Stemrechten in de Raad van bestuur van de ECB

 

SAMENVATTING VAN:

Besluit 2003/223/EG van de Raad inzake een wijziging van artikel 10.2 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank

WAT IS HET DOEL VAN HET BESLUIT?

KERNPUNTEN

Overeenkomstig de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken beschikt elk lid van de Raad van bestuur over één stem. Om de capaciteit van de Raad van bestuur met het oog op een efficiënte en tijdige besluitvorming bij de toetreding tot het eurogebied te handhaven, kwam de Raad van bestuur overeen dat het aantal presidenten van de NCB’s die hun stemrecht uitoefenen niet meer mag bedragen dan 15. Met het besluit wordt de wijze van stemmen dienovereenkomstig aangepast.

Raad van bestuur

Roulatie van stemrechten per groep

Stap I (huidige fase): verdeling van stemrechten wanneer het aantal presidenten groter dan 15, maar kleiner dan 22 is

Stap 2 (toekomstige fase): verdeling van stemrechten wanneer het aantal presidenten 22 bereikt

Implementatie, aanpassing en toekomstige veranderingen

ACHTERGROND

Volgens de huidige institutionele regelingen van de ECB neemt de Raad van bestuur de meeste besluiten op basis van consensus.

Bij de roulatie van de stemrechten wordt rekening gehouden met enkele fundamentele beginselen, zoals “één lid, één stem” voor de presidenten die gebruik maken van het stemrecht, onafhankelijke deelname aan de vergaderingen van de Raad van bestuur op persoonlijke titel, representativiteit, automatische aanpassing van het roulatiesysteem en transparantie.

Stemmen moeten fysiek worden uitgebracht, of, bij wijze van uitzondering, via teleconferentie. De Raad van bestuur kan alleen tot stemming overgaan, indien een quorum van tweederde van de leden met stemrecht aanwezig is. De Raad van bestuur besluit met gewone meerderheid van stemmen en in geval van een gelijke stand heeft de voorzitter de beslissende stem.

Op dit moment zijn twintig lidstaten tot het eurogebied toegetreden. Kroatië was de laatste lidstaat die aan de criteria voldeed en is op 1 januari 2023 lid geworden.

KERNBEGRIPPEN

Bruto binnenlands product tegen marktprijzen (BBP-mp). De geldelijke waarde van de totale binnenlandse productie of het binnenlands product van een land.
Monetaire financiële instellingen. Financiële instellingen zoals het Eurosysteem (ECB en nationale centrale banken) en ingezeten kredietinstellingen, die samen de gelduitgevende sector van het eurogebied vormen.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Besluit 2003/223/EG van de Raad in de samenstelling van de staatshoofden en regeringsleiders van 21 maart 2003 inzake een wijziging van artikel 10.2 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (PB L 83 van 1.4.2003, blz. 66-68).

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Besluit 2004/257/EG van de Europese Centrale Bank van 19 februari 2004 houdende goedkeuring van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank (ECB/2004/2) (PB L 80 van 18.3.2004, blz. 33-41).

Achtereenvolgende wijzigingen aan Besluit 2004/257/EG werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de Europese Unie — Protocol (nr. 4) betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 230-250).

Besluit 2009/5/EG van de Europese Centrale Bank van 18 december 2008 betreffende het uitstel van de start van het roulatiesysteem in de raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB/2008/29) (PB L 3, 7.1.2009, blz. 4-5).

Laatste bijwerking 13.03.2023