Naar een thematische strategie voor een duurzaam gebruik van pesticiden

De Commissie legt de basis voor een thematische strategie die tot doel heeft de impact van pesticiden op de volksgezondheid en het milieu te verminderen, en meer in het algemeen te komen tot een duurzamer gebruik van pesticiden en tot een vermindering van de risico's en het gebruik ervan, zonder de vereiste bescherming van de gewassen in het gedrang te brengen.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité van 1 juli 2002 - Op weg naar een thematische strategie voor een duurzaam gebruik van pesticiden [COM(2002) 349 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen].

SAMENVATTING

Context

1. In het op 22 juli 2002 door het Europees Parlement en de Raad aangenomen zesde milieuactieprogramma (6e MAP) wordt een thematische strategie voor een duurzaam gebruik van pesticiden aangekondigd.

Het huidige, in het 6e MAP genoemde wettelijk kader, in het bijzonder Richtlijn 91/414/EEG en de richtlijnen inzake residuen in levensmiddelen, is hoofdzakelijk geconcentreerd op de begin- en eindfase van de levenscyclus van pesticiden, nl. het vergunningsproces voor in gewasbeschermingsproducten (GBP's) te gebruiken stoffen, alvorens deze op de markt worden gebracht (preventie aan de bron) en maximumgehalten aan residuen (MRL's) van levensmiddelen en diervoeders. Momenteel is er een herziening van deze richtlijnen aan de gang.

De hier bedoelde thematische strategie, die de gebruiksfase van gewasbeschermingsproducten betreft, vormt een aanvulling op het huidige wetgevingskader.

Definities en toepassingsgebied van de mededeling

2. De term "pesticiden" is een generieke benaming, welke alle stoffen of producten omvat die schadelijke organismen verdelgen. Onder de pesticiden moet onderscheid worden gemaakt tussen:

3. Uit het besluit van het Europees Parlement en de Raad tot goedkeuring van het 6e MAP komt duidelijk naar voren dat, hoewel de term 'pesticiden' wordt gehanteerd, er hoofdzakelijk GBP's worden bedoeld. Deze mededeling gaat derhalve voornamelijk in op het gebruik van GBP's. Mochten er in de toekomst vergelijkbare maatregelen voor biociden noodzakelijk worden geacht, dan zullen deze in de thematische strategie worden geïntegreerd.

Gebruik van gewasbeschermingsproducten: hoeveelheden, kosten, baten en aan het gebruik verbonden risico's

4. Hoeveelheden. De landbouwsector is verreweg de grootste gebruiker van GBP's. De Europese Unie (EU) neemt momenteel met een verkoop van ongeveer 320 000 ton werkzame stoffen per jaar een kwart van de wereldmarkt voor haar rekening. Hierbij gaat het voornamelijk om fungiciden (ca. 43% van de markt), gevolgd door herbiciden (36%), insecticiden (12%) en andere pesticiden (9%). De Europese industrie van GBP's is een belangrijke werkgever in Europa (ongeveer 35 000 werknemers).

5. Voordelen. Er zitten aan het gebruik van GBP's aanzienlijke economische voordelen vast. GBP's worden door boeren gebruikt ter verbetering of bescherming van hun oogsten, door concurrerend onkruid te verdelgen of terug te dringen en schadelijke organismen te doden en om de vereiste hoeveelheid werk te minimaliseren. GBP's spelen ook een essentiële rol bij het verzekeren van een constant jaarlijks aanbod van landbouwproducten, tegen betaalbare prijzen zodat alle consumenten toegang hebben tot de landbouwproducten. Door het gebruik van GBP's is voor de voedselproductie bovendien een minder groot areaal vereist. Zo komt er meer grond beschikbaar voor andere doeleinden, zoals recreatie, de inrichting van natuurparken en de bescherming van biodiversiteit. Er zijn echter geen cijfers voor de EU als geheel beschikbaar aan de hand waarvan deze voordelen kunnen worden geëvalueerd.

6. Aan het gebruik van GBP's verbonden kosten en risico's. Pesticiden zijn chemische stoffen die bijzondere aandacht vereisten daar zij meestal inherente eigenschappen hebben waardoor zij gevaarlijk voor gezondheid en milieu zijn.

De risico's voor de volksgezondheid en voor de gezondheid van dieren zijn een gevolg van de grote toxiciteit van bepaalde GBP's. Zij kunnen ontstaan door rechtstreekse blootstelling (werknemers van bedrijven die pesticiden produceren en mensen die hier beroepshalve mee omgaan) of door indirecte blootstelling (consumenten en voorbijgangers). De chronische effecten van de blootstelling aan GBP's, met ook mogelijke gevolgen voor de algehele conditie van de blootgestelde bevolking, worden met name veroorzaakt door bioaccumulatie en persistentie van stoffen, door onomkeerbare effecten, zoals kankerverwekkendheid, mutageniteit en genotoxiciteit, of door nadelige uitwerkingen op het immuunsysteem of de hormoonhuishouding van zoogdieren, vissen en vogels.

Wat de risico's voor het milieu betreft, zijn, overwaaien bij spuiten, uitloging of wegspoelen, diffuse, niet te beheersen bronnen van GBP's in het milieu, welke tot de vervuiling van bodem- en watersegmenten leiden. Verder zijn er nog mogelijke bijkomende indirecte effecten op het ecosysteem als gevolg van het gebruik van GBP's, zoals een verlies aan biodiversiteit. Het is in de praktijk uiterst moeilijk deze, uit het gebruik van pesticiden voortvloeiende nadelige effecten te kwantificeren. Daardoor is het niet mogelijk tot een raming te komen van de algehele kosten van het gebruik van pesticiden in de EU.

Doelstellingen van de thematische strategie

7. Deze mededeling is een grote stap vooruit bij de voorbereiding van de thematische strategie voor een duurzaam gebruik van pesticiden. De door de Raad en het Parlement vastgestelde doelstellingen worden hieronder uiteengezet. In de mededeling worden voor elke doelstelling een aantal mogelijke maatregelen met het oog op elk van de bovengenoemde doelstellingen gesuggereerd, op basis waarvan de discussie in deze raadplegingsfase van start kan gaan.

8. Doelstelling 1. Minimalisering van de gevaren en risico's van het gebruik van pesticiden voor gezondheid en milieu door de volgende maatregelen:

9. Doelstelling 2. Meer controle op gebruik en distributie van pesticiden:

10. Doelstelling 3. Vermindering van de hoeveelheden van de gevaarlijkste werkzame stoffen door veiligere, waaronder niet-chemische alternatieven. Deze doelstelling zal hoofdzakelijk worden verwezenlijkt d.m.v. een snellere tenuitvoerlegging van Richtlijn 91/414/EEG, met name door het programma voor de herziening van de oude werkzame stoffen en door de invoering van dit beginsel in de tekst van de richtlijn zelf, meer bepaald naar aanleiding van de in de nabije toekomst geplande herziening.

11. Doelstelling 4. Aanmoediging van het gebruik van weinig productiemiddelen vergende of pesticide-vrije teeltmethoden, in het bijzonder door bewustmaking van de gebruiker, door bevordering van het gebruik van codes voor goede praktijken en door bevordering van het onderzoek naar de mogelijkheden die door de toepassing van financiële instrumenten worden geboden:

12. Doelstelling 5. Opzetten van een transparant systeem voor rapportage over en volgen van de gemaakte vorderingen, met name door de ontwikkeling van geschikte indicatoren:

Kandidaat-lidstaten

13. Het beheer van voorraden verouderde pesticiden in een aantal kandidaat-lidstaten is in deze context herhaaldelijk als een belangrijk probleem genoemd. Tal van pesticiden die thans nog in verscheidene kandidaat-lidstaten worden gebruikt, zouden op het tijdstip van de toetreding verouderd kunnen zijn. Bovendien zijn er nu al aanzienlijke voorraden verouderde pesticiden. Indien passende maatregelen uitblijven, kan het gebeuren dat de kandidaat-lidstaten niet over verbrandingsovens beschikken waarmee aan de voorschriften inzake emissiegrenswaarden kan worden voldaan; dan zal het nodig zijn de bestaande verbrandingsinstallaties te moderniseren of de pesticiden naar elders over te brengen. Voor een deel zullen de verouderde pesticiden onder het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische pesticiden (POP) vallen, maar er kan behoefte blijken te zijn aan een verdergaande ondersteuning van de kandidaat-lidstaten.

Internationale aspecten

14. De Gemeenschap en de lidstaten zouden moeten bijdragen tot een veilig gebruik van GBP's in ontwikkelingslanden en de nieuwe onafhankelijke staten (NOS), door een verbetering van het toezicht op en de beoordeling van hun uitvoer en donatie van chemicaliën, door het verschaffen van opleiding en het uitoefenen van controle in verband met het gebruik, de hantering en de opslag van gewasbeschermingsproducten en door bij te dragen aan het beheer van verouderde voorraden met name door capaciteitsopbouw en de uitwisseling van informatie. Een volledige tenuitvoerlegging van de Verdragen van Rotterdam (voorafgaande geïnformeerde toestemming, PIC) en Stockholm (POP-persistente organische verontreinigende stoffen) zou een belangrijke stap in de goede richting betekenen. Tevens is de verdere integratie van de milieudoelstellingen in het ontwikkelingsbeleid vereist en moet er een bijdrage worden geleverd aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het Intergouvernementele Forum voor de veiligheid van chemische stoffen.

Tenuitvoerlegging van de strategie

15. Uitgaande van de in deze mededeling vervatte analyses en de resultaten van de raadplegingsprocedure zal de Commissie begin 2004 alle nodige maatregelen voorstellen in het kader van een alomvattende communautaire thematische strategie voor een duurzaam gebruik van pesticiden.

16. Om deze strategie ten uitvoer te leggen, kunnen de Gemeenschap en de lidstaten gebruik maken van diverse instrumenten: wettelijk bindende maatregelen, economische stimulansen, onderzoek of toepassing op basis van vrijwilligheid. Zij kunnen ook deze verschillende types instrumenten combineren. Een groot aantal van deze maatregelen kan met goed gevolg worden geïntegreerd in het bestaande of momenteel ontwikkelde beleid, zoals dat voor de bescherming van de wateren, de volksgezondheid en de consumentenbelangen en het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

GERELATEERDE BESLUITEN

Mededeling van de Commissie van 12 juli 2006: " Thematische strategie voor een duurzaam gebruik van pesticiden " [COM(2006)372 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen].

De strategie omvat enerzijds maatregelen die in de huidige wetgevingsinstrumenten en het huidige beleid geïntegreerd worden en anderzijds maatregelen die niet in de huidige wetgevingsinstrumenten geïntegreerd kunnen worden maar opgenomen worden in een richtlijn die gelijktijdig wordt voorgesteld. Laatstgenoemde maatregelen zijn bedoeld om de vorengenoemde vijf doelstellingen uit de mededeling van 2002 te bereiken.

Laatste wijziging: 12.04.2007