Land- of bosbouwtrekkers: EG-goedkeuringsprocedure

De communautaire EG-typegoedkeuringsprocedure voor land- of bosbouwtrekkers wordt aangepast en verplicht gesteld. Het toepassingsgebied van de procedure wordt uitgebreid tot andere categorieën land- of bosbouwvoertuigen, met name aanhangwagens en verwisselbare getrokken machines .

BESLUIT

Richtlijn 2003/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de typegoedkeuring van landbouw- of bosbouwtrekkers en aanhangwagens, verwisselbare getrokken machines, systemen, onderdelen en technische eenheden daarvan en tot intrekking van Richtlijn 74/150/EEG van de Raad [Zie wijzigingsbesluiten].

SAMENVATTING

Richtlijn 2003/37/EG moderniseert het bij Richtlijn 74/150/EEG ingestelde communautaire EG-typegoedkeuringssysteem voor land- of bosbouwtrekkers. Het volledige communautaire EG-typegoedkeuringssysteem wordt verplicht gesteld voor land- of bosbouwtrekkers van categorieën T1, T2 en T3 vanaf 1 juli 2005 voor de nieuwe voertuigtypen en vanaf 1 juli 2009 voor alle nieuwe voertuigen die in gebruik worden genomen. Het goedkeuringssysteem is ook van toepassing op land- of bosbouwtrekkers van categorie T4.3 sinds 29 september 2013 voor de nieuwe voertuigtypen.

Voor de andere voertuigcategorieën moeten de lidstaten deze richtlijn toepassen zodra alle bijzondere richtlijnen voor een voertuigcategorie zijn goedgekeurd:

Op verzoek van de fabrikant mogen de lidstaten deze richtlijn toepassen op een nieuw type voertuig vanaf de data van aanneming van alle daarmee verband houdende bijzondere richtlijnen.

Toepassingsgebied

Tot de voertuigen waarop de EG-goedkeuringsprocedure van toepassing is, behoren elke trekker , elke aanhangwagen en elke verwisselbare getrokken machine , incompleet of compleet, bedoeld voor gebruik in de landbouw of de bosbouw.

Er kunnen echter afwijkingen worden toegestaan voor in kleine series gefabriceerde voertuigen, voertuigen die deel uitmaken van restantvoorraden of voertuigen waarvoor gebruik is gemaakt van een technische vooruitgang die niet onder een bijzondere richtlijn valt.

Het toepassingsgebied van de procedure is op die manier uitgebreid tot nieuwe categorieën landbouwvoertuigen. Oorspronkelijk had Richtlijn 74/150/EEG uitsluitend betrekking op land- of bosbouwtrekkers.

Goedkeuringsprocedure

De EG-typegoedkeuringsprocedure waarborgt de permanente controle van de overeenstemming van de voertuigen met de communautaire technische eisen. In een eerste fase verklaart een lidstaat dat een type voertuig, systeem, onderdeel of afzonderlijke technische eenheid van een fabrikant in overeenstemming is met de technische voorschriften van Richtlijn 2003/37/EG. Hij geeft dan een EG-typegoedkeuringsformulier af aan de fabrikant. Vervolgens voegt de fabrikant bij alle geproduceerde voertuigen, systemen, onderdelen of technische eenheden een certificaat van overeenstemming, waarmee wordt gewaarborgd dat ze in overeenstemming zijn met het goedgekeurde type.

Voor in diverse fasen gemonteerde voertuigen is voorzien in een goedkeuringsprocedure in meerdere fasen . Er wordt dan een EG-typegoedkeuringsformulier afgegeven aan elke fabrikant die voor zijn specifieke fase betrokken is bij het fabricageproces van het voertuig.

Vrijwaringsclausules

Een lidstaat kan van oordeel zijn dat voertuigen, systemen, onderdelen of afzonderlijke technische eenheden die aan de technische eisen van Richtlijn 2003/37/EG voldoen of reeds vergezeld gaan van een certificaat van overeenstemming, toch een ernstig gevaar voor de verkeersveiligheid, de kwaliteit van het milieu of de arbeidsveiligheid opleveren. Hij kan dan weigeren de typegoedkeuring te verlenen of gedurende ten hoogste zes maanden de registratie of de ingebruikneming van deze voertuigen op zijn grondgebied weigeren. Hij stelt de overige lidstaten en de Commissie daarvan onverwijld in kennis met opgave van de redenen voor zijn besluit.

Context

Richtlijn 2003/37/EG stoelt op het beginsel van volledige harmonisatie. De communautaire goedkeuringsprocedure voor land- of bosbouwtrekkers wordt aldus verplicht gesteld en komt in de plaats van de facultatieve harmonisatie die in 1990 is ingevoerd. De fabrikanten van land- of bosbouwtrekkers konden toen kiezen tussen een communautaire goedkeuring voor complete voertuigen in overeenstemming met de communautaire richtlijnen of een nationale goedkeuring op basis van de door een lidstaat vastgestelde technische voorschriften. Voortaan mag een voertuigtype dat in één lidstaat is goedgekeurd, op basis van het daarvoor afgegeven certificaat van overeenstemming zonder meer in de hele Europese Unie in de handel worden gebracht en geregistreerd.

Richtlijn 2003/37/EG zorgt er op die manier voor dat de typegoedkeuringsprocedure voor land- of bosbouwtrekkers in overeenstemming wordt gebracht met die voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en voor motorvoertuigen op twee of drie wielen. Het communautaire goedkeuringssysteem voor complete voertuigen is respectievelijk vanaf oktober 1998 en juni 1999 verplicht voor deze voertuigen.

REFERENTIES

Besluit

Inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad

Richtlijn 2003/37/EG

9.7.2003

31.12.2004

L 171 van 9.7.2003

Wijzigingsbesluit(en)

Inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad

Verordening (EG) nr. 1137/2008

11.12.2008

-

L 311 van 21.11.2008

De opeenvolgende wijzigingen en rectificaties van Richtlijn 2003/37/EG zijn in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie heeft slechts informatieve waarde.

GERELATEERDE BESLUITEN

Richtlijn 2008/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende het zichtveld en de ruitenwissers van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen [Publicatieblad L 24 van 29.1.2008].

De richtlijn strekt tot codificatie van Richtlijn 74/347/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende het zichtveld en de ruitenwissers van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, die behoort tot de bijzondere richtlijnen van het EG-goedkeuringssysteem. Richtlijn 2008/2/EG bepaalt dat de lidstaten de inschrijving, de verkoop, het in verkeer brengen of het gebruik van trekkers waarvan de ruitenwissers niet aan de voorschriften van deze richtlijn voldoen, mogen weigeren of verbieden. De trekkers moeten zodanig zijn uitgerust dat de bestuurder bij het rijden op de weg en bij werkzaamheden in land- of bosbouw onder alle gebruikelijke omstandigheden van het wegverkeer en van de werkzaamheden op het veld en in het bos een voldoende zichtveld kan hebben.

Verordening (EU) nr. 167/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 5 februari 2013 inzake de goedkeuring van en het markttoezicht op landbouw- en bosbouwvoertuigen [Publicatieblad L 60 van 2.3.2013].

De verordening legt geharmoniseerde regels vast inzake administratieve en technische voorschriften voor de typegoedkeuring van landbouw- en bosbouwvoertuigen en inzake het markttoezicht op deze voertuigen.

Richtlijn 2003/37/EG beperkte in eerste instantie de verplichte toepassing van de EG-typegoedkeuringsprocedure voor gehele voertuigen tot de voertuigcategorieën T1, T2 en T3 en T4.3 en voorzag niet in alle nodige voorschriften om het mogelijk te maken op vrijwillige basis voor andere categorieën een aanvraag tot EG-typegoedkeuring voor gehele voertuigen in te dienen. Deze verordening biedt fabrikanten daarom de mogelijkheid op vrijwillige basis voor alle categorieën die onder deze verordening vallen EU-typegoedkeuring van gehele voertuigen aan te vragen, en wel met name:

Voor de volgende voertuigen mag de fabrikant naar eigen keuze een aanvraag indienen voor goedkeuring krachtens deze verordening, dan wel om te voldoen aan de desbetreffende nationale voorschriften:

Laatste wijziging: 06.02.2014