Grotere stabiliteit en meer welvaart in de Westelijke Balkan

De Westelijke Balkanlanden zijn opgenomen in het uitbreidingsproces met het oog op hun toekomstige toetreding tot de Europese Unie (EU). Er moeten nog verschillen stappen genomen worden op weg naar de Europese integratie. De EU heeft zich ertoe verbonden om met de landen van deze regio, in aansluiting op het stabilisatie- en associatieproces en de Agenda van Thessaloniki een aangepast beleidskader vast te stellen. Voor de tenuitvoerlegging van dit beleidskader zijn evenwel bijkomende inspanningen vereist om de laatste etappes te doorlopen die nodig zijn om stabiliteit en welvaart in de regio te waarborgen.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie van 27 januari 2006: de Westelijke Balkan op weg naar de EU: consolidatie van stabiliteit en versterking van welvaart [COM(2006) 27 definitief - Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad].

SAMENVATTING

De Commissie legt een evaluatie voor van de tenuitvoerlegging van de Agenda van Thessaloniki (EN) die in 2003 door de Europese Unie (EU) en de Westelijke Balkanlanden is aangenomen.

Zij formuleert daarnaast aanbevelingen betreffende de consolidatie en de verdere vooruitgang die geboekt moet worden in het kader van het stabilisatie- en associatieproces en de Agenda van Thessaloniki.

Dergelijke ontwikkelingen zijn bevorderlijk voor nauwere banden tussen de EU en deze landen, met name in het kader van hun Europese perspectief.

Balans van de tenuitvoerlegging van de Agenda van Thessaloniki

De meeste van de in het kader van de Agenda van Thessaloniki gedane toezeggingen zijn nagekomen, zowel door de EU als door de landen van de Westelijke Balkan.

De politieke dialoog en de samenwerking op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) zijn versterkt, in het bijzonder waar het gaat om de aansluiting van de landen van de regio bij de gemeenschappelijke standpunten, demarches en verklaringen op het gebied van het GBVB. Er is een politiek forum EU-Westelijke Balkan ingesteld en de bilaterale politieke dialoog is uitgebreid tot alle landen van de Westelijke Balkan.

De EU ondersteunt de versterking van de instellingen en de ontwikkeling van de economische en commerciële structuren in de landen van de regio, met name door het bevorderen van hun deelname aan communautaire programma's en agentschappen en aan het Europees Handvest voor kleine bedrijven of door het opstellen van uitzonderlijke handelsmaatregelen.

Op regelmatige tijdstippen vindt er een dialoog plaats tussen de Commissie en elk van de landen van de Westelijke Balkan over economische vraagstukken.

Ook is er vooruitgang geboekt op het gebied van justitie, vrijheid en veiligheid, met name dankzij de steun van de Gemeenschap.

De EU zet in het kader van het GBVB en het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid (EVDB) haar missies op het gebied van vredeshandhaving en conflictpreventie in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië of in Bosnië en Herzegovina voort. Voorts steunt zij actief de missie van de Verenigde Naties in Kosovo (UNMIK) en werkt zij nauw samen met de voorlopige instellingen voor zelfbestuur.

Verdere inspanningen zijn evenwel nog nodig wat betreft de terugkeer van vluchtelingen, verzoening door middel van onderwijs, en meer in het algemeen, sociale ontwikkeling en cultuur. De samenwerking met het Internationale Strafhof voor het voormalige Joegoslavië (ICTY) is eveneens nog steeds van fundamenteel belang.

Aanzienlijke vooruitgang nodig

De Commissie vestigt de aandacht op de noodzaak om handel en investeringen alsmede de economische en sociale ontwikkeling te ondersteunen. In dit verband biedt het nu aan de gang zijnde hervormingsproces om het functioneren van de markten en het concurrentievermogen te waarborgen een onontbeerlijke basis voor de economische en politieke stabiliteit. De economische en commerciële integratie berust met name op:

De burgers van de landen van de Westelijke Balkan, met uitzondering van Kroatië, zijn bij reizen naar de EU onderworpen aan visumregels. De Commissie is voornemens in de loop van 2006 voor de landen van de Westelijke Balkan ontwerp-onderhandelingsmandaten voor de vergemakkelijking van het verkeer van personen voor te leggen aan de Raad. Deze overeenkomsten zullen worden gekoppeld aan het sluiten van terugnameovereenkomsten met deze zelfde landen.

Bovendien zijn er specifieke maatregelen om uitwisselingen van studenten en onderzoekers uit derde landen aan te moedigen, waaronder twee richtlijnen van december 2004 en oktober 2005.

De Commissie wenst personen en instellingen van de Westelijke Balkan vertrouwd te maken met de Europese agenda.

De deelname aan communautaire programma's en agentschappen zal bevorderlijk zijn voor een verdere integratie van de regio in de EU, en de uitwisseling van kennis en goede praktijken.

Het is van essentieel belang dat de overheden op de Europese integratie worden voorbereid in de zin van bestuurlijke en justitiële capaciteit teneinde een vroegtijdige aanpassing aan de EU-wetgeving te bewerkstelligen. Hierin wordt met name voorzien door het twinningsinstrument (langetermijndetachering van experts en adviseurs uit de lidstaten bij overheidsinstanties in de betrokken landen), door de steun van het Bureau voor de uitwisseling van informatie inzake technische bijstand (TAIEX) (DE) (EN) (FR) of door programma's voor douane- en fiscale bijstand (CAFAO).

Verschillende internationale actoren zijn zich in toenemende mate bewust van de regionale samenwerking, bijvoorbeeld door structuren als het Stabiliteitspact. Hoewel er enige vooruitgang is geboekt, moeten de uitdagingen op het gebied van de regionale samenwerking nog worden verwezenlijkt op beleidsgebieden waarop de landen van de Westelijke Balkan geleidelijk aan bij het Europese beleid worden betrokken, meer bepaald:

De Commissie stelt voor de dialoog met het maatschappelijk middenveld uit te breiden tot alle landen van de Westelijke Balkan en daarbij verder te gaan dan de dialoog met het maatschappelijk middenveld die voor de kandidaatlanden was voorgesteld (Europese Raad van december 2004 en Mededeling (2005) 290 definitief van 29 juni 2005). De EU stelt dus voor een uitvoerige politieke en culturele dialoog aan te gaan met de landen van de regio waarbij de maatschappelijke organisaties actief betrokken zijn.

Context

Vraagstukken die van fundamenteel belang zijn voor de toekomst van de regio moeten nog worden opgelost, zoals de status van Kosovo en de constitutionele hervormingen in Bosnië-Herzegovina, Servië en Montenegro.

Laatste wijziging: 23.05.2011