De rechtstreekse werking van het recht van de Europese Unie

 

SAMENVATTING VAN:

Arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie, Van Gend en Loos tegen Nederlandse administratie der belastingen — het fundamentele principe van rechtstreekse werking

WAT WORDT ER MET HET ARREST VASTGESTELD?

KERNPUNTEN

Horizontale en verticale rechtstreekse werking

Er zijn twee vormen van rechtstreekse werking, namelijk de verticale en de horizontale.

Rechtstreekse werking en primair recht

Rechtstreekse werking en secundair recht

Het principe van rechtstreekse werking heeft tevens betrekking op regelgeving uit secundair recht, ofwel regelgeving die is aangenomen door de EU-instellingen, zoals verordeningen, richtlijnen en besluiten, die zijn afgeleid van de in de verdragen uiteengezette principes en doelstellingen. De reikwijdte van de rechtstreekse werking hangt evenwel af van het soort rechtshandeling.

ACHTERGROND

Samen met de voorrang van het EU-recht (ook wel heerschappij genoemd), vormt rechtstreekse werking een grondbeginsel van het EU-recht.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Arrest van 5 februari 1963, NV Algemene Transport- en Expeditie Onderneming van Gend en Loos tegen Nederlandse administratie der belastingen, Zaak no. 26/62, ECLI:EU:C:1963:1

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Arrest van 10 november 1992, Hansa Fleisch Ernst Mundt GmbH & Co. KG tegen Landrat des Kreises Schleswig-Flensburg, Zaak C-156/91, ECLI:EU:C:1992:423

Arrest van 12 december 1990, Peter Kaefer en Andréa Procacci tegen Franse Staat, gevoegde zaken C-100/89 en C-101/89, ECLI:EU:C:1990:456.

Arrest van 30 september 1987, Meryem Demirel tegen Stadt Schwäbisch Gmünd, Zaak 12/86, ECLI:EU:C:1987:400

Arrest van 19 januari 1982, Ursula Becker tegen Finanzamt Münster-Innenstadt, Zaak no. 8/81, ECLI:EU:C:1982:7

Arrest van 5 april 1979, Strafzaak tegen Tullio Ratti, Zaak no. 148/78, ECLI:EU:C:1979:110

Arrest van 4 december 1974, Yvonne van Duyn tegen Home Office, Zaak no. 41-74, ECLI:EU:C:1974:133

Arrest van 14 december 1971, Politi s.a.s. tegen Ministerie van Financiën van de Italiaanse Republiek, Zaak no. 43-71, ECLI:EU:C:1971:122

Laatste bijwerking 25.11.2022