EU-richtsnoeren over foltering en andere wrede behandeling

SAMENVATTING VAN:

Richtsnoeren voor een EU-beleid ten aanzien van derde landen inzake foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing

SAMENVATTING

WAT DOEN DEZE RICHTSNOEREN?

Bij het contact met derde landen vormen deze richtsnoeren voor de EU een praktisch hulpmiddel om foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende bestraffing (zoals lijfstraffen tijdens gevangenschap) te bestrijden.

KERNPUNTEN

De EU bestrijdt foltering en wrede behandeling door steun aan internationale aktes (zoals de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, Verdragen van Genève, Statuut inzake het Internationaal Strafhof, enz.), en door maatregelen in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU (GBVB), zoals regulering van de handel in martelwerktuigen.

Het EU-beleid ten aanzien van derde landen om foltering en wrede behandeling te bestrijden bestaat uit:

In het kader van deze richtsnoeren dringt de EU bij derde landen aan op de volgende maatregelen:

ACHTERGROND

Respect voor mensenrechten is een van de belangrijkste punten in de buitenlandse betrekkingen van de EU. Het bestrijden van foltering en wrede behandeling is daar een noodzakelijk onderdeel van, ondanks de vele bestaande internationale aktes die deze ernstige schending van de menselijke waardigheid verbieden.

Het beleid van de EU, dat door alle EU-landen ten zeerste wordt gesteund, heeft tot doel om foltering en wrede behandeling te voorkomen en uit te roeien en om tegen te gaan dat degenen die hiervoor verantwoordelijk zijn vrijuit gaan. Dit werk is een aanvulling op het EU-beleid ter bestrijding van de doodstraf.

BESLUIT

Richtsnoeren voor een EU-beleid ten aanzien van derde landen inzake foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing — Een herziening van Richtsnoeren 6129/1/12 REV1 van 20 maart 2012

Laatste bijwerking 08.03.2016