Gevolgen voor de kapitaalmarkten

De Europese Commissie analyseert de gevolgen van de invoering van de euro voor de obligatie- en aandelenmarkten en zij stelt technische oplossingen vast die door de markten kunnen worden overgenomen.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie van 2 juli 1997 over de gevolgen van de invoering van de euro voor de kapitaalmarkten [COM(97) 337 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad].

SAMENVATTING

Om zoveel mogelijk profijt te trekken van de invoering van de euro is het wenselijk een zekere mate van harmonisatie van de toekomstige euro-markten tot stand te brengen door gemeenschappelijke kenmerken vast te stellen die worden toegepast op de financiële centra van alle aan de euro-zone deelnemende landen.

De obligatiemarkten

Overeenkomstig het referentiescenario dat in Madrid is goedgekeurd wordt vanaf 1 januari 1999 alle nieuwe verhandelbare overheidsschuld in euro geëmitteerd. Behalve deze vereiste overwegen de meeste emittenten hun uitstaande schuld in euro te redenomineren: deze operatie heeft als voordeel dat hierdoor voor euro-liquiditeit op de markten voor staatsobligaties wordt gezorgd en de geloofwaardigheid van het proces wordt versterkt doordat hieruit duidelijk de inzet van de overheden voor de Economische en Monetaire Unie (EMU) blijkt.

Voor de redenominatie van de schuld is de meest aangewezen methode de opgaande ("bottom-up") methode:

De operatie is bij iedere stap voor alle marktpartijen neutraal; verschillen kunnen alleen uit de afronding voortvloeien.

Een grotere mate van harmonisatie van de marktconventies, gebaseerd op de "beste praktijken", is wenselijk omdat hierdoor de doorzichtigheid zou worden verbeterd en geschillen worden voorkomen. Deze harmonisatie zou op de volgende punten betrekking hebben:

- de veel toegepaste methode, de loco-standaard met een afrekeningstermijn van 2 dagen zou een geschikte standaard zijn voor harmonisatie op de geldmarkt voor euro's;

- op de obligatiemarkt is de afrekeningsstandaard momenteel de datum van de transactie plus drie werk-/handelsdagen: deze standaard zou voorlopig kunnen worden gehandhaafd om uiteindelijk op een kortere afrekeningstermijn over te gaan.

De aandelenmarkten

Wat de omschakeling naar de euro betreft, hebben de belangrijkste Europese effectenbeurzen laten weten dat zij willen streven naar een "big bang"-aanpak: met ingang van 4 januari 1999 zullen alle effecten in euro worden verhandeld en genoteerd. Tussenpersonen zullen voor de nodige omrekening moeten zorgen, ten einde aan hun cliënten te rapporteren in de valuta die deze hebben gekozen.

Het is aan de ondernemingen om te besluiten over de redenominatie van hun aandelen; dit besluit is onafhankelijk van het besluit van effectenbeurzen over de handel in euro. De valuta waarin het aandelenkapitaal luidt heeft geen invloed op de economische waarde ervan; daarom kan het besluit tot redenominatie op gelijk welk ogenblik van de overgangsperiode (1 januari1999 tot 31 december 2001) worden genomen.

De aanbevolen oplossing is de uitgifte van aandelen zonder nominale waarde. Aangezien elk aandeel een gedeelte van het aandelenkapitaal belichaamt, behoeven aandeelbewijzen niet fysiek te worden omgeruild. De uitgifte van aandelen zonder nominale waarde is echter in veel landen op grond van de nationale wetgeving nog niet mogelijk.

In het algemeen is harmonisatie van marktconventies niet absoluut noodzakelijk.

Ten aanzien van de historische reeksen en de beursindexen zal de overgang normaal gesproken geen bijzondere problemen meebrengen.

De markten voor afgeleide instrumenten

De omschakelingsvraagstukken die voor de derivatenmarkt relevant zijn, vormen de weerslag van de problemen van de onderliggende markten waaraan zij gekoppeld zijn. Daarom wordt hiervoor dezelfde soort oplossingen aanbevolen.

Overige aspecten van markten

Bronnen van koersinformatie. De continuïteit van de bronnen van koersinformatie moet worden gewaarborgd. Op basis van nationale (PIBOR, LIBOR, enz.) en van Europese (EURIBOR) koersen berekende prijzen kunnen naast elkaar bestaan. Het is wenselijk dat de koersen worden gepubliceerd voor de gehele euro-zone of dat geharmoniseerde criteria beschikbaar zijn voor de berekening van nationale indicatoren. De instanties die als bronnen van koersinformatie fungeren moeten duidelijke informatie geven over de koersen die tussen 1 januari 1999 en 1 januari 2002 beschikbaar zijn.

Emissieprocedures voor staatsschuld. Er bestaat enige bezorgdheid over de aanwezigheid van zowel nationale agenten voor emissies van staatsschuld en de Europese Centrale Bank (ECB) op de markten en dat dit tot verwarring kan leiden over de signalen van het monetaire beleid. Om dit risico tegen te gaan zou een informele coördinatie van de emissies van staatsobligaties nuttig zijn.

Kredietwaardigheidsbeoordeling: staatsschuld. Er is een discussie gaande, die nog niet tot een uitkomst heeft geleid, tussen hen die betogen dat het lidmaatschap van de euro-zone zou kunnen leiden tot een aanpassing van de kredietwaardigheidsbeoordeling van bepaalde soevereine emittenten en degenen die hier tegenin brengen dat deelneming aan de EMU het begrotingsbeleid disciplineert en geloofwaardiger maakt en dat derhalve de beoordeling van de kredietwaardigheid niet zal veranderen.

In ieder geval zullen de kosten van een individueel land om middelen op te nemen door een kleine wijziging in de beoordeling van de kredietwaardigheid waarschijnlijk niet significant veranderen. Andere factoren, zoals de liquiditeit en de doelmatigheid van het systeem van effectenhandelaren die rechtstreeks overheidsschuld kopen, wegen zwaar.

Kredietwaardigheidsbeoordeling: schuld van ondernemingen. De Europese Unie (EU) zal waarschijnlijk een "AAA"-rating krijgen, zodat ondernemingen niet langer kunnen worden gehinderd door de kredietwaardigheidsbeoordeling van het land waarin zij zijn gevestigd. De EMU zou op hun kredietwaardigheidsbeoordeling een positief effect moeten hebben.

Repo's. Marktdeelnemers wijzen erop dat een overdreven aggressief gebruik van de initial margin (bedrag dat moet worden gestort alvorens een marge voor een financieringstransactie kan worden vastgesteld) en de haircut (waarde van een effect als onderpand) op de officiële repo-markt moet worden vermeden, aangezien dit een onnodige beperking is van de marktontwikkeling.

Bovendien is het gebruik van de variation margin (bedrag dat door de geldnemer moet worden gestort als waarborg dat de onderpanden tijdens de gehele duur van de transactie volledig zijn gedekt) veel efficiënter omdat het op een dagelijkse symmetrische waardering op de marktwaarde is gebaseerd.

Het is belangrijk dat markten de zekerheid hebben dat er aan het eind van het proces geen enkele instabiliteit kan optreden, omdat zij zich niet zouden kunnen indekken. De bescherming van beleggers wordt beschouwd als één van de sleutelfactoren van een doelstreffende financiële markt en speelt een rul van fundamenteel belang bij de internationale aantrekkingskracht van een markt.

Laatste wijziging: 23.02.2007