Bestuur en ontwikkeling

De Europese Unie (EU) stelt een meer pragmatische benadering voor betreffende de steun aan het bestuur in de ontwikkelingslanden, gebaseerd op de dialoog en de capaciteitsopbouw. Ze benadrukt het ontbreken van een uniforme oplossing en staat een benadering à la carte voor, op basis van de specifieke kenmerken van elk land.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie van 20 oktober 2003 aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité: Bestuur en ontwikkeling [COM(2003) 615 def. - Niet in het Publicatieblad bekendgemaakt].

SAMENVATTING

Deze mededeling heeft tot doel antwoorden te geven die zijn aangepast aan de verschillende contexten om:

De mededeling benadrukt dat er geen uniforme oplossing bestaat en beveelt een opmaat gesneden benadering aan, op basis van de specifieke kenmerken van elk ontwikkelingsland. Zo onderscheidt ze drie types situaties: doeltreffende partnerschappen, moeilijke partnerschappen en post-conflictsituaties. De beleidsrichtsnoeren moeten dus worden toegepast vanuit een verschillend perspectief, op basis van deze drie scenario's.

Doeltreffende partnerschappen

Net als de meeste donoren kent de Commissie bij voorrang haar steun toe aan sterk presterende landen, om de doeltreffendheid van de hulp te vergroten. In doeltreffende partnerschappen zetten de overheden zich in voor ontwikkelingsdoelstellingen en goed bestuur, in het kader dat op internationaal niveau werd gedefinieerd. Ook als de institutionele capaciteiten zwak zijn, wordt rekening gehouden met het bestaan van een politiek engagement in een hervormingsproces.

De actieprioriteiten moeten betrekking hebben op:

De mededeling citeert als voorbeeld de landen uit het Middellandse Zeegebied, de Afrikaanse landen en de landen van Oost-Europa en Centraal-Azië.

Moeilijke partnerschappen

De Commissie benadrukt dat de donoren de moeilijke partnerschappen niet in de steek mogen laten. Deze moeilijke partnerschappen worden gekenmerkt door een ontoereikende inzet van de overheid voor armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling en goed bestuur. In deze situaties wordt de ontwikkelingssamenwerking soms gedeeltelijk of zelfs volledig gestaakt. De bevolking in deze bijzonder kwetsbare landen zou niet mogen boeten voor het slechte gedrag van de bestuurders. Deze landen isoleren kan het extremisme en het terrorisme stimuleren, en er kunnen ook regionale gevolgen zijn. Een land laten uiteenvallen, zal het herstarten van het proces op lange termijn moeilijker en duurder maken. Al deze elementen pleiten tegen een totale terugtrekking van de donoren uit deze landen. De donoren moeten dus alternatieve aanknopingspunten en benaderingen zoeken voor de samenwerking, om de kern van de problemen aan te pakken die vaak hun oorsprong vinden in slecht bestuur dat zijn wortels in de armoede heeft.

De actieprioriteiten moeten betrekking hebben op:

De mededeling geeft als voorbeeld Noord-Korea, Angola en Bangladesh.

Post-conflictsituaties

Er wordt vastgesteld dat de overheidsinstellingen in post-conflictsituaties niet werken of helemaal niet aanwezig zijn. Landen die uit een conflict komen, hebben vaak de neiging de vijandelijkheden te hervatten. Naar schatting 50% van de landen die uit een conflict komen, zijn potentieel opnieuw bij vijandelijkheden betrokken. In een dergelijke situatie moeten de donoren snel tot actie overgaan.

De actieprioriteiten moeten betrekking hebben op:

De mededeling geeft Guatemala en Rwanda als voorbeeld.

Dialoog over bestuur: basiselementen

Een ruime waaier van instrumenten is beschikbaar om het bestuur te bevorderen in het kader van de bestrijding van de armoede en het ondersteunen van de duurzame ontwikkeling, met name: humanitaire hulp, de ondersteuning van de institutionele ontwikkeling op gebieden zoals vervoer, gezondheidszorg of onderwijs, administratieve hervormingen en de bestrijding van de corruptie, de eigen inbreng van de landen in de hervormingsplannen, het vrijwaren van vrede en veiligheid, de bescherming van de mensenrechten, de bevordering van de deelname van maatschappelijke organisaties, de stimulering van de handel en begrotingssteun.

Rekening houdend met de positieve resultaten van het debat met de Raad en het Europees Parlement, zal de Commissie deze beleidsprincipes omzetten in richtsnoeren en zal ze een handleiding opstellen die de delegaties zal helpen om op coherente wijze de samenwerkingsprogramma's van de EU betreffende het bestuur te beheren.

Algemeen kader

De ondersteuning van het bestuur is de laatste tien jaar een fundamenteel instrument geworden in de ontwikkelingshulp. Dit element is geïntegreerd in de samenwerkingsprogramma's van de Commissie.

Het betreft een concept met verschillende aspecten. Er bestaat misschien geen duidelijke definitie van bestuur, maar deze term verwijst over het algemeen naar de elementen die de kern van de maatschappelijke samenhang vormen: de regels, processen en gedragingen aan de hand waarvan de belangen worden georganiseerd, de middelen worden beheerd en de macht in de maatschappij wordt uitgeoefend. De kwaliteit van het beleid zal dus vaak afhangen van het vermogen van een staat om zijn burgers de basisdiensten te verlenen waardoor de armoede kan worden verminderd en de ontwikkeling kan worden gestimuleerd.

De Overeenkomst van Cotonou omvat een verbintenis tot goed bestuur en vormt daarom een referentie voor de andere EU-overeenkomsten met derde landen. Zij . De regelmatige dialoog en de deelname van niet-overheidsactoren zijn onderdeel van het proces.

GERELATEERDE BESLUITEN

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Het bestuur binnen de Europese consensus over het ontwikkelingsbeleid: naar een geharmoniseerde aanpak in de Europese Unie [COM(2006) 421 def. - Niet in het Publicatieblad bekendgemaakt].

Laatste wijziging: 14.12.2007