Demonstratie van koolstoofafvang en ‑opslag

De Commissie omschrijft de financiële uitdaging en stelt een Europees initiatief voor ter demonstratie in een vroeg stadium van CO2-afvang‑ en ‑opslagtechnologieën

BESLUIT

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 23 januari 2008: "Steun voor demonstratie in een vroeg stadium van duurzame elektriciteitsproductie met behulp van fossiele brandstoffen" [COM(2008) 13 definitief – Publicatieblad C 118 van 15.5.2008].

SAMENVATTING

De technologie van CO2-afvang en ‑opslag (CCS - Carbon Caputure and Storage) is essentieel om tot een aanzienlijke vermindering van de uistoot van broeikasgassen te komen, met name de uistoot van elektriciteitcentrales die fossiele brandstoffen zoals steenkool of aardgas verbranden.

De ontwikkeling en het commerciële gebruik van deze technologieën is echter zeer duur, oplopend tot verscheidene miljarden euro in het totaal en honderden miljoenen euro per installatie. Op grond van de ramingen van het "Technologisch platform inzake elektriciteitsproductie met emissieloze fossiele brandstoffen" (ZEP TP) [EN] kan evenwel worden gesteld dat de kosten van CCS-technologieën tegen 2020 met 50 % kunnen dalen mits de inspanning wordt geconcentreerd op activiteiten voor onderzoek en ontwikkeling en demonstratie. De verwachte verhoging van de kosten voor de aankoop van CO2-emissierechten voor klassieke elektriciteitscentrales maakt echter dat die extra kosten voor investeringen in en gebruik van CCS-technologieën aanvaardbaar worden.

De Commissie heeft een regelgevingskader voorgesteld voor de ontwikkeling van CO2-opslagactiviteiten, meer bepaald via een voorstel voor een specifieke richtlijn met betrekking tot de geologische opslag van CO2 en het in rekening brengen van CCS bij het systeem voor de uitwisseling van quota voor de emissie van broeikasgassen. De Europese Unie stimuleert bovendien de integratie van CCS-activiteiten in het kader van de relevante internationale overeenkomsten. Om redenen van rechtszekerheid en vertrouwelijkheid is het essentieel dat de Commissievoorstellen snel worden vastgesteld en omgezet in nationaal recht en dat desbetreffende wijzigingen van internationale overeenkomsten snel door de betrokken lidstaten worden geratificeerd.

In het kader van het strategisch plan voor energietechnologieën (het SET-plan) stelt de Commissie voor een Europees industrieel initiatief op te zetten voor de afvang, het transport en de opslag van koolstof, dat begin 2008 van start zou moeten gaan. Een dergelijk initiatief heeft tot doel de grondslagen te leggen voor de coördinatie van demonstratieprojecten en het aantonen van de levensvatbaarheid, transparantie en zichtbaarheid van dergelijke projecten.

Dit initiatief zou in een beginfase ook een netwerk van projecten omvatten, waarbinnen pioniers van de CCS-technologie informatie en ervaring kunnen uitwisselen, het effect op onderzoeks‑ en ontwikkelingsactiviteiten en op toekomstige besluitvormingsprocessen kunnen maximaliseren, de kosten via gedeelde samenwerkingsacties (bijvoorbeeld ten aanzien van het publiek of derde landen) kunnen optimaliseren en erkend kunnen worden als partijen die betrokken zijn bij een essentieel Gemeenschapsinitiatief (dankzij een Europees logo). Dit Europees industrieel initiatief kan vervolgens, met als vertrekpunt het netwerk van oorspronkelijke initiatieven, op grote schaal worden uitgebreid.

Om de aanzienlijke financiële noden voor de demonstratie in een vroeg stadium van CCS-technologieën te kunnen dekken, zullen de industrie, de lidstaten en de Europese Gemeenschap grote financiële inspanningen moeten doen.

Daarom moet de Europese industrie die fossiele brandstoffen gebruikt, niet alleen voor de elektriciteitproductie maar ook voor andere industriële doeleinden met grote energiebehoeften, zich op duidelijke en definitieve wijze ertoe verbinden dergelijke demonstratieprojecten te ondersteunen. Vroegtijdige investeringsbeslissingen kunnen een commercieel voordeel opleveren voor de betrokken ondernemingen. Daarvan zal vervolgens ook de verwachte publiekefinancieringsinspanning afhangen.

Gezien het belang van fossiele brandstoffen in de energiemix van talrijke lidstaten moet immers ook worden gedacht aan nationale openbare financieringsmaatregelen, ten minste op korte termijn totdat de desbetreffende technologie daadwerkelijk concurrerend wordt. Dergelijke financieringsmaatregelen kunnen de vorm aannemen van staatssteun die, in dit geval, als verenigbaar met de communautaire regels inzake overheidssteun zal worden beschouwd. De Commissie zal zich gevalsgewijs over elk van dergelijke maatregelen buigen.

Voorts zal de Commissie onderzoeken welke communautaire middelen kunnen worden gereserveerd voor de ontwikkeling van CCS-technologieën, bijvoorbeeld in het raam van het 7e kaderprogramma voor onderzoek. De Europese financiële instellingen, zoals de Europese investeringsbank, alsmede andere specifieke mechanismen zoals de structuurfondsen, kunnen ook worden ingeschakeld om relevante projecten te subsidiëren.

Context

Deze mededeling is een onderdeel van het pakket "Energie en klimaatverandering" waarvoor de Commissie begin 2008 de aanzet heeft gegeven.

GERELATEERDE BESLUITEN

Werkdocument van de Commissiediensten - Begeleidend document bij de mededinging van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Steun voor demonstratie in een vroeg stadium van duurzame elektriciteitsproductie met behulp van fossiele brandstoffen - Effectbeoordeling [SEC(2008) 47 – Niet gepubliceerd in het publicatieblad].

Mededinging van de Commissie van 23 januari 2008: "Naar 20-20 in 2020 - Kansen van klimaatverandering voor Europa" [COM(2008) 30 definitief - Niet gepubliceerd in het publicatieblad].

In januari 2008 heeft de Commissie een reeks samenhangende en algemene maatregelen vastgesteld met het oog op de verwezenlijking van de in het voorjaar van 2007 door de EU vastgestelde doelstellingen voor 2020 op het gebied van klimaatverandering en hernieuwbare energie.

Mededinging van de Commissie van 10 januari 2007: "Duurzame elektriciteitsproductie met behulp van fossiele brandstoffen: Naar bijna-nulemissie bij de verbranding van steenkool vanaf 2020 (es de en fr)" [COM(2006) 843 definitief - Niet gepubliceerd in het publicatieblad]. In deze mededeling evalueert de Commissie hoe en tegen welke kosten de productie van elektriciteit met behulp van fossiele brandstoffen in de toekomst met verminderde uitstoot van broeikasgassen kan gebeuren.

Laatste wijziging: 26.05.2008