Toepassing van de artikelen 107 en 108 VWEU op bepaalde soorten van horizontale steunmaatregelen

De Commissie is bevoegd verordeningen goed te keuren waarbij de verenigbaarheid van bepaalde vormen van steun met de gemeenschappelijke markt wordt vastgesteld Deze steunmaatregelen zijn vrijgesteld van de verplichting tot kennisgeving van artikel 108, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

BESLUIT

Verordening (EG) nr. 994/98 van de Raad van 7 mei 1998 betreffende de toepassing van de artikelen 87 (ex artikel 92) en 88 (ex artikel 93) van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap op bepaalde soorten van horizontale steunmaatregelen.

SAMENVATTING

De Commissie kan bij verordening verklaren dat bepaalde categorieën steunmaatregelen met de gemeenschappelijke markt verenigbaar zijn en niet onderworpen zijn aan de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) (ex artikel 88, lid 3 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (VEG)). Deze categorieën omvatten:

In deze verordeningen zal met name voor elke categorie van steun worden gespecificeerd:

Daarenboven kunnen in de verordeningen:

De Commissie kan bij verordening vaststellen dat, gezien de ontwikkeling en de werking van de gemeenschappelijke markt, bepaalde steunmaatregelen niet voldoen aan alle criteria van artikel 107, lid 1, VWEU (ex artikel 87, lid 1, VEG) en worden vrijgesteld van de in artikel 108, lid 3, VWEU bedoelde aanmeldingsprocedure, op voorwaarde dat de aan eenzelfde onderneming over een zekere periode toegekende steun een bepaald vastgesteld bedrag niet overschrijdt.

Bij de vaststelling van verordeningen legt de Commissie de EU-landen gedetailleerde voorschriften op om de transparantie van en het toezicht op de steunmaatregelen die uit hoofde van die verordeningen van aanmelding vrijgesteld zijn, te waarborgen. Die voorschriften bestaan met name uit de volgende verplichtingen:

Verordeningen die zijn vastgesteld, zijn geldig voor een welbepaalde periode. Zij kunnen worden ingetrokken of gewijzigd indien zich een wijziging heeft voorgedaan met betrekking tot een belangrijk feit dat aan de basis heeft gelegen van de vaststelling ervan of indien de geleidelijke ontwikkeling of de werking van de gemeenschappelijke markt zulks vereist.

Indien de Commissie een verordening wil vaststellen, publiceert zij hiervan een ontwerp om alle betrokken personen en organisaties in staat te stellen binnen een redelijke periode hun opmerkingen te maken.

Alvorens een ontwerpverordening bekend te maken of een verordening vast te stellen, raadpleegt de Commissie het Adviescomité inzake overheidssteun, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de EU-landen en wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

Elke vijf jaar dient de Commissie bij het Europees Parlement en bij de Raad een verslag in over de toepassing van Verordening (EG) nr. 994/98.

Referenties

Besluit

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in de lidstaten

Publicatieblad

Verordening (EG) nr. 994/98

15.5.1998

-

PB L 142 van 14.5.1998

GERELATEERDE BESLUITEN

Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (“de algemene groepsvrijstellingsverordening”) (Voor de EER relevante tekst) [Publicatieblad L 214 van 9.8.2008].

Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun [Publicatieblad L 379 van 28.12.2006].

Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 21 december 2006, getiteld "Evaluatieverslag betreffende de toepassing van Verordening (EG) nr. 994/98 van de Raad van 7 mei 1998 betreffende de toepassing van de artikelen 87 (voorheen artikel 92) en 88 (voorheen artikel 93) van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap op bepaalde soorten van horizontale steunmaatregelen, krachtens artikel 5 van die verordening" [COM(2006) 831 definitief - Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad]. Het verslag over de tenuitvoerlegging van de groepsvrijstellingsverordeningen op het gebied van staatssteun laat een grotendeels positief resultaat zien.

De Commissie heeft op basis van Verordening (EG) nr. 994/98 verscheidene groepsvrijstellingsverordeningen goedgekeurd, met name inzake de-minimissteun en steun aan het midden- en kleinbedrijf, ten behoeve van de werkgelegenheid en voor opleiding.

Het gebruik van de vrijstellingsverordeningen loopt volgens het verslag nogal uiteen, afhankelijk van de doelstellingen (hoge benuttingsgraad voor MKB-steun, maar tamelijk geringe benutting wat de steun voor de werkgelegenheid betreft bijvoorbeeld), maar ook afhankelijk van de EU-landen (meeste maatregelen genomen door Italië, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Spanje).

Met het oog op de rechtszekerheid melden sommige EU-landen niettemin altijd de steunmaatregelen aan die in het kader van een groepsvrijstellingsverordening ten uitvoer zouden kunnen worden gelegd.

Op basis van de opgedane ervaringen en de in het Actieplan staatssteun vastgestelde richtsnoeren zal de Commissie binnenkort een voorstel voor een algemene vrijstellingsverordening indienen waarin alle bestaande groepsvrijstellingsverordeningen worden samengebracht. Daarin zal zij tevens enkele soorten milieusteun onderbrengen.

Laatste wijziging: 18.10.2011