Globale richtsnoeren voor het economisch beleid (2005-2008)

De Europese Unie dient haar beleid te richten op economische groei en werkgelegenheid. Deze globale richtsnoeren voor het economisch beleid (GREB) verwoorden het nieuwe elan van de strategie van Lissabon. Zij spitsen zich toe op het macro-economisch beleid * en op de maatregelen en beleidsvormen die de lidstaten moeten doorvoeren om Europa aantrekkelijker te maken om in te investeren en er te werken (micro-economisch beleid) *.

BESLUIT

Aanbeveling 2005/601/EG van de Raad van 12 juli 2005 inzake de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Gemeenschap (2005 - 2008) [Publicatieblad L 205 van 6.8.2005].

SAMENVATTING

De aanbeveling past in het geheel van de strategie van Lissabon (DE)(EN)(FR): de Unie dient al haar middelen in te zetten voor de doelstellingen van deze strategie om van de Unie in 2010 de meest concurrerende economie ter wereld gemaakt te hebben. De aanbeveling omvat twee gedeelten: het eerste over de bijdrage van het macro-economisch beleid om de strategie van Lissabon nieuw elan te geven, en het tweede over de maatregelen en het beleid van de lidstaten om de groeifactoren kennis en innovatie te bevorderen (micro-economisch beleid *). De GREB gelden voor alle lidstaten; zij zullen worden aangevuld met het "Communautair Lissabon-programma 2005-2008".

De staat van de EU-economie

Allereerst wordt in de aanbeveling een overzicht gegeven van de huidige economische bedrijvigheid in Europa. De economie, die vanaf midden 2003 was aangetrokken, verzwakte in de tweede helft van 2004 ten gevolge van externe factoren zoals de hoge en schommelende olieprijzen of de achterblijvende groei van de wereldhandel. De Raad stelt vast dat de geringe veerkracht van bepaalde Europese economieën voor een deel te wijten is aan structurele zwakheden. De groei van het bruto binnenlands product (BBP) zal in 2005 naar verwachting in een matig tempo voortgaan.

De groeicyclus bereikt wereldwijd zijn hoogtepunt en vlakt af door de stijgende wereldolieprijzen. De binnenlandse vraag in Europa zal als groeimotor aan belang winnen.

Structuurbeleid en macro-economisch beleid moeten worden bezien tegen de achtergrond van stijgende grondstoffenprijzen, met name de aardolieprijzen, en een neerwaartse druk op de industrieprijzen. De potentiële groeicijfers in de Unie zijn grotendeels afhankelijk van toenemend ondernemers- en consumentenvertrouwen, en van gunstige ontwikkelingen in de wereldeconomie, bijvoorbeeld in de aardolieprijzen en de wisselkoersen.

De stagnatie van het economisch herstel van de Europese Unie blijft een reden tot bezorgdheid, zelfs indien de werkloosheidscijfers zoals verwacht afnemen.

Macro-economisch beleid ter bevordering van groei en werkgelegenheid

De Raad wil een macro-economisch beleid om de voorwaarden te scheppen voor meer groei en werkgelegenheid en economische stabiliteit te garanderen. Het monetair beleid kan daaraan een bijdrage leveren door voor prijsstabiliteit te zorgen.

In de aanbeveling worden zes richtsnoeren vermeld die de lidstaten moeten respecteren in hun economisch beleid en die bedoeld zijn om:

- aandacht te schenken aan de budgettaire houdbaarheid van hun openbare financiën;

- bij te dragen tot een beleidsmix die het economisch herstel op lange termijn ondersteunt en verenigbaar is met prijsstabiliteit en daardoor het ondernemers- en het consumentenvertrouwen versterkt;

- voort te gaan met structurele hervormingen;

- ervoor te zorgen dat de invloed van de eurozone op het mondiale economische bestel in verhouding staat tot haar economische gewicht.

Micro-economische hervormingen om het groeipotentieel te versterken

Volgens de Raad moet de versterking van het groeipotentieel van de Europese Unie geschieden door het scheppen van werkgelegenheid en de groei van de productiviteit. Een kernfactor voor groei zijn investeringen op de gebieden onderzoek, ontwikkeling, innovatie en onderwijs. De internationale dimensie van deze gebieden in termen van gemeenschappelijke financiering en het wegnemen van belemmeringen voor de mobiliteit van onderzoekers en studenten moet krachtiger worden aangepakt. De Raad heeft tien richtsnoeren voor micro-economische hervormingen ter versterking van het groeipotentieel, namelijk:

- te zorgen voor betere randvoorwaarden en een aantrekkelijk bedrijfsklimaat met voldoende mededinging;

- de publieke O&O-uitgaven effectiever en efficiënter te maken;

- publiek-private partnerschappen (PPP's) te ontwikkelen;

- ontwikkeling en versterking van de expertisecentra van onderwijs- en onderzoeksinstellingen;

- verbetering van technologieoverdracht tussen onderzoeksinstellingen;

- ontwikkeling en betere benutting van prikkels met hefboomwerking voor meer particulier O&O;

- een moderner bestuur van onderzoeksinstellingen en universiteiten; en

- een voldoende instroom van gekwalificeerde onderzoekers te bevorderen;

Belangrijkste begrippen

GERELATEERDE BESLUITEN

Aanbeveling 2007/209/EG van de Raad van 27 maart 2007 inzake de actualisering voor 2007 van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Gemeenschap en inzake de uitvoering van het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten [Publicatieblad l 92 van 03.04.2007]. De Raad verzoekt de lidstaten te handelen volgens de richtsnoeren in deze aanbeveling, waarmee wordt beoogd de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten voor 2007 te actualiseren. De richtsnoeren die zijn opgenomen in de bijlage bij het document, bevatten specifieke aanbevelingen voor iedere lidstaat.

De lidstaten moeten in hun volgende jaarverslag over de uitvoering van de nationale hervormingsprogramma's in het kader van de Lissabon-strategie verslag uitbrengen over de opvolging van deze acties.

See also

Gelieve de navolgende internetsites te raadplegen voor meer informatie:

Laatste wijziging: 03.04.2007