Wederzijdse erkenning in de interne markt van de EU

SAMENVATTING VAN:

COM(1999) 299 def. — Wederzijdse erkenning in de interne markt

SAMENVATTING

WAT DOET DEZE MEDEDELING?

In deze mededeling wordt het belang van een wederzijdse erkenning, een van de basisprincipes van de onderbouwing van de interne markt, onderbouwd. Een vrije stroom van goederen en diensten in de EU is hierdoor mogelijk zonder harmonisatie van de nationale wetgeving. In de mededeling worden problemen bij de toepassing ervan geïdentificeerd en wordt nagegaan hoe deze kunnen worden aangepakt.

KERNPUNTEN

Het beginsel houdt in dat elk product dat rechtmatig in een EU-land wordt verkocht ook kan worden verkocht in een ander EU-land, zelfs als het niet aan alle technische regels voldoet — met uitzondering van strikt gedefinieerde omstandigheden.

In de mededeling worden de volgende problemen benadrukt:

het gebrek aan betrouwbare informatie over de toepassing van de wederzijdse erkenning,

de kosten en vertragingen als gevolg van een slechte interne organisatie van sommige nationale overheidsinstanties,

de terughoudendheid van ambtenaren om een onbekend product goed te keuren dat vergezeld gaat van certificaten in een taal die ze niet begrijpen.

Sommige producten, met name de meer complexe, zijn onderworpen aan specifieke nationale gezondheids- en veiligheidsvereisten en eisen inzake consumentenbescherming. Dit is vooral het geval in de voedingsmiddelensector, de elektrotechnische industrie, transportmiddelen, edele metalen, de bouw en de chemische industrie.

Diensten in sectoren zoals commerciële communicatie, de bouw, octrooiagenten en veiligheidsdiensten worden vaak beoordeeld tegen een criterium van „algemeen belang” voor het publiek van dat land.

In de mededeling worden de volgende maatregelen voorgesteld:

een betere controle via een tweejaarlijks beoordelingsrapport van de Europese Commissie in combinatie met een economische analyse van de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning. Dit kan gebieden identificeren waar een volledige harmonisatie noodzakelijk is;

mogelijke juridische procedures tegen EU-regeringen die nalaten het beginsel uit te voeren;

meer volledige informatie over het beginsel voor belangrijke spelers zoals nationale en regionale overheidsinstanties, ondernemingen, advocaten en beroepsverenigingen;

opleidingen voor nationale autoriteiten en vertegenwoordigers van beroepsverenigingen van de nauwst betrokken bedrijfssectoren tegelijkertijd met nationale, regionale en lokale seminars;

meer doeltreffende manieren om problemen aan te pakken door minder tijd te spenderen aan individuele klachten.

EU-landen spelen een belangrijke rol bij:

het opnemen van wederzijdse erkenning in de nationale wetgeving;

het zonder onnodig uitstel beantwoorden van de verzoeken tot gebruik;

het versterken van de samenwerking tussen overheidsdiensten;

een beter gebruik van nationale contactpunten.

Overeenkomsten van wederzijdse erkenning bevorderen de handel in goederen tussen de EU en belangrijke markten zoals Australië, Canada, Israël, Japan, Nieuw-Zeeland en de VS.

In Verordening (EG) nr. 764/2008 zijn regels en procedures vastgelegd die nationale autoriteiten moeten toepassen indien ze een verzoek tot wederzijdse erkenning willen weigeren of er bijkomende voorwaarden op willen toepassen.

ACHTERGROND

Wederzijdse erkenning

BESLUIT

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement — De wederzijdse erkenning in het kader van de follow-up van het actieprogramma voor de interne markt (COM(1999) 299 definitief van 16 juni 1999)

GERELATEERDE BESLUITEN

Resolutie van de Raad van 24 juni 1999 betreffende het beheer van overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning (PB C 190, 7.7.1999, blz. 2)

Verordening (EG) nr. 764/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht, en tot intrekking van Beschikking nr. 3052/95/EG (PB L 218, 13.8.2008, blz. 21-29)

Laatste bijwerking 04.01.2016