Bescherming van kinderen in de digitale wereld

Het mediagebruik van consumenten en vooral van minderjarigen is enorm veranderd. Minderjarigen gebruiken media in toenemende mate via mobiele apparatuur, inclusief (online)videospellen, waardoor de vraag naar onlinemediadiensten op aanvraag toeneemt. Sociale netwerksites, een nieuw fenomeen, zijn erg belangrijk geworden, zowel voor individuele gebruikers als in maatschappelijk opzicht. En er zitten nog meer veranderingen aan te komen. Al deze nieuwe ontwikkelingen bieden minderjarigen veel mogelijkheden, maar brengen ook enkele uitdagingen met zich mee als het gaat om hun bescherming. Dit verslag bevat een overzicht van de maatregelen die zijn getroffen ter bescherming van minderjarigen in de digitale wereld en van de maatregelen die nog moeten worden genomen om deze bescherming te verbeteren.

BESLUIT

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 13 september 2011 over de toepassing van de aanbeveling van de Raad van 24 september 1998 betreffende de bescherming van minderjarigen en de menselijke waardigheid en van de aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de bescherming van minderjarigen en de menselijke waardigheid en het recht op weerwoord in verband met de concurrentiepositie van de Europese industrie van audiovisuele en online-informatiediensten – Beschermen van kinderen in de digitale wereld [COM(2011) 556 – Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad].

SAMENVATTING

Dit verslag bevat een overzicht van de maatregelen die de lidstaten hebben genomen om kinderen bij hun activiteiten op het internet te beschermen, in navolging van de aanbeveling van 2006 betreffende de bescherming van minderjarigen en de menselijke waardigheid in audiovisuele en online-informatiediensten en de aanbeveling van 1998 betreffende de bescherming van minderjarigen en de menselijke waardigheid.

Illegale of schadelijke inhoud

In het verslag geeft de Commissie een overzicht van de initiatieven die de lidstaten hebben genomen om discriminerende, illegale en schadelijke inhoud op het internet te bestrijden. Het betreft hoofdzakelijk vrijwillige verbintenissen en gedragscodes. Sommige van deze initiatieven voorzien bijvoorbeeld in de weergave van een passend label op internetsites.

Het met dergelijke initiatieven bereikte beschermingsniveau verschilt echter sterk tussen de lidstaten. De huidige maatregelen zouden dan ook voortdurend moeten worden gecontroleerd om na te gaan of ze wel doeltreffend zijn.

Voorts komt illegale of schadelijke inhoud vaak uit andere EU-lidstaten of derde landen. Bescherming tegen dat soort inhoud zou kunnen worden geharmoniseerd door een gecoördineerde aanpak op Europees en vervolgens ook op internationaal niveau.

Hotlines

De digitale agenda voor Europa voorziet tegen 2013 in de installatie van hotlines waarop beledigende of schadelijke online-inhoud kan worden gemeld. Deze hotlines zouden mee moeten worden gefinancierd door het programma Voor een veiliger internet. Voorts is het samenwerkingsverband van internetmeldpunten INHOPE (EN) een efficiënt platform voor samenwerking tussen de lidstaten en derde landen. Er zijn ook procedures voor kennisgeving en verwijdering vastgesteld, die aanbieders van internetdiensten verplichten alle illegale inhoud te verwijderen die via de hotline door burgers wordt gemeld.

De Commissie verzoekt de lidstaten evenwel hun hotlines nauwgezetter te controleren. De bekendheid en toegankelijkheid ervan is nog te beperkt, zowel bij internetgebruikers in het algemeen als bij kinderen.

Aanbieders van internetdiensten (ISP’s)

Aanbieders van internetdiensten wordt verzocht actiever mee te werken aan de bescherming van minderjarigen. De toepassing van gedragscodes moet breder worden verspreid en nauwlettend worden gecontroleerd. ISP-verenigingen worden aangespoord om de bescherming van minderjarigen op te nemen in hun mandaat en om hun leden eraan te verbinden. Bovendien zou een sterkere betrokkenheid van consumenten en autoriteiten bij de ontwikkeling van gedragscodes er mee helpen voor zorgen dat zelfregulering daadwerkelijk een antwoord heeft op de snel evoluerende digitale wereld.

ISP’s worden aangemoedigd om gedragscodes algemeen toe te passen en de bescherming van minderjarigen in hun mandaat op te nemen.

Sociale netwerksites

Sociale netwerksites hebben de manier waarop minderjarigen met elkaar omgaan en communiceren drastisch veranderd. Deze sites houden vele risico’s in, zoals illegale inhoud, niet bij de leeftijd passende inhoud, ongepaste contacten en ongepast gedrag.

In het verslag wordt de vaststelling van richtsnoeren voor aanbieders van sociale netwerksites vermeld als een mogelijke oplossing om deze risico’s tegen te gaan. De Commissie moedigt de lidstaten aan meer meldpunten op te zetten en werk te maken van efficiënte administratieve structuren, teneinde deze in te zetten voor sociale netwerksites.

Mediageletterdheid en bewustmaking

De lidstaten hebben zich ertoe verbonden de mediageletterdheid te verbeteren. Er bestaan al tal van initiatieven op het gebied, zoals publiek-private partnerschappen en het project EU kids online (EN). Het blijft evenwel een aanzienlijke uitdaging om alle kinderen en ouders te bereiken en een consistente aanpak in alle scholen en lidstaten te verwezenlijken, al leveren de toenemende integratie van mediageletterdheid en bewustmaking in het schoolonderwijs positieve resultaten op.

Toegangsbeperkingen op inhoud

Het beperken van de toegang van minderjarigen tot inhoud vereist leeftijdsclassificatie en inhoudsbeoordeling. Er bestaan al leeftijdsclassificatie- en inhoudsbeoordelingssystemen voor audiovisuele inhoud. Sommige lidstaten beschouwen dergelijke systemen als voldoende of effectief, terwijl andere menen dat deze nog voor verbetering vatbaar zijn.

Technische systemen als filters, leeftijdsverificatiesystemen en controlesystemen voor ouders kunnen nuttig zijn, maar bieden geen garantie dat minderjarigen geen toegang krijgen tot de inhoud waarvoor toegangsbeperkingen gelden. Abonnees zijn alsmaar beter op de hoogte van de beschikbare filter- en beoordelingssystemen en de software voor leeftijdscontrole. Toch blijven de lidstaten verdeeld over het nut, de geschiktheid (met het oog op het recht op informatie en mogelijk misbruik van censuur), de technische uitvoerbaarheid en de betrouwbaarheid van de technische systemen. Bovendien wijzen zij op de noodzaak van transparantie met betrekking tot de toevoeging van bepaalde inhoud aan een zwarte lijst en de mogelijkheid deze daar weer af te halen.

Terwijl de meeste lidstaten overwegen om hun leeftijdsclassificatie en hun beoordelingssystemen te verbeteren, is er nog geen overeenstemming over een pan-Europees classificatiesysteem voor media-inhoud. De Commissie wil dan ook dat verder wordt nagedacht over vernieuwende classificatiesystemen voor inhoud in de informatie- en communicatietechnologiesector (ICT).

Audiovisuele mediadiensten

De Commissie stelt vast dat audiovisuele mediadiensten op aanvraag enigszins achterblijven wat betreft systemen voor co- of zelfregulering voor de bescherming van minderjarigen tegen schadelijke inhoud en technische middelen die kinderen selectieve toegang tot online-inhoud bieden. Het zou dan ook nuttig zijn voor dergelijke audiovisuele mediadiensten een leeftijdsclassificatie en tijdsbeperkingen op uitzendingen vast te stellen.

Videospellen

Met uitzondering van Duitsland gebruiken alle lidstaten het Pan European Games Information System (PEGI) om minderjarigen bij het spelen van videospellen te beschermen. De Commissie geeft in het verslag aan dat meer bewustmakingsmaatregelen nuttige preventieve gevolgen zouden hebben, met name in scholen. Bovendien kan nog meer worden gedaan om naleving van de leeftijdsclassificatie bij de verkoop van videospellen te garanderen, alsook om de toepassing van systemen als PEGI op onlinespellen breder ingang te doen vinden.

See also

Laatste wijziging: 06.12.2011