De Raad van de Europese Unie

INLEIDING

De weging van de stemmen in de Raad van de Europese Unie is één van de "restanten van Amsterdam", dat wil zeggen, één van de vragen die de Intergouvernementele conferentie (IGC), die tot het Verdrag van Amsterdam heeft geleid, niet heeft opgelost. De hervorming van dit systeem is om twee hoofdredenen onontbeerlijk vóór de komst van nieuwe lidstaten.

De eerste is het gevolg van het protocol betreffende de instellingen in het vooruitzicht van uitbreiding van de Europese Unie (EU) dat door het Verdrag van Amsterdam aan de verdragen is gehecht. Dit protocol verbindt de kwestie van de weging van de stemmen aan de omvang van de Commissie. De lidstaten die tot op heden twee onderdanen in de Commissie hebben, wilden namelijk een zekere compensatie krijgen voor de wijziging van de samenstelling van de Commissie die met de uitbreiding gepaard gaat.

De tweede houdt verband met het feit dat na de toetreding van de nieuwe lidstaten die merendeels een kleinere bevolking hebben, het evenwicht tussen lidstaten ten aanzien van de besluitvorming in de Raad zou kunnen worden beïnvloed indien het oude systeem voor de weging van de stemmen zou worden gehandhaafd. De Intergouvernementele conferentie heeft verscheidene oplossingen bestudeerd, van een weging die strikt is gebonden aan het demografisch gewicht tot een systeem met een dubbele gewone meerderheid (meerderheid van lidstaten en meerderheid van de bevolking van de Unie). Uiteindelijk is een compromis bereikt dankzij een nieuwe weging van de stemmen die leidt tot een toename van het aantal stemmen voor iedere lidstaat, waarbij het aantal stemmen van de lidstaten met de grootste bevolkingsaantallen het meest toeneemt.

DE NIEUWE DEFINITIE VAN DE GEKWALIFICEERDE MEERDERHEID

De doelstelling van het Verdrag van Nice was de Europese instellingen voor te bereiden op de aanstaande uitbreiding van de EU. Tevens voorziet het verdrag in bepalingen die aan de verschillende mogelijke scenario's kunnen worden aangepast. Ten tijde van het sluiten van het Verdrag van Nice was het namelijk nog niet mogelijk precies te voorzien welke kandidaat-lidstaten in staat zouden zijn hun onderhandelingen af te ronden en op welke datum de uitbreiding van kracht zou worden (in één of meer golven).

Dit is de reden waarom het Verdrag van Nice twee bepalingen bevat:

Ter herinnering: een besluit van de Raad komt tot stand wanneer het een bepaald aantal stemmen krijgt en de meerderheid van de leden van de Raad voorstemt. Het Verdrag van Nice voert een nieuwe weging van de stemmen in de Raad voor de vijftien huidige lidstaten in. In totaal zijn aan de vijftien lidstaten 237 stemmen toegekend, met een drempel van de gekwalificeerde meerderheid die is vastgesteld op 169 stemmen.

Aangezien de toetreding echter plaatsvindt vóór 1 januari 2005, de datum die in het Verdrag van Nice is vastgesteld voor de toepassing van de nieuwe weging, is deze bepaling vervangen door het toetredingsverdrag. Dit laatste bevat een bepaling die de weging van de stemmen in de Raad voor de 25 lidstaten regelt, die is gebaseerd op het Verdrag van Nice en van toepassing is vanaf 1 november 2004, na een overgangsperiode van mei tot en met oktober 2004.

DE DEMOGRAFISCHE CLAUSULE

De nieuwe definitie van de gekwalificeerde meerderheid bevat nog iets nieuws. Er is een lid aan artikel 205 van het EG-Verdrag toegevoegd dat bepaalt dat bij besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op verzoek van een lid van de Raad zal worden nagegaan of deze gekwalificeerde meerderheid ten minste 62% van de totale bevolking van de Unie vertegenwoordigt. Indien dit niet het geval is, zal het desbetreffende besluit niet worden goedgekeurd. Deze bepaling wordt toegevoegd aan de andere voorwaarden die noodzakelijk zijn voor de goedkeuring van een besluit (de gekwalificeerde meerderheid van stemmen en de meerderheid van de lidstaten). De bepaling zal garanderen dat de in de Raad genomen besluiten representatief zijn voor de meerderheid van de bevolking van de Unie.

DE WEGING VAN DE STEMMEN BIJ 25 LIDSTATEN

De toetredingsonderhandelingen zijn in december 2002 in Kopenhagen afgerond met tien kandidaat-lidstaten (Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije). Het toetredingsverdrag, dat 16 april in Athene is ondertekend, past enkele bepalingen van het Verdrag van Nice toe en past ze op bepaalde punten aan:

Dienovereenkomstig komt een besluit van de Raad vanaf 1 november 2004 tot stand wanneer het ten minste 232 van de 321 stemmen krijgt en de meerderheid van de leden van de Raad voorstemt, onder voorbehoud van de demografische clausule.

TABEL VAN STEMMENVERDELING

Lidstaat

Toegekende stemmen

Duitsland

29

Verenigd Koninkrijk

29

Frankrijk

29

Italië

29

Spanje

27

Polen

27

Nederland

13

Griekenland

12

Tsjechië

12

België

12

Hongarije

12

Portugal

12

Zweden

10

Oostenrijk

10

Slowakije

7

Denemarken

7

Finland

7

Ierland

7

Litouwen

7

Letland

4

Slovenië

4

Estland

4

Cyprus

4

Luxemburg

4

Malta

3

Totaal

321

Gekwalificeerde meerderheid

232

DE WEGING VAN DE STEMMEN EN DE LATERE UITBREIDING

De bij de ondertekening van het Verdrag van Nice goedgekeurde verklaring nr. 20 heeft tevens het gemeenschappelijk standpunt vastgesteld dat de lidstaten innemen bij de toetredingsonderhandelingen met Roemenië en Bulgarije. Deze verklaring stelt voor Roemenië 14 stemmen vast en voor Bulgarije 10 stemmen. Het totaal aantal stemmen zou aldus uitkomen op 345. Krachtens verklaring nr. 21 zal de drempel van de gekwalificeerde meerderheid, nadat deze twee landen zijn toegetreden, derhalve 255 van de 345 stemmen, oftewel 73,9%, dienen te zijn.

SAMENVATTENDE TABEL

Artikel

Onderwerp

EG-Verdrag

205

Bepalingen betreffende de stemming in de Raad en de weging van de stemmen

Verdrag van Nice - Protocol

Protocol betreffende de uitbreiding van de Europese Unie: Artikel 3: Bepalingen betreffende de weging van de stemmen bij 15 lidstaten en de demografische clausule

-

Verdrag van Nice - Verklaringen

Verklaring nr. 20: Gemeenschappelijk standpunt van de EU bij de toetredingsonderhandelingen - Tabel van de weging van de stemmen in een Unie met 27 lidstaten

-

Verklaring nr. 21: Drempel van de gekwalificeerde meerderheid en aantal stemmen van de blokkerende minderheid in een uitgebreide Unie

-

Toetredingsverdrag

Artikelen 12 en 26 van de toetredingsakte

-

Laatste wijziging: 13.09.2007