Witboek over voedselveiligheid

1) DOELSTELLING

Het witboek beschrijft een geheel van acties die nodig zijn om de EU-voedselwetgeving te vervolledigen en te actualiseren. Doel is een duidelijkere en flexibelere wetgeving die meer samenhang vertoont, doeltreffender kan worden toegepast en voor de consumenten transparanter is. Voorts beoogt het witboek een hoge mate van voedselveiligheid te waarborgen.

2) COMMUNAUTAIRE MAATREGEL

Witboek over voedselveiligheid van 12 januari 2000 [COM/99/0719 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen].

3) INHOUD

Uit een aantal crisissen in de voedingssector (BSE, dioxinecrisis, enz.) is gebleken dat de voedingsvoorschriften van de Europese Unie tekortschieten en niet strikt genoeg worden toegepast. Gevolg is dat de bevordering van een hoog niveau van voedselveiligheid de komende jaren een van de beleidsprioriteiten van de Commissie vormt. De Europese Raad van Helsinki heeft in december 1999 benadrukt dat vooral de kwaliteitsnormen moeten worden aangescherpt en de hele voedselketen - van landbouwbedrijf tot consument - strenger moet worden gecontroleerd.

Het witboek over voedselveiligheid vormt een essentieel onderdeel van deze strategie. De Commissie stelt in het witboek voor om een samenhangender en meer geïntegreerd beleid te voeren ter bevordering van de voedselveiligheid. Concreet is het de bedoeling:

Alvorens dieper op deze vier beleidspunten in te gaan, beschrijft de Commissie op welke algemene beginselen het Europese voedselveiligheidsbeleid moet worden gebaseerd:

De Europese Voedselautoriteit

Het is uiterst belangrijk informatie te verzamelen, te analyseren en te verspreiden over potentiële risico's voor de voeding van mens en dier.

Daarom moet de situatie op een aantal terreinen (toezicht en surveillance, het systeem voor vroegtijdige waarschuwing, onderzoek in verband met voedselveiligheid, wetenschappelijke samenwerking, analytische ondersteuning, het verlenen van wetenschappelijk advies) worden verbeterd. Voorts is het belangrijk de consumenten snel en vlot te informeren.

Om deze doelstellingen te verwezenlijken is de Commissie van plan een onafhankelijke Europese Voedselautoriteit op te richten. Taak van de Europese Voedselautoriteit is in nauwe samenwerking met nationale wetenschappelijke instellingen wetenschappelijke tests uit te voeren en risico's te melden. De Voedselautoriteit zou moeten uitgroeien tot een wetenschappelijke autoriteit inzake voedselveiligheid voor de gehele Europese Unie.

De Europese Voedselautoriteit zal wetenschappelijk advies verlenen, de nodige gegevens verzamelen en analyseren, op crisissen reageren en contact met de consumenten onderhouden. Daarbij moet de Voedselautoriteit een zo groot mogelijke onafhankelijkheid, wetenschappelijke deskundigheid en transparantie aan de dag leggen.

In tegenstelling tot de evaluatie en de melding van risico's vergt het beheer van risico's (de derde component van de risicoanalyse) wetgeving en dus politieke beslissingen die niet alleen op wetenschappelijke overwegingen berusten, maar ook op een ruimere inschatting van de behoeften en verlangens van de samenleving. Voorts moet in het kader van het risicobeheer worden nagegaan of de lidstaten de wetgeving toepassen, een taak waarvoor momenteel de Commissie als hoedster van de verdragen verantwoordelijk is.

Door deze wetgevende en controlebevoegdheden aan de Europese Voedselautoriteit over te dragen zou de democratische aansprakelijkheid al te zeer worden uitgehold. Het is daarom beter dat de Europese instellingen zelf voor het risicobeheer blijven zorgen en deze taak niet aan de Voedselautoriteit overlaten.

Een nieuw wettelijk kader

Er bestaat een uitgebreide wetgeving die zowel de primaire productie van landbouwproducten als de industriële productie van voedingsmiddelen bestrijkt. Toch wordt nog steeds op uiteenlopende wijze op specifieke situaties gereageerd. Het systeem vertoont nog een ander gebrek: niet alle partijen zijn bereid snel alarm te slaan bij mogelijk gevaar. Gevolg is dat de Unie crisissen in de voedingssector eerder reactief dan pro-actief aanpakt.

De Commissie is van plan deze problemen te verhelpen door een samenhangend en transparant geheel van voorschriften inzake voedselveiligheid voor te stellen. Doel is de algemene beginselen van de voedselwetgeving te definiëren. Voorts wil de Commissie voedselveiligheid tot hoofddoel van de EU-voedselwetgeving maken en een algemeen kader vaststellen voor beleidsterreinen die niet onder specifieke geharmoniseerde voorschriften vallen.

Het voorgestelde nieuwe wettelijke kader zal de verschillende aspecten van de voedselketen bestrijken:

Controles

De Commissie is van plan de controlevoorschriften volledig te herzien, zodat alle schakels van de voedselketen doeltreffend kunnen worden gecontroleerd.

Hoewel de verantwoordelijkheid voor het naleven van de wettelijke voorschriften in eerste instantie bij het bedrijfsleven berust, moeten de nationale autoriteiten erop toezien dat het bedrijfsleven de veiligheidsnormen naleeft.

De Commissie heeft in samenwerking met het Voedsel- en Veterinair Bureau audits uitgevoerd en inspectiebezoeken afgelegd waaruit is gebleken dat de nationale controlesystemen tekortkomingen vertonen.

De Commissie is van oordeel dat de ontwikkeling van op Europees vlak geharmoniseerde controlesystemen de samenhang en de kwaliteit van de controles ten goede zou komen.

De Commissie stelt daarom voor een communautair kader voor nationale controlesystemen in het leven te roepen rond drie basiselementen: het definiëren van operationele criteria op communautair vlak, het formuleren van communautaire controlerichtsnoeren en een betere administratieve samenwerking bij de ontwikkeling en het beheer van controlesystemen.

Voorts vraagt de Commissie zich af of zij ter ondersteuning van de bestaande inbreukprocedures geen extra bevoegdheden moet krijgen om op te kunnen treden wanneer bij controles flagrante overtredingen van communautaire voorschriften worden vastgesteld.

Consumentenvoorlichting

Gestreefd moet worden naar een interactieve risicomelding waarbij alle betrokken partijen een dialoog aangaan en voor feedback zorgen. Elk stadium van de besluitvorming moet volledig transparant zijn.

De bezorgdheid van de consument mag vooral niet uit het oog worden verloren. Daarom moet:

De Commissie pleit voor een pro-actievere aanpak om de meest kwetsbare bevolkingsgroepen (zwangere vrouwen, jonge kinderen, bejaarden, mensen met een immunodeficiëntie, enz.) op de hoogte te stellen van onvermijdelijke risico's.

Dankzij bindende etiketteringsvoorschriften moeten de consumenten met volledige kennis van zaken hun levensmiddelen kunnen kiezen.

De Commissie wil niet alleen de etiketteringsrichtlijn codificeren, maar vooral ook dat alle ingrediënten van een voedselproduct worden vermeld (en niet alleen ingrediënten die minstens 25% van het eindproduct uitmaken).

Voorts zal de Commissie nagaan of het mogelijk is het gemeenschapsrecht aan te vullen met specifieke voorschriften en adequate rechtsmiddelen in verband met "gezondheidsclaims" (bijvoorbeeld in verband met de heilzame invloed van een voedingsstof op de normale werking van het lichaam) en "voedingsclaims" (die bijvoorbeeld aangeven welke en hoeveel voedingsstoffen een bepaald voedingsmiddel al dan niet bevat en welke de voedingswaarde van een bepaald voedingsmiddel is in vergelijking met soortgelijke voedingsmiddelen).

De consumenten moeten niet alleen over de biologische, chemische en fysische samenstelling van voedingsstoffen worden voorgelicht, maar ook over de voedingswaarde van voedingsmiddelen. De Commissie zal voorstellen indienen met het oog op criteria voor dieetvoeding, voedingssupplementen en verrijkte voedingsmiddelen.

De internationale dimensie

Voor geïmporteerde levensmiddelen en dierenvoer moeten minstens even strenge gezondheidseisen gelden als voor levensmiddelen en dierenvoer die in de Gemeenschap worden geproduceerd.

Omgekeerd moeten producten die de Gemeenschap uitvoert, minstens aan dezelfde veiligheidsnormen voldoen als producten die in de Gemeenschap zelf in de handel worden gebracht.

In het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) moet de Gemeenschap blijven streven naar internationale voorschriften die de lidstaten in staat stellen een hoog niveau van voedselveiligheid te waarborgen.

Voorts zal de Commissie nagaan of met een aantal derde landen nieuwe bilaterale overeenkomsten kunnen worden gesloten aangaande de erkenning van de gelijkwaardigheid van gezondheidsvoorschriften. Bovendien pleit de Gemeenschap voor een voortzetting van de onderhandelingen met een aantal buurlanden (Noorwegen, Zwitserland, Andorra). De Commissie beklemtoont voorts dat het belangrijk is dat de kandidaatlanden het acquis communautaire inzake voedselveiligheid goedkeuren.

Actieplan

Een actieplan voor voedselveiligheid is als bijlage bij het witboek gevoegd. Het actieplan bevat een lijst van 84 wetsvoorstellen die met het oog op de uitvoering van het witboek vóór eind 2002 zouden moeten worden goedgekeurd. Voorts bevat het actieplan een tijdschema voor de goedkeuring van de voorstellen.

4) einddatum voor de tenuitvoerlegging van de wetgeving in de lidstaten

Niet van toepassing

5) datum van inwerkingtreding (indien verschillend van 4)

Niet van toepassing

6) referenties

COM (719) def.Nog niet gepubliceerd

7) verdere werkzaamheden

8) uitvoeringsmaatregelen van de commissie