Bijdrage aan de Wereldconferentie tegen racisme, rassendiscriminatie, vreemdelingenhaat en onverdraagzaamheid

Deze mededeling beoogt een bijdrage te leveren aan de discussies in het kader van de Wereldconferentie tegen racisme, rassendiscriminatie, vreemdelingenhaat en daarmee samenhangende onverdraagzaamheid (hierna "de Wereldconferentie" genoemd) door de maatregelen aan de orde te stellen die in de Europese Unie (EU) in de strijd tegen racisme zijn genomen. Tevens wil zij het debat inspireren door de aanbevelingen te herhalen die in oktober 2000 tijdens de Europese Regionale Conferentie door de Commissie zijn geformuleerd.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie van 1 juni 2001. Bijdrage aan de Wereldconferentie tegen racisme, rassendiscriminatie, vreemdelingenhaat en daarmee samenhangende onverdraagzaamheid [COM(2001) 291 def - Niet verschenen in het Publicatieblad].

SAMENVATTING

Context

Het besluit om de Wereldconferentie in 2001 te houden is in 1997 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties genomen. De conferentie is georganiseerd door het Hoge Commissariaat voor de mensenrechten en had voornamelijk betrekking op actiegerichte en praktische stappen tegen racisme. Tot de belangrijkste doelstellingen behoorden: een evaluatie van de bestrijding van rassendiscriminatie en de toekomst ervan, meer sensibilisering over racisme en de gevolgen daarvan, formulering van aanbevelingen aan de Verenigde Naties om de uitvoering van de acties efficiënter te maken, enz. De Europese Commissie heeft actief meegewerkt aan de voorbereiding van de Wereldconferentie. Enerzijds heeft zij deelgenomen aan de voorbereidende conferentie "Allemaal anders - allemaal gelijk: van beginsel tot praktijk" die in de Raad van Europa werd gehouden en anderzijds heeft zij 3,7 miljoen euro overgemaakt aan niet-gouvernementele organisaties (NGO's), de minst ontwikkelde landen (om hun deelname te waarborgen) en aan de Wereldconferentie zelf.

Bovendien heeft zij bijgedragen tot de opstelling van de politieke verklaring en de algemene conclusies die op deze conferentie aangenomen werden. Het is in deze context dat deze mededeling werd opgesteld. De bedoeling ervan is om de successen te tonen die in de bestrijding van racisme in de EU zijn behaald en die de deelnemers aan de conferentie tot samenwerking in regionale projecten kunnen inspireren.

De acties in de Europese Unie

De actie op Europees niveau heeft twee algemene vormen aangenomen: er werden enkele wetten aangenomen en de bestrijding van racisme werd in andere beleidsvormen geïntegreerd.

De wettelijke maatregelen omvatten pogingen om de wetgeving in de lidstaten te harmoniseren omdat voorheen, ook al was discriminatie verboden, de reikwijdte, inhoud en toepassing van de wetgeving per land aanzienlijk verschilden. In 1999 werd een pakket voorstellen ter bestrijding van discriminatie goedgekeurd bestaande uit twee richtlijnen en een actieprogramma. Tot deze voorstellen behoort ook Richtlijn 2000/43/EG betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling zonder onderscheid naar ras of etnische oorsprong. De richtlijn is bedoeld om rassendiscriminatie in de Unie te voorkomen; zij versterkt de positie van de slachtoffers en eist het opzetten van onafhankelijke organen die onderzoek en studies op dit gebied kunnen verrichten. Daarnaast werd in 1996 besloten om juridische samenwerking tussen de lidstaten tot stand te brengen, met name om te voorkomen dat degenen die zich aan misdaden schuldig maken naar een andere lidstaat verhuizen om vervolging te voorkomen. Tenslotte heeft de Commissie sinds eind 1999 vijf voorstellen voor richtlijnen gepresenteerd op het gebied van emigratie en asiel. Deze voorstellen betreffen met name gezinshereniging, het verlenen van tijdelijke bescherming ingeval van een massale toestroom van ontheemden, procedures voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus, de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen en voorwaarden voor de opvang van asielzoekers.

De integratie in andere communautaire beleidsvormen betreft het beleid in de sector werkgelegenheid, externe betrekkingen alsook programma's voor financiële hulp.

De sinds 1997 door de EU gevoerde Europese werkgelegenheidsstrategie is een belangrijk instrument in de bestrijding van racisme. De bijdrage op EU-niveau wordt gevormd door de richtsnoeren voor de werkgelegenheid die sinds 1999 het principe inzake non-discriminatie op de arbeidsmarkt omvatten. Hierin wordt de lidstaten verzocht speciale aandacht te besteden aan de behoeften van etnische minderheden en andere eventueel minder bevoorrechte groepen en personen en een adequaat preventief beleid te ontwikkelen om hun integratie op de arbeidsmarkt te bevorderen.

Het beleid externe betrekkingen pakt racisme aan via de voorbereiding op de uitbreiding (de kandidaatlanden zijn verplicht aan de criteria van Kopenhagen te voldoen en racisme te bestrijden (es de en fr), met name tegenover de Romabevolking), de overeenkomsten met de nieuwe onafhankelijke staten (NOS), de gemeenschappelijke strategie voor Rusland en het ontwikkelingsbeleid.

Vele programma's van de EU die financiële hulp bieden bevatten maatregelen tegen racisme. Het gaat om:

Evaluatie, toezicht en analyse van de activiteiten in de Europese Unie

Naast het toezicht dat door de Europese Commissie, die de hoedster is van de verdragen en het afgeleide recht, wordt uitgeoefend, heeft het Europees waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat een Europees informatienetwerk inzake racisme en vreemdelingenhaat (Raxen) opgezet. Dit netwerk, dat gegevens en informatie over racisme en vreemdelingenhaat moet verzamelen, omvat onderzoekscentra, NGO's en gespecialiseerde centra. De activiteiten ervan zouden tot de kandidaatlanden uitgebreid kunnen worden.

De onafhankelijke evaluatie van communautaire beleidsmaatregelen en activiteiten speelt eveneens een belangrijke rol, met name om de doeltreffendheid van de inspanningen bij racismebestrijding te waarborgen. Dit is een wezenlijke voorwaarde voor alle projecten en acties die in het kader van de hiervoor beschreven programma's gesteund worden.

Aanbevelingen van de Commissie

De Commissie hoopt dat de deelnemers aan de Wereldconferentie rekening houden met de actie van de Europese Unie ter bestrijding van racisme alsook met de aanbevelingen die de Commissie tijdens de regionale Europese conferentie in oktober 2000 heeft voorgelegd. Hierin wordt iedere deelnemende staat gevraagd om het volgende tot stand te brengen of voort te zetten:

GERELATEERDE BESLUITEN

Conclusies van de Raad over de Wereldconferentie tegen racisme, rassendiscriminatie, vreemdelingenhaat en daarmee samenhangende onverdraagzaamheid. Raad Algemene Zaken - 16 juli 2001 [Niet in het Publicatieblad verschenen]. De Raad Algemene Zaken heeft de wens van de Europese Unie herhaald om bij te dragen tot het welslagen van de Wereldconferentie. In zijn conclusies onderstreept de Raad de sterke betrokkenheid bij racismebestrijding die uit de Wereldconferentie kan voortvloeien. Teneinde bevredigende resultaten te behalen acht de Raad het onontbeerlijk dat het actieprogramma en de verklaring van de Wereldconferentie zich richten op de toekomst en op de maatregelen om de bestrijding te realiseren. Bovendien wijst de Raad erop dat racisme en rassendiscriminatie met alle legale middelen bestreden moeten worden en herinnert aan de veelvuldige inspanningen van de Unie die in de hiervoor genoemde mededeling werden genoemd.

De Raad hoopt dus dat de versterking van het juridische kader voor de bestrijding van racisme en de verbetering van onderwijs, opleiding en de preventie van racisme als prioriteiten van de Wereldconferentie worden beschouwd. Bovendien eist de Raad dat er meer aandacht wordt besteed aan hetgeen meervoudig racisme wordt genoemd, dat wil zeggen gevallen waarin een persoon tot verschillende gediscrimineerde categorieën behoort, zoals de Roma, vrouwen en gehandicapten.

Om het welslagen van de conferentie te garanderen acht de Raad het noodzakelijk dat NGO's en andere actoren van de civiele samenleving er aan deelnemen en dat er een globale strategie wordt uitgestippeld om de internationale samenwerking te versterken.

De Raad betreurt de consequenties van het kolonialisme, zoals de slavernij, en onderstreept de huidige inspanningen van de Europese Unie om tot een rechtvaardiger wereld te komen, vooral via haar ontwikkelingssamenwerking. In zijn conclusie roept hij de deelnemende staten op om met elkaar samen te werken, hetgeen noodzakelijk is om het welslagen van de Wereldconferentie te garanderen.

Wereldconferentie tegen racisme, rassendiscriminatie, vreemdelingenhaat en daarmee samenhangende onverdraagzaamheid. Durban, Zuid-Afrika, 31 augustus-7 september 2001. Verklaring en actieprogramma. (EN) (ES) (FR)

Laatste wijziging: 05.07.2006