Beter toegankelijke en meer doeltreffende subsidies voor onderzoek

In haar mededeling schuift de Europese Commissie verschillende oriëntaties naar voren om de procedures voor deelname aan de door de Europese Unie (EU) gefinancierde onderzoeksprojecten te vereenvoudigen. Het algemene doel is een vereenvoudiging van de verkrijging en het beheer van de subsidies om het onderzoekspotentieel binnen en buiten Europa ten volle te kunnen aanboren. Deze mededeling zou dan ook moeten bijdragen tot het succes van de „Europa 2020“-strategie om uit de crisis te geraken en de economische heropleving voor te bereiden.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 29 april 2010 „Vereenvoudigen van de tenuitvoerlegging van de kaderprogramma's voor onderzoek” [COM(2010) 187 def. – Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad].

SAMENVATTING

De mededeling van de Commissie beoogt een vereenvoudiging van de regels en procedures voor de verkrijging en het beheer van de subsidies van de Europese Unie (EU) op het vlak van onderzoek en innovatie. De mededeling zelf is daarbij opgebouwd uit drie grote onderdelen.

Onderdeel 1: Stroomlijnen van het beheer van voorstellen en subsidies volgens het bestaande reglementaire en wettelijke kader (korte termijn)

Dit eerste onderdeel wil het bestaande systeem voor het beheer van de voorstellen en subsidies minder zwaar, eenvoudiger en sneller maken. De meeste verbeteringen beogen een vermindering van de toekennings- en betalingstermijnen. Ze omvatten met name:

Onderdeel 2: Aanpassen van de regels volgens het huidige kostenbasissysteem

Het tweede onderdeel bestaat uit een aanpassing van de bestaande financiële regels met handhaving van een effectieve controle. Het nieuwe systeem moet een betere acceptatie van de gebruikelijke boekhoudpraktijken (met inbegrip van de gemiddelde personeelskosten) mogelijk maken. Deze aanpassing moet ook tot een beperking van de verscheidenheid van de bijzondere bepalingen leiden, die van toepassing zijn op tal van activiteiten (onderzoek, demonstratie, beheer) en categorieën van deelnemers (onderzoeksorganisaties, universiteiten, non-profitorganisaties, enz.). Door de mogelijkheid om gebruik te maken van forfaitaire bedragen voor bepaalde kostencategorieën zal totaal afgezien kunnen worden van de reële kosten die alles vaak erg complex maken. Deze forfaitaire bedragen worden al grotendeels gebruikt in het kader van het programma „Mensen”. Voortaan zullen ze voor alle projecten kunnen worden ingediend, in het bijzonder voor de personeelskosten of voor de eigenaars/exploitanten van MKB's die het grootste deel van het project zelf uitvoeren, zonder dat een salaris in hun boekhouding wordt geregistreerd. Verder zal een wijziging van het selectieproces van de subsidies bijdragen tot een verkorting van de toewijzingstermijn en een verlichting van de administratieve last, zowel voor de lidstaten als voor de diensten van de Commissie.

Onderdeel 3: Overschakelen van een financiering op kostenbasis naar een financiering op resultatenbasis

De opties die worden aangereikt in de twee voorgaande onderdelen zullen de administratieve inspanningen in verband met kostenrapportage en financiële auditing niet verlichten. De geleidelijke invoering van de „vergoeding bij resultaat” zal de administratieve last op boekhoudkundig vlak daarentegen minimaliseren, evenals de noodzaak van financiële controles voor- en achteraf. Deze wijziging zal toegepast worden in het kader van de toekomstige kaderprogramma's voor onderzoek. De begunstigden van subsidies van de EU zullen forfaitaire bedragen ontvangen voor de uitvoering van specifieke wetenschappelijke taken. Ze zullen moeten aantonen dat ze op doeltreffende en efficiënte wijze te werk zijn gegaan in plaats van hun uitgavenposten één voor één te moeten rechtvaardigen.

Vooruitzichten

De meeste in het kader van het tweede en derde onderdeel voorgestelde opties vereisen wijzigingen van de regels. Ze zullen bijgevolg bij de driejaarlijkse herziening van het Financieel Reglement en, op die basis, bij de aanstaande herziening van het regelgevingskader voor onderzoeksbeleid aan bod komen.

De Commissie kan echter wijzigingen aan het zevende kaderprogramma (KP7) voorstellen na de tussentijdse evaluatie ervan die voorzien is voor oktober 2010.

Context

Het KP7 heeft heel wat interesse gewekt bij de onderzoekersgemeenschap, met elk jaar meer dan 30 000 ontvangen voorstellen en bijna 7 000 gefinancierde projecten. Bijna alle Europese universiteiten doen eraan mee.

Er werden al verschillende maatregelen getroffen om de procedures te vereenvoudigen, zowel bij de uitwerking van het KP7 als sinds de inwerkingtreding ervan. Tot deze maatregelen behoren een nieuw garantiefonds en een eenmalig registratiesysteem waardoor organisaties die een financiering aanvragen voor meerdere projecten over meerdere jaren hun gegevens maar één keer hoeven te bezorgen. Bovendien zijn acht op tien deelnemers aan het KP7 voortaan vrijgesteld van een voorafgaande controle van de financiële draagkracht.

De Commissie richtte ook twee nieuwe uitvoerende agentschappen op in 2007:

De Europese Onderzoeksraad is een essentieel onderdeel van het KP7. Zij kent subsidies toe aan projecten die door (beginnende of ervaren) onderzoekers worden gevoerd, zonder te eisen dat deze projecten in het kader van grensoverschrijdende consortia passen.

Laatste wijziging: 17.09.2010