Marktmisbruik

Deze richtlijn beoogt het waarborgen van de integriteit van de Europese financiële markten en het vergroten van het vertrouwen van de beleggers in deze markten. De richtlijn heeft tot doel in het kader van de strijd tegen het marktmisbruik gelijke mededingingsvoorwaarden voor alle marktdeelnemers van de lidstaten tot stand te brengen.

BESLUIT

Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 betreffende handel met voorwetenschap en marktmanipulatie (marktmisbruik) [Zie wijzigingsbesluit(en)].

SAMENVATTING

Deze richtlijn heeft ten doel elke vorm van marktmisbruik te voorkomen teneinde de goede werking van de financiële markten van de Europese Unie te garanderen.

De richtlijn is niet van toepassing op transacties die worden verricht:

Omstandigheden waarin sprake is van marktmisbruik

Marktmisbruik kan zich voordoen in omstandigheden waarbij beleggers rechtstreeks of indirect zijn benadeeld door personen die:

Dergelijk gedrag kan immers het algemene beginsel aantasten dat voor alle beleggers dezelfde spelregels moeten gelden.

De lidstaten verbieden elke persoon die in het bezit is van informatie:

Deze verbodsbepalingen gelden niet voor handel in eigen aandelen in het kader van terugkoopactiviteiten, noch voor maatregelen die worden genomen ter stabilisatie van financiële instrumenten.

Informatiebeheer door emittenten van financiële instrumenten

Emittenten van financiële instrumenten moeten informatie over zichzelf zo snel mogelijk openbaar maken en op hun internetsite plaatsen. Wanneer een emittent in het kader van zijn functie voorwetenschap aan een derde meedeelt, moet die voorwetenschap openbaar zijn.

Emittenten moeten bovendien een lijst bijhouden van personen die voor hen werken en bijgevolg toegang hebben tot voorwetenschap.

De Europese Autoriteit voor effecten en markten (EAEM) kan technische uitvoeringsnormen opstellen met het oog op eenvormige voorwaarden voor de toepassing van de door de Commissie vastgestelde besluiten.

Samenwerking

In de richtlijn wordt bepaald dat elke lidstaat één enkele instantie voor regelgeving en toezicht aanwijst met een minimum aan gemeenschappelijke verantwoordelijkheden. Deze instanties passen convergerende methoden toe om marktmisbruik te bestrijden en moeten kunnen rekenen op wederzijdse bijstand om inbreuken te vervolgen, met name in het kader van grensoverschrijdende activiteiten. De op het gebied van de administratieve samenwerking gevolgde procedure kan met name bijdragen tot de bestrijding van terroristische handelingen. De bevoegde autoriteiten werken samen met de EAEM.

Sancties

Een zelfde onrechtmatig gedrag moet in de verschillende lidstaten op een soortgelijke manier worden bestraft. Wanneer een bevoegde autoriteit een administratieve maatregel neemt of een sanctie oplegt, stelt zij de EAEM daarvan in kennis. Indien de sanctie betrekking heeft op een beleggingsonderneming waaraan overeenkomstig de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten (MiFID) een vergunning is verleend, neemt de EAEM een verwijzing naar de desbetreffende sanctie op in het register van beleggingsondernemingen.

Referenties

Besluit

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in de lidstaten

Publicatieblad

Richtlijn 2003/6/EG

12.4.2003

12.10.2004

L 96, 12.4.2003

Wijzigingsbesluit(en)

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in de lidstaten

Publicatieblad

Richtlijn 2008/26/EG

21.3.2008

-

L 81, 20.3.2008

Richtlijn 2010/78/EU

4.1.2011

31.12.2011

L 331, 15.12.2010

De opeenvolgende wijzigingen en rectificaties van Richtlijn 2003/6/EG zijn in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie heeft slechts informatieve waarde.

GERELATEERDE BESLUITEN

Richtlijn 2008/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 tot wijziging van Richtlijn 2003/6/EG betreffende handel met voorwetenschap en marktmanipulatie (marktmisbruik), wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft [Publicatieblad L 81 van 20.3.2008].

Richtlijn 2004/72/EG van de Commissie van 29 april 2004 tot uitvoering van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad wat gebruikelijke marktpraktijken, de definitie van voorwetenschap met betrekking tot van grondstoffen afgeleide instrumenten, het opstellen van lijsten van personen met voorwetenschap, de melding van transacties van leidinggevende personen en de melding van verdachte transacties betreft [Publicatieblad L 162 van 30.4.2004]. Deze richtlijn definieert de in aanmerking te nemen factoren bij het onderzoeken van marktpraktijken voor de toepassing van artikel 6, lid 10, van Richtlijn 2003/6/EG. Marktdeelnemers dienen eerlijk en efficiënt te werk te gaan om de marktintegriteit te waarborgen. Deze praktijken mogen de integriteit van andere met die markt gelieerde EU-markten niet in het gedrang brengen.

Richtlijn 2003/124/EG van de Commissie van 22 december 2003 tot uitvoering van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de definitie en openbaarmaking van voorwetenschap en de definitie van marktmanipulatie betreft [Publicatieblad L 339 van 24.12.2003]. In deze richtlijn worden nauwkeurige voorwaarden vastgesteld op grond waarvan moet worden bepaald of informatie concreet is en of zij een aanzienlijke invloed zou kunnen hebben op de koers van financiële instrumenten. Bovendien bevat zij een aantal kenmerken waarmee rekening moet worden gehouden wanneer wordt onderzocht of een bepaald gedrag marktmanipulatie vormt. Voor uitgevende instellingen bevat de richtlijn voorschriften ten aanzien van de wijze waarop de voorwetenschap openbaar moet worden gemaakt en de desbetreffende termijnen, evenals precieze omstandigheden waaronder de emittenten deze openbaarmaking mogen uitstellen om hun rechtmatige belangen te beschermen.

Richtlijn 2003/125/EG van de Commissie van 22 december 2003 tot uitvoering van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de juiste voorstelling van beleggingsaanbevelingen en de bekendmaking van belangenconflicten betreft [Publicatieblad L 339 van 24.12.2003]. In deze richtlijn worden normen vastgesteld voor een juiste voorstelling van beleggingsaanbevelingen en de bekendmaking van belangenconflicten. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen personen die beleggingsaanbevelingen doen (en die aan striktere normen moeten voldoen) en personen die door derden uitgebrachte beleggingsaanbevelingen verspreiden. Overeenkomstig artikel 6 van de richtlijn betreffende marktmisbruik houdt deze tweede uitvoeringsrichtlijn rekening met de regels, inclusief zelfregulering, die gelden voor de journalistiek. Dit houdt in dat de zeer gespecialiseerde subcategorie financiële journalisten die beleggingsaanbevelingen doen of verspreiden, zich aan bepaalde algemene beginselen moeten houden. Er zijn evenwel beschermingsmaatregelen voorzien en een beroep op mechanismen voor zelfregulering is toegestaan om te bepalen op welke wijze deze algemene beginselen moeten worden toegepast. Deze mogelijkheid is bedoeld om de persvrijheid te bewaren en tegelijkertijd zowel beleggers als emittenten te beschermen tegen alle risico's op het gebied van marktmanipulatie door journalisten.

Laatste wijziging: 01.04.2011