Externe aspecten van het ondernemingsbeleid

Het ondertekenen van overeenkomsten tussen de Europese Unie en derde landen, rondetafelconferenties en handelsforums, programma's voor industriële samenwerking en het buitenlands handelsbeleid: dat zijn instrumenten die de Europese ondernemingen in de gelegenheid stellen zich wereldwijd te ontwikkelen.

Diverse internationale factoren zijn met het oog op de versterking van het concurrentievermogen van de Europese ondernemingen van essentieel belang. Het handelsbeleid opent de weg naar de opbouw van een concurremd Europa in een gemondialiseerd Europa in een gemondialiseerse economie. Bovendien heeft de totstandbrenging van een sterker partnerschap voor een betere toegang tot externe markten ten doel het handelsverkeer te bevorderen. En de samenwerking in het kader van het industrieel beleid biedt de Europese ondernemingen de mogelijkheid om partnerschappen op te zetten en zich ook buiten de grenzen van de Europese Unie (EU) te ontplooien.

De EU werkt wereldwijd op tal van manieren samen met haar voornaamste partners. Om te beginnen onderhoudt de Commissie nauwe betrekkingen met de regeringen van derde landen. Verder hebben de ondernemingen zelf de gelegenheid elkaar te ontmoeten op forums en rondetafelconferenties. Ten slotte ondersteunt de Unie de industriële samenwerking via programma's die samen met de betrokken derde landen ten uitvoer worden gelegd.

Intergouvernementele betrekkingen

De EU werkt bilateraal samen met derde landen. Deze samenwerking krijgt gestalte in overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning, associatieovereenkomsten, kaderpartnerschapsovereenkomsten en stabiliteitspacten.

Het opheffen van barrières die bedrijfsontwikkeling in de weg staan, via een versoepeling van het regelgevingsbeleid, vormt een van de voornaamste aandachtspunten van de EU. Daarom waarborgen de overeenkomsten voor de wederzijdse erkenning van normen, krachtens artikel 133 van het Verdrag betreffende de oprichting van de Europese Gemeenschap (EG-Verdrag), de wederzijdse aanvaarding tussen regeringen van testresultaten, certificaten en conformiteitsmerken die de betrokken agentschappen toepassen op bepaalde goederen die worden geproduceerd in een specifiek land.

De EU onderhoudt nauwe betrekkingen met de Verenigde Staten, Canada, China, Rusland, India en Japan. Zo heeft zij bijvoorbeeld met China een dialoog voor samenwerking op het gebied van regelgeving en een dialoog betreffende het industrieel beleid geopend.

Zij werkt tevens regelmatig samen met de kandidaat-lidstaten, de landen van de Westelijke Balkan en de buurlanden van de Unie (in het kader van het Europese nabuurschapsbeleid) alsook met de landen van Oost-Europa, het Midden-Oosten en het Middellandse-Zeegebied. De euromediterrane samenwerking (DE) (EN) (FR) komt tot stand door middel van het nabuurschapsbeleid en het proces van Barcelona. Dit proces, dat in 1995 op gang is gebracht, heeft tot doel de politieke, culturele en economische banden tussen Europa en zijn mediterrane partners aan te halen. Binnen de economische samenwerking geldt de industriële samenwerking als een belangrijke schakel. Die wordt dan ook actief bevorderd door de geleidelijke totstandbrenging van vrijhandelszones en een toename van de investeringen. Bovendien is die samenwerking regelmatig het voorwerp van conferenties van de ministers van Industrie en van vergaderingen van werkgroepen die zich buigen over vraagstukken in verband met het industrieel beleid. Een van de belangrijkste verwezenlijkingen van het euromediterrane partnerschap is de aanneming van het Euromediterrane Handvest voor het bedrijfsleven op 4 october 2004

Op 23 en 24 april 2007 heeft de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen een voorstel goedgekeurd om onderhandelingen te openen over een associatieovereenkomst met Midden-Amerika en de Andesgemeenschap en haar lidstaten en heeft hij tevens zijn goedkeuring gehecht aan een voorstel om een vrijhandelsovereenkomst te sluiten met de landen van Zuidoost-Azië (ASEAN), India en Zuid-Korea.

Samenwerking tussen ondernemingen

Tijdens de rondetafelconferenties en handelsdialogen hebben de ondernemingen de gelegenheid om elkaar te ontmoeten en aanbevelingen aan de regeringen van de lidstaten en de betrokken landen te formuleren. De rondetafelconferenties brengen vaak vertegenwoordigers van de industriesector bijeen, maar ook nationale en communautaire overheden. Veel van de steeds terugkerende suggesties die aan de regeringen worden gedaan, hebben te maken met het handelsbeleid, de onderhandelingen in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), investeringen, financiële diensten, kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) en het opheffen van de barrières die voortvloeien uit het gebrek aan harmonisatie van de nationale wetgevingen en de economische activiteit in de weg staan.

De voornaamste rondetafelconferenties zijn:

Programma's voor industriële samenwerking

Ten slotte draagt de EU ook bij aan de industriële samenwerking via de tenuitvoerlegging van programma's ter bevordering van de oprichting en expansie van bedrijven, partnerschappen tussen Europese en buitenlandse ondernemingen, met name in het kader van het MKB, en programma's die studenten in de gelegenheid stellen om stage te lopen in bedrijven.

Enkele van de voornaamste EU-programma's zijn:

Laatste wijziging: 04.10.2007