Indeling, verpakking en kenmerken van gevaarlijke preparaten

De regelgeving inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen en preparaten is geharmoniseerd teneinde de volksgezondheid en het milieu te beschermen en het vrije verkeer van deze producten te waarborgen. Zij is gewijzigd sinds de vankrachtwording van de nieuwe Verordening (EG) nr. 1272/2008 en de oprichting van het Europees Agentschap voor chemische stoffen.

BESLUIT

Richtlijn 1999/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten [Zie wijzigingsbesluiten].

SAMENVATTING

Toepassingsgebied

Deze richtlijn is van toepassing op gevaarlijke preparaten die minstens één gevaarlijke stof in de zin van artikel 2 bevatten of die als gevaarlijk worden beschouwd in de zin van artikel 5, 6 of 7. De term “preparaat” verwijst naar mengsels of oplossingen van twee of meer stoffen.

Deze richtlijn bevat bijzondere bepalingen voor preparaten die niet als gevaarlijk worden aangemerkt (in de zin van artikel 5, 6 of 7), maar wel een specifiek gevaar kunnen opleveren.

Deze richtlijn is niet van toepassing op de volgende voor de eindgebruiker bestemde preparaten in afgewerkte vorm:

Indeling

Gevaarlijke preparaten worden in categorieën ingedeeld volgens de definities van artikel 2, met inaanmerkingneming van de ernst en de specifieke aard van de gevaren. De categorieën omvatten preparaten die als gevaarlijk worden beschouwd op basis van:

De algemene beginselen voor de indeling en het kenmerken van preparaten stoelen op de in Verordening (EG) nr. 440/2008 vastgestelde methoden en de in Richtlijn 67/548/EEG betreffende de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen gedefinieerde criteria, tenzij andere criteria van de richtlijn worden toegepast.

Verpakking

De voornaamste eisen op het gebied van verpakking zijn als volgt:

Kenmerken

Op elke verpakking worden de volgende aanduidingen duidelijk leesbaar en onuitwisbaar aangebracht:

De lidstaten kunnen bepalen dat het etiket van gevaarlijke preparaten moet worden opgesteld in hun officiële taal of talen.

Onder bepaalde zeer restrictieve voorwaarden die zijn vastgesteld in artikel 12 van de richtlijn kunnen bepaalde gevaarlijke preparaten worden vrijgesteld van de algemene voorschriften inzake verpakking en kenmerken. Het etiket van de betrokken preparaten is facultatief of mag van de vastgestelde voorschriften afwijken indien de aanwezige hoeveelheid zo gering is dat er geen enkel gevaar is voor de gebruikers.

Taken en plichten van de lidstaten

De lidstaten wijzen een nationale bevoegde autoriteit aan die aan de Commissie verslag uitbrengt over de toepassing van deze richtlijn. De personen die verantwoordelijk zijn voor het in de handel brengen van gevaarlijke preparaten moeten deze autoriteiten alle informatie inzake de indeling van die preparaten ter hand stellen (veiligheidsaanbevelingen, enz.).

De lidstaten dienen instanties aan te wijzen die belast zijn met het ontvangen van informatie over de gezondheidseffecten van gevaarlijke preparaten. Deze informatie mag uitsluitend worden gebruikt om te reageren op medische verzoeken.

Vertrouwelijkheid

De persoon die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen van een gevaarlijk preparaat kan bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar het voor de eerste maal in de handel zal worden gebracht een verzoek om vertrouwelijkheid indienen. Met deze procedure kan worden vermeden dat de vertrouwelijkheid van de intellectuele eigendom in gevaar komt door de verspreiding van de scheikundige identiteit van het preparaat op het etiket. Wanneer de bevoegde autoriteit een beslissing heeft genomen, stelt zij degene die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen van het preparaat daarvan in kennis.

Clausule inzake het vrije verkeer

De lidstaten mogen het in de handel brengen van gevaarlijke preparaten die in overeenstemming zijn met deze richtlijn niet verbieden, beperken of belemmeren.

Vrijwaringsclausule

Een lidstaat mag het in de handel brengen van een gevaarlijk preparaat op zijn grondgebied tijdelijk verbieden of aan bijzondere voorwaarden verbinden, zelfs indien het aan de voorschriften van deze richtlijn voldoet.

De lidstaat dient de Commissie en de overige lidstaten daarvan onverwijld in kennis te stellen, onder opgave van de redenen die aan deze beslissing ten grondslag liggen. De Commissie raadpleegt de lidstaten zo spoedig mogelijk alvorens zich over de maatregel uit te spreken.

Procedure voor de aanpassing aan de technische vooruitgang

De wijzigingen die nodig zijn om de negen bijlagen aan te passen aan de technische vooruitgang worden vastgesteld door de Commissie, die daarbij wordt bijgestaan door een regelgevingscomité bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

Context

Deze richtlijn wordt op 1 januari 2015 ingetrokken door Verordening (EG) nr. 1272/2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels.

Referenties

Besluit

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad

Richtlijn 1999/45/EG

30.7.1999

30.7.2002

L 200 van 30.7.1999

Wijzigingsbesluit(en)

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad

Verordening (EG) nr. 1882/2003

20.11.2003

-

L 284 van 31.10.2003

Verordening (EG) nr. 1907/2006

1.6.2007Toepassing:1.6.20081.8.2008 (artikel 135)1.6.2009 (titel VIII en bijlage XVII)

-

L 396 van 30.12.2006

Verordening (EG) nr. 1137/2008

11.12.2008

-

L 311 van 21.11.2008

Verordening (EG) nr. 1272/2008

20.1.2009

-

L 353 van 31.12.2008

De opeenvolgende wijzigingen en rectificaties van Richtlijn 1999/45/EG zijn in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie heeft slechts informatieve waarde.

See also

Laatste wijziging: 09.09.2011