Zeevervoer — Verrichten van diensten, concurrentie, oneerlijke tariefpraktijken en toegang tot zeevervoer

 

SAMENVATTING VAN:

WAT IS HET DOEL VAN DEZE VERORDENINGEN?

Het doel van de verordeningen is het organiseren van het zeevervoer overeenkomstig de basisprincipes van het EU-recht voor wat betreft het verrichten van diensten, concurrentie en vrije toegang tot de markt bij vervoer over zee.

KERNPUNTEN

Het vrij verrichten van diensten

Verordening nr. 4055/86:

Verordening nr. 3577/92/EEG gaat met name over het vrij verrichten van diensten bij zeevervoer binnen EU-landen („cabotage* in het zeevervoer”).

Oneerlijke tariefpraktijken in het vervoer over zee

Verordening nr. 4057/86:

Vrije toegang tot het vervoer over zee

Verordening nr. 4058/86:

Mededingingsregels

Het algemene EU-recht inzake mededinging dat is neergelegd in Verordening (EG) nr. 1/2003 is ook van toepassing op de EU-sector zeevervoer. Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 246/2009 van de Raad, kan de Commissie echter een uitzondering maken voor bepaalde soorten samenwerking tussen lijnvaartondernemingen* (consortia*). De Commissie heeft daarom Verordening (EG) nr. 906/2009, die deze uitzonderingen toestaat, aangenomen en verlengd tot 25 april 2020 middels Verordening (EU) nr. 697/2014.

VANAF WANNEER ZIJN DE VERORDENINGEN VAN TOEPASSING?

ACHTERGROND

Kijk voor meer informatie op:

* KERNBEGRIPPEN

Cabotage: wanneer een in een EU-land geregistreerde onderneming nationaal vervoer uitvoert in een ander EU-land.
Lijnvaart: vervoer van goederen dat op geregelde wijze geschiedt op (een) bepaalde route(s) tussen havens en volgens vooraf aangekondigde uurregelingen en reisdata, en dat voor alle vervoergebruikers tegen betaling beschikbaar is, ook op incidentele basis.
Consortia: een overeenkomst (of een aantal onderling samenhangende overeenkomsten) tussen twee of meer vervoerders die uitsluitend voor goederenvervoer in een of meer vaargebieden geregelde internationale lijnvaartdiensten verzorgen. Het doel ervan is het verlenen van een gezamenlijke zeevervoerdienst die beter is dan de dienst die elk van de leden individueel (dus zonder het consortium) had kunnen aanbieden.

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Verordening (EEG) nr. 4055/86 van de Raad van 22 december 1986 houdende toepassing van het beginsel van het vrij verrichten van diensten op het zeevervoer tussen de Lid-Staten onderling en tussen de Lid-Staten en derde landen (PB L 378 van 31.12.1986, blz. 1-3)

Achtereenvolgende wijzigingen in Verordening (EEG) nr. 4055/86 zijn opgenomen in het originele document. Deze geconsolideerde versie heeft uitsluitend documentaire waarde.

Verordening (EEG) nr. 4057/86 van de Raad van 22 december 1986 betreffende oneerlijke tariefpraktijken in het vervoer over zee (PB L 378 van 31.12.1986, blz. 14-20)

Verordening (EEG) nr. 4058/86 van de Raad van 22 december 1986 betreffende een gecoördineerd optreden ter vrijwaring van de vrije toegang tot lading in het vervoer over zee (PB L 378 van 31.12.1986, blz. 21-23)

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1-25)

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EG) nr. 246/2009 van de Raad van 26 februari 2009 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op bepaalde groepen overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen tussen lijnvaartondernemingen („consortia”) (PB L 79 van 25.3.2009, blz. 1-4)

Verordening (EG) nr. 906/2009 van de Commissie van 28 september 2009 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op bepaalde groepen overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen tussen lijnvaartondernemingen („consortia”) (PB L 256 van 29.9.2009, blz. 31-34)

Zie de geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 17.10.2016