Toegang van ondernemingen tot financiering

Europese ondernemingen kunnen direct of indirect financiële steun krijgen van de Europese Unie. Zo vult de EU nationale financieringsregelingen aan en zorgt zij ervoor dat er meer kapitaal beschikbaar is.

Voor de start en uitbreiding van een eigen bedrijf is consequente financiering nodig. Hoewel het eerste kapitaal voor een eigen bedrijf meestal van familieleden of vrienden komt, moeten ondernemers toch vaak een beroep doen op andere financiers. Ondernemers in het midden‑ en kleinbedrijf (mkb) kunnen echter vaak moeilijk aan op maat gesneden financiering komen. Financiers zijn namelijk niet geneigd om het risico van dergelijke ondernemingen op zich te nemen. Het gevolg is een kapitaalmarkt die belemmerend werkt op ondernemers en dus ook op de groei in Europa.

Het is dan ook zaak om het financieringsklimaat voor ondernemers in met name het mkb te verbeteren. De lidstaten zijn zelf het best in staat om de falende werking van de kapitaalmarkt op te vangen. De Europese Unie vult de nationale financieringsregelingen aan en zorgt er door haar hoofdzakelijk indirect (via financieringsinstrumenten), maar soms ook direct verleende steun (andere vormen van financiële steun) voor dat ondernemers in Europa meer kapitaal tot hun beschikking hebben.

INDIRECTE STEUN

Doel van de Europese financieringsinstrumenten is om het eenvoudiger voor ondernemers, met name in het mkb, te maken om aan eigen vermogen en kredieten te komen. De ondernemingen ontvangen de communautaire middelen niet rechtstreeks, maar via een financiële intermediair.

De financieringsinstrumenten maken deel uit van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013), en met name van het daaronder vallende programma voor ondernemerschap en innovatie, dat aansluit op het meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het mkb (2001-2006). Voor het meerjarenprogramma was 510 miljoen euro uitgetrokken. Voor het kaderprogramma is 3,6 miljard euro beschikbaar.

De financieringsinstrumenten helpen ondernemers in Europa indirect aan kapitaal. Het geld in kwestie wordt voor rekening van de Commissie beheerd door het Europees Investeringsfonds (EIF) (EN). Het EIF werkt samen met financiële intermediairs, banken en investeringsfondsen. Hierdoor kunnen ondernemers “dicht bij huis” aan kapitaal komen.

Inbreng van eigen vermogen

Ondernemers hebben niet alleen voor de start van hun bedrijf, maar ook daarna voortdurend eigen vermogen nodig om te kunnen groeien en innoveren. Maar vooral ondernemers in het mkb beschikken niet over genoeg eigen vermogen.

De Europese financieringsinstrumenten zorgen er dan ook voor dat het mkb en vooral innoverende kleine en middelgrote ondernemingen eigen vermogen kunnen verkrijgen. Daartoe investeren zij in gespecialiseerde risicokapitaalfondsen, die op hun beurt het mkb aan eigen vermogen helpen. Ook wordt geïnvesteerd in investeringsfondsen en -constructies van informele investeerders, starterscentra of business angels.

In het kader van het meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap kunnen innoverende en snelgroeiende ondernemingen in hun startfase een beroep doen op de startersregeling van de Europese Technologiefaciliteit (ETF). In deze regeling staat het verschaffen van zaaikapitaal centraal.

De ETF-startersregeling heeft in het programma voor ondernemerschap en innovatie plaatsgemaakt voor de faciliteit voor snelgroeiende innovatieve mkb-bedrijven (FSIM). Deze faciliteit helpt kleine en middelgrote ondernemingen aan zaai- en startkapitaal. Nieuw is dat snelgroeiende innovatieve ondernemingen ook in de expansiefase “vervolgfinanciering” kunnen krijgen. Ondernemingen worden zo aan kapitaal geholpen voor innovaties en de fase waarin zij producten of diensten op de markt brengen.

Bankkrediet en garantiestelsels

Voor de start en verdere opbouw van een onderneming kan men vaak niet om een krediet heen. Het mkb en innoverende ondernemingen kunnen dikwijls echter niet voldoende kredietgaranties geven. Daar komt nog bij dat financiële instellingen steeds minder geneigd zijn om risico’s op zich te nemen (als gevolg van “Basel II”).

In de financieringsinstrumenten van de Europese Gemeenschap zijn dan ook risicospreidende garantieregelingen opgenomen om hen ertoe te bewegen om vooral ondernemers in het mkb en innoverende ondernemingen leningen te verstrekken. Dit heeft een positief effect op het beschikbare kredietvolume voor ondernemingen.

De mkb-garantiefaciliteit bijvoorbeeld helpt ondernemingen aan financiering in de vorm van een lening of leasing. Er worden met name garanties verstrekt voor leningen in verband met ICT-ontwikkelingen, waarin financiële instellingen hoge risico’s zien. Ook worden garanties gegeven voor microkredieten. Dit moet financiële instellingen ertoe bewegen kleine leningen (minder dan 25 000 euro) te verstrekken, die een hoog risico met zich meebrengen en toch weinig opbrengen. Verder worden ook garanties verstrekt voor participaties of investeringen van eigen vermogen in het mkb.

De mkb-garantiefaciliteit is tot stand gekomen in het meerjarenprogramma en maakt in het programma voor ondernemerschap en innovatie plaats voor een nieuw securitisatie-instrument voor kredietportefeuilles. Hierdoor komt extra geld voor leningen aan het mkb vrij.

Capaciteitsopbouw

De financieringsinstrumenten verlenen financiële intermediairs in met name de nieuwe lidstaten steun voor de uitbouw van hun capaciteiten. Op deze wijze is er meer risicokapitaal beschikbaar voor innoverende ondernemingen en ondernemingen met een groot groeipotentieel.

Verder wordt in de actie startkapitaal van het meerjarenprogramma en het mechanisme voor capaciteitsopbouw van het programma voor ondernemerschap en innovatie aan investeringsfondsen steun verstrekt voor technische scholing, verbetering van hun technische uitrusting en de aanwerving van geschoold personeel.

DIRECTE STEUN

De structuurfondsen zijn een belangrijke financieringsbron voor ondernemingen en met name voor het mkb. Ondernemingen zijn namelijk van doorslaggevend belang voor de te verwezenlijken doelstellingen van de structuurfondsen die op vermindering van regionale ontwikkelingsachterstanden en versterking van de economische en sociale samenhang in de Europese Unie gericht zijn.

Het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) bevordert de economische ontwikkeling en herstructurering van regio’s door hulp aan kleine ondernemingen en stimulering van het ondernemerschap. JEREMIE (Joint European Resources for Micro-to-Medium Enterprises) (EN), een initiatief dat sinds 2007 operationeel is, zorgt ervoor dat het mkb in regio’s met ontwikkelingsachterstanden gemakkelijker aan kapitaal kan komen, zodat vooral in innoverende sectoren nieuwe ondernemingen worden opgezet. Dit initiatief voorziet niet alleen in kredietgaranties, maar helpt ondernemers ook aan eigen vermogen en risicokapitaal.

De financiële steun van de structuurfondsen wordt door nationale of regionale autoriteiten verstrekt. In JEREMIE vloeit de hulp via financiële intermediairs, banken en investeringsfondsen, en met name via het EIF en de Europese Investeringsbank (EIB).

Voor specifieke doelstellingen verleent de Europese Gemeenschap ook rechtstreeks financiële steun aan ondernemingen. Een aantal EG-programma’s biedt rechtstreekse financiële steun voor onderzoek en innovatie (6e en 7e kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling), milieu en energie (zie onder Stimuleringsmaatregelen en subsidies voor het milieu), onderwijs en scholing (Socrates en Leonardo da Vinci) of gezondheid en veiligheid.

Ondernemers die aan de eisen van een programma voldoen, kunnen bij de verantwoordelijke dienst van de Europese Commissie rechtstreeks een deelname-aanvraag indienen.

See also

Nadere informatie vindt u op de site “Access to Finance” (EN) van directoraat-generaal Ondernemingen en industrie van de Europese Commissie.

Laatste wijziging: 10.06.2008