISSIE

van 20 november 2006

tot vaststelling van de verdeling van 5 000 ton korte vlasvezels en hennepvezels in gegarandeerde nationale hoeveelheden voor Denemarken, Griekenland, Ierland, Italië en Luxemburg voor het verkoopseizoen 2006/2007

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1673/2000 van de Raad van 27 juli 2000 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en -hennep (1), en met name op artikel 9,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 245/2001 van de Commissie (2) tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1673/2000, is bepaald dat de verdeling van 5 000 ton korte vlasvezels en hennepvezels in gegarandeerde nationale hoeveelheden, als bedoeld in artikel 3, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1673/2000, voor het lopende verkoopseizoen vóór 16 november moet plaatsvinden.

(2)

Daartoe hebben Denemarken en Italië de Commissie de gegevens verstrekt betreffende de oppervlakten waarvoor een aankoop-verkoopcontract, een verwerkingsverbintenis of een contract voor loonverwerking bestaat en betreffende de schatting van de opbrengsten aan stro en vezels van vlas en hennep.

(3)

Denemarken, Griekenland, Ierland en Luxemburg hebben medegedeeld dat zij in het verkoopseizoen 2006/2007 geen vezelvlas of -hennep zullen produceren.

(4)

Ramingen op grond van de bedoelde mededelingen geven aan dat de totale productie van de vijf betrokken lidstaten lager zal zijn dan de 5 000 ton die hun als totale hoeveelheid is toegewezen, zodat de hierna genoemde gegarandeerde nationale hoeveelheden moeten worden vastgesteld.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor natuurlijke vezels,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor het verkoopseizoen 2006/2007 wordt de in artikel 3, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1673/2000 bedoelde verdeling in gegarandeerde nationale hoeveelheden als volgt vastgesteld:

voor Denemarken: 2 ton;

voor Griekenland: 0 ton;

voor Ierland: 0 ton;

voor Italië: 241 ton;

voor Luxemburg: 0 ton.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 16 november 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 november 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 193 van 29.7.2000, blz. 16. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 953/2006 (PB L 175 van 29.6.2006, blz. 1).

(2)  PB L 35 van 6.2.2001, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 873/2005 (PB L 146 van 10.6.2005, blz. 3).


21.11.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/18


VERORDENING (EG) Nr. 1715/2006 VAN DE COMMISSIE

van 20 november 2006

tot vaststelling van een verbod op de visserij op roodbaars in ICES-zone V, XII, XIV door vaartuigen die de vlag van Portugal voeren

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 26, lid 4,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (2), en met name op artikel 21, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 51/2006 van de Raad van 22 december 2005 tot vaststelling, voor 2006, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften (3) zijn quota voor 2006 vastgesteld.

(2)

Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, de betrokken, voor 2006 toegewezen quota volledig zijn opgebruikt.

(3)

Derhalve moet het worden verboden op dit bestand te vissen en vis uit dit bestand aan boord te houden, over te laden en aan te voeren,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het opgebruiken van het quotum

Het quotum dat voor 2006 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.

Artikel 2

Verbod

De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Na die datum is het verboden vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, over te laden of aan te voeren.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 november 2006.

Voor de Commissie

Jörgen HOLMQUIST

Directeur-generaal Visserij en maritieme zaken


(1)  PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.

(2)  PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 768/2005 (PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1).

(3)  PB L 16 van 20.1.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1642/2006 (PB L 308 van 8.11.2006, blz. 5).


BIJLAGE

Nr.

50

Lidstaat

Portugal

Bestand

RED/51214.

Soort

Roodbaars (Sebastes spp.)

Zone

V, XII, XIV

Datum

24 oktober 2006


21.11.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 321/20


VERORDENING (EG) Nr. 1716/2006 VAN DE COMMISSIE

van 20 november 2006

tot vaststelling van een verbod op de visserij op Noorse kreeft in ICES-zone VIIIa, b, d, e door vaartuigen die de vlag van België voeren

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1), en met name op artikel 26, lid 4,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (2), en met name op artikel 21, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 51/2006 van de Raad van 22 december 2005 tot vaststelling, voor 2006, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften (3) zijn quota voor 2006 vastgesteld.

(2)

Uit door de Commissie ontvangen informatie blijkt dat, gezien de vangsten van het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage vermelde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, de betrokken, voor 2006 toegewezen quota volledig zijn opgebruikt.

(3)

Derhalve moet het worden verboden op dit bestand te vissen en vis uit dit bestand aan boord te houden, over te laden en aan te voeren,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het opgebruiken van het quotum

Het quotum dat voor 2006 aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde lidstaat is toegewezen voor de visserij op het in die bijlage vermelde bestand, wordt met ingang van de in die bijlage opgenomen datum als opgebruikt beschouwd.

Artikel 2

Verbod

De visserij op het in de bijlage bij deze verordening vermelde bestand door vaartuigen die de vlag van de in die bijlage genoemde lidstaat voeren of daar geregistreerd zijn, is verboden met ingang van de in die bijlage opgenomen datum. Na die datum is het verboden om vis uit dit bestand die door deze vaartuigen is gevangen, aan boord te hebben, over te laden of aan te voeren.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 november 2006.

Voor de Commissie

Jörgen HOLMQUIST

Directeur-generaal Visserij en maritieme zaken


(1)  PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.

(2)  PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 768/2005 (PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1).

(3)  PB L 16 van 20.1.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1642/2006 (PB L 308 van 8.11.2006, blz. 5).


BIJLAGE

Nr.

52

Lidstaat

België

Bestand

NEP/8ABDE.

Soort

Noorse kreeft (Nephros norvegicus)

Zone

VIIIa, b, d, e

Datum

9 september 2006