Gemeenschapsoctrooi

Doel van de invoering van een gemeenschapsoctrooi is uitvinders de mogelijkheid geven om een unitair octrooi te verkrijgen dat in de hele Europese Unie rechtsgeldig is. Een dergelijk octrooi genereert een aanzienlijke vermindering van de octrooikosten, met name voor de vertaling en de indiening van het octrooi; een vereenvoudigde bescherming van uitvindingen op het hele Europese grondgebied, via één enkele procedure en de invoering van één enkel gecentraliseerd systeem voor geschillenregeling.

VOORSTEL

Voorstel voor een verordening van de Raad van 1 augustus 2000 betreffende het gemeenschapsoctrooi.

SAMENVATTING

Context

De octrooibescherming in de Europese Unie (EU) is thans geregeld door twee systemen die geen van beide op een communautair rechtsinstrument zijn gebaseerd, namelijk de nationale octrooistelsels en het Europese octrooistelsel.

Het nationaal octrooi is de facto geharmoniseerd door de ondertekening van verschillende internationale verdragen, zoals het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien (Verdrag van München) uit 1973 waartoe alle lidstaten van de EU zijn toegetreden.

Het Verdrag van München voorziet in één procedure voor het verlenen van Europese octrooien. Het bij het Verdrag opgerichte Europees octrooibureau (Bureau) verleent octrooien, die vervolgens nationale octrooien worden waarop de nationale regels van toepassing zijn. Op het ogenblik zijn 31 landen lid van de Europese Octrooiorganisatie.

Ofschoon door het Verdrag van München één systeem voor het verlenen van octrooien tot stand is gekomen, bestaat er nog geen gemeenschapsoctrooi dat deel uitmaakt van het communautaire rechtsstelsel. Een dergelijk voor de gehele Gemeenschap geldend octrooi kan Europa helpen om onderzoeksresultaten en nieuwe technische en wetenschappelijke kennis in industriële en commerciële successen om te zetten. Het moet Europa bovendien in staat stellen zijn achterstand ten opzichte van de VS en Japan op het gebied van particuliere investeringen in O&O in te lopen.

Het voorstel voor een verordening is het resultaat van de beraadslagingen in het kader van het Groenboek van juni 1997 over het gemeenschapsoctrooi en het octrooistelsel in Europa. De grote lijnen ervan zijn uiteengezet in de Mededeling van de Commissie van 5 februari 1999 "Bevordering van innovatie door middel van octrooien - Follow-up van het Groenboek over het gemeenschapsoctrooi en het octrooistelsel in Europa".

Algemene werking van het nieuwe communautaire stelsel

Het voorgestelde stelsel zal naast de nationale octrooistelsels en naast het stelsel van Europese octrooien bestaan. Het komt niet in de plaats van de bestaande stelsels. De uitvinders zullen zelf kunnen kiezen welke wijze van octrooibescherming voor hen het meest geschikt is.

De kerngedachte achter dit voorstel is de totstandbrenging van een "symbiose" tussen twee systemen: dat van de verordening betreffende het gemeenschapsoctrooi en dat van het Verdrag van München.

De verordening is een aanvulling op het Verdrag van München. Het gemeenschapsoctrooi wordt door het Bureau als Europees octrooi verleend, waarbij de Gemeenschap in plaats van de lidstaten wordt aangeduid als het grondgebied waarvoor het octrooi geldt. Voor de toepassing van deze verordening moet de Gemeenschap tot het Verdrag van München toetreden en moet dit Verdrag worden herzien om het Bureau in staat te stellen een gemeenschapsoctrooi af te geven.

Na goedkeuring van deze verordening krijgt de Gemeenschap de exclusieve externe bevoegdheid over het gemeenschapsoctrooi.

De wezenlijke kenmerken van het gemeenschapsoctrooi

Het gemeenschapsoctrooi heeft een unitair karakter en is autonoom. Met andere woorden, het heeft voor het gehele grondgebied van de Gemeenschap dezelfde rechtsgevolgen. Dat betekent dat het alleen voor de gehele Gemeenschap verleend, overgedragen of nietig verklaard kan worden.

Voorwaarden voor de octrooiverlening

De voorwaarden voor octrooiverlening, bijvoorbeeld de voorwaarden voor octrooieerbaarheid, zijn door het Verdrag van München vastgelegd.

Recht op het octrooi

Het recht op het gemeenschapsoctrooi komt toe aan de uitvinder of zijn rechtverkrijgende. Indien de uitvinder een werknemer is, wordt het recht op het octrooi bepaald door het recht van de staat waar de werknemer zijn hoofdactiviteit uitoefent. Indien niet kan worden vastgesteld welke staat dat is, geldt het recht van de staat waar het bedrijf van zijn werkgever is gevestigd.

Er zijn ook bepalingen die het medehouderschap van een octrooi regelen alsmede bepalingen voor verandering van houderschap.

Gemeenschapsoctrooiaanvragen

De aanvrage wordt ingediend volgens de bepalingen van het Verdrag van München. Het Bureau onderzoekt en publiceert de aanvrage, alsmede het eventueel verleende octrooi, in het Register van gemeenschapsoctrooien en/of het Mededelingenblad betreffende gemeenschapsoctrooien.

Rechtsgevolgen van het gemeenschapsoctrooi

Het gemeenschapsoctrooi geeft de octrooihouder het recht iedere derde die hiertoe niet de toestemming van de octrooihouder heeft verkregen, te verbieden:

Beperkingen van de rechtsgevolgen van het gemeenschapsoctrooi

De uit een gemeenschapsoctrooi voortvloeiende rechten strekken zich niet uit tot een aantal gebieden die in het voorstel voor een verordening worden gespecificeerd; dit betreft met name handelingen die in de particuliere sfeer en voor niet-commerciële doeleinden worden verricht.

Voorts strekken deze rechten zich niet uit tot handelingen op het grondgebied van de lidstaten die het door dit octrooi beschermde voortbrengsel betreffen nadat dit voortbrengsel door de octrooihouder of met zijn toestemming in de Gemeenschap in de handel is gebracht, tenzij er gegronde redenen zijn die rechtvaardigen dat de octrooihouder zich tegen de latere verhandeling van het voortbrengsel verzet.

De uit het Gemeenschapsoctrooi voortvloeiende rechten zijn niet van toepassing op het vóórgebruik van de uitvinding. Een persoon die te goeder trouw en ten behoeve van zijn onderneming vóór de datum van indiening de uitvinding in de Gemeenschap gebruikt of daartoe daadwerkelijke en ernstige voorbereidingen treft, mag dus het bedoelde gebruik voortzetten of de uitvinding gebruiken zoals hij bij zijn voorbereidingen voor ogen had.

Contractuele licenties

Het Gemeenschapsoctrooi kan geheel of gedeeltelijk het voorwerp zijn van licenties voor de hele Gemeenschap of een deel daarvan. Een licentie kan uitsluitend of niet-uitsluitend zijn. De door het Gemeenschapsoctrooi verleende rechten kunnen worden ingeroepen tegen een licentiehouder die een van de grenzen van de licentie-overeenkomst overtreedt.

Licenties van rechtswege

De houder van een Gemeenschapsoctrooi kan eenieder toestaan als licentiehouder de uitvinding toe te passen tegen betaling van een redelijke vergoeding die door de Commissie wordt vastgesteld.

De toestemming kan worden verleend, en kan ook worden ingetrokken, door een schriftelijke verklaring die bij het Bureau wordt ingediend en heeft tot gevolg dat de jaarlijkse heffingen voor instandhouding van het Gemeenschapsoctrooi worden verlaagd.

Lidstaten zijn niet bevoegd om licenties van rechtswege op een Gemeenschapsoctrooi te verlenen.

Verlening van dwanglicenties

De Commissie kan wegens het niet of onvoldoende toepassen van een Gemeenschapsoctrooi of in geval van een afhankelijk octrooi aan eenieder een dwanglicentie verlenen. Zij kan de toepassing van een Gemeenschapsoctrooi eveneens toestaan in een aantal specifieke situaties: in een crisisperiode, in andere uiterste noodsituaties of wanneer moet worden opgetreden tegen praktijken die in de uitspraak in een gerechtelijke of administratieve procedure als mededingingbeperkend zijn aangemerkt.

Instandhouding van het Gemeenschapsoctrooi

Voor de instandhouding van Gemeenschapsoctrooien moeten aan het Bureau jaarlijkse heffingen worden betaald. De heffingen worden vastgesteld door middel van een verordening inzake heffingen die door een comité voor vraagstukken in verband met de heffingen wordt goedgekeurd.

Afstand van het Gemeenschapsoctrooi

Van een Gemeenschapsoctrooi kan slechts in zijn geheel afstand worden gedaan. De afstand moet schriftelijk door de octrooihouder aan het Bureau worden gemeld en wordt pas van kracht na inschrijving in het Register van Gemeenschapsoctrooien.

Verval van het Gemeenschapsoctrooi

Het Gemeenschapsoctrooi vervalt na twintig jaar, gerekend vanaf de datum waarop de aanvrage is ingediend.

Het octrooi vervalt ook indien de jaarlijkse heffing of de eventuele toeslag niet tijdig zijn betaald.

Nietigheid van het Gemeenschapsoctrooi

Het octrooi wordt onder meer in de volgende gevallen nietig verklaard:

De nietigverklaring van het octrooi heeft een terugwerkende kracht, behalve voor de beslissingen over inbreuk die vóór de vervallen- of nietigverklaring in kracht van gewijsde zijn gegaan en ten uitvoer zijn gelegd. De terugwerkende kracht heeft evenmin gevolgen voor vóór de vervallen- of nietigverklaring gesloten en uitgevoerde overeenkomsten. In sommige situaties kan echter terugbetaling van de op grond van deze overeenkomst betaalde bedragen worden geëist.

Eenieder kan een vordering tot nietigverklaring instellen, behalve wanneer het recht van de octrooihouder wordt betwist. In dat geval kan de vordering uitsluitend worden ingesteld door degene die als octrooihouder recht heeft op inschrijving in het Register van Gemeenschapsoctrooien of gezamenlijk door degenen die als mederechthebbenden op dit octrooi recht hebben op inschrijving.

De vordering kan zelfs worden ingesteld wanneer het Gemeenschapsoctrooi is vervallen.

Het octrooi kan in zijn geheel of gedeeltelijk nietig worden verklaard.

Rechtsstelsel

In het voorstel wordt ook gepleit voor de oprichting van een gecentraliseerde rechtsspraak voor intellectuele eigendom teneinde de eenheid van het recht en de samenhang van de jurisprudentie te garanderen. Dit gerecht zal uit kamers van eerste aanleg en kamers van beroep bestaan.

Bevoegdheid van het Communautaire gerecht voor intellectuele eigendom

 Het Communautaire gerecht voor intellectuele eigendom heeft een uitsluitende bevoegdheid voor bepaalde categorieën vorderingen, zoals vorderingen inzake inbreuk en geldigheid van het Gemeenschapsoctrooi. Het gerecht behandelt met name vraagstukken in verband met geschillen tussen particulieren en zal sancties kunnen uitvaardigen en betaling van schadevergoeding kunnen opleggen.

Vordering inzake inbreuk

Een vordering inzake inbreuk moet worden gebaseerd op een veronderstelde overtreding van de door het octrooi verleende rechten.

De vordering wordt ingesteld door de octrooihouder of, in sommige gevallen, door de licentiehouder.

Verzoek tot beperking

Op verzoek van de octrooihouder kan het Gemeenschapsoctrooi worden beperkt door middel van een wijziging van de conclusies, van de beschrijving of van de tekeningen. Het verzoek is slechts ontvankelijk met toestemming van een persoon die een in het Register van Gemeenschapsoctrooien ingeschreven zakelijk recht heeft of op wiens naam een inschrijving is verricht.

Handelingsbevoegdheid van de Commissie voor het Communautaire gerecht

De Commissie heeft handelingsbevoegdheid indien het belang van de Gemeenschap dit vereist. Zij kan bij het Communautaire gerecht voor intellectuele eigendom een vordering tot nietigverklaring van een Gemeenschapsoctrooi indienen en zich in iedere bij het gerecht aanhangige procedure voegen.

Sancties en schadevergoeding en belangen

Het Communautaire gerecht beschikt over verschillende soorten sancties. In geval van een vordering wegens inbreuk kan het de volgende bevelen uitvaardigen:

Bevoegdheid van de nationale rechterlijke instanties

De nationale rechterlijke instanties van de lidstaten zijn bevoegd voor rechtsvorderingen die noch onder de uitsluitende bevoegdheid van het Hof van Justitie vallen, noch onder die van het Communautaire gerecht voor intellectuele eigendom. De nationale rechterlijke instanties zijn dus bevoegd voor:

Arbitrage

De nationale regels van de lidstaten inzake arbitrages blijven van kracht.

In een arbitrageprocedure kan een Gemeenschapsoctrooi echter niet nietig of ongeldig worden verklaard.

Taalregeling

Een Gemeenschapsoctrooi moet volgens het Verdrag van München worden verleend in een van de officiële procestalen van het Bureau (Engels, Duits of Frans) en in die taal worden gepubliceerd, met een vertaling van de conclusies in de twee andere procestalen (Italiaans en Spaans).

Een vertaling van het Gemeenschapsoctrooi in alle talen van de Gemeenschap is niet vereist, ofschoon de octrooihouder vertalingen van het octrooi in de andere officiële talen van de lidstaten mag indienen en neerleggen. Deze vertalingen worden dan ter beschikking gesteld van het publiek.

Tot deze maatregel is besloten om hoge kosten te voorkomen die sommigen ervan kunnen weerhouden het Gemeenschapsoctrooi te gebruiken.

Een eindakkoord over het dossier lijkt thans niet meteen in zicht. Het belangrijkste struikelblok is de vertaling van de conclusies van het octrooi. De tekst bepaalt immers dat de conclusies van het octrooi - in feite het kortste, maar het belangrijkste deel, omdat daarin de grenzen van de bescherming worden vastgelegd - moeten worden vertaald in alle officiële talen van de EU. In dit stadium slagen de Europese ministers er echter niet in een compromis te vinden over de vraag wie zal beslissen over de rechtsgeldigheid van de vertaling en hoe de gevolgen van een foutieve vertaling zullen worden opgevangen. Een tweede geschilpunt betreft de vaststelling van de termijn voor de indiening van de vertalingen. Die kwestie is van essentieel belang, want in de voorgestelde regeling wordt het Gemeenschapsoctrooi geacht geen rechtsgevolg te hebben als de vertalingen niet zijn ingediend binnen de vastgestelde termijnen.

Referenties en procedures

Voorstel

Publicatieblad

Procedure

COM(2000) 412 def.

Publicatieblad C 337 E, 28.11.2000

Raadplegingsprocedure CNS/2000/0177

GERELATEERDE BESLUITEN

Nauwere samenwerking

Besluit 2011/167/EU van de Raad van 10 maart 2011 houdende machtiging om nauwere samenwerking aan te gaan op het gebied van de instelling van eenheidsoctrooibescherming [PB L 76 van 22.3.2011].

Onderhavig besluit beroept zich op de bereidheid van 25 lidstaten om onderling een nauwere samenwerking aan te gaan op het gebied van de instelling van eenheidsoctrooibescherming.

Deze samenwerking heeft als doel een eenheidsoctrooi te creëren dat een eenvormige bescherming garandeert op het grondgebied van de deelnemende lidstaten. De toepasselijke vertaalregelingen van het octrooi dienen nog uitgewerkt te worden.

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot het aangaan van nauwere samenwerking op het gebied van de instelling van eenheidsoctrooibescherming [COM(2011) 215 definitief– Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad].

Onderhavig voorstel beoogt de totstandbrenging van een nauwere samenwerking op het gebied van eenheidsoctrooibescherming zoals goedgekeurd in besluit 2001/67/EU. Het legt de parameters vast voor Europese octrooien opdat ze binnen de deelnemende lidstaten eenzelfde effect zouden genereren.

Voorstel voor een verordening van de Raad houdende het aangaan van nauwere samenwerking op het gebied van de instelling van eenheidsoctrooibescherming met betrekking tot de toepasselijke vertaalregelingen – [COM(2011) 216 definitief – Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad].

Onderhavig voorstel beoogt de instelling van vereenvoudigde procedures voor vertaalregelingen van een Europees eenheidsoctrooi. Het wordt bekendgemaakt in een van de drie officiële talen van het Europees Octrooibureau (EOB) en kan vertaald worden naar de twee andere talen. Het octrooi mag vertaald worden naar een andere EU-taal in geval van geschil of wanneer de aanvrager een aanvraag voor een Europees octrooi heeft ingediend in een andere taal dan die van het EOB. In het laatste geval zullen de vertaalkosten gedragen worden door een compensatieregeling van het EOB.

Gemeenschapsoctrooigerecht

Voorstel voor een Besluit van de Raad van 23 december 2003, houdende toekenning aan het Hof van Justitie van de bevoegdheid uitspraak te doen in geschillen betreffende het Gemeenschapsoctrooi [COM(2003) 827 definitief - Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad].

Voorstel voor een Besluit van de Raad, van 2 december 2003, tot instelling van het Gemeenschapsoctrooigerecht en betreffende beroepen bij het Gerecht van eerste aanleg [COM(2003) 828 definitief - Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad]. Met het oog op de invoering van een Gemeenschapsoctrooi heeft de instelling van een Gemeenschapsoctrooigerecht, onder auspiciën van het Europese Hof van Justitie, tot doel de nu nog ontbrekende elementen van het octrooibeschermingssysteem in de Unie te leveren. Met het gerecht kan de afhandeling van geschillen gecentraliseerd worden en kunnen geschillen inzake inbreuken op en de geldigheid van Gemeenschapsoctrooien derhalve doelmatiger worden beslecht.

Laatste wijziging: 22.03.2011