Steun voor kleine en middelgrote ondernemingen

Kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) spelen een beslissende rol in het scheppen van arbeidsplaatsen en dragen meer in het algemeen bij tot de sociale stabiliteit en het economisch dynamisme. Hun ontwikkeling kan echter door hun beperkte middelen worden afgeremd. Het doel van deze verordening bestaat erin de ontwikkeling van de economische bedrijvigheid van kleine en middelgrote ondernemingen te vergemakkelijken door staatssteun ten gunste van kleine en middelgrote ondernemingen vrij te stellen van de voorafgaande aanmeldingsverplichting, op voorwaarde dat de steun voldoet aan de concurrentieregels.

BESLUIT

Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen [Zie wijzigingsbesluiten].

SAMENVATTING

In het kader van Verordening (EG) nr. 994/98 die de Commissie de bevoegdheid geeft om bepaalde soorten steunmaatregelen van de lidstaten vrij te stellen, wordt in bovengenoemde verordening de rol erkend die de kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) spelen op het gebied van arbeidsplaatsen en het economisch dynamisme in Europa. Derhalve worden zij, indien staatssteun wordt toegekend, vrijgesteld van de voorafgaande aanmeldingsverplichting, indien aan de voorwaarden van deze verordening is voldaan.

Rekening houdend met de moeilijkheden die KMO's kunnen ondervinden om toegang te krijgen tot nieuwe technologische ontwikkelingen en technologieoverdracht, heeft de Commissie Verordening (EG) nr. 70/2001 gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 364/2004. Daardoor kunnen hogere vrijstellingsplafonds worden vastgesteld voor steun voor onderzoek en ontwikkeling ten gunste van KMO's. Dit geldt niet voor de grote ondernemingen, waarvoor de communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek en ontwikkeling van toepassing blijft.

Voor deze verordening geldt de definitie van kleine en middelgrote ondernemingen die is omschreven in de aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003.

Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op steun die een lidstaat aan een kleine of middelgrote onderneming verleent, onverminderd de bijzondere regels in verordeningen en richtlijnen betreffende staatssteun in specifieke sectoren, zoals deze thans voor de scheepsbouwsector bestaan. Zij is evenwel niet van toepassing op de landbouw, de visserij en/of de aquacultuur, en de kolensector.

Voor de landbouw geldt dat KMO's die werkzaam zijn in de sector verwerking of verhandeling van landbouwproducten voortaan vallen onder het toepassingsgebied van de huidige verordening. KMO's die actief zijn in de primaire landbouwproductie vallen daarentegen onder Verordening (EG) nr. 1857/2006.

Investeringssteun

Kleine en middelgrote ondernemingen mogen investeringssteun ontvangen. De investering kan plaatsvinden:

Om te weten welke gebieden onder artikel 87, lid 3, onder a) en c), van het EG-Verdrag vallen, zie de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen.

Het bedrag van de steun, dat hetzij als een percentage van de in aanmerking komende investeringskosten wordt berekend, hetzij als een percentage van de loonkosten die betrekking hebben op de geschapen arbeidsplaatsen, kan worden verhoogd op voorwaarde dat de investering ten minste gedurende vijf jaar behouden blijft in het gebied waar de steun wordt verleend, en op voorwaarde dat de begunstigde onderneming ten minste voor 25% in de kosten van de investering bijdraagt.

Steun voor advies- en andere diensten en werkzaamheden

In het kader van deze verordening mogen kleine ondernemingen steun voor advies- en andere diensten (indien deze diensten niet van permanente of periodieke aard zijn, noch tot de gewone bedrijfsuitgaven van de onderneming behoren) en werkzaamheden (zoals de deelneming aan vakbeurzen en tentoonstellingen) ontvangen voor niet meer dan 50% van de kosten.

Steun voor onderzoek en ontwikkeling

Steun voor onderzoek en ontwikkeling die voldoet aan de hierboven vermelde voorwaarden is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting indien de brutosteunintensiteit, berekend op basis van de in aanmerking komende kosten van het project, niet meer bedraagt dan:

De definities van "fundamenteel onderzoek", "industrieel onderzoek" en "preconcurrentiële ontwikkeling" zijn opgenomen in de communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek en ontwikkeling.

Het steunbedrag, dat onder meer personeelskosten en kosten van onderzoeksapparatuur en -uitrusting kan behelzen, kan onder bepaalde voorwaarden verhoogd worden met 10%.

Steun voor technische haalbaarheidsstudies

Steun voor technische haalbaarheidsstudies ter voorbereiding van industriële onderzoeksactiviteiten of preconcurrentiële ontwikkelingsactiviteiten is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting op voorwaarde dat de brutosteunintensiteit, berekend op basis van de studiekosten, niet meer bedraagt dan 75%.

Steun voor octrooikosten

Steun voor de kosten van de verkrijging en validering van octrooien en andere industriële-eigendomsrechten is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting tot hetzelfde steunpeil als zou gelden ten aanzien van O&O-steun voor de onderzoeksactiviteiten die in de betrokken industriële-eigendomsrechten hebben geresulteerd.

Bijkomende voorwaarden voor vrijstelling

Krachtens deze verordening is het verlenen van staatssteun niet vrijgesteld van aanmelding indien een van de volgende drempels wordt bereikt:

Steun die krachtens deze verordening is vrijgesteld, mag niet worden gecumuleerd met enige andere staatssteun. Bovendien is alle nationale of eventuele communautaire steun in de toegekende percentages inbegrepen. Elke steunverlening die hoger is dan de vermelde plafonds of bedragen moet bij de Commissie worden aangemeld.

Belangstellende kleine en middelgrote ondernemingen moeten de vrijstelling vóór de start van de werkzaamheden aanvragen bij de betreffende lidstaat.

Doorzichtigheid en controle

Om een adequate controle en voldoende transparantie te garanderen, vraagt de Commissie de lidstaten:

Aanmeldingen van steun voor onderzoek en ontwikkeling die op 19 maart 2004 in behandeling zijn, worden beoordeeld aan de hand van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van onderzoek en ontwikkeling, terwijl alle overige, in behandeling zijnde aanmeldingen worden beoordeeld overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.

Kalender

De geldigheid van Verordening (EG) nr. 70/2001 werd de eerste keer verlengd tot 31 december 2007 bij Verordening (EG) nr. 1040/2006; de tweede keer tot 30 juni 2008 bij Verordening (EG) 1976/2006.

Referenties

Besluit

Inwerkingtreding - vervaldatum

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad

Verordening (EG) nr. 70/2001

2.2.2001- 30.6.2008

31.12.2006

L 10 van 13.1.2001

Wijzigingsbesluiten

Inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad

Verordening (EG) nr. 364/2004

19.3.2004

-

L 63 van 28.2.2004

Verordening (EG) nr. 1040/2006

28.7.2006

-

L 187 van 8.7.2006

Verordening (EG) nr. 1976/2006

24.12.2006

-

L 368 van 23.12.2006

GERELATEERDE BESLUITEN

Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 [Publicatieblad L 358 van 16.12.2006].

Laatste wijziging: 26.06.2007