Financiële en technische hulp en economische samenwerking (1992-2006)

Deze verordening zet de grote lijnen uit en stelt de werkwijzen vast voor de financiële en technische hulp van de Europese Gemeenschap aan de ontwikkelingslanden in Azië en Latijns-Amerika en voor de economische samenwerking met deze landen met het oog op ontwikkeling en armoedebestrijding.

BESLUIT

Verordening (EEG) nr. 443/92 van de Raad van 25 februari 1992 inzake financiële en technische hulp en economische samenwerking met de ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika en in Azië [Zie wijzigingsbesluiten].

SAMENVATTING

1. Deze verordening beoogt de uitbreiding van de samenwerking van de Gemeenschap met de ontwikkelingslanden in Azië en Latijns-Amerika. Deze samenwerking bestaat niet alleen uit financiële en technische hulp maar ook uit economische samenwerking. In het kader van deze samenwerking wordt voorrang verleend aan de bevordering van de mensenrechten en van de democratisering, aan goed openbaar bestuur, milieubescherming, liberalisering van het handelsverkeer en versterking van de culturele dimensie.

2. Om deze ontwikkeling mogelijk te maken, moeten volgens de verordening de rechten en de fundamentele vrijheden van de mens geëerbiedigd worden en moet van deze rechten en vrijheden daadwerkelijk gebruik kunnen worden gemaakt. De landen die zich hiervoor inzetten kunnen op meer steun van de Gemeenschap rekenen. Anderzijds zou de Gemeenschap haar samenwerking met de betrokken landen kunnen wijzigen en zelfs opschorten indien deze zich schuldig maken aan ernstige en voortdurende schendingen van de mensenrechten en van de democratische beginselen. In dat geval zou de samenwerking beperkt worden tot acties die rechtstreeks ten goede komen aan behoeftige bevolkingsgroepen.

3. Alle ontwikkelingslanden in Azië en Latijns-Amerika komen in aanmerking voor financiële en technische hulp en economische samenwerking. Behalve staten en regio's van deze landen komen als doelgroep of partner, naar gelang van het project, in aanmerking: lagere overheden, regionale organisaties, openbare diensten, particuliere instellingen en ondernemingen met inbegrip van coöperaties en niet-gouvernementele organisaties enz.

Financiële en technische hulp

4. De financiële en technische hulp is bedoeld voor de armste lagen van de bevolking en de armste landen van beide regio's. De hulp is met name gericht op:

Economische samenwerking

5. Voor de economische samenwerking die werd opgezet in het wederzijdse belang van de Gemeenschap en de begunstigde landen, komen in de eerste plaats landen in aanmerking met een betrekkelijk gevorderde economische ontwikkeling. Deze samenwerking is gericht op:

Uitvoeringsbepalingen

6. De financiële en technische hulp en de steun uit hoofde van de economische samenwerking geschieden in de regel in de vorm van giften die worden gefinancierd uit de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen. Een indicatief vijfjarenprogramma kan worden opgesteld per doelstelling, per land of per regio. De verordening voorziet in de mogelijkheid van cofinanciering met de lidstaten of met andere geldschieters.

7. Voor de eerste periode van vijf jaar (1991-1995) bedroeg de communautaire financiering 2 750 miljoen euro. Voor de latere periode wordt het bedrag van de hulp vastgesteld volgens de procedures voor het financieringskader van de Gemeenschap. Zo beliepen de vastleggingskredieten voor de ontwikkelingslanden in Azië en Latijns-Amerika in 2001 588 miljoen euro.

8. De financiële en technische hulp dekt alle kosten in verband met de uitvoering van de projecten en programma's die door de Gemeenschap worden gefinancierd. De uitgaven voor onderhoud en exploitatie worden slechts gefinancierd in de beginfase behalve wanneer het opleidings- en onderzoekprogramma's betreft. Door de Gemeenschap worden ook de kosten van studies, expertises, controles en evaluaties gefinancierd.

9. Alle natuurlijke en rechtspersonen uit de lidstaten kunnen onder gelijke voorwaarden deelnemen aan aanbestedingen en overeenkomsten die door de Gemeenschap worden gefinancierd. Deze deelneming staat ook open voor het begunstigde land en eventueel ook voor andere ontwikkelingslanden.

10. De Commissie staat in voor het beheer van de financiële en technische hulp en van de economische samenwerking. Zij wordt bijgestaan door een comité dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de lidstaten en wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie. Deze vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp van de te nemen maatregelen voor. Het comité brengt advies uit over dit ontwerp. De Commissie stelt de voorgenomen maatregelen vast indien deze in overeenstemming zijn met het advies van het comité. Indien dat niet het geval is, neemt de Raad een beslissing in verband met het door de Commissie ingediende voorstel.

11. De Commissie legt het Europees Parlement en de Raad jaarlijks een gedetailleerd verslag voor over de projecten en programma's die op basis van deze verordening gefinancierd worden. Bovendien wordt aan het einde van iedere periode van vijf jaar door de Commissie een algemeen verslag uitgebracht waarin de hulp van de Gemeenschap aan de ontwikkelingslanden in Azië en Latijns-Amerika wordt geëvalueerd.

Referenties

Besluit

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in de lidstaten

Publicatieblad

Verordening (EEG) nr. 443/92

1.3.1992

-

L 52 van 27.2.1992

Wijzigingsbesluit

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in de lidstaten

Publicatieblad

Verordening (EEG) nr. 2112/2005

28.12.2005

-

L 344 van 27.12.2005

GERELATEERDE BESLUITEN

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking [Publicatieblad L 378 van 27.12.2006].Deze verordening vervangt Verordening (EEG) nr. 443/92 en dient als uitgangspunt voor de steunverlening over de periode 2007-2013.

Laatste wijziging: 13.02.2007