De controle van staatssteun in de Europese Unie (EU): een groot mededingingsprobleem

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad - nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (staatssteun)

SAMENVATTING

Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) verbiedt staatssteun tenzij redenen van algemene economische ontwikkeling dit rechtvaardigen. De Europese Commissie ziet erop toe dat staatssteun voldoet aan de EU-regels.

Om te voorkomen dat bedrijven op de interne markt van de EU profiteren van selectieve voordelen die de mededinging verstoren, is staatssteun, als algemene regel, verboden. In sommige gevallen is staatsinmenging echter noodzakelijk om marktfalen op te vangen. De Commissie zorgt ervoor dat deze regels worden nageleefd en dat vrijstellingen in de hele EU op gelijke wijze worden toegepast. De procedures zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad en in de wijzigingsbesluiten en uitvoeringsmaatregelen daarvan.

Verschillende door de Commissie onderzochte steunregelingen

Als algemene regel moeten EU-landen de Commissiein kennis stellen van nieuwe steunregelingen voordat deze van toepassing worden. EU-landen moeten in een aanmelding alle noodzakelijke informatie verstrekken om de Commissie in staat te stellen een besluit te nemen.

De Commissie moet de door haar ontvangen informatie tevens onderzoeken op beweerdelijk onrechtmatige steun, d.w.z. steun die verleend is zonder voorafgaande toestemming. Indien de bewering gegrond is, opent de Commissie een eerste onderzoek zoals ook geldt voor een aangemelde maatregel.

De Commissie onderzoekt ook bestaande steunregelingen om erop toe te zien dat deze nog altijd verenigbaar zijn met de interne markt.

Eerste onderzoek

Elke aanmelding leidt tot een eerste onderzoek. Vanaf de dag van ontvangst van een volledige aanmelding heeft de Commissie twee maanden om tot de bevinding te komen dat:

er geen sprake is van steun in de zin van de EU-regels; of

de steun verenigbaar is met de EU-regels, omdat de positieve effecten daarvan opwegen tegen verstoringen van de mededinging; of

er ernstige twijfel blijft bestaan met betrekking tot de verenigbaarheid van de maatregel met de staatssteunregels.

In de eerste twee gevallen kan de maatregel onmiddellijk ingevoerd worden, maar in het derde geval leidt de Commissie een grondige onderzoeksprocedure in.

Formele onderzoeksprocedure

De beschikking tot inleiding van deze procedure wordt verstuurd naar het betreffende EU-land. Deze beschikking bevat de feitelijke en juridische grondslagen voor het onderzoek, inclusief de voorafgaande beoordeling van de Commissie. Het betrokken EU-land en belanghebbenden hebben één maand om hun opmerkingen mede te delen. Het betreffende EU-land wordt tevens uitgenodigd om te reageren op door belanghebbenden ingediende opmerkingen.

Eindbeschikking

De Commissie stelt na afloop van het formele onderzoek een eindbeschikking vast. Er zijn drie mogelijke uitkomsten:

Positieve beschikking (de maatregel vormt geen steun of de steun is verenigbaar met de interne markt)

Voorwaardelijke beschikking (de maatregel is verenigbaar, maar de toepassing daarvan is afhankelijk van voorwaarden)

Negatieve beschikking (de maatregel is niet verenigbaar en mag niet ten uitvoer worden gelegd).

De procedure kan ook worden beëindigd indien het betrokken EU-land de aanmelding intrekt.

Terugvordering van steun

Indien de Commissie een negatieve beschikking geeft met betrekking tot steun die reeds is uitbetaald, geldt normaal gezien dat het betreffende EU-land de steun (plus rente) van de begunstigde terugvordert. Indien een EU-land geen gevolg geeft aan de beschikking binnen de gestelde termijn, kan de Commissie zich wenden tot het Europees Hof van Justitie (EHJ).

De verjaringstermijn voor terugvordering is tien jaar.

BESLUIT

Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese unie

REFERENTIES

Besluit

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad van de Europese Unie

Verordening (EG) nr. 659/1999

16.4.1999

-

PB L 83 , 27.3.1999, blz. 1-9

Wijzigingsbesluit(en)

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad van de Europese Unie

Verordening (EU) nr. 734/2013

20.8.2013

-

PB L 204, 31.7.2013, blz. 15-22

Achtereenvolgende wijzigingen en correcties van Verordening (EG) nr. 659/1999 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie dient uitsluitend als referentie.

GERELATEERDE BESLUITEN

Uitvoeringsbesluiten

Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (PB L 140, 30.4.2004, blz. 1-134)

Verordening (EU) nr. 372/2014 van de Commissie van 9 april 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 794/2004 wat betreft de berekening van bepaalde termijnen, de afhandeling van klachten en de identificatie en bescherming van vertrouwelijke informatie (PB L 109, 12.4.2014, blz. 14-22)

Mededeling van de Commissie

Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde soorten staatssteun (PB C 136, 16.6.2009, blz. 3-12)

Laatste bijwerking 21.09.2015