De structurele veranderingen begeleiden: Een industriebeleid voor het uitgebreide Europa

De industrie staat centraal bij de inspanningen die de Europese Unie op het gebied van concurrentievermogen levert om de doelstellingen van Lissabon te verwezenlijken. Deze mededeling analyseert het concurrentievermogen van de Europese industrie en het risico voor deïndustrialisering in de nieuwe mondiale context. Om de structurele veranderingen van de industrie in een Europa van de kennis te begeleiden, wil de Commissie een onderzoeksbeleid voeren dat aangepast is aan de eis tot concurrentievermogen.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie van 20 april 2004: "De structurele veranderingen begeleiden: Een industriebeleid voor het uitgebreide Europa" [COM(2004) 274 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen].

SAMENVATTING

De Commissie wil voor de Europese Unie (EU) een industriebeleid uitstippelen dat aangepast is aan de huidige uitdagingen, met name de uitbreiding en de internationale concurrentie. Doel van dit beleid is het concurrentievermogen en de regelgeving te bevorderen zodat de Europese industrie werkgelegenheid, innovatie en groei kan blijven creëren.

De lidstaten en de Europese instellingen moeten de structurele veranderingen van de Europese industrie begeleiden en daarbij steunen op de productiefactoren van het uitgebreide Europa en de innovatiecapaciteit van het Europa van de kennis.

Geen deïndustrialisering, maar wel structurele veranderingen

Ook al constateert de Commissie geen algemene deïndustrialisering in de EU, toch ondergaat het industriële landschap van Europa grondige structurele veranderingen. Het gaat erom banen en middelen van zeer productieve of sterk concurrentiegevoelige sectoren naar sectoren met comparatieve voordelen over te hevelen. De gevolgen van deze structurele veranderingen zijn positief voor de EU in het algemeen, maar kunnen op lokaal niveau pijnlijk zijn voor bepaalde sectoren of regio's.

Deze verplaatsingen van banen en middelen moeten echter worden gesteund met inspanningen op het gebied van onderzoek en innovatie om de comparatieve voordelen van de EU in sectoren met hoge toegevoegde waarde te handhaven. De druk van de internationale concurrentie is sinds enkele jaren sterker geworden en raakt meer industriële sectoren. De verplaatsingen naar de opkomende landen gelden niet alleen meer voor zeer arbeidsintensieve traditionele sectoren, maar breiden zich steeds meer uit tot hightechsectoren en ook tot de dienstensector. Alleen dankzij een op concurrentievermogen gericht industriebeleid kan Europa volledig profijt trekken van de industriële mondialisering.

De door de uitbreiding geboden mogelijkheden

De uitbreiding van 2004 biedt de Europese industrie belangrijke mogelijkheden op voorwaarde dat de herstructurering van de betrokken sectoren niet door nationale beschermingsmaatregelen wordt belemmerd. Aan vraagzijde heeft de interne markt zich tot sterk groeiende nationale consumptiemarkten uitgebreid. Aan aanbodzijde kunnen de ondernemingen hun productie reorganiseren om profijt te trekken van de concurrentievoordelen van de nieuwe lidstaten.

De nieuwe lidstaten hebben een belangrijke rol te spelen in de overgang naar een kenniseconomie. Hun komst kan de industriële prestaties van de EU stimuleren en de interne markt een nieuwe impuls geven ten aanzien van de concurrentie van derde landen. Dankzij de concurrentievoordelen van de nieuwe lidstaten moet het mogelijk zijn verplaatsingen naar Azië binnen de EU te houden. De sectoren waarin de komst van nieuwe ondernemingen het grootst is, zijn levensmiddelen en dranken, vervoersmiddelen, basismetalen en metaalproducten.

Instrumenten om de structurele wijzigingen te begeleiden

Overeenkomstig de prioriteiten van de mededeling van 2002 over het industriebeleid na de uitbreiding wil de Commissie de overheid ertoe aanzetten actie te ondernemen op drie gebieden om de veranderingen van de Europese industrie te begeleiden.

Het eerste actiegebied is dat van de wet- en regelgeving die van toepassing is op de industriële activiteit binnen de EU. Het doel is de wetgeving nationaal en Europees beter aan te passen aan de behoeften van de ondernemingen. De nadruk moet worden gelegd op het concurrentievermogen en de analyse van de gecombineerde effecten van de verschillende voorschriften op elke sector.

De tweede doelstelling is de activiteiten van de EU op verschillende gebieden in verband met de industrie, zoals onderzoek, concurrentie, werkgelegenheid en regionale ontwikkeling, beter te coördineren. De Commissie wil al deze beleidsmaatregelen aanwenden om de productiviteitswinst te vergroten en de toepassing van kennis te bevorderen. Meer algemeen kunnen synergieën tussen de verschillende actiegebieden van de EU het concurrentievermogen van de Europese ondernemingen stimuleren.

Het derde actiegebied is de sectorale dimensie van het industriebeleid van de EU. De Commissie wil de zichtbaarheid van het industriebeleid van de EU via sleutelsectoren versterken en daarvoor een beroep doen op de betrokken partijen. Zo kan de nadruk worden gelegd op de toegevoegde waarde van het Europese industriebeleid.

Context

Deze mededeling sluit aan bij het debat over de bijdrage van het industriebeleid aan de verbetering van het concurrentievermogen van de industrie, dat met de mededeling van de Commissie van 11 december 2002 op gang is gebracht. Dankzij deze mededeling kan de Europese industrie de doelstelling verwezenlijken die de EU zich in 2000 op de Europese Raad van Lissabon heeft gesteld.

GERELATEERDE BESLUITEN

Mededeling van de Commissie van 21 november 2003 aan de Raad en het Europees Parlement: " Enkele kernpunten inzake Europa's concurrentievermogen - Naar een geïntegreerde aanpak" [COM(2003) 704 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen].

Mededeling van de Commissie van 11 december 2002: " Het industriebeleid na de uitbreiding " [COM(2002) 714 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen].

Laatste wijziging: 27.09.2005