Wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering

De Europese Unie (EU) beoogt een wereldwijd bondgenootschap tot stand te brengen met de ontwikkelingslanden die het meest aan klimaatverandering zijn blootgesteld, om hen te helpen het hoofd te bieden aan deze uitdaging. Door zich toe te spitsen op de minst ontwikkelde landen en de kleine insulaire ontwikkelingslanden zal dit bondgenootschap resulteren in een gestructureerde dialoog en een concrete samenwerking met betrekking tot de acties die in het kader van het ontwikkelingsbeleid van de EU worden gefinancierd.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 18 september 2007 - Naar een wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering tussen de Europese Unie en de arme ontwikkelingslanden die het ergst door de klimaatverandering worden getroffen [COM(2007) 540 definitief - Niet in het Publicatieblad verschenen].

SAMENVATTING

De ontwikkelingslanden zullen het zwaarst worden getroffen door de klimaatverandering, in het bijzonder de minst ontwikkelde landen (MOL) en de kleine insulaire ontwikkelingslanden die niet beschikken over toereikende middelen om zich voor te bereiden op en aan te passen aan de zich thans voltrekkende veranderingen. Volgens de Intergouvernementele werkgroep inzake klimaatverandering (IPCC) is in het bijzonder Afrika onderhevig aan de klimaatverandering. Afrika wordt met name geconfronteerd met watertekort, steeds extremere weersomstandigheden en een onzekere voedselvoorziening door droogte en woestijnvorming.

Het wereldwijde bondgenootschap tegen klimaatverandering zal ertoe bijdragen dat de armste ontwikkelingslanden die het meest onder de klimaatverandering te lijden hebben, hun capaciteit verbeteren om zich aan de effecten van de klimaatverandering aan te passen. Het wereldwijde bondgenootschap tegen klimaatverandering zal een platform voor dialoog en uitwisseling vormen tussen de EU en de arme ontwikkelingslanden die het meest aan de klimaatverandering onderhevig zijn en deze ontwikkelingslanden bijstaan bij het integreren van klimaatverandering in de nationale ontwikkelingsstrategieën en de samenwerking op ontwikkelingsgebied. Deze dialoog zal eveneens op regionaal niveau plaatsvinden, bijvoorbeeld met de ACS -groep (Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan), de Afrikaanse Unie, de kleine insulaire ontwikkelingslanden en de ontmoetingen Azië-Europa (ASEM). Daarnaast zal het wereldwijde bondgenootschap tegen klimaatverandering voorzien in technische en financiële steun voor maatregelen inzake aanpassing en integratie van de klimaatverandering in de ontwikkelingsstrategieën.

Deze uitwisseling van gedachten en ervaringen buiten de onderhandelingscontext zal het mogelijk maken het lopende proces binnen het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) te ondersteunen, de visie van Europa en die van de ontwikkelingslanden nader tot elkaar te brengen en zal worden gebruikt bij de uitwerking van klimaatovereenkomst post-2012.

De Commissie stelt volgende vijf prioritaire actieterreinen voor, die in het kader van de dialoog over het bondgenootschap nader zullen moeten worden besproken en verfijnd.

Financiering

De middelen voor de uitvoering van het wereldwijde bondgenootschap tegen klimaatverandering zijn hoofdzakelijk afkomstig van het thematisch programma "Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, waaronder energie (esdeenfr)" (ENRTP). Voor de periode 2008-2010 is een bedrag van 50 miljoen euro aanvullende middelen in het ENRTP opgenomen. Daarnaast zijn er middelen die kunnen worden ingezet in het kader van het tiende Europees Ontwikkelingsfonds, met name de nationale en regionale toewijzingen die tot het wereldwijde bondgenootschap kunnen bijdragen, alsook een bedrag van ongeveer 200 miljoen euro van het intra ACS-programma voor klimaatverandering, milieu en rampenpreventie.

Voorts roept de Commissie de lidstaten op bij te dragen tot de financiering van het wereldwijde bondgenootschap. De lidstaten hebben voor zichzelf de doelstelling vastgesteld om de officiële ontwikkelingshulp tegen 2010 op te trekken, met name als onderdeel van deze verhoging kan een bijdrage aan de financiering van het bondgenootschap worden verleend. Hierbij wordt gedacht aan een door de Commissie beheerd gemeenschappelijk financieringsmechanisme voor het wereldwijde bondgenootschap.

Context

De EU heeft al in 2003 (esdeenfr) gewezen op het uitgesproken verband tussen klimaatverandering en armoede. De oprichting van een wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering is reeds als voorstel opgenomen in het groenboek inzake de aanpassing aan klimaatverandering in Europa, dat een pijler omvat over de integratie van deze aanpassing in het externe optreden van de EU. Als reactie op de conclusies van de Europese Raad van maart 2007 bevat het groenboek een oproep om dialoog en samenwerking tussen de EU en de ontwikkelingslanden over klimaatverandering te versterken.

GERELATEERDE BESLUITEN

Conclusies van de Raad over een wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering tussen de Europese Unie en de arme ontwikkelingslanden die het ergst door de klimaatverandering worden getroffen. Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen - 20 november 2007 [Niet in het Publicatieblad verschenen].

Laatste wijziging: 12.12.2007