Fiscale behandeling van verliezen in grensoverschrijdende situaties

Deze mededeling gaat over de coördinatie van de belastingstelsels van de lidstaten op het gebied van de grensoverschrijdende verrekening van verliezen van ondernemingen. De Commissie stelt een gecoördineerde aanpak van de lidstaten voor waarbij een minimumnorm wordt vastgesteld voor de verrekening van grensoverschrijdende verliezen van vennootschappen en groepen.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité van 19 december 2006 "Fiscale behandeling van verliezen in grensoverschrijdende situaties" [COM(2006) 824 - Niet in het Publicatieblad verschenen].

SAMENVATTING

In het kader van een gecoördineerde aanpak voor de directe belastingen van de lidstaten komt in deze mededeling de coördinatie van de nationale belastingstelsels op het gebied van de grensoverschrijdende verrekening van verliezen van ondernemingen aan de orde.

In het merendeel van de lidstaten kunnen nationale verliezen worden verrekend met winsten die in dezelfde lidstaat zijn behaald. Dit geldt doorgaans echter niet voor verliezen die in andere lidstaten zijn geleden. Zolang een grensoverschrijdende verliesverrekening niet mogelijk is, bestaat het gevaar dat winsten en verliezen van vennootschappen en groepen geblokkeerd raken in verschillende jurisdicties. De verrekening van verliezen van vennootschappen en groepen blijft dan beperkt tot het bedrag van de winst die is behaald in de lidstaat waar de investering is gedaan, met als gevolg dat een vennootschap of groep dreigt te worden belast over een bedrag dat groter is dan het totale EU-brede resultaat.

Deze lacune in de wetgeving van de lidstaten vormt een belemmering om andere markten te betreden, en tast daarmee het internationale concurrentievermogen van Europese ondernemingen aan.

Doelstellingen

De Commissie wil een gecoördineerde aanpak van de lidstaten voorstellen waarbij een minimumnorm wordt vastgesteld voor de verrekening van grensoverschrijdende verliezen. Er worden voorstellen gedaan voor de wijze waarop grensoverschrijdende verrekening is toegestaan:

Verliezen binnen een vennootschap

Alle lidstaten staan automatisch verrekening van verliezen uit binnenlandse activiteiten binnen eenzelfde vennootschap toe. Wanneer een vennootschap een vaste inrichting in een andere lidstaat heeft, hangt de wijze waarop de verliezen van deze inrichting op het niveau van het hoofdkantoor in aanmerking kunnen worden genomen, grotendeels af van de methode die de betrokken lidstaten in hun dubbelbelastingverdragen hebben gekozen om dubbele belasting te voorkomen.

Bij de verrekeningsmethode (in 12 van de 27 lidstaten) worden bij de vaststelling van het wereldinkomen in de woonstaat van de vennootschap alle verliezen in de belastingheffing betrokken.

Bij de vrijstellingsmethode worden buitenlandse inkomsten die in de bronstaat worden belast, uitgesloten van de heffingsgrondslag van het hoofdkantoor:

De Commissie dringt er bij de lidstaten die niet toestaan dat verliezen van vaste inrichtingen in andere lidstaten in aanmerking worden genomen, sterk op aan dat zij hun belastingstelsel herzien om de in het EG-Verdrag neergelegde vrijheid van vestiging te bevorderen.

Verliezen binnen een groep op nationaal niveau

Daar verliezen binnen een groep, ook al is er sprake van een zuiver nationale situatie, niet automatisch in aanmerking worden genomen, beschikken negentien lidstaten over een binnenlandse regeling voor de belasting van groepen om deze als een zelfstandige economische eenheid te behandelen. Acht lidstaten hebben zo´n regeling niet.

Op nationaal niveau bestaan er drie verschillende regelingen voor de belasting van groepen:

Grensoverschrijdende verliesverrekening binnen een groep

Van de negentien lidstaten met een nationale regeling passen slechts vier lidstaten een regeling toe waarbij rekening wordt gehouden met grensoverschrijdende verliezen.

In de zaak Marks & Spencer is het Europees Hof van Justitie gevraagd zich uit te spreken over de inaanmerkingneming van verliezen van een dochter in een andere lidstaat.

De Commissie noemt drie mogelijke alternatieven die een minimaal niveau van grensoverschrijdende verliesverrekening kunnen bieden. In de praktijk lijken echter alleen de twee laatstgenoemde alternatieven haalbaar:

Conclusies van de Commissie

De Commissie dringt er bij de lidstaten op aan om:

See also

Nadere informatie is te vinden op de site van DG Belastingen en douane-unie (DE)(EN)(FR) van de Europese Commissie.

Laatste wijziging: 06.06.2007